Voorste kruisbandreconstructie
Uw arts heeft u geadviseerd om de voorste kruisband van uw knie te vervangen en daarmee de stabiliteit van de knie te verbeteren. Deze folder geeft u informatie over hetgeen de orthopeed in CWZ met u heeft besproken, zodat u na het gesprek alles nog eens rustig kunt lezen en zich voor kunt bereiden op de opname.
Het kniegewricht
2
De knie bestaat uit drie botdelen: het bovenbeen, het onderbeen en de knieschijf. Om de knie ligt een gewrichtskapsel. Buiten dit gewrichtskapsel heeft de knie twee banden, die voor zijdelingse stabiliteit van de knie zorgen. Midden in de knie liggen de voorste en de achterste kruisband. Zij voorkomen dat het onderbeen naar voren of naar achteren verschuift. Daarnaast voorkomen de kruisbanden bepaalde draaibewegingen tussen boven- en onderbeen. In de knie bevinden zich tussen het boven- en onderbeen twee maanvormige schijfjes van zacht kraakbeen (de meniscus). Deze vangen schokken van de knie op en zorgen dat boven en onderbeen in iedere stand goed op elkaar passen. Elk botdeel is bekleed met een laag kraakbeen.
Voorste kruisbandruptuur (scheur) De voorste kruisband kan scheuren bij sporten of een ongeluk. Dit wordt vaak ervaren als een knappend gevoel, dat optreedt bij het verdraaien van de knie of het ‘door de knie gaan’. De klachten van een gescheurde kruisband – door de knie zakken of een instabiel gevoel – worden in het begin meestal behandeld met fysiotherapie. Wanneer dit onvoldoende resultaat heeft, kan de arts voorstellen om een nieuwe kruisband te plaatsen. Diagnose en onderzoek De arts stelt de diagnose aan de hand van de aard van de klachten, het lichamelijk onderzoek, röntgenfoto’s en eventueel een arthroscopie (kijkoperatie) of MRI-scan van de knie. Wat houdt een voorste kruisbandreconstructie in? (Zie tekening op volgende bladzijde) Wanneer besloten is om de voorste kruisband te reconstrueren, dan kan men uit verschillende operatie-technieken kiezen om de kruisband te vervangen. Op de plaats van de oorspronkelijke kruisband wordt een nieuwe band gemaakt van lichaamseigen materiaal. Een goede methode is om gebruik te maken van het middelste gedeelte van de knie-pees (patella-pees) met twee botblokjes, die daar aan vastzitten. Het voordeel hiervan is dat de twee botblokjes stevig met twee schroeven in boorkanalen in het boven- en onderbeen vastgezet kunnen worden. Een nadeel is dat de revalidatie soms gepaard gaat met langdurige pijnklachten aan de voorzijde van de knie; de plaats waar de pees is uitgesneden. In CWZ wordt daarom niet vaak voor deze methode gekozen. In CWZ wordt hoofdzakelijk gebruik gemaakt van de hamstringspezen. Deze bevinden zich aan de binnenzijde van de knie en worden via een apart sneetje uitgenomen. Het voordeel is dat de revalidatie vlotter gaat omdat het minder pijnlijk is. Ook zijn de hamstringpezen extra stevig, doordat ze dubbel geklapt worden. Voor het vastzetten van de pezen, wordt gebruik gemaakt van 3
methode Endobutton®
een soort ophangband aan een plaatje dat door het boorkanaal getrokken wordt en na kanteling blijft zitten (endobutton®). In het onderbeen worden de pezen vastgezet met een ‘oplosbare schroef’ en eventueel een metalen kram. De operatie wordt via een kijkoperatie (artroscopie) uitgevoerd. Daarbij wordt een buis in de knie gebracht, die via een camera met 4
een monitor is verbonden. Er worden drie kleine sneetjes van ongeveer een centimeter lengte in de huid gemaakt. Via het eerste sneetje gaan de artroscoop en vocht naar binnen. Het tweede sneetje zorgt voor de afvoer van het vocht. Via het derde sneetje kunnen instrumenten in de knie worden gebracht. Buiten de kruisband wordt de rest van de knie ook bekeken en worden eventuele beschadigingen van kraakbeen en meniscus bijgewerkt. Sommige meniscusscheuren kunnen zelfs gehecht worden, wat uiteindelijk beter is voor een goed functioneren van de knie. De operatie duurt ongeveer vijf kwartier. Om een helder beeld te houden, wordt het kniegewricht met vloeistof gespoeld en wordt de operatie ‘onder bloedleegte’ uitgevoerd. Het bloed wordt uit het operatiegebied weggestreken en met een opgepompte bloeddrukband wordt het gebied ‘bloedleeg’ gehouden. De dag na de operatie start u met een intensief fysiotherapieprogramma. U moet zich realiseren dat de hamstringpezen nog in moeten groeien en door het lichaam omgebouwd worden tot levend peesweefsel. Dit duurt ongeveer negen maanden tot een jaar en in deze periode is uw nieuwe kruisband extra kwetsbaar. Op de plaats waar de hamstringpezen uitgenomen zijn, groeit weer nieuw weefsel, dat op de oorspronkelijke pezen lijkt.
Voordelen van een voorste kruisbandreconstructie Na de operatie en de revalidatie zal de knie steviger aanvoelen en is het ‘door de knie gaan’ bij de meeste patiënten verdwenen. De nieuwe kruisband blijft echter altijd zwakker dan de oorspronkelijke. Een nieuw letsel is zeker niet helemaal uit te sluiten. U moet zelf uiteindelijk beslissen of u het risico van een nieuwe beschadiging neemt. De kans op nieuw letsel is groter bij contactsporten zoals voetbal en hockey.
5
Mogelijke complicaties Gelukkig treden na een voorste kruisbandreconstructie niet vaak complicaties op. • Er kan een verstopping van een bloedvat in het been (trombose) ontstaan. Wanneer dit niet behandeld wordt, kan er een stolsel naar de longvaten of hersenvaten schieten. Dit kan zeer ernstige gevolgen hebben. In het ziekenhuis krijgt u een spuitje ter voorkoming van trombose. Trombose is herkenbaar aan een gezwollen, glanzende, en pijnlijke kuit. • Omdat er sneden in de huid worden gemaakt, kan een huidzenuw beschadigd raken. Dit geeft een doof gevoel in een gedeelte van de huid. Meestal verdwijnen deze klachten in de loop van de tijd vanzelf. Soms zijn ze echter blijvend. • De knie kan stijf worden door vorming van littekenweefsel, met name wanneer de operatie te snel uitgevoerd wordt na een kruisbandletsel. • Een infectie is een vervelende complicatie. De kans hierop is erg klein, maar het kan ernstige gevolgen hebben voor het gewrichtskraakbeen. • Er kan een nabloeding optreden. Soms moet er dan een hechting geplaatst worden. • De bloeddrukband voor het bloedleeg maken van de knie, kan te strak gezeten hebben. Dit kan een kneuzing veroorzaken. Deze klachten verdwijnen vanzelf. Voorbereiding operatie Beslissing tot operatie Als u samen met de arts heeft besloten tot een operatie, worden er door de dokterassistente van de operatieplanning orthopedie een aantal zaken met u afgesproken. Van hen hoort u de operatiedatum, opnametijd en de verdere noodzakelijke voorbereidingen. Zij maken voor u een afspraak bij het preoperatieve spreekuur van de anesthesist. De arbodienst Vraagt u zich af of uw aandoening of behandeling consequenties 6
heeft voor het uitoefenen van uw werk? Overleg dan met uw specialist. Zo wordt duidelijk of u (tijdelijk) beperkingen heeft en zo ja, welke. De bedrijfsarts begeleidt de terugkeer naar uw werk. Daarom is het belangrijk dat uw bedrijfsarts op de hoogte is van uw aandoening of behandeling. Afspraken over uw werk zullen vaak soepeler verlopen als u de bedrijfsarts al vóór de ingreep informeert. U kunt een gesprek voeren met uw bedrijfsarts op het arbeidsomstandighedenspreekuur van de arbodienst van het bedrijf of de organisatie waar u werkt. Om uw privacy te beschermen is uw toestemming nodig voor eventueel overleg tussen uw specialist en uw bedrijfsarts. Anesthesie (verdoving) Een goede verdoving bij een operatie is belangrijk. Deze verdoving kan bij een knie-operatie via algehele anesthesie of via een ruggeprik. Hierover kunt u meer lezen in de CWZ-folder ‘Verdoving (anesthesie)bij volwassenen’. Voor de operatie en de anesthesie zijn meestal enige voorbereidingen noodzakelijk, dit wordt ook wel preoperatief onderzoek of preoperatieve voorbereiding genoemd. Spreekuur anesthesioloog De anesthesioloog schat in welke risico’s in uw geval aan de anesthesie verbonden zijn en hoe deze kunnen worden beperkt. Daarom heeft de doktersassistente een afspraak voor u op het spreekuur van de anesthesioloog gemaakt. In de folder ‘Verdoving (anesthesie) bij volwassenen’ kunt u hier meer over lezen. Wat moet u meenemen? Tijdens uw opname heeft u nodig: • ondergoed en bedkleding • kamerjas, pantoffels • toiletartikelen (geen handdoek en washandjes) • lectuur en dergelijke
7
• u wordt verzocht zelf krukken mee te nemen. U leent deze bij de Thuiszorgwinkel. U kunt ze ook huren of kopen op de verpleegafdeling a22. • geldige legitimatie (paspoort of rijbewijs ) • ingevuld opnameformulier Waardevolle bezittingen Het is raadzaam grotere geldbedragen, sieraden en andere kostbaarheden thuis te laten. De ervaring leert dat het gevaar van zoek raken en diefstal in een openbaar gebouw aanwezig is. Het ziekenhuis kan hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld. Medicijnen De medicijnen die u tijdens uw verblijf nodig heeft, ontvangt u van de ziekenhuisapotheek. Neem geen medicijnen in zonder hierover overleg te plegen. Een combinatie van geneesmiddelen kan namelijk bij ondeskundig gebruik gevaarlijk zijn. Omdat het van belang is te weten welke medicijnen u tot de opnamedag heeft gebruikt, verzoeken wij u deze medicijnen, in de originele verpakking, bij opname mee te nemen. Dieet Als u een bepaald dieet volgt, vragen wij u dit aan de verpleegkundige mede te delen. Dan wordt bekeken of wijzigingen hierin al dan niet noodzakelijk zijn. Bloedverdunners • Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen of bent u onder controle van de trombosedienst? Meld dit dan aan uw behandelend arts in CWZ. Denk bij bloedverdunnende medicijnen aan bijvoorbeeld acenocoumarol of fenprocoumon en/of aspirine. • Als u bekend bent bij de trombosedienst, neem uw doseerkaart altijd mee naar het ziekenhuis. • Het kan zijn dat u tijdelijk moet stoppen met deze bloedverdunnende medicijnen. 8
• • •
Uw behandelend arts vertelt u hoe lang u voor de ingreep of operatie met het innemen moet te stoppen en wanneer u weer kunt beginnen met de medicijnen. Als u medicijnen gebruikt of overgevoelig bent voor bijvoorbeeld jodium, verdovingsvloeistof, pleisters of andere stoffen meld dit dan aan de arts, de verpleegkundige of assistente van polikliniek. Meld ook als u een pacemaker (of een ICD) draagt. Meld ook of u preventief antibiotica nodig heeft.
De dag van de operatie U meldt zich op het afgesproken tijdstip op de verpleegafdeling orthopedie waar u wordt opgenomen. Op de afdeling krijgt u een opnamegesprek met de verpleegkundige. Hierin worden bijzonderheden met betrekking tot uw gezondheid en uw persoonlijke omstandigheden besproken. Ook vertelt de verpleegkundige u nog kort het een en ander over de gang van zaken rond de operatie. Als u dat prettig vindt, kan uw partner/begeleider bij het opnamegesprek aanwezig zijn. Pijnstilling Voor de operatie start u met de pijnmedicatie. Dit heeft als doel een spiegel in uw bloed op te bouwen zodat na de operatie de pijnmedicatie meer effect heeft. Niet eten en drinken,nuchter Omdat de operatie onder anesthesie plaatsvindt, is het nodig dat u nuchter bent. Hierover heeft de anesthesioloog op het spreekuur afspraken met u gemaakt. Meer informatie hierover kunt u lezen in de folder ‘Verdoving (anesthesie) bij volwassenen’. Voorbereiding operatie Voordat u naar de operatiekamer gaat krijgt u een operatiejasje aan. U mag tijdens de operatie geen sieraden dragen. Wanneer u een gebitsprothese of piercings heeft,moet u deze voor de operatie uit doen. Deze maatregelen zijn er om de hygiëne op de operatiekamer te waarborgen en daardoor infecties te voorkomen. 9
Zonodig krijgt u voorbereidende medicatie zoals deze door de anesthesioloog is afgesproken (premedicatie). Ook is het belangrijk dat u voor de ingreep nog even plast, zodat de blaas leeg is. Een kwartier voor de ingreep wordt u naar de verkoeverkamer gebracht, hier worden u nog wat vragen gesteld waarna u naar de operatiekamer wordt gereden. Daar moet u over stappen op een smalle operatietafel. De anesthesioloog geeft u de verdoving, die met u besproken is. Ook zal er voordat de operatie begint algemene of specifieke bewakingsapparatuur aangesloten worden, om lichaamsfuncties zoals bloeddruk, pols en ademhaling tijdens de operatie goed te kunnen observeren. Hierna zal de voorste kruisbandreconstructie uitgevoerd worden.
Na de operatie De operatiedag Na de ingreep blijft u in de uitslaapruimte (verkoeverkamer) van de operatieafdeling tot u goed wakker bent en tot alle controles (o.a. bloeddruk en pijn) goed zijn. Een verpleegkundige haalt u weer op. Op de afdeling worden door de verpleegkundigen nog enkele keren de pols, bloeddruk en de wond gecontroleerd. U krijgt na de operatie pijnmedicatie en een spuitje om trombose tegen te gaan. Om uw knie zit een drukverband, om zwelling te voorkomen. Het is verstandig om uw knie deze dag nog zoveel mogelijk rust te geven. De eerste dag na de operatie De verpleegkundige verwijdert het drukverband. Ook controleert zij de wond. Wanneer gebruik is gemaakt van een drain (dun slangetje om operatievocht af te laten lopen), dan wordt die vandaag verwijderd. Ook wordt het infuus verwijderd. U krijgt een elastische kous (tubigrip) ter ondersteuning van de knie. Deze kous gebruikt u zolang de knie gezwollen is en wordt alleen overdag gedragen, ’s nachts af. De fysiotherapeut komt bij u langs voor instructie en toelichting bij de leefregels die bij deze operatie horen. Ook wordt een begin gemaakt met oefenen van de spieren en met buig- en strekbewegingen van de knie, alles op geleide van pijn en zwelling. 10
Ook mag u al uit bed met behulp van krukken, waarbij het been deels belast mag worden. Traplopen wordt besproken/zonodig geoefend. Na ontslag wordt onder begeleiding van uw fysiotherapeut het belasten, bewegen en het lopen steeds verder uitgebreid. Ook wordt de stabiliteit en de coördinatie van de knie door oefeningen verbeterd. Douchen mag, maar niet te lang om verweking van de wond te voorkomen. De hechtingen die in de wond zitten zijn oplosbaar. Het duurt ongeveer 6 weken voordat deze hechtingen verdwenen zijn. Als alle controles goed zijn en de fysiotherapeut is tevreden over het herstel, volgt ontslag vaak in de middag van de eerste dag na de operatie.
Ontslag Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt u een controleafspraak mee, die ongeveer 6 weken na de operatie plaatsvindt. Ook krijgt u een recept voor eventuele pijnmedicatie mee. De brief voor de huisarts wordt digitaal verstuurd. U krijgt een machtiging en een overdracht mee voor de fysiotherapie buiten het ziekenhuis. U geeft deze af bij uw eerste bezoek aan de fysiotherapie. Mochten er vóór uw controleafspraak klachten of complicaties optreden, overlegt u dan met uw fysiotherapeut of belt u naar het telefonisch spreekuur orthopedie. Nazorg Adviezen voor thuis Afhankelijk van de operatie en individuele factoren, ondervindt u na de operatie nog enige tijd hinder van het operatiegebied. Er volgen nog enkele adviezen: • Na het douchen de wondjes droogdeppen. U mag de eerste week niet baden en zwemmen. Droog houden van de wond bevordert een goede wondgenezing, dus kunt u beter ook geen afsluitende pleister op de wondjes gebruiken. 11
• Bij een warme, gezwollen knie, kunt u gebruik maken van cold packs (verkrijgbaar bij de drogist). Daarnaast is het dan belangrijk om het been omhoog te leggen. • Als pijnstillers nodig zijn, is paracetamol (500 mg) vaak voldoende. Een goede pijnbestrijding is belangrijk voor het genezingsproces. Als het nodig is kunt u de eerste twee dagen de pijn met pijnstillers onderdrukken en dit langzaam afbouwen. Dit doet u als volgt. - De eerste twee dagen neemt u vier maal daags - om de zes uur -twee tabletten paracetamol van 500 mg. - Dan twee dagen vier maal daags - om de zes uur - één tablet paracetamol van 500 mg. - Daarna stopt u en gebruikt u alleen zonodig bij pijn twee tabletten paracetamol van 500 mg. (maximaal 4 maal daags). • De tubigrip gebruikt u thuis totdat de zwelling van uw knie grotendeels verdwenen is. Dit kunt u met uw fysiotherapeut overleggen. Nabehandeling Het ondergaan van een voorste kruisbandreconstructie is geen kleinigheid. Het is een operatie die meestal niet erg pijnlijk is. Zeker in de eerste maand na de operatie, vraagt de revalidatie veel van u. Voor een goed resultaat is het nauwkeurig volgen van een revalidatieprogramma belangrijk. Omdat uw nieuwe kruisband tijd nodig heeft om goed vast te groeien, heeft uw knie in het begin veel rust nodig. U leert de knie langzaam weer te belasten, zodat u de normale dagelijkse activi-teiten op de juiste manier kunt doen. Deze revalidatie verloopt in drie stappen: De eerste week thuis De eerste week thuis bestaat uit zoveel mogelijk rust. Rust is van essentieel belang voor een goede genezing. Bij het lopen maakt u daarom altijd gebruik van twee krukken. Uw dagelijkse activiteit is in deze periode beperkt tot het lopen van kleine stukjes en het doen van oefeningen voor uw knie. De fysiotherapeut instrueert u hoe u de knie strekt en buigt en u uw spiergevoel traint. 12
De fysiotherapeut beoordeelt wanneer u verder kunt met oefenen aan de hand van pijn, zwelling en warmte van de knie. Het hervatten van het dagelijks leven en werkzaamheden U leert steeds zelfstandiger te bewegen. U werkt aan het herstel van het normale looppatroon. U leert weer lopen zonder krukken en oefent samen met de fysiotherapeut om het geopereerde been goed te gebruiken. De knie wordt steeds beweeglijker. Ook de kracht en coördinatie van de spieren nemen toe. Er wordt naar gestreefd, dat u na vier weken mag beginnen met buiten lopen zonder krukken, fietsen en autorijden. De fysiotherapeut houdt de mate waarin de knie belast kan worden nauwkeurig in de gaten. Hierbij let hij weer op zwelling, warmte, pijn en de mate waarin u de knie kunt buigen en strekken. Als u de knie zwaarder kunt belasten, gaat u intensiever trainen. Het trainingsprogramma bestaat dan uit fietsen, roeien, steppen, lopen en specifieke kracht- en stabiliteitsoefeningen. U kunt in deze periode weer beginnen met werken. Dit is afhankelijk van de inhoud van het werk. Zittend werk kan vaak na zes weken hervat worden. Zwaarder lichamelijk werk kan vaak pas na drie maanden hervat worden. De terugkeer naar zwaardere belasting en sport U leert de knie zwaarder te belasten met verschillende oefeningen. Met deze specifieke oefeningen bereidt u de knie voor op intensieve belasting. Dit is van belang als u werk doet waarbij u veel staat, loopt en tilt, en waarbij de kniebelasting groot is. Ook als u weer wilt gaan sporten zijn deze oefeningen van belang. De meeste sporten kunnen vaak na zes maanden weer uitgeoefend worden. Sommige contactsporten, zoals voetbal, volleybal, basketbal en hockey kunnen vaak pas na negen maanden hervat worden. Bovengenoemde termijnen verschillen per patiënt. Als u weer wilt gaan werken of sporten is het verstandig dit te bespreken met de orthopeed en/of de fysiotherapeut.
13
Oefeningen voor thuis Onderstaande oefeningen van bovenbeen- en voetspieren, helpen de zwelling van uw knie te verminderen. Ook helpt het doen van deze oefeningen trombose te voorkomen. Alle oefeningen dienen zittend uitgevoerd te worden op het bed of de bank. De oefeningen doet u met het been gestrekt voor u, ongeveer vijf keer per dag en elke oefening tien keer. Zwelling en pijn van de knie zijn een teken dat u het rustiger aan moet doen. In rustig tempo de voet en enkel maximaal naar u toe en van u vandaan bewegen.
Leg een opgevouwen handdoek onder de knie. Span de bovenbeenspier aan door uw knie te strekken en de voet van de onderlaag te laten komen. De knie moet contact blijven houden met de onderlaag. Houd de spier 5 tot 10 seconden aangespannen. Leg een opgevouwen handdoek onder de knie. Druk de hak in de ondergrond alsof u de knie buigt.
14
Deze oefening voert u zittend op een stoel uit. U buigt en strekt de knie afwisselend in een rustig tempo, waarbij de voet over de grond schuift. De oefening mag geen pijn doen.
Vragen en/of problemen Ontstaan er ondanks de goede voorbereidingen toch nog problemen of zijn er na het lezen van de folder nog vragen, neem dan contact op met het verpleegkundig spreekuur. Telefoonnummers vindt u achter in deze brochure. U kunt ook contact opnemen door een email te sturen naar
[email protected]. Bij problemen - als u na de behandeling/operatie weer thuis bent kunt u buiten kantooruren en in het weekend contact op nemen met uw huisarts, die kan u zonodig verwijzen naar de Spoedeisende hulp van CWZ. Verhindering Mocht de geplande operatiedatum niet door kunnen gaan bijvoorbeeld omdat: • er meer voorbereiding nodig blijkt te zijn door longarts of cardioloog; • u ziek bent met koorts (griep); • u verhinderd bent door onverwachte privé-omstandigheden. Laat dit dan zo snel mogelijk weten. U belt naar de afdeling operatieplanning orthopedie, bereikbaar op werkdagen tussen 8.30 12.00 uur, op telefoonnummer (024) 365 88 36. Als u tijdig belt, kan er nog een andere patiënt gepland worden en maken wij met u een nieuwe afspraak. 15
Adres en telefoonnummers Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis Weg door Jonkerbos 100 6532 SZ Nijmegen Voor het maken, annuleren of verzetten van afspraken op de polikliniek: Polikliniek orthopedie (B56) Iedere werkdag van 8.30 - 16.30 uur bereikbaar Telefoon (024) 365 82 65 of online via orthopedie.cwz.nl Voor het verzetten van de operatiedatum: Operatieplanning orthopedie Iedere werkdag tussen 8.30 - 12.00 uur bereikbaar Telefoon (024) 365 88 36 Voor alle vragen over uw behandeling en/of operatie: Verpleegkundig spreekuur orthopedie Iedere werkdag van 8.30 - 9.30 uur bereikbaar Telefoon (024) 365 81 19 Verpleegafdeling orthopedie (A22) Telefoon (024) 365 78 30
16
G324 / 12-15
Website: www.orthopedie.cwz.nl