Voorste kruisbandplastiek
Inleiding In samenspraak met uw orthopeed heeft u besloten een ‘voorste kruisbandplastiek’ uit te laten voeren. Dit is een operatie aan de knie, waarbij de beschadigde voorste kruisband wordt verwijderd en met behulp van een andere pees een nieuwe kruisband wordt gemaakt. Het doel van deze operatie is de knie steviger en stabieler te maken, waardoor u niet meer door de knie gaat. U wordt voor deze operatie 1 à 2 dagen opgenomen op de afdeling Orthopedie van het HagaZiekenhuis, locatie Sportlaan. In deze folder staat informatie over de voorste kruisbandplastiek. Algemene informatie over uw opname vindt u in uw Behandelwijzer. Heeft u nog vragen na het lezen van deze folder, stel deze dan gerust aan uw behandelend arts of verpleegkundige.
De knie Het kniegewricht is een scharniergewricht dat bestaat uit drie botdelen; het dijbeen (femur), het scheenbeen (tibia) en de knieschijf (patella). Het kniegewricht wordt verstevigd met gewrichtsbanden: een van die banden is de voorste kruisband. De voorste kruisband ligt midden in het kniegewricht: het ene uiteinde zit aan het bovenbeen vast en het andere uiteinde aan het onderbeen. Deze kruisband zorgt ervoor dat het onderbeen niet naar voren schiet als u loopt of een draaibeweging maakt (zie afbeelding 1).
Afbeelding 1
Voorste kruisband De voorste kruisband kan scheuren bij bijvoorbeeld een verkeerde beweging tijdens het sporten of bij een ongeluk. Het scheuren voelt aan alsof ‘er iets knapt’. Door de scheur ontstaat instabiliteit (onvast gevoel), waardoor u ‘door de knie kunt gaan’. Vaak kunt u de knie niet meer strekken en wordt de knie dik en pijnlijk. Het kan 6 weken duren totdat de klachten grotendeels zijn verdwenen. Als u veel klachten blijft houden, kunt u worden doorverwezen naar een fysiotherapeut. Ongeveer een derde van de mensen bij wie de voorste kruisband is gescheurd, komt in aanmerking voor een operatie. Hierbij wordt een nieuwe voorste kruisband gemaakt met behulp van de knieschijfpees of hamstringpees. Het ideale moment van operatie ligt ongeveer 3 maanden na het moment van scheuren. Dit is omdat de knie eerst tot ‘rust’ moet komen om forse littekenvorming en daarmee samenhangende stijfheid te voorkomen. Bovendien is het verstandig in deze 3 maanden - onder begeleiding van een fysiotherapeut - de bovenbeenspieren goed te trainen om na de operatie sneller te kunnen revalideren.
Voorbereidingen voor opname Nadat u voor vooronderzoek in het HagaZiekenhuis bent geweest en de datum van uw operatie weet, is het goed om thuis alvast enkele zaken voor te bereiden vóór uw opname. Dit is nodig omdat u ná de operatie 6 weken met krukken moet lopen. Noodzakelijke hulpmiddelen Het is raadzaam een week voor uw opname twee elleboogkrukken in huis te halen. Hiervoor kunt u terecht bij een thuiszorgwinkel bij u in de buurt. Neem deze krukken mee naar het ziekenhuis. Zorg -
verder voor Een gemakkelijke stoel met twee armleuningen. Een voetenbank, zodat u met het geopereerde been omhoog kunt zitten. Geen losse kleedjes op de vloeren. Een antislipmat in uw badkamer. Eventuele hulp in de huishouding en bij boodschappen doen. Eventuele maaltijdvoorziening.
De operatie De operatie gebeurt onder algehele verdoving (narcose) of met behulp van een ruggenprik. In geval van een ruggenprik kunt u meekijken met het ‘kijkoperatiegedeelte’. Welke vorm van verdoving u krijgt, bespreekt u vooraf met de anesthesioloog. De orthopeed maakt 1 à 2 huidsneden van 1,5 tot 2,5 centimeter aan de voorzijde van de knie. Via deze huidsneden haalt de orthopeed een deel van de knieschijfpees of hamstringpezen weg. Deze worden gebruikt voor de nieuwe kruisband.
Vervolgens plaatst de orthopeed door middel van een kijkoperatie (artroscopie) het uitgenomen stuk pees op de plaats van de oude kruisband. Voor de kijkoperatie maakt de arts 3 kleine huidsneden aan de zijkant van de knie. Via deze sneden brengt de arts een kijkbuis in het kniegewricht. Via een kleine snede aan de andere zijkant van de knie worden daarna speciale instrumenten ingebracht om de operatie uit te voeren. De ‘nieuwe’ kruisband wordt met behulp van een soort weerhaak in het bovenbeen geplaatst en met een schroef vastgezet in het onderbeen. De pezen groeien uiteindelijk vast in het bot en vormen zich (deels) op zo’n manier dat er een structuur ontstaat, die sterk lijkt op die van de kruisband. De huid wordt gehecht en u krijgt een drukverband om de knie. De operatie duurt ongeveer 60 minuten.
Revalidatie De eerste 6 weken na de operatie loopt u met krukken. Daarna kunt u langzaam proberen te lopen zonder krukken. Ook kunt u na de eerste 6 weken langzaam proberen te fietsen en auto te rijden. De snelheid waarmee dat kan, is onder meer afhankelijk van aanwezige slijtage, een eerder verwijderde meniscus en/of de kracht en omvang van uw bovenbeenspieren.
Na de operatie Als de operatie klaar is, wordt u naar de uitslaapkamer gebracht. Hier blijft u ongeveer 2 uur, waarna u teruggaat naar de afdeling. U heeft een infuus en eventueel zuurstof. Verder heeft u een drukverband om het geopereerde been. Net als tijdens de operatie worden na de operatie (ook op de verpleegafdeling) uw bloeddruk, polsslag, ademhaling, temperatuur, urineproductie, wond en de mate van pijn regelmatig gecontroleerd. Na de operatie spreekt u uw arts en hoort u hoe de operatie is gegaan. De arts vertelt u waar u de eerste tijd op moet letten en wanneer u met ontslag mag. Vaak is dit dezelfde dag en soms blijft u 1 nacht in het ziekenhuis. Voordat u met ontslag kunt, moet u eerst veilig kunnen lopen en geürineerd hebben. De verpleging controleert regelmatig hoe u zich voelt en helpt u waar nodig bij de lichamelijke verzorging. Het infuus en eventuele zuurstof worden verwijderd zodra de uitkomsten van de controles goed zijn.
Fysiotherapie De fysiotherapeut komt u begeleiden bij het uit bed komen. Ook geeft de fysiotherapeut u instructies voor het lopen met krukken. Als u thuis moet traplopen, leert u hoe u dit verantwoord kunt doen. Daarnaast geeft de fysiotherapeut u instructies en/of specifieke oefeningen voor de knie om het herstel te bevorderen.
Medicatie Zo nodig krijgt u uw eigen medicatie die u al voor de opname gebruikte. Bespreek dit voor de opname van uw behandelend arts. Neemt nooit eigen medicatie in zonder dit eerst te overleggen met de verpleegkundige. U krijgt de eerste dagen de volgende medicatie: Pijnstilling Drie tot vier keer per dag krijgt u medicijnen tegen de pijn. Neem deze in zodra ze u worden gegeven. Bij sommige pijnstillers krijgt u in de ochtend eerst een maagtablet om de maagwand te beschermen. Zie ook de folder ‘Anesthesiologie’. Tegen de misselijkheid Vertel het de verpleegkundige als u misselijk bent. U kunt hiertegen medicijnen krijgen. Antistolling Na de operatie krijgt u een eerste injectie (Fraxiparine®) om trombose (een aandoening waarbij er bloedstolsels gevormd worden in de bloedvaten) te voorkomen. Deze injecties moeten gedurende 2 weken 1 maal per dag worden toegediend. De verpleegkundige geeft u uitleg over hoe u zichzelf kunt injecteren.
Complicaties/gevolgen Ondanks de voorzorgen blijft een kleine kans op de volgende complicaties bestaan: Nabloeding (meestal in de eerste 24 uur); Trombose; Wondinfectie: een infectie kenmerkt zich door roodheid, pijn en soms koorts.
Ontslag U hoort van de arts of de verpleegkundige wanneer u met ontslag mag. Het is aan te raden dan uw fysiotherapeut te bellen om alvast afspraken te maken. Het drukverband blijft 24 uur om de knie zitten. Bij uw ontslag krijgt u 2 afspraken mee: 2 weken na de operatie bij een arts-assistent. Dan worden onder meer de hechtingen verwijderd. 6 weken na de operatie bij uw orthopeed.
Aandachtspunten na ontslag Contact met het ziekenhuis Bij ernstige roodheid, toename van wondlekkage, een zwelling, pijn of koorts (boven de 38°C), neemt u direct contact op met de afdeling Orthopedie. Telefoonnummers vindt u achter in uw Behandelwijzer. Wond Het drukverband kunt u zelf na 24uur verwijderen. Daarna plakt u een waterdichte pleister over de wond. U krijgt bij ontslag waterdichte pleisters mee, waarmee u mag douchen. De pleister mag maximaal 5 dagen blijven zitten. Daarna trekt u een steunkous (tubigrip-kous) om uw knie. Deze dient u dubbel te dragen. U krijgt een steunkous mee bij uw ontslag. U draagt de steunkous de eerste 6 weken na de operatie overdag. De 3 kleine sneetjes van de kijkoperatie worden met hechtpleisters dichtgemaakt. De andere huidsnede(n) wordt in de huid gehecht met een oplosbare hechting.
Benen en tenen bewegen Het regelmatig bewegen van de benen en tenen vermindert de kans op trombose. Doe dit enkele keren per dag. Als u gaat lopen, zult u merken dat uw geopereerde been iets dikker wordt. Dit is normaal na de operatie: het wondvocht zakt bij het lopen naar uw voet. Het is goed om regelmatig met het geopereerde been omhoog te zitten. Ook verdwijnt het vocht sneller door de oefeningen te doen die de fysiotherapeut heeft aanbevolen. Het duurt een aantal weken (soms maanden) voordat het vocht geheel uit het been verdwenen is. Fysiotherapeut De revalidatie wordt in principe gedaan door de fysiotherapeut waar uw orthopedisch chirurg u van tevoren al naartoe heeft verwezen. Deze fysiotherapeut is ervaren in de nabehandeling van voorste kruisbandplastieken. Bovendien staat deze in nauw contact met uw orthopeed in het geval van problemen of afwijkingen van de normale revalidatie. Medicatie Bij uw ontslag krijgt u een recept mee voor pijnstilling en Fraxiparine®. U kunt de medicijnen zelf - laten- halen bij uw eigen apotheek. Verspreidt de inname van de pijnstillers over24 uur en neem ze in op vaste tijden. Bijvoorbeeld 3 keer per dag elke 8 uur. U mag de pijnmedicatie zelf verlagen als de pijn afneemt. Hervatting bezigheden Overleg tijdens de controleafspraak met uw arts wanneer u uw werk en/of sport weer kunt hervatten.
Vragen Wij zijn uw partner bij uw genezingsproces. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Stel deze dan gerust. Telefoonnummers vindt u achter in de Behandelwijzer.
HagaZiekenhuis Locatie Sportlaan, Sportlaan 600, 2566 MJ Den Haag Locatie Leyweg, Leyweg 275, 2545 CH Den Haag www.hagaziekenhuis.nl H09.012-04