090813 Voorste stroom, inventarisatie Cees van de Wouw Meestal kun je de helft van een artikeltje als dit vullen met de problemen om het vertrek- of verzamelpunt te vinden. Deze inventarisatie van de Voorste stroom maakt daarop geen uitzondering. De redenen iets niet te vinden zijn velerlei en zeker niet alleen onbekendheid met het terrein. Zelfs het bestuur van IVN Oisterwijk stond op de verkeerde parkeerplaats van de Kampina. Ook de cineast had het niet gevonden. De beste oplossing is mobiele telefoons en het ruimhartig uitdelen van 06-nummers. In dit geval was het verzamelpunt geen obscure parkeerplaats in een natuurgebied, maar het postkantoor in Oisterwijk! Dat moet toch kunnen! Helaas, was het postkantoor opgeheven en het “postkantoor” in het telefoonboek gaf een adres op het industrieterrein (Beneluxlaan 6 E), wat van de streekpost bleek te zijn. Op zo’n moment kan ik geweldig kwaad worden en heb dan de neiging de boel de boel te laten en naar huis te gaan. Ik herinnerde me echter “Voorste stroom” op de kaart te hebben gezien. Midden in het dorp. Aldaar een autochtoon echtpaar met hond aangeschoten, die ook nog eens olie op het vuur gooiden met de vraag of ik “echt het postkantoor” moest hebben. Neen, natuurlijk niet, dat postkantoor bestond niet meer, dus daar kon ik niet voor komen. Eerste weg rechts, rechts langs de Voorste stroom, rechts de brug over en dan rijdt u zo op het oude postkantoor, wat u van hier tussen de bomen kunt zien liggen! “Koninklijk postkantoor”, hoe verzinnen ze het om dat te sluiten, terwijl Prins Bernard daar nog ooit een brief heeft gepost. Ernaast is notarissenkantoor Maris, waar foto’s van mij hangen, maar waar ik nog nooit in de gelegenheid was er eens te gaan kijken. Ook vanavond niet. Op de oever van de Voorste stroom vind ik gelukkig mijn kompanen en als ik mee gaan zoeken en determineren zakt mijn inwendige boosheid snel. Uiteindelijk ga ik met een groot aantal vondsten in de vorm van foto’s en bladeren en bloemen naar huis. En daarover wil ik hier berichten. Voor een volledige lijst zorgt Elly. Ik licht alleen de krenten uit de pap. Chenopodium polyspermum, Korrelganzevoet, is een plant waar we vaak bij stil gestaan hebben en waarvan we zelfs de wortel hebben uitgetrokken om te bekijken.
Liggende tot opgerichte plant, penwortel, bladeren voor en achter, pop lieveheersbeestje? Spinsel met uitwerpselen?, rode takken, bloemen met vruchten(2x)
Ik ga hier niet de hele inhoud van de ecologische flora herhalen, maar noem alleen dat wat me opviel. Allereerst kende niemand deze algemene plant. “Algemeen”, ja, zeker als dat in de flora staat; een algemeen onkruid in akkers en tuinen. Ik had de plant nooit eerder gezien. Dat “algemene onkruid” is dus kennelijk grondig uitgeroeid. Toch, heb je eenmaal de plant gezien en eventueel met een loep de bloemen en vruchten bekeken, dan vergeet je hem nooit meer. Hetzelfde geldt voor Bezemkruiskruid. Ook een bijzondere, niet zeldzame plant, die we ook vonden en waarvan het algemene beeld op mijn netvlies is gebrand. Ik haal hem uit soortgenoten, zoals ik mijn vrouw uit een line up van 10 andere mooie dames pik. Ik merk dat de hoeveelheid materiaal veel te groot is voor één bericht. In een volgend bericht dus Bezemkruiskruid.
Senecio inaequidens, Bezemkruiskruid Deze Senecio is in 1939 in Nederland geïntroduceerd door zaden in wol uit Zuid-Afrika. Hij is enkele jaren niet gezien, maar kreeg eind jaren veertig toch vaste grond onder de voeten. Momenteel heeft hij zich over heel Nederland verspreid. Het is een vertakte plant met stevige stengels, waardoor de naam Bezemkruiskruid helemaal niet zo gek is. Ik noem het altijd een slordig Jacobskruiskruid wat ook rond deze tijd bloeit. Jacobskruiskruid komt uit NoordAmerika en Bezemkruiskruid komt uit Zuid-Afrika. Dat maakt hem meteen tot een bijzondere plant. Hij heeft namelijk de overgang van het Zuidelijk naar het Noordelijk halfrond gemaakt en bloeit hier nu ook in de zomer, wat in zijn vaderland de winter is! Niet alle planten kunnen die overgang maken.
Container bij de Aabe-fabrieken, habitus in stenige grond, overblijvend deel, bloeiwijze, behaarde vruchten
Bezemkruiskruid is nogal variabel, wat een beetje merkwaardig is, zoveel zaden zullen er nu ook weer niet “van de trein gevallen” of anderszins gemorst zijn. In zijn vaderland Zuid-Afrika blijken een aantal sterk op elkaar lijkende soorten te bestaan, waardoor het nog moeilijker is de herkomst te bepalen. Kortom, een gemakkelijk te herkennen plant, waarvan ik de als de bloemen van een boterbloem glanzende randbloemen nog eens nader moet bekijken. Afgezien daarvan is er ook een emotionele band. De eerste planten groeiden op het Aabe- terrein, wat aan mijn geboortehuis grensde en waar ik vorig jaar nog mooie planten kon fotograferen.
Parietaria officinalis of P. judaica, Groot of klein glaskruid
“Alles kan”, zeggen sommige mensen. Met name de beroemde filosoof Hegel, die Marx sterk beïnvloed heeft, ontkende in feite de werkelijkheid. Volgens hem was alles een projectie van de geest. Daarom kon je ieder politiek systeem maken wat je maar wilde. Het communisme hing dan ook sterk het dialectisch materialisme van Marx aan. In de praktijk betekende dit dat men geloofde dat vooral biologische processen door de geest beïnvloed konden worden. Bij “vernalisatie” kiemen zaden pas nadat ze een tijdje bevroren zijn geweest. Marxisten dachten dat je door vernalisatie ook tropische zaden aan een Russisch landklimaat kon wennen. Het heeft in de jaren twintig van de twintigste eeuw de Russen kapitalen gekost om uiteindelijk te ontdekken dat dit niet lukt. (Lisenko-affaire). Dit was dus geen aanpassing of verandering van de evolutie, maar een compleet andere kijk op de hele werkelijkheid. Men noemt Hegels visie “idealistisch”(er bestaan slechts ideeën), in tegenstelling tot het denken van de meeste westerlingen, wat “realistisch” is (dingen bestaan echt). Toen een van de deskundige dames in ons gezelschap mij het glaskruid liet zien, kreeg ik ter plekke idealistische visioenen van een zeldzame plant die ik spectaculair op de foto zou zetten. Helaas kan ik van Glaskruid geen enkele afbeelding vinden die ook maar in de verste verte op mijn plant lijkt. Ze laten allemaal bolvormige hoopjes bloemen in de bladoksels zien. Bovendien is Glaskruid tweehuizig, terwijl ik op de foto toch duidelijk meeldraden en vruchtbeginsels meen te zien! Nee, de plant lijkt meer op een brandnetel (Urtica) uit de familie Urticaceae, waartoe trouwens ook het geslacht Parietaria behoort, wat evenals de brandnetel tweehuizig is. Maar aan dat feit lijkt gemakkelijk voorbij gegaan te worden in de literatuur. Wie weet wat het wel is zal ik zeer dankbaar zijn. Dan sta ik weer realistisch met beide benen op de grond. Mededelingen over Gewoon biggekruid en Vertakte leeuwetand. Vertakte leeuwetand hebben we ook gevonden. Hoe zie je nu het verschil van Leeuwetand met Gewoon biggekruid en met een ordinaire paardebloem? 1. Paardebloem heeft een breekbare holle stengel met melksap 2. Biggekruid en Leeuwetand hebben een taaie houtige stengel 3. Biggekruid is een voorjaarsbloeier en bloeit alleen ’s morgens 4. Leeuwetand is een zomer- en herfstbloeier en bloeit ook ’s middags. Vroeger heette Leontodon autumnale “Herfstleeuwetand”, een letterlijke vertaling dus van de
wetenschappelijke naam. Waarom ze nu voor “Vertakte leeuwetand” hebben gekozen is mij een raadsel.
Met dit derde opstelletje ga ik de inventarisatie van de Voorste stroom afsluiten. Niet alle foto’s zijn gelukt, onder andere doordat de invallende schemering fotograferen bemoeilijkte. Wat de Voorste stroom te bieden heeft is echter zo interessant dat ik er in ieder geval deze week nog met een collega-fotograaf plaatjes ga schieten. En voor sommige planten in bloei, zoals het Pijlkruid, Sagittaria saggattifolia, is het nog te vroeg.
Ik blijf stug volhouden naast de Nederlandse naam de wetenschappelijke naam te vermelden. In dit geval zal het niet verwonderlijk zijn dat sagittalis niks anders betekent dan “pijlvormig”. Soms kan goed lezen van de wetenschappelijke naam ook al veel informatie verschaffen. Wat denkt u van Herniaria? Dat is gewoon “breukkruid”! Hernia, het staat er toch! Of het nu H. glabra of H. hirsuta moet zijn hebben we niet meer uitgezocht. Ook die twee latijnse namen zijn de moeite waard om te onthouden. Glabra betekent glad en hirsuta betekent behaard, twee omschrijvingen die je vaak tegenkomt. Of je nu die plant terug zult vinden valt te betwijfelen. Het zijn mee van de kleinste plantjes die ik ken. Breukkruid werd inderdaad tegen hernia gebruikt! Helaas zijn mijn foto’s onbruikbaar.
Chrysanthemum segetum, de Gele ganzebloem, is makkelijker te herkennen. Maar ook hier weer een addertje onder het gras. “Ganzebloem” staat niet in de index van een Nederlandse flora. Je moet echt “Gele ganzebloem intikken” en “Geel” met een hoofdletter.
De algemene Zwarte nachtschade, Solanum nigrum, riep ook veel vragen op. Het derde plaatje 5x6 mm van het bladoppervlak laat duidelijk de spaarzame beharing zien van bladeren die aanvoelen als schuurpapier.
Veerdelig tandzaad, Bidens tripartite, stond gewoon model voor een mooi plaatje aan het water!
Prachtige eitjes op Rumex acetosa, Veldzuring. Het blad was al bijna geheel opgegeten, waarschijnlijk door de larven van het Zuringhaantje. Deze eitjes zouden van een vlinder moeten zijn, die op de laatste restjes blad af moet zijn gekomen! De eitjes zien er echter uit als die van het Zuringhaantje! Smakelijk eten!
090813 Voorste stroom 3
Cees van de Wouw