VOORLICHTING OVER EERGERELATEERD GEWELD DOOR VOORLICHTERS EIGEN TAAL EN CULTUUR GGD AMSTERDAM
GGD Amsterdam Nieuwe Achtergracht 100 1018 WT Amsterdam Postbus 2200, 1000 CE Amsterdam Afd. Epidemiologie, Documentatie en Gezondheidsbevordering Ellen Kenter, projectleider 020 – 5555 495,
[email protected]
2
Inhoud Pagina
1. 1.1. 1.2. 1.3. 1.4.
Eergerelateerd geweld Definitie van eergerelateerd geweld Aanleidingen en vormen Huiselijk geweld en eergerelateerd geweld Incidentie
2. 2.1. 2.2.
Aanpak eergerelateerd geweld Landelijk programma eergerelateerd geweld Aanpak eergerelateerd geweld in Amsterdam
3. 3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5.
Project: voorlichting over eergerelateerd geweld door VETC Opdracht WZS aan GGD Amsterdam Bestaande voorlichtingsactiviteiten over eergerelateerd geweld Voorlichting over eergerelateerd geweld: aanknopingspunten Opzet en doelen Stappenplan
4 5 6 8 8
11 11 11
13 13 14 15 16 19
Bijlage: - lijst met geïnterviewden - geraadpleegde literatuur
3
1. Eergerelateerd geweld De afgelopen jaren is de aandacht voor eergerelateerd geweld sterk toegenomen. Regelmatig verschijnen in de media berichten over geweldsincidenten waarbij wraak na eerschending het motief is. In een aantal gevallen gaat het zelfs om moord. Binnen de collectief georiënteerde migranten en vluchtelingen gemeenschappen wordt de eer van de familie ervaren als een belangrijke waarde. Familieleden kunnen door cultureel en sociaal bepaald onwenselijk gedrag de eer schenden. Dat kan zijn wanneer een meisje of een jongen zich tegen een gearrangeerd huwelijk verzet of wanneer meisjes voor het huwelijk zedelijkheidsnormen overtreden. De eer (dat is zijn positie en aanzien in zijn gemeenschap) van de man is namelijk afhankelijk van hoe de vrouwen binnen zijn familie zich aan de zedelijkheidsnormen houden of niet. Wanneer dit gedrag uit naam van normen en waarden door leden van de familie wordt bestraft, spreken we van eergerelateerd geweld. Dit kan mentaal geweld zijn (verstoting, uithuwelijking) of fysiek geweld (mishandeling, doding). Het is moeilijk te zeggen hoe vaak eergerelateerd geweld voorkomt. De registratie van eergerelateerd geweld vindt nauwelijks plaats. Behalve dat men vaak niet precies kan vaststellen of er sprake is van eergerelateerd geweld, is er ook vaak verwarring met de begrippen huiselijk geweld en ‘crimes passionals’. Daarnaast is eergerelateerd geweld een taboe binnen de collectieve gemeenschappen waar het voorkomt. Eergerelateerd geweld komt eigenlijk voort uit eergerelateerde ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. De man-vrouw verhouding, de rolverdeling en de zedelijke waarden zijn zodanig vastgesteld dat zowel mannen als vrouwen deze hebben geïnternaliseerd. Hiermee wordt bedoeld dat veel problemen die te maken hebben met eergerelateerd geweld door vele mensen uit de collectieve gemeenschappen niet als zodanig worden herkend, zij vinden die vanzelfsprekend. De vanzelfsprekendheid dat de seksuele identiteit van de vrouw onder bescherming en daarmee onder beheer van de man valt, maakt dat men het niet als oorzaak van problemen ervaart en dat men niet zo snel hulp zoekt. Het maakt het dan ook lastig voor de hulpverlening om het verschijnsel eergerelateerd als zodanig te herkennen. Voor betrokken organisaties en deskundigen bij het onderwerp eergerelateerd geweld lijkt wel vast te staan dat de laatste jaren sprake is van een verontrustende toename waarbij vooral jonge vrouwen het slachtoffer zijn.
4
1.1. Definitie van eergerelateerd geweld Eergerelateerd geweld is elke vorm van geestelijk of lichamelijk geweld gepleegd vanuit een collectieve mentaliteit in een reactie op een (dreiging van) schending van de eer van de man of vrouw en daarmee van zijn op haar familie waarvan de buitenwereld op de hoogte is of dreigt te raken. (Eerwraak of eergerelateerd geweld, naar een werkdefinitie, april 2005, dr. H.B. Ferwerda, drs. I. van Leiden.) Eergerelateerd geweld betreft dus alle geweld (geestelijk, lichamelijk, seksueel) ter voorkoming van de schending én ter zuivering van de familie-eer. De seksuele (veelal vrouwelijke) eer kan in het geding zijn, maar ook de persoonlijke (niet-seksuele) eer, de mannelijke trots. De familie van het slachtoffer speelt een belangrijke rol bij eergerelateerd geweld: zij stemt er veelal mee in, en doet soms actief mee aan de eerzuivering. Jongens/mannen kunnen ook slachtoffer zijn, bijvoorbeeld als blijkt dat zij homoseksueel zijn of als zij een gedwongen huwelijk weigeren of als zij weigeren mee te werken aan eerzuivering. Slachtoffer kunnen zij ook zijn in de zin dat zij een sanctie moeten uitvoeren omdat er binnen de familie vrouwen of meisjes (vermeend) wangedrag hebben vertoond. Vrouwen kunnen op hun beurt ook actief betrokken zijn bij (gewelddadige) vormen van eerherstel. In feite gaat het niet om een spanningsveld tussen mannen en vrouwen maar om de zedelijke waarden die de vrouwen zich eigen hebben gemaakt. Vrouwen zijn mede dragers van de waarden en normen met betrekking tot eer en eerherstel. Die eer is overigens pas echt geschonden als de buitenwereld op de hoogte is. Zolang het binnen de familie kan blijven en niemand op de hoogte is van het (vermeende) wangedrag, is de eer nog niet geschonden. Eergerelateerd geweld is daarom vaak zichtbaar, omdat voor de gemeenschap duidelijk moet worden dat de familie de aantasting van de eer niet accepteert en maatregelen neemt. Ten onterecht wordt vaak gedacht dat eergerelateerd geweld voortkomt uit religieuze tradities. Eergerelateerd geweld heeft echter veel meer een grond in de familiale samenlevingsvormen en groepsculturen die in grote delen van de wereld de samenleving beïnvloeden en bepalen. In deze groepsculturen wordt het gedrag van het individu voorgeschreven door de gedragsregels die binnen de familie gelden. (Ermers, 2007.) Waar de Nederlandse samenleving meer een ik-cultuur is geldt in de landen waar de eer van de familie als belangrijk wordt ervaren, een wij-cultuur. Het is dan ook niet vreemd dat de autochtone hulpverlener dit verschijnsel vaak niet begrijpt. Het past namelijk niet in zijn of haar referentiekader. Binnen de ik-cultuur is er wel degelijk sprake van spanningen rondom het gevoel van eigenwaarde en hoe dit in een relatie over en weer op elkaar wordt geprojecteerd. Echter: het is een individuele aangelegenheid waarbij de directe omgeving niet veel inspraak in heeft. Dit laatste is binnen de collectieve oriëntatie wel het geval.
5
Toelichting Wat is die eer dan precies? Eer is een bezit dat kan worden afgepakt, gestolen of aangetast. Eer wordt beschouwd als een concreet bezit, net zoals een akker of vee. Deze opvatting van eer komt voort uit stamculturen, waarbij het belang van het individu ondergeschikt was aan die van de hele groep. Ieder lid van de gemeenschap vervult een bepaalde rol. Ermers: "De oudst levende mannelijke voorouder van vaderskant is verantwoordelijk – en wordt ook verantwoordelijk gehouden – voor de gedragingen van de nakomelingen. De mannen zijn het aanspreekpunt van de familie voor de buitenwereld en dragen tevens de verantwoordelijkheid voor de verdediging van de familie-eer. In dergelijke culturen worden kwaliteiten als leiderschap en verantwoordelijkheid voor mannen belangrijk geacht. Een vrouw is mobiel: een bruid stapt ongeacht haar religie over naar de familie van de echtgenoot". Vanaf ongeveer 12 à 13 jaar, wanneer kinderen geslachtsrijp zijn, worden ze geacht mee te delen in de verantwoordelijkheid voor de maatschappelijke eer. Vanaf die leeftijd mag een jongen zijn zusje, moeder en andere familieleden waarschuwen als hun collectieve – en dus ook zijn eigen – zedelijke eer gevaar loopt. Ook vrouwen en meisjes waarschuwen elkaar als de zedelijke familie-eer gevaar loopt. Ze hebben er belang bij dat de familieeer herwonnen of gezuiverd wordt (en vaak staan ze de intellectuele of de feitelijke dader met raad en daad bij). In een eercultuur, in combinatie met een groepscultuur, moet degene die wordt ‘beledigd’ verplicht reageren. Wanneer men niet reageert, gaat men er van uit dat de belediging waar is. Dat veroorzaakt gezichtsverlies en soms ook eerverlies voor degene die men beledigt. Om verlies van eer te voorkomen of om te bewijzen dat men wel degelijk eer bezit, is reactie dus noodzakelijk.” (Ermers: 2007.)
1.2. Aanleidingen en vormen In de praktijk zijn er verschillende aanleidingen te noemen voor eergerelateerd geweld. De belangrijkste zijn: -
Algemeen: verzet tegen regels Verzet tegen opgedrongen of gedwongen huwelijk Weglopen Echtscheiding Contact met jongens Verkering of een voorhuwelijkse seksuele relatie Aanranding en verkrachting Verlies van maagdelijkheid/ seks voor het huwelijk Overspel
Volgens Fier Frysland, expertisecentrum op gebied van huiselijk geweld en initiatiefnemer van Zahir, een opvangcentrum voor slachtoffers van eergerelateerd geweld, gaat het in Nederland voornamelijk om: verzet tegen regels, seksueel contact voor het huwelijk en verzet tegen gedwongen huwelijk. (Presentatie Fier Frysland, congres Eergerelateerd geweld, Medilex, Amersfoort, 19 mei 2010.) Ook het Meldpunt Eergerelateerd Geweld in Amsterdam bevestigt dit: aanleiding tot eergerelateerd geweld is meestal: verlies van maagdelijkheid, contact met jongens, verzet tegen uithuwelijking.
6
Er zijn verschillende vormen van eergerelateerd geweld. Niet iedere vorm van eergerelateerd geweld leidt tot moord en doodslag. Veel vaker gaat het om psychisch geweld, dat tegelijkertijd ook moeilijker te herkennen is. Voorbeelden: - Angst aanjagen en dreigementen uiten - Vrijheidsbeperkende maatregelen en psychische druk uitoefenen - Gedwongen maagdenvlieshersteloperatie - Gedwongen huwelijk en uithuwelijking - Gedwongen abortus of gedwongen afstand van pasgeboren kind - Afpakken van kinderen - Terugsturen naar het land van herkomst - Roddels verspreiden/iemand beschamen - Chantage - Weigering van huwelijkskandidaat - Uitstoting uit de familie - Mishandeling, verminking en moord Als gekeken wordt naar de aard van eergerelateerd geweld dan blijkt tweederde strafbaar te zijn. Het resterende deel kan beschouwd worden als eergerelateerd geweld in de voorfase van strafbaarheid. Van de gevonden eergerelateerde geweldzaken valt ruim 10% onder de zwaardere criminaliteitsvormen waarvoor meer dan 8 jaar straf kan worden opgelegd. Jale Simsek, deskundige op het gebied van eergerelateerd geweld, meent dat de moorden echter het topje van de ijsberg zijn. Eermotief speelt door alle problemen die te maken met afhankelijkheidsrelaties. Omdat het niet altijd gaat om geweld maar vaak subtiele onderdrukking van individuele vrijheden met name van meisjes en vrouwen. Vaak is er in de voorfase van strafbaarheid sprake van ‘stil leed’. De familie treft preventieve maatregelen om de (seksuele) eer van het meisje of de vrouw te beschermen. Ook die behoren tot eergerelateerd geweld. Vrouwen mogen bijvoorbeeld geen contact hebben met mannen die niet tot de familie behoren, zeker wanneer daarbij geen toezicht is. Zij worden hiermee beperkt in hun bewegingsvrijheid en hun ontplooiingsmogelijkheden. Meisjes mogen soms niet eens naar school, dan wel niet meedoen aan buitenschoolse activiteiten. Of ze dienen na schooltijd direct naar huis te komen; de ouders weten exact de roostertijden. Op school worden zij in de gaten gehouden door hun broers of neven die op dezelfde school zitten. Daarnaast moeten ze thuis vaak allerlei huishoudelijk werk doen en op jongere kinderen passen. Tijd voor huiswerk en ontspanning is er weinig. Sommige meisjes mogen niet de kleren dragen die ze willen en/of geen make-up gebruiken, of worden gedwongen om een hoofddoek te dragen. Soms uiten meisjes hun problemen middels anorexia en andere vormen van zelfdestructie, zoals automutilatie en zelfmoord(pogingen). (Eerwraak.info, feiten en cijfers) Jale Simsek meent dat preventieactiviteiten ter voorkoming van eergerelateerd geweld zich vooral moet richten op deze voorfase. Juist daar ziet zij aanknopingspunten voor interventies. (Jale Simsek, interview juni 2010)
7
1.3. Huiselijk geweld en eergerelateerd geweld Huiselijk geweld en eergerelateerd zijn nauw verbonden met elkaar. Er is echter wel sprake van een wezenlijk verschil, waardoor de aanpak van het probleem anders is. Volgens Janssen (2006) zijn er twee belangrijke verschillen tussen huiselijk geweld en eergerelateerd geweld. Allereerst het motief: bij eergerelateerd geweld gaat het om wangedrag en (dreigend) eerverlies waar de gemeenschap weet van heeft en waarbij het zuiveren van de eer het motief voor geweld is. Ten tweede speelt bij eergerelateerd geweld de familie en de gemeenschap een grote rol, terwijl huiselijk geweld zich veelal tussen personen op individueel niveau afspeelt. Het collectieve karakter van eergerelateerd geweld betekent dat de dreiging niet uitgaat van een persoon, maar van een hele familie. Sophie Sieverink benoemt in haar scriptie een ander belangrijk verschil nl. het ontbreken van schuldbesef bij eergerelateerd geweld. Zij zegt dat huiselijk geweld en eergerelateerd geweld twee aparte begrippen zijn die in de praktijk vaak onder dezelfde noemer vallen van huiselijk geweld. Het zijn beide soorten van relationeel geweld, en vinden plaats in gezins- dan wel familieband maar de achtergronden zijn zeer verschillend. Huiselijk geweld komt voort uit de oorspronkelijke patriarchale structuur van de samenleving en kan in vele gevallen geassocieerd worden met onmacht. Onmacht drijft de dader veelal tot gewelddadig gedrag. Eergerelateerd geweld komt ook voort uit de patriarchale structuur van de samenleving, maar wordt niet gedreven vanuit onmacht, maar vanuit de legitimatie in de cultuur. Dit maakt ook dat bij eergerelateerd geweld het schuldbesef vaak ontbreekt. Bij huiselijk geweld vertoont de dader veelal wel schuldbesef. Hij ziet de ernst van zijn daden in. Eergerelateerd geweld valt dus voor een klein deel onder de definitie van huiselijk geweld, maar door het ontbrekende schuldbesef bij eergerelateerd geweld is het maar de vraag of de aanpak van huiselijk geweld volstaat. (Scriptie, Univ. v.Twente, bestuurskunde, S. Sieverink, Enschede, okt. 2007)
1.4. Incidentie Eergerelateerd geweld komt voor in het hele Midden-Oosten: Afghanistan, Egypte, Irak, Iran, Israël, Jordanië, Libanon, Saudi-Arabië en Turkije en ook in een aantal aangrenzende landen: Pakistan, Bangladesh, India, Sudan, Algerije en Marokko. Ook in Zuid-Amerikaanse landen als Argentinië, Brazilië, Colombia, Ecuador, Haïti, Peru en Venezuela komt eergerelateerd geweld voor. In Nederland en West-Europa is eergerelateerd geweld een geïmporteerd verschijnsel, meegebracht door arbeidsmigranten en asielzoekers. Het komt niet alleen voor bij eerste generatie immigranten; de tweede en derde generatie van sommige families zetten deze culturele traditie voort. Door de samenstelling van de ‘allochtone bevolkingsgroep’ in Nederland en de verschillen in opvatting onder de allochtone bevolking (conflicten tussen ‘traditioneel’ en ‘modern’) ontstaat de kans dat eergerelateerd geweld zich vaker zal gaan voordoen. Veel allochtone vrouwen emanciperen zich en spiegelen zich aan de Westerse normen, terwijl bepaalde allochtone mannen, jongens en jongemannen naar de traditionele islam, en de sharia, de islamitische wet grijpen (Van Dijke, Terpstra en Westra, 2006). Onder invloed van de Westerse context ontstaan er bij migranten meer opvoedingsstijlen, waarin meer vrijheden ontstaan voor meisjes. De eerste generatie migranten kent meestal een bevelsopvoeding; de samenleving is voor hen bedreigend. Ook zijn er tussen de generaties van migranten verschillen van opvatting over de cultuur en de vrijheden. In feite zit een deel van de vrouwen bekneld tussen twee werelden. (Janssen, 2006)
8
Eergerelateerd geweld komt volgens deskundige Jale Simsek voor bij Turken die afkomstig zijn van het platteland, waar tradities op extreme wijze worden gehandhaafd. Het zijn gebieden waar de sociale en economische welvaart het laagst is. Veel mensen uit die streken zijn vertrokken naar grote steden of naar Europa. Degenen die achter bleven, klampten zich vast aan de waarden, normen en tradities om zich te kunnen handhaven binnen een leeglopend gebied, een snel veranderende wereld. Turkse en Marokkaanse jongens en mannen lijken relatief conservatief in hun denken over seksualiteit en relaties. Zo vinden bijvoorbeeld relatief veel jongens en mannen uit deze groep dat een man een vrouw behoort te versieren en niet andersom. De man is de bewaker van de kuisheid van zijn vrouw en zijn dochters. Dat is de opdracht die hem vanuit zijn cultuur is gegeven en hij vervult deze, omdat hij hier mee zijn mannelijke taak volbrengt. (Interview Jale Simsek, juni 2010) Roddel speelt een belangrijke rol bij eergerelateerd geweld. De moderne communicatiemiddelen als e-mail, SMS en internet versnellen de informatieverspreiding en de mogelijkheden tot bedreiging. De rol van de vrouw als ‘cultuurdraagster’, die via de opvoeding de normen en waarden in een gemeenschap doorgeeft is essentieel. Vrouwen spelen een rol bij het in stand houden van de roddelcultuur en bij het organiseren van de eerwraak. (Eergeweld voorbij, een nieuwe gemeentelijke aanpak van eergerelateerd geweld, Katinka D. Lünneman, Marjan Wijers, januari 2010) Tussen de culturele gemeenschappen, tussen families en tussen individuele leden van die families zijn grote verschillen in wat men precies verstaat onder eer. Ook de consequenties van het overtreden van de eercodes variëren. Bij Marokkanen en Hindoestanen lijkt het begrip eer niet zo duidelijk aanwezig. Men heeft vaak wel enige individuele bewegingsvrijheid, maar het is wel van belang dat men geen gezichtsverlies lijdt in de gemeenschap. Als maagd het huwelijk ingaan is wel belangrijk voor een meisje. Door meer opleiding en bezit verkrijgt men meer status, en is men niet meer zo afhankelijk van de mening en goedkeuring van anderen. Turken en Koerden zijn zich vaak goed bewust van hun eer. Voor hen geldt dat bij het verlies van de eer vooral bepalend is in hoeverre de gemeenschap op de hoogte is van het ‘wangedrag’, de ‘misstap’. In dat geval is de familie-eer geschonden en zal de gemeenschap sancties treffen die de familie sociaal uitsluit. (Uit: handreiking eergerelateerd geweld, www.eergerelateerdgeweld.nl) Cijfers Het Meldpunt Eergerelateerd geweld in Amsterdam dat in juni 2008 is opgericht, meldt dat er in 2008 50 meldingen binnenkwamen en in 2009 ruim 200. Een duidelijke toename van het aantal aanmeldingen. Volgens het Meldpunt heeft ongeveer 40% van het aantal meldingen betrekking op slachtoffers onder de 20 jaar. Het gaat vooral om jongens en meisjes tussen de 17 en 20 jaar die slachtoffer zijn. Dit zijn meisjes en jongens die verkering met elkaar hebben tegen de zin in van de familie. Vaak zijn de meisjes al uitgehuwelijkt aan een kandidaat die door de familie is uitgezocht.
9
Het Meldpunt spreekt van een verontrustende toename van gevallen van eergerelateerd geweld. Zij zeggen tevens dat het aantal meldingen slechts het puntje van de ijsberg is; de meeste gevallen worden in z’n geheel niet gemeld. Daarnaast zijn de gevallen waarin sprake is van mentaal geweld of licht fysiek geweld voor de hulpverlening niet zichtbaar. De politieregio’s Haaglanden en Zuid-Holland-Zuid hebben een pilot eergerelateerd geweld gehouden (2005). In een periode van zes maanden kregen zij met 79 zaken te maken. Elf van deze zaken (14%) kenden een dodelijke afloop, in 26 zaken (33%) was er sprake van geweld en in ongeveer dertig zaken (38%) werden mensen bedreigd met fysiek geweld of geestelijk onder druk gezet. (Van Dijke, Terpstra, Westra, 2006). Internationaal De VN berekende dat jaarlijks 5.000 eermoorden plaatsvinden. Na 10 maanden onderzoek in het Midden-Oosten komt de Britse krant The Independent echter op een cijfer dat vier keer zo hoog ligt. Volgens de krant komt eerwraak steeds vaker voor en niet alleen in het Midden-Oosten en Zuid-West Azië, maar ook in het Westen. Uit gesprekken met mensenrechtenorganisaties, vrouwengroeperingen in het Midden-Oosten en Zuid-west Azië, Amnesty International en eigen research in nieuwsarchieven trekt The Independent de conclusie dat er 20.000 eerwraakmoorden per jaar plaatsvinden over de hele wereld. Onder Irakese Koerden, Palestijnen in Jordanië en in Pakistan en Turkije komen de meest verschrikkelijke eermoorden voor. Maar dat komt volgens The Independent omdat de media in deze landen veel vrijheid hebben en dus de misstanden aan het licht kunnen brengen. In Egypte en andere landen waar ook eerwraak voorkomt, heerst censuur en wordt eergerelateerd geweld ook niet altijd als een misdaad gezien. In een groot deel van het Midden-Oosten staan rechters vermindering van gevangenisstraffen van veroordeelde familieleden oogluikend toe. Ze kwalificeren de eerwraakmoord als zelfmoord, waardoor vervolging van een familielid uit blijft. (Bron: http://www.independent.co.uk/opinion/commentators/fisk/the-crimewave-thatshames-the-world-2072201.html)
10
2. Aanpak eergerelateerd geweld
2.1. Landelijk Programma eergerelateerd geweld Mede door de media-aandacht is het onderwerp ‘eerwraak’ vanaf 2003 op de agenda gezet bij de overheid, politiek, maatschappelijke organisaties en de media. Dit leidde in 2006 tot het programma ‘Eergerelateerd geweld’. In dit programma werken de ministeries van Justitie, VWS en VROM samen. Het programma richt zich op de volgende thema’s: •
Maatschappelijke preventie: het vergroten van de weerbaarheid van gemeenschappen en van de zelfredzaamheid van potentiële slachtoffers.
•
Bescherming: het bieden van directe bescherming en opvang aan slachtoffers.
•
Strafrechtelijke aanpak: indien het eergerelateerd geweld de strafrechtelijke normen overschrijdt, wordt strafrechtelijke vervolging ingezet.
Men richt zich hierbij vooral op de rollen van politie en vrouwenopvang en op het bespreekbaar maken van eergerelateerd geweld bij migrantenorganisaties. Men wil een gezamenlijke inzet van betrokken organisaties bevorderen, de zogenaamde ketenaanpak. Verder stimuleert het programma bewustwording, deskundigheidsbevordering en de ontwikkeling van preventie-instrumenten. De overheid hoopt zo de mogelijkheden te vergroten om eergeweld te signaleren, adequate hulp te bieden aan slachtoffers en de daders strafrechtelijk aan te pakken. Een goed georganiseerde aanpak is vaak een signaal voor de migranten en vluchtelingengemeenschappen dat ze niet bij pakken hoeven neer te zitten en dat er hulp is. Een succesvolle hulpverlening en ketensamenwerking zal de leden van de migranten en vluchtelingengemeenschappen een gevoel van veiligheid geven en het signaal dat verandering ( lees, nemen van de regie van het eigen leven) mogelijk is. Het kabinet heeft duidelijk gemaakt dat bij (mogelijk) eergerelateerd geweld de veiligheid van het slachtoffer de eerste zorg moet zijn. Daarnaast moet de aanpak gericht zijn op het voorkomen van eergerelateerd geweld en een optimale benutting van preventieve mogelijkheden. Jale Simsek voegt daaraan toe dat preventie een gedegen aanpak vraagt en dat je een lange weg te gaan hebt. Waarden met betrekking tot eer zijn diep verinnerlijkt. Interview Jale Simsek, juni 2010.
2.2.
Aanpak eergerelateerd geweld in Amsterdam
Actieprogramma In navolging van het landelijke beleid is in 2007 is door de gemeente Amsterdam het ‘Actieprogramma Aanpak Eergerelateerd geweld’ vastgesteld. Het actieprogramma richt zich op de strafrechtelijke aanpak van eergerelateerd geweld, de verbetering van begeleiding en opvang van slachtoffers en de uitvoering van preventieactiviteiten. Ketenaanpak eergerelateerd geweld (KEGA) De dienst Wonen, Zorg en Samenleven (WZS) van de gemeente Amsterdam treedt op als regievoerder van het actieprogramma en werkt in de uitvoering samen met verschillende organisaties (KEGA; ketenaanpak eergerelateerd geweld): Politie, Openbaar Ministerie, Bureau Jeugdzorg, GGD Vangnet en Advies en Vangnet Jeugd, Blijfgroep, diverse (allochtone) zelfzorgorganisaties. De samenwerking ligt vast in een convenant.
11
Meldpunt Eergerelateerd geweld Tevens is in 2008 een meldpunt Eergerelateerd geweld ingesteld. Bij het Meldpunt kan men terecht voor informatie, advies en hulp bij bedreiging of geweld als een reactie op een schending van de familie-eer. Ook als er bepaalde vermoedens zijn of als iemand vragen heeft over iemand die hij/zij kent. De medewerkers van het Meldpunt zijn gespecialiseerd in het herkennen van signalen en risico’s van eergerelateerd geweld. Zij denken oplossingsgericht mee met de melder. Zo kunnen zij bijvoorbeeld zorgen voor een passende en veilige opvang en begeleiding van vrouwen en mannen die in problemen verkeren. Ook kennen deze medewerkers verschillende methoden om te interveniëren op een manier waardoor het conflict vermindert en geweldloos eerherstel of bemiddeling tussen families mogelijk is. Het Meldpunt eergerelateerd geweld verzorgt ook voorlichting en advies voor andere betrokkenen. Hulpverleners, beroepskrachten, scholen en andere instanties die algemene vragen hebben of te maken krijgen met vrouwen of mannen die in problemen verkeren door (dreigend) eergerelateerd geweld kunnen terecht bij het Meldpunt. Daarnaast ondersteunt het Meldpunt migranten- en vluchtelingenorganisaties wanneer zij dit thema binnen de eigen achterban bespreekbaar willen maken. Bijvoorbeeld door voorlichting te geven of trainingen te verzorgen over het herkennen en bestrijden van eergerelateerd geweld. Tussen juni 2008 en november 2009 zijn er bij het Meldpunt 261 meldingen van eergerelateerd geweld binnen gekomen. (Bron: brochure Meldpunt Eergerelateerd geweld, Amsterdam)
12
3.
Project: voorlichting over eergerelateerd geweld door VETC
3.1. Opdracht WZS aan GGD Amsterdam Een van de doelstellingen van het Actieprogramma is het uitvoeren van preventieactiviteiten. In het kader hiervan heeft de Dienst Wonen, Zorg en Samenleven (WZS) begin 2010 de GGD Amsterdam de opdracht gegeven het onderwerp eergerelateerd geweld in te bedden in twee bestaande groepscursussen die reeds gegeven worden aan Turkse en Marokkaanse groepen door Voorlichters eigen taal en cultuur (VETC). Het gaat om de cursussen: ‘opgroeien met liefde’ en de cursus ‘omgaan met pubers’. Door het onderwerp eergerelateerd geweld op te nemen in de cursussen ‘opgroeien met liefde’ en de cursus ‘omgaan met pubers’ wordt het onderwerp verbonden aan een aantal meer toegankelijke onderwerpen over opvoedingsvraagstukken. De keuze om het thema eergerelateerd geweld in te bedden in bestaande cursussen heeft te maken met de volgende zaken: - binnen de migranten en vluchtelingengemeenschappen wordt de term ‘aan eer gerelateerd geweld’ niet als zodanig herkend. - Preventie heeft een duurzaam effect als het in herkenbare thema’s wordt verwerkt. - Door de herkenning ontstaan er openingen waardoor mentaliteitsverandering op gang kan komen. Het inbedden van dit onderwerp in bestaande cursussen betekent niet alleen dat de bestaande voorlichtingspakketten aangepast moeten worden maar ook dat de voorlichters die deze groepscursussen geven, getraind moeten worden in dit specifieke onderwerp. De aangepaste cursussen zullen worden opgenomen in het reguliere aanbod van de GGD. Zo wordt gewaarborgd dat ook in de toekomst aandacht voor eergerelateerd geweld blijft bestaan. Aanleiding opdracht WZS Aanleiding voor de opdracht was enerzijds de behoefte bij WZS om aandacht te vragen voor het onderwerp eergerelateerd geweld bij allochtone Amsterdammers en anderzijds de mogelijkheden die de VETC hebben om juist deze groep te bereiken. Een bijna voor de hand liggende gedachte om dit onderwerp onder te brengen bij de VETC van de GGD. De voorlichters in eigen taal en cultuur zijn bij uitstek mensen die hun eigen achterban kunnen bereiken en die in staat zijn zo’n gevoelig thema als eergerelateerd geweld ter sprake te brengen. Voorlichting is een goede eerste stap om het thema te benoemen en bespreekbaar te maken. Belangrijkste doel van de groepscursus zal zijn om cultuurgerelateerde patronen, normen, waarden, opvattingen en gedragsregels die de oorzaak zijn van eergerelateerd geweld te laten erkennen en bespreekbaar te maken. Voorlichting eigen taal en cultuur VETC is een methode van gezondheidsbevordering die zich richt op allochtone Nederlanders. Men organiseert voorlichtingen en andere activiteiten over – voor de doelgroep - relevante gezondheidsthema’s op laagdrempelige locaties. Centraal staat het bereiken van de allochtone doelgroep met begrijpelijke voorlichting, meestal in de eigen taal, door een voorlichter die dezelfde culturele achtergrond heeft als de doelgroep. Deze werkwijze wordt ook wel de ‘voor-en-door-methode’ genoemd. (Singels L., Drewes M., vd Most-van Spijk M., 2008, De effecten van voorlichting in eigen taal en cultuur in beeld, NIGZ.)
13
De ‘voor-en-door-methode’ is effectief dankzij de similariteit tussen de voorlichter en de doelgroep. Met name overeenkomsten in culturele herkomst, taal en geslacht zijn belangrijk. Deze aspecten dragen ook bij aan het ontstaan van een vertrouwensrelatie tussen de VETC’ers en de leden van de doelgroep. Binnen de collectieve cultuur is het betrekkingniveau, dus een vertrouwensband hebben met elkaar, een voorwaarde om wat dan ook te bespreken. Een gedeeld referentiekader tussen de VETC’ers en de doelgroep is daarom van essentieel belang. VETC draagt ook bij aan toename van kennis. Bij verschillende voorlichtingsprojecten, waarbij VETC is ingezet voor groepen allochtone mannen en vrouwen, is de toename van kennis aangetoond. Daarnaast was er een positieve intentie om gedrag te veranderen. (Voorham, 2003) De groepsvoorlichting door VETC heeft altijd, los van de doelstelling, effect op empowerment: ze draagt bij aan besef van eigenwaarde en leidt tot een grotere zelfredzaamheid. Het gevoel gezien en gehoord te worden verstekt het gevoel van eigenwaarde bij de doelgroep. De groepsbenadering is hierbij van essentieel belang. (Halsema, Jacobs, 2002) Verantwoordelijkheden/rapportages Opdrachtgever en financier van het in dit plan beschreven project is de dienst Wonen, Zorg en Samenleven (WZS) van de gemeente Amsterdam. Uitvoerder is de GGD Amsterdam. De GGD is tevens verantwoordelijk voor het opstellen van inhoudelijke kaders en voor de voortgang en het eindresultaat. De looptijd van het project is 1 jaar: van 8 maart 2010 tot 8 maart 2011.
3.2. Bestaande voorlichtingsactiviteiten over eergerelateerd geweld Hoewel sinds 2003 meer aandacht aan preventie van eergerelateerd geweld is besteed, is er nog een groot tekort aan preventieve maatregelen op alle niveaus. Dit geldt ook voor voorlichtingsactiviteiten ter preventie van eergerelateerd geweld. Bestaande voorlichtingsactiviteiten richten zich voornamelijk op intermediairs als scholen, politie, maatschappelijk werk. Scholen Voorlichting ter preventie van eergerelateerd geweld wordt voornamelijk ingezet op scholen waarbij men zich richt op het instrueren van docenten en decanen. De school is de belangrijkste plaats om in contact te komen met kinderen die lijden onder eergerelateerd geweld. Soms is het voor hen de enige plek waar ze zonder toezicht mogen verblijven. Ook vormt het de plek voor contact met de ouders. Het onderwijs heeft dus een belangrijke rol bij de signalering en het bespreekbaar maken van eergerelateerd geweld, maar heeft daar nog niet altijd genoeg tijd en/of kennis voor. Er zijn al diverse voorlichtingsprojecten over eergerelateerd geweld op scholen gestart, bijv. het project van de Stichting Verdwaalde gezichten: Zwarte Tulp. Zij richten zich via film en discussie over eerwraak op scholieren van VMBO, HAVO en VWO. Voorlichting aan intermediairs Daarnaast wordt voorlichting en training gegeven aan intermediairs als politie, maatschappelijk werkers en andere zorgverleners die mogelijk te maken hebben met eergerelateerd geweld.
14
Door migrantenorganisaties Ook de verschillende migrantenorganisaties zijn van belang bij het bespreekbaar maken van het onderwerp eergerelateerd geweld. Belangrijk thema daarbij is het vergroten van de weerbaarheid van vrouwen. De meeste organisaties hebben veel ervaring met eergerelateerd geweld, hebben een groot bereik, vertrouwen en gezag binnen de gemeenschappen. Zij kunnen geweld signaleren, slachtoffers doorverwijzen en taboes doorbreken. Daarnaast kunnen ze fungeren als intermediair om de kloof tussen hun achterban (gemeenschappen) en overheidsinstellingen te verkleinen. Zij kunnen informatie verspreiden over wetgeving, mensenrechten en de omgang in Nederland tussen mannen en vrouwen. Ook geven zij voorlichting aan de achterban over opvoedingsondersteuning (‘jongens en meisjes zijn gelijkwaardig’).
3.3. Voorlichting over eergerelateerd geweld: aanknopingspunten Voorlichting ter preventie gericht op allochtone ouders komt niet vaak voor, terwijl vooral deze groep belangrijk is omdat gender-ongelijkheid, dat aan de basis ligt van eergerelateerd geweld, al bij de opvoeding zijn vormen begint te krijgen. Taboes rondom seksualiteit en de angst rond de puberteit, met name voor meisjes dat zij hun maagdelijkheid kunnen verliezen, zijn zaken die de kern van eergerelateerd geweld raken. Doordat deze zaken niet worden besproken is de kans binnen deze gemeenschappen groot dat problemen rondom genderongelijkheid en eergerelateerd geweld van generatie tot generatie worden overgedragen. Aandacht voor deze zaken is noodzakelijk om mentaliteitsverandering op gang te brengen. Het behandelen van het onderwerp eergerelateerd geweld in de groepsvoorlichtingen door de VETC, lijkt om meerdere redenen een voor de hand liggende preventieactiviteit. Ten eerste door de mogelijkheid die de VETC hebben om moeilijke taboe-onderwerpen ter sprake te brengen. VETC’ers kunnen een belangrijke rol spelen als het gaat om een mentaliteitsverandering, zowel bij vrouwen als bij mannen. Zij hebben een positie binnen de migrantengemeenschappen verworven en hebben expertise in huis om de doelgroep te bereiken en de boodschap goed over te brengen. Daarnaast hebben de VETC een groot bereik, ze zijn laagdrempelig en hebben vertrouwen en gezag binnen de doelgroepen. Het bespreekbaar maken van problematiek binnen het gezin ligt gevoelig bij deze doelgroepen. Geschillen dienen ‘binnen eigen kring’ worden opgelost, zo redeneren velen. Politie en overheidsinstellingen zullen niet snel ingeschakeld worden. Ten tweede vormen juist de onderwerpen die in de twee cursussen ter sprake komen zoals veranderingen in de puberteit, seksualiteit en relaties vaak de aanleiding voor eergerelateerd geweld. In de cursus ‘Opgroeien met liefde’ worden de volgende onderwerpen gezien als aanknopingspunten om het onderwerp eergerelateerd geweld door VETC ter sprake te brengen: -
maagdelijkheid en eigenwaarde (vrouwen) maagdelijkheid: wat betekent dit voor de mannen verschil tussen seksuele identiteit en seks hebben: deze worden verward met elkaar relaties; welke rol speelt seksualiteit binnen relaties? wat is taboe en wat niet? de impact van schaamte roddelcultuur zwijgcultuur
15
In de cursus ‘Beter omgaan met pubers’ zijn dit de onderwerpen: -
belang van innerlijk loskomen van de ouders belang van experimenteren met de seksuele identiteit weerbaar maken van meisjes uitleggen waarom ze zich moeten beschermen; hoe doe je dat? angsten van ouders met seksualiteit partnerkeuze
3.4.
Opzet en doelen
Het project eergerelateerd geweld bestaat uit drie voorlichtingstrajecten: 1. 2. 3.
Voorlichten van alle VETC’ers over het onderwerp eergerelateerd geweld Training van voorlichters die groepsvoorlichting over eergerelateerd geweld gaan geven (train-de-trainer) Ontwikkelen schriftelijk voorlichtingsmateriaal over eergerelateerd geweld t.b.v. bovengenoemde training
Bij de opzet van zowel de voorlichtingen als de training, beperken we ons tot eergerelateerd geweld. Wel zullen thema’s als huiselijk geweld en kindermishandeling zijdelings aan de orde komen. Ad 1. Voorlichten alle VETC’ers over het onderwerp eergerelateerd geweld In het eerste traject, het voorlichten van alle VETC’ers, staat centraal hoe bepaalde mechanismen leiden tot eergerelateerd geweld en hoe deze in een vroegstadium kunnen worden (h)erkend en bespreekbaar gemaakt kunnen worden. Doelgroep: alle VETC’ers Doel van de voorlichting Het doel van een voorlichting over eergerelateerd geweld is dat alle VETC’ers kennis nemen van het onderwerp eergerelateerd geweld, dat men in staat is het onderwerp ter sprake te brengen in de voorlichtingen die zij geven, voor zover dit relevant is, en dat zij slachtoffers en daders van eergerelateerd geweld adequaat kunnen doorverwijzen. De voorlichting over eergerelateerd geweld zal verzorgd worden door het Meldpunt Eergerelateerd Geweld in Amsterdam. Leerdoelen - deelnemers krijgen kennis aangereikt over eergerelateerd geweld en over de gevolgen hiervan voor vrouwen en mannen - deelnemers leren de signalen van verschillende vormen van eergerelateerd geweld herkennen (en het onderscheid te maken met huiselijk geweld) - deelnemers krijgen kennis over de opvangmogelijkheden van slachtoffers en daders Materiaal Deelnemers krijgen een folder uitgereikt van het Meldpunt Eergerelateerd Geweld in Amsterdam.
16
Ad 2. Training van voorlichters die groepsvoorlichting over eergerelateerd geweld gaan geven (train-de-trainer) In het tweede traject ligt het accent op opvoedingssituaties die kunnen leiden tot conflict en eergerelateerd geweld. Naast het bespreekbaar maken zullen deelnemers handvatten aangereikt krijgen over hoe ze er anders mee om kunnen gaan. Doelgroep: VETC’ers die de groepsvoorlichtingen geven: ‘Opgroeien met liefde’ en ‘Omgaan met pubers’ met daarin als onderwerp het thema eergerelateerd geweld.
De groepsvoorlichting zal de naam: ‘opvoeden met respect’ krijgen. De term ‘eergerelateerd geweld’ wordt bewust niet gebruikt. Waar het immers om gaat is om de achterliggende zaken, de aanleidingen die leiden tot vormen van eergerelateerd geweld.
Geven van voorlichting over een dergelijk geïnternaliseerd thema als eergerelateerd geweld vraagt veel van VETC’ers: het vraagt om vaardigheden om dat wat niet wordt besproken naar boven te halen en daar vanuit een visie op te reageren. Het is daarbij van belang vanuit een bepaalde gedeelde visie te reageren: hoe kijken wij als voorlichters – die ook zelf deel uitmaken van de doelgroep – tegen dit verschijnsel aan? Een belangrijk onderdeel van de train-de-trainer training is aldus visie-ontwikkeling. Daarbij zullen ook de eigen ervaringen met betrekking tot eer en eercodes ter sprake komen. Doel van de voorlichting: - deelnemers weten wat eergerelateerd geweld is en welke gevolgen dit kan hebben voor daders en slachtoffers - deelnemers hebben een visie op eergelateerd geweld - deelnemers zijn in staat te werken met het themadeel over eergerelateerd geweld - deelnemers zijn in staat een cursus te geven over het onderwerp eergerelateerd geweld Leerdoelen: - deelnemers krijgen kennis aangereikt over eergerelateerd geweld en de betekenis hiervan voor mannen en vrouwen - deelnemers zijn zich bewust van hun eigen denkbeelden over eergelateerd geweld - deelnemers ontwikkelen met elkaar een visie op eergerelateerd geweld - deelnemers hebben inzicht in verschillen tussen opvoeding van meisjes en jongens - deelnemers hebben inzicht in hoe deze verschillen kunnen leiden tot afstand tussen jongeren en ouderen - deelnemers zijn in staat om de cursus ‘opvoeden met respect’ op een interactieve wijze te geven Bij deze training is het uitgangspunt om met elkaar in dialoog te gaan. Het is dan ook van belang om een open sfeer te creëren. De train-de trainer training zal verzorgd worden door Jale Simsek, trainster en deskundige op het gebied van eergerelateerd geweld.
17
Supervisie Op verzoek kan een VETC begeleiding vragen in de vorm van supervisie bij de eerste voorlichting met het thema ‘opvoeden met respect’. De trainster zal in dat geval eenmalig meegaan naar de voorlichting om de VETC te ondersteunen.
Ad 3. Ontwikkelen schriftelijk voorlichtingsmateriaal over eergerelateerd geweld t.b.v. groepsvoorlichtingen Het derde traject bestaat uit een schriftelijke uitwerking van het themadeel ‘opvoeden met respect’. Dit schriftelijke deel zal worden toegevoegd aan de cursussen ‘Beter omgaan met pubers’ en ‘opgroeien met liefde’ en kan door de voorlichters gebruikt worden ter ondersteuning bij het geven van de cursusl ‘opvoeden met respect’. Doelgroep van de groepscursus: Turkse mannen en vrouwen en Marokkaanse mannen en vrouwen die deelnemen aan de groepscursus ‘Beter omgaan met pubers’ en die ouders zijn van kinderen van 12 t/m 18 jaar. Turkse mannen en vrouwen en Marokkaanse mannen en vrouwen die deelnemen aan de groepscursus ‘Opgroeien met liefde’ en die ouders zijn van kinderen van 0 t/m 18 jaar. Doel van de groepscursus ‘Beter omgaan met pubers’: - een goede relatie en communicatie tussen ouders en pubers bevorderen; - problemen voorkomen die de opvoeding en ontwikkeling van pubers kunnen belemmeren en die kunnen leiden tot aan eer gerelateerd geweld; - kennis en vaardigheden van ouders vergroten; - het zelfvertrouwen en de pedagogische draagkracht van ouders versterken. Bij de behandeling van het themadeel over eergerelateerd geweld worden de volgende doelen toegevoegd: - ouders hebben inzicht in verschillen in opvoeden van jongens en meisjes; - ouders hebben inzicht in de consequenties van verschillend bejegenen van jongens en meisjes binnen de kaders van IK en WIJ oriëntatie; - ouders krijgen handvatten om jongens en meisjes gelijkwaardig op te voeden. Doel van de voorlichting ‘Opgroeien met liefde’: - dat ouders hun eigen rol in de seksuele opvoeding erkennen; - het belang van een warm gezinsklimaat en het belang van communicatie in de seksuele opvoeding erkennen; - zich beter toegerust voelen om hun kinderen te informeren en te ondersteunen in hun seksuele ontwikkeling. Bij de behandeling van het themadeel over eergerelateerd geweld worden de volgende doelen toegevoegd: - ouders hebben inzicht in verschillen in opvoeding van meisjes en jongens; - ouders hebben inzicht hoe deze verschillen kunnen leiden tot afstand tussen jongeren en ouders.
18
3.5. Stappenplan Onderwerp Interviews met deskundigen/inlezen
Toelichting Doel: informatie verzamelen
Maand Mrt t/m juni
Projectplan schrijven
Juni t/m juli
Inhuren trainer Bespreking concept projectplan met Margriet
Juli Juli
Projectplan klaar/ Akkoord Margriet
Achtergrond, doelstellingen en uitgangspunten zijn duidelijk
Voorbereiden voorlichtingsbijeenkomst VETC terugkomdag
Voorbereiding en uitvoering in samenwerking met Meldpunt Eergerelateerd Geweld Voorlichting over EGG tijdens terugkomdag, uitvoering Meldpunt Eergerelateerd Geweld
Voorlichtingsbijeenkomst over EGG voor alle VETC VETC1ste concept cursusinhoud Eergerelateerd geweld (EGG) schrijven Bespreking 1ste concept cursusinhoud EGG
Bijstelling cursusinhoud Bespreking 2e concept cursusinhoud EGG Aanpassing cursusinhoud Testen van cursus
Bijstelling inhoud/opzet cursus Begeleiding van VETC in de praktijk Ontwikkelen voorlichtingsmateriaal
Sept
Sept/okt Bespreking met teamleden VETC en deskundige Jale Simsek
Aanpassen concept cursusinhoud EGG Training voorlichters in thema EGG
Juli/aug
Dec
Dec Voor het geven van het thema EGG wordt een aantal VETC geselecteerd die geautoriseerd zijn de cursussen ‘Beter omgaan met pubers’ en ‘opgroeien met liefde’ te geven. N.a.v. de bevindingen tijdens de trainingen wordt de cursusinhoud bijgesteld Bespreking met teamleden VETC en deskundige Jale Simsek Cursus wordt in z’n geheel uitgeschreven in het format van de bestaande cursussen Uittesten onder leden van de doelgroep. Op basis van de bevindingen wordt de inhoud en opzet bijgesteld. N.a.v. de test wordt de cursus aangepast. VETC kunnen op verzoek begeleiding krijgen bij het geven van de voorlichting Ontwikkelen van ondersteunend materiaal
Dec/jan
December/ januari Februari
Februari Vanaf februari Februari
Evaluatie/verslag
Maart
Bespreking evaluatieverslag Margriet/WSZ
Maart
19
Bijlagen Lijst van geïnterviewden Naam Cneel Landheer
Functie/organisatie Sectormanager Blijfgroep Asd
Interview/onderwerp Meldpunt Eergerelateerd geweld
Öznur Acar
GGD Asd, teamleider VETC
Inzet VETC
Hennie Zwennis
Planner VETC
Organisatie VETC
Marijke Ekkelboom
GGD projectleider project VGV
Inzet VETC
Jale Simsek
Trainer/adviseur EGG
Algemeen Eergerelateerd geweld/training VETC
Saïd Haouam
VETC GGD Amsterdam
Visie VETC
Hatice Polat
VETC GGD Amsterdam
Visie VETC
Filiz Yildirim
VETC GGD Amsterdam
Visie VETC
Rahmi Sivri
VETC GGD Amsterdam
Visie VETC
Hilde Bakker
Movisie,
[email protected] 030 – Algemeen Eergerelateerd 7892081 geweld
Saader Metin
St. Ada Awareness, voorlichtingsmethodieken/middelen en trainingen (gericht op mannen)
Mannen en Eergerelateerd geweld/scholing
20
Geraadpleegde literatuur
Singels L., Drewes M., vd Most-van Spijk M., 2008, De effecten van voorlichting in eigen taal en cultuur in beeld NIGZ. Voorham, 2003 Gezondheidsbevordering voor-en-door de doelgroep: theoretische onderbouwing en evaluatie bij migranten en ouderen, GGD Rotterdam Van Dijke, Terpstra, Westra, 2006 Halsema, Jacobs, 2002 Over kracht gesproken: empowerment en diversiteit in zorg en welzijn, Utrecht, Universiteit voor Humanistiek Ferwerda H.B., Van Leiden I.: Eerwraak of eergerelateerd geweld, naar een werkdefinitie, april 2005 Eergeweld voorbij, een nieuwe gemeentelijke aanpak van Eergerelateerd geweld, Katinka D. Lünneman, Marjan Wijers, januari 2010.
Simsek J. ‘alle ogen op haar gericht” , uitgave IOT ( Inspraak Orgaan Turken) eerste versie 2002, 2 de versie 2006 De Groot G. en Simsek. J. “In ontmoeting” Interactieve benadering van geweld in eerculturen, SWP, 2008
21