Voorblad Rapportage Fietspad Overleek-Broek in Waterland André Klaver I Ilpendam (februari 2014)
Bijlagen; A) Rapport bureau Tauw
2011
B) Rapport weidevogels Waterland + provinciaal beleid
2012
C) Brieven veehouders (2 x) D) Subsidies - Mail dec. 2013 provincie N-Holland - Mail dec. 2013 Stadsregio Amsterdam
A) Rapport bureau Tauw
OOG Tauw
Kenmerk R0014786730AIHirbV01N L
1 Inleiding 1.1
Aanleiding
De gemeente Watertand heeft Tauw opdracht gegeven voor het uitvoeren van een haalbaarheidsstudie voor een fietsverbinding tussen de Overleek en de N oordmeer. Op 3 maart 2011 heeft de raad van de gemeente Waterland besloten tot het uitvoeren van een haalbaarheidsstudie. Vanwege financiële haalbaarheid, draagvlak en bescherming van natuurwaarden heeft de raad besloten dat de verbinding alleen wordt gerealiseerd indien is voldaan aan de volgende voorwaarden: 1.
De fietsverbinding wordt aangelegd op het minst bezwarende tracé
2.
De fietsverbinding wordt gerealiseerd door aanleg van een pad met een natuurlijke ondergrond
3.
De fietsverbinding is afsluitbaar voor elk gebruik tijdens het broedseizoen van weidevogels
4.
Overbrugging van sloten geschiedt op een manier dat schaatsen mogelijk blijft
5.
De grondeigenaren willen meewerken aan de totstandkoming van de fietsverbinding
6.
De aanleg van de fietsverbinding wordt voor minimaal
BOVa
gesubsidieerd en de
gemeentelijke bijdrage voor aanleg en onderhoud valt binnen de begroting 1.2
Methode
Tauw heeft op basis van landschap en aanwezige infrastructuur, 3 mogelijke tracés onderzocht: »
Een westelijk tracé
»
Een centraal tracé
»
Een oostelijk tracé
Voor de tracés zijn de effecten op de natuurwaarden en de mogelijke kosten (zie bijlage 2) inzichtelijk gemaakt. Hierbij gelden bovenstaande uitgangspunten uit het raadsbesluit. De effecten op de natuur zijn getoetst aan de hand van de wettelijk beschermde natuurwaarden van het plangebied en omgeving.
Haalbaarheīdstudie fietspad Watertand
7V36
Tauw
Kenmerk RO01 -4786730AIH-İrbV01 NL
Y i v 11
i
Legenda f
1
a
Figuur 2.2 Eigendomsituatie plangebied. De Oude Vennen is in eigendom van Staatsbosbeheer. De Noordmeer is in eigendom van verschillende particulieren.
2.3
Natuurwetgeving
Binnen het plangebied liggen onderdelen van de EHS. In het plangebied liggen geen Weidevogelleefgebieden. De ligging van de beschermde natuurgebieden is in onderstaande figuur weergegeven. ftîĉk
Correct.
kŕŕvćtau^ds
7ie ŗąpfûfL
ZtÄ\àÀ't^t \ \
Q.
t- \
S
"l-C
ļ 9
S
ikkiL
de ei v / . Haalbaarheidstudie fietspad Watertand
I3\3S
Kenmerk RO01 -4786730AIH-trb-VOì-NL
5 » ÌĞjU
v-
s
:
Lmhh
Figuur 2.3 B e s c h e r m d e natuurgebieden in en rondom het plangebied
2.3.1
Ecologische hoofdstructuur en Weidevogelleefgebieden
De EHS is planologisch beschermd. Dat betekent dat ze in principe niet mag worden aangetast door de ontwikkeling van bijvoorbeeld woningen, infrastructuur of andere ingrepen. In bepaalde situaties kan de provincie, onder voorwaarden, toestemming geven. Deze voorwaarden zijn beschreven in de Provinciale Ruimtelijke Verordening bij de Structuurvtsie. Als een ingreep wordt toegestaan, moet de initiatiefnemer de (potentiële) natuurwaarden, die verloren gaan, op eigen kosten compenseren. Ingrepen met een significant negatief effect op de wezenlijke kenmerken en waarden van het gebied niet zijn toegestaan, tenzij er « »
Geen reële alternatieven en Redenen van groot openbaar belang zijn.
Lp
1*36
b Haal aarheidstudie fietspad Waterland
V\\ĉV ŬŪ***Ĩ41
,y
L ^^(M
ļ^Č0ċ^ K(Ą t
Tauw
Kenmerk R001-4786730AI H-irb-V01 -NL
Als de ingreep dan toch doorgaat, dient men de negatieve effecten zoveel mogelijk te vermijden, door het treffen van mitigerende maatregelen. Dit zijn maatregelen die de negatieve effecten van een ingreep ter plekke zoveel mogelijk beperken. Bijvoorbeeld uitvoering van de ingreep buiten het broedseizoen. De resterende effecten zijn te beschouwen als 'onvermijdelijk verlies' van waarden. Daarop is het compensatiebeginsel van toepassing. In bijlage 1 is een nadere toelichting op de EHS opgenomen. In deze rapportage worden drie alternatieven tegen elkaar afgewogen. Een alternatief buiten de EHS om is niet aanwezig. Een fietspad buiten de EHS om, gaat over bestaande paden via de Jaagweg van Broek in Waterland naar llpendam. Deze route loopt vlak langs de provinciale weg N247 en is daarom minder attractief. Door een fietsverbinding door het EHS gebied, wordt het mogelijk een rondje Waterland te fietsen en het wordt eenvoudiger om met de fiets van llpendam naar Broek in Waterland te gaan, en omgekeerd.
co
\ ,S
V i m
free
t
tŵiťV^p
Haalbaarheidstudie fietspad Waterland
15\36
Tauw
Kenmerk R001-4786730AIMrb-V01-NL.
5 Afweging tracés 5.1.1 Westelijk tracé Het Westelijk tracé loopt voor ongeveer de helft over een bestaande weg door de Noordmeer. Vervolgens loopt het parallel aan de dijk richting het noorden over een bestaande brug naar de Oude Vennen, In de Oude Vennen loopt het over de percelen van Staatsbosbeheer naar de Overleek. De precieze ligging van het tracé is nog niet bepaald omdat hier medewerking van grondeigenaren nodig is. Voor het tracé is de aanleg van enkele bruggen in de Oude Vennen noodzakelijk. tn onderstaande figuur is weergegeven in welke gebieden extra verstoring optreedt door de fietsverbinding. Extra verstoring treedt alleen op in het EHS gebied Oude Venen, op de percelen van Staatsbosbeheer. In totaal treedt in 11 ha een extra verstoring op door de fietsverbinding. Het tracé is ongeveer 4 km lang. Door de aanleg van de fietsverbinding (3 m breed) wordt daarom maximaal 1,2 ha aan EHS verhard.
Haaibaarheidsludie fietspad Waterland
27\36
Kenmerk R0014786730A[HirbV01N L
Westelijk trace L e n g t e : 4 km
'V
!
\
f
ĩ
"
V
mm
r '
3
N
f\
e
1 tia
En lm i
r
Figuur 5.1 Westelijk tracé Links: globale ligging Rechts: rode contouren: bestaande verstoring, Geel: gebieden waar extra verstoring optreedt door de fietsverbinding
5.2
Centraal tracé
Het Centrale tracé is vergelijkbaar met het westelijk tracé, aiieen buigt het eerder naar het noorden af. Hierdoor loopt het tracé meer door de bestaande verstoringszones, en wordt minder weidevogelgebied extra verstoord. De precieze ligging van het iracé is nog niet bepaald omdat hier medewerking van grondeigenaren nodig is. Voor het tracé is de aanleg van enkele bruggen in de Oude Vennen noodzakelijk. In onderstaande figuur is weergegeven in welke gebieden extra verstoring optreedt door de fietsverbinding. Extra verstoring treedt alleen op in het EHS gebied de Oude Venen, op de percelen van Staatsbosbeheer. In totaal treedt in 10 ha een extra verstoring op door de fietsverbinding. Het tracé is ongeveer 2,5 km lang. Door de aanleg van de fietsverbinding (3 m breed) wordt daarom maximaal 0,75 ha verhard.
28136
Haaibaarheidstudie fietspad Waterland
Tauw
Kenmerk R001-4786730AIH-irb-V01-NL
C e n t r a a l trace L e n g t e : 2,5 k m
A Figuur 5.2 Centraal tracé Links: globale ligging Rechts: rode contouren: bestaande verstoring. Geel: gebieden waar extra verstoring optreedt door de fietsverbinding
Haalbaarheidstudie fietspad Waterland
29\36
Kenmerk R001-4786730AIH-irb-V01-NL
5.3
O o s t e l i j k tracé
Het oostelijk tracé loopt parallel met een bestaande wandelroute. Bovendien blijft het oostelijk tracé, vergeleken met de vorige tracés, meer in de bestaande verstoringszones. De precieze ligging van het tracé is nog niet bepaald omdat hier medewerking van grondeigenaren nodig is. Voor het tracé is waarschijnlijk verbreding van een bestaande brug en mogelijk de verbreding van enkele dammen nodig. Nieuwe bruggen zijn waarschijnlijk niet nodig (afhankelijk van medewerking grondeigenaren). In onderstaande figuur is weergegeven in welke gebieden extra verstoring optreedt door de fietsverbinding. Extra verstoring treedt op in een gedeelte van de EHS ten oosten van de Noordmeer, en op de niet-beschermde delen van de Noordmeer op de percelen van particulieren. In totaal treedt in 2 ha een extra verstoring op door de fietsverbinding. Het tracé is ongeveer 2 km lang. Door de aanleg van de fietsverbinding (3 m breed) wordt daarom maximaal 0,6 ha verhard.
30\36
Haalbaarheidstudie fietspad Watedand
B) Rapport weidevogels Waterland ± provinciaal beleid 2012
ar Landschap
Noord-Holland
Is in het zuidelijk deel van Waterla Analyse van veldresultaten uit 2012 in relatie tot het provinciale weidevogel beleid
ĩ
Weidevogels in het zuidelijk deel van Waterland Analyse van veldresultaten uit 2012 in relatie tot het provinciale weidevogel beleid Kees Scharrìnga, Frank Visbeen, Dorien Hoogeboom
Met medewerking van: Ecologisch Onderzoeks en Adviesbureau Van der Goes en Groot
Landschap NoordHolland Rapportnummer: 12042 2012
Landschap Noord Holland
Van der Goes en Groot ecologisch onderzoeks-
Undïthap Noord-Holland - Weidevogels in hrtluidíiŗiltdMl van Jatedand. 2012
en
adviesbureau
3
3. Provinciaal beleid 3.1 Weidevogelvisie Noord-Holland
provincie in haar visie de ondergrenzen van het Weidevogel
NoordHolland is rijk aan weidevogels. Van een aantal soorten
verbond. Weidevogelkerngebieden bezitten minimaal 20
broeden relatief grote aantallen in de provincie. Zo broedī
broed paren per 100 ha van d e volgende soorten: gele kwik
van de soorten grutto, tureluur, slobeend en kemphaan, 2ÇPA
staart, grutto, kemphaan, kuifeend, scholekster, slobeend, t u
of meer van d e landelijke populatie in NoordHolland Ten
reluur, veldleeuwerik, watersnip, wintertaling e n / o f zomerta
aanzien van d e grutto
heeft de
provincie zelfs een internatio
ling. Graspieper, kievit en krakeend w o r d e n bij de
nale verantwoordelijkheid: ongeveer 1 S'ŵ van de N oord west
dichtheidsbepaling niet meegewogen, o m d a t deze soorten
Europese populatie broedt in N oordHolland. Ondanks de o p
volgens de Weidevogelvisie minder geschikt zijn voor het de
getreden achteruitgang van weidevogels, zowel in
finiëren van kerngebieden. De weidevogel en de gruttokern¬
NoordHolland als in geheel N ederland, k o m e n n o g steeds
gebieden vormen tezamen de weidevogelieefgebieden.
gebieden met hoge dichtheden voor. Vanwege de grote waarde van N oordHolland voor de weidevogels, spant de
In figuur 3.1 is de ligging van de grutto en wetdevogelkem
provincie zich in o m de weidevogelstand o p peil te h o u d e n
gebieden van Waterland aangegeven zoals o p g e n o m e n in de
en deze o p termijn weer te laten groeien. Deze beleidsdoel
Provinciale Weidevogelvisie (2009) en Structuurvisie (2011)
stelling is vastgelegd in d e Weidevogelvisie N oordHolland
van de provincie NoordHolland. De meeste telgebieden vol
(Provincie N oordHolland 2009).
d o e n aan de n o r m van de gruttokerngebieden. Twiske Zuid Oost, Polder Katwoude west, Keerngouw, Binnen en Buiten
De weidevogel leefgebieden
weeren en de Belmermeer zíjn weidevogelkerngebied. De
De Weidevogel visie NoordHolland richt zich op weidevogel
telgebieden Monnikenbroek en Rietbroek, Monnickenmeer,
soorten die primair broeden in grasland en deels ook in
Noordmeer, Broekermeer noord voldoen niet aan d e normen
bouwland. Het provinciale beleid richt zich daarbij in het bij
van de kerngebieden (zie voor de t o p o n i e m e n figuur 2.1).
zonder o p de volgende soortgroepen: steltlopers: kievit, scholekster, grutto, tureluur, kemphaan en watersnip.
Ű
eenden: slobeend, kuifeend, krakeend, wintertaling en zomertaling. zangvogels: graspieper, gele kwikstaart en veldleeuwerik. Anders dan in het verleden richt de provincie zich ten aanzien van het weidevogelbeheer vooral o p gebieden waar bepaal d e m i n i m u m dichtheden aan weidevogels v o o r k o m e n , de zogeheten kerngebieden. Hierbij worden t w e e typen kernge bieden onderscheiden: gruttokerngebieden en weidevogel kerngebieden. Tezamen vormen zij de weidevogelleefgebie d e n van N oordHolland. De provincie zet alleen n o g in, in de gebieden die geschikt zijn en waar veel weidevogels zitten. Hiertoe
heeft d e
provin
įr
de een weidevogelleefgebiedenkaart gemaakt. Deze kaart is
I f
leidend voor de situering van weidevogelbeheer en krijgt in de Structuurvisie ook een planologische status. Omdat kerngebieden de spil van het provinciale beleidvor men, is de afbakening van beide typen kerngebieden belang rijk. Deze afbakening is als volgt: S i uttńkmnļtiåméÊM:conform
de beleidsadviezen van het
m
1
A/cQriinŕŵ
WeldevogeíMemgebiM
s
g*sn Kemgeŭíed
landelijk Weidevogelverbond w o r d e n de gruttokerngebieden gedefinieerd als gebieden met minimaal 10 g r u t t o b r o e d p a ren
per 100 ha.
H g w r X t Gruttokemgebieden en wádevogel kerngebieden (samen Wadevogel leefgebied) volgens de Strucĩuurvisie N oord Holland 2040 (Provincie NoordHolland 2011).
Wtåámmļtfh mt i ļ i bieden: voor de afbakening hanteert de
Landschap Noord-Hofland - Weidevogels In het luidel ijk deel van Waterland, 2012
13
po ii
1i)LSft)
ĉxacL
3
v.
2
l m
Dichtheid i 10 10- 20 2 0 - 50 50-100 100-200 « 2 0 0 bpnOOha
-
AtJasoloK 5x5 km
Figuur 4.1 Dichtheid (aantal broedparen per 100 ha) van kritische weidevogels in het zuidelijk deel van Waterland in 2012.
4
3
ŭchthaid S - TO t O - 20 2 0 - 50 50-100 lOOtrttOOha 5x5 Mnt 1
H g u u r 4w2 Dichtheid (aantal broedparen per 100 ha) van de grutto in het zuidelijk deel van Waterland in 2012.
5. Samenvatting, conclusies en aanbevelingen De v o l g e n d e bevindingen hebben alleen betrekking o p het
d e periode 19992012 veel kleiner dan die buiten d e natuur
onderzoeksgebied, namelijk het zuidelijk deel van Waterland.
gebieden. Bijvoorbeeld bij de grutto bedraagt de afname in d e natuurgebieden ongeveer 1296, buiten de natuurgebie
5.1 Samenvatting
d e n bijna 5096.
Het zuidelijk deel van Waterland īs een van de belangrijkste weidevogelregio's in NoordHolland. Het gebied is vooral van
5.2 Conclusies
belang voor watersnip, grutto en tureluur. Van de watersnip broedt meer dan 5096 van de totale N oordHollandse popula
In de periode 19992012 is het totaal aantal van de beleids
tie in dit gebied. Voor grutto en tureluur is dit aandeel o n g e
oorţen m e t ongeveer een kwart afgenomen. De afname bij
veer 15*36.
de g r u t t o bedraagt ongeveer 3596. Als we naar de laatste drie jaar kijken lijkt er stabilisatie o p te treden voor het gehele o n
Binnen het gebied komen grote verschillen in dichtheden
derzoeksgebied. Dit geldt voor de EHS en voor sommige g e
e n soortenrijkdom voor. Hoge dichtheden en een hoge soor
bieden buiten de EHS, bijvoorbeeld Marken en delen van Wa
t e n r i j k d o m k o m e n vooral voor in natuurgebieden en/of ge
terland Oost.
bieden m e t een h o o g waterpeil. «Op grond van de gegevens uit 2012 blijkt dat van de 27 Bijna 9096 van het gebied is aangewezen als weidevogel leef
gruttokerngebìeden vijf en van de vier weidevogel kerngebie
gebied, voor het overgrote deel als gruttokerngebieden. In
d e n t w e e niet meer voldoen aan de criteria. Deze verschui
d e gruttokerngebìeden is de dichtheid van weidevogels o n
v i n g e n treden o p in het centrale deeî van het onderzoeksge
geveer drie maal zo h o o g als in d e weidevogelkerngebieden
bied waar veelal agrarische gronden liggen met een laag
en g e b i e d e n buiten het weidevogelleefgebied.
waterpeil.
' Binnen de natuurgebieden zijn er duidelijke verschillen in
Omdat een deel van de weidevogel leefgebieden niet meer
d i c h t h e d e n tussen de deelgebieden llperveld, Varkensland en
voldoet aan de criteria zou thans ruim een kwart van opper
Waterland Oost. De dichtheden zijn het hoogst in Waterland
vlakte met contracten voor agrarisch natuurbeheer buiten
Oost en het hoogst in Varkensland.
het weidevogeileefgebied liggen.
Het natuurgebied (EHS) is van groot belang voor weidevo
O p het beheerpakkeť Weidevogelgrasland met rustperiode'
gels. Enkele soorten broeden vrijwel uitsluitend in natuurge
w o r d e n hogere dichtheden aangetroffen dan o p het beheer
bieden, van de grutto broedt ongeveer 4096 van het aantal
p a k k e ť Weidevogelgrasland met legselbeheer'. Hierbij moet
broedparen in het onderzoeksgebied in de natuurgebieden.
w o r d e n aangetekend dat binnen de gebiedsplannen wordt
Binnen de natuurgebieden is d e dichtheid van weidevogels
gestreefd de pakketten weidevogelgrasland met rustperiode
veel hoger dan buiten de natuurgebieden. De hoogste dicht
o p de meest kansrijke plekken (met veel weidevogels) af te
h e d e n komen voor op percelen binnen de natuurgebieden
sluiten.
waar ook contracten voor agrarisch natuurbeheer (SN L A01) zijn afgesloten.
»De natuurgebieden in het zuidelijk deel van Waterland zijn in t o e n e m e n d e mate van belang voor weidevogels, en dus
Percelen met agrarische natuurbeheer herbergen meer w e i
ook voor realisatie van het provinciale beieid. De combinatie
devogels dan de percelen zonder agrarisch natuurbeheer.
EHS en agrarisch natuurbeheer líjken het meest gunstig. O m
Verder zijn de dichtheden op d e percelen met beheertypen
inzicht te krijgen in de factoren die dit bepalen is een nadere
m e t een rustperiode veel hoger dan o p percelen m e t legsel
analyse g e w e n s t
beheer. N a t u u r g e b i e d e n m e t beheertype N13.01 voldoen g e m i d Uit d e vergelijking van de ruimtelijke patronen van d e vier
d e l d g e n o m e n aan d e kwal iteitscriteria voor w a t betreft d e
tellingen in d e periode 19992012 blijkt dat weidevogels zich
d i c h t h e i d d i e v o o r d i t beheertype gelden.
steeds meer terugtrekken naar kleinere gebieden d i e bijna a l tíjd samenvallen m e t natuurgebieden e n / o f gebieden m e t
U i t de verschillen in dichtheid in d e natuurgebieden (EHS)
h o g e waterpeilen.
blijkt d a t d e o m s t a n d i g h e d e n voor weidevogels in het deel g e b i e d Waterland Oost kennelijk beter zijn dan in d e deelge
Binnen d e natuurgebieden is de afname van weidevogels in
Landschap Nootd-Holland - Weidevogels in het zuidelijk deel van Waterland, 2012
bieden Varkenslande.o. en llperveld e.o.
C) Brieven veehouders (2 x)
Aan de Gemeenteraad van Waterland en aan het College van B&W Pierebaan 3 1141GV Monnickendam
Onderwerp; Fietspad Overleek/Broek in Waterland
4 februari 2014
Geachte Raad en College,
Ik kreeg onlangs de plannen onder ogen van een fietspad dat van Overleek naar Broek in Watertand 20u moeten gaan lopen. Door een bureau (Tauw) zijn 3 varianten op een plattegrond-kaartje ingetekend. Ik las in de krant dat de variant die de Raad heeft gesteld, de voor de natuur minst schadelijke, niet haalbaar is omdat mijn buurman H. van Wijnbergen geen toestemming wil verlenen. Oe andere twee varianten staan ingetekend op percelen weiland die bij mij in gebruik zijn. Ik neem aan dat het fietspad, zoals in de krant stond vermeld, van de baan is. Maar mocht u tóch denken aan een omschakeling naar één van de twee andere varianten dan deel ík u hierbij alvast mee dat ik daar ook niet mijn toestemming aan wil verlenen.
Hoogachtend,
J. Roe leve ld Overleek 30 1141 PE Monnickendam
Het College van B&W van de gemeente Waterland Ter attentie van de wethouder, de heer P.Kools Pierebaan 3 1141 GV Monnickendam
Onderwerp; Wandelpad Overleek/Broek in Waterland
9 oktober 2013
Geacht College, Geachte heer Kools,
Uit de pers hebben wij vernomen dat er vergevorderde plannen zijn om een fietspad aan te leggen over het huidige wandelpad naar de badkuip-wandelroute. Dit pad loopt over het door ons van Staatsbosbeheer gepachte weiland en over ons eigen erf en eigen land, grenzend aan Overleek. W i j hebben in 2003 ingestemd m e t een wandelpad in goed overleg met de betreffende instanties. Wij vinden het vreemd en onfatsoenlijk dat met ons, als bewoners en eigenaars van het perceel waar de route overheen zou moeten voeren, geen enkel vooroverleg is geweest, terwijl er nu zelfs subsidie voor dít fietspad is aangevraagd, want in dat stadium zijn de plannen al. U had zích veel moeite kunnen besparen. W i j hebben destijds namelijk ingestemd met een wandelpad voor de echte natuurliefhebbers maar willen onder geen voorwaarde een doorgaand fietspad over onze grond hebben. Dat zal leiden tot nóg meer drukte over ons erf en langs onze boerderij' en ons vee en dat willen wij niet. Wij hopen dat u deze mededeling, waaraan wij niets meer willen en zullen veranderen, kunt doorgeven aan de gemeenteraad.
Hoogachtend,
ăùÂ
Familie H.J .M van Wijnbergen Overleek 24 1141 PE Monnickendam
Cc Staatsbosbeheer
D) Subsidies - Mail dec. 2013 provincie N-Holland - Mail dec. 2013 Stadsregio Amsterdam
Maarten Bakker schreef op 9-12-2013 14:51:
ïï\ail
Stock
ckc-
*zoi3
Geachte heer Klaver, Een coílega van mij heeft hierover contact gehad met gemeente Waterland. Medio augustus heeft de gemeente een subsidieaanvraag ingediend voor het fietspad. Dit hebben wij toen op basis van twee gronden afgewezen: «
De inrichtingsvorm
»
De openstelling
Dit speelde in de periode augustus ļ september. De conceptsubsidieaanvraag is eind september niet verder gebracht. Sindsdien hebben we geen aanvullende informatie over het pad ontvangen. Met vriendelijke groet, Maarten Bakker Stadsregio Amsterdam 0205273771 V a n : Andre KLaver rmatlto:
[email protected] V e r z o n d e n : maandag 9 december 2013 12:48 Aan: Maarten Bakker Onderwerp: Re: Subsidie gemeente Waterland ; Wandelpad/fietspad Urgentie: Hoog
Geachte heer Bakker In de laatste gemeenteraadsvergadering (eind november) suggereerde de wethouder in info aan de raad dat de Stadsregio best wilde meewerken een een fietspadplan maar dat het dan zou moeten gaan om een geasfalteerd traject (ipv een natuurlijke ondergrond) Ik mail je tevens een onderzoek van Bureau Tauw over de trajecten. Let met name ook op de afsluiting tijdens het broedseizoen (maart/juli) Ik kan mij ook vanuit dat gegeven niet voorstellen dat Stadsregio nu het pad niet is opgenomen in het beoogde netwerk, daar alsnog wél aan zou willen bijdragen. Kunt u mij even "bijpraten" over de stand van zaken op dit moment ??? m vr gr 2
Andre Klaver From:
Sent: To:
Subject:
Andre K Laver [
[email protected]] dinsdag 11 februari 2014 22:18 Andre K laver Fwd: RE: Subsidie gemeente Waterland ; Wandelpad/fietspad
Origineel bericht Onderwerp:RE: Subsidie gemeente Waterland ; Wandelpad/fietspad Datum:Mon, 09 Dec 2013 14:03:45 +0000 Van:Maarten Bakker <M .Bakkerfgļstadsreflioamsterdam.n^ Aan:'Andre KLaver'
Beste heer K laver, Qua inrichtingseisen is asfalt het streven maar zou een tegelpad of betonpad ook volstaan mits goed verlicht of ingericht met kantmarkering. Qua openstelling ís in beginsel volledige openstelling een uitgangspunt. Maar slechts 7596 openstelling per jaar past niet binnen het "utilitaire" netwerk. Met vriendelijke groet, Maarten Bakker Stadsregio Amsterdam 020-5273771
Aanvullende vragen aan Stadsregio Is er qua inrichtingsvorm door de Stadsregio "asfalt" gesteld ipv een zogenaamde natuurlijke ondergrond (schelpenpad) ? Is er qua openstelling "volledige openstelling" gesteld door de Stadsregio ?
gr André Klaver
i
Op 20-8-2013 15:41, Maarten Bakker schreef: Beste heer Klaver, Via een collega heb ik uw bericht ontvangen. We hebben inderdaad contact gehad met de gemeente Waterland over een eventuele subsidieaanvraag voor dit fietspad. Ik zeg bewust eventueel omdat we deze t o t op heden niet ontvangen hebben (meer dan een kaartje van de door de gemeente gewenste route heb ik niet). Wij baseren onze subsidies op een fietsnetwerk dat we a!s Stadsregio samen met de gemeenten hebben opgesteld. Het is ook goed om daarbij te benadrukken dat ons fietsnetwerk vooral bedoeld is voor woon-werk of w o o n school verplaatsingen en niet voor enkel recreatieve routes. Dit vermeldt u ook in uw schrijven. Op dit moment valt deze route niet in ons netwerk en is een subsidiebijdrage zeker niet kansrijk. Tot op heden heb ik een dergelijk verzoek ook nog niet ontvangen. Ik hoop u hiermee, voor dit moment, voldoende geïnformeerd te hebben. Mocht u verder nog vragen of opmerkingen hebben dan verneem ik deze graag en zal proberen deze te beantwoorden. Met vriendelijke groet, Maarten Bakker Stadsregio Amsterdam 020-5273771
Andre Klaver From: Sent: To: Subject:
Andre KLaver [[email protected]] dinsdag 11 februari 2014 22:11 Andre Klaver Fwd: RE: Subsidie fietspad Overleek-FJroek
— Origineel bericht Onderwerp:RE: Subsidie fietspad Overleek-Broek Datum:Mon, 16 Dec 2013 09:37:51 +0000 Van:Ron, dhr. mr. A.P. (Paul) de Aan: Andre KLaver
Geachte heer K laver, Het maximale percentage dat de provincie subsidieert is 5094 van de subsidiabele (investeringskosten, voorbereidingskosten) kosten tot een maximum van C 1.000.000,-. Dit betekent dat de gemeente Waterland ergens anders nog 3096 dient te vinden indien de gemeenteraad de eis stelt dat 8094 van de kosten uit subsidies dient te komen.
met vriendelijke groet Paul de Ron Beleidsadviseur Recreatie Provincie Noord-Holland Directie Beleid, sector Natuur, Recreatie en Landschap Houtplein 33 Postbus 3007 2001 DA Haarlem
^àààf
* f p j Provincie İ W İ Noord-Holland S 023 - 514 37 55 (doorgeschakeld naar mobiel) fax 023 - 514 30 30 E l [email protected]
Andre Klaver From: Sent: To: Subject:
Andre KLaver [[email protected]] dinsdag 11 februari 2014 22:10 Andre Klaver Fwd: RE: Re: Subsidie fietspad OverleekBroek
Origineel bericht Onderwerp:RE: Re: Subsidie fietspad Overleek-Broek Datum:Fri,20Dec2013 16:31:43 +0000 Van:Ron, dhr. mr. A.P. (Paul) de AamAndre KLaver
Geachte heer Klaver, Bij de verlening van een subsidie dienen alle wettelijke vergunningen en toestemmingen geregeld te zijn. Indien het fietspad gelegen is in of naast een kerngebied (wat ik niet kan beoordelen) dient dat met de verantwoordelijke overheidsinstantie afgestemd te zijn. Als die toestemming er niet is zal de subsidie ook niet verleend worden. met vriendelijke groet Paul de Ron Beleidsadviseur Recreatie Provincie Noord-Holland Directie Beleid, sector Natuur, Recreatie en Landschap Houtplein 33 Postbus 3007 2001 DA Haarlem
\âââŕ
JM Provincie m Noord-Holland
S
023 - 514 37 55 (doorgeschakeld naar mobiel) i