Voorbereiding op een operatie bij diabetes
Binnenkort wordt u opgenomen in het Radboudumc vanwege een operatie. Tijdens de opname kunnen uw bloedsuikers gaan schommelen. Dit komt omdat u nuchter moet zijn voor de operatie en ook door de operatie zelf. Om uw herstel van de operatie zo goed mogelijk te laten verlopen, is het belangrijk dat uw bloedsuikergehalte rondom de operatie goed is geregeld. In deze folder krijgt u uitleg over hoe u zich met uw diabetes kunt voorbereiden op de operatie.
Dag vóór de operatie
Meting Als u zelf een bloedsuikermeter heeft, meet dan uw bloedsuiker op de volgende momenten: nuchter (N), voor de lunch (VL), voor het avondeten (VA), voor het slapen gaan (VS). Operatie in dagbehandeling Als u na de ingreep op dezelfde dag nog naar huis gaat volgt u voor uw diabetesmedicatie het door de anesthesist aangekruiste advies in de tabel op bladzijde 5 (Bijlage 1). Overige operaties Als u na de ingreep blijft overnachten in het ziekenhuis volgt u voor uw diabetesmedicatie het door de anesthesist aangekruiste advies in de tabel op bladzijde 6 (Bijlage 2). In de meeste gevallen is aanpassing van uw medicatie op de dag voor de operatie niet nodig. Afhankelijk van de ingreep kan het noodzakelijk zijn om, als u metformine gebruikt, dit middel een dag voor de operatie te staken. De anesthesist geeft in het schema aan of dit noodzakelijk is.
Dag van de operatie
Neemt u bij opname in het ziekenhuis het volgende mee: Uw diabetesmedicatie (pillen en/of insuline). Neem ook mee (als u deze heeft): bloedglucosemeter en strips, insulinepennen en - naalden, dagboek en reservematerialen bij gebruik van een insulinepomp zoals slangetjes en naalden.
• •
1
Als u zelf een bloedsuikermeter heeft, meet dan uw bloedsuiker op de volgende momenten: nuchter (N), voor de lunch (VL), voor het avondeten (VA), voor het slapen gaan (VS). Als uw bloedsuiker te laag wordt, mag u dextrotabletten innemen, dit staat het nuchter zijn niet in de weg. Operatie in dagbehandeling Als u op de dag van de ingreep nog naar huis gaat volgt u voor uw diabetesmedicatie het door de anesthesist aangekruiste advies in de tabel op bladzijde 5. Overige operaties Op de dag van de operatie neemt u geen eigen diabetesmedicatie in en spuit u zelf geen insuline.
Tijdens uw opname Diabetesmedicatie Operatie in dagbehandeling Als de operatie langer dan twee uur duurt brengt de verpleegkundige op de dag van de operatie bij u een infuus in en krijgt u in de periode dat u nuchter moet zijn een insuline-infuus om uw bloedsuiker te regelen. Als u na de operatie weer zelf kunt eten en drinken, start u weer met uw eigen diabetesmedicatie (pillen/insuline) en wordt het infuus gestopt. Overige operaties Op de dag van de operatie brengt de verpleegkundige een infuus bij u in, en krijgt u in de periode dat u nuchter moet zijn een insuline-infuus om uw bloedsuiker te regelen. Als u na de operatie weer zelf kunt eten en drinken, wordt uw eigen diabetesmedicatie (pillen/insuline) weer gestart en wordt het infuus gestopt.
2
Bloedsuikercontrole Tijdens de opname kunnen uw bloedsuikers gaan schommelen. Aangezien u nuchter moet zijn voor de operatie kan uw bloedsuiker te laag worden. Door de operatie zelf, de aanpassing van uw diabetesmedicatie rondom de operatie en omdat u tijdens opname minder actief bent dan normaal, kunnen uw bloedsuikers hoger worden. Voor de operatie en in de eerste dagen na de operatie controleert u of de verpleegkundige daarom dagelijks minimaal vier keer per dag een bloedsuikerwaarde. Controle vindt in ieder geval plaats nuchter (of +/-7.00uur), voor de lunch (of +/-12.00uur), voor het avondeten (of +/-17.00uur) en voor het slapen gaan (of +/- 22.00uur). Extra controles van de bloedsuiker worden uitgevoerd als uw bloedsuiker te hoog of te laag is. Direct voor, tijdens en na de operatie wordt uw bloedsuiker ook extra gecontroleerd. Streefwaarden Een goede bloedsuiker draagt bij aan een voorspoedig herstel van de operatie. Tijdens en rondom de operatie wordt daarom gestreefd naar een bloedsuiker tussen de 6 en de 10. Bijregeling Als de bloedsuiker hoger is dan 10 krijgt u extra insuline bijgespoten, ook als u thuis geen insuline gebruikt. Vooral in de eerste dagen na de operatie kan het voor komen dat dit nodig is om de bloedsuiker binnen de streefwaarden te houden. Als het vaak nodig is om u extra insuline bij te spuiten, wordt een internist om advies gevraagd. Zelfcontrole en zelfregulatie Als u gewend bent uw eigen bloedsuikers te meten, kunt u hier tijdens opname mee doorgaan als u dit wilt. De verpleegkundige controleert dan bij opname uw bloedsuikermeter. In de periode rondom de operatie dat u niet zelf kunt controleren neemt de verpleegkundige het van u over. De bloedsuikerwaarden noteert u in uw eigen dagboek. De verpleegkundige neemt bij de controletijdstippen de bloedsuikerwaarden over op de verpleegkundige registratielijst.
3
Als u gewend bent om zelf uw dosering insuline aan te passen op de hoogte van uw bloedsuikers en ook zo nodig kortwerkende insuline bijspuit op basis van de hoogte van uw bloedsuikers (zelfregulatie), kunt u hier tijdens opname onder bepaalde voorwaarden mee doorgaan. Bij opname in het ziekenhuis kunt u de verpleegkundige vragen om een papieren instructie met daarin de afspraken over het uitvoeren van zelfregulatie tijdens ziekenhuisopname. Aanspreekpunt Tijdens opname is de verpleegkundige die voor u zorgt samen met de zaalarts verantwoordelijk voor het regelen van uw bloedsuikers. Binnen het ziekenhuis zijn duidelijke afspraken gemaakt over de diabetesbehandeling rondom een operatie. In deze afspraken staat ook wanneer overleg moet plaats vinden met een diabetesspecialist (internist of diabetesverpleegkundige). Als u vragen heeft over uw diabetesbehandeling kunt u deze stellen aan de verpleegkundige die op dat moment voor u zorgt of aan de zaalarts. Als zij uw vraag niet kunnen beantwoorden zoeken zij contact met een diabetesspecialist (internist of diabetesverpleegkundige). Indien u zelf inschat dat het nodig is om met een internist of diabetesverpleegkundige te overleggen over uw diabetesbehandeling tijdens opname, kan de verpleegkundige uw verzoek doorgeven aan de internist/diabetesverpleegkundige.
Tot slot
Wanneer u na het lezen van deze folder nog vragen heeft over uw diabetesbehandeling rondom de operatie, kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met de polikliniek Anesthesiologie, telefoonnummer 024 -361 04 39. Tijdens opname op de verpleegafdeling kunt u uw vragen over de diabetesbehandeling stellen aan de verpleegkundige die voor u zorgt.
4
Bijlage 1: Thuismedicatie diabetes operatie dagbehandeling Diabetes Medicatie
Dag voor de ingreep
Dag van de ingreep
Na de ingreep
Bloedglucose
Tabletten innemen
Ochtenddosis tabletten
Tabletten hervatten.
verlagende tabletten
zoals gebruikelijk.
overslaan*.
Overgeslagen dosis
1x daags langwerken-
Insuline spuiten zoals
Ochtenddosis insuline
Helft van de ochtend-
de insuline
gebruikelijk.
overslaan*
dosis insuline spuiten.
1x daags langwerken-
Verlaag de dosering
Geen extra maat-
Insuline ‘s avonds in
de insuline ‘s avonds.
met 25%.
regelen*
gebruikelijke dosis
tabletten niet inhalen.
‘s ochtends.
Toe te dienen dosis:
spuiten.
............ eenheden (aan te geven door de anesthesist) 2x daags insulinemix.
Insuline spuiten zoals
Ochtenddosis insuline
Voor de middagmaal-
gebruikelijk.
overslaan*
tijd de helft van de ochtenddosis insuline spuiten. Voor de avondmaaltijd de gebruikelijke dosis insuline spuiten.
Kortwerkende insuline
Insuline spuiten zoals
Ochtenddosis insuline
Voor de middagmaal-
gebruikelijk.
overslaan*
tijd en avondmaaltijd de gebruikelijke dosis insuline spuiten.
Insulinepomp
Basaalstand pomp en
Ochtendbolus over-
Basaalstand van de
bolussen zoals gebrui-
slaan*.
pomp weer op de
kelijk.
Op geleide van de
gebruikelijke hoeveel-
bloedglucose tijdelijk
heid.
de basaalstand verla-
Bolussen zoals ge-
gen (bv. nachtstand).
bruikelijk.
* Bij glucose lager dan 6 voor de ingreep: 2 dextrotabletten. Dit staat het nuchter zijn niet in de weg.
5
Bijlage 2: Thuismedicatie diabetes operatie met opname
Diabetes Medicatie
Dag voor de ingreep
Dag van de ingreep
Bloedglucose verlagende
Geen metformine innemen/
Ochtenddosis tabletten over-
tabletten
metformine innemen als
slaan*
gebruikelijk (aan te geven door de anesthesist). Eventuele andere diabetes tabletten innemen zoals gebruikelijk. 1x daags langwerkende
Insuline spuiten zoals gebrui-
Ochtenddosis insuline over-
insuline ‘s ochtends.
kelijk.
slaan*.
1x daags langwerkende
Verlaag de dosering met 25%.
Geen extra maatregelen*.
insuline ‘s avonds.
Toe te dienen dosis: ......... eenheden (aan te geven door de anesthesist).
2x daags insulinemix. Kortwerkende insuline. Insulinepomp
Insuline spuiten zoals gebrui-
Ochtenddosis insuline over-
kelijk.
slaan*.
Insuline spuiten zoals gebrui-
Ochtenddosis insuline over-
kelijk.
slaan*.
Basaalstand pomp en bolus-
Ochtendbolus overslaan*.
sen zoals gebruikelijk.
Op geleide van de bloedglucose tijdelijk de basaalstand verlagen (bv. nachtstand).
6
Noteer hier uw vragen
8
9
Adres Polikliniek Anesthesiologie Hoofdingang Geert Grooteplein-Zuid 10, route 636 6525 GA Nijmegen Contact 024 - 361 04 39
Radboud universitair medisch centrum
08-2011-7078