Een operatie bij anuskloofjes
Inleiding De chirurg heeft met u besproken dat u geopereerd gaat worden aan uw anus omdat u anuskloofjes heeft. Voor deze operatie wordt u in het ziekenhuis opgenomen. In deze folder leest u meer over deze operaties.
Anuskloofjes Een anuskloofje is een scheurtje in het slijmvlies van de anus. Het scheurtje kan veroorzaakt worden door een te hoge spanning in de kringspier van de anus. Een scheurtje kan op alle leeftijden ontstaan, maar het ontstaat het vaakst tussen het twintigste en vijftigste levensjaar. Dit kan een scherpe pijn veroorzaken tijdens en vlak na de stoelgang. Deze pijn kan uren duren. Daarbij kunt u ook een beetje helderrood bloed verliezen. Het anuskloofje is een wondje dat telkens weer opengaat bij de stoelgang. Hierdoor krijgt dit niet de kans om te genezen. Vaak wordt eerst geprobeerd om met een zalf (i.S.D.N.-zalf) de verhoogde spanning op te kringspier te verminderen. Bij ongeveer 70% van de mensen helpt dit. Verder kan een soepeler stoelgang de klachten ook verminderen. Hiervoor moeten meer vezels gegeten worden. Als de zalf en de soepelere stoelgang onvoldoende helpen, is een operatie aan de kringspier nodig.
1
Voorbereiding Pré-operatieve screening Om er zeker van te zijn dat u de operatie lichamelijk aan kunt, wordt u een aantal weken voor uw operatie onderzocht door de anesthesioloog. Dit is de zogenaamde pré-operatieve screening. De anesthesioloog bespreekt de mogelijkheden van anesthesie en pijnbestrijding met u. Deze operatie kan zowel onder algehele narcose als onder plaatselijke verdoving (ruggenprik) worden uitgevoerd. Verder krijgt u een beperkt lichamelijk onderzoek. Het onderzoek kan uitgebreid worden met aanvullend onderzoek zoals bloedonderzoek, ECG (hartfilmpje) en een longfoto. Soms kan het nodig zijn dat andere specialisten uw conditie beoordelen bijvoorbeeld een internist, cardioloog of longarts. Intakegesprek U heeft een gesprek met de intakeverpleegkundige. Deze verpleegkundige stelt u vragen over uw ziektevoorgeschiedenis en geeft u informatie over de opname in het ziekenhuis. Als u zelf vragen heeft kunt u die uiteraard kunt u deze uiteraard ook stellen. Medicijngebruik Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, bespreekt de anesthesioloog met u hoeveel dagen voor de operatie u tijdelijk moet stoppen met deze medicijnen. Soms is het nodig om tijdelijk andere medicijnen te gebruiken. Als de anesthesioloog dit niet met u heeft besproken, belt u dan met de pré-operatieve polikliniek om dit aan te geven. Overgevoeligheid of allergie De chirurg, anesthesioloog en verpleegkundige vragen u of u overgevoelig bent voor bepaalde medicijnen, bijvoorbeeld antibiotica. Als u overgevoelig bent, probeert u dan te achterhalen om welk medicijn het gaat. Uw huisarts en apotheek kunnen u hier meestal over informeren.
2
Dag voor de operatie Een medewerker van het Bureau Opname bespreekt met u de datum van uw opname. Ook krijgt u te horen op welke afdeling u wordt opgenomen. De dag voor uw operatie belt u tussen 15.00-16.00 uur naar de afdeling waar u opgenomen wordt. U hoort dan het tijdstip van uw operatie en het tijdstip waarop u opgenomen wordt. Als u op maandag wordt geopereerd, dan belt u op vrijdag. Voorbereidingen thuis Neemt u alle medicijnen die u gebruikt, in de originele verpakking, mee naar het ziekenhuis op de dag van uw opname. Brengt u naast uw nachtkleding en toiletartikelen, pantoffels of slippers mee. Ook wanneer u voor dagbehandeling komt. Op de dag van de operatie neemt u thuis een douche, daarna mag u geen bodylotion gebruiken. We vragen u uw sieraden thuis te laten en uw piercings uit te doen. Op de dag van de operatie mag u geen make-up en nagellak dragen. Als u kunstharsnagels draagt gelden de volgende regels. Zijn de kunstharsnagels blank gelakt, dan hoeft u ze niet te verwijderen. Zijn de kunstharsnagels niet blank gelakt, dan moet u één nagel per hand verwijderen. Houdt u er rekening mee dat u geen contactlenzen, bril, gehoorapparaten of kunstgebit mag dragen op de operatiekamer.
Dag van de operatie U wordt meestal op de dag van de operatie opgenomen. Voor deze operatie moet u nuchter zijn. De regels over nuchter zijn leest u in de folder “Anesthesie en pré-operatieve screening”.
3
U meldt zich op het afgesproken tijdstip op de verpleegafdeling. De verpleegkundige legt u de gang van zaken op de verpleegafdeling uit en controleert de gegevens die tijdens uw intakegesprek zijn genoteerd. Als er geen intakegesprek plaatsgevonden heeft, stelt de verpleegkundige u nog een aantal vragen over uw gezondheid. Vooraf is niet aan te geven op welke kamer u komt te liggen. Dit is afhankelijk van de beschikbare bedden die er op het moment van uw opname zijn. Op de afdeling wordt gemengd verpleegd. Dit betekent dat mannen en vrouwen op dezelfde kamer kunnen liggen. De verpleegkundige geeft u voorbereidende medicijnen voor de anesthesie. Dit bestaat vaak uit een rustgevend medicijn en een pijnstiller. Het gebied rondom uw anus wordt geschoren. Soms is het scheren door de pijnklachten niet mogelijk. Daarna krijgt u een operatiehemd aan. De verpleegkundige brengt u vervolgens met bed naar de operatieafdeling. Op de operatieafdeling wordt een infuus ingebracht. De anesthesioloog geeft u de afgesproken anesthesie.
4
De operatie Op de operatie-afdeling geeft de anesthesioloog u de afgesproken anesthesie. De chirurg kan de operatie op verschillende manieren uitvoeren: De kringspier wordt voorzichtig wat opgerekt. Hierdoor wordt de kringspierspanning tijdelijk wat verlaagd. Het chronische wondje wordt zo ontlast, waardoor dit kan genezen. Meestal zijn de klachten na deze operatie verdwenen. Als de klachten niet verdwijnen, kan een andere operatie worden uitgevoerd: een Laterale (= zijkant), Interne (= inwendige) Sphincterotomie (= kringspierdoorsnijding). Afgekort tot LIS. Hierbij wordt de verhoogde spanning van de kringspier verminderd door een klein stukje van de binnenste kringspier in te knippen. Het operatiewondje wordt open gelaten. Dit is om de kans op infecties zo klein mogelijk te maken. Ook een combinatie van beide operaties is mogelijk.
Na de operatie U wordt naar de verkoeverkamer (uitslaapkamer) gebracht. Uw hartslag en bloeddruk worden regelmatig gemeten. De verpleegkundige let op nabloeden. Als u pijn heeft of misselijk bent, krijgt u medicijnen tegen de pijn en/of misselijkheid. Zodra u goed wakker bent en de controles stabiel zijn,wordt u naar de verpleegafdeling teruggebracht. Als u niet misselijk bent, mag u weer eten en drinken. Meestal kunt u dezelfde dag weer naar huis. Meestal komt de chirurg of zijn assistent nog bij u langs. Lukt dit niet dat spreekt u uw chirurg op de polikliniek. Zo nodig krijgt u een recept voor medicijnen en verband mee.
5
Nazorg Na de operatie moet de wond aan uw anus genezen. We raden u aan onderstaande adviezen op te volgen. Eet voldoende plantaardige vezels (zemelen, bruin brood etc.). Neem dagelijks een kommetje yoghurt of kwark met zemelen als aanvulling. Drink voldoende (1 liter water per dag extra). Als de ontlasting toch nog te hard is kan de arts u een laxeermiddel voorschrijven. Zodra u aandrang voelt, gaat u naar het toilet. Houdt de ontlasting niet op. Houd uw anus schoon met een nat doekje zonder zeep of door te douchen. U mag niet ruw afvegen. Droog de anus en de huid eromheen zorgvuldig en voorzichtig af door te deppen. Als u zeep wilt gebruiken, gebruik dan een 'zeepvrije' zeep. Neem altijd vochtig toiletpapier mee. U kunt deze bij de drogist ook in eenmalige verpakking (reisverpakking) kopen. Let er op dat deze doekjes geen alcohol en/of parfum bevatten. De stoelgang Na de operatie heeft u weinig pijnklachten. U zult al direct na de operatie merken dat ook de stoelgang nog maar weinig klachten geeft. Doordat de spanning in de kringspier verminderd is kan de controle over het ophouden van de ontlasting iets verminderd zijn. Dit bemerkt u doordat met name windjes en dunne ontlasting niet meer automatisch goed worden opgehouden. U moet het ophouden dan (tijdelijk) meer bewust doen: wanneer u een windje of wat vocht voelt aankomen, moet u de kringspier bewust aanspannen. Ook kunt u enig verlies van slijm en bloed bemerken. Houdt u de anus goed schoon. Vermijd ruw afvegen. U kunt uw anus schoonmaken met een natte washand(zonder zeep) of afspoelen met de douchekop. Dept u daarna de anus en omgeving zorgvuldig en voorzichtig droog. Indien u zeep gebruikt, gebruik dan zeepvrije zeep of zeepvrije douchegel.
6
Als u uitgaat, neemt u dan altijd alcohol- en parfumvrij vochtig toiletpapier mee. Regelmatig nemen van een kortdurend warm zitbad helpt de verhoogde spierspanning te verlagen. Om uw kleding te beschermen kunt u gebruik maken van absorberend verband (u kunt ook evt. maandverband hiervoor gebruiken). Alle klachten verdwijnen meestal binnen zes weken. Controle U krijgt een afspraak mee voor controle op de polikliniek.
Complicaties Bij alle operaties kunnen complicaties optreden. Dit komt zelden voor. Zelden verliest u blijvend de controle over het ophouden van (natte) windjes of dunne ontlasting. Een arts waarschuwen U moet direct een arts waarschuwen als: de wond fors nabloedt; de pijn erger wordt; de wond flink gaat zwellen; u koorts heeft boven de 38.5 C graden. Tijdens kantooruren belt u met de polikliniek Chirurgie. Buiten kantooruren belt u met de afdeling Spoedeisende Hulp van locatie Dordwijk, tel. (078) 652 32 10.
7
Tot slot Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, dan kunt u tussen 08.00 -17.00 uur bellen met de polikliniek Chirurgie. Zij zijn graag bereid uw vragen te beantwoorden. U kunt hier ook terecht met uw vragen als u zich zorgen maakt over het verloop van uw herstel. Ook voor het maken of verzetten van een afspraak bij de polikliniek Chirurgie, belt u voor alle locaties naar tel. (078) 652 32 50.
8
Albert Schweitzer ziekenhuis december 2015 pavo 0350