Fiche 7:
Voorbeelden en modellen
Voorbeeld 1: Koken als Erasmusstudent 1 Situatie Als Erasmusstudent verblijf je een paar maanden in Berlijn. Je kookt je eigen potje. Vandaag wil je je medebewoners verrassen met een typisch Duits gerecht. Je zoekt een recept op het internet/in een typisch Duits vrouwenblad. De koelkast is bijna leeg, de nodige ingrediënten ontbreken. Je schrijft een boodschappenlijstje, doet de nodige inkopen en gaat aan de slag. Vaardigheden en kennis - Op internet recept opzoeken (ict-‐opzoekvaardigheid) - Recept lezen (online-‐leesvaardigheid) - Op basis van recept Einkaufszettel maken (Lezen -‐ kopiërend schrijven) - Passende winkel zoeken (Woordenschat/Grammatica) - Koopgesprek beluisteren / lezen (luistervaardigheid – actief luisteren/ lezen) - Zelf inkopen doen (gespreksvaardigheid – grammatica) - Eventueel zelf bereiden (klas/video)
Fases 1. Das Rezept: Kartoffelsalat mit Würstchen (www.marions-‐kochbuch.de) 2. Was brauchen Sie: der Einkaufszettel 3. Wohin gehen Sie? die Geschäfte + “naar” a) Bilder aus dem Internet Begrippen Geschäft – Laden -‐ -‐handlung – Markt / Verschillende winkels b) Memory zum Einüben c) Wohin? Gehen in + NESE (gebruik van kleur: leervaardigheid) 4. Das Kaufgespräch a) Opbouwen mindmap (leervaardigheid) (voorspellen) b) Dialoog beluisteren: Zielfertigkeit + Mittelfertigkeit: Redemittel c) Dialoog naspelen: reproductie d) Grammatica: für mich/ ich hätte gern/ ich möchte/ ich nehme e) Dialoog: transfer op basis van opdrachtenkaartjes (met ingrediënten uit recept) 5. (Handelingsgericht: het recept ook bereiden)
Bron: naar Lore Casteleyn, Spes Nostra Heule
Voorbeeld 2: eine Geburtstagsparty Een samengestelde taaltaak. Je hebt een uitwisselingsleerling als gast. Juist in deze periode verjaart hij en je wil hem een verjaardagsparty geven zoals dat bij hen gebruikelijk is. Je wilt ook de andere uitwisselingsleerlingen op het feestje uitnodigigen. Voor het schoolproject werd ook een blog opgestart. Achteraf zet je een kort verslag op de blog van het uitwisselingsproject. Volgende opdrachten kunnen deel uitmaken van deze taaltaak: • Leesvaardigheid : organisatie van een ‘Geburtstagsparty’ in Duitsland (informatieve tekst): Je gaat op het internet op zoek naar gewoonten en gebruiken in Duitsland in verband met verjaardagsfeestjes. Je stemt het feestje daarop af. Startimpuls: zoek via het internet een antwoord op de vraag “ wie organisiert man eine Geburtstagsparty in Deutschland?”. • Leesvaardigheid: je zoekt op het internet een paar recepten voor een typisch Duits drankje en/of hapje dat je je gasten wilt aanbieden • Schrijfvaardigheid: Je nodigt de andere uitwisselingsstudenten uit voor het feest. Afhankelijk van de sterkte van de klas kan je deze opdracht tot een korte tekst die je via twitter of sms verstuurt, of je plaatst op de blog van het schoolproject een uitnodiging met wat meer duiding of je maakt een flyer met de voornaamste gegevens. • Schrijfvaardigheid: je schrijft een verjaardagskaart met een korte boodschap • Gespreksvaardigheid : je informeert bij zijn/haar Duitstalige vrienden of het gebruikelijk is een geschenk aan te bieden, en zo ja, welk geschenk zou je dan kunnen geven? • Gespreksvaardigheid: je onthaalt de andere uitwisselingsstudenten op het feestje, je wenst de jarige geluk met zijn verjaardag en je wisselt wat nieuwsjes uit. • Gespreksvaardigheid: Je geeft over de telefoon informatie hoe men de locatie kan bereiken. • Schrijfvaardigheid: je schrijft op de blog van het uitwisselingsproject een verslagje van de Geburtstagsparty, lengte 100 à 150 woorden. Afhankelijk van de sterkte van de klas kan je hier meer of minder gestuurd werken. In een leergesprek met de leerlingen zou je bv. kunnen onderhandelen over welke inhoudelijke items hier aan bod moeten komen, welke criteria je zult gebruiken bij de evaluatie … Oefeningen : o.a. woordenschat i.v.m. “feesten”, grammaticale items: Perfekt/ Imperfekt van haben/sein/werden / Zeit-‐ und Ortsangaben – Redemittel: Gefallen ausdrücken/ uitnodigen/onthalen … / Interkulturelles: Feesten en gebruiken
Voorbeeld 3: Oefeningen en opdrachten als voorbereiding op een taaltaak Situatie: Je neemt deel aan een uitwisselingsproject met de school. Om het bezoek voor te bereiden is er een mailproject opgestart. Na een paar mails waarin jullie je hebben voorgesteld, stuurt je partnerstudent een mail met o.a. een foto van zijn huis. Hij wil ook graag weten hoe jij leeft en woont.
Fase 1: aanbrengen van woordenschatmateriaal a) huis/ligging b) eigen slaap/studeerkamer via bv.: foto – plattegrond met begrippen, beschrijving met foto/plattegrond, eventueel via ict-‐tool, zoals Ikea-‐Wohnplaner.
Fase 2: van reproductie naar transfer via bv.: beschrijving laten lezen/horen -‐> plan uittekenen, op plan intekenen Lückentext laten invullen, ontdek de 7 verschillen: was fehlt?
Fase 3: aanbrengen van grammatica “plaatsaanduidend” via bv.: visueel: bijwoorden/ vz+ A/D (toestand)/ Redemittel uit een tekst rond het thema laten afleiden
Fase 4: handlungsorientiert leraar geeft instructie: In der Mitte steht …, hinter …, links oben …/ leerling tekent – neemt in klas een plaats in
Fase 5: Een overzicht met behulp van paradigma’s neben dem a neben der b neben dem c d e f
Fase 6: Van reproductie naar transfer Partnerarbeit: ll beschrijven aan de hand van de bouwstenen voor hun medeleerling een kaart/een plattegrond …
Fase 7: leerlingen lezen en reageren op een mail van een pennenvriend(in), waarbij de vraag gesteld wordt om iets over hun huis te schrijven. De mail wordt als opdracht toegevoegd. Evaluatiecriteria: naast inhoud komen hier dus uitdrukkelijk ook aan bod: tekstkenmerken (mail), lexicale rijkdom (nieuwe woordenschat), grammaticale correctheid (nieuwe gram. Items), interculturele kennis (Haus/Wohnung – Woonvormen). Hulpmiddelen: woordenboek. Niet alle woordenschat zal immers aan bod gekomen zijn.
Voorbeeld 4: Een kleine taaltaak met sturing Sie sind Student an einer Hochschule in Aachen und wohnen dort mit anderen Studenten zusammen in einer Wohngemeinschaft. a) Camilla, eine Studentin aus Stuttgart, soll eigentlich etwas mehr im Haushalt mithelfen. Sie schreiben ihr einen Zettel mit der Verteilung der Arbeit für diese Woche. Het gaat hier om een eerste poging om haar iets duidelijk te maken. Denk dus goed na welke formulering je daarvoor het best kunt gebruiken. b) Kurt, een student uit Bayern, laat zijn kopjes, borden en glazen altijd vuil op het aanrecht rondslingeren. Je hebt hem er al tot vervelens toe aan herinnerd. Schreiben Sie auch ihm einen Zettel, den Sie auf seine Sachen kleben, damit er ihn nicht übersehen kann. Voorbeeld 5: Een kleine taaltaak – focus op lees-‐ en schrijfvaardigheid Je wil je Duits ook buiten de klas oefenen en je bent op zoek naar een pennenvriend die met jou in het Duits wil mailen. Tussenstappen: Lees eerst de volgende Anzeige en kijk hoe een dergelijk zoekertje opgebouwd is. Welke Redemittel en welk woordenschat kan je recupereren? Wat moet je nog opzoeken om je profiel goed te kunnen schetsen?
.
Registreer je op de website http://www.mailfriends.de en plaats je zoekertje in het Duits. Tussenstappen: hier kan de leraar ook een leesoefening tussenlassen waar hij bijvoorbeeld nagaat of de leerling de gebruiksvoorwaarden etc. wel goed gelezen heeft, wat eigenlijk een zeer authentieke opdracht zou moeten zijn en kadert binnen de leerdoelen Mediawijsheid. http://www.mailfriends.de/registrieren.html
Voorbeeld 6: een bedrijfsbezoek – een potentiële klant ontvangen Situatie Stellen Sie sich mal vor, Sie arbeiten in einer belgischen Firma und machen mit Deutschland Geschäfte. Sie haben vorigen Monat an einer Messe in Hannover teilgenommen und dort einige potentielle Kunden kennen gelernt. Sie haben diese Leute zu einem Besuch in die Firma eingeladen und der Chef hat Sie damit beauftragt, die Besucher durch die Firma zu führen. Was müssen Sie alles können und kennen um einen solchen Auftrag bestens erledigen zu können? à Hier bouwt de leraar samen met de ll een mindmap op. Zo wordt de leerling mede-‐eigenaar van de doelstellingen. Doelstellingen Nach dem Einüben dieses Selbstlernpakets können Sie -
in einem virtuellen Rundgang einen Besucher durch die Firma führen
-
ihm erklären wo sich die verschiedenen Abteilungen befinden
-
ihm erklären was in den einzelnen Abteilungen alles gemacht wird
-
dem Besucher den Weg zu diesen Abteilungen erklären
-
dem Besucher den Leiter einer Abteilung vorstellen
Dazu kennen Sie -
den Wortschatz zu den Themen: Abteilungen, Räume, Tätigkeiten,
-
die Redemittel zum Thema: den Weg erklären
-
das Präsens der Verben
-
das Passiv (3° Person Singular und Plural)
-
den Genitiv
-
die Wechselpräpositionen und ihre Antwort auf die Fragen Wo und Wohin?
Daarrond is dan een zelfleerpakket opgebouwd, vertrekkend vanuit een interactieve ppt.
Voorbeeld 7: taaltaken met een beperkt stappenplan Situatie Je bent onoplettend geweest bij het reizen met de trein en je stelt vast dat je koffer gestolen is. In deze koffer zaten al je kleren, je notebook, een paar studieboeken en je toiletartikelen. Je wil daarvan zo snel mogelijk bij de bevoegde instanties aangifte doen (en uiteraard ook aan je verzekering in Vlaanderen, maar dit werken we hier niet uit.) Als instap zou je een artikel over de problematiek kunnen laten lezen http://www.spiegel.de/reise/deutschland/diebstahl-‐von-‐gepaeck-‐tipps-‐fuer-‐bahnfahrer-‐a-‐ 938392.html Tussentaken: (focus op leesvaardigheid) Neem op het internet een aantal sites door die je kunnen helpen adequaat in deze omstandigheden te reageren. Tot wie moet je je wenden? Is de DB verantwoordelijk? Welke stappen moet je zetten? Kernwoorden leren afleiden: bv. Diebstahl, haften, versichert, Fundbüro … - Hier kan je meer ondersteuning aanbieden door bv. zelf de sites mee te delen waarop ze de betreffende informatie kunnen verzamelen. o http://www.gutefrage.net/alles-‐zu/deutsche-‐bahn/diebstahl/1 o http://www.reisefrage.net/frage/diebstahl-‐in-‐der-‐deutschen-‐bahn-‐ist-‐das-‐versichert o http://www.gutefrage.net/frage/koffer-‐aus-‐zug-‐geklaut-‐wer-‐haftet o Minder ondersteuning bied je dan weer door enkel de homepage mee te delen. (focus op gesprekvaardigheid) Of je vraagt aan de inlichtingendienst in het station wat je moet doen. (focus op leesvaardigheid) Hij reikt je een foldertje aan met de nodige informatie. Je neemt het door en zet dan de nodige stappen. Eindtaak: Je doet schriftelijk aangifte van de diefstal en beschrijft de omstandigheden. Uiteraard zal je ook een soort inventarislijst moeten bijvoegen en de koffer kunnen beschrijven. Variatie: je bent onoplettend geweest en je liet een koffertje op de trein staan met een laptop en wat studieboeken.
Voorbeeld 8: een uitgebreide taaltaak ‘ Thema Dienstleistungen/Wohnen’ Situatie : Je plant een betaalbare vakantie in Zwitserland. Bij je zoektocht doorheen het internet, stoot je op de website van Jugendherberge Lugano. Je reserveert er een kamer (schriftelijk of telefonisch). Bij aankomst voer je een gesprek aan de balie en tijdens je verblijf schrijf je een kaartje of e-‐mail voor je Duitstalige vriend/in. Vaardigheden en kennis • • • • •
Opzoekvaardigheid : Op een efficiënte manier online info opzoeken Leesvaardigheid: Toepassing van leesstrategieën – online lezen : globales, selektives en intensives Lesen Schrijfvaardigheid: Toepassing van richtlijnen bij het schrijven van een brief/ e-‐mail / kaartje – met behulp van bouwstenen Gespreksvaardigheid: Toepassing van richtlijnen bij het voeren van een telefoongesprek en van een gesprek aan de hotelbalie Functioneel gebruik van kennis: o woordenschat i.v.m. reservering, reizen, beschrijving accomodatie o grammaticale kennis : es gibt, plaatsaanduidende voorzetsels, Nom. Akk. Dat.
AUFGABE 1 : Informationen einholen (Leseverstehen-‐ Internetaktivität) B1 Rezeption schriftlich -‐ Kann die wichtigsten Informationen in alltäglichen informierenden Texten verstehen. Auf der Webseite http://www.luganoyouthhostel.ch/home.do (kies voor Duits) findet ihr die Antworten auf unten stehende Fragen. 1. Richtig (R) oder falsch (F) oder nicht im Text erwähnt (N)? Korrigiere die falschen Aussagen.
1. 2. 3. 4.
Das Zentrum von Lugano ist von der Jugendherberge aus leicht mit dem Bus erreichbar. Familien und Einzelpersonen können in der Jugendherberge übernachten. Es werden jeden Tag warme Mahlzeiten zubereitet und im großen Saal serviert. (Verdere inhoudsvragen beantwoordend aan het effectieve leesdoel.)
2. Beantworte folgende Textfragen. 1. Warum ist diese Jugendherberge ideal für Familien mit kleinen Kindern? 2. Ihr seid eine sehr sportliche Familie. Welche Ballsportarten gibt es alles?
3. Ihr seid eine sehr umweltbewusste Familie. Würdest du diese Jugendherberge wählen? Begründe deine Antwort 4. Ihr möchtet mit 4 Personen (2 Erwachsene, 2 Kinder von 5 und 1) ein Comfort Familienzimmer vom 31. Juli bis zum 5. August reservieren. Wie viel bezahlt ihr insgesamt in Euro für die Übernachtungen mit Frühstück?
AUFGABE 2 : Reservierung: Mail an das Jugendhotel (Schreibfertigkeit) A2 Interaktion schriftlich -‐ Kann in offiziellen Schreiben Gruß-‐, Anrede-‐, Bitt-‐ und Dankeformeln anwenden. -‐ Kann mit Hilfe von Textbausteinen/ Mustern einen Standardbrief schreiben, um Informationen einzuholen.
Je wil graag van 2 tot 9 juli een tweepersoonskamer met douche in jeugdhotel Lugano reserveren. Je wil ook nog graag een brochure en een plannetje van de omgeving krijgen. Informeer of je een voorschot moet betalen en dring aan op een bevestiging van de reservering. Alternatief: je laat de leerlingen via het online-‐formulier reserveren en naar informatie vragen.
Aufgabe 3: Telefongespräch A2 Interaktion mündlich -‐ Kann in einem Gespräch einfache Fragen beantworten und auf einfache Aussagen reagieren. -‐ Kann in vertrauten, alltäglichen Bereichen auf einfache Art und Weise Informationen austauschen. -‐ Kann in verschiedenen alltäglichen Situationen einfache Formen des Grüßens, der Anrede, von Bitten, Entschuldigungen und des Dankens anwenden. -‐ Kann das Wesentliche kurzer, einfacher, alltäglicher Telefonanrufe verstehen und entsprechend antworten. -‐ Kann in einfachen formellen Gesprächen wichtige Informationen verstehen und geben, wenn er/sie direkt danach gefragt wird. -‐ Kann einfache Informationen über Reisen und öffentlichen Verkehr einholen. Situatie: Je wil met drie vrienden in augustus een weekje naar de streek van Lugano. Je telefoneert met de jeugdherberg en informeert of er nog plaats vrij is. Het antwoord is positief. Je vraagt informatie over kamers en prijzen en over bereikbaarheid met de auto of het openbaar
vervoer. Je informeert ook of er sportaccommodatie is. Vraag om een schriftelijke bevestiging van je reservatie. Aufgabe 4 : Ankunft im Jugendhotel (Gesprächsfertigkeit) A2 Interaktion mündlich -‐ Kann in Alltagssituationen Informationen, die wesentlich auf Mengen-‐, Preis-‐ oder Terminangaben basieren, erfragen und austauschen. -‐ Kann in einem Gespräch einfache Fragen beantworten/ auf einfache Aussagen reagieren. -‐ Kann in vertrauten, alltäglichen Bereichen auf einfache Art und Weise Informationen austauschen. -‐ Kann in verschiedenen alltäglichen Situationen einfache Formen des Grüßens, der Anrede, von Bitten, Entschuldigungen und des Dankens anwenden. Situation: Je bent op doorreis in de streek en komt op 15 juli met 4 personen in de jeugdherberg aan. Je hebt vooraf niet gereserveerd en informeert of er nog een kamer voor 4 personen voor 3 nachten vrij is. Jullie hebben geen zin om de kamer met andere gasten te delen. Gelukkig is er nog een kamer vrij. Infomeer naar de prijs, ontbijt, sport-‐ en inkoopmogelijkheden. AUFGABE 5 : Karte oder E-‐Mail (Schreibfertigkeit) A2 Interaktion schriftlich -‐ Kann sehr einfache persönliche Briefe, Postkarten, E-‐Mails schreiben und darin Persönliches austauschen. -‐ Kann alltägliche Aspekte der eigenen Situation mit einfachen Mitteln beschreiben. Schreibe einen Bericht von 10-‐15 Sätzen an deinen deutschsprachigen Ferienfreund über deinen Aufenthalt im Jugendhotel. Beschreibe kurz die Lage des Hotels, dein Zimmer, die Ausstattung vom Hotel, die Einkaufsmöglichkeiten. Erzähle kurz über Freizeitaktivitäten, die du in der Umgebung machen kannst. Alternatief: het kan ook een tekst zijn op een facebookpagina, uiteraard met het daaraan aangepaste register. Opmerking In de procesfase kan je eventueel meer of minder sturen, zoals bv. door in een leergesprek of in onderhandeling de leerling te laten ontdekken waaraan hij/zij aandacht moet besteden om
de verschillende taaltaken en deeltaken inhoudelijk en vormelijk tot een goed einde te brengen. Je kan ook samen de evaluatiecriteria opstellen. Leergesprek bij de telefonische reservatie: In zo’n leergesprek kan bijvoorbeeld gebrainstormd worden wat inhoudelijk allemaal aan bod zal moeten komen, hoe de structuur van zo’n gesprek er meestal uitziet, welke Redemittel ze allemaal zullen nodig hebben, welke de interculturele “conventies” zijn bij een zakelijk telefoongesprek. Je kunt hen ook laten ontdekken welke grammaticale/lexicale items aan bod zullen komen, of ze die al beheersen, en of ze die nog kennen, en of ze weten waar ze dat alles nog even kunnen naslaan. Bij afspraken maken horen bijvoorbeeld: datum-‐ en tijdsaanduidingen. Je kunt ook met hen onderhandelen aan welke criteria moet voldaan zijn om van een geslaagde communicatie te spreken. In een tweede stap kan je hen het nodige materiaal aanreiken of het materiaal zelf laten ontdekken. Zo zou je in die tussenfase hen eerst een dergelijk telefoongesprek kunnen laten beluisteren en hen via de strategie van het actieve luisteren de structuur laten bekijken, Redemittel laten heraushören etc. Bij zwakkere groepen kan je eventueel vanuit de transcriptie van de luistertekst vertrekken.