Symposium Nederlandse Vereniging Onderwijsrecht 30 september 2010 1330 – 1700 uur
Voor wie is het mbo: deelnemers, bedrijfsleven of samenleving?
ACHTERGRONDINFORMATIE
Wat verwachten we van het middelbaar beroepsonderwijs: • dat deelnemers zich door dit onderwijs persoonlijk goed kunnen ontwikkelen, • dat zij een vak leren waarin zij aan de slag kunnen of • dat zij voldoende bagage meekrijgen voor bijvoorbeeld een hbo-opleiding? Deze vraag hangt al een tijdje boven de markt. Er is geen duidelijkheid welke kant het mbo op moet. Blijft dat de komende tijd zo of vinden we dat keuzen moeten worden gemaakt? Welke keuzen zijn dat dan en welke gevolgen heeft dat voor landelijk beleid, wet- en regelgeving? Hieronder treft u een selectie van passages aan uit (beleids-)documenten die raken aan deze thematiek. We voegen deze passages alvast bij het programma zodat u zich zo een beeld kunt vormen van waar sprekers en andere genodigden waarschijnlijk op in zullen gaan. De stellingen van de sprekers worden zo spoedig mogelijk nagezonden; deze zijn in ieder geval beschikbaar bij aanvang van het symposium.
Algemene Onderwijsbond, standpunten bvebve-sector op website “Onderwijsinstellingen zijn voor een groot deel autonoom. Ze mogen zelf hun koers bepalen. Met zoveel autonomie is het belangrijk dat er voldoende toezicht is. De AOb vindt dat de overheid eindverantwoordelijke ís en blíjft voor het onderwijs. De AOb wil dat de overheid toeziet op drie belangrijke punten: • Toezien op de toegankelijkheid van het onderwijs. • De kwaliteit van het onderwijs controleren. • Toezicht houden op een juiste besteding van het geld dat voor onderwijs is bedoeld.” Colo, brief aan de informateur d.d. 28 juni 2010 ”In het beroepsonderwijs kunnen bedrijven en scholen niet zonder elkaar. Dat vraagt om afstemming op alle niveaus: lokaal, regionaal, sectoraal en bovensectoraal. Vanwege de gesignaleerde bestuurlijke drukte is dit voorjaar op landelijk niveau voor één overlegtafel gekozen. Met elkaar werken scholen en bedrijven, ondersteund door
1 Het NVOR-symposium wordt georganiseerd in samenwerking met
de kenniscentra, aan gelijkwaardig partnerschap. Vertrouwen en samenwerking zijn nodig om de grote knelpunten in het beroepsonderwijs te lijf te gaan.” CommissieCommissie-Hermans/van Zijl, Naar meer doelmatigheid in het mbo. Tussenrapportage “Meer transparantie in de diplomastructuur ontstaat ook met diplomering op het niveau van het kwalificatiedossier. Wel blijven de differentiatie en het kwalificatieniveau voor student en bedrijfsleven herkenbaar en zichtbaar op het diploma. De reductie van het aantal diploma’s is groot. Naast diploma-eisen voor beroep, loopbaan en burgerschap bestaat het diploma uit 20% keuzeruimte, bijvoorbeeld te besteden aan nadere specialisatie, extra voorbereiding op vervolgonderwijs of aan regionale invulling.” Inspectie van het Onderwijs, Onderwijsjaarverslag 20082008-2009 “In 2008 gaven studenten hun opleiding gemiddeld een 6,9 en de instelling waar de opleiding onder valt een 6,3. Door de jaren heen zijn mbo-studenten iets tevredener over hun opleiding geworden, maar de tevredenheid over de instelling blijft hetzelfde. De tevredenheid van studenten die de opleiding voortijdig verlieten wordt in de JOB Monitor niet bepaald. Als die mee zou tellen, zouden de cijfers waarschijnlijk minder gunstig uitvallen.” “Uit het onderzoek van de inspectie in 2008 blijkt, dat ten aanzien van de diepgang van opleidingen weinig vooruitgang zichtbaar is. Studenten en bedrijven verwachten meer theoretische bagage. Een derde van de studenten (vooral uit de niveaus 3 en 4) vindt de opleiding te gemakkelijk, onvoldoende uitdagend en te weinig diepgaand in de theoretische vakken. Ook veel bedrijven betwijfelen of het niveau van de opleiding voldoende is voor een goede voorbereiding op de beroepspraktijk. Bedrijven en docenten vrezen dat competentiegericht onderwijs ten koste gaat van de diepgang en de algemene en theoretische bagage van studenten. Contacten met bedrijven en opleidingen in de beroepskolom zijn niet geïntensiveerd. Dat is juist van belang om beter praktijkleren en een goede doorstroming te realiseren.” JOB, Problemen bij inschrijving nieuwe opleiding, opleiding, juli 2010 “JOB krijgt ernstige klachten over problemen bij inschrijving. Bij de meeste opleidingen gaat het prima, maar sommige opleidingen maken er echt een potje van. Ze weigeren onterecht mensen bij de inschrijving. We hebben verschillende telefoontjes gehad van studenten die werden geweigerd omdat de school ze ‘te oud’ vond. Terwijl de meeste van deze studenten tussen de 20-30 jaar oud zijn. Maar een school mag iemand niet weigeren op grond van leeftijd. Iedereen moet een opleiding kunnen volgen, het mag niet uitmaken hoe oud of jong je bent! De MBO Raad, de vertegenwoordiger van alle roc’s, geeft aan dat de algemene lijn in het mbo is om nooit studenten te weigeren. "Een mbo zal een leerling hooguit adviseren of het wel verstandig is om een bepaalde opleiding te volgen. Leeftijd kan daarbij een rol spelen. De student kan dat advies gewoon naast zich neerleggen", zegt een woordvoerder (Brabants Dagblad). (…) Als we een school nabellen blijkt dat oudere studenten geweigerd worden omdat deze volgens hun minder kans hebben om hun diploma te halen. Het is dus bij een aantal opleidingen wel degelijk beleid. Hoe groot dit probleem is weten we niet zeker. Behalve leeftijd blijkt een handicap soms ook een reden tot weigering te zijn. Zeker is wel dat op meerdere scholen opleidingen zich schuldig maken aan een dergelijk beleid.”
2 Het NVOR-symposium wordt georganiseerd in samenwerking met
Koole, prikkelen tot meer en beter “De overheid speelt een cruciale rol bij het bevorderen van de samenwerking tussen bedrijfsleven en het onderwijs. Zij bepaalt het basisarrangement. In het huidige wettelijk arrangement zit de veronderstelling dat onderwijsinstellingen als vanzelfsprekend de legitimiteit zoeken van de omgeving waarin ze opereren. Voor zover het de relatie met het bedrijfsleven betreft, valt uit het onderzoek te leren dat die vanzelfsprekendheid er (nog) niet is. De bepalingen in het regelsysteem van het beroepsonderwijs die procesgericht zijn, hebben onvoldoende stimulerende werking om tot optimalisering van de samenwerking te komen. Onderwijsinstellingen kunnen zich relatief passief opstellen, er zijn dan geen gevolgen. Om die reden wordt aanbevolen om het regelsysteem van het beroepsonderwijs kritisch te beoordelen op prikkels voor de onderwijsinstellingen om actief de samenwerking met het bedrijfsleven op te zoeken.” MBO2010, In 2010 “In onze analyse staat het concept van de autonome, ondernemende school zoals dat in de jaren tachtig is ontwikkeld onder druk. Dat geldt derhalve ook voor het proces van schaalvergroting en aanbodverbreding. Het lijkt wel of er ‘sleet zit’ op dit concept. Illustratief is het gebrek aan vertrouwen, de sterk toegenomen controlelast en het aantal overheidsinterventies. Naar ons oordeel werkt het laten doorgaan van deze spiraal uiteindelijk negatief uit. Immers het realiseren van excellentie vraagt om vertrouwen. En om een gemeenschappelijke missie en inzet. Overheid en scholen zullen hoe dan ook het gesprek met elkaar moeten aangaan. In een open dialoog moet het huidige bestuurlijke arrangement op zijn houdbaarheid getoetst worden. Waar nodig zullen nieuwe verbindingen of componenten aangebracht moeten worden. Het is belangrijk afspraken te maken voor de komende vier jaar, zodat overheid en scholen kunnen samenwerken op basis van een gemeenschappelijke missie.” MBO Raad, Meer kwaliteit, minder bureaucratie, sterker beroepsonderwijs; position paper “Dit stelsel van beroepsonderwijs is op zichzelf prima en ook het concept van de regionale opleidingen centra (roc’s) is qua filosofie uitstekend. Een belangrijk kenmerk van het mbo is dat de opleidingen qua inhoud en opzet sterk gestuurd worden door de vraag. Die vraag komt van vele kanten: de student (die een goede opleiding vraagt met aan het eind een waardevol diploma), het bedrijfsleven (dat vraagt om een goede aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt), de overheid (die vraagt om een adequate maatschappelijke kwalificatie) en het hoger beroepsonderwijs (dat belang heeft bij optimale doorstroming).” “Als er een apart regime komt voor opleidingen op niveau 1 (het sectorstartniveau), is het verstandig ook de naamgeving van opleidingen op de niveaus 2/3 en 4 te wijzigen. Opleidingen op niveau 2/3, die wat ons betreft overigens onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden, worden dan gerekend tot het middelbaar vakonderwijs (mvo); zij leiden op voor een functie als geschoolde vakman/vakvrouw. Opleidingen op niveau 4 worden gerekend tot het middelbaar beroepsonderwijs (mbo); zij leiden op voor functies in (leidinggevend) middenkader en voor doorstroming naar het hbo.” “Opleidingen voor een Associate Degree zijn belangrijk voor studenten die méér willen na mbo-4, die aan het werk willen en voor wie een hbo-opleiding te lang duurt en daardoor
3 Het NVOR-symposium wordt georganiseerd in samenwerking met
te belastend is. Om de verdere ontwikkeling van de Associate Degree te stimuleren, moeten initiatieven voor dit type opleidingen ook door mbo-scholen genomen kunnen worden. De systematiek van bekostiging moet hiervoor ruimte bieden.” Ministerie van OCW, brief van de staatssecretaris inzake de commissiecommissie-Oudeman, 10 mei 2010 2010 “Wat betreft de commissie Onderwijs en Besturing BVE, deze heeft tot taak: • Het analyseren van de wijze waarop de brede opdracht aan de bve-sector (initieel onderwijs, een leven lang leren en educatie) wordt uitgevoerd, welke problemen zich daarbij voordoen of hebben voorgedaan en of de afzonderlijke (beleids)maatregelen die de laatste jaren getroffen zijn, in samenhang voldoende zijn om de brede opdracht te ondersteunen; • het onderzoeken van de feitelijke en ervaren belemmerende en bevorderende factoren voor de organisatie van het onderwijs en de besturing in de bve-sector; • op basis van bovenstaande twee onderdelen aanbevelingen te doen voor maatregelen op de korte en op de langere termijn op het niveau van de overheid, op het niveau van werknemers en werkgevers en op lokaal en instellingsniveau. Ik zal de commissie Onderwijs en Besturing BVE de opdracht geven bij deze aanbevelingen expliciet aandacht te besteden aan de verdeling van verantwoordelijkheden in en rondom de sector (governance) en aan de macrodoelmatigheid van het aanbod aan opleidingen en kwalificaties. De commissie dient bij haar aanbevelingen uit te gaan van de volgende uitgangspunten: • de kwaliteit van het onderwijsprogramma moet goed zijn; • de financiële ruimte is bepaald door het thans beschikbare budget; • het mbo kwalificeert drievoudig, te weten voor samenleving, arbeidsmarkt en doorstroom naar hogere opleidingen.” Ministerie van OCW, brief staatssecretaris 2 september 2010 “Tijdens het Algemeen Overleg van 14 april jl. over de kwaliteit van het mbo heb ik toegezegd in overleg met de Inspectie van het Onderwijs na te gaan of het vervolgtraject bij onvoldoende onderwijskwaliteit in het mbo kan worden verkort. (…) De wijziging houdt in dat de verbetertijd voor een zeer zwakke opleiding van twee naar één jaar wordt teruggebracht. Na het constateren van onvoldoende onderwijskwaliteit wordt direct een waarschuwing afgegeven. Als na een jaar tijdens heronderzoek blijkt dat de onderwijskwaliteit nog steeds onvoldoende is, zal ik niet aarzelen de onderwijslicentie in te trekken. In uitzonderingssituaties (bijvoorbeeld bij een unieke opleiding of ingeval van grote consequenties voor een kleine instelling) kan ik hiervan afwijken.” Onderwijsraad, Ontwikkelingsrichtingen voor het mbo “In de WEB is (…) geformuleerd dat het middelbaar beroepsonderwijs een drievoudige kwalificatie kent: beroepskwalificatie, doorstroomkwalificatie en leer- en burgerschapskwalificatie. In de verkenning is bekeken welke ontwikkelingen in en buiten het onderwijs gevolgen hebben voor (de onderlinge verhouding van) deze functies. De Onderwijsraad signaleert daarbij drie clusters van ontwikkelingen die gevolgen hebben voor het uitoefenen van de functies. 1. De positie van het middelbaar beroepsonderwijs in het onderwijsstelsel in het algemeen: • een discussie over de gewenste niveau-indeling en naamgeving;
4 Het NVOR-symposium wordt georganiseerd in samenwerking met
• •
de rol van en het onderscheid tussen voltijd- en deeltijdopleidingen; en het ontwikkelen en inrichten van opleidingen voor de moeilijke leerders, zoals aka-opleidingen (arbeidsmarktgekwalificeerd assistent) en het versterken van de zorgstructuur. 2. Verticalisering van het middelbaar beroepsonderwijs door versteviging van de beroepskolom in de vorm van onder andere vmbo-mbo-(vm2-)trajecten en associate-degree- programma’s gericht op mbo-hbo-trajecten. 3. Versterking van private bijdragen (financieel en organisatorisch): voorgenomen privatisering van delen van het roc, zoals de inburgering en voor bepaalde doelgroepen delen van de beroepsbegeleidende leerweg; de opkomst van bedrijfsscholen en vakcolleges; een verbeterde aansluiting van de beroepsopleiding op de beroepspraktijk; en een versterkte invloed van het bedrijfsleven.” Onderwijsraad, Op weg naar de hogeschool “De kwalificatiedossiers van de meeste mbo-opleidingen bevatten nu vooral diplomaeisen die vanuit het perspectief van de arbeidsmarkt relevant zijn: het beroepskwalificatiedossier. De raad stelt voor dat naast en in samenhang hiermee een doorstroomdossier wordt opgesteld. Het ligt in de lijn dat de HBO-raad en de MBO Raad hier gezamenlijk het voortouw nemen. Het doorstroomdossier bevat een algemeen instroomprofiel voor beginnende mbo- en havo-instromers.” Troonrede, Troonrede, 21 september 2010 “Kwaliteitsverbetering in het onderwijs is steeds een prioriteit van het regeringsbeleid geweest. Op die weg zullen nog veel stappen gezet moeten worden. Hierbij is, naast het verwerven van kennis, ook de aansluiting bij het bedrijfsleven en de arbeidsmarkt van belang. In zijn afsluitend rapport heeft het Innovatieplatform voorstellen gedaan om Nederland op de lijst van kenniseconomieën te laten opklimmen van plaats tien tot in de top vijf. Bij de ambitie om ons land tot een echt kennisland te maken, horen goed onderwijs en onderzoek. In de vandaag ingediende begroting ontziet de regering het onderwijs. Daarnaast spreekt zij het bedrijfsleven aan op een hogere bijdrage voor ontwikkeling en onderzoek.” De Vijlder e.a., Tijd voor kwaliteit “De titel van dit rapport luidt: ‘Tijd voor kwaliteit’. De relatie tussen onderwijstijd en kwaliteit is diffuus, wellicht voor een deel aanwezig, maar zeker niet onomstotelijk vastgesteld. Dit rapport maakt duidelijk dat de norm als zodanig niet omstreden is. Als bekostigingnorm breed geaccepteerd. Afgeleide effecten van de norm zorgen voor een krampachtige situatie in de vormgeving van onderwijsprocessen en een krampachtige situatie in de onderlinge verhoudingen tussen verschillende partijen. Mbo-studenten hebben recht op ‘meer’. Een evenwichtig programma, meer structuur, meer ‘tijd voor kwaliteit’. We eindigen met een citaat van een van de deskundigen. ‘In het mbo is het altijd balanceren: wilde bewegingen en kort klappen werken hier niet. Niemand is gelukkig met de huidige situatie. Ook de bestuurders van de instellingen niet. In een sociaal contract moeten we afspreken dat dit degelijk en in rust wordt opgelost. Frustratie van een dergelijk proces is dan niet meer toelaatbaar. De inspectie moet wel blijven saneren en handhaven, maar niet zo spectaculair als nu.’”
5 Het NVOR-symposium wordt georganiseerd in samenwerking met
Relevante literatuur Mocht u zich verder willen verdiepen in de wet- en regelgeving in het beroepsonderwijs en de actuele thematieken die in deze sector spelen, dan kunt u te rade gaan bij onder meer onderstaande bronnen.
Berenschot 2010 Berenschot (2010), Vergelijking bekostiging vmbo en mbo. Onderzoek Berenschot in opdracht van de roc’s in de vier grote steden in samenwerking met de MBO Raad. Utrecht: Berenschot 2010. CommissieCommissie-Boekhoud 2002 Commissie-Boekhoud, Doorstroomagenda beroepsonderwijs. Den Haag: Ministerie van OCW 2002. CommissieCommissie-Hermans/Van Zijl Zijl 2010 Commissie-Hermans/Van Zijl, Naar meer doelmatigheid in het mbo. Tussenrapportage commissie Kwalificeren en Examineren. September 2010. CommissieCommissie-Rauwenhoff 1990 Commissie-Rauwenhoff, Onderwijs – arbeidsmarkt: naar een werkzaam traject. Advies van de Tijdelijke Adviescommissie Onderwijs-Arbeidsmarkt. Alphen a/d Rijn: Samsom H.D. Tjeenk Willink 1990. CommissieCommissie-Van Veen 1994 Commissie-Van Veen (1994). Recht doen aan verscheidenheid, opzet en ontwikkelingsperspectief van de afsluiting MAVO en VBO. Den Haag: SDU 1994. Denktank Leren en Werken 2009 Denktank Leren en Werken, Tijd voor ontwikkeling. Advies van de Denktank Leren en Werken over het stimuleren van een leven lang leren in Nederland. Den Haag: Projectdirectie Leren en Werken 2009. Detmar & De Vries 2009 B. Detmar & I.E.M. de Vries. Beroepspraktijkvorming in het mbo. Ervaringen van leerbedrijven. Amsterdam: Dijk12 2009. Van Dyck 2000 M.E. van Dyck, ‘BVE-sector’, in: Berg, M.J.M. van den (red.), Onderwijsbeleid sinds de jaren zeventig. Den Haag: Onderwijsraad 2000, p. 67-133. Hesseling e.a. 2009 M. Hesseling e.a., Participatie van docenten in de Bve sector. Nulmeting uitgevoerd in samenwerking met de Universiteit van Tilburg en onderzoeksbureau Basis en beleid. Den Bosch/Amsterdam: Expertisecentrum beroepsonderwijs 2009. Inspectie van het Onderwijs 2010 2010 Inspectie van het Onderwijs, De staat van het onderwijs. Onderwijsverslag 2008/2009. Utrecht: Inspectie van het Onderwijs 2010.
6 Het NVOR-symposium wordt georganiseerd in samenwerking met
Inspectie van het Onderwijs 2009 Inspectie van het Onderwijs. Aan het werk. Borging van de kwaliteit van de beroepspraktijkvorming mbo door onderwijsinstellingen en kenniscentra. Utrecht: Inspectie van het Onderwijs 2009. Koole 2010 H. Koole, Prikkelen tot meer en beter. Bevorderen van samenwerking tussen mbo en bedrijfsleven. Den Haag: VNO-NCW/MKB-Nederland 2010. MBO2010 MBO2010 2010 MBO2010, In 2010. Ede: MBO2010 2010. MBO Raad 2009 MBO Raad, Zakelijke afspraken of aanbestedingscircus? Naar een actief scholings- en participatiebeleid. De Bilt: MBO Raad 2009. MBO Raad 2010a MBO Raad, Meer kwaliteit, minder bureaucratie, sterker beroepsonderwijs. Woerden: MBO Raad 2010. MBO Raad 2010b MBO Raad, Geachte informateur… Brief aan de informateur 15 juni 2010. Woerden: MBO Raad 2010. MBO Raad e.a. 2010 MBO Raad e.a., Input relatie mbo-bedrijfsleven. Brief aan de commissie-Smit 8 februari 2010. De Bilt: MBO Raad 2010. McDaniel & Immers 2006 O. McDaniel & R. Immers, Innovatie, kwaliteit en toezicht. Accreditatie als een alternatief systeem voor de bve-sector. Amsterdam: CBE Consultants 2006. Van der Meijden e.a. 2009 A. van der Meijden e.a., Beroepsonderwijs in verandering: op weg naar competentiegericht onderwijs. Vierde meting van de CGO monitor. Den Bosch / Amsterdam: Expertisecentrum beroepsonderwijs 2009. Mentink & Akkermans 1995 1995 D. Mentink & P.W.C. Akkermans, Roc-vorming, besturenfusie en identiteit. Onderwijsjuridisch advies aan Bve-procescoördinatie te Bunnik. Schoonhoven: Bve-procescoördinatie 1995. Ministerie van OCW 2008a Ministerie van OCW, Werken aan vakmanschap. Strategische beleids-agenda beroepsonderwijs en volwasseneneducatie 2008-2011. Den Haag: Ministerie van OCW 2008. Ministerie van OCW 2008b Ministerie van OCW, Mbo, fundament onder de arbeidsmarkt. Gemeen-schappelijke agenda 2008 2011 MBO Raad – AOC Raad – Colo – Ministeries van OCW en LNV. Den Haag: Ministerie van OCW 2008.
7 Het NVOR-symposium wordt georganiseerd in samenwerking met
Onderwijsraad 2001 Onderwijsraad, De markt meester? Een verkenning naar marktwerking in het onderwijs. Den Haag: Onderwijsraad 2001. Onderwijsraad 2008 Onderwijsraad, Onderwijs en maatschappelijke verwachtingen. Den Haag: Onderwijsraad 2008. Onderwijsraad 2009a Onderwijsraad, De weg naar de hogeschool. Een betere aansluiting tussen mbo en hbo. Den Haag: Onderwijsraad 2009. Onderwijsraad 2009b 2009b Onderwijsraad, Ontwikkelingsrichtingen voor het middelbaar beroepsonderwijs. Den Haag: Onderwijsraad 2009. Rigter, Idema & Van Leenen 2009 J.A.E. Rigter, W.M. Idema & H. van Leenen, Invoering van competentiegerichte kwalificatiedossiers in het middelbaar beroepsonderwijs. Deelonderzoek D: Draagvlak. Amsterdam: Regioplan 2009. Van Schoonhoven 2010a R. van Schoonhoven, Ruimte, regels en beroepsonderwijs. Verkenning van onderwijsrechtelijke vraagstukken in het beroepsonderwijs. Amsterdam: SWP Publishers 2010. Van Schoonhoven 2010b R. van Schoonhoven, Tussen tafellaken en servet? Over de niveau 1 en niveau 2 opleidingen op het snijvlak van vmbo en mbo. Pre-advies voor de jaarvergadering van de NVOR, november 2010 (in voorbereiding). Van Schoonhoven & Studulski 2009 R. van Schoonhoven & F. Studulski (red.), Vmbo in perspectief. Een overzicht na tien jaar vmbo. Amsterdam: SWP Publishers 2009. Van Schoonhoven e.a. 2010 R. van Schoonhoven e.a., VM2 experimenten: verandering van context. Eindrapportage schooljaar 2009-2010. Utrecht: Expertisecentrum beroepsonderwijs 2010 (in voorbereiding). Schuit e.a. 2009 H. Schuit e.a., Competentiegerichte kwalificatiedossiers gewogen. Deelonderzoek B: Een studie naar de Nederlandse kwalificatiestructuur in internationaal perspectief. Nijmegen: Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt 2009. Schuit, Kennis & Hövels 2009 H. Schuit, R. Kennis & B. Hövels, Kiezen en delen. Beleidsopties voor een toekomstbestendig mbo. Nijmegen: Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt 2009. Turkenburg 2008 M. Turkenburg, De school bestuurd. Schoolbesturen over goed bestuur en de maatschappelijke opdracht van de school. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau 2008.
8 Het NVOR-symposium wordt georganiseerd in samenwerking met
Vrancken (Gids Bve) P.H.J. Vrancken, ‘De bekostiging van onderwijsinstellingen voor middelbaar beroepsonderwijs’, in: W.A. Houtkoop e.a. (red.), Gids Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie, Den Haag: Elsevier (losbl.). De Vijlder 2004 F. de Vijlder, ‘Onderwijs’, in: H. Dijstelbloem, P.L. Meurs & E.K. Schrijvers (red.), Maatschappelijke dienstverlening. Een onderzoek naar vijf sectoren, Amsterdam: Amsterdam University Press 2004, p. 245-295. De Vijlder e.a. 2010 F. de Vijlder e.a., Tijd voor kwaliteit. Evaluatie van de 850-urennorm in het mbo. Nijmegen/Arnhem: ResearchNed/Interstudie-NDO 2010. VO Raad 2010 VO Raad, Ruimte voor ieders talent. VO-Investeringsagenda 2011-2015. Utrecht: VO Raad 2010. Vrieze, Wester & Van Kuijk 2010 G. Vrieze, M. Wester & J. van Kuijk, Van experiment naar succes. De implementatie van de niveau 1-opleiding in het vmbo. Nijmegen: ITS 2010. WRR 2009 WRR, Vertrouwen in de school. Over de uitval van ‘overbelaste’ jongeren. Den Haag: Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid 2009.
9 Het NVOR-symposium wordt georganiseerd in samenwerking met