voor miniemen vzw
Dit educatief pakket ‘Veilig in het verkeer - voor miniemen’ is een product van Wielerbond Vlaanderen en Verenigingen voor Verkeersveiligheid. WBV zet zich als sportfederatie in voor de promotie van de wielersport in Vlaanderen. Het pakket werd inhoudelijk vorm gegeven door Verenigingen voor Verkeersveiligheid. Die organisatie ondersteunt het verenigingsleven op maat om mee werk te maken van een veiliger verkeer. Meer weten?
Surf naar www.verenigingen-voor-verkeersveiligheid.be! ‘Veilig in het verkeer – voor miniemen’ werd mogelijk gemaakt met de steun van:
© 2014 Verenigingen voor Verkeersveiligheid (Komimo vzw, Kasteellaan 349A, 9000 Gent) Wielerbond Vlaanderen vzw (Zuiderlaan 8, 9000 Gent) Uitgegeven in eigen beheer, alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/ of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Inleiding
En nu... aan de slag!
Verkeersveiligheid in de wielersport? Bij het trainen en vooral genieten van het fietsen malen we samen duizenden kilometers op de openbare weg. Helaas klinken soms de tragische verhalen van fietsvrienden die geraakt worden door het verkeer. Ook het begrip ‘wielerterrorist’ duikt wel eens op. De Wielerbond Vlaanderen neemt het verkeer en de kwetsbaarheid van haar leden méér dan ernstig.
Heb je dit pakket voor het eerst in handen? Maak de sluiting los en haal de leskaarten uiteen. Bekijk dan even alle acht kaarten. De opbouw is eenvoudig: vooraan wordt een eenvoudige verkeerssituatie uitgebeeld, achteraan vind je alle info en aanwijzingen voor het verloop van de verkeersles.
Jong geleerd is oud gedaan… Dit vormingspakket ‘Veilig in het verkeer’ helpt jouw opleidingscentrum om het jong aanstormend talent te wapenen voor het verkeer. Voor aspiranten is er het lespakket met de inhoudelijke les verkeersveiligheid. Dit is de lesmethodiek voor miniemen (8 tot 11 jaar) waarbij op een leuke manier gewerkt wordt aan verkeersvaardigheden op de fiets.
LESKAARTEN
1. Noodrem / Uitwijken bij plots gevaar 2. De weg oprijden / Oversteken naar mijn huis 3. Inhalen / Hindernis op de weg omzeilen 4. Een kruispunt oversteken 5. Links afslaan op een kruispunt 6. Fietsen op een rondpunt 7. Dode hoek 8. Preventief en hoffelijk fietsen
Dit educatief pakket werd, op vraag van de Wielerbond Vlaanderen, uitgewerkt door Verenigingen voor Verkeersveiligheid. Met de steun van de Vlaamse overheid levert Verenigingen voor Verkeersveiligheid maatwerk voor verenigingen om mee werk te maken van een veiliger verkeer. Meer weten? Surf naar www.verenigingen-voor-verkeersveiligheid.be!
STAP 2 - de voorbereiding
Het opzet
Dit pakket sluit perfect aan bij de fietsvaardigheidsoefeningen voor jouw miniemen. Tijdens de opleiding kies je er met de leskaarten voor om op de juiste momenten ook aandacht te geven aan verkeersvaardigheden. Wanneer kan dat? Elke kaart geeft aan welke fietsvaardigheden je groep moet kunnen voor je de stap naar een verkeersoefening zet.
Tijdens de opleiding zitten miniemen vooral veel en erg graag op hun fiets. Als lesgevers leren we ze op een plezante en vooral actieve manier ‘de kneepjes’ van onze mooie sport. Zo zien we ze echt stapje voor stapje groeien en genieten van hun fiets. We leggen zo de basis van de liefde voor de wielersport en hun (latere) sportieve prestaties. Die eerste stappen zetten we in de beschermde omgeving van het opleidingscentrum. Maar straks gaan die jonge enthousiastelingen ook zelf trainen op de openbare weg. En daar zijn ze natuurlijk niet alleen op de baan. Naast de sportieve prestaties werken we dus ook al wat aan de verkeersvaardigheden van onze groep. Dit pakket biedt een leuke houvast om net aan die verkeersvaardigheden te gaan werken. Aan de hand van acht grote leskaarten maken we de koppeling tussen een dagdagelijkse verkeerssituatie en de verkeersvaardigheden die daar bij horen. Deze methodiek is een houvast, als lesgever maak je zelf het verhaal afhankelijk van de context. Jij bent degene die aan de slag gaat met de mogelijkheden die we je met dit pakket aanreiken. Je maakt dus keuzes binnen je eigen stijl en lesopbouw, maar evengoed naar de samenstelling en het kunnen van je groep. Dit is enkel de tool die jouw aanpak mee kleur geeft.
Elke verkeersvaardigheidsoefening heeft een vaste opbouw:
1. Bespreek de verkeersituatie op de leskaart.
Stel vooral gerichte vragen en laat de informatie en eigen ervaringen uit de groep komen. Vul enkel zelf aan waar nodig. Probeer daarbij vooral oog te hebben voor participatie van de hele groep.
2. Maak de koppeling naar de fietsvaardigheden en de oefening(en). Toon de oefening voor en vertaal naar de eerder besproken verkeerssituatie.
3. Geef feedback op de ervaringen tijdens de oefeningen. Wat is moeilijk? Wat kan gevaarlijk zijn? Waar moet je in het verkeer echt op letten?
STAP 4 - Evalueren Bespreek de oefening nadien toch even met alle lesgevers. > Liep dit zoals verwacht? > Wat moeten we de volgende keer anders aanpakken? > Verliep de vorming zoals je dacht? Wees kritisch voor jezelf, maar durf ook even naar reactie vragen bij die collega lesgever die je vormingsmoment ook heeft gevolgd, of een ouder. Noteer enkele aandachtspunten want die zijn belangrijk in de voorbereidingsfase van je volgende oefening ‘Veilig in het verkeer’.
Alle oefeningen combineren maximaal 9 fietsvaardigheden.
Wiebo en Puff Het vormingspakket ‘Veilig in het verkeer’ vertelt het verhaal van Wiebo en Puff. Wiebo is een jonge enthousiaste wielrenner. Hij houdt van fietsen en kan niet wachten om te trainen. Toch moet hij nog heel wat leren. Fietspomp Puff is zijn beste vriend. Puff is een pientere pomp met een pak ervaring. Hij reed immers al op vele fietsen mee en kent zo het plezier maar ook de gevaren van het wielrennen…
1. Op 1 lijn rijden 2. Bochten nemen 3. Links/rechts kijken tijdens het fietsen 4. Achterom kijken tijdens het fietsen 5. In en uit de pedalen klikken 6. Stoppen met 1 voet op de grond 7. Afremmen en traag fietsen 8. Met 1 hand fietsen (links/rechts) 9. In een (kleine) cirkel fietsen De spreiding van de verkeersvaardigheden kies je als lesgever zelf. Elke les één verkeersoefening? Of combineer je graag enkele leskaarten? Die keuze maak je zelf. Toch willen we je aanraden om de oefeningen in de mate van het mogelijke wat te spreiden over verschillende lessen. Op die manier kan je zelf afwisselen tussen het aanbrengen van verkeersmaterie tussen gewone oefeningen door. Zo kan je gespreid over een aantal weken telkens terug komen op verkeersvaardigheden zonder de miniemen in 1 les met alle info te overdonderen. De leskaarten gaan overigens uit van een optimale situatie (voldoende ruimte, aantal miniemen en materiaal). Aan de hand van jouw concrete situatie kan je natuurlijk zelf creatief aan de slag met de opstelling en de oefening. Al blijft het opzet wel om de verkeersvaardigheden te oefenen natuurlijk…
vzw
tip!
Colofon
Een uitgave (2014) van: Wielerbond Vlaanderen vzw en Verenigingen voor Verkeersveiligheid Productontwikkeling, methodiek en redactie: Verenigingen voor Verkeersveiligheid Foto’s: Delphine Vandenbossche (www.fotografine.be) beelden: Stedho (www.stedho.be), Octopus Verkeersland (www.octopusplan.be of www.abimo.net) Grafiek en Vormgeving: impressantPlus.eu Redactieadres: Verenigingen voor Verkeersveiligheid, Kasteellaan 349A, 9000 Gent Contact:
[email protected],
[email protected]
STAP 3 - De les
STAP 1 - de verkenning
Vragen of ondersteuning?
Bijkomende inhoudelijke of methodische vragen? Laat niet na contact op te nemen met Verenigingen voor Verkeersveiligheid: E:
[email protected] | T: 09 331 59 13
Zet alle materiaal en de eerste oefening, zoals aangegeven op de leskaart, nog voor de les klaar. Zo hoeft je groep miniemen niet te lang te wachten... Of je geeft je groep een eenvoudige opdracht terwijl jij het materiaal klaarzet.
!!! oooo w
!
miau
!!! iii
w!!!!
iiep!
Noodrem / Uitwijken bij plots gevaar Bespreek de verkeerssituatie Bij plots gevaar heb je weinig tijd om te denken. Je kiest om vol in de remmen te gaan of je probeert de hindernis te ontwijken. Die keuze maak je in een fractie van seconden en dat is niet eenvoudig. Je wil jezelf maar ook anderen zo weinig mogelijk in gevaar brengen. Daarom is het erg belangrijk om altijd heel alert en voorzichtig te fietsen.
basisvaardigheden
Bij plots gevaar heb je weinig tijd om te denken. Je kiest om vol in de remmen te gaan of
oefening 1 - Noodrem > Op 1 lijn rijden / bochten nemen / in en uit de pedalen klikken / stoppen met 1 voet op de grond Oefening 2 - uitwijken bij plots gevaar > Op 1 lijn rijden / bochten nemen / afremmen en traag fietsen
Opgelet: Bij het inschatten van een gevaar maak je gebruik van al je zintuigen. Je kijkt natuurlijk, maar ook je oren kunnen je heel wat vertellen! Zo kies je er niet voor om naar links uit te wijken als je verkeer van achter je hoort aankomen. Daarin zit ook het gevaar van het fietsen met muziek in de oren. Die oortjes zorgen er voor dat je helemaal niets van de omgeving hoort… niet doen dus!
Wat zie je? > De blauwe en gele renners zien plots gevaar! Dat kan het portier van een auto zijn of een overstekend dier. Waar denk je nog aan? (bijvoorbeeld: mensen op de weg, diepe put die je wil ontwijken, bal over de straat, …). Wat doe je bij plots gevaar? > Hard remmen en stoppen met één voet op de grond (opgelet: aanbevolen om niet op het zadel te blijven, zo is het niet mogelijk om stabiel een voet op de grond te plaatsen). > Rustig blijven en de plotse hindernis ontwijken zonder jezelf en anderen in gevaar te brengen.
Ken je nog situaties waarbij je plots moet remmen of uitwijken?
Feedback
Wie kwam zelf al eens terecht in zo’n gevaarlijke situatie?
Nabespreking van de ervaringen gekoppeld aan de verkeerssituatie
opstelling
U
U
Aanwijzingen
Bij plots gevaar heb je weinig tijd om te denken. Je kiest om vol in de remmen te oefening 1 - Noodrem > startsignaal, renner 1 vertrekt > startsignaal, renner 2 vertrekt > … > fluitsignaal = alle renners remmen / alle renners 1 voet op de grond > fluitsignaal = alle renners vertrekken opnieuw > enzoverder … Varieer: 1 x fluiten = linkervoet op de grond, 2 x fluiten = rechtervoet op de grond Oefening 2 - uitwijken bij plots gevaar > 2 lesgevers rollen een bal rustig naar elkaar over en weer > startsignaal / renner 1 vertrekt > renner 1 ontwijkt bal 1 (renner 1 ontwijkt bal 2 – zie ‘Varieer’) > startsignaal / renner 2 vertrekt > … > renner 1 sluit achteraan aan > enzoverder …
= kegel
Parcours = oefening 1 & 2 = oefening 2
Opgelet: gebruik zachte en lichte ballen! Varieer: Start met 2 lesgevers en 1 bal en voeg dan eventueel nog twee lesgevers of ouders en een bal toe.
= lesgever = markeringshoedje U
= bal = startplaats renners
leskaart 1 Feedback
De weg oprijden / Oversteken naar mijn huis Bespreek de verkeerssituatie Wat zie je? > Gele renner staat thuis op de oprit en wil naar rechts de straat op rijden. > Blauwe renner fietst langs de weg en moet de straat over om thuis te komen. > Twee auto’s rijden op de weg in tegengestelde richting. Ze kruisen elk het pad van één van de renners.
basisvaardigheden
Bij plots gevaar heb je weinig tijd om te denken. Je kiest om vol in de remmen te gaan of
basis: op 1 lijn rijden/bochten nemen
Wat doe je om de weg op te rijden? > Te voet tot aan de straat. > Opstappen met een voet op de grond. > Links kijken. Komen er voetgangers, fietsers of auto’s aan? > Voorzichtig vertrekken als de weg vrij is.
oefening 1 (groep B) (de weg oprijden) > In en uit de pedalen klikken / stoppen met 1 voet op de grond Oefening 2 (groep B) (oversteken naar mijn huis) > In en uit de pedalen klikken / afremmen en traag fietsen / links en rechts kijken tijdens het fietsen / stoppen met 1 voet op de grond
Wat doe je om de weg over te steken? > Remmen en stoppen (1 voet op de grond). > Links en rechts kijken. Komen er voetgangers, fietsers of auto’s aan? > Voorzichtig oversteken als de weg vrij is.
Opgelet: Moet je oversteken bij rustig verkeer? Dan kan je ook erg traag gaan fietsen (‘surplacen’),
Feedback
goed uitkijken (ook achter je) en dan voorzichtig oversteken zonder te stoppen…
Nabespreking van de ervaringen gekoppeld aan de verkeerssituatie
opstelling
Aanwijzingen
Bij plots gevaar heb je weinig tijd om te denken. Je kiest om vol in de remmen te Deel de groep op in een groep A (2/3) en een groep B (1/3). Opgelet: varieer geregeld met de groepen zodat iedereen ook echt de vaardigheid kan inoefenen. Groep A rijdt rond en is zo ‘het verkeer’ dat in twee richtingen op de weg rijdt > startsignaal, renner 1 vertrekt > startsignaal 2, renner 2 vertrekt > … tot de hele groep A rond rijdt Opgelet: probeer er daarbij voor te zorgen dat de groep gespreid over het parcours fietst. Oefening 1 (groep B) - de weg oprijden > startsignaal, renner 1 kijkt links en voegt veilig in > renner 1 sluit achteraan aan > startsignaal, renner 2 kijkt links en voegt veilig in > enzoverder …
Parcours = groep A basisopstelling = groep B oefening 1 = groep B oefening 2
Oefening 2 (groep B) - oversteken naar mijn huis > startsignaal, renner 1 kijkt links en rechts en kruist groep A veilig (tot 2 keer toe) > renner 1 rijdt rond de kegel en sluit achteraan aan > startsignaal, renner 2 kijkt links en rechts en kruist groep A veilig (tot 2 keer toe) > enzoverder …
= kegel
Varieer: door de vertrekplaats wat verder van het oversteken te brengen kan je ook oefenen op het oversteken zonder het stoppen. Dan fietsen de renners traag naar de oversteekplaats (eventueel ‘surplacen’ als er ander ‘verkeer’ aan komt), kijken goed achter hen en steken dan voorzichtig over.
= lesgever = markeringshoedje U
= bal = startplaats renners
leskaart 2 Feedback
tinge ling! !!
inhalen / hindernis op de weg omzeilen Bespreek de verkeerssituatie Wat zie je? > Blauwe renner wil een andere fietser veilig voorbij. > Witte renner wil een onderbreking van het fietspad veilig voorbij. > Twee auto’s rijden rechts op de weg achter de fietsers. > > > > >
basisvaardigheden
Bij plots gevaar heb je weinig tijd om te denken. Je kiest om vol in de remmen te gaan of
basis: op 1 lijn rijden/bochten nemen
Wat doe je om een hindernis voorbij te fietsen? Remmen en trager fietsen. Achterom kijken naar aankomend verkeer (oogcontact zoeken met eventueel verkeer). Je bedoeling signaleren aan het aankomend verkeer met een handgebaar. Nogmaals achterom kijken voor je het manoeuvre uitvoert. De hindernis voorzichtig voorbij fietsen.
oefening 1 (inhalen of een hindernis op de weg omzeilen) > afremmen en traag fietsen / achterom kijken tijden het fietsen / stoppen met 1 voet op de grond
Ken je nog mogelijke hindernissen op de weg of het fietspad waar je voorzichtig voorbij moet?
Feedback Nabespreking van de ervaringen gekoppeld aan de verkeerssituatie
opstelling
Aanwijzingen
Bij plots gevaar heb je weinig tijd om te denken. Je kiest om vol in de remmen te Oefening - inhalen of een hindernis op de weg omzeilen > Startsignaal, renner 1 vertrekt > renner 1 nadert de hindernis, remt af, kijkt om en steekt de linker arm uit > renner 1 kijkt tweede keer achterom > lesgever toont groene (of rode) kant, renner 1 roept ‘groen’ (of rood) > renner 1 fietst voorbij de hindernis en gaat opnieuw rechts fietsen > wanneer de renner voorbij de hindernis is, start de volgende renner > renner 1 sluit achteraan aan > … enzoverder
= kegel = lesgever met bordje = markeringshoedje = startplaats renners
leskaart 3 Feedback
of...
of...
een kruispunt Oversteken Bespreek de verkeerssituatie Wat zie je? > De witte renner nadert een kruispunt met een verkeersbord en wil oversteken. Wat betekent dit verkeersbord? (Voorrang verlenen aan het kruisend verkeer) > Wat betekennen volgende verkeersborden?
basisvaardigheden
Bij plots gevaar heb je weinig tijd om te denken. Je kiest om vol in de remmen te gaan of
basis: op 1 lijn rijden/bochten nemen
(Verleen voorrang aan het verkeer dat van rechts komt)
(Je moet stoppen en voorrang geven aan het kruisend verkeer)
Oefening 1 (kruispunt oversteken met verkeer van rechts) > Afremmen en traag fietsen / links en rechts kijken tijdens het fietsen / in en uit de pedalen klikken / stoppen met 1 voet op de grond
> Twee auto’s naderen ook het kruispunt.
Oefening 2 (kruispunt oversteken met verkeer van links en rechts) > Afremmen en traag fietsen / links en rechts kijken tijdens het fietsen / in en uit de pedalen klikken / stoppen met 1 voet op de grondstoppen met 1 voet op de grond
Wat doe je om een kruispunt over te steken? > Vertragen bij het naderen van een kruispunt. > Links en rechts kijken. (Kan je het verkeer niet goed zien, stop dan ook. Bij het verkeersbord met de vermelding ‘STOP’ ben je verplicht om te stoppen!) > Is de weg vrij, voorzichtig oversteken. > Heb je voorrang van rechts en nadert verkeer van links? Zoek oogcontact om zeker te weten dat je de voorrang ook krijgt. Krijg je de voorrang, kijk nog even rechts of de weg ook daar vrij blijft en steek dan voorzichtig over. Ben je niet zeker dat het aankomende verkeer voor je zal remmen, stop dan en wacht tot de weg vrij is om voorzichtig over te steken.
Feedback Nabespreking van de ervaringen gekoppeld aan de verkeerssituatie
opstelling
Aanwijzingen
Bij plots gevaar heb je weinig tijd om te denken. Je kiest om vol in de remmen te Oefening 1 - kruispunt oversteken met verkeer van rechts > startsignaal, renner 1 vertrekt > startsignaal, renner 2 vertrekt > startsignaal, … > renner 1 nadert het kruispunt en remt af > renner 1 kijkt links en rechts en steekt voorzichtig over > renner 1 sluit achteraan aan > enzoverder … Oefening 2 - kruispunt oversteken met verkeer van links en rechts Opgelet: Deel de groep op in een groep A (1/2) en een groep B (1/2). Varieer geregeld met de groepen zodat iedereen ook echt de vaardigheid kan inoefenen. > startsignaal, renner 1 van groep A en renner 1 van groep B vertrekken > startsignaal, renner 2 van groep A en renner 2 van groep B vertrekken > … > renners naderen het kruispunt en remmen af > renners kijken links en rechts > renners steken voorzichtig over > renners sluiten achteraan aan bij hun eigen groep > enzoverder …
Parcours = oefening 1 & groep a oefening2 = groep B oefening 2
= kegel = lesgever = markeringshoedje = startplaats renners
leskaart 4 Feedback
of...
of...
links afslaan op een kruispunt Bespreek de verkeerssituatie Wat zie je? > De witte renner nadert een kruispunt met een verkeersbord en wil links afslaan. Wat betekent dit verkeersbord? (Verleen voorrang aan het verkeer dat van rechts komt). Wie heeft hier dus voorrang voor de witte renner? (het groepje renners dat van rechts komt) > Wat betekent het volgend verkeersbord?
basisvaardigheden
Bij plots gevaar heb je weinig tijd om te denken. Je kiest om vol in de remmen te gaan of
basis: op 1 lijn rijden/bochten nemen / afremmen en traag fietsen
(Je fietst op een weg waarbij je voorrang hebt op het verkeer uit de aankomende zijstraten.
Oefening (links afslaan op een kruispunt) > afremmen en traag fietsen / achterom kijken tijdens het fietsen / met 1 hand fietsen / links en rechts kijken tijdens het fietsen / in en uit de pedalen klikken / stoppen met 1 voet op de grond
> Wat betekenen de kleuren van een verkeerslicht? - Brandt een rood verkeerlicht rechts van jou, dan moet je stoppen. - Soms is er een opstelvak voor fietsers, daar mag je voor de auto’s staan. - Wordt het licht groen, dan mag je het kruispunt oprijden, op voorwaarde dat het vrij is. - Wordt het licht oranje, dan mag je het niet voorbijrijden en moet je ook stoppen. Doorrijden mag enkel als je echt niet veilig meer kunt stoppen. - Soms wordt het groen licht vervangen door een oranje knipperlicht. Ook dan mag je doorrijden, maar dan moet je dubbel voorzichtig zijn en rekening houden met de regels voor voorrang van rechts. > Er nadert een auto achter de renner. > Een auto uit de andere richting nadert ook het kruispunt. > Er komt een auto van links. > Een groepje renners nadert het kruispunt van rechts. Wat doe je om links af te slaan op een kruispunt? > Vertragen bij het naderen van het kruispunt. > Achterom kijken of de weg vrij is om voor te sorteren naar het midden van de weg > Steek je linker arm uit > Sorteer voor > Kijk links en rechts (en geef voorrang afhankelijk van de regels) > Kijk vooruit naar eventuele tegenliggers > Verleen voorrang aan tegenliggers > Sla links af Wat doe je om een kruispunt over te steken bij een verkeerslicht? > Vertragen bij het naderen van het kruispunt. > Rood: stoppen. > Oranje: stoppen. > Groen: links en rechts kijken en het kruispunt voorzichtig oversteken.
Feedback Nabespreking van de ervaringen gekoppeld aan de verkeerssituatie
opstelling
Aanwijzingen
Bij plots gevaar heb je weinig tijd om te denken. Je kiest om vol in de remmen te Oefening - links afslaan op een kruispunt > startsignaal, renner 1 vertrekt > startsignaal, renner 2 vertrekt > … > renner 1 nadert het kruispunt en remt af > renner 1 steekt de linker arm uit en kijkt achterom > lesgever toont groene (of rode) kant en renner 1 roept ‘groen’ (of rood) > renner 1 sorteert voor naar het midden en kijkt links en rechts > renner 1 draait om de kegel links af > renner 1 maakt lus om achteraan bij de groep weer aan te sluiten > enzoverder … Opgelet: als een vorige renner als tegenligger ook op het kruispunt fietst, dan moet volgende renner stoppen, uitklikken en weer vertrekken.
= kegel = lesgever met bordje
= markeringshoedje = renner (steekt linker arm uit)
leskaart 5 Feedback
Fietsen op een rondpunt Bespreek de verkeerssituatie Wat zie je? > Renner fietst op een rondpunt met aangesloten fietspad. > Welke andere rondpunten ken je nog? > Een andere auto zal het rondpunt ook oprijden. > Een andere auto rijdt op het rondpunt. Wat doe je om het rond punt veilig op en af te fietsen? > Vertragen bij het naderen van het rondpunt. > Geef voorrang aan het verkeer op het rondpunt. > Fiets het rondpunt op > Steek je linker arm uit wanneer je op het rondpunt blijft > Zoek oogcontact met het verkeer wanneer je op het rondpunt blijft. Heeft de bestuurder je opgemerkt? > Steek je rechter arm uit wanneer je het rondpunt af fietst. Waar schuilt er nog gevaar? Wanneer je zelf op het rondpunt blijft en een auto wil er van af rijden dan moet je voorrang krijgen. Maar wees alert, soms heeft de chauffeur je niet gezien. Hou oogcontact, geef aan dat je op het rondpunt zal blijven door je linkerarm te gebruiken en hou je remmen klaar…
basisvaardigheden
Bij plots gevaar heb je weinig tijd om te denken. Je kiest om vol in de remmen te gaan of
Rondpunt met vrij liggend fietspad. Daar moet je telkens voorrang geven aan het verkeer op de rijbaan.
basis: op 1 lijn rijden/bochten nemen / afremmen en traag fietsen
oefening 1 (fietsen op een rondpunt) > achterom kijken tijdens het fietsen / links en rechts kijken tijdens het fietsen / met 1 hand fietsen / in een kleine cirkel fietsen / in en uit de pedalen klikken / stoppen met 1 voet op de grond
Rondpunt zonder fietspad. Zoek met de fiets het midden van de rijbaan op. Zo zorg je er voor dat het autoverkeer achter je blijft en je niet voorbij kan. Geef met een armgebaar aan of je op het rondpunt blijft of wil gaan afslaan…
Feedback Nabespreking van de ervaringen gekoppeld aan de verkeerssituatie
opstelling
Aanwijzingen
Bij plots gevaar heb je weinig tijd om te denken. Je kiest om vol in de remmen te Oefening - fietsen op een rondpunt Deel de groep op. Groep A (max. 10 renners) fietst rond de binnenste cirkel markeringshoedjes. Zij zijn de auto’s die op het rondpunt circuleren. Groep B fietst rond de buitenste cirkel markeringshoedjes. Met groep B oefenen we het preventief fietsen op een rondpunt waarbij zij aandachtig zijn voor ‘het verkeer’ (groep A). Zij anticiperen op ‘het verkeer’ dat het rondpunt op- en afrijdt. Opgelet: varieer voldoende in de groepen zodat iedereen eens in de binnenste én buitenste cirkel mee kan fietsen. > Startsignaal, groep A en B fietsen rond de markeringshoedjes > de renners van groep A mogen op elk moment de cirkel uit fietsen naar de even verder opgestelde kegels > groep A moet die beweging aangeven door de rechter arm even voor het manoeuvre uit te steken > de renners van groep B moeten ‘het verkeer’ voldoende ruimte geven om de cirkel uit te fietsen > de renners van groep A fietsen de binnenste cirkel ook terug in en groep B geeft het de renners van groep A ook daarvoor voldoende ruimte > enzoverder …
Parcours = groep a = groep B = kegel
= markeringshoedje
leskaart 6 Feedback
dode hoek Bespreek de verkeerssituatie Wat zie je? > Een vrachtwagen wil rechts afslaan op een kruispunt. > Verschillende renners willen dat zelfde kruispunt over. > Wie staat niet in de dode hoek van de vrachtwagen? De gele vlakken in de figuur hiernaast geven aan welke zone’s de vrachtwagenchauffeur niet goed kan zien. De renners die niet in een geel vlak staan zijn zichtbaar voor de chauffeur. Blijf ook daar natuurlijk opletten. Zoek oogcontact met de chauffeur in zijn spiegels, zo kan je weten of hij je ook heeft gezien. Maar laat vrachtwagens vooral voldoende ruimte.
Wat is de dode hoek? De dode hoek is die ruimte rond een vrachtwagen die de chauffeur vanuit zijn cabine niet kan zien. Vooral wanneer een vrachtwagen rechts af wil zorgen die onzichtbare plaatsen en het enorme gevaarte echt voor hele gevaarlijke situaties. Fiets een traag rijdende vrachtwagen dus niet zomaar rechts voorbij. Een vrachtwagen die traag rijdt wil mogelijk een manoeuvre uitvoeren en als je daarbij niet gezien werd loop je heel wat risico. Bijkomende spiegels en zelfs camera’s proberen daar aan te verhelpen, maar die ‘dode hoek’ blijft helaas nog altijd veel slachtoffers maken. De ‘dode hoek’ bestaat eigenlijk over een aantal zone’s: vooraan, achteraan en rechts naast de vrachtwagen. Ga dus nooit net voor of naast de cabine van een vrachtwagen staan. Ook vlak achter een vrachtwagen is geen goed idee, daar ben je helemaal onzichtbaar. Blijf dus ver genoeg achter de vrachtwagen als deze rechts af wil slaan of misschien zelfs achteruit zal rijden. Zoek bovendien oogcontact met de chauffeur. Als die terug kijkt, heeft hij je zeker gezien.
Opgelet: ook bestelwagens, bussen, vuilniswagens en zelfs gewone auto’s hebben een dode hoek. Die is vaak iets kleiner of heeft een andere vorm. Maar het blijft opletten geblazen!
leskaart 7
!!!
tinge ling! !!
! é ! h ! ! e o h e jo
Preventief en hoffelijk fietsen Bespreek de verkeerssituatie Wat zie je? > Een renner fietst op de weg. > Even verder wil een auto uit de garage of van de oprit de rijbaan oprijden. > Hoe reageer je niet in zo’n situatie? > Wat doe je beter wel? > Ken je nog gevaarlijke situaties in het verkeer die je tijdig kan opmerken? > Niet iedereen is even vriendelijk in het verkeer. Heb jij dat al eens meegemaakt? > Het is natuurlijk ook belangrijk om zelf het goede voorbeeld te geven. Een goede en slimme renner is een vriendelijke renner! Hoe doe jij dat?
basisvaardigheden
Bij plots gevaar heb je weinig tijd om te denken. Je kiest om vol in de remmen te gaan of
Oefening > op 1 lijn rijden / bochten nemen / afremmen en traag fietsen / achterom kijken tijdens het fietsen / links en rechts kijken tijdens het fietsen / met 1 hand fietsen / in en uit de pedalen klikken / stoppen met 1 voet op de grond
Hoe ben jij een hoffelijke renner? > Altijd goed opletten. > Handen bij de remmen en vertragen. > Geef voldoende plaats aan andere weggebruikers. Ga tijdig achter mekaar fietsen. > Laat je horen. Roepen is geen goed idee, gebruik je fietsbel. Een fietsbel is goed hoorbaar en vriendelijk.
Let op: een fietsbel is verplicht wanneer je traint op de weg! Ook op een sportieve fiets.
> Toon je plannen. Met een arm naar links of rechts laat je zien waar je heen wil. > Zoek oogcontact. Zo weet de andere weggebruiker dat je hem of haar gezien hebt én weet je zeker dat hij of zij ook jou (en je plannen) heeft gezien. > Een vriendelijke dankjewel is altijd fijn. Dat kan je gewoon zeggen of je kan even glimlachen en wuiven.
Feedback Nabespreking van de ervaringen gekoppeld aan de verkeerssituatie
Aanwijzingen
Bij plots gevaar heb je weinig tijd om te denken. Je kiest om vol in de remmen te > > > > >
Spel 1 – Bedankt en salut!
Alle renners fietsen per koppel. Een vijftal miniemen (afhankelijk van de grootte van de groep) fietst alleen. Bij het startsignaal fietst iedereen per koppel kriskras door elkaar rond. De individuele fietsers gaan links naast een koppel fietsen (en kondigen zich eventueel aan door hun belletje te gebruiken). Van zodra dat gebeurt roept de rechter renner ‘Bedankt en Salut’, zwaait naar zijn kompaan en gaat zelf op zoek naar een ander koppel om bij aan te sluiten.
3 1 2
1 2
Aanwijzingen
Bij plots gevaar heb je weinig tijd om te denken. Je kiest om vol in de remmen te Spel 2 – Ook renners ritsen!
> Alle renners fietsen op een omloop per twee naast elkaar in groepjes van vier bij elkaar. > Op het belsignaal van één van het viertal ‘ritsen’ de vier renners vlot naar een rij. > Bij het volgende belsignaal van dezelfde renner gaan de renners opnieuw per twee naast elkaar fietsen.
3
1
4
2
4
3
2
1
3
1
4
2
3 Bedankt & salut!
1
Bij plots gevaar heb je weinig tijd om te denken. Je kiest om vol in de remmen te > > > >
Spel 3 – Het belmonster!
Alle renners fietsen al bellend door elkaar. Bij het startsignaal vertrekt ook ‘het bellenmonster’… Die renner fietst rond maar belt niet. Wanneer het belmonster een andere renner kan tikken wordt die ook een bellenmonster en houdt op met bellen. > Wie blijft het langst bellen?
leskaart 8 Feedback