De Innovatiekrant >> 13 > EDITORIAAL
MAART 2006
Voor KMO’s is durf kapitaal! Sinds Fientje Moerman Vlaams minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel is, werd een hele reeks instrumenten ontwikkeld voor de verschaffing van durfkapitaal aan innovatieve KMO’s. Denk maar aan ARKimedes, de Vriendenlening, de vernieuwde Waarborgregeling en – ‘last but not least’ – het Vlaams Innovatiefonds (VINNOF). In deze Innovatiekrant gaat Rudy Aernoudt, kabinetschef van minister Moerman, dieper in op de redenen voor dit arsenaal nieuwe steuninstrumenten. In het overheidsinstrumentarium voor de aanmoediging van innovatie speelt het IWT een belangrijke rol. De uitbreiding ervan biedt het IWT dan ook een uitgelezen kans om nog meer bij te dragen tot innovatie bij KMO’s, en vooral bij starters. Het IWT wil die kans met beide handen grijpen, want innovatie is voor onze Vlaamse economische toekomst van vitaal belang. Daarom wordt binnen het KMO-steunprogramma een nieuw product gelanceerd dat innovatieve starters financieel steunt: KMOInnovatiestudies type 6. Ook hierover leest u binnenin meer. Er is echter meer. Voor alle innovatieve KMO's wordt het aanbod van achtergestelde leningen aantrekkelijker, en dit met de VINNOF-middelen. In de loop van 2006 wordt de instrumentenmix voor innovatiesteun nog verder verruimd. Maar dat is stof voor volgende Innovatiekranten. Veel leesplezier,
Paul Zeeuwts Directievoorzitter
>>
> IN DIT NUMMER
KMO’s die willen innoveren, moeten investeren. Al is dat allesbehalve vanzelfsprekend. Gelukkig steunt de VLAAMSE OVERHEID hen door de VERSCHAFFING VAN RISICOKAPITAAL. Rudy Aernoudt, kabinetschef van minister Fientje Moerman, legt uit hoe en waarom.
>> 03 > lees verder pagina 3 1 > EDITORIAAL 2 > IN DIT NUMMER GIMV EN VINNOF: het is niet altijd meteen duidelijk bij wie een ondernemer het best terechtkan voor risicokapitaal. Wij zochten Dirk Boogmans, gedelegeerd bestuurder van de GIMV, op en vroegen hem hoe de vork precies in de steel zit.
3 > ACTUEEL De Vlaamse overheid en risicokapitaal 4 > CASE STUDY
>> 04
GIMV en VINNOF: twee > lees verder pagina 4
handen op één buik? 5 > IN DE KIJKER Goed bezig?
Wat reilt en zeilt er bij bedrijven en organisaties? En hoe kunnen we hen nog beter ondersteunen? Op deze vragen zal de unit MONITORING & ANALYSE, de opvolger van het IWT-Observatorium, voortaan een antwoord geven.
M&A zoekt het uit Impactanalyse van innovatiebeleid op regionaal vlak 7 > IWT-NIEUWS
>> 05
8 > INNOVATIE-AGENDA > lees verder pagina 5
Ideeën uitwisselen over het stimuleren van regionale groei, nieuwe samenwerkingsverbanden opstarten of cross-sectorale netwerken uitbouwen: op het CREATIVITY WORLD FORUM op 15 en 16 november 2006 in Gent kan het allemaal.
>> 08 > lees verder pagina 8
2
> ACTUEEL De Vlaamse overheid en risicokapitaal Vroeg begonnen is half gewonnen Toen Fientje Moerman twee jaar geleden als minister in de nieuwe Vlaamse regering aantrad, beloofde ze om het overheidsinstrumentarium voor innovatie drastisch te verruimen. Innovatieve KMO’s moesten makkelijker toegang krijgen tot risicokapitaal. Ondertussen veranderde er al heel wat. We zochten kabinetschef Rudy Aernoudt op en vroegen hem hoe de zaken er vandaag voor staan. KMO’s die willen innoveren, moeten investeren. Al is dat allesbehalve vanzelfsprekend. Veelal hebben ze het niet makkelijk om het nodige kapitaal te verzamelen. Waar schuilt het probleem precies? Rudy Aernoudt: “Met innovatie gaat heel wat geduld gepaard. Een onderneming die een baanbrekend product wil ontwikkelen, zal in een eerste fase heel wat middelen uitgeven. Pas in een later stadium zal ze daar ook de vruchten van plukken. Bovendien is het lang niet altijd zeker of de gedane investeringen het verhoopte resultaat – lees rendement – zullen opleveren. De combinatie van deze factoren schrikt heel wat potentiële private investeerders af. Ze komen meestal pas in een latere fase – als rendement waarschijnlijker is – met risicokapitaal over de brug. Nochtans is het belangRudy Aernoudt rijk dat innovatieve ideeën van in het prille begin op steun kunnen rekenen. Daarom creëerde de Vlaamse overheid enkele nieuwe instrumenten.” Langs welke weg verschaft de Vlaamse overheid vandaag risicokapitaal aan innovatieve ondernemingen? Rudy Aernoudt: “Via diverse kanalen. In 2005 werd bijvoorbeeld het Vlaams Innovatiefonds – kortweg VINNOF – opgericht. Het VINNOF beschikt over 150 miljoen euro, afkomstig van de verkoop van aandelenparticipaties. Dat geld wordt gebruikt als ‘zaaigeld’ om innovatieve ondernemingen in hun eerste levensfase te financieren en het hen zo makkelijker te maken om in een later stadium een beroep te doen op private kapitaalverschaffers. Ondernemingen kunnen onder andere via het IWT een VINNOF-investering aanvragen onder de vorm van een achtergestelde lening.”
Daarnaast bestaat er een KMO-steunprogramma, dat door het IWT beheerd wordt. Hoe staat het daarmee? Rudy Aernoudt: “Het programma is bedoeld voor bestaande Vlaamse KMO’s die willen innoveren in hun producten, processen of diensten. Het aantal aanvragen voor financiële steun stijgt elk jaar. Er worden zes projectvormen onderscheiden waarvoor financiële steun mogelijk is. De recentste, KMO-Innovatiestudies type 6, richt zich tot ondernemers die op basis van een innovatief idee, product of dienst een economische activiteit willen uitbouwen. Het IWT steunt hen financieel, zodat ze de nodige kennis kunnen ontwikkelen voor de succesvolle realisatie en commercialisering van hun idee, product of dienst.” Waarom dit accent op risicokapitaal? Rudy Aernoudt: “De verschaffing van risicokapitaal door de Vlaamse overheid in een vroeg stadium maakt deel uit van een grotere dynamiek, waarin ook andere instrumenten een belangrijke rol spelen. Het ARKimedes-Fonds, bijvoorbeeld, haalt via de uitgave van aandelen en obligaties kapitaal op bij het grote publiek en steunt zo sterk groeiende ondernemingen. Met de WinWinlening (of Vriendenlening) moedigt de Vlaamse overheid via een fiscaal voordeel particulieren dan weer aan om rechtstreeks te investeren in startende ondernemingen. En met de Waarborgregeling stelt ze zich borg voor een deel van het krediet dat KMO’s van een bank krijgen. Deze regeling werd trouwens vernieuwd, waardoor ze voor nagenoeg alle KMO’s in Vlaanderen toegankelijk is. Het zijn allemaal manieren om de economische groei te bevorderen en de werkgelegenheid te stimuleren. Dat blijkt ook uit de cijfers. Dat private investeerders ervoor opteren om pas in een latere fase risicokapitaal te verschaffen, is een normale zaak. Voor hen telt in eerste instantie het rendement.” In Europa denken we dat de verschaffing van risicokapitaal aan innovatieve ondernemers in Amerika veel vlotter verloopt. Terecht? Rudy Aernoudt: “Bij ons leeft inderdaad de idee dat het risicokapitaal in de Verenigde Staten vooral privaat van aard is. Niks is echter minder waar. Maar liefst 70 % van het zaaikapitaal en het kapitaal dat in de prille innovatiefase verschaft wordt, is afkomstig van de overheid, of wordt door de overheid gegarandeerd. We hoeven ons dus helemaal niet te schamen. Integendeel.”
Vlaams Innovatiefonds (VINNOF) Het VINNOF, een dochtervennootschap van de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen, verstrekt startkapitaal aan innovatieve ondernemers in Vlaanderen. Het VINNOF is geen subsidieorgaan, maar investeert via kapitaalparticipatie, achtergestelde leningen of een hybride tussenvorm in ondernemingen. Een VINNOF-investering kan aangevraagd worden via het VINNOF zelf, via de door haar erkende risicokapitaalverschaffers of via het IWT.
3
Achtergestelde leningen in een vernieuwd aanbod Een achtergestelde lening is een lening die bij liquidatie van een onderneming pas terugbetaald wordt als alle andere schulden en gewone leningen zijn afgelost. De kredietgever loopt dus meer risico en rekent daarom een hogere interest aan. Een achtergestelde lening steunt wat betreft de modaliteiten voor terugbetaling maximaal op het principe van ‘geduldig kapitaal’. Achtergestelde leningen worden o.m. door de banksector beschouwd als 'quasi eigen vermogen'. Elke KMO die bij het IWT een O&O-bedrijfsproject of KMOInnovatieproject indient, komt in aanmerking voor een achtergestelde lening bovenop de toegekende subsidies. De financiële steun die het IWT via een achtergestelde lening verleent, is een extra middel om kapitaalverstrekkers te overtuigen die voortgaan op de expertise en beoordeling van het IWT om zelf te investeren. Het vernieuwd aanbod voor KMO's ziet er als volgt uit: • tot € 300 000, met een rente gelijk aan de EU-referentierente (actueel 3,7%); • van € 300 000 tot € 800 000, met een rente gelijk aan de EU-referentierente vermeerderd met 4% (actueel 7,7%); • terugbetaling over 3 jaar, 3 jaar na einde van het gesteunde project (zonder rente op ondertussen verschuldigde rente).
KMO-Innovatiestudie type 6 KMO-Innovatiestudie type 6 is een nieuw IWT-product. Het richt zich tot KMO-starters die rond een innovatief idee, product of dienst – al dan niet technologisch van aard – een economische activiteit willen opstarten. Het IWT biedt de starters financiële ondersteuning, zodat zij de nodige kennis kunnen ontwikkelen om hun idee, product of dienst te realiseren en te commercialiseren. De voorziene toelage van maximaal € 100 000 voor een studie met een looptijd van hoogstens 2 jaar kan toegekend worden voor: • de voorbereiding van een bedrijfsplan ter ontwikkeling en commercialisering van de geplande innovatie; • de uitwerking van een aangepast business model; • de eerste fase in het op punt stellen van de te hanteren technologie (haalbaarheidsonderzoek, proof of concept, ...); • de voorbereiding van een KMO-Innovatieproject of omvangrijker O&O-project. Behalve een toelage van het IWT is voor hetzelfde bedrag een achtergestelde lening vanuit het VINNOF mogelijk. Een KMO kan maximaal één keer een beroep doen op een KMO-Innovatiestudie type 6. Meer info vindt u in de handleiding op www.iwt.be
Meer info vindt u in de nieuwe handleiding op www.iwt.be
> CASESTUDY GIMV en VINNOF: Twee handen op één buik? Al ruim een kwarteeuw zorgt de GIMV voor een solide financiële uitvalsbasis voor bedrijven en helpt ze hen de beste koers te kiezen. Sinds het Vlaams Innovatiefonds – kortweg VINNOF – in 2005 opgericht werd, is het voor ondernemers echter niet altijd duidelijk bij wie ze nu het best aankloppen voor risicokapitaal. Bij de GIMV of het VINNOF? Dirk Boogmans, gedelegeerd bestuurder van de GIMV, schept duidelijkheid. “Het VINNOF vult een leemte op”, vertelt Dirk Boogmans. “Het reikt innovatieve bedrijven financiering aan om de eerste levensfase door te komen. Dat is heel belangrijk, want uit Europese statistieken blijkt dat het rendement van een vroege financiering op lange termijn quasi nihil is. Innovatieve starters kunnen dan ook nauwelijks bij privé-investeerders terecht.” Dirk Boogmans
4
De GIMV was nauw betrokken bij de oprichting van het VINNOF. Ze had er immers alle belang bij dat het VINNOF succesvol zou zijn. Dirk Boogmans: “Voor een “De GIMV heeft alle belang bij product of dienst op punt het succes van het VINNOF.” staat en begint te renderen, gaat er heel wat tijd voorbij. De steun van het VINNOF zorgt ervoor dat meer starters deze moeilijke periode succesvol kunnen invullen en overbruggen. En dat leidt ertoe dat meer ondernemingen in een latere fase bij ons of andere investeerders terechtkunnen.” De volgende stap
De GIMV en het VINNOF vullen elkaar dus aan. “Nadat een onderneming haar vroegste en moeilijkste levensfase met de hulp van het VINNOF doorlopen heeft, nemen wij als het ware de fakkel over”, zegt Dirk Boogmans. “We springen bijvoorbeeld bij voor de afwerking van prototypes en als er extra werkkapitaal nodig is. In deze fase bestaat al een duidelijk businessplan en is al een deel van het management aanwezig.” De GIMV is gespecialiseerd in private equity. Dirk Boogmans: “Wij investeren via participaties in niet-beursgenoteerde ondernemingen. Daarbij nemen we zowel minderheids- als meerderheidsparticipaties.” ‘In’ voor innovatie?
De GIMV treedt pas in actie in een groeifase van een onderneming. Vraag rijst dan ook in hoeverre het
Troeven op tafel
aspect ‘innovatie’ voor haar een rol speelt. “We beschikken over drie business units”, legt Dirk Boogmans uit. “Enerzijds zijn we actief in de traditionele sectoren: metaalbewerking, logistiek, etc. Daar doen we aan buy-outs en groeifinanciering. Voor ons is innovatie in deze traditionele sectoren een absoluut pluspunt. Het verhaal van Federal Express in de Verenigde Staten bewijst immers dat ook een innovatief concept voor bijvoorbeeld de traditionele postbedeling erg succesvol kan zijn.” De GIMV laat zich ook niet onbetuigd op het vlak van ‘life sciences’ en ICT, twee innovatieve sectoren. Dirk Boogmans: “We steunen onder meer bedrijven uit de IMEC-omgeving en helpen ondernemingen die biotechnologische producten ontwikkelen met een grote toegevoegde waarde. Voor ‘life sciences’ werken we onder andere nauw samen met het Vlaams Instituut voor Biotechnologie. En op ICT-vlak zijn we door de Vlaamse overheid erkend als ARKIV.”
Volgens velen hangen er donkere wolken boven het ondernemingslandschap in Vlaanderen. Dirk Boogmans is echter een andere mening toegedaan: “De evolutie van globalisering is al eeuwen aan de gang. We beschikken in Vlaanderen echter over uitstekend opgeleide mensen “We beschikken in Vlaanderen met zin voor kwaliteit. Het over uitstekend opgeleide menkomt erop aan om mee te sen met zin voor kwaliteit.” evolueren met de veranderde omstandigheden van vandaag. En om ons onderwijs, dat in vergelijking met andere landen een bijzonder hoog niveau haalt, nog meer af te stemmen op de noden van de maatschappij en de bedrijfswereld. Op dit vlak kan het VINNOF een belangrijke rol spelen.” Een ander onderwerp is volgens Dirk Boogmans de vergrijzing. “We kunnen er niet omheen: de bevolking in ons land veroudert snel. En dat heeft gevolgen. De vergrijzing tegengaan is onmogelijk. Wat we nodig hebben, is innovatie in onze gedachten”, besluit hij.
GIMV in ‘t kort De Investeringsmaatschappij voor Vlaanderen – kortweg GIMV – werd in 1980 opgericht en is sinds 1997 genoteerd op Euronext Brussel. Ze is gespecialiseerd in private equity. Ze investeert via participaties in niet-beursgenoteerde ondernemingen. Haar portefeuille is evenwichtig verspreid over binnen- en buitenlandse ondernemingen in zowel traditionele als innovatieve sectoren. De winst die de GIMV realiseert, wordt opnieuw geïnvesteerd nadat een deel aan de aandeelhouders als dividend is uitbetaald. Gezien het Vlaams Gewest 40 % van de aandelen bezit, krijgt het ook een jaarlijks bedrag van de GIMV. De GIMV zorgt niet alleen voor de nodige financiële middelen. Omdat ze eveneens vertegenwoordigd is in het bestuur van bedrijven, draagt ze haar waardevolle kennis en ervaring ook over aan het management. Meer info? Surf naar www.gimv.be
De GIMV als ARKIV De GIMV is door de Vlaamse overheid erkend als ARKIV op ICT-vlak. Maar wat is een ARKIV precies? We vroegen het Dirk Boogmans. “ARKIV’s zijn risicokapitaalverschaffers die erkend zijn in het kader van de ARKimedes-regeling”, verduidelijkt Dirk Boogmans. “Ondernemingen die op zoek zijn naar kapitaal, kunnen bij ons terecht met hun businessplan. Nadat we dat onderzocht en geëvalueerd hebben, kunnen we autonoom beslissen om in hen te investeren en om daarbij de middelen van ARKimedes aan te wenden.”
> IN DE KIJKER “GOED BEZIG?” Monitoring & Analyse zoekt het uit Innovatie wint aan belang: zowel in bedrijven als organisaties heeft men er vandaag de mond van vol. Tegelijk komt de 15de verjaardag van het IWT in zicht. Logisch dus, dat we precies willen weten in welke mate het IWT bijdraagt aan de vernieuwingsinspanningen. Wat er reilt en zeilt bij bedrijven en organisaties. En hoe we hen nog beter kunnen ondersteunen. Om deze vragen te beantwoorden, werd onlangs een gloednieuwe unit boven de doopvont gehouden: Monitoring & Analyse. Een gesprek met Eric Sleeckx, Coördinator M&A.
Eric Sleeckx
5
“Monitoring & Analyse wordt een waardige opvolger voor het IWT-Observatorium, dat bijna 10 jaar lang instond voor publicaties ter ondersteuning van het innovatiebeleid”, aldus Eric Sleeckx. “De stafdienst zal verder bijdragen tot de professionalisering en versterking van de IWT-diensten en -producten.” Hiervoor zal Monitoring & Analyse gegevens verzamelen en analyseren over de innovatie-inspanningen van zowel bedrijven als intermediaire organisaties in Vlaanderen. Opdrijven Return On Innovation Investment
“Er staan ook tal van activiteiten op stapel om de ’Return On Innovation Investment (ROI2)’ in Vlaanderen te verhogen”, vervolgt hij. "Zo telt het Vlaams InnovatieNetwerk (VIN) ruim 250 voltijdse adviseurs die bedrijven helpen bij hun innovatie-inspanningen. Om de slagkracht van het innovatiebeleid te vergroten, is het van groot belang dat de dienstverlening van dit netwerk optimaal wordt uitgebouwd. Dat is slechts één van de concrete opdrachten van Monitoring & Analyse: de dienstverlening ervan in kaart brengen, praktische tools en vorming aanreiken aan de adviseurs, feedback geven over hun prestaties en de effecten ervan, ...” In het kader hiervan ontwikkelt de Monitoring & Analyse unit het project Innovatieprofielen: een tool waarmee de innovatieadviseurs hun diensten aan bedrijven kunnen registreren, innovatieportretten van bezochte bedrijven kunnen opslaan en eventuele bijkomende noden kunnen noteren. Eric Sleeckx: “De adviseurs leggen jaarlijks meer dan 10 000 bedrijfsbezoeken af. Adequate registratie zal ons een klaar en duidelijk inzicht bieden in wie welke diensten levert aan welk soort bedrijf. Op basis hiervan kunnen wij in de toekomst het dienstenaanbod nog beter afstemmen op de noden.”
Impactanalyse van innovatiebeleid op regionaal vlak Met het project IMPACTSCAN4INNOPOL wil de Europese Commissie de impact van het innovatiebeleid op regionaal vlak analyseren. Hiertoe wordt een systeem ontwikkeld dat niet alleen interregionale benchmarking toelaat, maar ook een fundamentele verbetering initieert van het effect op (sub)regionaal vlak. In een transnationaal platform zullen kruisbestuiving en een wederzijds leerproces centraal staan. Er wordt gestreefd naar een interregionale uitwisseling van ervaringen en de overdracht van ‘best practices’. Adequate aanbevelingen inzake innovatiebeleid en een doelgerichte verspreiding van de projectresultaten zullen de bewustwording van beleidsmakers en regionale autoriteiten in de hand werken. Via het benchmarkinginstrument kan nagegaan worden of de regionale onderzoeks- en innovatiepolitiek efficiënt is. Ook de impact van het Vlaams InnovatieNetwerk (VIN) wordt gemeten. Bijzondere aandacht
6
Het Segmentatieproject sluit hier nauw bij aan. Het zal het innovatiepotentieel van individuele bedrijven in kaart brengen, om zo gericht diensten en producten te kunnen aanbieden. Eric Sleeckx: “Door de combinatie van deze twee projecten kan het IWT op termijn - meer nog dan vandaag - een uniek loket in Vlaanderen worden met diensten op maat voor alle bedrijven met innovatiepotentieel.” En de projectlijst reikt verder. Met Effectmetingen VIN wil het IWT een beter inzicht krijgen in de effecten van de diensten van de innovatieadviseurs. Eric Sleeckx: “Dit laat toe om projecten met onvoldoende effect bij te sturen. En we gaan nog een stapje verder. Het Europese project Impactscan4innopol - ‘Impactscan’ in de wandelgangen – biedt ons de ideale gelegenheid om ons Vlaams Innovatiesysteem - dat sterk steunt op intermediaire organisaties - te benchmarken met innovatiesystemen in andere regio’s. We moeten onszelf en onze aanpak continu in vraag durven stellen. Niet alleen onze bedrijven moeten innovatief zijn, ook IWT is dit aan zichzelf en zijn klanten verplicht.” Nog een stap verder
Recent lanceerde het IWT - op vraag van minister Fientje Moerman - een nieuwe studieopdracht over gedragsadditionaliteit van innovatiesteun. Wat dat precies inhoudt? Eric Sleeckx: “Via een grondige bevraging bij ondernemingen willen we nagaan in welke mate hun innovatiesteun toegevoegde waarde had: heeft die hun innovatiestrategie beïnvloed, impact gehad op het management, aanleiding gegeven tot een vergroting van hun innovatiecapaciteit, enz.? We hopen er tegen de zomer een klaar zicht op te krijgen.”
gaat naar het effect van de coördinatieopdracht van de subregionale actoren. Het creëren van een evaluatiecultuur - waarbij de beleidsopties desgevallend bijgestuurd worden - wordt ongetwijfeld een uitdaging. Ook wordt de adequaatheid onderzocht van de organisatiestructuur, het werkingsmodel en de aard van innovatiesystemen en -politiek. IWT als coördinator van een ruim internationaal netwerk
In het Impactscan-project neemt het IWT het initiatief om het netwerk op te zetten en de projectorganisatie te structureren. Het Transnationaal Project Management Comité bestaat uit de regionale projectmanagers van de partnerregio's uit het Consortium: Laag-Oostenrijk, Bretagne, Syntens-Zuid (Nederland), Madrid, Laag-Silezië (Polen) en Slovenië. Het is zinvol ook actoren uit andere regio’s te betrekken om een bredere basis te hebben voor de vergelijking van de effectiviteit en de performance van regionale innovatieondersteunende infrastructuren.
Een uitdagende doelstelling
Als partner in het Consortium neemt het IWT ook deel aan de uitwerking van het project. In eerste instantie wordt getoetst in welke mate de aanbodzijde van innovatieondersteunende infrastructuur tegemoetkomt aan de noden van de bedrijven aan de vraagzijde. Een gevalideerde indicatorenset ligt aan de basis van een regionale tool voor zelfevaluatie en van het interregionale benchmarkinginstrument. Hiermee worden sterke en zwakke punten zichtbaar. Een kritische vergelijking laat toe om de situatie in Vlaanderen te positioneren tegenover die in andere regio's. Een verklarend onderzoek gaat dieper in op onderliggende redenen van diversiteit en verschillen in performance en effectiviteit. Hiertoe is vooraf al een contextuele analyse uitgevoerd naar de specifieke regionale situaties, het behoeftepatroon van de bedrijven en de dienstverlening door de innovatieactoren. ‘Best practices’ worden geïdentificeerd en overgenomen waar mogelijk. Dit alles zal enerzijds resulteren in een degelijk onderbouwd aanbevelingsplan. Anderzijds zullen de onderzoeksresultaten gericht worden verspreid naar het brede publiek, de innovatiegemeenschap en de beleidsmakers in het bijzonder. Zo zullen beleidsmakers succesvolle maatregelen aanmoedigen voor een nóg beter innovatiebeleid in Vlaanderen. Dit staat borg voor een blijvende, positieve impact op economisch en sociaal vlak in de Vlaamse regio.
> IWT-NIEUWS In 2005 steunde het IWT •
•
342 O&O-projecten van bedrijven voor een totaal bedrag van 85 miljoen euro (en 1,75 miljoen euro aan achtergestelde leningen) 466 projecten van onderzoeksinstellingen en innovatie-actoren voor een totaal bedrag van 92 miljoen euro
O&O bedrijfsprojecten
Aantal
Subsidie (kEUR)
Lening (kEUR)
O&O-algemeen KMO-Programma
116 226
72 194 12 455
475 1 274
TOTAAL
342
84 649
1 749
Aantal
Subsidie (kEUR)
Onderzoeksinstellingen Innovatie-actoren Post-doc (OZM) VIS TETRA SBO LandbouwOnderzoek Specialisatiebeurzen
31 36 26 16 26 331
2 15 5 37 9 20
997 683 949 488 602 433
TOTAAL
466
92 152
Daarnaast deed het IWT nog de voorbereiding van een aantal initiatieven met beslissing door de minister of door de Vlaamse Regering.
In dienst sinds november 2005 Anne De Brabandere, wetenschappelijk adviseur Leslie De Meersman, medewerkster Luc De Ridder, wetenschappelijk adviseur Frederik De Vusser, wetenschappelijk adviseur Anita Vekemans, logistiek assistente
Vlaams Loket voor Karakterisering van Coatings ... ... laat zich kennen via het web Op 20 oktober 2005 zag www.coatingloket.be het licht: een handige, gloednieuwe website met een overzicht van de beschikbare technologie en apparatuur in Vlaanderen voor functionele karakterisering en structuuranalyse van deklagen. De site wil de bezoeker snel en efficiënt de weg wijzen naar de meest geschikte partner voor zijn specifieke vraag over deklaagkarakterisering. Doel is het zoektraject - dat vaak veel tijd en energie vergt - in te korten. De site richt zich in de eerste plaats tot KMO’s: voor hen wordt de drempel tot de deelnemende onderzoeksgroepen verlaagd. Maar de gedetailleerde informatie over de beschikbare toestellen en de aanwezige expertise is al even interessant voor de R&D-centra van grote ondernemingen, en voor de onderzoeksinstellingen zelf. Het ‘Virtueel loket’ - het IWT-project waarin deze site
kadert - werd geïnitieerd vanuit het Coatingplatform. Dit brengt op initiatief van het IWT actoren op het vlak van coatingtechnologie samen. Bedrijven hadden nood, zo bleek, aan een snellere, meer gestructureerde en efficiënte toegang tot de dienstverlening voor het karakteriseren van deklagen. Deze is immers verspreid over verschillende universiteiten, onderzoekscentra en collectieve centra in Vlaanderen. De tien partners van het project (Centexbel, CoRI, KULeuven, IMEC, UA, CMSE/UGent, UHasselt/IMO, VITO, VUB, WTCM) plaatsten ondertussen al meer dan 340 toestellen op de site: een erg ruim aanbod van alle mogelijke karakteriseringstechnieken voor coatings!
7
> INNOVATIE-AGENDA
AGENDA
“Jij bent Flanders’ Future!” Vlaanderen voor ondernemerschap, innovatie en creativiteit Op donderdag 12 januari lanceerde Vlaams minister Fientje Moerman ‘Jij bent Flanders’ Future!’. Dit actieplan wil u ertoe aanzetten om mee te werken aan een maatschappij waarin volop ruimte is voor ondernemerschap, innovatie en creativiteit. Het actieplan ‘Jij bent Flanders’ Future!’ is gebaseerd op drie krachtlijnen: ‘ruimte om te ondernemen’, ‘ondernemerschap als bron van welzijn’ en ‘innovatie als nieuwe levensstijl’. Elk ervan zal worden vertaald in diverse acties en initiatieven. Want we zijn allemaal aandeelhouders in onze maatschappij, hetzij als werknemer, consument, spaarder, investeerder of ondernemer. Meer welvaart door een sterkere economische groei is dan ook een zaak van elk van ons. Wilt u meer weten? Surf dan naar www.jijbentflandersfuture.be. U vindt er ook een overzicht van de geplande activiteiten.
Octrooitrainingen ‘Data-mining op gratis online octrooidatabanken’ voor onderzoekers en innoverende ondernemers, in de kantoren van het IWT telkens van 13u00 tot 18u00 op 23 februari, 23 maart, 27 april, 18 mei en 22 juni 2006 Meer info: voor 23 februari 2006 (organisatie Agoria) An Van de Vel E-mail:
[email protected] Meer info: voor 23 maart 2006 (organisatie GOM Oost-Vlaanderen) Annemie Hautekiet E:mail:
[email protected] Meer info: Kristel Allewijn (Tel: 02/209 09 01 E-mail:
[email protected]) EBS of European Business Summit 2006, op 16 en 17 maart 2006 in de gebouwen van Tour & Taxis in Brussel Meer info: www.ebsummit.org ‘IWT-vooruitzichten’, ‘De innovatieparadox. We hebben kennis genoeg, maar slagen er onvoldoende in om dit in toegevoegde waarde om te zetten’, op 19 april 2006 van 15u30 tot 18u30 in de kantoren van het IWT (op uitnodiging) Meer info: Olivier De Cock (Tel. 02/ 209 09 81 E-mail:
[email protected]) ‘IWT-vooruitzichten’, ‘Open innovatie in de parktijk’, op 21 juni 2006 van 15u30 tot 18u30 in de kantoren van het IWT (op uitnodiging) Meer info: Olivier De Cock (Tel. 02/ 209 09 81 E-mail:
[email protected]) ‘IWT-vooruitzichten’, ‘Additionaliteit van innovatiesteun’, op 17 oktober 2006 van 15u30 tot 18u30 in de kantoren van het IWT (op uitnodiging) Meer info: Olivier De Cock (Tel. 02/ 209 09 81 E-mail:
[email protected]) FDC - 2006 Creativity World Forum, op 15 en 16 november 2006 in het ICC in Gent Meer info: www.flandersdc.be ‘Stap de wereld van de interactieve digitale televisie binnen’ Ga kijken op: www.vlaandereninteractief.be
REDACTIE IWT-VLAANDEREN
T. +32 (0)2 209 09 00
E.
[email protected]
BISCHOFFSHEIMLAAN 25, B-1000 BRUSSEL
F. +32 (0)2 223 11 81
WEB www.iwt.be
>> VORMGEVING EN OPMAAK
TEKSTEN
N’LIL, BRUSSEL
LUNA