VRIJUIT Driemaandelijks tijdschrift Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
2 April - Juni / Jaargang 2015 Afgiftekantoor Antwerpen x - P303450
GROEPSVERZEKERINGEN VOOR KMO’S: HOE VER REIKT DE MARKT? DOSSIER: OMBUDSMAN VAN DE VERZEKERINGEN
V.U.: Kelly Schamphelaere - Autolei 250 - 2160 Wommelgem - Afzender: FVF - Autolei 250 - 2160 Wommelgem
16 oktober 2015 Flanders Expo Gent
De verzekeringsmakelaar ook digitaal?
COLOFON
Vrijuit Autolei 250 - 2160 Wommelgem Tel.: 03 244 12 80 Fax: 03 216 97 45
[email protected] Sopharty: 20901 ATO
INHOUDSOPGAVE
V.U.: Kelly Schamphelaere Autolei 250 2160 Wommelgem
4
Voorwoord
5
Nieuws van onze leden
6
Kort Gezegd
7
In memoriam: Johan Geurts
8
Verzekeringstussenpersonen in andere Europese landen
10
Aansprakelijkheid bankier
Hoofdredacteur: Christophe Thoen
12
Groepsverzekeringen voor KMO’s
16
Dossier: Ombudsman van de Verzekeringen
Eindredactie, opmaak en coördinatie: Ellen Peeters
26
Polis Rechtsbijstand FVF breidt uit
27
Koppelverkoop in vraag gesteld
28
Update ledendocumenten
Redactie: Ellen Peeters Christophe Thoen Kelly Schamphelaere Stijn Vanhalst
30
Wist U dat?
31
Deontologische code auto-experts
32
Rug-aan-rug regeling in BA Auto
36
FVF vertegenwoordigde haar leden
38
Beperking direct marketing verzekeringssector
Jaarabonnement: 47 euro Bankrekening: BE44 6528 1286 6045 BIC HBK ABE22
39
Uw verzekeringskantoor als stageplaats?
40
Online initiatieven verzekeringsmaatschappijen
41
Elektrische fiets verzekeren?
Vrijuit wordt steeds met de grootst mogelijke zorg samengesteld op basis van de informatie waarover FVF beschikt. FVF streeft naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, maar kan hiervoor niet aansprakelijk gesteld worden. FVF biedt geen enkele garantie dat rechtbanken, overheden en/of administraties het eens zullen zijn haar visie.
44
Overzicht rechtspraak informatieverplichting
48
Nieuw op ABCverzekering.be
49
Algemene voorwaarden via Sector Catalog
50
Het FVF-team
51
Sectornieuws
FVF is in geen geval verantwoordelijk voor de inhoud van door derden aangeleverde publicaties, evenmin voor de in de Vrijuit geuite meningen door derden. Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt worden, op welke wijze dan ook, zonder de uitdrukkelijke voorafgaande en schriftelijke toestemming van FVF.
3
12
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
40 16
VOORWOORD
Op het serveerbord van de verzekeringsmakelaar liggen meestal niet uitsluitend verzekeringsoplossingen, zo wijzen diverse studies uit. Veel verzekeringsmakelaars zijn naast hun hoofdactiviteit in verzekeringen ook actief in andere activiteiten uit het spectrum van financiële diensten. Eén van de nevenactiviteiten die significant aanwezig is in de werkzaamheden van de makelaarskantoren, is kredietbemiddeling. Reden genoeg voor FVF om ook in dit domein actief te zijn, met een verhoogde focus tijdens de afgelopen maanden. Er ligt immers veel op het serveerbord van de wetgever aangezien alle krediettussenpersonen (nieuwe en bestaande) zich vanaf 1/11/2015 voor consumenten- en hypothecair krediet verplicht moeten registreren bij de FSMA. Het alfa-gedeelte van het FSMA-nummer zal voor heel wat kantoren vermoedelijk nog wat worden uitgebreid. Bij de registratie zal de FSMA ook de kennisvereisten beoordelen. Hier knelt voor FVF een belangrijk schoentje. In de aanloop van deze reglementering heeft FVF gepleit voor gedegen overgangsmaatregelen voor de bestaande krediettussenpersonen. Op het moment van redactie van dit voorwoord stellen we echter vast dat deze bepalingen ontoereikend zijn, in het bijzonder voor krediettussenpersonen zonder bankactiviteit.
4
Vanuit FVF begrijpen we niet waarom de wetgever geen rekening zou houden met krediettussenpersonen die reeds over een MEZ-nummer bij de FOD Economie beschikken. Wat blijkbaar bij de ene overheidsdienst voldoende was, wordt niet aanvaard door een andere overheidsdienst… FVF springt alvast verder in de bres voor haar leden. Zo kunnen leden ten volle rekenen op de bijstand van FVF voor hun registratiedossiers! De komende maanden zal FVF haar leden hierover stipt informeren. Wordt dus zeker nog vervolgd. En…last but not least wil ik een warme oproep doen om aanwezig te zijn op De Dag van de Makelaar die op 16 oktober aanstaande doorgaat in Flanders Expo te Gent . Het centrale thema van dit makelaarsevent is de toenemende digitalisering en de daaraan verbonden uitdagingen voor de verzekeringsmakelaar. Een kunstschilder zei ooit ‘Je kunt de wind niet veranderen, maar wel de stand van de zeilen’. Is het niet de verzekeringsmakelaar die als een dynamisch zeilschip op deze nieuwe wind kan inspelen? We zien u alvast op 16 oktober! Christophe Thoen Hoofdredacteur
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
NIEUWS VAN
Onze leden
Welkom Assur-Win bvba Gentsebaan 49 9100 Sint-Niklaas TEL. 052 46 24 63
Kantoor Kris Dumon bvba Constant Permekelaan 47 8490 Jabbeke TEL. 050 81 14 53
RVV 360 bvba Villerspark 5 bus 14 3500 Hasselt TEL. 011 26 40 20
Bosu bvba Bosstraat 67 3070 Kortenberg TEL. 02 759 32 52
Kantoor Teerlynck bvba Meerdonkdorp 27 9170 Meerdonk TEL. 03 773 26 92
S-Team cvba Otegemstraat 59 8550 Zwevegem TEL. 0474 47 57 99
CAPA bvba Statiestraat 43 2600 Berchem TEL. 03 281 20 60
Kantoor Van de Casteele bvba Cyriel Buyssestraat 20 9850 Nevele TEL. 09 371 57 62 FAX 09 371 44 43
Taveirne Philip ebvba Witteduivenhof 24 8300 Knokke-Heist TEL. 050 60 21 42
Erifre gcv Kapelstraat 205 D 9140 Steendorp TEL. 03 771 44 28
Kris Debremaeker gcv Plada 12 7890 Lahamaide TEL. 0496 29 23 83
Frans De Vos en Co bvba Lindelei 11 2620 Hemiksem TEL. 03 887 75 06 FAX 03 887 00 43
Leysen Peter Weldadigheidstraat 0002 8900 Ieper TEL. 050 32 33 38
Goossens - Goris bvba Hoogstraat 18 2850 Boom TEL. 03 880 87 90
Life Experts bvba Mezenstraat 1 B 3945 Ham TEL. 0495 27 34 26
Van D’Helsen Michel bvba Fruithoflaan 6 2600 Berchem TEL. 03 448 19 20 Van Marcke Jean-Pierre Miksebaan 269/0003 2930 Brasschaat TEL. 03 653 26 07 Verzekeringen De Wachter bvba Laar 15 2140 Borgerhout TEL. 03 236 64 74
Verzekeringen Spreuwers Dominiek bvba Vrijheidslaan 8 3960 Bree TEL. 089 47 12 94 Verzekeringen Van Eeckhoutte bvba Blekerijstraat 4 8800 Roeselare TEL. 0496 54 28 07 Verzekeringskantoor L. BAEYENS nv Stationsstraat 15 9255 Buggenhout TEL. 052 39 97 10 Zakenkantoor Van Raemdonck bvba Parklaan 51 9100 Sint-Niklaas TEL. 03 777 02 56 Zakenkantoor Vanacker-Cools bvba Koningsplein 13 2500 Lier TEL. 03 482 22 22
Groep Gilon bvba Koning Albertstraat 120 2800 Mechelen TEL. 015 20 21 12 FAX 015 20 24 15
M&M bvba Mechelseweg 231 1880 Kapelle-op-den-Bos TEL. 015 71 02 39
Indurisk bvba Baron Ruzettelaan 170-172 8310 Sint-Kruis (Brugge) TEL. 050 46 10 46
Marcelis Verzekeringen Neerijse Steenweg 13 3061 Leefdaal TEL. 02 766 13 20
Jean Richard bvba Brusselstraat 363 B 1702 Groot-Bijgaarden TEL. 02 466 12 52
MDK gcv Bormte 69 9190 Stekene TEL. 0475 50 32 32
•
Jean-Pierre De Coster bvba Jan van der Vorstlaan 22 3040 Huldenberg TEL. 016 47 19 50 FAX 016 47 19 50
Pathy Verzekeringen bvba Munsterbilzenstraat 34 3740 Bilzen TEL. 089 41 18 70 FAX 089 50 14 94
Het bestuur en personeel van FVF wenst de families alsnog erg veel sterkte.
5
Gecondoleerd
• • •
•
Op 15 december 2014 overleed FVF-lid Jan Morias, Op 3 april 2015 overleed FVF-lid Emile De Smet, Op 13 april 2015 overleed Emile Rossou, zoontje van FVF-lid en lid van de Commissie Leven van FVF Jo Rossou, Op 25 april 2015 overleed Benjamin Ghijs, zoon van FVF-lid Jean-Marie Ghijs, Op 11 mei 2015 overleed Joop Wijnands, vader van FVF-lid Ruud Wijnands.
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
KORT GEZEGD Elektronische maaltijdcheques
AG Insurance stelt nieuwe CEO aan
Zijn vanaf 1 januari 2016 verplicht. De papieren variant zal voor een laatste keer in september 2015 verspreid worden en bruikbaar zijn tot 31/12/2015. Het is als werkgever van belang tijdig de overstap te maken naar elektronische maaltijdcheques en het personeel hiervan op de hoogte te brengen.
Hans De Cuyper, die momenteel de functie van CFO binnen AG Insurance bekleedt, zal deze nieuwe functie vanaf 1 oktober 2015 op zich nemen. Daarmee volgt hij de heer Antonio Cano op. De heer Cano werd op zijn beurt benoemd tot COO van AGEAS en vervangt daarmee Barry Smith die op pensioen vertrekt.
Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen wint aan populariteit
Hoge Raad voor Zelfstandigen en KMO brengt jaarverslag 2014 uit
Sinds de Wet op de Aanvullende Pensioenen voor Zelfstandigen in 2004 een grondige hertekening deed voor het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ) kozen heel wat zelfstandigen voor een gelijknamig contract bij een pensioeninstelling naar keuze.
De Hoge Raad voor de Zelfstandigen en KMO is een federale adviesraad die optreedt als spreekbuis voor zelfstandigen, vrije beroepen en KMO’s en wiens wettelijke opdracht bestaat uit adviseren én vertegenwoordigen.
Vóór die hertekening konden zelfstandigen zich enkel maar richten tot de sociale verzekeringsfondsen. Die praktijk behoort dus nu tot het verleden. Sindsdien onderschrijven jaarlijks tienduizenden zelfstandigen een VAPZ-polis bij een instelling naar keuze, zo blijkt uit de cijfers van Assuralia. De bewustwording van de pensioenproblematiek alsook de drang naar een veilige oude dag wordt dus bij deze beroepsgroep ook steeds groter. Assuralia stelt dat het aantal nieuwe VAPZ-verzekeringscontracten voor 2014 lag op net geen 38.000 stuks waardoor het totaal aantal polissen van deze aard ligt op meer dan 478.000.
Twaalfde Bobcampagne gelanceerd Op 30 mei 2015 gaf minister van Mobiliteit, Ben Weyts, samen met Assuralia en de Belgische Brouwers het startschot voor de nieuwe Bob-zomercampagne. Het is al de twaalfde keer dat ook verzekeraars dit initiatief steunen. Naast baanaffiches zullen ook radiospots en filmpjes ingezet worden om het grote publiek te bereiken.
Als overlegforum groepeert de Hoge Raad een 170-tal erkende beroeps- en interprofessionele organisaties, waaronder FVF. De uitgebrachte adviezen worden overgemaakt aan de betrokken ministers. Deze adviezen staan onder andere te lezen in het jaarverslag 2014 dat integraal te lezen staat op www.hrzkmo.fgov.be.
Belg aan het roer bij BIPAR Sinds kort zit André Lamotte, voormalig voorzitter van Feprabel, op de voorzittersstoel van de Europese federatie van verzekeringstussenpersonen, BIPAR. Vanuit FVF zijn we zeer tevreden dat er een Belg aan het roer van BIPAR staat op het moment dat er heel wat belangrijke Europese dossiers in een stroomversnelling zitten.
IN MEMORIAM JOHAN GEURTS
Op 7 mei 2015 overleed Johan Geurts, FVF-lid, gewezen bestuurslid van FVF en oud-voorzitter van de Syndicale Kamer Limburg van FVF. Naast zijn werkzaamheden als verzekeringsmakelaar, zette hij zich via FVF hard in voor de verdediging van het makelaarsberoep. Het bestuur en personeel van FVF wenst de familie erg veel sterkte toe.
7
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
VERZEKERINGSTUSSENPERSONEN IN ANDERE EUROPESE LANDEN
Niet alleen in België, maar ook in heel wat andere Europese landen, kan verzekeringsbemiddeling beschouwd worden als een belangrijke dienst binnen heel wat sectoren. Verzekeringen bieden immers comfort en bescherming voor miljoenen consumenten en bedrijven. BIPAR, de Europese federatie voor verzekeringstussenpersonen, vroeg London Economics daarom een rapport te schrijven over het algemene economische belang van verzekeringstussenpersonen. Insurance intermediaries in the EU
March 2015
Hoewel hierover in heel wat Europese landen geen officiële cijfers beschikbaar zijn, brengt het rapport de marktsituatie in Europa zo nauwkeurig mogelijk in beeld. FVF kreeg inzage in het onderzoeksrapport en geeft hierna voor u Insurance intermediaries in the EU
March 2015
Marktaandeel Europese verzekeringstussenpersonen
levensniet-levensverzekeringen Market shareen of insurance agents and brokers in the distribution of life and non-life insurance products - 2012 In elf van de twintig bestudeerde EU-lidstaten namen verzeke-
Insurance agents and brokers account for more than 50% of all life and non-life ringstussenpersonen 50% van alle en niet-is insurance premiums in 11 out ofmeer the 20 dan EU Member States for levenswhich information levensverzekeringspremies voor hun rekening. available.
Change (in percentage points) in the market share of insurance agents and brokers in the distribution of life and non-life insurance products – 2009 de- 2012 meest opvallende cijfers weer. Insurance agents and brokers gained market share, sometimes very substantially, in 2/3 of the Member States for which information is available.
25 21.2 20
15
10
Croatia
5
31%
Sweden
8.6 4.6 2.4 0.9
33%
Austria
11.5
5.4
26%
France
12.2
0
0.6
0.5
-2.1
-2.1
-2.2
-4.3
-7.2
38%
Portugal
-5
39%
Spain
41%
Finland
-10
42%
Slovakia
Source: London Economics based on data from BIPAR, its member associations and Insurance Europe
Figuur 2: Evolutie marktaandeel Europese verzekeringstussenpersonen leven en niet-leven periode 2009-2012 Note: Finland non-life /brokers only, Sweden life only bron: BIPAR
48%
Italy
49%
Ireland
51%
Belgium
51%
Netherlands
Evolutie marktaandeel Europese verzekeringstussenpersonen levens- en niet-levensverzekeringen
54%
Malta
60%
Luxembourg
Bovenstaande grafiek toont vervolgens dat het marktaandeel van de verzekeringstussenpersonen in de periode 2009 tot 2012 - in sommige gevallen erg zichtbaar - toenam.
66%
Slovenia
72%
Poland
72%
Romania
Voor twee derde van alle EU-lidstaten is hierover informatie voorhanden.
73%
United Kingdom
77%
Germany
-3-
77%
Bulgaria
81% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
Source: London Economics based on data from BIPAR, its member associations and Insurance Europe
Figuur 1: Marktaandeel Europese verzekeringstussenpersonen Note:leven Finland non-life/brokers only, Sweden life only en niet-leven - bron: BIPAR -2-
8
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
Insurance intermediaries in the EU
March 2015
HOW DO THEY DO?
Number of persons active in insurance intermediation (per 100,000 inhabitants) - 2013 The number of persons active in insurance intermediation in the EU exceeded 1.5 million persons (including self-employed and part-time employed persons) in 2013. The number of persons active in insurance intermediation varies considerably across the EU28, reflecting differences in the size and organisation of the agents and brokers distribution Aantalchannel. personen actief in verzekeringsbemiddeling Finland
6
Denmark
21
Sweden
Insurance intermediaries in the EU
Contribution of insurance agents and brokers - National and EU GDP (%) 2012
Het aantal tewerkgestelden in agents verzekeringen varieert vanforland Overall, the economic activity of insurance and brokers accounts directly about 0.6% of total output by the EUverschil economy. The the tot land enthezorgt dan produced ook voor een opcontribution vlak van of grootte insurance intermediary sector to the national economies of the EU varies markedly, en organisatie verzekeringskantoor. reflecting differences van in thehet size of the national insurance markets and the relative importance of the intermediary channel in each national market. Productiviteit Europese verzekeringstussenpersoon
40
Malta
March 2015
71
Estonia
1.2%
75
France
1.2%
128
United Kingdom
157
Netherlands
1.0%
179
Luxembourg
186
Ireland
0.8%
0.7% 0.7%
198
Bulgaria
202
Belgium
0.6% 0.6% 0.6% 0.6% 0.6%
0.6%
0.5%
224
Spain
0.4% 0.4% 0.4%
237
Greece
0.4%
0.3% 0.3%
268
Portugal
0.2% 0.2% 0.2%
286
Austria
0.1%
359
Lithuania
365 De vier centrale buttons op de homepagina geven bezoekers de kans370 meer te weten te komen over de
Slovakia Germany
website naar de FVF-jongerensite en naar een item dat steeds in de kijker staat. Ook de publieke nieuwsberich-
0.0%
415
instap in het beroep van verzekeringsmakelaar (Word
Poland
ten die door FVF gepubliceerd worden, kunnen onderaan
433
verzekeringsmakelaar); over het FVF-lidmaatschap (Word
Czech Republic
geraadpleegd worden.
475
lid); over het vinden van een job bij één van de FVF-leden
Romania
499
(Vind een job). Een vierde button bevat een zoekmotor 508
Italy
waarmee FVF-leden makkelijk opgespoord kunnen wor649
Hungary 0
100den 200 300 (Vind een
400 500 FVF-makelaar).
600
Source: London Economics based on data from BIPAR, its member associations and Insurance Europe
Figuur 4: Productiviteit Europese verzekeringstussenpersonen Note: The data in the figure show the share of national (EU) gross valued added accounted for by the activities of insurance agents and brokers
700
Algemeen kan ten slotte gesteld worden dat de diverse Europese verzekeringstussenpersonen goed zijn voor 0,6 % van het bruto binnenlands product binnen de EU.
Source: London Economics based on data from BIPAR and its member associations
Figuur 3: Aantal tewerkgestelden in de Europese
Note: - bron: BIPAR - Theverzekeringssector data include self-employed persons. - Finland, brokers only Tot slot verwijst de homepagina van de vernieuwde
De bijdrage van de verzekeringstussenpersoon aan de nationale economieën binnen de EU varieert sterk en is afhankelijk van de grootte van de plaatselijke verzekeringsmarkten en het relatieve belang van de diverse distributiekanalen binnen elke -5nationale markt.
Voor 2013 werd door London Economics ook gekeken naar het -4aantal tewerkgestelden, gemeten per 100.000 inwoners, in de Europese verzekeringssector. Het totaal aantal lag daarbij op meer dan 1,5 miljoen werknemers, zelfstandigen en halftijds tewerkgestelden inbegrepen.
Federatie voor Verzekerings-
9
13
en Financiële tussenpersonen
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
AANSPRAKELIJKHEID BANKIER
Door een krediet toe te staan aan een vennootschap, kan de bankier aansprakelijk worden, meer bepaald ten overstaan van de borgen. Een interessant arrest van het hof van beroep van Bergen stelt daaromtrent dat de echtgenote van de bedrijfsleider van een vennootschap, die zelf geen bedrijfsleider of aandeelhouder is, moet worden beschouwd als een derde ten overstaan van de bankier.
Feiten Een echtgenote aanvaardt om haar groepsverzekering als waarborg te geven voor een krediet dat wordt verstrekt aan de vennootschap waarvan haar man bedrijfsleider is. De kredieten worden opgezegd en de echtgenote dagvaardt de bank. Zij is van oordeel dat de bank een fout heeft begaan in haar hoedanigheid van kredietverlener door een krediet van dergelijke omvang aan de vennootschap van haar man te aanvaarden, zonder verificatie van de cijfers en door haar niet te hebben verwittigd omtrent de risico’s die ze liep. De bank van haar kant meent dat haar geen enkele fout kan worden aangewreven, omdat de vennootschap van de echtgenoot een trouwe klant was die zelf minutieuze analyses en ramingen had verricht. Het feit dat de activiteit niet had gevlot, wilde niet zeggen dat zij aansprakelijk zou zijn ten overstaan van een klant die zij beschouwde als zijnde voldoende geïnformeerd.
het aan de ontlener toegezegde krediet en inzake de risico’s die deze loopt als de hoofdschuldenaar zijn verplichtingen niet nakomt. Het spreekt voor zich dat, als de bankier een fout begaat ten overstaan van de kredietnemer als hij een krediet toestaat, bijvoorbeeld door slechte raad te geven of door geen of weinig informatie te verstrekken, hij tegelijkertijd een fout begaat ten overstaan van de borgverleners. Vermits de borgen zich geen borg zouden hebben gesteld zonder fout van de bank, moeten de waarborgakten waarop de bank zich beroept, vernietigd worden om reden van vergeeflijke dwaling in hoofde van de borgen. Op basis van de feitelijke omstandigheden in deze zaak is het hof van oordeel dat de bank een fout heeft begaan door een buitenmatig krediet toe te staan.
Beslissing van het hof Het hof wijst erop dat in het kader van een kredietverlening de verplichting van de bankier tweeërlei is. Hij heeft enerzijds een informatieplicht en anderzijds een onderzoeksplicht. De rechtspraak leert dat men voorzichtig moet zijn ten overstaan van een ontlener in het geval van de vraag naar een buitenmatig krediet. In het kader van zijn onderzoeksplicht moet de bankier de financiële situatie van de kredietverkrijger onderzoeken en hij kan zich niet tevredenstellen met de kredietverlening en daarbij enkel rekening houden met de waarborgen doch hij moet ook rekening houden met de terugbetalingscapaciteit. Een vooruitziend bankier moet overgaan tot een minimale controle van de bestaande (objectieve) gegevens inzake de terugbetalingscapaciteit van de potentiële kredietnemer. Het komt toe aan de kredietverlener om aan de persoon die overweegt zich borg te stellen gegevens te verstrekken betreffende
10
Bron: Wolters Kluwer - Verzekeringsnieuws - nr.4, apr.2015 Auteur: Denis Gouzée, advocaat.
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
PUBLIREPORTAGE
DKV SMILE Gezonde tanden. Glimlach verzekerd.
www.dkvsmile.be
DKV lanceert DKV SMILE Omdat er een duidelijke behoefte is aan een kwalitatieve tandzorgverzekering die snel en gemakkelijk kan onderschreven worden, heeft DKV Belgium DKV SMILE ontwikkeld. Met een zeer aantrekkelijke premie, een verzekerd kapitaal tot 1.500 euro per jaar en een terugbetaling van 80%* na tussenkomst van het ziekenfonds hebben de klanten toegang tot een eenvoudige en interessante tandzorgverzekering. Een nieuw product, samen met klanten, tandartsen en verzekeringstussenpersonen ontworpen Zowel van onze verzekeringstussenpersonen, de tandartsen als van onze klanten, kregen we een duidelijk signaal dat er naast Plan Tandzorg ook een behoefte was aan een andere en eenvoudigere tandzorgverzekering. Daarom hebben we DKV SMILE ontwikkeld. We zijn daarbij niet over één nacht ijs gegaan. We hebben geluisterd naar de tandartsen, onze verzekeringstussenpersonen en onze klanten om een product te ontwikkelen dat perfect aansluit bij hun behoeften: een goede dekking, een zeer aantrekkelijke premie en bovendien snel en gemakkelijk te onderschrijven. Het volstaat dat de klant zelf 4 eenvoudige vragen over zijn of haar gebit beantwoordt, zonder dat er een grondig onderzoek door de tandarts nodig is.
Het principe van een privé-verzekering De tussenkomst van de overheid in de kosten voor tandzorg kadert binnen het systeem van een verplichte verzekering. Verzorgde of onverzorgde tanden, de sociale zekerheid komt zonder onderscheid tussen voor iedereen. Zoals u weet, dekt dit echter lang niet alle kosten. Een aanvullende privé-tandzorgverzekering is dan ook geen overbodige luxe. Over de privé-tandzorgverzekering bestaan misverstanden: mensen denken soms dat deze ook bestaande problemen terugbetaalt. Ze is echter bedoeld om een risico af te dekken, met andere woorden een onzekere gebeurtenis in de toekomst. Zo is een brandend huis ook niet verzekerbaar. De brandverzekering moet worden afgesloten vóór er brand ontstaat. Hetzelfde geldt voor een tandzorgverzekering. Dit is dus een heel ander principe dan dat van de verplichte ziektekostenverzekering.
ons op mensen met een verzorgd gebit die, in ruil voor een ruime dekking, bereid zijn om een tandheelkundig onderzoek te ondergaan en een hogere premie te betalen. Ook mensen met een slechter gebit die toch een tandzorgverzekering wensen, kunnen met deze verzekering geholpen worden voor het “gezonde” deel van hun gebit. DKV SMILE is een eenvoudige, gemakkelijk en snel afsluitbare tandzorgverzekering met beperkte inschatting van het risico, als zeer concurrentieel alternatief voor gelijkaardige producten van de ziekenfondsen. Dit product richt zich dus op mensen met een verzorgd gebit die snel en zonder veel gedoe een degelijke dekking voor tandzorg willen.
Eenvoudige selectiecriteria voor een betere bescherming Om zowel een gemakkelijke onderschrijving én een gezond risicobeleid te garanderen, is DKV SMILE toegankelijk voor patiënten bij wie minder dan 4 tanden ontbreken. Uit een DKV-onderzoek bij tandartsen blijkt dat dit het geval is voor meer dan 95% van de mensen onder de 30 jaar, voor 80% tussen de 30 en 40 jaar en voor 70% tussen de 40 en 50 jaar. Mochten er toch meer dan 3 tanden ontbreken, dan kan Plan Tandzorg eventueel een alternatief zijn. Vergeleken met gelijkaardige verzekeringen die de ziekenfondsen aanbieden, ligt het terugbetalingsniveau van DKV SMILE hoger (80%) en is ook het kapitaal voor prothetisch herstel merkelijk hoger, terwijl de premies min of meer gelijklopen of zelfs lager liggen.
DKV SMILE: een andere benadering dan Plan Tandzorg
DKV SMILE is sinds 20 april beschikbaar bij alle verzekeringstussenpersonen. Met deze nieuwe tandzorgverzekering wenst DKV, als essentiële verzekeringspartner in de gezondheidszorg, nog beter te beantwoorden aan de behoeften van patiënten met een verzorgd gebit die ervoor willen zorgen dat ze niet meer moeten aarzelen wanneer zij plots geconfronteerd worden met onvoorziene kosten voor tandzorg.
Plan Tandzorg blijft in de eerste plaats een verzekering op maat waarbij DKV het risico precies kan inschatten en eventuele uitsluitingen kan voorstellen, dankzij het uitgebreid onderzoek door de tandarts. Daarmee richten we
* Omdat DKV preventie stimuleert, wordt dit wel herleidt naar 50% indien er in het voorafgaande verzekeringsjaar geen bezoek aan de tandarts is geweest.
Publicitaire informatie. Dit is een commercieel document.
De beste zorgen. Levenslang.
GROEPSVERZEKERING VOOR KMO’S Hoe ver reikt de markt? Bieden uw KMO-klanten een groepsverzekering aan voor hun werknemers? Mooi zo. Toch lijkt dit niet zo erg evident. Dit type verzekeringsproduct is tegenwoordig immers niet zo hot op de markt en al helemaal niet bij de Belgische KMO’s. Ilse Aerts, Lector Financiën - Verzekeringen - Immobiliën aan de Katholieke Hogeschool VIVES voerde onderzoek naar dit fenomeen en vertelde Vrijuit over haar voornaamste bevindingen.
Beste Ilse, u deed heel wat diepte-interviews met verzekeringsmaatschappijen die groepsverzekeringen in hun productaanbod hebben en focuste u daarbij specifiek op groepsverzekeringen voor de KMO-sector. Wat was de beweegreden voor dit onderzoek?
(nvdr. verder EB genoemd) ervaren, welke strategie zij hierrond toepassen, welke pijnpunten er door hen in dit verband opgemerkt worden, enzovoort. Op basis van de antwoorden die de betrokken verzekeringsmaatschappijen ons gaven, konden een aantal eerste bevindingen uitgeschreven worden.
Ilse: De reden waarom ik het onderzoek wilde voeren, is tweeledig. Mijn interesse in het thema ontstond eerst en vooral vanuit de praktijkervaring die ik heb in het leven-verhaal en dit vanuit het verzekeringskantoor dat ik samen met mijn echtgenoot run. Ik merkte immers dat het ‘aan de man brengen’ van groepsverzekeringen eigenlijk niet zo simpel is. Nochtans zijn aan dit type van verzekeringen fiscaal gezien heel wat voordelen verbonden. Daarnaast werd ik ook geprikkeld vanuit mijn vakspecialisatie als docente Leven aan de Katholieke Hogeschool VIVES.
De diepte-interviews behoren tot een eerste deel van mijn onderzoek. Het tweede deel, waar we momenteel aan werken, is het analyseren van data afkomstig van Data Warehouse, de datacentrale van de RSZ, waaronder ook Sigedis valt. Op die manier bekomen we informatie over de toepassing van het aanvullend pensioen (nvdr. de tweede pijler) binnen de KMOsector.
Verder heb je nog de economische realiteit. België is een KMOland. Ik ben dan ook van mening dat wanneer men stelt dat er maatregelen genomen moeten worden op het vlak van aanvullend pensioen, ook de KMO’ers op de kar dienen te springen. De economische situatie waarin ons land zich vandaag bevindt alsook mijn persoonlijke interesse in dit thema zijn eigenlijk de twee voornaamste drijfveren geweest voor het indienen van een onderzoeksaanvraag. Ik ben van mening dat iemand in de cirkel anders moet beginnen denken. De verzekeringsmaatschappijen hebben hierin, wat mij betreft, een erg belangrijke rol te spelen en dan vooral op het vlak van sensibilisering. Door het afnemen van diepte-interviews wilde ik een beeld krijgen van hoe de verzekeringsmaatschappijen Employee Benefits
12
Dankzij deze gegevens komen we niet alleen te weten hoeveel ondernemingen een groepsverzekering voor hun werknemers afsluiten, maar ook welk type onderneming dit vooral doet en voor welk type personeelsleden. De aanvraag van de data was geen eenvoudige opdracht.
Facts and Figures • • • •
Een KMO is - volgens UNIZO en de RSZ - een onderneming met minder dan 50 werknemers. 84 % van de KMO’s in België biedt geen groepsverzekering aan voor haar werknemers; Vooral kleine KMO’s (max. 20 werknemers) bieden geen groepsverzekering aan; Het aanbod van een aanvullend pensioen wordt niet geografisch bepaald.
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
INTERVIEW De databank tweede pijler, ook wel DB2P genoemd, staat immers nog in zijn kinderschoenen. Uiteraard gaat het omwille van privacyredenen om gecodeerde gegevens. Toch kunnen we dankzij deze gegevens een aantal tendensen vaststellen. Opmerkelijk is bijvoorbeeld dat bij 130.000 ondernemingen, die volgens onze definitie ondergebracht kunnen worden onder de noemer van KMO’er, in 84 % van de gevallen geen groepsverzekering wordt aangeboden. Uiteraard zijn we ons ervan bewust dat de cijfers die we in eerste instantie kregen, verder nog verfijnd moeten worden. Zo heeft niet elke KMO evenveel werknemers in dienst. Afhankelijk daarvan zal immers een specifieke koers gevaren worden.
Van administratieve efficiëntie is vandaag de dag naar mijn mening dus absoluut nog geen sprake. Heel wat communicatie verloopt nog steeds via allerhande papieren omwegen. Verzekeringsmaatschappijen zouden dit probleem kunnen verhelpen door in plaats van een flexibele premieberekening een vaste premie op te nemen in het contract . Kies dus niet voor een loonsafhankelijk maar eerder voor een vast bedrag, eventueel jaarlijks indexeerbaar. Dat zal heel wat frustraties doen afnemen en het rendement van deze producten ten goede komen. Verzekeringsmakelaars zullen hierdoor gemotiveerder worden om groepsverzekeringen aan te bieden.
‘Verzekeringsmaatschappijen zouden het probleem van administratieve inefficiëntie kunnen verhelpen door in plaats van een flexibele premieberekening een vaste premie op te nemen in het contract.’
FVF voerde in samenwerking met Benthurst & Co en Feprabel een belangrijk tweejaarlijks onderzoek bij onafhankelijke verzekeringsmakelaars. Hierin wordt onder andere gepeild naar de redenen tot samenwerking met een verzekeringsmaatschappij. De voornaamste redenen binnen de tak leven, zelfstandigen & KMO, zijn het productaanbod alsook de rol en kwaliteit van de inspecteurs. De voornaamste punten die de verzekeringsmakelaar bij verzekeringsmaatschappijen wil zien verbeteren zijn administratieve efficiëntie, snelle oplossingen vanwege de binnendienst en goede applicaties. Komen de bevindingen uit ons onderzoek overeen met uw onderzoeksresultaten?
Welke adviezen zou u geven ten aanzien van de verzekeringsmaatschappijen opdat groepsverzekeringen beter afgestemd zouden worden op de KMO?
Ilse: Dat denk ik wel. Als ik kijk naar de verbeterpunten die uit jullie onderzoek naar voren komen, en dan vooral de nood aan goede applicaties, zijn er zeker gelijkenissen. Uit mijn onderzoek blijkt dat grote verzekeringsmaatschappijen heuse informaticaplatformen ontwikkelen die gebruikers ervan (nvdr. dit zijn de verzekeringsmakelaars) begeleiden in het hele productieproces gaande van offerteaanvragen tot het sluiten van het contract.
Ilse: Ik denk dat de termen standaardisatie en informatisering hier van groot belang zijn. Verzekeringsmaatschappijen, en sommigen zijn al goed op weg, zullen deze weg steeds meer en meer moeten bewandelen. Op die manier zullen groepsverzekeringen populairder worden en dus ook rendabeler. Ik ben van mening dat verzekeringsmaatschappijen die rentabiliteit mee in de hand hebben en ze dankzij standaardprocessen zelf al een heel stuk kunnen verhogen.
De kleinere aanbieders van groepsverzekeringen werken nog steeds volgens het principe ‘stuur een e-mail’ naar de EBdienst. De ontwikkeling van zulke informaticaplatformen sluit erg nauw aan bij de vaststelling uit jullie onderzoek waarbij verzekeringsmakelaars vragende partij zijn voor het aanbieden van goede applicaties.
Ook voor de verzekeringsmakelaars zal dit een stap voorwaarts betekenen. Zo zijn heel wat van hen geen specialist EB. Wanneer een klant hen hiernaar vraagt, is het handig een systeem voorhanden te hebben dat je stuurt in je dienstverlening.
Als we het daarnaast hebben over administratieve efficiëntie, stoten we binnen het EB-verhaal vaak op de problematiek van de loonsopvolging. Heel wat EB-contracten worden namelijk opgemaakt op basis van x-procent van de brutoloonmarge. Die brutoloonmarge moet door de verzekeringsmaatschappij uiteraard gekend zijn op het einde van het jaar. Het doorgeven van deze gegevens wil, jammer genoeg, nog al te vaak op de stapel andere papiertjes terechtkomen, vooral dan bij kleinere ondernemingen waar geen beroep gedaan kan worden op een verantwoordelijke in human resources. Hierdoor gebeurt het wel eens dat, bij gebrek aan juiste informatie, verzekeringsmaatschappijen zich baseren op de brutoloonmarges van voorgaande jaren. Op die manier ontstaan er natuurlijk ongelijkheden tussen de effectieve berekening en dat wat het zou moeten zijn.
13
Deze manier van werken zou kunnen resulteren in het zelfzekerder worden van verzekeringsmakelaars die niet erg vertrouwd zijn met de materie van groepsverzekeringen. Dit zou de bemiddeling in dit type verzekeringsproducten voor hen kunnen doen toenemen. Hoe ziet u de huidige markt van groepsverzekeringen die zich specifiek op KMO’s richt evolueren voor de onafhankelijke verzekeringsmakelaar? Zal er volgens u sprake zijn van toenemende specialisatie? Ilse: Ik denk dat we zeker niet mogen beweren dat het enkel de grote verzekeringsmakelaars zijn die in de toekomst nog groepsverzekeringen zullen kunnen aanbieden. Die kans moet ook voor kleinere verzekeringsmakelaars blijven bestaan. Sterker zelfs, verzekeringsmaatschappijen moeten kleinere verzekeringsmakelaars ondersteunen op het vlak van groepsverzekeringen.
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
Heel wat verzekeringsmaatschappijen doen dit al en riepen daarvoor zelfs specifieke EB-accountmanagers in het leven. Die ondersteuning is volgens mij van groot belang gezien heel wat KMO’ers voor hun groepsverzekering terecht zullen komen bij een verzekeringsmakelaar. Een groepsverzekering kan voor de werknemers van een KMO een fiscaal en sociaal interessant verloningsmiddel zijn. Toch houdt dit voordeel omwille van de problematiek van gewaarborgde rente en de huidige lage rentestand ook wel enig risico in voor de KMO. Daarenboven deden er zich veranderingen voor in het arbeidsrechtelijk landschap door de gelijkschakeling van het arbeider- en bediendenstatuut. Peilde u naar deze problematiek tijdens de diepte-interviews die u afnam? Ilse: Wat mij doorheen het onderzoek vooral opviel, was dat verzekeringsmaatschappijen enerzijds, gezien de lage rentestand, graag promotie maken voor Tak 44-producten. Zij doen immers erg veel moeite om de particuliere klanten te laten overstappen van het Tak 21 naar het Tak 23-verhaal.
verzekeringsmaatschappijen, ook de bedrijfsleiders zelf eens te bevragen. Ik denk namelijk dat het de verzekeringsmakelaars zelf zijn, eerder dan de bedrijfsleiders, die wakker liggen van deze problematiek. Hebt u aan de hand van uw gesprekken met verzekeringsmaatschappijen een beeld gekregen van hoe populair groepsverzekeringen momenteel zijn binnen het KMOlandschap? Ilse: Het is zo dat bij de bevraging van de verzekeringsmaatschappijen bleek dat het nogal ‘windstil’ is op het vlak van groepsverzekeringen. Dit type product wordt bijna nooit ondersteund door de marketingdienst of heeft soms zelfs geen specifieke productnaam. Je zou dus kunnen stellen dat het niet de meest populaire verzekeringsproducten zijn.
Als we daarentegen kijken naar het EB-verhaal blijkt dat hiervoor geen Tak 23-producten worden aangeboden maar eerder Tak 21 mét intrestgarantie. Het is dus heel erg frappant dat verzekeringsmaatschappijen voor pensioenopbouw binnen de particulierenmarkt zweren bij Tak 23-producten, daar waar ze dat voor het KMO-segment niet doen. Daar wil men de zaakvoerders ten volle beschermen en het gegeven van de intrestgarantie ten volle benadrukken. Het verbaast me dat verzekeringsmaatschappijen, afhankelijk van welke groep ze dienen, verschillende visies hanteren terwijl het einddoel op lange termijn toch hetzelfde is, de particulier rechtstreeks of onrechtstreeks, via een groepsverzekering, van een mooi aanvullend pensioen laten genieten. Wat is volgens u de oorzaak van die overbescherming van de verzekeringsmaatschappijen binnen het segment van de groepsverzekeringen voor KMO’ers? Ilse: De oorzaak ligt hem bij het gegarandeerd minimumrendement van 3,25% in de wetgeving die in de huidige marktcontext onhaalbaar is geworden. In vroegere jaren pakten de verzekeringsmaatschappijen uit met contracten aan 3,25% en meer. De verzekeringsmaatschappijen droegen de wettelijke garanties en niet de ‘kleine’ bedrijfsleider. De marktomstandigheden lieten dat ook toe. Nu kan dat niet meer en zitten de garanties van de verzekeringsmaatschappijen onder deze van de WAP. Ik ben ervan overtuigd dat heel wat verzekeringsmaatschappijen erg veel moeite doen om via winstdeelnames het tekort bij te passen. Toch dient er volgens mij meer flexibiliteit ingebouwd te worden in de wetgeving voor wat die rentevoeten betreft. Het is goed dat een wetgever wakker ligt van de zwakkere binnen de maatschappij en zijn burgers wil beschermen. Soms heeft overbescherming echter een omgekeerd effect. Je geeft je kind ook niet zijn hele leve lang antibiotica om dan te zien hoe het als volwassene ten onder gaat aan een banale verkoudheid. Laat ons dus geen al te zware garantie opleggen ten aanzien van het aanvullend pensioen. In deze marktomstandigheden wil niemand het verzekeringsproduct nog verkopen en zo blijft de burger met lege handen achter. In dat verband zou het erg interessant zijn om naast de
14
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
De reden daarvoor is de te lage rentabiliteit van dit product voor de verzekeringsmaatschappijen. KMO-bedrijfsleiders willen dit wel proberen maar met kleine bedragen levert dit onvoldoende rendement op. Een grotere efficiëntie binnen de verzekeringsmaatschappijen zoals standaardisatie en informatisatie zouden een oplossing zijn maar dergelijke investeringen zijn duur. Te duur voor een product dat te weinig gevraagd wordt. Misschien moeten verzekeringsmakelaars het proactiever aanbieden. Dat kan als verzekeringsmaatschappijen het onder de aandacht brengen en het hele productieproces vereenvoudigen. Als een verzekeringsmakelaar het wagenpark van zijn klantKMO’er verzekert, zijn arbeidsongevallenverzekering en IPT
‘Als het over de combinatie van Employee Benefits en KMO’ers gaat, is de aanwezigheid van een verzekeringsmakelaar naar mijn mening noodzakelijk.’
INTERVIEW onderschrijft dan zal diezelfde verzekeringsmakelaar toch niet weigeren om een groepsverzekering aan te bieden? Verzekeringsmaatschappijen hebben hier een maatschappelijke verantwoordelijkheid om aanvullende pensioenen op de werkvloer bespreekbaar te maken via de mond van de verzekeringsmakelaar. Is er op vlak van het aanvullend pensioen voor de KMO nog een inhaalbeweging te maken en is de KMO-sector hiertoe bereid? Ilse: Die vraag komt misschien een beetje vroeg voor wat mijn onderzoek betreft. De data die we bestuderen in luik twee van het onderzoek daarentegen zullen ons wel een zicht geven op hoeveel KMO’ers aanvullend pensioen aanbieden. We weten al wel dat het er momenteel niet al teveel zijn, maar willen daarnaast van diegenen die het wel aanbieden graag te weten komen om welk type KMO het gaat, binnen welke sector men actief is, hoe groot de KMO is, etc. Een antwoord hierop kan ons gerichter vragen doen stellen aan de KMO’ers die het niet aanbieden over het waarom. Vanuit mijn ervaring als verzekeringsmakelaar kan ik alvast meegeven dat het probleem zich vaak situeert bij de boekhouder van de KMO. Deze staat vaak nogal argwanend ten aanzien van groepsverzekeringen omdat dit boekhoudkundig vrij complex is. Ten slotte kan ook de werknemer zelf niet erg enthousiast zijn. Die wil liever extra loon zien en denkt daarbij vaak niet op lange termijn. Zoals ik al eerder zei, is het daarom misschien wel nuttig mocht er vanwege de overheid een soort van sensibiliseringscampagne gelanceerd worden over het aanvullend pensioen, net zoals dat vandaag al gedaan wordt ter promotie van veiliger verkeer. Volgens cijfers van Assuralia wordt de markt van groepsverzekeringen gedomineerd door twee voorname spelers, de directe verkoop en de verzekeringsmakelarij. Welk distributiekanaal heeft volgens u de meeste troeven om KMO’s van dienst te zijn en waarom? Ilse: Als het over de combinatie van EB en KMO’ers gaat, is de aanwezigheid van een verzekeringsmakelaar naar mijn mening noodzakelijk. De wetgeving en fiscaliteit rond het EB-gebeuren is dermate ingewikkeld dat je daar iemand nodig hebt die voldoende ondersteuning geeft. De verzekeringsmakelaar biedt hierin volgens mij een belangrijke meerwaarde, geruggesteund door de EB-specialist van de verzekeringsmaatschappijen. Grotere ondernemingen die specifieke personeelsafdelingen hebben zullen eerder gebruik maken van die directe verkoop denk ik. Toch denk ik dat er nog heel wat te grijpen kansen zijn voor de verzekeringsmakelaars als je kijkt naar die 84% KMO’ers die momenteel nog geen groepsverzekering aanbieden. Nog een enorm groeipotentieel dus! Bedankt voor dit gesprek!
15
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
DOSSIER:
OMBUDSMAN VAN DE VERZEKERINGEN Ook voor 2014 maakte de Ombudsman van de Verzekeringen een overzicht van het aantal ingediende klachten ten aanzien van verzekeringsmaatschappijen -en tussenpersonen. In totaal werden maar liefst 4.318 aanvragen tot tussenkomst ingediend waarvan er 3.238 daadwerkelijk behandeld werden. Het aantal ingediende klachten ligt daarmee met 1% iets lager dan in 2013.
‘TRAGE AFHANDELING BLIJFT FRUSTRATIE’ ALGEMEEN Het gros van de ingediende vragen tot tussenkomst hadden, net als voorgaande jaren, betrekking op de verzekeringsondernemingen met een totaal van 3.697. Het aantal klachten ten aanzien van verzekeringstussenpersonen steeg in 2014 met 6%. Toch bleef deze categorie, met een totaal van 570 klachten, laag ten opzichte van het totaal ingediende dossiers wat verklaard kan worden door de vertrouwensrelatie tussen de in eerste instantie heeft doorverwezen naar de interne verzekerde en zijn verzekeringsmakelaar. klachtendienst van de verzekeraar .
MEEN OVERZICHT 2014
agen tot tussenkomst
eer ge r 2013. ntevre dsman
2014
4 318
steeds tegen ert de
rsonen en op Zij ver klaard ekerde il snel
st met eringe anisa tassur ntie op. 2014 in aantal daalde
1
Naast schriftelijke aanvragen kregen de Ombudsman en haar team ook heel wat telefonische vragen. Bij dit eerste contact kon de klager dankzij objectieve informa tie gerustgesteld worden of naar de bevoegde instantie, vaak bij de betrokken verzekeringsonderneming zelf, doorverwezen worden. Soms kan aandachtig luisteren de consument helpen zijn probleem beter te begrijpen en de reden van zijn ontevredenheid nauwkeuriger te omschrijven.
Verder ontving de Ombudsman 51 vragen tot tussenkomst met betrekking tot het RSR-bestand van Datassur. De meeste vragen die in dit verband gesteld werden, hadden betrekking op Autoverzekering. In 73% van de gevallen werd de klager door de Ombudsman eerst doorverwezen naar de beheerder van het Datassur-bestand. Van de 4.318 ingediende klachten werd 25%, of 1.080 dossiers om concreet te zijn, niet onderzocht. Het ging daarbij immers om inlichtingen (14%), doorverwijzingen naar een andere dienst (7%) of vragen die niet onder de bevoegdheid van de Ombudsman vielen (4%). 2013
61 536 3 767
2014
51 570 3 697
51 Datassur
Het ging daarbij dan vooral om betwistingen over koppelverDE VERZEKERINGS ONDERNEMINGEN IN 2014 koop of misleidende reclame. Met het oog op de omzetting van de Europese Richtlijn Aantal dossiers over buitengerechtelijke geschillenbeslechting in Belgisch recht, riep de regering een Consumentenombudsdienst consumenten naar de verzekeringsondernemingen door In 2014 gaat het over 685 aanvragen. Dit houdt in het leven in de vorm van éénverwezen. uniek dat in werking een toenameloket met 51% in. Als deze vragen worden toege aan de eigenlijketerecht dossiers, komt de toename trad op 1 juni 2015. Hier kan devoegd consument voor de van de ontevredenheidsgraad over de verzekeringsonderne mingen overeen met een stijging met bijna 4%, namelijk behandeling van eender welk geschil over een consumen4 382 dossiers. tenmaterie en zal hem of haar verder op weg helpen om De wettelijke of de economische context of zelfs de uit 2012 2013 2014 de correcte ombudsdienst te contacteren. zonderlijke weeromstandigheden beïnvloeden de aard
In 2014 ontving de Ombudsman 3 697 dossiers tegen de verzekeringsondernemingen. Dit is een daling met 2%. Deze beperkte schommeling vloeit voort uit een kleine stijging in bepaalde verzekeringstakken (Gezondheids zorgen en BA verzekeringen) en een lichte daling in de overige verzekeringstakken.
3 586
3 767
3 697
FVF nam hierover een interview af met Josette Van Elderen, Ombudsman van de Verzekeringen, dat verder in dit dossier te lezen% staat.
-2
Evolutie van de vragen tot tussenkomst tegen de verzekeringsondernemingen Zoals de voorgaande jaren raadt de Ombudsman be paalde klagers, die haar via email aanschrijven, aan zich eerst rechtstreeks tot de verzekeringsonderneming te richten en haar pas opnieuw te contacteren wanneer het antwoord niet zou voldoen aan hun verwachtingen. Ze stuurt hen door naar de diensten voor klachtenop vang en –beheer die de verzekeringsondernemingen in tern opgericht hebben. In 2013 werden op die manier 453
81% van de ingediende aanvragen was afkomstig van de verzekerden, rechthebbenden of slachtoffers. Daarnaast richtten ook verzekeringstussenpersonen zich Ininhet8% van de gevallen tot de algemeen bekwam in 2014 de consument in 51% van de onderzochte tegen de verzekeringson Ombudsman om in de bres te springen vooraanvragen hun klanten. Verzekeringstak
570 Verzekerings-
tussenpersonen
3 697 Verzekerings-
ondernemingen
2012
2013
2014
838
852
843
Brand
836
824
807
Leven
521
564
524
Rechtsbijstand
452
468
460
Gezondheidszorgen
365
400
419
Divers (Annulatie, Bijstand, Alle Risico’s GSM, …)
362
425
399
BA diversen
171
173
187
41
61
58
3 586
3 767
3 697
Totaal
4 318
derneming een gunstige oplossing tegenover 50% in 2013.
Auto
Arbeidsongevallen
4 364
van de ingediende aanvragen. In 2014 zijn in die zin de ingediende aanvragen voor de waarborg Storm meer dan verdubbeld ingevolge de 179 607 schadegevallen van de Pinksterstorm 7. Ondanks dit is er in Brandverzekering een daling met 2%. Het hogere aantal van de aanvragen in Gezondheidszorgen werd beïnvloed door de stijging met 41% in de dekking Gewaarborgd Inkomen. De lichte stijging in BA diversen is toe te schrijven aan de stijging van de betwistingen over de ongevallen, die gebeuren tij dens het werk verricht in het kader van dienstencheques en de schadegevallen waar de aansprakelijkheid van de gemeente wordt ingeroepen. In Levensverzekering wordt er een daling met 26% vastgesteld in Groepsverzekering. Voor de Tak 23producten hebben ondermeer het ople ven van de beurs eveneens geleid tot een daling van de ingediende dossiers.
7 - Persbericht van Assuralia, 24 februari 2015, www.assuralia.be/
Spreiding
Ombudsman van de Verzekeringen | Cijfers & Analyse 2014
Figuur 1: Spreiding aantal ontvangen klachten 2014 Bron: Ombudman van de Verzekeringen
de Verzekeringen | Cijfers & Analyse 2014
Figuur 2: Aantal ingediende klachten per verzekeringstak Bron: Ombudsman van de Verzekeringen
5
De lichte daling van het aantal ingediende klachten ten opzichte van 2013 deed zich voor in de diverse verzekeringstakken, met uitzondering van BA diversen (+ 8%) en Gezondheidszorgen (+ 4%). Binnen Brandverzekering kon een opmerkelijke stijging van 118% in de waarborg Storm worden vastgesteld. Deze is vanzelfsprekend te wijten aan de Pinksterstorm van 2014 die sommige gemeenten, waaronder Wingene, erg zwaar trof. Een laatste algemene bevinding is het feit dat meer vragen in 2014 betrekking hadden op de toepassing van Boek VI (Marktpraktijken en consumentenbescherming) van het Wetboek van economisch recht.
18
Klachten per verzekeringstak In 2014 ontving de Ombudsman van de Verzekering 3.697 dossiers tegen verzekeringsmaatschappijen wat neerkomt op een daling van 2%. Klagers die de Ombudsman via e-mail contacteerden, werden geadviseerd zich eerst tot de verzekeringsmaatschappij in kwestie te wenden en de Ombudsdienst pas opnieuw te raadplegen indien het gekregen antwoord vanwege de verzekeringsmaatschappij niet voldeed aan de verwachtingen. Zo werden voor 2014 in totaal 685 consumenten doorverwezen. Dit aantal lag in 2013 nog op 453.
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
11
DOSSIER: OMBUDSMAN VAN DE VERZEKERINGEN
Algemeen beschouwd werd, voor wat 2014 betreft, in 51% van de onderzochte klachten tegen verzekeringsmaatschappijen een gunstige oplossing tot stand gebracht. AUTO DE VERZEKERINGS ONDERNEMINGEN IN 2014
In 2014 werden 843 klachtenAUTO tegen de verzekeringsmaatschappijen geuit op het vlak van Autoverzekeringen, wat neerkomt op 23% van het totaal aantal ingediende klachAUTOVERZEKERING ten.cijfers Van alle klachten inzake Autoverzekering heeft 82% In betrekking op de verplichte BA Autoverzekering. In 2014 behandelde de Ombudsman 843 aanvragen tot tussenkomst tegen de verzekeringsondernemingen in Autoverzekering. Deze verzekeringstak vertegenwoordigt 23% van de ingediende klachten. 82% hiervan heeft be trekking op de verplichte BA Autoverzekering. Van deze aanvragen tot tussenkomst ging 59% over de productie van het contract. De consument komt bij de Ombudsman voornamelijk aankloppen wegens moeilijkheden bij de opzeg van zijn contract (34%) of bij de totstandkoming van zijn contract (19%).
den als slachtoffers klagen over het bedrag van de ver goeding (31%), de termijn waarbinnen het dossier wordt
(18%) en het gebrek aan informatie (18%). Consumenten uitten vooral hunafgehandeld ongenoegen over moeiBij de Diefstalverzekering daarentegen gaan de betwis tingen bij een schadegeval vooral over de weigering van lijkheden die ze ondervinden bij het opzeggen van een tussenkomst (54%). contract (34%) of bij de totstandkoming ervan (19%). Van de 559 onderzochte verzoeken bekwam de consu ment in 53% van de dossiers een positieve oplossing. Van de 559 onderzochte aanvragen ontving deover consument Wanneer de consument klaagt de trage afhandeling van een schadegeval, werd in 57% van de gevallen voor in 53% van de gevallen een positief resultaat. uitgang geboekt. In 41% van de aanvragen is de consument niet tevreden over de afhandeling van het schadegeval. Zowel verzeker
2012
2013
2014
BA Auto
677
686
692
Omnium
130
141
126
Diefstal
Totaal
31
25
25
838
852
843
Figuur 3: Aantal ingediend klachten in Autoverzekering In deOmbudsman kijker Bron: van de Verzekeringen keringscontract gaat dan ook in stijgende lijn, zowel
schriftelijk als telefonisch. Opmerkelijk is ook dat trage afhandeling en gebrek aan Na dergelijke opzeg is het bij voor de Net zoals de vorige jaren is de opzeg van het verzeke informatie blijven leiden tot ontevredenheid deconsument con-dikwijls niet eenvoudig om een nieuwe verzekering af te sluiten of ringscontract één van de belangrijkste oorzaken van de om een dekkingal te vinden tegen eengewacht aanvaardbaar tarief. aanvragen. Beide Zo partijen kunnen dit opzeggen. sument. moet ercontract bijvoorbeeld vaak te lang Hij richt zich dan tot de Ombudsman voor advies. Deze De verzekeringsonderneming zegt de verzekeringspolis na of alle wettelijke bepalingen werden nageleefd op wanneer hetop profiel van aangifte de verzekerde niet langer worden de van de gaat tegenpartij, op het verslag en als dit zo is, licht ze de consument in over mogelijke overeenstemt met haar aanvaardingspolitiek. Verschei vanredenen de kunnen expert opeende rondzoals dede aansprakelijkheid oplossingen, procedure om een Autoverzekering dene hiertoeof leiden: zwareuitspraak fout van aan te vragen via het Tariferingsbureau . Voor zover de de verzekerde, de frequentie van de schadegevallen of van eenbijongeval. werd 57% van de kan klachten over is nageleefd de Ombudsman immers geen moeilijkheden het innen van deToch premie. Bij een derin wetgeving uitspraak doen over de aanvaardingspolitiek van een gelijke opzeg, vraagt de consument trouwens steeds trage afhandeling uiteindelijk vooruitgang geboekt. verzekeringsonderneming. vaker naar de reden(en) van opzeg en soms betwist hij 8
deze. Het aantal klachten over de opzeg van het verze
BRAND
8 - Zie Tips 2014 Ombudsman van de Verzekeringen, nr. 1.
12
ontvangen in de verzekeringstak Brand. Dit aantal verte genwoordigt 22% van alle dossiers die tegenover de ver zekeringsondernemingen zijn ingediend. In vergelijking met 2013 is het aantal klachten licht gedaald. De daling vloeit voort uit minder klachten over de productie van de polis, en dit voornamelijk over de inning en aanpassing van het bedrag van de premie, over de opzeg van de po lis door de verzekeraar en over de samenloop van twee verzekeringspolissen.
Binnen de tak Brand werden vorig jaar 807 klachten ingediend, wat neerkomt op 22% van alle dossiers die tegen de verzekeringsmaatschappijen werden opgesteld. In vergelijking met 2013 kan gesproken worden van een lichte daling. Cijfers & Analyse 2014 | Ombudsman van de Verzekeringen
Binnen de waarborg Storm echter kon een sterke stijging worden opgetekend die alles te maken had met de felle hagelbuien die ons land tijdens het Pinksterweekend van 2014 teisterden en maar liefst 179.607 schadegevallen veroorzaakten. Het aantal ingediende klachten binnen dit segment lag hierdoor dubbel zo hoog.
20
afhandelingstermijnen (24%). In de waarborgen Water schade, Diefstal en Storm gaat ongeveer 50% van de dossiers over de weigering tot tussenkomst. Zo wordt in de waarborg Storm om verschillende redenen de tussen komst geweigerd: de wind behaalde de vereiste snelheid niet 18, het gebouw beantwoordt niet aan de criteria van een gesloten gebouw of het feit dat de kosten voor het verwijderen van een omgevallen boom niet gewaarborgd zijn, … De meerderheid van de betwistingen over het be drag van de vergoeding is opgetekend in de waarborgen Storm en Diefstal. Deze klachten vertegenwoordigen meer dan 25%.
Een tussenkomst kan omwille van verschillende redenen geweigerd worden. Zo kan het zijn dat de wind de vereiste snelheid tot tussenkomst niet haalde, dat het gebouw niet aan de nodige criteria beantwoordde of dat de kosten Binnen de waarborg Storm heeft de Ombudsman ech voor die ene omgevallen boom niet gewaarborgd werden. ter wel een belangrijke stijging opgetekend, vermits de aanvragen meer dan verdubbeld zijn! Deze stijging vloeit voort uit de felle hagelbuien die tijdens het Pink sterweekend over het land zijn getrokken en die 179607 schadegevallen hebben veroorzaakt 16. Sommige streken waren erg getroffen, zoals in WestVlaanderen, de ge meente Wingene 17.
In 2014 zijn 602 dossiers verder onderzocht en afgehan
deld. Voor 52% van de aanvragen kon de consument een Van de 807 ingediende klachten werden uiteindelijk 602 gunstig antwoord ontvangen. Als de consument zich echter beklaagt over de trage afhandeling of over het uit dossiers afgehandeld. Voor 52% van de aanvragen kon de blijven van een verdere toelichting, kon hem in 60% van de gevallenantwoord. een oplossing aangereikt worden. consument rekenen op eenvangunstig De meest ingeroepen motieven bij de afhandeling een schadedossier zijn de weigering van tussenkomst
Uitsplitsing Brandverzekering
Uitsplitsing Autoverzekering
In productie handelt 34% van de aanvragen over de opzeg van het contract
DE VERZEKERINGS ONDERNEMINGEN IN 2014
De meeste ingediende klachten gingen om een weigeBRAND ring van tussenkomst (47%), het bedrag van de vergoeding (25%) en de lange afhandelingstermijn (24%). In de BRANDVERZEKERING waarborgen Waterschade, Diefstal en Storm handelde In cijfersde helft van de ingediende klachten over een ongeveer weigering tot tussenkomst. In 2014 heeft de Ombudsman 807 vragen tot tussenkomst (47%), het bedrag van de vergoeding (25%) en de lange
2012
2013
Brand
346
368
315
Waterschade
289
253
267
Diefstal
114
111
111
37
33
75
BA Gebouw
9
18
11
Glasbreuk
7
16
10 9
Storm
2014
Natuurrampen
18
15
Elektriciteitsrisico
16
10
9
836
824
807
Totaal
Figuur 4: Aantal klachten in Brandverzekering Bron: Ombudsman van de Verzekeringen
16 - Persbericht van Assuralia, 24 februari 2015, www.assuralia.be/ 17 - Zie supra p. 7. 18 - Namelijk minder dan 100 km/u, zoals voorzien in de bijlage aan het K.B. van 24 december 1992 betreffende de verzekering tegen brand en andere gevaren, wat de eenvoudige risico’s betreft, BS 31 december 1992, ingevoegd bij het K.B. van 14 maart 1995, BS 11 april 1995. De algemene voorwaarden van een verzekeringscontract kunnen hiervan afwijken in het voordeel van de verzekerde, bijvoorbeeld 80 km/u.
RECHTSBIJSTAND
Ombudsman van de Verzekeringen | Cijfers & Analyse 2014
Voor wat Rechtsbijstandsverzekering betreft, ontving de Ombudsman afgelopen jaar 460 klachten. Dat is in vergelijking met 2013 een status quo. Toch deed er zich een belangrijke stijging voor bij de Rechtsbijstandsverzekering gelinkt aan een contract Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid niet-Auto. Binnen de tak Rechtsbijstand waren de klachten hierover goed voor zo’n 40%. De klachten Rechtsbijstandsverzekering Auto daalden daarentegen met 20%. Het merendeel van de klachten binnen de tak Rechtsbijstand gingen overwegend over weigering tot tussenkomst (39%) of trage schadeafhandeling (33%). Oorzaken voor deze trage afhandeling kunnen zijn dat het strafdossier dient afgewacht te worden of het feit dat de verzekeringsmaatschappij en de verzekerde het oneens zijn over de aansprakelijkheid of het schadebedrag dat teruggevorderd wordt.
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
15
LEVENSVERZEKERING
In cijfers DE VERZEKERINGS ONDERNEMINGEN IN 2014
De klachten over Levensverzekeringen dalen met 7% in 2014. De daling is hoofdzakelijk toe te wijzen aan de Tak 23polissen ( 58%) en de Groepsverzekering ( 26%).
RECHTSBIJSTAND
RECHTSBIJSTANDVERZEKERING
In cijfers
In de Tak 21levensverzekeringen met een spaarcompo nent is er daarentegen een stijging met 10%. De stijging is voornamelijk terug te vinden bij de geschillen over de uitkering op de eindvervaldag of bij overlijden. Bij de klassieke Levensverzekeringen en de Universal Life Ver zekeringen vertegenwoordigen ze 41%. In deze gevallen richt de consument zich tot de Ombudsman voor de trage uitbetaling, het gebrek aan antwoord op de vragen om inlichtingen, de omvang van het kapitaal dat zal gestort worden alsook voor de weigering tot uitbetaling.
aan een betere kennis van de consument over de risico’s verbonden aan het product. Ingevolge de financiële cri sis hebben zowel de sector als de controleautoriteiten meer nadruk gelegd op de noodzaak van een goede com municatie en transparantie over de karakteristieken van de producten. Deze producten worden momenteel ver kocht met een financiële informatiefiche die naast de technische aspecten ook een indicatie van de risicofac toren geeft.
‘De lichte daling van het aantal ingediende klachten ten opzichte van 2013 deed zich voor in de diverse verzekeringstakken’.
In 2014 ontving de Ombudsman 460 verzoeken om tus senkomst in Rechtsbijstandverzekering. In vergelijking met de vorige jaren is dit een status quo. Er is een be langrijke stijging bij een Rechtsbijstandverzekering die gelinkt is aan een contract Burgerlijke Aansprakelijk heid nietauto. Deze categorie vertegenwoordigt 40% van het aantal klachten in Rechtsbijstand en wordt de belangrijkste deeltak. Het aantal dossiers dat betrekking heeft op Rechtsbijstandverzekeringen met een uitge breide dekking is relatief stabiel gebleven. De klachten in Rechtsbijstandverzekering auto zijn daarentegen ge daald met 20%.
Ook de oorzaken van de trage regeling zijn van diverse aard. Vaak zijn deze te wijten aan het feit dat de vrijgave van het strafdossier afgewacht moet worden of aan het feit dat de verzekeraar en de verzekerde het niet eens zijn over de aansprakelijkheid of het schadebedrag dat teruggevorderd kan worden. De verzekerde die niet op de hoogte werd gehouden van de evolutie van het beheer van zijn dossier kan ook een gevoel van passief beheer ondervinden.
Voor de Schuldsaldoverzekeringen waren er opnieuw een honderdtal vragen tot tussenkomst, wat aansluit bij de trend van 2013.
Bij de Tak 23polissen kan de sterke daling van de klach ten ten aanzien van de verzekeringsondernemingen hoofdzakelijk toegewezen worden aan de economische conjunctuur met een heropleving van de koersen, alsook
Hoewel de Ombudsman vreesde voor en stijging van het aantal klachten door de invoering van de BTW op de erelonen van de advocaat, ontving zij hierover slechts enkele dossiers.
Hoewel gevreesd werd voor een toename van het aantal 377 onderzochte en afgesloten dossiers, kon in klachten inzake de invoering van Van dedeBTW op de erelonen van 54% van de gevallen een oplossing bekomen worden. In Rechtsbijstand bedraagt dit percentage 60%. Wan advocaten, werden hierover slechts enkeleAutodossiers ingediend.
De Ombudsman wordt in deze verzekeringstak voorna melijk aangesproken over het schadebeheer (94%). De klachten gaan dan overwegend over de weigering tot tussenkomst (39%) en de trage schadeafhandeling of het passief beheer (33%). De verzekeringsonderneming weigert haar tussenkomst om verschillende redenen: het schadegeval doet zich voor tijdens de wachttijd, de hoedanigheid van de verzekerde of het betrokken gebouw is niet gedekt in de polis, de inzet van het geschil is lager dan de minimumdrempel, …
2012
2013
2014
165
157
183
Rechtsbijstand auto
190
206
164
97
105
113
452
468
460
Rechtsbijstand uitgebreide dekking
Totaal
Figuur 5: Aantal klachten in Rechtsbijstandsverzekering Bron: Ombudsman van de Verzekeringen
2012
2013
2014
350
370
388
Klassiek / Universal Life
232
233
257
Schuldsaldoverzekering
90
111
106
Uitvaartverzekering
Tak 21
In totaal werden 377 dossiers door de Ombudsman van de Verzekeringen binnen deze tak onderzocht en afgesloten waarbij in 54% van de gevallen een oplossing kon worden bekomen. Rechtsbijstand basis nietauto
Van de 338 dossiers waarvan het onderzoek is afgerond, kon in 46% van de gevallen een positief gevolg worden verleend aan de vragen van de consument. In aansluiting met de vorige jaren zijn de klachten vaker gegrond wan neer de verzekerde of de begunstigde om tussenkomst verzoekt omwille van een gebrek aan communicatie of een langere uitkeringstermijn.
Uitsplitsing Levensverzekering
neer de consument in Rechtsbijstand basis niet-auto en auto ontevreden is over de trage schadeafhandeling, be komt hij in 67% van de gevallen een oplossing.
Uitsplitsing Rechtsbijstandverzekering
Bij de Groepsverzekering is er opnieuw een stabilisatie van de klachten naar het niveau van de cijfers in 2012. In 2013 was dit cijfer gestegen door de gewijzigde fisca le behandeling. De nieuwe fiscale regimes zijn intussen meer gekend.
28
26
25
Groepsverzekering
55
78
58
Aanvullende waarborgen AVRI/AVRO 30
22
27
35
Tak 23
81
69
29
13
20
14
521
564
524
Hypothecaire lening
Totaal
Figuur 6: Aantal klachten in tak Gezondheidszorg Bron: Ombudsman van de Verzekeringen LEVENSVERZEKERINGEN
30 - AVRI: aanvullende verzekering tegen het risico van invaliditeit; AVRO: aanvullende verzekering tegen het risico van ongeval.
24
GEZONDHEIDSZORG Voor wat het aantal ingediende klachten binnen het domein van de gezondheidszorg betreft, kon in 2014 een stijging worden vastgesteld van 5%. 19 Ombudsman van de Verzekeringen | Cijfers & Analyse 2014
Deze is voornamelijk terug te vinden binnen de verzekeringstak Gewaarborgd Inkomen, waar 33% van de dossiers handelde over een weigering tot tussenkomst. Een derde van het totaal aan klachten heeft betrekking op de productie van het verzekeringscontract. De klachten over productie handelden voornamelijk over de opzeg van het contract die de consument wil laten doorvoeren (27%) of over het individueel verderzetten van een beroepsgebonden Ziekteverzekering (8%).
Cijfers & Analyse 2014 | Ombudsman van de Verzekeringen
Het aantal klachten over Levensverzekeringen daalde in 2014 met 7% wat hoofdzakelijk verklaard kan worden door de Tak23-verzekeringen (-58%!) en de Groepsverzekeringen (-26%). Klachten inzake Tak-21-verzekeringen tekenden daarentegen DE VERZEKERINGS ONDERNEMINGEN IN 2014 een stijging van 10% op. LEVEN
Die stijging is vooral te wijten aan de geschillen die vaak heersen over de uitkering op de eindvervaldag of bij overlijden. LEVENSVERZEKERING Verder kwamen er een honderdtal klachten binnen over SchuldIn cijfers saldoverzekeringen, wat in lijn lag met het aantal van 2013. De over Levensverzekeringen dalen met 7% in kon aan een betere kennis van de consument over de risico’s Deklachten sterke daling die genoteerd worden binnen de Takverbonden aan het product. Ingevolge de financiële cri 2014. De daling is hoofdzakelijk toe te wijzen aan de Tak 23-verzekeringen kon vooral door ecosis hebbenworden zowel de sector als de de controleautoriteiten 23polissen ( 58%) en de Groepsverzekering ( 26%). verklaard meer nadruk gelegd op de noodzaak van een goede com In de Tak 21levensverzekeringen met eenmet spaarcompo nomische conjunctuur een heropleving van de koersen municatie en transparantie over de karakteristieken van nent is er daarentegen een stijging met 10%. De stijging de producten. Deze producten worden momenteel ver alsook een van de consument over de risico’s die is voornamelijk terugbetere te vinden bijkennis de geschillen over de kocht met een financiële informatiefiche die naast de uitkering op de eindvervaldag of bij overlijden. Bij de technische aspecten ook een indicatie van de risicofac verbonden zijn aan een beleggingsproduct. klassieke Levensverzekeringen en de Universal Life Ver zekeringen vertegenwoordigen ze 41%. In deze gevallen richt de consument zich tot de Ombudsman voor de trage uitbetaling, het gebrek aan antwoord op de vragen om inlichtingen, de omvang van het kapitaal dat zal gestort worden alsook voor de weigering tot uitbetaling.
toren geeft.
Bij de Groepsverzekering is er opnieuw een stabilisatie
van de klachten naar hetalsook niveau van de de cijfers in 2012. De financiële crisis doet de verzekeringssector In 2013 was dit cijfer gestegen door de gewijzigde fisca controle-autoriteiten nog meer de noodzaak benadrukken le behandeling. De nieuwe fiscale regimes zijn van intussen meer gekend. eende Schuldsaldoverzekeringen goede communicatie eneen transparantie over verzekeringsVoor waren er opnieuw Van de 338 dossiers waarvan het onderzoek is afgerond, honderdtal vragen tot tussenkomst, wat aansluit bij de producten. kon in 46% van de gevallen een positief gevolg worden trend van 2013. verleend aan de vragen van de consument. In aansluiting Inde2014 kon de 338 met dossiers binnen het vaker segment Bij Tak 23polissen kan deOmbudsman sterke daling van de klach de vorige jaren zijn de klachten gegrond wan ten ten aanzien van de verzekeringsondernemingen neer de verzekerde of de begunstigde om tussenkomst van de Levensverzekeringen afronden waarbij aan 46% van de hoofdzakelijk toegewezen worden aan de economische verzoekt omwille van een gebrek aan communicatie of conjunctuur met een een heropleving van degevolg koersen, alsook langere uitkeringstermijn. gevallen positief kon een worden gegeven.
De geuite klachten over schade binnen de tak Gezondheidszorg gingen veelal over de weigering tot tussenkomst (48%) en het uitgekeerde bedrag aan de consument (32%). De Ombudsman van de Verzekeringen ontving erg veel vragen inzake een weigering tot tussenkomst vanwege de verzekeringsmaatschappij voor een aandoening die uitgesloten werd door de contractvoorwaarden.
Uitsplitsing Levensverzekering
2012
2013
2014
350
370
388
Klassiek / Universal Life
232
233
257
Schuldsaldoverzekering
90
111
106
Uitvaartverzekering
Tak 21
Zulke geschillen kunnen in principe aangekaart worden bij de Bemiddelingscommissie Ziektekostenverzekering. Toch ontving deze commissie, ondanks haar specifieke oprichting, nog geen enkel dossier. De Ombudsdienst van de Verzekeringen onderzocht 318 dossiers binnen deze tak en kon in 46% van de gevallen zorgen voor een gunstige oplossing. Opvallend hier is dat de klachten over de weigering van tussenkomst en het uitgekeerde bedrag in 59% van de gevallen ongegrond was.
28
26
25
Groepsverzekering
55
78
58
Aanvullende waarborgen AVRI/AVRO 30
22
27
35
Tak 23
81
69
29
Hypothecaire lening
Totaal
13
20
14
521
564
524
Figuur 7: Aantal klachten in tak Levensverzekeringen Bron: Ombudsman van de verzekeringen 30 - AVRI: aanvullende verzekering tegen het risico van invaliditeit; AVRO: aanvullende verzekering tegen het risico van ongeval.
24
21
Cijfers & Analyse 2014 | Ombudsman van de Verzekeringen
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
DOSSIER: OMBUDSMAN VAN DE VERZEKERINGEN KLACHTEN SPECIFIEK GEUIT TEGEN VERZEKERINGSPERSONEN Naast klachten die geuit werden ten aanzien van verzekeringsmaatschappijen, ontving de Ombudsdienst voor Verzekeringen ook klachten tegen verzekeringstussenpersonen. Het aantal ingediende klachten tegen deze groep lag bovendien 6% hoger dan in 2013.
Soms was de consument van mening dat hij onvoldoende ingelicht werd over de risico’s verbonden aan het onderschreven verzekeringsproduct. In andere gevallen was hij verbaasd over het bedrag van het kapitaal dat werd uitbetaald ten opzichte van het totale premiebedrag dat hij betaalde.
Toch bleef het klachtenaantal binnen dit segment al bij al laag wat verklaard kan worden door de vertrouwensband die heerst DE VERZEKERINGSTUSSENPERSONEN IN 2014 tussen verzekerde en verzekeringstussenpersoon. Toch ervoeren consumenten in een aantal gevallen een gebrek aan bijstand en advies bij het onderschrijven of beheren van de verzekeringspolis. De ingediende klachten hadden daarbij vooral betrekking op de verzekeringstakken Auto, Leven en In cijfers Brand en waren samen goed voor 65% van de uitgebrachte de tussenpersoon zijn advies over de keuze en het be In 2014 ontving de Ombudsman 570 vragen tot tussen klachten tegen verzekeringstussenpersonen. heer van de verzekeringen van zijn klant meer persona komst ten aanzien van de verzekeringstussenpersonen,
‘Het aantal klachten tegen verzekeringstussenpersonen lag al bij al laag en kan verklaard worden door de vertrouwensband die heerst tussen verzekerde en verzekeringstussenpersoon’.
zijnde een stijging met 6% (34 dossiers) in vergelijking met 2013. Dankzij de vertrouwensrelatie, die de verzeke
liseren.
Toch wordt de Ombudsman door de consumenten aange ringstussenpersonen en hun klantenvormde onderhouden, vooral blijft Binnen de tak Auto de verplichte BA-autoverzesproken omdat zij in een aantal gevallen een gebrek aan het aantal klachten al bij al vrij laag. Door deze vertrou bijstand en advies hebben ervaren bij het onderschrijven kering een pijnpunt. klachten hierover stegen in 2014 wensband verloopt de communicatieDe optimaler en kan of het beheer van de verzekeringspolis. immers met 14%. Redenen tot ontevredenheid hadden in 75% De ingediende vragen tot onderzoek hebben voorname betrekking op devan verzekeringstakken Auto, Leven en 2013 2014 delijk van2012 de gevallen te maken met productie polissen waarBrand. Samen zijn zij goed voor meer dan 65% van de klachten tegen verzekeringstussenpersonen. bij consumenten kloegen over gegeven advies bij onder488 536 570 het In Autoverzekering is vooral de verplichte BAverzekering schrijving. Volgens hen was dit advies ontoereikend, misleidend een bron van ontevredenheid. Deze klachten stijgen in 2014 met 14%. De redenen tot ontevredenheid hebben of onvoldoende informatief.
+ 6%
Voor wat Brandverzekering betreft, kan gesproken worden van een lichte daling van het aantal klachten, behalve dan binnen de waarborg Storm. Daar meenden heel wat verzekerden onvoldoende bijstand gekregen te hebben in de afhandeling van de Pinksterstorm.
in 75% van de gevallen betrekking op de productie van de polissen. De consument klaagt over het advies dat hij kreeg bij de onderschrijving van de verzekeringspolis. Hij vindt dat het advies van de tussenpersoon ontoereikend was, dat hij misleid werd of gewoon dat hij onvoldoende geïnformeerd werd.
Binnen de tak Levensverzekeringen was de stijging van het Evolutie vanontevredenheden de vragen tot tussenkomst tegen aantal nog groter en bedroeg dit 23%. Hier de verzekeringstussenpersonen waren de redenen tot ontevredenheid erg uiteenlopend. Uitsplitsing per verzekeringstak
2012
2013
Auto
108
127
143
Leven
109
115
142
Brand
88
108
94
Gezondheidszorgen
40
49
48
Rechtsbijstand
25
40
35
Alle risico’s (juwelen, GSM, PC, huisdieren, …)
46
17
33
BA diversen
16
22
24
8
8
16
Divers (transport, krediet, niet duidelijk omschreven)
28
34
15
Annulatie
14
7
14
Hulpverlening
5
8
6
Arbeidsongevallen
1
1
0
488
536
Individuele ongevallen
Totaal
Anderen waren dan weer niet akkoord met het bedrag van de toegekende schadevergoeding. Algemeen genomen werd voor 60% van de klachten tegen verzekeringstussenpersonen een oplossing gevonden voor de consument.
2014
de Meeûssquare, 35 B -1000 Brussel
Het volledige cijferrapport staat te lezen op de website van de Ombudsman van de Verzekeringen: Cijfers en Analyse
570
2014
Tel. +32 (0)2 547 58 71 Fax +32 (0)2 547 59 75
[email protected] www.ombudsman.as
Figuur 8: Aantal klachten ten aanzien van verzekeringstussenpersonen per verzekeringstak - Bron: Ombudsman van de Verzekeringen Ombudsman van de Verzekeringen | Cijfers & Analyse 2014
22
29
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
www.ombudsman.as
voor elk gebouw een verzekering op maat
AXA biedt in samenwerking met Atradius een verzekering aan voor ‘schulden van mede-eigenaars’ in functie van het type gebouw
ontdek meer over ons uitgebreid verzekeringsaanbod voor gebouwen op www.axa.be/gebouw
www.axa.be AXA Belgium, NV van verzekeringen toegelaten onder het nr. 0039 om de takken leven en niet-leven te beoefenen (KB 04-07-1979, BS 14-07-1979) - Vorstlaan 25 - B-1170 Brussel (België) KBO nr.: BTW BE 0404.483.367 RPR Brussel
‘WAARMEE KAN IK U VAN DIENST ZIJN?’ Naar aanleiding van het jaarverslag van de Ombudsdienst van de Verzekeringen, sprak Vrijuit met Josette van Elderen, Ombudsman van dienst. Gespreksonderwerpen waren de stand van zaken van de, onlangs in het leven geroepen, Consumentenombudsdienst alsook de mate waarin door de sector rekening gehouden wordt met de aanbevelingen van het jaarrapport 2013.
De financiering van de werking van het contactcenter zal in verhouding staan met het aantal gerichte klachten ten aanzien van een bepaalde sector. Zo zal de Ombudsman van de Verzekeringen moeten bijdragen wanneer een consument bij het unieke loket klaagt over verzekeringen. Klopt die consument rechtstreeks aan bij de Ombudsman van de Verzekeringen, dient er financieel niets bijkomend bijgedragen te worden door die laatste instantie.
Eén van de initiatieven van de vorige regering is de opstart van een uniek loket waartoe consumenten zich kunnen richten met hun klachten en waarbij ook de Ombudsdienst van de Verzekeringen betrokken zal worden. Welke is hiervan de stand van zaken?
De behandeling van die residuele klachten zal een uitdaging zijn voor de nieuwe dienst. De klachten kunnen namelijk erg uiteenlopend zijn. Het kan gaan van klachten over iemands wasmachine, over werken geleverd aan iemands woning tot klachten ten aanzien van een bepaald grootwarenhuis.
Josette Van Elderen: De nieuwe wetgeving hieromtrent bestaat uit drie luiken. Een luik dat gaat over allerhande algemene klachten binnen onze economische samenleving. Een consument kan dus om voor het even welke klacht aankloppen bij het uniek loket dat zich bezighoudt met allerhande klachten. Toch wil de wetgever de consument aanmoedigen om zich met zijn klacht in eerste plaats te richten naar het bedrijf waartegen hij een klacht wil uiten.
De geplande financiering van 500.000 euro zal vermoedelijk ontoereikend zijn om een team, dat zich bezighoudt met al deze klachten, goed te kunnen laten draaien.
Bedrijven zijn, en dat is bij wet bepaald, de consument een antwoord verschuldigd op de klachten die geuit worden. Wanneer een beroepsfederatie binnen een bepaalde bedrijfssector een gedragscode oplegt in het kader van klachtenbehandeling, moeten de leden in kwestie zelf een klachtendienst inrichten. In de verzekeringssector wordt op die manier voor de verzekeringsmaatschappijen bijvoorbeeld een gedragscode opgelegd vanwege Assuralia. Een tweede deel van de wetgeving handelt over de Consumentenombudsdienst. Deze bestaat eigenlijk uit twee onderdelen. Enerzijds heb je het callcenter dat de consument in eerste lijn ontvangt en eventueel doorverwijst naar de erkende gekwalificeerde dienst door de FOD economie. Anderzijds is er de dienst die zich bezighoudt met de zogenaamde residuele klachten. Dat zijn klachten waarvoor er nog geen specifieke ombudsdienst erkend is. De leiding van die Consumentenombudsdienst is in handen van een directiecomité dat bestaat uit diverse bestaande ombudsmannen. Dat zijn de ombudsmannen van de telecomsector, de Post, de energiesector, de banken, de NMBS en ten slotte de verzekeringssector. Er bestaan dus vier semipublieke ombudsmannen en twee private ombudsmannen. De grote problematiek is het financiële kostenplaatje. De financiering voor het werk van boven vernoemde Consumentenombudsdienst zou er komen aan de hand van een subventie. Die subventie zal ongeveer 500.000 euro bedragen.
24
Een derde luik van de wetgeving heeft betrekking op de gekwalificeerde entiteit, zoals bijvoorbeeld de Ombudsdienst van de Verzekeringen. Daarbij gaat het om de diverse criteria die door de wet bepaald werden en waaraan de ombudsdiensten moeten voldoen om te kunnen beantwoorden aan efficiëntie, onafhankelijkheid, enzovoort. Of een ombudsdienst slaagt voor die criteria wordt bepaald door een audit van de FOD Economie. De Ombudsman van de Verzekeringen werd een eerste keer erkend als gekwalificeerde entiteit in 2001 en voor een tweede maal in 2014. Zal dit unieke loket invloed hebben op de huidige werking van de Ombudsdienst van de Verzekeringen? Josette Van Elderen: Het contactcenter dat op 1 juni 2015 van start ging, zal een voordeur vormen, net als dat vandaag reeds het geval is via Belmed, langs dewelke de consument de weg naar de Ombudsman van de Verzekering terugvindt. De eigenlijke werking van de Ombudsdienst zal het niet veranderen. Wat wel invloed zal hebben op onze werking, zijn de voorwaarden die opgelegd zijn voor de verdere erkenning van een gekwalificeerde entiteit. Een belangrijk aspect daarbij zijn de beantwoordingstermijnen. Momenteel is het zo dat de Ombudsman van de Verzekeringen dient te antwoorden op een klacht binnen de zes maanden. Nu wordt deze termijn verkort naar negentig dagen behalve in het geval van speciale en complexe zaken. Natuurlijk is het niet evident uit te maken wanneer zich zo’n complex geval voordoet. Daarnaast wordt ook de schorsing van de verjaringstermijnen van belang alsook de schorsing van de invorderingsprocedure.
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
DOSSIER: OMBUDSMAN VAN DE VERZEKERINGEN
Ook op het vlak van uitvaartverzekeringen deed de Ombudsdienst van de Verzekeringen vorig jaar een aanbeveling. Kan u de lezer nog een keer meegeven welke bezorgdheid er voor dit type van verzekeringen heerst? Welke is hier de stand van zaken? Josette Van Elderen: Onze bezorgdheid was bij het schrijven van de aanbeveling eigenlijk iets groter dan bij de publicatie van ons jaarverslag later op het jaar. Wij stelden aan de hand van de binnenkomende klachten over dit onderwerp vast dat heel wat begrafenisondernemers zich lieten aanstellen als begunstigde van een overlijdensverzekering en deze begunstigde expliciet aanvaardden.
De Ombudsman van de Verzekeringen en haar team Deze drie aspecten beïnvloeden onze huidige werking en zullen dan ook, door de aangebrachte wijzigingen, een ietwat andere werking van onze dienst met zich meebrengen.
Bij een overlijdensverzekering is het zo dat er na aanvaarding door de begunstigde, niets meer veranderd kan worden zonder de uitdrukkelijke toelating van die begunstigde. Stel, iemand sluit een uitvaartverzekering af bij een begrafenisondernemer in Brussel maar besluit later te verhuizen naar zee.
Even terug in de tijd…
Indien die persoon in kwestie aan zee sterft en daar via een lokale begrafenisondernemer begraven wil worden, trad er een probleem op.
In het jaarverslag 2013 van de Ombudsdienst van de Verzekeringen dringt u aan op een duidelijkere omschrijving van de begrippen ‘afgesloten gebouw’ en ‘afgesloten vensters’ in verzekeringspolissen, dit om discussies over een raam op kantelstand bij inbraak te vermijden.
Het kapitaal kon uitsluitend uitbetaald worden aan de begrafenisondernemer in Brussel. Vaak is het ook zo dat heel wat consumenten zich niet bewust zijn van de draagwijdte van dit type contracten en niet beseffen zichzelf vast te zetten bij de ondertekening ervan.
Hebt u een zicht op het aantal verzekeringsmaatschappijen dat haar polisvoorwaarden op dit vlak reeds aanpaste?
Wij vonden het dan ook nodig de consument hiervan op de hoogte te brengen en ertegen te beschermen. Het was soms zo dat begrafenisondernemers, aangeduid als begunstigde, kapitaal ontvingen zonder daarvoor een prestatie te hebben geleverd.
Josette Van Elderen: Binnen Assuralia werd een procedure voorzien voor de opvolging van de aanbevelingen vanwege de Ombudsman van de Verzekeringen. De betreffende aanbeveling werd dan ook door onze dienst overgemaakt aan de afdeling Brand. Als antwoord hierop kreeg ik dat onze aanbeveling behandeld zou worden maar dat de verzekeringsmaatschappijen hierop verwonderd reageerden. Er zou volgens hen absoluut geen probleem zijn met de formulering van de begrippen en de toepassing van de waarborg diefstal in geval van inbraak bij een venster met kipstand. Wij vonden het antwoord op deze aanbeveling, afgaande ook op de verwachting die hierover heerste bij de consument, alvast erg teleurstellend. Misschien kan de wetgever of de FSMA dit item nogmaals in handen nemen en bijkomende actie ondernemen. Een initiatief vanwege de verzekeringsmaatschappijen dienen we alvast niet te verwachten. Zij zijn ervan overtuigd voldoende transparant te werk te gaan.
25
Daarnaast is het soms zelfs zo dat de nabestaanden niet op de hoogte zijn van zulke uitvaartverzekering en dus ook niet van een aangeduide begunstigde. Ondertussen werd onze bezorgdheid al wat getemperd omdat sommige verzekeringsmaatschappijen de voorwaarden in hun contract aanpasten door te stellen dat, wanneer er geen sprake is van een prestatie vanwege de begrafenisondernemer, er ook geen geheel kapitaal uitgekeerd kan worden. Dat kapitaal moet terechtkomen bij diegene die de kosten van de begrafenis daadwerkelijk droeg. Eigenlijk zou, wat ons betreft, de wetgever in dit verband toch nog mogen tussenkomen om alles te officialiseren. Bedankt voor dit gesprek!
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
POLIS RECHTSBIJSTAND FVF BREIDT UIT Dat een polis rechtsbijstand alsmaar aan belang wint, ook voor een verzekeringsmakelaar, hoeft geen betoog meer. Conflicten met verzekeringsmaatschappijen en collega’s zijn niet ondenkbaar. Geschillen met klanten komen de laatste tijd jammer genoeg meer en meer voor. Klanten worden mondiger; wetgevingen zoals Twin Peaks II geven hen een arsenaal aan “wapens”. Naar aanleiding van deze evolutie ging FVF samenzitten met Euromex, de verzekeraar van de rechtsbijstandspolis die FVF aanbiedt aan haar leden, en werkte een nieuwe bijkomende waarborg uit in de polis. In bepaalde gevallen zal een FVF-lid wanneer hij burgerlijk aansprakelijk wordt gesteld, beroep kunnen doen op een advocaat om specifieke handelingen te stellen. Het betreft een vorm van reputatiewaarborg, waar een “second opinion” wordt voorzien in de polis. FVF-leden kunnen de aangepaste voorwaarden terugvinden worden op de e-bib van FVF in de rubriek ‘Info over ledenvoordelen’ > ‘Groepspolissen’ > ‘Rechtsbijstand’. De polis werd vanaf 30 april 2015 tot de volgende vervaldag gratis uitgebreid met deze waarborg, en dit exclusief voor FVF-leden! Voor leden die nog geen polis rechtsbijstand afsloten, is dit zeker een bijkomend argument om deze polis te onderschrijven via hun beroepsfederatie.
Voor meer info hierover kunnen leden van FVF steeds terecht bij Filip Vos, commercieel medewerker binnen FVF op fi
[email protected].
26
Deze nieuwigheden werden ook uitgelegd door Kelly Schamphelaere, directeur van FVF, op de roadshows van Euromex die plaatsvonden op 28 en 29 april.
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
KOPPELVERKOOP IN VRAAG GESTELD De Ombudsman financiële geschillen stelt koppelverkoop bij hypothecaire leningen in vraag en verwees in haar jaarverslag naar de praktijk waarbij een voordelig rentetarief voor een hypothecaire lening gekoppeld wordt aan bepaalde voorwaarden, zoals bijvoorbeeld het onderschrijven van allerhande bijkomende verzekeringen.
De ombudsdienst ontvangt steeds meer terechte klachten van consumenten die voorafgaandelijk niet voldoende geïnformeerd werden over de van toepassing zijnde voorwaarden. Het is voor de consumenten bij het sluiten van het contract niet altijd duidelijk wat de inhoud is van de voorwaarden waaraan hij moet voldoen, wil hij van het voordelig rentetarief kunnen blijven genieten. Zo oordeelde de ombudsdienst: alle elementen die het afsluiten van een kredietovereenkomst mogelijk gemaakt hebben, vormen een geheel. Ook de tarifering van die elementen mag niet eenzijdig door de bankinstelling ten nadele van de consument gewijzigd worden op basis van elementen die louter en alleen van de wil van de instelling afhangen (nvdr. jaarverslag Ombudsfin 2014, p 20). Dit laatste werd als aanbeveling voor de sector geponeerd.
Standpunt FVF FVF bekritiseerde zelf meermaals dergelijke vormen van koppelverkoop tussen hypothecaire kredieten en verzekeringen door middel van voordelige rentevoeten. Reeds jaren koppelen kredietinstellingen de hoogte van de rentevoet aan het onderschrijven van bijkomende verzekeringen. Zoals meegedeeld in de nota koppelverkoop (leden kunnen die terugvinden op de e-bib onder beroepsinfo) benadrukt FVF, samen met de andere makelaarsfederaties, dat koppelverkoop bij woonkredieten de vrije markt belemmert, aangezien de consument de facto gegijzeld wordt gedurende de looptijd van zijn krediet. FVF zal dit standpunt onverminderd blijven aankaarten bij alle betrokken partijen.
Ik ben een trouwe volger
En u?
27
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
UPDATE LEDENDOCUMENTEN
FVF-leden kunnen op de e-bib van FVF heel wat documenten en tools raadplegen die nuttig ingezet kunnen worden in de dagelijkse werking van hun verzekeringskantoor. Deze zijn echter onderhevig aan allerlei wijzigingen, bijvoorbeeld ten gevolge van veranderingen in de wetgeving. Afgelopen maanden werden onder andere onderstaande documenten gewijzigd.
• • • • •
Opzegbrieven; Nota PCP’er - VVD’er; Lijst van enige en exclusieve faxnummers en e-mailadressen in het kader van opzeg per fax of e-mail; Klantenfiche (AssurMiFID-tools); Rechtspraak - Arrest Hof van Beroep te Brussel inzake casus Citroën.
Om er zeker van te zijn dat leden werken met de meest recente documenten, raadt FVF hen aan regelmatig een bezoekje te brengen aan de e-bib van FVF. Ook in de elektronische nieuwsberichten die FVF verstuurt, wordt hiernaar vaak verwezen.
28
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
Wist u dat? FVF probeert haar leden, ondermeer via elektronische nieuwsberichten, zo goed mogelijk op de hoogte te houden van de allerlaatste trends en gebeurtenissen die plaatsvinden in de verzekeringssector en die te maken hebben met de verzekeringsmakelarij. Via onderstaande 'facts' kunnen FVF-leden zelf nagaan hoever hun kennis van de actua reikt. Let's check: 1. Wist u dat…FVF een checklist inzake brandveiligheid vanwege Assuralia aanpaste voor haar leden? 2. Wist u dat...FVF mee aan de basis ligt van een parlementaire vraag inzake koppelverkoop die in de Kamer gesteld werd?
6. Wist u dat…FVF in samenwerking met Euromex een nieuwe bijkomende waarborg inzake Twin Peaks II in de FVFpolis rechtsbijstand laste? 7. Wist u dat…FVF haar Dag van de Makelaar dit jaar op 16 oktober organiseert in Flanders Expo te Gent?
3. Wist u dat…FVF zorgde voor een doorbraak in het dossier ‘paperless’?
8. Wist u dat…FVF de nieuwe statuten van tussenpersoon in kredietbemiddeling op de voet volgt voor haar leden?
4. Wist u dat…FVF haar leden informeerde over het schrappen van kentekenplaten van Europees formaat?
9. Wist u dat…FVF haar leden helpt bij de voorbereiding van een controle door de FSMA in het kader van Twin Peaks II en de zorgplicht?
5. Wist u dat…FVF haar strijd tegen Citroën in het kader van koppelverkoop definitief won?
10. Wist u dat…FVF haar leden informatie bezorgde over het aanbieden van een stageplaats in hun verzekeringskantoor?
Uw score 10/10-9/10 Bank vooruit! U bent continu op zoek naar info en consulteert onze website meer dan regelmatig, prima! 8/10-7/10 Bravo. U bent relatief goed op de hoogte en brengt regelmatig een bezoek aan onze website. Doe zo voort! 6/10-5/10 Net geslaagd. Informeer u nóg beter door snel naar www.fvf.be te surfen. 4/10-3/10 Woeps. Dat kan beter. Lees snel de laatste nieuwe berichten op www.fvf.be 2/10-0/10 U bent niet up to date. Wist u dat FVF haar leden regelmatig informeert via www.fvf.be?
FVF-leden kunnen bovenstaande feiten nog een keer herlezen op www.fvf.be, onder de rubrieken ‘laatste nieuws’ en ‘exclusief ledennieuws’. Inloggegevens voor het exclusief ledennieuws kunnen aangevraagd worden via de website van FVF.
30
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
DEONTOLOGISCHE CODE AUTO-EXPERTS Verzekeringsmakelaars komen vaak in contact met experts allerhande, waaronder auto-experts. Om het beroep van auto-expert te beschermen en de kwaliteit van de geleverde diensten te garanderend, werd in 2013 een Instituut voor auto-experts opgericht. In navolging van de oprichting werd op 11 mei 2015 de deontologische code voor auto-experts in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.
Minister Willy Borus benadrukt het belang van de professionalisering van de sector: “Het is essentieel dat erover wordt gewaakt dat de specialisten hun taken perfect uitvoeren, met de nodige garanties in termen van bekwaamheid, onafhankelijkheid en professionele integriteit. Dit is niet enkel bijzonder belangrijk voor de sector, maar ook voor de consument. De garantie voor de consument dat hij met zekerheid te maken heeft met een professional, zal een positieve impact hebben op het imago van de auto-experts.” Om dit te bekomen vermeldt de deontologische code onder andere:
• • • • •
het verbod om als expert ook daden van verzekeringsbemiddeling te stellen; verplichte bijscholing van minstens 45 uur over een periode van 3 jaar, met een minimum van 10 uur per jaar; de verplichting om een polis beroepsaansprakelijkheid af te sluiten; de verplichting om constructief samen te werken met alle betrokken partijen met respect voor het beroepsgeheim en de discretieplicht; de verplichting om zijn taak neutraal en objectief uit te oefenen.
31
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
RUG-AAN-RUG REGELING IN BA AUTO
Bij een verkeersongeval met slachtoffers waarbij meerdere voertuigen zijn betrokken en waarbij het niet mogelijk is om te bepalen welk voertuig het ongeval heeft veroorzaakt, moeten de BA-verzekeraars de materiële schade vergoeden. Als de tekst zo geïnterpreteerd wordt dat het gaat over de herstelling van materiële schade, schendt artikel 19bis-11, § 2 van de wet van 21 november 1989 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet.
Het nieuw artikel 19bis-11, § 2 bepaalt voortaan: “In afwijking van 7°) van de voorgaande paragraaf, indien verscheidene voertuigen bij het ongeval zijn betrokken en indien het niet mogelijk is vast te stellen welk voertuig het ongeval heeft veroorzaakt, wordt de schadevergoeding van de benadeelde persoon in gelijke delen verdeeld onder de verzekeraars die de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de bestuurders van deze voertuigen dekken, met uitzondering van degenen wier aansprakelijkheid ongetwijfeld niet in het geding komt.”
Het Waarborgfonds Motorvoertuigen (dat het Belgisch Gemeenschappelijk Waarborg-fonds is geworden) is sedert zijn oprichting in 1957 ermee belast de schade te vergoeden die het gevolg is van lichamelijke schade van slachtoffers van verkeersongevallen die in België werden veroorzaakt door voertuigen die niet geïdentificeerd konden worden.
Er is hier geen limiet bepaald inzake de lichamelijke schade (voor een studie omtrent deze bepaling, zie A. RONDAO ALFACE, “L’article 19bis-11, § 2, ou la réparation des dommages consécutifs à un accident impliquant plusieurs véhicules dont la responsabilité ne peut être établie” in L’assurance R.C. auto. Les 25 ans de la loi du 21 novembre 1989, Limal, Anthémis, 2014, p. 25).
Met een eerste arrest van 20 september 2000, nr. 96/2000, als gevolg van een prejudiciële vraag, was het Arbitragehof van mening dat artikel 80, § 1 van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle van verzekeringsondernemingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schond omdat het de tussenkomst weigerde van het Gemeenschappelijk Waarborgfonds aan gekwetste personen die geen enkele aansprakelijkheid hadden in het ongeval indien bleek dat het onmogelijk was om de aansprakelijkheden vast te leggen. Teneinde een oplossing te bieden voor deze situatie werden de taken van het Motorwaarborgfonds door de wetgever aangevuld ter gelegenheid van de aanneming van de wet van 22 augustus 2002 (BS 17 september 2002), die in werking trad op 19 januari 2003 . Deze wet heeft in de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen een hoofdstuk IVbis ingevoegd met als titel “Regels met betrekking tot de vergoeding van bepaalde schade veroorzaakt door motorrijtuigen”, waarvan afdeling 3 de titel “Vergoedingsopdracht van het Fonds” draagt (zie A. PIRE, “La quatrième directive R.C. Automobile et les nouvelles missions du Fonds commun de garantie automobile” in Du neuf en assurance R.C. automobile, Brussel, Academia-Bruylant, 2004, p. 58). Artikel 19bis-11, § 1 herneemt de voorwaarden voor tussenkomst van het Fonds. Een 7° bepaalt, zoals dat reeds vroeger van toepassing was, dat elke gekwetste persoon van het Fonds de vergoeding kan bekomen van de schade die werd veroorzaakt door een motor-voertuig “als het motorvoertuig dat het ongeval heeft veroorzaakt niet geïdentificeerd kan worden”. Artikel 19bis-13, § 3 machtigt de Koning om de tussenkomst van het Fonds te beperken tot enkel lichamelijke schade, waartoe werd beslist door artikel 23, § 1 van het koninklijk besluit van 11 juli 2003 (zie Cass. 2 mei 1989, Pas. 1989, I, p. 919). Hierbij kan worden opgemerkt dat deze uitsluiting niet strijdig is met de Grondwet (Arbitragehof 15 juli 1999, nr. 93/99, Bull.ass. 2000, p. 645 en noot J.-L. FAGNART).
32
Een tweede arrest van 3 februari 2011, nr. 21/2011, van het Grondwettelijk Hof, even-eens op prejudiciële vraag, spreekt zich uit over deze nieuwe bepaling. Het Hof heeft voor recht verklaard dat “geïnterpreteerd in die zin dat het niet kan worden toegepast als slechts twee voertuigen zijn betrokken in een ongeval, artikel 19bis-11, § 2 van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, al dan niet in samenhang met artikel 4, § 1, lid 2 van die wet, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt” en het voegt eraan toe dat “geïnterpreteerd in die zin dat het van toepassing is als twee of meer voertuigen zijn betrokken in een ongeval, artikel 19bis-11, § 2 van de genoemde wet van 21 november 1989, al dan niet in samenhang met artikel 4, § 1, lid 2 van die wet, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet schendt”. Er bestond ook een discussie in rechtsleer en rechtspraak betreffende de vraag te weten of artikel 19bis-11, § 2 al dan niet de vergoeding van materiële schade beoogde. Sommigen meenden dat deze nieuwe bepaling de materiële schade moest uitsluiten (J.P. LEGRAND, noot bij GwH 3 februari 2011, nr. 21/2011, Bull.ass. 2011, p. 165; deze stelling kreeg steun in de rechtspraak van de jurisdicties van Charleroi, zie A. RONDAO ALFACE, o.c., p. 37, noot 43 en de geciteerde ref.). De politierechtbank van Brussel rechtvaardigde de uitsluiting van materiële schade om reden dat een tegengestelde oplossing een discriminatie zou invoeren tussen slachtoffers van een verkeersongeval met een niet-geïdentificeerd voertuig die slechts schadevergoeding kunnen bekomen van hun lichamelijke schade via het Gemeenschappelijk Waarborgfonds, en de slachtoffers van verkeersongevallen met geïdentificeerde voertuigen die zouden schadevergoeding kun-nen bekomen voor zowel de lichamelijke als de materiële schade (Pol. Brussel 15 okto-ber 2013, VAV 2014/1, p. 8 en noot D. CLESSE).
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
Opleidingsoverzicht Brokers Training Impact van Twin Peaks II op de verzekeringstussenpersonen Vanaf mei 2015 kan de kennis van de MiFID gedragsregels enkel nog bewezen worden door het afleggen van een examen via het elektronisch examen. Dit examen moet worden afgelegd in een erkend examencentrum. Brokers training is erkend als examencentrum. Brokers Training organiseert op diverse locaties en data een dagopleiding die er specifiek op gericht is u voor te bereiden op dit elektronisch examen. Alle details hieromtrent vindt u op onze website www.brokerstraining.org
BRIO opleidingen Niet minder dan 15 verschillende opleidingen op diverse locaties U wenst meer info over onze opleidingen? Raadpleeg www.brokerstraining.org OpleidingsOpleidingscenter center verbonden verbonden aanFVF FVF aan
Opleidingen najaar 2015 ✓ Antiwitwaswetgeving;
✓ Kredietverzekering;
✓ Operationele leasing;
✓ Verzekering B.A. Uitbating;
✓ De basisbegrippen van boekhouden; ✓ Budgetteren in het makelaarskantoor ;
✓ Wet betreffende de verzekeringen deel 4;
✓ Arbeidsongevallen - de wet (waarborgen en vergoedingen);
✓ De landverzekeringsovereenkomst actuele rechtspraak en rechtsleer;
✓ Verzekering Brand eenvoudige risico’s aansprakelijkheidsdekking in de brandpolis;
✓ De subrogatie- en regresvordering in het kader van de verzekeringswet - deel 4 landverzekeringsovereenkomst.
Bij een exegetische interpretatie van de tekst stellen anderen zich op als voorstanders van schadevergoeding van materiële schade (G. JOCQUÉ, “Het mysterie van artikel 19bis-11 § 2 W.A.M. 1989”, TPR 2004, p. 367; S. VEREECKEN, “Ruim tien jaar art. 19bis-11, § 2 WAM: een onontwarbaar kluwen van juridische knelpunten?” in Verkeersrecht, Gent, Larcier, 2014, p. 811; zie ook A. RONDAO ALFACE, o.c., p. 40, noot 51 en geciteerde ref.). In een arrest van 26 februari 2013 volgde de rechtbank van eerste aanleg van Luik deze tendens: “Bij gebreke van nadere precisering door de wetgever in dat artikel dat de schadevergoeding van de gekwetste persoon zich beperkt tot de schadevergoeding van zijn lichamelijke schade zoals hij wel heeft gedaan voor de tussenkomst van het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds als het motorvoertuig dat het ongeval heeft veroorzaakt, onbekend is gebleven (art. 23, lid 1 KB 11 juli 2003) of ook in het geval van het stelsel dat werd ingesteld voor de schadeloosstelling van zwakke weggebruikers (art. 29bis wet 21 november 1989), is er geen reden om de schadeloosstelling van de materiële schade uit te sluiten als het niet mogelijk is geweest om de aansprakelijkheden te onderscheiden” (Rb. Luik 26 februari 2013, JLMB 2014, p. 111).
De feiten van deze zaak Op 24 maart 2008 deed zich te Ans een verkeersongeval voor. Het strafdossier werd zonder gevolg geklasseerd. Het bleek dat niet kon worden uitgemaakt welk van de twee voertuigen door het rood licht was gereden en bijgevolg welk van de twee voertuigen de oorzaak was van de schade die werd geleden door het Waals Gewest. Van zijn kant leidde het Waals Gewest een vordering in bij de politierechtbank van Luik tot veroordeling van de nv Touring Assurances en de nv Ethias om een bedrag te betalen van 916,50 EUR voor de geleden materiële schade. De verweersters brengen daartegen het feit in dat artikel 19bis -11, § 2 van de wet van 21 november 1989 niet de materiële schade betreft. De prejudiciële vraag De politierechtbank van Luik heeft volgende prejudiciële vraag gesteld: “Welke interpretatie moet men geven aan artikel 19bis11, § 2 van de wet van 21 november 1989 inzake de draagwijdte van de rechten van het slachtoffer van een strikt materiële schade en is het beperken van de tussenkomst in casu van de verzekeraars van de betrokken voertuigen tot enkel de lichamelijke schade al dan niet discriminerend ten overstaan van de artikelen 10 en 11 Grondwet?”
Een auteur stelde zich terecht de vraag: “Zou de nieuwe bepaling (artikel 19bis-11, § 2) bijvoorbeeld tot gevolg kunnen hebben dat in het geval van een verkeersongeval tussen twee voertuigen, die tegen elkaar botsen zonder dat kan worden uitgemaakt welk voertuig door het rood licht op het kruispunt is gereden, de twee bestuurders zullen worden schadeloosgesteld voor de ene helft door hun eigen verzekeraar en voor de andere helft door de verzekeraar van de tegenpartij?” (J.-M. GÉRADIN, “La mission d’indemnisation du Fonds commun de garantie automobile depuis la loi du 22 août 2002”, RGAR 2004, 13.922/6).
•
Het is naar aanleiding van een gelijkaardige casus dat een nieuwe prejudiciële vraag werd gesteld aan het Grondwettelijk Hof om grondwettelijkheid na te gaan van artikel 19bis-11, § 2 in die zin geïnterpreteerd dat het niet van toepassing is op materiële schade.
•
In een arrest van 4 december 2014, nr. 175/2014, besliste het Hof dat, geïnterpreteerd in die zin dat het niet kan worden toegepast op de vergoeding van materiële schade, artikel 19bis-11, § 2 van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt. Het Hof voegt er, positief, aan toe dat, in die zin dat het van toepassing is op de vergoeding van materiële schade, artikel 19bis-11, § 2 van de genoemde wet van 21 november 1989 niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt.
34
De redenering van het Grondwettelijk Hof Het Hof stelt dat de situaties beoogd in de volgende bepalingen niet vergelijkbaar zijn: artikel 19bis-11, § 1, 7° viseert de slachtoffers van een verkeersongeval waarvan de veroorzaker niet is gekend en dus ook niet diens verzekeraar; in dat geval is de tussenkomst van het Fonds, in de plaats gesteld van de aansprakelijke persoon, beperkt tot enkel de vergoeding van de schade die voortkomt van lichamelijke letsels; artikel 19bis-11, § 2 viseert de slachtoffers van een verkeersongeval waarbij meerdere voertuigen zijn betrokken en waarvan de veroorzakers wel zijn gekend en bijgevolg ook hun verzekeraars, maar waarbij het onmogelijk is om uit te maken wat hun respectieve aansprakelijkheid is in het ongeval; in dat geval is de tussenkomst van het Fonds niet vereist en zijn het de privéverzekeraars die de last van de schadeloosstelling onder elkaar zullen verdelen.
Het Hof is bijgevolg van oordeel dat het niet ongrondwettig is om, in de eerste situatie, de schadeloosstelling door het Fonds te beperken tot de lichamelijke letsels, terwijl de schadeloosstelling ten laste van de verzekeraars, in de tweede hypothese, niet dezelfde limiet zal kennen.
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
RUG-AAN-RUG REGELING IN BA AUTO
De verplichtingen van het Fonds moeten inderdaad worden beperkt teneinde zijn tussenkomst te kunnen bestendigen. Daarentegen “worden de verzekeraars niet geconfronteerd met budgettaire beperkingen die bij het Fonds verantwoorden dat enkel de schade van lichamelijke letsels wordt vergoed. Voor die verzekeraars verschilt het financieel risico dat resulteert uit de schade als gevolg van een ongeval waarvoor het niet mogelijk is om uit te maken welk voertuig het ongeval heeft veroorzaakt, niet wezenlijk van het financieel risico voor de schade die het gevolg is van een ongeval waarvoor het wel mogelijk is om aan te tonen welk voertuig het ongeval heeft veroorzaakt. In beide gevallen betreft het een risico dat moet worden gedekt door de verzekeringspremies. Het is dus niet verantwoord dat die verzekeraars niet zouden verplicht zijn om de materiële schade geleden door een gekwetste persoon te vergoeden.” Het Hof voegt eraan toe dat zijn interpretatie van artikel 19bis11, § 2 niet in tegenspraak is met de omstandigheid dat artikel 4, § 1, lid 2 van de wet van 21 november 1989, zoals bedoeld in B.2.3, de vergoeding beperkt tot de lichamelijke schade. Deze bepaling beoogt het stelsel van de burgerlijke aansprakelijkheid en niet dat van schadeloosstelling en dit laatste bevat geen enkele verwijzing naar artikel 4.
De tekst voorziet immers in een uitzondering ten bate van hen “wiens aansprakelijkheid ongetwijfeld niet in het geding komt”, wat moet worden gelezen als een verwijzing naar de verzekeraars wiens verzekerden ongetwijfeld niet aansprakelijk zijn (in de huidige tekst verwijst het woord “hen” verkeerdelijk naar de verzekeraars). Zij zullen uiteindelijk hun tussenkomst kunnen weigeren ten gunste van de materiële schade van hun eigen verzekerde bestuurder (art. 3 wet 21 november 1989). Men kan zich de vraag stellen of dit stelsel niet de verzekeringsfraude zal stimuleren... Het is net om het grote risico op frauduleuze verklaringen te beperken dat de wetgever had beslist om de vergoeding van lichamelijke schade uit te sluiten in geval van een verkeersongeval met een niet-geïdentificeerd voertuig... Als de voertuigen gekend zijn maar de aansprakelijkheden niet bepaalbaar zijn... zal dit risico ongetwijfeld weer opduiken (GwH, 4 december 2014, nr. 175/2014; lees ook, Verzekeringsnieuws, “Artikel 19bis11 §2 WAM-wet zelf een twijfelgeval”, nr.28, 18-22 augustus 2014, p.11, Filip Willems).
Besluit Artikel 19bis-11, § 2 van de wet van 21 november 1989 legt ten laste van de verzekeraars BA-auto de verplichting tot schadeloosstelling van gekwetste personen die het slachtoffer werden van een verkeersongeval waarbij meerdere voertuigen zijn betrokken wanneer het niet mogelijk is om uit te maken welk voertuig het ongeval heeft veroorzaakt. De schadeloosstelling zal hoofdelijk worden verdeeld onder de verzekeraars. Het is mogelijk om het aan de verzekeraars opgelegde systeem van automatische vergoeding beter aan te passen. Bij gebreke van tegenstrijdige bepaling lijkt het dat de betrokken verzekeraars niet in solidum of hoofdelijk zullen verplicht zijn tot schadeloosstelling, zodat de gekwetste persoon zijn schadevordering zou moeten opsplitsen. De betrokken verzekeraars zullen de voorwaarden van het stelsel kunnen aanvechten zoals bijvoorbeeld het feit dat het niet mogelijk is om het voertuig te bepalen dat het ongeval heeft veroorzaakt. Zij zullen ook trachten zich te onttrekken aan hun tussenkomst door op te werpen dat de aansprakelijkheid van hun verzekerde niet werd weerhouden bij het ongeval.
35
Bron: Wolters Kluwer - Verzekeringsnieuws - nr.3, maart 2015 - Auteur: Cédric Eyben, advocaat.
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
FVF VERTEGENWOORDIGDE HAAR LEDEN IN APRIL-MEI 2015
Hieronder vindt u een overzicht van waar FVF de voorbije maanden de belangen van haar leden ondermeer vertegenwoordigde:
APRIL 1/04/2015 2/04/2015 3/04/2015 7/04/2015 8/04/2015 9/04/2015 10/04/2015 13/04/2015 15/04/2015 23/04/2015 24/04/2015 29/04/2015 30/04/2015
Overleg FSMA / Werkgroep examenvragen Gastcollege Hogeschool PXL: Starten als verzekeringsmakelaar / Raad van Bestuur Brocom Overleg Ancoras Overleg Fidea / Overleg Baloise Overleg Kabinet Minister Borsus / Raad van Bestuur Brokers Training Overleg DKV / Werkgroep Normalisatie Overleg Feprabel en BVVM Overleg Generali Overleg FSMA BIPAR Directeurencomité / Commissie voor Verzekeringen BIPAR Directeurencomité / Overleg Assuralia Overleg FSMA / Raad van Toezicht Ombudsdienst voor Verzekeringen Stuurgroep Verkeersslachtoffers / Werkgroep Business Process
MEI 4/05/2015 5/05/2015 7/05/2015 11/05/2015 18/05/2015 20/05/2015
21/05/2015 22/04/2015 26/05/2015 27/05/2015
Overleg Feprabel en BVVM / Overleg Protect Overleg Allianz / Overleg Axa Overleg AG Insurance / Raad van Bestuur en Algemene Vergadering Ombudsdienst voor Verzekeringen Overleg Assuralia Raad van Bestuur Vereniging der Verzekeringsjuristen / Commissie voor Verzekeringen Overleg Assuralia / Raad van Bestuur en Algemene Vergadering Brocom / Raad van Bestuur Brokers Training / Koninklijke Kring der Verzekeraars in België Overleg FSMA / Overleg Kabinet Minister Peeters / Werkgroep Normalisatie Werkgroep examenvragen Experten- en Adviescommissie Katholieke Hogeschool Leuven / Commissie voor Verzekeringen Gemengde opvolgingscommissie / Insurance Event Decavi: Innovatie en verzekering: welke denkpistes?
36
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
Een woonkrediet is specialistenwerk. Demetris maakt van u … een specialist. Met Demetris, dochtervennootschap van BNP PARIBAS FORTIS, werkt u samen met dé woonkredietpartner van de makelaar. U bent altijd zeker van:
De beste tarieven
Handige simulatietools
Mail naar
[email protected] voor een afspraak Registreer u op www.demetris.be
Uitgebreide technisch-commerciële ondersteuning DEMETRIS | BNP PARIBAS GROUP woonkredietpartner van de makelaar
Ontdek waarom meer dan 700 makelaars dagelijks op Demetris rekenen
Contacteer ons nu!
Demetris nv, P. Bayensstraat 51, 1702 Groot-Bijgaarden – RPR Brussel 0452.211.723 – FSMA nr. 16507A-cB. Demetris nv is verbonden verzekeringsagent van AG Insurance. Demetris nv is exclusief bankagent van BNP Paribas Fortis nv. Demetris nv distribueert het soepel woonkrediet van BNP Paribas Fortis nv, kredietverstrekker, onder voorbehoud van aanvaarding door BNP Paribas Fortis nv. Kredietgever: BNP Paribas Fortis nv, Warandeberg 3, B-1000 Brussel – RPR Brussel BTW BE0403.199.702.
BEPERKING DIRECT MARKETING VERZEKERINGSSECTOR Het Wetboek Economisch Recht bindt de strijd aan met oneerlijke handelspraktijken. Onder andere praktijken waarbij de consument telefonisch wordt gecontacteerd en omwille van promotionele redenen wordt geviseerd. In deze context moet “promotioneel” ruim worden begrepen en niet worden vermengd tot zuiver commerciële doelstellingen waarbij het de bedoeling is de verkoop van producten te bevorderen of tot stand te brengen. Evengoed worden bedoeld: de oproepen door of namens organisaties met een niet-commercieel oogmerk. Het Wetboek Economisch Recht beperkt met andere woorden direct marketing via telefoon. Een definitie van direct marketing wordt echter nergens vermeld. Algemeen wordt aanvaard dat direct marketing ruimer is dan hetgeen in België onder reclame wordt verstaan. Ook niet-commerciële boodschappen of politieke propaganda vallen bijvoorbeeld onder het begrip. Deze visie wordt onderschreven vanuit Europa. Europese aanbevelingen omschrijven direct marketing als alle activiteiten die het mogelijk maken om goederen en diensten aan te bieden of andere boodschappen te verzenden aan een deel van de bevolking via de post, de telefoon of andere middelen, gericht op het informeren van of het uitlokken van een reactie van de betrokkene alsmede enige daarmee verband houdende dienst. In principe moet elke telecomoperator ervoor zorgen dat zijn abonnees kunnen meedelen geen telefonische oproepen meer te willen ontvangen om redenen van direct marketing. Elke operator verwerkt deze informatie in een gegevensbestand, dat hij kosteloos ter beschikking stelt van de ondernemingen of organisaties die aan direct marketing doen of aan de ondernemingen die voor rekening van andere ondernemingen of organisaties aan direct marketing doen. Het Wetboek Economisch Recht voorziet de mogelijkheid om, na advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, eveneens een vereniging of organisatie te erkennen die deze verplichting op zich neemt. Dit is gebeurd met het KB van 12 mei 2015 dat de voorwaarden publiceert waaraan deze vereniging moet voldoen. De beperking van direct marketing beïnvloedt ook de verzekeringssector. Een consument telefonisch contacteren om hem verzekeringen aan te bieden, is niet toegestaan wanneer hij eerder heeft gemeld geen telefonische oproepen met betrekking tot direct marketing meer te willen ontvangen.
38
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
UW VERZEKERINGSKANTOOR ALS STAGEPLAATS?
Zoals u weet, wil FVF de instroom in het beroep van verzekeringsmakelaar sterk ondersteunen. Het thema verjonging behoort immers tot één van haar prioriteiten. Hiertoe werden reeds heel wat gesprekken gevoerd met diverse actoren alsook een aantal initiatieven gelanceerd. Uit de gesprekken die FVF had met één van die actoren, de diverse hogescholen die de opleiding Financie- en Verzekeringswezenaanbieden, bleek dat de verplichte schoolstage erg determinerend is voor de latere beroepskeuze van studenten. Misschien overweegt u een stageplaats aan te bieden aan een student Financie- en Verzekeringswezen?
Het is daarbij erg belangrijk stagiairs te laten proeven van de diversiteit van het beroep van verzekeringsmakelaar. De betrokken hogescholen bezorgden FVF in dit verband heel wat nuttige informatie alsook contactgegevens van de betrokken coördinators. Deze staan te lezen op de ledenzone van FVF in de rubriek ‘stageplaats aanbieden’. Per hogeschool krijgen leden van FVF binnen deze rubriek de nodige informatie aangereikt.
exclusief voor leden van FVF!
Op zoek naar een nieuwe medewerker? Plaats uw vacature vandaag nog op de FVF-jobsite www.werkenbijeenverzekeringsmakelaar.be
39
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
Nieuws van onze leden
Welkom
ONLINE INITIATIEVEN VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN Quartz inVestments bVba hondjesberglei 1 2930 brasschaat tel. 03 291 44 22
dmd Verzekeringen bVba oudenaardsesteenWeg 359 9420 erPe-mere tel. 053 82 60 60 faX 053 82 60 69
thienPont anthony bergensesteenWeg 392 filiP decuman consulting bVba 1600 sint-Pieters-leeuW leonie Van moerstraat 10 De laatste tijd9160 nemen steeds meer verzekeringstel. 0479 97 44 21 lokeren maatschappijen in het kader van het online tel.initiatieven 0477 97 34 57 onderschrijven van verzekeringscontracten via hun website of yeVgeniy VagaitseV het actief genereren van leads. boomsesteenWeg 852 good adVice bVba 2610 Wilrijk (antWerPen) hoogsismsestraat 22 tel. 0485 04 77 89 3570 alken STANDPUNT FVF tel. 0478 24 81 22 VerhofaX nV FVF ondersteunt deze initiatieven volle, op voorwaarde frans de bondtstraat 2 kantoor Vandoorneten bVba 2870 Puurs 104strikt gerespecteerd worden: dat een aantalegemstraat voorwaarden tel. 0495 18 61 16 8740 Pittem faX 03 825 26 84 tel. 051 46 68 62afsluiten van het verzekerings• De klant moet vóór het
• •
Gecondoleerd
Op 15 november 2014 overleed de heer Paul A.M. Fierens. Paul Fierens was gewezen
verzekeringsmakelaar, stichtervoorzitter van de Antwerpse Kring van het Verzekeringswezen en voormalig beheerder van diverse makelaarskantoren te Antwerpen en Limburg.
FVF wenst de familie alsnog veel sterkte.
contract een verzekeringsmakelaar kiezen; Verzekeringen PhiliPPe maris kantoor Vets - nuyts bVba Er mag geen afbreuk zijn aan de taak en de onafhankelijkbVba driehoekstraat 22 b 1 heid van de verzekeringsmakelaar. De verzekeringsmagrote 2240 zandhoVen kelaar moet steeds de keuze hebben de zaak elders testraat 140 3631 boorsem plaatsen; tel. 03 484 50 60 tel. 089 77 77 29 De verzekeringsmaatschappij kan enkel een éénmalige 089 Verzekeringen vaste kostlukas aanrekenen voor debVba binnengekomen faX lead. In 77 22 32 noordlaan geen geval wordt een109 verminderd commissieloon aan zakenkantoor roger de kort vaard. 9200 dendermonde tel. 052 47 77 50
faX 052werden 22 01 06officieel aan alle Deze eisen van FVF verzekeringsmaatschappijen kenbaar gemaakt.
bVba tijl en nelestraat 28 2300 turnhout tel. 014 41 39 43 faX 014 42 35 78
kvk interass adviseert uitsluitend via de lokaal Belgisch verzekeringsmakelaar. Als professioneel verzekeringsondernemer wilt u immers zoveel mogelijk van uw kostbare tijd besteden aan uw relaties en zo min mogelijk aan administratie en verzekeringstechnisch & juridisch studiewerk. www.kvk-interass.com
Federatie voor Verzekerings-
40
FSMA 111074 A
5
en Financiële tussenpersonen
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
ELEKTRISCHE FIETS VERZEKEREN? De verzekeringsplicht van de elektrische fiets blijft vragen en reacties uitlokken. Wie even rond dit item surft op het wereldwijde web stuit op informatie van advocatenkantoren, verzekeraars, makelaars, de voormalige federale en Vlaamse ministers van mobiliteit, die zich soms tegenspreekt. De rode draad bij al deze desinformatie is dat verschillende wetgevingen door mekaar worden gebruikt. De WAM-wet De verplichting om een motorrijtuig te verzekeren vloeit voort uit slechts één wet, met name de wet van 21 november betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen (hierna: WAM-wet). Alleen een inbreuk op deze wetgeving geeft het Belgisch Gemeenschappelijk Waarborgfonds een recht op verhaal tegen de eigenaar of houder die het voertuig in het verkeer brengt of toelaat dat het in het verkeer wordt gebracht. Alle andere wetgevingen (Technisch Reglement, Wegverkeersreglement, inschrijving voertuigen…) moeten aan de kant geschoven worden wat het verzekeringsvraagstuk aangaat. Het begrip motorrijtuig wordt in de wet als volgt gedefinieerd: “een rij- of voertuig bestemd om zich over de grond te bewegen en dat door een mechanische kracht kan worden gedreven, zonder aan spoorstaven te zijn gebonden”. Van belang is dus dat het om een rijtuig gaat dat door een mechanische kracht wordt voortbewogen. Met behulp van een motor moet het tuig dus in beweging kunnen gebracht worden en een snelheid van meer dan 0 km/uur kunnen ontwikkelen. In de Franstalige tekst van de Wam-wet is dat nog het duidelijkst: “ les véhicules destinés à circuler sur le sol et qui peuvent être actionnés par une force mécanique sans être liés à une voie ferrée ».’Actionner’ staat voor ‘mettre en mouvement’. De maximale snelheid, hoe hoog of hoe laag die ook is, speelt daarbij geen rol. Als de mechanische kracht dit niet vermag en er bijvoorbeeld ook zwaartekracht of spierkracht nodig is om in beweging te raken, is er geen sprake van een motorrijtuig. Er is dan geen verzekeringsplicht.
In het buitenland In Nederland ligt dit bijvoorbeeld anders. Het begrip motorrijtuig wordt in de wet van 30 mei 1963 betreffende verplichte verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid inzake motorrijtuigen als volgt gedefinieerd: “een rij- of voertuig bestemd om anders dan langs spoorstaven over de grond te worden voortbewogen uitsluitend of mede door een mechanische kracht, op of aan het rij- of voertuig zelf aanwezig dan wel door elektrische tractie met stroomtoevoer van elders”. De combinatie van spierkracht met een mechanische kracht kan daar wel aanleiding geven tot de verzekeringsplicht. In 1989 kon de Belgische wetgever natuurlijk niet voorspellen welke tuigen er door de technische evolutie allemaal in het verkeer zouden gebracht worden. Maar in tegenstelling tot in Nederland is onze wet niet meer geëvolueerd. En hoe zit het dan met onze elektrische fiets? We laten in het midden welke snelheid de fiets effectief kan ontwikkelen. Ook de benaming e-bike, pedelec of speed pedelec is van geen belang. Mechanische kracht Feitelijk moet alleen nagegaan worden of de fiets louter door een mechanische kracht kan worden voortbewogen. Voor de elektrische fietsen die in België verkocht worden, moet het antwoord in principe negatief zijn. De fietsen moeten immers beantwoorden aan de bepalingen van de Europese Machinerichtlijn 2006/42/EG en dus ook aan de Europese normen EN 14764 en 15194. De norm EN 15194 voorziet dat de fiets verplicht is uitgerust met een rotatiesensor of een trapkrachtsensor. Dit heeft voor gevolg dat de motor niet werkt zolang de fiets stilstaat. Wanneer het wiel uitgerust met de sensor niet beweegt, is er geen mechanische kracht. De motor werkt in het andere geval evenmin wanneer de trapkrachtsensor geen uitoefening van spierkracht ‘voelt’.
S-TEAM CVBA MAKELAARSCOLLECTIEF Verschillende makelaars over gans Vlaanderen zoeken over te nemen portefeuilles Discrete behandeling van overname en verderzetting gsm: 0474 47 57 99 e-mail:
[email protected]
41
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
ELEKTRISCHE FIETS VERZEKEREN? Dit doet ons besluiten dat een fiets die voldoet aan de Europese technische normen geen motorrijtuig is in de zin van de WAM-wet en er dus geen groene kaart nodig is. Wij kunnen echter niet uitsluiten dat er ook illegale elektrische fietsen worden ingevoerd en verkocht. Daar zal de bezitter zelf de test moeten doen. De Dienst Consumentenveiligheid van de FOD Economie heeft in elk geval voor dit najaar controles bij verkopers en invoerders aangekondigd. Dit doet ons vermoeden dat er ook illegale fietsen worden verkocht in België. Kentekenplaat Het gekke in België is dat een aantal elektrische fietsen door het koninklijk besluit van 10 oktober 1974 (algemeen reglement op de technische eisen waaraan de bromfietsen, de motorfietsen en hun aanhangwagens moeten voldoen) juridisch worden gekwalificeerd als een bromfiets klasse A of klasse B.
Sinds 1 april 2014 moet voor bromfietsen, en dus ook voor de als dusdanig gekwalificeerde elektrische fietsen, een kentekenplaat aangevraagd worden. Deze plaat kan niet bekomen worden zonder het vignet van de verzekeraar met de barcode. Men moet dus een verplichte aansprakelijkheidsverzekering onderschrijven, niet omdat er een verzekeringsplicht is, maar omdat men anders de bromfiets niet kan inschrijven… Zwakke weggebruiker Is daarmee de discussie over de verzekeringsplicht van een elektrische fiets, die bij een snelheid van meer dan 25 km/uur trapondersteuning blijft geven, dan louter theoretisch? Helemaal niet. Het is onze overtuiging dat deze ‘snelle fietsers’, voorzien van helm en groene kaart, toch zwakke weggebruikers blijven. Zij besturen immers geen motorrijtuig in de zin van artikel 1 van de WAM-wet. Bron: Wolters Kluwer - Verzekeringsnieuws - nr.5, mei 2015
Met BRIO4YOU heeft u steeds een lengte voorsprong.
Zich telkens opnieuw heruitvinden, dat is BRIO4YOU: van een papierloos kantoor tot MyBroker, van de uitdagingen van Twin Peaks II tot de elektronische handtekening, … BRIO4YOU is dé referentie én neemt u mee naar de toekomst!
Meer info: www.brio4you.be
OVERZICHT RECHTSPRAAK INFORMATIEVERPLICHTING Sinds de inwerkingtreding van de Wet Verzekeringen en Twin Peaks II doet FVF er alles aan haar leden bij te staan bij het naleven van de informatie- en adviesverplichtingen die op de verzekeringsmakelaars rusten. Hierbij benadrukte zij steeds het belang van de ontwikkelde tools (FVF-tools en sectortools). FVF bedong in haar groepspolis dekking voor die leden die, ondanks alle inspanningen, alsnog op het matje werden geroepen. Er werd steeds gewaarschuwd voor de gevolgen van het niet-naleven van onder andere de precontractuele informatieverplichtingen. Dat deze waarschuwing niet onterecht is, blijkt uit onderstaand artikel, verschenen in D.A.S. journaal, april 2015. Ook voor de inwerkingtreding van de nieuwe regelgeving werden verzekeringsmakelaars reeds voor op hun verantwoordelijkheid gewezen door de hoven en de rechtbanken. Dit zal vermoedelijk in de toekomst enkel toenemen nu ook de controles door de FSMA werden opgestart.
Informatie- en adviesplicht van verzekeringsmakelaars Wettelijke verplichting De informatieplicht van verzekeringsmakelaars wordt bepaald in de verzekerings wet van 4 april 2014 (art. 273 tot 279). De informatieplicht van bemiddelaars is daarnaast in andere wetten terug te vinden, onder meer de wetten van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet (art.14 en 17), van 2 augustus 2002 op het toezicht op de financiële sectoren van 30 juli 2013 (genoemd Twin Peaks II die de MiFID-gedragsregels uitbreidt). Wij verwijzen ook naar de Circulaire n° 14-2012 van 12 juni 2012 van het FSMA in verband met de brandverzekering, eenvoudige risico’s. Hierin geeft de FMSA advies aan makelaars over hun informatieplicht bij het afsluiten van een contract (precontractuele verplichting). De rechtspraak We beperken ons hier tot enkele beslissingen met betrekking tot de informatie- en adviesplicht van verzekeringsmakelaars en hun aansprakelijkheid op basis van het gemeen recht.
Makelaar al dan niet aansprakelijk
De makelaar die – nadat de verzekeraar hier zelf op wees - zijn cliënt niet waarschuwt dat een aantal risico’s niet in de waarborg zijn inbegrepen en geen enkele plausibele verklaring heeft om dit te rechtvaardigen is aansprakelijk. Kh.Hasselt 15.3.1990, Limb.Rechtsleer 1991, p.219). Een makelaar die nalaat de echtgenote op de hoogte te brengen van het feit dat haar man zich borg stelde voor zijn vriendin (huurder) begaat een fout (Burgerlijke RB Gent 20.9.1995, A.J.T. 1996-97, p.451). Een makelaar die naliet zijn cliënt te herinneren aan de verplichtingen van zijn contract, hem niet documenteerde en niet de vereiste formaliteiten liet vervullen om ervoor te zorgen dat de verzekeringsdekking zo snel mogelijk en op gepaste manier kon ingaan, is aansprakelijk. Hij dient dan ook in te staan voor de vergoeding waarop de verzekerde volgens zijn contract recht had als alles regelmatig was verlopen (Beroep Luik 19.1.1983, De Verz. 1983, p.421). Een makelaar die het nalaat om de brandverzekeraar binnen een redelijke termijn van 3 tot 4 weken te herinneren aan het om de de inboedel (meubels) te 44 Federatie voorverzoek Verzekeringsen dekking Financiëlevoor tussenpersonen verhogen is aansprakelijk. Men kan deze verantwoordelijkheid niet doorschuiven naar de verzekerde als hij beroep doet op een beroepsmakelaar die hij rechtmatig moest kunnen
Een makelaar die nalaat de echtgenote op de hoogte te brengen van het feit dat haar man zich borg stelde voor zijn vriendin (huurder) begaat een fout (Burgerlijke RB Gent 20.9.1995, A.J.T. 1996-97, p.451). Een makelaar die naliet zijn cliënt te herinneren aan de verplichtingen van zijn contract, hem niet documenteerde en niet de vereiste formaliteiten liet vervullen om ervoor te zorgen dat de verzekeringsdekking zo snel mogelijk en op gepaste manier kon ingaan, is aansprakelijk. Hij dient dan ook in te staan voor de vergoeding waarop de verzekerde volgens zijn contract recht had als alles regelmatig was verlopen (Beroep Luik 19.1.1983, De Verz. 1983, p.421). Een makelaar die het nalaat om de brandverzekeraar binnen een redelijke termijn van 3 tot 4 weken te herinneren aan het verzoek om de dekking voor de inboedel (meubels) te verhogen is aansprakelijk. Men kan deze verantwoordelijkheid niet doorschuiven naar de verzekerde als hij beroep doet op een beroepsmakelaar die hij rechtmatig moest kunnen vertrouwen (Hof van Beroep Luik 20.10.1992, J.L.M.B.1993, p.423). Een makelaar die van zijn cliënt het bericht krijgt dat hij van voertuig verandert en verzuimt hem te verwittigen dat zijn voertuig met een zeer specifiek alarmsysteem moet worden uitgerust om tegen diefstal verzekerd te zijn, is aansprakelijk voor de helft van de waarde van het gestolen voertuig. De andere helft van de aansprakelijkheid blijft ten laste van de verzekerde die als leek uitleg had moeten vragen over de ingewikkelde clausule (Hof van Beroep Bergen 19.11.2001, Rev.rég.dr. 2002, p.227). Een makelaar die bij het afsluiten van een brandverzekering zijn cliënt niet informeert dat het gebouw slechts in reële waarde gedekt is terwijl de cliënt uitdrukkelijk voor nieuwwaarde had gekozen is gedeeltelijk aansprakelijk (Hof van Beroep Brussel 6.9.2006, Nieuw Juridisch Tijdschrift 2007, p.34: veroordeelt de verzekeraar en de makelaar tot schadevergoeding (het verschil tussen de nieuwwaarde van het gebouw en de werkelijk uitbetaalde vergoeding) van de verzekerde die het slachtoffer werd van een zware brand. De makelaar die geen aandacht besteedt aan de opzegging van de brandpolis door de verzekeraar is voor 2/3e aansprakelijk. Hij moest zijn cliënt immers attent maken op de gevolgen van de opzegging en alles in het werk stellen om een andere verzekeraar te vinden (Beroep Luik 30.6.2006, J.L.M.B. 2007, p.346: cliënt is voor 1/3 aansprakelijk omdat hij, nadat hij op de hoogte was van de opzegging van zijn polis, zich niet afvroeg waarom hij geen verzekeringspremie meer moest betalen voor de brandverzekering van zijn landbouwbedrijf). Een makelaar die slechts 2 dagen voor de diefstal verneemt dat het oorspronkelijk antidiefstalsysteem niet conform is, is om volgende twee redenen niet aansprakelijk. (Beroep Brussel 7.4.2003, beroep dat door het Hof van Cassatie wordt verworpen 14.5.2004, R.G.A.R.2006, n°14135): 1) ook als de makelaar zijn cliënt had gewaarschuwd, had deze niet genoeg tijd gehad om een door de verzekeraar erkend antidiefstalsysteem te plaatsen, 2) als de cliënt door de makelaar werd gewaarschuwd, dan nog is het mogelijk dat deze het risico zou genomen hebben om met zijn voertuig te blijven rijden en zich aan een diefstal bloot te stellen.
Grenzen aan de informatieplicht van de makelaar
Uit constante rechtspraak blijkt dat een verzekeringsbemiddelaar (makelaar) zijn cliënt op grond van zijn advies- en informatieplicht moet informeren over de sancties die hij in geval van verzwijging riskeert (Cass.16.9.1977, Pas.1978, 66). De makelaar is echter niet verplicht om de informatie of de verklaringen van zijn cliënt te controleren, zelfs als de makelaar het verzekeringsvoorstel zelf invult (Kh Brussel 2.3.1989, De Verz. 1989, p.241 en Pol.Brugge 7.3.2000, Dr.circ.2000, p.255, n°2000/127). 45
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
Een makelaar die bij de opmaak van een verzekeringsvoorstel zijn nieuwe cliënt gelooft als die beweert in de laatste vijf jaar geen schadegeval te hebben gehad, is niet
om een door de verzekeraar erkend antidiefstalsysteem te plaatsen, 2) als de cliënt door de makelaar werd gewaarschuwd, dan nog is het mogelijk dat deze het risico zou genomen hebben om met zijn voertuig te blijven rijden en zich aan een diefstal bloot te stellen.
Grenzen aan de informatieplicht van de makelaar
Uit constante rechtspraak blijkt dat een verzekeringsbemiddelaar (makelaar) zijn cliënt op grond van zijn advies- en informatieplicht moet informeren over de sancties die hij in geval van verzwijging riskeert (Cass.16.9.1977, Pas.1978, 66). De makelaar is echter niet verplicht om de informatie of de verklaringen van zijn cliënt te controleren, zelfs als de makelaar het verzekeringsvoorstel zelf invult (Kh Brussel 2.3.1989, De Verz. 1989, p.241 en Pol.Brugge 7.3.2000, Dr.circ.2000, p.255, n°2000/127). Een makelaar die bij de opmaak van een verzekeringsvoorstel zijn nieuwe cliënt gelooft als die beweert in de laatste vijf jaar geen schadegeval te hebben gehad, is niet aansprakelijk indien achteraf blijkt dat deze cliënt in het jaar voor het afsluiten van het voorstel drie ongevallen had (Beroep Luik 13.10.2008, De Verz. 2010, p.123). Er werd geoordeeld dat de informatie- en adviesplicht van de bemiddelaar niet inhoudt dat hij volledige bijstand moet verlenen aan een cliënt die blindelings een polis afsluit zonder hem na te kijken (Beroep Brussel 29.6.1995, De Verz.1998, p.130). Er werd geoordeeld dat een makelaar niet aansprakelijk is als hij zijn cliënt, monteur, niet attent maakt op de verplichting om de ruiten van het voertuig te markeren als deze verplichting op duidelijke en begrijpelijke wijze in de verzekeringspolis wordt vermeld. (Charleroi 9.11.1994, De Verz.1995, p.650). Er werd geoordeeld dat de adviesplicht van de makelaar niet inhoudt dat hij zijn cliënt vervangt; de cliënt moet dus ook blijk geven van elementaire voorzichtigheid en de polis nakijken; als ervaren advocaat moet de verzekeringnemer aldus controleren of de risico's die hij wil verzekeren, wel degelijk in de polis werden opgenomen (Brussel 6.11.2009, R.G.A.R. 2010, n°14619). In verband met een brandverzekering werd geoordeeld dat de verzekerde zelf moet zorgen voor een permanente inventaris van de goederenvoorraad; het hoort niet tot de taak van de makelaar om zijn verzekerde regelmatig te herinneren aan de risico's van onvoldoende dekking (Beroep Bergen 22.11.1988, De Verz.1989, p.758 + obs.). De rechtspraak houdt bij het beoordelen van de aansprakelijkheid dus wel degelijk rekening met de intellectuele of andere capaciteiten van de verzekeringnemer.
Positie van de makelaar in geval van opzettelijk verzwijgen van de kandidaat-verzekerde
Bij het opzettelijk verzwijgen van informatie om de verzekeraar te misleiden over de elementen van het risico, is het contract nietig (art.59 van de wet van 4.4.2014 betreffende de verzekeringen). De sanctie kan zware gevolgen hebben voor de verzekerde die de schade zelf zal moeten dekken. Wat moet de makelaar doen als hij weet dat zijn cliënt een loopje met de waarheid neemt? Moet hij de verzekeraar verwittigen zodat zijn cliënt een sanctie oploopt? Of moet hij integendeel zijn handen in onschuld wassen? De makelaar staat voor een dilemma dat hij in eer en geweten zal moeten oplossen. De makelaar loopt echter het risico aansprakelijk gesteld te worden als hij medeplichtig wordt beschouwd. Om deze reden veroordeelde de rechtbank van 1ste aanleg van Luik op 29.6.2007 (R.G.A.R.2009, n°14488) een makelaar voor 1/5e aansprakelijkheid omdat hij zijn cliënt hielp bij het opstellen van een valse verklaring ook al maakte hij zijn cliënt attent op de ernstige gevolgen hiervan. 46
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
In een andere zaak vermeldde het verzekeringsvoorstel niet dat de gebruikelijke bestuurder, echtgenoot van de verzekeringsnemer tweemaal een rijverbod opliep en
Bij het opzettelijk verzwijgen van informatie om de verzekeraar te misleiden over de elementen van het risico, is het contract nietig (art.59 van de wet van 4.4.2014 betreffende de verzekeringen). De sanctie kan zware gevolgen hebben voor de verzekerde die de schade zelf zal moeten dekken. Wat moet de makelaar doen als hij weet dat zijn cliënt een loopje met de waarheid neemt? Moet hij de verzekeraar verwittigen zodat zijn cliënt een sanctie oploopt? Of moet hij integendeel zijn handen in onschuld wassen? De makelaar staat voor een dilemma dat hij in eer en geweten zal moeten oplossen. De makelaar loopt echter het risico aansprakelijk gesteld te worden als hij medeplichtig wordt beschouwd. Om deze reden veroordeelde de rechtbank van 1ste aanleg van Luik op 29.6.2007 (R.G.A.R.2009, n°14488) een makelaar voor 1/5e aansprakelijkheid omdat hij zijn cliënt hielp bij het opstellen van een valse verklaring ook al maakte hij zijn cliënt attent op de ernstige gevolgen hiervan. In een andere zaak vermeldde het verzekeringsvoorstel niet dat de gebruikelijke bestuurder, echtgenoot van de verzekeringsnemer tweemaal een rijverbod opliep en vijfmaal werd veroordeeld voor verkeersongevallen. Het Hof van beroep van Luik veroordeelde de verzekeringnemer en de makelaar in solidum tot terugbetaling van de vergoeding die in 'Eigen Schade' werd uitbetaald (Beroep Luik 16.1.1986, De Verz.1986, p.623). In verhouding tot de ernst van hun respectievelijke fouten verdeelde het hof hun aansprakelijkheid als volgt: ¾ ten laste van de makelaar en - gezien zijn jonge leeftijd en onervarenheid - ¼ ten laste van de verzekeringnemer. In een andere zaak vermeldde het verzekeringsvoorstel niet de identiteit van de gebruikelijke bestuurder, zijnde de zoon van de verzekeringnemer met een zwaar ongevallenverleden. De rechtbank veroordeelde de verzekeringsnemer, de gebruikelijke bestuurder en de makelaar in solidum tot terugbetaling van de door de verzekeraar uitbetaalde vergoeding (Burger Marche-en-Famenne 10.5.1999, Principium 2000, n°4, p.13). De rechtbank verklaarde de makelaar aansprakelijk omdat hij persoonlijk tot de fraude had bijgedragen en verwerpt tevens zijn vordering tegen zijn beroepsverzekeraar. Nog in dezelfde zin oordeelt de Rechtbank van Eerste Aanleg te op Doornik 20.9.2011 (Bull.Ass.2012, p.541) dat de makelaar buitencontractueel aansprakelijk is omdat hij in overleg met zijn cliënt in het verzekeringsvoorstel opzettelijk de identiteit van de echte bestuurder had verzwegen. De rechtbank veroordeelt de makelaar en zijn cliënt tot terugbetaling aan de B.A.-autoverzekeraar van de vergoeding die aan de derde werd uitbetaald. Bovenstaande rechtspraak kan streng lijken, maar we willen benadrukken dat deze rechtspraak dateert van vor de invoeging van de Twin-Peaks II en MiFID-regelgeving. Deze laatste twee wetten versterken de bescherming van de afnemer van financiële producten en diensten. Voormelde wet voert immers een aantal burgerlijke sancties in ter bescherming van de afnemers van financiële producten en diensten. Om het voor de afnemer gemakkelijker te maken schadevergoeding te krijgen, wordt een weerlegbaar vermoeden ingevoerd volgens welke, indien de aanbieders van financiële diensten of producten n.a.v. een financiële verrichting een inbreuk plegen op bepaalde bepalingen (waaronder de gedragsregels in verband met informatie) en de afnemer als gevolg van deze verrichting schade lijdt, de “betrokken verrichting” geacht wordt het gevolg te zijn van die inbreuk. Overigens bepaalt deze nieuwe regelgeving dat de rechter bepaalde rechtshandelingen nietig moet verklaren indien zij verricht zijn met personen die financiële producten aanbieden zonder over de daartoe vereiste vergunningen of goedkeuringen te beschikken. Wij vermoeden dan ook dat de rechtspraak nog strenger zal worden met betrekking tot de aansprakelijkheid verzekeringstussenpersonen en makelaars.
© D.A.S. Journaal, april 2015 47
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
NIEUW OP ABCVERZEKERING.BE Op 2 juni 2015 werd door Assuralia onderstaand persbericht verspreid in verband met nieuwe checklists en filmpjes op ABCverzekering.be.
“ABCverzekeringen.be, de website met hapklare informatie over verzekeringen, heeft er dezemaand een nieuwe lading inhoud bijgekregen: twee videothema’s met telkens drie filmpjes, zes nieuwe checklists en nog een handvol veel gestelde vragen. Soms komen risico’s, preventie en verzekeringen plots in beeld terwijl je al genoeg aan je hoofd hebt. Denk maar aan een ontslag, een bouwavontuur of het plannen van een reis. Dan weet je maar best wat je te doen staat en waarop je moet letten, zonder dat je meteen een heel handboek naar het hoofd geslingerd wil krijgen. Herkenbaar? ABCverzekering.be biedt checklists met telkens tien tips voor zulke momenten. Maar je vindt er ook video’s die tonen wat mensenin de straat van een verzekering denken en waarin een expert de belangrijkste aspecten ervan uit de doeken doet. Wat is ABCverzekering.be? Deze website is een initiatief van Assuralia, de beroepsvereniging van de verzekeraars. ABCverzekering biedt hapklare en neutrale informatie over risico’s en hoe daarmee om te gaan. Dit doet de site op een leuke en bevattelijke manier,bijvoorbeeld met checklists, video’s of veel gestelde vragen. Je vindt er ook meer informatie onder de vorm van brochures en zelfs een module die de beschikbare informatie filtert volgens je eigen levenssituatie. Het initiatief kadert in de inspanningen van Assuralia om het grote publiek te helpen omgaan met risico, preventie en verzekering. Want wie goed op de hoogte is, is zijn risico’s de baas.” Nieuw op ABCverzekering.be
• • • • • • • •
Checklist “ontslag” Checklist “een eigen zaak starten” Checklist “brand” Checklist “bouwen en verbouwen” Checklist “vakantie plannen” Checklist “ik heb kanker” Video rechtsbijstandverzekering Video reisverzekeringen
Ook de verzekeringsmakelaar kan de checklists en filmpjes op zijn eigen website plaatsen. Op vraag van de makelaarsfederaties heeft Assuralia immers heel wat checklists en filmpjes op de Sector Catalog geplaatst (n.v.d.r.: zie ook pagina 49). Verzekeringsmakelaars, wiens website compatibel is met de Sector Catalog, kunnen dit via die weg doen.
48
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
ALGEMENE VOORWAARDEN VIA SECTOR CATALOG In het kader van Twin Peaks II kunnen onder bepaalde voorwaarden de polisvoorwaarden en productfiches van de verzekeringsmaatschappijen waarmee een verzekeringsmakelaar samenwerkt via zijn website ter beschikking worden gesteld. Binnen die context speelt de Sector Catalog een belangrijke rol!
Reeds veel verzekeringsmakelaars maakten hun website compatibel met de Sector Catalog. Voor diegenen die op hun website nog geen gebruik maken van deze Sector Catalog, wordt in het kader van Twin Peaks II nu ook een alternatieve oplossing ter beschikking gesteld. Zo kan een verzekeringsmakelaar gratis een eenvoudige persoonlijke webpagina met enkel de polisvoorwaarden uit de Sector Catalog aanmaken.
Sector Catalog in een notendop De Sector Catalog creëert een online tunnel tussen de digitale items van onder meer een verzekeringsmaatschappij (voorwaarden, mini-sites, brochures, banners…) en de inhoud van de website van de verzekeringsmakelaar. Het grote voordeel is dat dergelijke items via die weg automatisch up to date blijven op de website van de verzekeringsmakelaar. Principes van FVF Vanaf het begin heeft FVF gepleit voor een aantal belangrijke principes die in harmonie staan met de onafhankelijkheid en het ondernemerschap van de verzekeringsmakelarij. Conform het internetcharter van FVF beantwoordt de Sector Catalog aan onder meer volgende principes:
• • •
•
Figuur 1: polisvoorwaarden via een eenvoudige persoonlijke webpagina FVF- Leden kunnen op het extranet van FVF (archief exclusief ledennieuws) een uitgebreide handleiding hierover terugvinden. Verzekeringsmakelaars die hun website reeds compatibel maakten met de Sector Catalog (bv. de gebruikers van de website van Brocom) dienen niets te ondernemen.
49
•
De verzekeringsmakelaar blijft heer en meester van zijn eigen website. In alle onafhankelijkheid bepaalt hij zelf welke informatie, modules of tools op zijn website worden geplaatst; Elke verzekeringsmakelaar krijgt kosteloos toegang tot de beschikbare items van de Sector Catalog; Een verzekeringsmakelaar, lid van FVF, met een producentnummer bij een verzekeringsmaatschappij dient de mogelijkheid te hebben om items uit de Sector Catalog van die betreffende verzekeringsmaatschappij te plaatsen op zijn website; De beschikbare items op de Sector Catalog respecteren het principe van de centrale rol van de website van de verzekeringsmakelaar. In dat verband dient de internaut die op de website van de verzekeringsmakelaar een catalogus-item aanklikt te allen tijde terug terecht te komen op de website van de desbetreffende verzekeringsmakelaar. In geen geval mag een item een link bevatten naar een zoekmotor of een andere site; De items op de catalogus beantwoorden volledig aan de vereiste sectornormering.
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
HET FVF-TEAM De structuur van FVF
Algemene Vergadering FVF
Raad van Bestuur FVF
Kelly Schamphelaere Directeur
[email protected]
Christophe Thoen Adjunct-directeur
[email protected] 03 244 12 87
Ellen Flou Administratief medewerker
Tamara De Jonghe Isabelle Jambé Ellen Peeters CommunicatieFinancieel Administratief medewerkermedewerkerassistent
Filip Vos Commercieel medewerker
Stijn Vanhalst Juridisch medewerker
[email protected] 03 244 12 80
[email protected] [email protected] [email protected] 03 244 12 88 03 244 12 8103 244 12 84
[email protected] 03 244 12 83
[email protected] 03 244 12 85
50
Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen
SECTORNIEUWS ALLIANZ
ING INSURANCE
Stelde sinds mei 2015 een nieuwe persverantwoordelijke aan. De heer Bruno Peelman nam sindsdien deze taak op zich en kan rekenen op heel wat ervaring op het vlak van mediarelaties.
Veranderde sinds 7 april 2015 van naam. Samen werden ING Life Belgium, ING Non-Life Belgium en ING Insurance Services respectievelijk in NN Insurance Belgium, NN Non-Life Insurance en NN Insurance Services Belgium. De NN Group, waartoe alle drie de ondernemingen behoren, is beursgenoteerd aan Euronext Amsterdam, actief in 18 landen en telt 12.000 werknemers.
AMLIN Heeft een nieuw adres. Voortaan zijn zij te vinden op de Albert II-laan 37, 1030 Brussel. Alle telefoon- en faxnummers blijven ongewijzigd.
AXA Nam Servis NV over. De beslissing van het directiecomité van de NBB viel op de zitting van 28 april 2015 en werd op 29 april 2015 ondertekend door de gouverneur.
BKCP Verdwijnt vanaf 2016 uit het straatbeeld en zal vanaf dan ophouden te bestaan als merk op zich. De bank zal worden opgeslokt door zusterbedrijf Beobank. Beide banken, die vallen onder de Noord-Franse groep Crédit Mutuel Nord Europ (CMNE), zullen binnenkort één worden en onder de vlag van Beobank varen.
EUROP ASSISTANCE Voert voor de vijftiende keer op rij een grootschalig onderzoek naar de vakantieplannen die de Belg heeft voor de zomervakantie van 2015 alsook naar die van andere Europeanen. Het onderzoek wil ook nieuwe tendensen en maatschappelijke veranderingen in de toeristische sector belichten.
LEASEPLAN BELGIË Voert XXImo-platform in en breidt daarmee haar mobiliteitsverlening uit. Ook wordt hierdoor een LeasePlan Mobility Card op de markt gebracht die vanaf juni 2015 ter beschikking werd gesteld en dit ook voor medewerkers zonder leasewagen. LeasePlan België en XXImo wil met de kaart inspelen op de brede mobiliteitsbehoeften van klanten en hen het regelen, beheren en betalen van onkostennota’s van zakelijke reizen, ongeacht het gekozen vervoermiddel, uit handen nemen. Samen met XXimo werd ook een nieuwe app gelanceerd. Gebruikers hiervan kunnen hierop meteen hun actuele mobiliteitsbudget raadplegen en kijken waar er in buurt bijvoorbeeld een taxi, laadlocatie of parking is.
PROTECT Bracht onlangs een activiteitenrapport uit voor het jaar 2014 met daarin de meest opmerkelijke kerncijfers. De nichespeler pleit daarin tevens voor een concretere invulling van de proportionaliteitsregel in de Solvency-II-regelgeving die in 2016 van start gaat.
TOURING GLASS
•
Wordt erkend partner van verzekeringsmaatschappij Allianz. Verzekerden kunnen dus vanaf nu ook terecht bij Touring Glass voor het herstel van een sterretje, barst of gebroken autoruit.
•
Opende in mei 2015 haar dertiende vestiging in België. Haar nieuwste reparatiecentrum is gelegen in Namen. Klanten kunnen ondertussen terecht in vier vestigingen in Wallonië.
HOGESCHOOL WEST-VLAANDEREN Bracht een boekwerkje uit dat leerlingen uit het secundair onderwijs in contact brengt met het beroep van verzekeringmakelaar. Ook de bacheloropleiding die de hogeschool in dit verband aanbiedt, komt aan bod. De digitale versie van het boekje is terug te vinden op www.howest.be
SECTORNIEUWS TE MELDEN? Bezorg het aan de redactie van FVF op
[email protected]
3 jaar op rij verkozen tot dé beste omnium van de markt.
Fidea nv, Verzekeringsonderneming toegelaten onder codenummer 0033 - Van Eycklei 14, 2018 Antwerpen - V.U. Frank Temmerman - RPR 0406.006.069 - IBAN: BE15 7332 4832 0030 - BIC: KREDBEBB
Fidea Omnium met aankoopprijsgarantie.
De Fidea Omnium is simpelweg de beste bescherming voor cliënten die hun wagen optimaal willen verzekeren. Met Fidea’s Omnium maakt u voor hen een zeer goede keuze, want een auto is niet goedkoop. Speciaal voor uw cliënten ontwikkelde Fidea haar ‘Omniumverzekering met aankoopprijsgarantie’. Deze garandeert de volledige bescherming van de aankoopprijs gedurende maar liefst 30 maanden. Deze bescherming geldt trouwens ook voor tweedehandswagens die bij aankoop jonger zijn dan drie jaar. Bovendien kunt u uw cliënten een extra optie aanraden die een bijkomende vergoeding van 10% van het schadebedrag oplevert bij een totaalverlies. Zo veel troeven op rij. Fidea blijft de Decavi Verzekeringstrofee 2015 Niet-Leven niet toevallig winnen. Fidea Omnium: in 2013, 2014 en 2015 bekroond met de Decavi Verzekeringstrofee Niet-Leven.
www.fidea.be
Sta sterker.