Bridge voor allen Hoe ver zijn we?
April 2016
1
1 Inleiding Ons beleidsplan “Bridge voor allen” werd in 2014 vastgesteld. Inmiddels is het 2016 en blijkt de NBB bezig met een majeure heroriëntatie op haar strategie. In haar (concept)meerjarenbeleidsplan “Kom erbij” wordt o.m. gewezen op het verborgen potentieel in onze samenleving: de ouderen (60+) met vrije tijd, behoefte aan recreatie en aan sociale contacten. Een doelgroep die in ons beleidsplan nadrukkelijk aandacht krijgt. Avant la lettre hebben wij dus goed geanticipeerd op de ontwikkeling in de samenleving. Hoe staat het met de uitvoering van ons beleidsplan? Na de goedkeuring van dit beleidsplan heeft het districtsbestuur zich afgevraagd hoe verder te gaan. Besloten is om, via een opgestelde enquête, een aantal (7) clubs te benaderen en met de besturen / technische commissies van deze clubs over deze enquête en andere zaken van gedachten te wisselen (o.a. bestuur en organisatie, bridgescholing, toekomstvisie, ledenaantal, kwaliteitsbevordering, interne en externe competities). Aan de hand van de verslagen van deze gesprekken heeft het bestuur van het district Noord en Midden Limburg (NML) besloten het accent voor de verdere uitwerking van het beleidsplan te leggen bij 2 elementen namelijk: - de ontwikkeling van het aantal leden en - de competities. In dit document zijn deze 2 elementen uitgewerkt en worden aan de ALV op 23 april 2016 ter goedkeuring voorgelegd. Na goedkeuring zal het district met elke vereniging een afspraak maken om dit document te bespreken en te bezien hoe verenigingen en district samen aan de slag gaan. Het is voor het districtsbestuur zeer belangrijk een breed draagvlak binnen de verenigingen te hebben. Het zijn de verenigingen die de sleutel tot succes in handen hebben. Het district zal, als dienstverlener voor de verenigingen, hierbij ondersteunen.
2
2 Samenvatting Het district NML wil zich richten op het bevorderen van de toegankelijkheid van bridge als denksport én bridge als sociale en ontspannende factor. Dit betekent nadruk op het leren van het bridgespel en daarna op het spelen. Maar vooral ook het lid zijn van een sociale gemeenschap kan veel voor mensen betekenen. Gelet op de samenstelling van de instroom van bridgers kan niet anders geconcludeerd worden, dat praktisch alleen nog personen die het arbeidsproces verlaten en ouderen (60+) gaan bridgen. De focus zal dan ook op deze categorie moeten liggen. Hiermee wordt indirect tevens aangegeven dat de aandacht dan ook sterk gericht zal zijn op de recreatieve bridger en minder op de competitieve bridger. Kortom hoe kunnen we als bridgend Noord en Midden Limburg de potentiële bridger, de ouderen aanspreken? In dit document behandelen we een aantal zaken om de instroom van bridgers te bevorderen. Hierbij wordt vooral gedacht aan promotie van het bridge, opleidingen, een voorbeeld van een best practise en contact zoeken met “grijze clubs”. Daarnaast zal het aanbod van nog meer verschillende competitievormen worden gepromoot.
3
3 Promotie van bridge in Noord en Midden Limburg 3.1 Welke doelgroep kiezen? Promotie vraagt in de uitvoering een investering in menskracht, tijd en geld. Deze investering moet dus bij voorkeur uitzicht bieden op een effectieve en efficiënte besteding. Het is niet verstandig om alle doelgroepen (zie matrix in de bijlage) in een allesomvattend plan te benaderen. Wat is dan de meest geschikte doelgroep? Er bestaat een beredeneerd vermoeden, dat de doelgroep 'beginnende ouderen' relatief groot is: ca 4.700 personen (Bron: NBB) in ons district. Hoe gaan we deze doelgroep bereiken en proberen te verleiden zich met bridgen te verbinden? Dat gebeurt in eerste instantie via 'Voorlichting', daarna door het bieden van 'Scholing'.
3.1.1 Voorlichting Via internet De wijze waarop beginnende bridgers hun informatie krijgen is vooral via vrienden, familie, kennissen. Het is handig, dat deze 'tussenpersonen' zowel via internet als 'papier' informatie kunnen krijgen. Op iedere website van een bridgeclub staat prominent, overzichtelijk en functioneel de informatie over bridge: wat het inhoud, de leuke (inhoudelijke, sociale, recreatieve, internationale) kanten, testimonials van bridgers, bekende persoonlijkheden e.d. uit de regio, filmpjes, mogelijkheden voor kennismaking, opnemen van contact, de leuke locaties waar gespeeld, leren van bridge (cursus, online via BIC?) wordt etc. Laat ook zien en horen hoe voor mensen met kaartervaring (rikken, klaverjassen, zwikken e.d.) de kennismaking met bridge is verlopen. Laat ook thuisbridgers zien welke steun zij kunnen krijgen vanuit de clubs. Actie Het district komt met een voorstel hoe dit inhoud en vormgegeven kan worden. Via brochure Gelet op de gekozen doelgroep en de wijze van 'promotie' van bridge (via vrienden e.d.) is een toegankelijke en overzichtelijke brochure die goed aansluit op de informatie via internet noodzakelijk. Iedere bridgeclub in de regio, ieder lid van een bridgeclub, intermediair die actief is bij 'recreatie voor ouderen', ouderenbonden, gemeentes e.d. heeft de beschikking over deze brochure. Meer in een flyer format, dan in een meerbladige brochure. Bij de verspreiding van deze brochure vindt bij voorkeur een persoonlijk contact plaats. Ongevraagd verzenden per post is nauwelijks effectief. Actie Een ontwerp (laten) maken voor een brochure. Dit ontwerp aan de clubs voorleggen.
4
3.1.2 Scholing Scholing blijft een belangrijke rol spelen bij bridge; docenten kunnen hierbij een cruciale rol spelen. Welke rol is nader punt van overleg en afstemming met hen. Ook hun ervaring en rol bij de werving van beginners? De vraag is of het huidige aanbod aan scholing voor beginners goed past bij de doelgroep? Of de docenten de verbinding hebben gelegd met bridge leren via internet? Rol docenten bij 'scholen via internet'. De afstemming met de NBB betreffende de leermethode i.o. Actie Een werkgroep formeren uit de docenten en geïnteresseerde clubs (met een opleidingsbeleid) die in onze regio actief zijn en deze kwesties met hen bespreken.
3.1.3 Organisatie Bestuur en kader van ons district heeft een belangrijke rol in het stimuleren, faciliteren én coördineren van de uitvoering van bovengenoemde voornemens. Cruciaal zijn draagvlak en participatie van de clubs hierbij. Dus: "Kom erbij".
Bijlage - Beleidsplan Bridge voor allen en Promotie
5
Bijlage
Beleidsplan Bridge voor allen en Promotie Inleiding Beleidsplan district In het beleidsplan van het district Noord en Midden Limburg is gekozen voor een groei van het ledenaantal van het district van netto 5% in 2018. Het aantal bridgers is de afgelopen jaren meer toegenomen (landelijk tot ca 600.000, district ca 16.000) dan het aantal NBB-leden (groei van ca 3% t.o.v. 2012). Slechts 20% van het aantal bridgers is lid van een NBB-clubs. (Bron: Beleidsplan N&ML) Dus er ligt nog een grote verborgen 'markt' voor de NBB-clubs die plannen hebben voor een toename van hun ledenaantal. Binnen het district zijn er overigens zeer grote verschillen in de participatiegraad 1 van het aantal NBB-bridgers op gemeentelijk niveau: van 44% in Boxmeer tot 3% in Venlo. (bron: Beleidsplan N&ML). Dat betekent, dat de uitdagingen, mogelijkheden en passende promotieaanpak van clubs op gemeentelijk niveau nogal verschillend zouden moeten zijn. Daarom heeft 'promotie' in het beleidsplan van het district een prominente plaats gekregen. Gesprekken met clubs Met 7 clubs heeft het bestuur van NML in 2014 een gesprek gehad. Daaruit is o.m. gebleken, dat 'promotie' t.b.v. ledenwerving nauwelijks een beleidsthema is. Tegelijkertijd zijn er wel enkele goed functionerende initiatieven die groei van het ledenaantal laten zien. Voorbeelden daarvan zijn: het geven van bridgecursussen en de oprichting van Passagebridgeclubs die de doorstroming naar NBB-clubs blijken te faciliteren. Voor de korte termijn is het goed deze prima cases t.b.v. de andere NBB-clubs te beschrijven en beschikbaar te stellen. Deze notitie wil daartoe het kader bieden. Maar niet alleen op dit terrein, maar ook voor het verbinden van promotie aan de door het district en/of de clubs te kiezen doelgroepen bij hun promotionele instrumenten en activiteiten.
Promotie van bridge: doelgroepen en instrumenten. Promotie: sterke en zwakke punten NBB-clubs Er zijn factoren die belemmerend en bevorderend zijn voor een lidmaatschap bij een NBBclub. Daarmee moet rekening gehouden worden bij de keuze van doelgroepen en instrumenten. In dat verband zijn aandachtspunten: - Opleiden van bridgers In de afgelopen decennia was dit de motor achter de toestroom van de bridgeclubs. Het middel - bridgers volgens NBB-richtlijnen opleiden en toeleiden naar clubs – is 1
Participatiegraad: het aandeel van de NBB-clubbridgers t.o.v. het totaal aantal bridgers in de regio.
6
-
-
-
nog steeds krachtig. Alleen het werven van potentieel geïnteresseerden vraagt om bijstelling. Het zijn namelijk vooral de 60-plussers die tot onze doelgroep behoren. 2 Cultuur en sfeer op een club De meeste (potentiële) bridgers hebben een voorkeur voor een sfeer van gezelligheid, goede verstandhoudingen en een betrouwbare organisatie. Een competitieve sfeer in een club is een belemmering voor lidmaatschap. Ook het opleggen van wedstrijdvormen waar de leden geen behoefte aan (blijken te) hebben, maakt het lastig deze leden te binden aan de club én een aantrekkelijke reputatie te krijgen voor nietleden van de club. Financieel De hoogte van de lidmaatschap contributie. Daarbinnen: de afdracht van NBBlidmaatschap bijdrage aan de NBB. Deze kwestie speelt met name bij bridgers die op meer dan twee clubs spelen. Keuze locatie Voor sommige doelgroepen kan een locatie een belemmering worden voor lidmaatschap. Dat kan te maken hebben met de reputatie van een locatie, de reisafstand, geluidsniveau, de geboden kwaliteit, beschikbaarheid van parkeermogelijkheden en de kosten voor zaalhuur en catering.
Promotie: keuze van doelgroepen en instrumenten Promotie van bridge heeft een grote variatie in zich. Deze variatie komt door de mix van 'doelgroepen' met 'instrumenten' die ingezet kunnen worden. De doelgroepen lopen uiteen van 'niet of nauwelijks ervaring met bridge' tot en met 'gevorderden'. Een succesvolle 'voorlichting' (zoals door een brochure, benutten van de media, door een presentatie e.d.) , maar ook mond-op-mond reclame zorgt bij bridge voor een positieve houding ten opzichte van het spel. Bij de motivering in de voorlichting wordt niet alleen gewezen op de intrinsieke kwaliteiten van het spel, maar ook op de sociale (contacten met anderen) en mentale (trainen van hersenfuncties) kanten ervan. Als door de voorlichting de interesse is gewekt moet er voor geïnteresseerden een aantrekkelijk en laagdrempelig aanbod klaar liggen voor nadere kennismaking. Dat kan in digitale vorm m.b.v. internet, maar een uitleg gecombineerd met bridgen op locatie, met extra 'belevingselementen' inbrengen, past meer in de route naar een lidmaatschap van een bridgeclub. Een verdere kennismaking met bridge op locatie kan in de vorm van een uitgebreidere voorlichting en laat zich goed combineren met een of andere vorm van 'scholing'. Er zijn hiervoor in het district voldoende bridgedocenten (ca 40) en voorbeelden van scholingstrajecten beschikbaar. Maar in het traject naar een groter NBB-ledenaantal bestaat de doelgroep niet alleen uit personen die volkomen onbekend zijn met bridge. Immers: duizenden kunnen wel bridgen, maar zijn geen lid van een NBB-club. Hieronder is een matrix opgenomen waarin een aanzet voor een match gemaakt is van doelgroepen met instrumenten die benut kunnen worden bij de promotie van bridge.
2
Volgens de NBB is hun aantal ca 1.000.000, waarvan er ca 150.000 de meeste interesse zouden hebben. Voor ons district zou het omgerekend ca 4.700 personen betreffen.
7
Doelgroepen en instrumenten voor promotie Toelichting -
Voorlichting In algemene zin over bijvoorbeeld aantal bridgers, spelkarakter, aantal leden, positieve kanten. Testimonia van bekende Nederlanders benutten. Zowel bridgers, professionals en wetenschappers (brein-ontwikkeling; sociale functie) als intermediairs (organisaties met speciale relaties met de doelgroep zoals Ouderenbonden, SWO’s, Gemeenten).
-
Scholing en kennismaking Scholing is niet alleen gericht op het leren bridgen (theorie en praktijk; spelregels en etiquette; leervormen), maar ook op de randvoorwaarden (materialen, locatie keuze, partnerkeuze, bridgen thuis of een club kiezen?) en de organisatievormen (zie hieronder). Kennismaking met het spelen op een club richt zich op de bridgers die nog geen lid zijn van een NBB-club. Deze kennismaking kan in de vorm van een bijscholingscursus, maar ook in allerlei vormen van het opdoen van ervaringen in het spelen op een NBB-club. Daar leren en ervaren welke extra faciliteiten o.m. spelen van wedstrijden, verbetering bridgeniveau e.d. deze clubs bieden voor hun leden.
-
Organisatievormen Van zelf bridgepartijtjes of wedstrijden organiseren tot en met dit door anderen laten verzorgen. Als bridgeclubs (al dan niet aangesloten bij de NBB) dit doen kan dit in de vorm van een 'vrije inloop', bridgen m.b.v. internet tot en met een vast lidmaatschap van een club. In de gekozen organisatievormen wordt ook ingespeeld op de toegenomen diversiteit: van ‚Passagebridgeclubs' als opstap naar leren bridgen en toegang tot een van de NBB-clubs in de regio tot en met bridgen in de avond, maar ook overdag.
-
Binden Het is niet vanzelfsprekend, dat de bridgers op een NBB-club daar ook lid blijven. Er is een zeker natuurlijk verloop (vanwege bijvoorbeeld afnemende mobiliteit, sterfte, verhuizen enz.), maar vermoedelijk ook door „stemmen met de voeten” van de leden van bridgeclubs.
-
Samenwerken Samenwerken in promotie van bridge kan het proces ingewikkelder maken, maar ook op de langere termijn leiden tot een grotere bekendheid van bridge en een efficiëntere inzet van schaarse organisatorische en financiële middelen. Samenwerken kan op meerdere niveaus plaats vinden. Op districtsniveau door o.m. het coördineren van voorlichting (o.m. voorlichtingsmaterialen), scholing (o.m. cursus- en docentenontwikkeling) en op regionaal niveau met andere (NBB-)clubs (voorlichting geven, cursussen), maar ook met intermediaire organisaties (onderwijsinstellingen, ouderclubs, professionele netwerken / organisaties in de zorg, welzijnsorganisaties / initiatieven). In enkele gemeenten (Vught, Zoetermeer, Schijndel) heeft deze samenwerking de vorm gekregen van een aparte stichting (zie o.m. www.bridgevught.nl). 8
Promotie van bridge in het district Noord en Midden Limburg Doelgroepen
Instrumenten Voorlichting
Bewoners van Nederland (6-70 jaar)
Scholing en kennismaking
Organisatievormen
-Film NBB -Brochures -Ideële reclame
Bewoners district -Film NBB (6 - 70 jaar) -Brochures -Deelname evenementen Bewoners gemeente/regio (jongeren)
-Film NBB -Social media (m.b.v. jonge bridgers)
Bewoners gemeente/regio (ouderen)
-Film NBB -Brochures -Deelname evenementen -Voorlichting via seniorenorganisaties
Beginners
-Film NBB -Brochures -Deelname evenementen -Voorlichting via seniorenorganisaties
-Cursus -Bestaande -Vrije inloop clubs bieden (mid- -Samenwerdag, avond?) kingsverban-Tijdelijke, den gratis arrange- -Extra begementen in leiding clubs bieden
Gevorderden Ex-leden
-Nieuwsbrief -Evenementen
9
Binden
Samenwerken
4 Opleidingsplan Scholing heeft in relatie tot bridge twee duidelijk verschillende aspecten: a) Scholing om het bridgespel (beter) te leren; b) Scholing voor het kader van verenigingen om het spel beter te begeleiden.
4.1 Analyse van de huidige situatie Ad a) Scholing om het bridgespel (beter) te leren Uit de rondgang bij de zeven verenigingen (verslagen zijn bekend) en de uitkomsten van de enquête onder de clubs en bridgedocenten door de onderwijsadviseur (november 2014) blijkt dat de verenigingen in het district NML het belang van beginnerscursussen (daarbij ook geteld de deeltjes-2cursussen) groot vinden. De meeste verenigingen hebben een relatie met een of twee bridgedocenten. Veelal worden de cursussen op initiatief van de verenigingen gegeven. In een aantal gevallen zoeken verenigingen samenwerking om cursussen te laten verzorgen. Er zijn echter verenigingen die te kennen geven dat de vereniging daartoe te klein geworden is en dat zij niet meer in staat zijn deze cursussen te organiseren. De meeste starters met bridge leren het spel bij bridgedocenten. Het is onduidelijk welk gedeelte van de cursisten instroomt bij een bij de NBB aangesloten vereniging. In de rondgang bij de zeven verenigingen worden daarbij vraagtekens gezet. Het aantal bij de NBB geregistreerde docenten woonachtig binnen het district NML bedraagt 23, waarvan 14 het door de NBB erkende diploma bezitten. Vele verenigingen vinden spelpeilverbetering door het organiseren van speciale cursussen belangrijk. Ook de door de clubs genoemde ‘opfriscursussen’ zijn als zodanig te beschouwen. Een aantal verenigingen wil met zo’n cursus starten. De organisatie verschilt nogal: - er worden korte themacursussen of items uit zulke cursussen gegeven voor aanvang van de speelavond (speeltijd); - er worden themacursussen verzorgd door docenten op intekening op avonden buiten de normale speeltijd van de vereniging. Ad b) Scholing voor het kader van verenigingen om het spel beter te begeleiden. Uit analyse van de gegevens die de NBB verstrekte over het aantal gediplomeerde leden van de verenigingen blijkt dat er een groot verschil in gediplomeerdheid van de leden tussen de verenigingen bestaat. Om de verenigingen te kunnen vergelijken is aan elke vereniging op basis van de verstrekte gegevens (peildatum 1 januari 2016) een Technische Gediplomeerde Factor (TGF) toegekend met behulp van de formule TGF = 100 * (aantal CLA + 2 * aantal CLB + 2 aantal TCL + 3 * aantal WL) / aantal leden. Voor dit onderzoek zijn de verenigingen Jeugdclub De Brug (23041) en JPC De Brug samengevoegd. Het onderzoek is weergegeven in bijlage 1. De gemiddelde TGF voor het district NML bedraagt 18, dat is royaal boven het gemiddelde van de NBB, dat 15 bedraagt. De NBB gaat uit van een ondergrens van 1 CLA per 32 leden en 1 CLB of TCL en 1 WL per vereniging. Dat komt overeen met en TGF van 8.
10
Een drietal verenigingen, Horner BC (TGF = 45) , Leudalkwartier (TGF = 37) en Klaver Elf (TGF = 36), heeft een veel hoger gediplomeerd kader dan gemiddeld. Een vijftal verenigingen heeft een beduidend lager gediplomeerd kader dan gemiddeld. Voor de Passagebridgeclub Boxmeer zit dat in de structuur van de vereniging. Er zijn behalve de Passagebridgeclub Boxmeer slecht 2 verenigingen die de minimumnorm van TGF = 8 niet halen.
4.2 Doelstellingen voor 2018 Ad a) Scholing om het bridgespel (beter) te leren Het aantal gediplomeerde docenten zal tenminste 20 bedragen. Elke vereniging heeft een relatie met een bridgedocent. Steeds meer verenigingen zullen zelf organisator van een bridgecursus zijn. Ad b) Scholing voor het kader van verenigingen om het spel beter te begeleiden. Elke vereniging in het district NML zal over een gediplomeerd kader beschikken met een TGF van tenminste 8 (3 CLA, 1 CLB/TCL, 1 WL per 100 leden). Elke vereniging in het district NML zal beschikken over tenminste één CLB of TCL of WL.
4.3 Middelen om de doelstellingen te bereiken Ad a) Scholing om het bridgespel (beter) te leren Ongediplomeerde docenten binnen het district NML worden actief gestimuleerd het diploma te behalen. Het district zal hen faciliteren. Verenigingen die aangeven geen relatie te onderhouden met een bridgedocent zullen worden gestimuleerd dat wel te doen. Het district zal jaarlijks een bijeenkomst van de docenten binnen het district organiseren. Het district zal door het organiseren van ‘Toekomstdrives’ een relatie tussen de cursisten en de verenigingen van het district te bewerkstelligen. Ad b) Scholing voor het kader van verenigingen om het spel beter te begeleiden. Het district NML zal de kadercursussen voor CLA en CLB blijven organiseren en de verenigingen stimuleren leden aan deze cursussen te laten deelnemen. Tevens zullen CLB’s en TCL’s worden gestimuleerd aan de cursus WL deel te nemen. Onderzocht zal worden of de WL-cursus, eventueel in samenwerking met districten in de nabijheid, in of nabij het district NML kan worden georganiseerd. Het district zal jaarlijks meerdere na- en bijscholingsactiviteiten voor arbiters organiseren. Deze activiteiten kunnen op verzoek van een vereniging ook binnen de vereniging plaatsvinden. Het district zal jaarlijks meerdere na- en bijscholingsactiviteiten over het gebruik van het NBBrekenprogramma organiseren. Indien verenigingen aangeven daaraan behoefte te hebben zal het district NML ook beginnerscursussen over het NBB-rekenprogramma laten verzorgen.
11
Bijlage Overzicht Technisch Gediplomeerde Factor (TGF) van het district NML per 01-01-2016
Clubnr. Clubnaam
23009 23012 23002 23015 23008 23025 23026 23022 23007 23039 23011 23001 23010 23014 23029 23036 23003 23020 23028 23027 23024 23018 23035
Horner B.C. B.C. Leudalkwartier B.C. Klaver Elf B.C. Sans Rancune Bergense B.C. B.C. Melick Brits Bridge B.C. de Niers B.C. Weert B.C. Rooy B.C. de Bok B.C. Nederweert B.C. Helden B.C. Reuver B.C. Never Down B.C. Never Down Leudal B.C. Cuijk '71 B.C. Nicotinee B.C. de Commanderij Bridgeclub Meijel B.C. Grubbenvorst B.C. Horst R.B.C. a la Carte JPC De Brug 23040/41 Venray/Jeugdclub 23006 B.C. Venray 23033 Niet Rokers B.C. Venray 23016 B.C. Nepomuk 23038 B.C. Denken & Doen 23037 Passagebridgeclub Boxmeer Verenigingen district NML Gem. NBB
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Leden CLA CLB TCL WL TGF
89 116 101 108 74 85 97 84 156 124 152 167 99 74 31 93 118 94 95 79 61 149 109
10 12 10 9 3 4 9 7 5 12 7 10 5 5 1 7 4 5 3 5 3 15 6
5 6 5 2 5 1 0 3 4 3 4 5 4 2 1 0 2 2 2 3 1 0 4
4 2 2 4 1 3 1 2 2 0 2 2 0 0 1 4 1 3 4 0 0 2 0
4 5 4 2 1 2 3 0 4 1 2 1 1 1 0 0 3 0 0 0 1 0 0
45 37 36 25 24 21 21 20 19 17 16 16 16 16 16 16 16 16 16 14 13 13 13
16 106 89 82 53 17 2718
0 6 3 2 3 0 171
1 1 0 0 0 0 66
0 1 1 0 0 0 42
0 0 1 1 0 0 37
13 9 9 6 6 0 18 15
12
5 Best practises 5.1 Aanleiding In het beleidsplan van het district staan twee grote uitdagingen: de ontwikkeling van het ledenaantal en kwaliteitsverhoging van het bridge. 3 Iedere bridgeclub in het district heeft te maken met deze uitdagingen. Het bestuur van het district wil de aangesloten clubs helpen bij hun beleid en activiteiten om hier zo goed mogelijk mee om te gaan. Een van de gekozen manieren om dit te doen is het beschrijven van 'best practises'. Deze best practises geven voorbeelden van initiatieven in of buiten het district van succesvolle bridgeclubs of regio's. Succesvol op het terrein van interesse kweken voor bridge, in de ontwikkeling van het ledenaantal of van de kwaliteitsverhoging van hun bridgende leden. Deze best practise gaat over de ontwikkeling van het ledenaantal.
5.2 Inleiding In het genoemd beleidsplan staat een overzicht van het aantal leden per club én per gemeente. Opvallend is het sterk uiteenlopen van het ledenaantal per gemeente. Het betreft het ledenaantal ten opzichte van het aantal bridgers op gemeentelijk niveau. In Venlo is dat 3%, in Boxmeer 44%. Hoe zijn deze verschillen te verklaren? In ieder geval niet vanwege het aantal inwoners en mensen dat bridge speelt. Immers: Boxmeer heeft ca 28.000 inwoners, telt ca 850 bridgers waarvan er ca 380 (44%) bij een NBB-club lid zijn. 4 Hoe heeft dit ledenaantal zich zo gunstig kunnen ontwikkelen? Om deze vraag te kunnen beantwoorden hebben gesprekken met de betreffende clubs en een ervaren bridgedocent plaats gevonden, zijn archieven geraadpleegd, websites bezocht en strategische plannen en informatie van de NBB ingezien.
5.3 Aantal clubs, startdatum en toestroom leden In 1959 werd de eerste bridgeclub in Boxmeer opgericht: De Bok. Nu zijn er 6 bridgeclubs in Boxmeer w.v. bij NBB aangesloten: - BC De Bok - BC Nicotinee - Passagebridgeclub - BC Sans Rancune Grijze clubs: - Bridgeclub 2-Harten - Bridgeclub De Weijer Bridgeclub De Bok is om meerdere redenen een vruchtbare voedingsbodem gebleken. Deze club is in 1959 door enkele enthousiaste bridgers opgericht; in 1960 zijn ze lid geworden van de NBB. 5 3
Met ledenaantal wordt bedoeld: leden van bij NBB aangesloten clubs. Bron: Beleidsplan 2014 - 2018. District Noord en Midden Limburg. 5 BC Klaveren Elf (1950), BC Venray (1950), BC Weert (1953) zijn de 3 oudste NBB-leden. 4
13
Een van haar leden - Janus Roovers, een bridger én onderwijsman in hart en nieren - haalde als eerste in het district zijn bridgedocent diploma. Vanaf dat jaar is hij begonnen met het geven van bridgecursussen voor beginners en gevorderden. Volgens een beredeneerde schatting heeft hij tot op heden meer dan 1.000 cursisten aan de bridgetafel gehad. Een deel ervan kon lid worden bij De Bok, maar voor de anderen was in de jaren ‘70 en ‘80 geen andere NBB-club beschikbaar. Het duurde nog tot 1988 voordat een tweede club werd opgericht (BC Sans Rancune) en twee jaar later de derde club (BC Nicotinee). Via de Janus Roovers-route konden de clubs verzekerd zijn van een voldoende toestroom van nieuwe leden. 6 In de jaren 70 en 80 waren zijn cursisten 40-ers en 50-ers. In de jaren daarna begon de leeftijd toe te nemen en zit momenteel rond de 70. 7 Oudere mensen hebben niet alleen meer tijd nodig om te leren bridgen, maar ook om te wennen aan de omstandigheden waaronder dit spel gespeeld wordt. Bijvoorbeeld aan de geldende regels of het tempo waarin gespeeld moet worden op bridgeclubs. Daarom werd in Boxmeer de 4e NBB-club opgericht: Passagebridgeclub Boxmeer (2010). Evenals bij de andere, nieuwe clubs waren ook hier bestuursleden van de bestaande clubs en hun kader betrokken bij de oprichting en de inrichting van de organisatie. Daardoor was er binnen bridgend Boxmeer bestuurlijk en organisatorisch draagvlak. Het resultaat was, dat ca 90% van haar leden (totaal tot op heden 123) naar bestaande NBB-clubs doorstroomden. Op dit moment is het ledenaantal van de 4 NBB-clubs: - BC De Bok : 158 leden - BC Nicotinee : 92 leden - Passage Bridgeclub : 24 leden - BC Sans Rancune : 109 leden - Totaal : 383 leden De twee andere Boxmeerse clubs hebben het volgende ledenaantal: - De Weijer : 126 leden - 2-Harten : 65 leden - Totaal clubbridgers : 574 leden
5.4 Profilering van clubs Boxmeer is succesvol geweest in de ontwikkeling van bridge: bewoners interesseren voor bridge, het opleiden van bridgers en nieuwe bridgers verleiden om bij een club te komen spelen. Het is niet eenvoudig om te achterhalen hoe de nieuw opgeleide bridgers, maar ook ervaren bridgers hun club kiezen. Daarover bestaan meerdere opinies en is over de periode van de jaren 70 tot en met 90 maar beperkte informatie beschikbaar. Bekend is, dat er in die periode op Boxmeers-niveau geen overlegstructuur was die zich beraadde over bridge: van voorlichting, opleiden, ledenwerving e.d. Wel waren (en zijn) er verschillende initiatieven - zoals het Boxmeers Viertallen Toernooi, de Kroegendrive, het 6
In het district zijn 42 docenten geregistreerd, waarvan 24 gediplomeerd. Onbekend is wat hun kwantitatieve bijdrage is geweest aan de ontwikkeling van bridge en toestroom van leden naar clubs. 7 De gemiddelde leeftijd van de leden is landelijk gezien nu 70 en zal naar verwachting stijgen tot 77. De gemiddelde leeftijd van de instroom is nu 65 en zal ook verder toenemen. Heeft de jeugd niet de toekomst: op dit moment voor bridge in onze regio niet. Er zijn landelijk 275 jeugdleden, vooral in de grote steden. Overigens: in Venlo is een klasje jeugdbridgers op College Den Hulster. Zullen zij ooit clublid in onze regio worden?
14
Zomeravondbridge - waarin samengewerkt wordt. Een gedeelde opvatting is ook, dat de bestaande leden familie of vrienden overhalen om te gaan bridgen en op hun club lid te worden. Hebben de Boxmeerse bridgedocenten in de toestroom naar clubs wellicht een adviserende rol gespeeld? 8 Dat is voor zover bekend niet het geval. Heeft het iets met de profilering van de clubs te maken? Verschillen deze clubs hierin dat er wat te kiezen valt? De clubs profileren zich in de 'markt' niet duidelijk. Afgaande op hun websites, beschikbare informatie in het publieke domein, advertenties e.d. zijn er geen grote verschillen waar te nemen. Vanuit het functioneren in de praktijk gezien wel. Bijvoorbeeld bij het hanteren en handhaven van de bridgeregels, bij de begeleiding van de leden, bij de keuze van de locatie (de speelgelegenheid), de keuze van de tijdstippen waarop gebridged kan worden. Hieronder op deze punten een overzicht. Profilering door:
NBB-clubs De Bok
Nicotinee
Sans Rancune
Passagebridgeclub
1
Sociaal en recreatieve cultuur
Gezelligheid is belangrijk
Gezelligheid staat voorop
Gezelligheid staat voorop
‘Veiligheid’ staat aan top 9
2
Competitieve cultuur
-Promoveren en degraderen -Geen deelname aan externe wedstrijden
-Promoveren en degraderen -Geen deelname aan externe wedstrijden
Niet belangrijk.
3
Belang van bridgeregels
-Conform NBBregels. -Milde hantering van deze regels 11
-Conform NBBregels -Milde hantering van deze regels 12
Vooral er mee leren om te gaan
4
Speelmomenten (dag, tijdstip)
-Promoveren en degraderen -Deelname aan externe wedstrijden -Conform NBBregels in alle lijnen -Arbitrage is belangrijk 10 -Dinsdagavond -Donderdagmiddag
Maandagavond
Donderdagavond
Woensdagavond
5
Aandacht voor opleiden en kwaliteitsniveau
Weinig animo
Incidenteel bijscholing door docent
Zeer belangrijk 14
6
Beschikbaarheid begeleiding
-Eigen docent -Cursussen. 13 -Deelname Biedbekers (NBB). -Deelname aan knock-out beker. Niet expliciet
Niet expliciet
Niet expliciet
In ruime mate aanwezig 15
8
In het wervingsgebied van Boxmeer zijn totaal 10 docenten werkzaam. Bron: NBB. Maar er zijn meer, niet gediplomeerde, docenten actief. Ook in de Grijze clubs. 9 Veiligheid voor de leden: fouten maken is goed om ervan te leren. 10 De kwaliteit van de arbitrage wordt bijgehouden (deelname aan cursussen, kennisuitwisseling). 11 Er is veel ruimte om onderling kwesties aan tafel op te lossen. Zonder arbiter dus. 12 In de A-lijn worden deze regels strikter gehanteerd. 13 Op basis van vrijwilligheid. 14 De leden blijven gemiddeld 2 jaar lid. Dan moeten ze voldoende opgeleid zijn voor een lidmaatschap bij een andere bridgeclub. Er worden 18 spellen per avond gespeeld. 15 Alle leden worden aangemoedigd begeleiding aan de bridgetafel te vragen.
15
7
Locatiekeuze 16
Riche 17
‘t Vertrek
De Baronie
De Weijer
8
Verhouding bestuur/ kaderleden Besluitvorming
Prettige sfeer
Open sfeer
Open sfeer
Open sfeer
-Op basis van beleidsplan en jaarprogrammering -Bestuur en TC -Mondeling op bridgeavonden. -Via e-mail -M.b.v. de website
Eenvoudig: op basis van jaarplan
Eenvoudig: op basis van jaarplan
Eenvoudig: op basis van jaarplan
Informeel, vooral mondeling
Informeel, vooral mondeling
Informeel, vooral mondeling
9
10
Wijze van communiceren 18
Wat zijn de meest in het oog springende overeenkomsten en verschillen tussen de clubs? Alle clubs willen voldoen aan de behoefte van de leden op de punten gezelligheid en recreatie. Vooral Nicotinee en Sans Rancune vinden dat ze hierin meer uitgesproken zijn dan De Bok. 19 In dit verband moet wel gemeld worden, dat De Bok buiten het seizoen (in de zomer) een Zomeravondcompetitie organiseert met een vrije toegang. Hier staat ook gezelligheid voorop. De Bok is het meest expliciet ook een competitieve club: er wordt volop meegedaan aan de externe competities (Viertallen, Paren), Elffersbeker, Hoofdklassebeker, Biedbeker, KObeker e.d. en er worden toernooien georganiseerd. Ook verhoging van het kwaliteitsniveau van het kader en de leden staat bij deze club in het prioriteitenlijstje. Maar: heeft deze profilering nu een rol gespeeld bij de keuze van de instroom voor een bepaalde club? Het antwoord op deze vraag zou van de leden zelf moeten komen. Maar daar is niet voor gekozen bij de beschrijving van bridgend Boxmeer. Ingewijden houden het op een samenspel van verschillende elementen van de profilering: - de mond-op-mond reclame - de keuze mogelijkheden voor een avond of middag Er kan in Boxmeer op vier dagen in de week meestal in de middag en altijd in de avond, gebridged worden. Overigens: door deze spreiding in de week zijn er veel 'dubbellidmaatschappen' en dat heeft meerdere voordelen. 20 - enigszins: de speellocatie
16
De Weijer wordt door velen gezien als de toplocatie in Boxmeer. Daarin spelen de locatie zelf, de geluidshinder, de parkeergelegenheid, de bediening een belangrijke rol. 17 De Bok is na zorgvuldige afweging 1 jaar geleden tot deze keuze gekomen. 18 Bedoeld is: de communicatie tussen bestuur en leden. 19 Dit wordt min of meer bevestigd door leden die op meerdere clubs in Boxmeer lid zijn. 20 Zegt veel over de populariteit van bridge! Door deze dubbellidmaatschappen kan er op bestuurlijk- en kaderniveau veel geleerd worden van elkaar en kennis uitgewisseld worden.
16
5.5 De toekomst: hoe verder? Kan het hierboven geschetste model van ledenaanwas - cursisten werven, cursussen geven en deze klaar maken voor een bridgeclub, indien nodig: oprichting van nieuwe bridgeclubs, beginnende bridgers werven voor de clubs - ook in de toekomst functioneren? Dat is nog zeer de vraag. Er is voldoende potentieel in de 'markt', maar deze laat zich niet zo vanzelfsprekend werven voor een cursus als in de afgelopen decennia. Ook in Bridgend Boxmeer zullen nieuwe vormen gevonden moeten worden om deze markt van recreatieve ouderen te kunnen bereiken.21
21
Volgens NBB-meerjarenbeleidsplan “Kom erbij” zou deze markt ca 1.000.000 personen zijn. Zie ook Promotieplan district.
17
6 Grijze clubs 6.1 Gemaakte afspraken in het beleidsplan -
-
Contact opnemen met de bridgeclubs uit het district die geen lid zijn van de NBB om voorlichting te geven over de voordelen van aansluiting bij het district cq samen gaan met een club die al lid is van het district. De clubs die nog geen lid zijn krijgen tijdelijk een aantrekkelijk aspirant lidmaatschap aangeboden.
6.2 Aanpak Welke grijze clubs zijn er in het district? Eerste stap dient een inventarisatie te zijn van de grijze clubs in het district. Dit proces kan lopen via de aangesloten clubs in het district of via intermediaire instanties, organisaties of personen. De tweede stap is het benaderen van de grijze clubs via deze instanties, organisaties of personen die (bestuurs)leden van deze clubs kennen. Een te directe benadering zal in het algemeen voor een “harde landing” zorgen.
6.3 Achtergrond Grijze clubs zijn nogal eens een doorn in het oog van clubs (en leden) die wel lid van de NBB zijn. Dit is absoluut niet nodig. Belangrijk is een grijze club op een positieve manier te benaderen en ermee in gesprek te blijven. Het overtuigen van een grijze club om (uiteindelijk) lid te worden van de NBB kan een proces van jaren zijn. Onze houding zal daarom altijd positief en constructief moeten blijven. Probeer de sfeer in het overleg zo informeel mogelijk te houden. Tracht samenwerking aan te gaan door dit aan te bieden. Bijvoorbeeld door uitwisseling van wedstrijdleiders en arbiters (indien nodig). Samen materiaal (aanschaffen en) gebruiken, samen een drive organiseren etc . Op een dergelijke manier kan een relatie opgebouwd worden. Bied je hulp aan want op lange termijn heb je elkaar nodig. Een grijze club wordt alleen lid van de NBB als bestuur en leden van deze clubs daar een goed gevoel bij hebben. Toon begrip voor het feit dat grijze clubs niet geïnteresseerd zijn in een lidmaatschap. Sterker nog we moeten daar in eerste instantie niet over (willen) praten.
6.4 Doelstelling Een 2-tal clubs overtuigen om voor ultimo 2018 lid te worden van de NBB. Met andere grijze clubs zullen we in overleg zijn cq mee samen werken. In latere jaren zullen meerdere grijze clubs toe treden tot de NBB. Bijlage - Voordelen van het lidmaatschap van de NBB 18
Bijlage
Voordelen van het lidmaatschap van de NBB Als lid van de NBB kan een vereniging gratis gebruik maken van het NBB-Rekenprogramma met bovendien gratis (behoudens evt. normale telefoonkosten) helpdesk. Voor minder ervaren computergebruikers is er eventueel een opleiding beschikbaar. Zonder lidmaatschap bij de NBB moet een alternatief rekenprogramma aangeschaft worden, upgrades zijn dan niet langer gratis en ook de helpdesk is vaak tegen hoger telefoontarief. Bv. Bridge-It kost bij aanschaf € 250 en € 115 voor elke extra installatie met licentie. Een eventueel servicecontract kost € 86,50 per jaar + € 50 voor elke extra licentie. Gratis clubwebsite met automatische plaatsing van wedstrijduitslagen (indien de uitslag via het NBB-Rekenprogramma wordt berekend). Zonder lidmaatschap bij de NBB moet een vereniging zelf een website regelen. Dit vraagt eventuele aanschaf van een webdomein, kennis van onderhoud van de site en zelfredzaamheid bij problemen. De uitslagen kunnen vanuit een ander programma niet zo eenvoudig gepubliceerd worden op internet en de beheerder moet dus gedegen IT- kennis in huis hebben. Spelverdelingen en frequentiestaten kunnen in veel andere systemen niet gepubliceerd worden zoals via het NBB-Rekenprogramma. Vanuit de NBB website kan er eenvoudig een ledenadministratie gevoerd worden, waarbij ook de leden hun eigen gegevens bij kunnen houden. Zonder lidmaatschap bij de NBB zal een secretaris zelf de administratie moeten voeren in een eigen systeem (eventueel nog aan te schaffen). Mogelijke korting op BTW tarief zaalhuur. Een vereniging die is aangesloten bij de NBB, die daardoor onderdeel is van de landelijke competitie via de meesterpuntenladder en die toegang heeft tot andere landelijke competities kan aanspraak maken op het BTW tarief van 6% op zaalhuur. Zonder te voldoen aan deze twee voorwaarden lijkt het niet mogelijk in aanspraak te komen voor de BTW korting. Het hoge tarief van 21% is dan van toepassing. Voordelige aanschaf van Bridgemates en bridgewedstrijdmaterialen. Zonder lidmaatschap bij de NBB loopt u de kortingen mis die verenigingen en verenigingsleden van de NBB krijgen bij de Bridge & Boekenshop, maar ook bij Bridgemate. Eventuele aanschaf van Bridgemates of andere speelmaterialen wordt daardoor een stuk duurder. Gratis WA-verzekering voor verenigingen en deelname aan het calamiteitenfonds. Zonder lidmaatschap bij de NBB is de vereniging niet automatisch WA verzekerd en moet u zelf een verzekering sluiten. Bij calamiteiten kunnen de NBB aangesloten verenigingen rekenen op hulp van de NBB, die op zeer korte termijn bijvoorbeeld speelmaterialen
19
beschikbaar stelt. Andere verenigingen zullen zelf een oplossing moeten bedenken of alle materialen zelf nieuw aanschaffen. Vereniging kan deelnemen aan het wervingsproject Start Bridge, de wervings- en lesmaterialen zijn kosteloos. Zonder lidmaatschap bij de NBB kunt u geen gebruik maken van het kostenloze cursusmateriaal van Start Bridge. Cursussen zullen daardoor duurder zijn, wat een hogere drempel is voor potentiële nieuwe leden. Ieder verenigingslid ontvangt gratis het maandblad Bridge aan huis bezorgd. Zonder lidmaatschap bij de NBB krijgt u geen maandblad thuisbezorgd. Wie toch het blad thuisbezorgd wil krijgen moet zelf een abonnement nemen à € 25,00 (uitgaande van een abonnement in Nederland en het afgeven van een machtiging). De vereniging, resp. de leden, kan (kunnen) deelnemen aan alle wedstrijden, welke door of onder auspiciën van de NBB en de districten worden georganiseerd. Zonder lidmaatschap bij de NBB kunt u niet deelnemen aan bovengenoemde competities. Dit zijn alle bondcompetities (Meesterklasse, 1e en 2e divisie) en districtscompetities (Viertallen Hoofdklasse, 1e, 2e en 3e klasse, Open Paren, Gemengde Paren, Seniorenparen, Middagcompetitie vanuit het district). Ook bijvoorbeeld Ruitenboer wedstrijden kunnen dan niet gespeeld worden. Het bondsbureau en het districtsbestuur kunnen op velerlei gebied adviseren, resp. van dienst zijn, het bondsbureau is op werkdagen tijdens kantooruren geopend. Zonder lidmaatschap bij de NBB staan de medewerkers en de bijbehorende kennis en expertise niet tot uw beschikking. Vragen en problemen zult u zelf op moeten lossen of betaalde hulp in moeten schakelen. Verenigingsleden kunnen deelnemen aan diverse opleidingen onder andere voor wedstrijdleider, clubleider, arbiter en bridgeleraar. Zonder lidmaatschap bij een vereniging aangesloten bij de NBB kan er niet deelgenomen worden aan deze opleidingen. De vereniging kan tegen geringe kosten meesterpunten toekennen voor de clubcompetities, de leden krijgen meesterpunten indien men in de clubcompetitie, districtswedstrijden of toernooien een goede prestatie heeft geleverd. Zonder lidmaatschap bij de NBB kunnen er geen meesterpunten worden toegekend. Ieder verenigingslid kan zich voordelig aansluiten bij StepBridge, de Internetbridgeclub van de NBB. Zonder lidmaatschap bij de NBB betalen StepBridge-leden de volledige contributie. NBBleden krijgen de NBB contributie (€21,50 in 2016) als korting bij StepBridge.
20
7 Competities: 2016 en verder 7.1 Inleiding Het bestuur van het district Noord en Midden Limburg is afgelopen jaar gestart met de uitwerking van het districtsbeleidsplan. Eén gekozen hoofd aandachtspunt betreft competities.
7.2 Doelstelling De doestelling met betrekking tot competities is de uitwerking van het beleidsplan. Deze uitwerking moet resulteren in concrete voorstellen richting het bestuur en daarna richting de ALV. In de onderstaande tabel zijn de elementen m.b.t. de competities opgenomen (zie beleidsplan). Doelstellingen 2018 Stand van zaken uitvoering en resultaten nr.
Omschrijving
Uitvoering en resultaat 2014 Competities
+20% deelname
1
Soorten
-Bestaande soorten zijn behouden. -Interne competities lopen goed, deelname aan externe competities wordt wisselend door de leden gewaardeerd. -Behoefte aan lokale of regionale, externe competities?
2
Voorlichting verbeteren
Via enquête en gesprekken met de 7 besturen is deze kwestie zijdelings aan de orde geweest.
3
Kwaliteit
-Vermindering reisafstanden. -Verschillen tussen avond- en middagbridge? -Aantrekkelijkheid speellocaties?
4
Bridgevormen
Bij slechts enkele clubs is behoefte aan nieuwe bridgevormen.
5
Samenwerking districten
-Is nauwelijks aan de orde geweest. -Incidenteel leert NML van andere districten (verloopt via NBB-contacten).
21
2018
7.3 Uitwerking Competitie vormen clubs De meeste clubs spelen één of beide volgende competitievormen: - Een laddercompetitie De laddercompetitie bestaat uit een parencompetitie over een lange periode, waarbij aan de totale stand bepaald wordt wie in welke groep speelt. De bovenste paren (12/14) spelen in de A, etc. - 5-6 weken durende parencompetities Men speelt in groepen (A, B, C, ..) en na afloop van de competitieperiode (5 a 6 weken is gebruikelijk) vindt er promotie/degradatie plaats. Een parencompetitie is een competitie op basis van % telling. De meest voorkomende uitzondering op deze vormen is de volgende competitievorm: - Interne viertallencompetitie Of de gehele club speelt viertallen, of viertallen is mogelijk op basis van aanmelding. De periode waarin deze competitie plaatsvindt verschilt (tijdens of net na de districtsviertallencompetitie of in het voorjaar of net voor de zomer). Daarnaast zijn er nog enkele, vaak minder structurele, toegepaste competitie vormen: - Butlercompetitie Men speelt volgens de butlertelling, echter dat gebeurt in zeer diverse uitvoeringsvormen. Enkele bekende uitvoeringsvormen zijn: een aaneengesloten competitie van 5 a 6 weken, 1 butleravond per maand, incidenteel 1 of 2 avonden per jaar. - Individuele drive Men speelt iedere ronde met een andere partner. - Ruitenboer Men speelt op de clubavond de desbetreffende spellen van Ruitenboer. - Topintegrale drive Men speelt met computer gedupliceerde spellen in gemixte (A, B, C door elkaar). groepen. - Feestdrives Diverse vormen mogelijk. Meest gebruikt: monopoly bridge of bingo bridge.
Competitie vormen district Het district kent 3 competitievormen voor de leden van het district. - De district viertallen competitie Periode: september-november (najaar). Deze competitie wordt aangeboden op sterkte: HK, eerste klasse en tweede klasse. Derde klasse is vervallen door de geringere deelname.
22
-
De districtsparencompetitie Periode: februari-maart (voorjaar). Deze competitie wordt aangeboden op sterkte: HK en eerste klasse. Tweede en derde klasse wordt niet meer centraal aangeboden, maar decentraal.
-
KO beker Periode: oktober-mei (hele seizoen) Een bekerwedstrijd tussen 6 paren van elke vereniging op basis van een knock-out systeem.
7.5 Ontwikkelingen competitie in Nederland De laatste jaren zijn in Nederland enkele competitievormen in opkomst. Kernwoorden hierbij zijn flexibiliteit en aanbod. Een drie tal varianten wil ik eruit lichten. -
Flexibele groepsindeling op basis van ranking en aanwezigheid Het Hulksbrug ranking systeem is het meeste bekende voorbeeld. Er wordt per week een ranking bijgehouden op basis van de behaalde resultaten. De indeling in groepen vindt per week plaats op basis van de aanwezige paren en hun plaats op de ranking. Flexibele zitting Bij dit systeem hebben de paren een flexibele instroom (later beginnen), een flexibele uitstroom (eerder stoppen) alsmede de mogelijkheid om tussendoor een of meerdere rondes over te slaan. Middagbridge Veel clubs zijn weer gestart met het aanbieden van een mogelijkheid om naast een of meerdere avonden, ook ’s middags te bridgen. Recente voorbeelden in ons district zijn: Leudalkwartier, De Bok en Horn. Het animo neemt langzaam iets toe.
-
-
7.6 Statistiek Deelname aan de districtcompetities in de afgelopen 10 jaar. Seizoen
2016
2015
2014
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
63
67
69
71
69
84
87
86
85
81
93
1
2
2
2
2
2
3
2
2
1
2
Open paren
39
39
28
47
21
34
35
38
41
45
36
Dames paren
17
26
25
26
26
24
24
27
21
22
Districtsdag
95
92
96
155
82
88
96
96
84
78
86
Knock-out beker
10
9
10
13
13
17
16
15
13
13
14
Viertallen district e
Idem 2 divisie NBB
Wat kunnen we hieruit concluderen? - Viertallen en knock-out deelnemen nemen significant af (beiden ca -30%) - Dames paren en Open paren en Districtsdag blijven ongeveer gelijk, - M.b.t. Open paren helpt met name de regionale organisatie van de open parencompetitie.
23
Uit de interviews met 7 verenigingen uit het district komt het volgende beeld (interviews en cijfers): Vereniging BC Reuver Weert BC Rooy BC Meijel BC Horst BC Nepomuk BC De Bok
Parencompetitie nee ja nee? nee? ja? nee ja
Viertallencompetitie ja ja ja nee ja nee ja
KO beker nee ja nee? nee? nee? nee? ja
Van invloed zijnde factoren in district NML - De gemiddelde leeftijd van de bridgers is stijgende in district NML - Er is een dalende motivatie / ambitie om deel te nemen aan districtcompetities - Het bridgeniveau is dalende in het district (en daarmee ook de motivatie om zich competitief te meten). Gehoorde redenen om niet deel te nemen aan district competitie - De leden willen niet meer reizen - De leden willen niet meer ’s avonds reizen - De leden willen niet meer ’s avonds en in het donker of bij slecht weer reizen - De leden willen niet meer competitief spelen ‘Opgevangen redenen’ - Er wordt in de districtsparencompetitie met het mes op tafel gespeeld - Daar komen alleen de goede bridgers - Ik weet niet hoe ik dat met schema’s en de computer moet doen - We willen nu alleen nog maar op de club spelen - ’s Avonds reizen in de winterperiode is niet aantrekkelijk (donker, weer) Actie Het zou helpen als we de verenigingen, maar nog beter de leden direct, zouden kunnen vragen wat de echte redenen zijn dat men niet wil deelnemen. Uit de gesprekken met de verenigingen komt dit niet heel helder naar voren. Brainstorming over - Alle competities overdag laten spelen, of de mogelijkheid e.e.a. overdag te laten spelen - Parencompetities in het weekend spelen (overdag) - Viertallencompetities in het weekend spelen (overdag) - 3e klasse weer toevoegen bij paren en viertallen - Samenvoegen district dames paren en open paren (zelfde dag, zelfde periode). Reden: efficiency kader en locaties - Leden van het district (beter) informeren / motiveren (wat is ons aanbod, wat zit er voor hun in?)
24
7.7 Invulling beleidsplan Het doel was 20% groei, maar met de krimpende bridge bevolking zou handhaving van het huidige niveau ook al een mooi resultaat zijn. Op basis van het bovenstaande volgen een paar uitgangspunten voor de invulling van het beleidsplan van het district NML, met gelijk de voorgestelde detail acties (eerste grove opzet). - De huidige competitie vormen (damesparen, open paren, viertallen) handhaven (is voldoende aanbod) Actie: bespreken op TeCo vergadering Actie: bevestigen op ALV - De timing van de competities (najaar, voorjaar) is prima Actie: bespreken op TeCo vergadering Actie: bevestigen op ALV - De tijdstip van de competities (bijna altijd avond) moet heroverwogen worden; de middag moet erbij Actie: voorstel voorbereiden voor TeCo vergadering; 4 tallen op de middag toestaan (met arbiter stand by) Actie: voorstel parencompetitie op de middag (issue: hoe bepalen we een winnaar?; 1 (laatste) centrale zitting?) Actie: voorstellen bespreken op TeCo vergadering Actie: bevestigen op ALV - Regio gebonden / lokale competities moeten doorgezet worden Actie: 3 regio’s binnen NML identificeren; Zuid, Midden, Noord Actie: clubs per regio in kaart brengen (is hier voldoende potentieel, anders combineren) Actie: competitie zowel voor viertallen als voor paren regio gebonden t/m 1e klasse (indien mogelijk) organiseren. Nog onduidelijk of dit door de week of in het weekend wordt. Beiden zijn opties. Actie: voorstellen presenteren op ALV Actie: rondje langs clubs maken (wellicht al met het regionaal aanspreekpunt) - (Meer) lokaal kader is nodig ter promotie en uitvoering Actie: zie hierboven Actie: regionaal aanspreekpunten en WL regelen Actie: clubadviseur en DKL hier een prominente rol in geven - Afschaffen van de 2e/3e klasse districtsparencompetities op de clubs Actie: voorstel voorbereiden voor TeCo-vergadering Actie: bekrachtigen in ALV - De speellocaties voldoen: Helden (Kerkeböske), Leudal (Bombardon), Boxmeer (Riche). Actie: geen - Het viertallen promoten, zowel intern op de clubs als ook het districtsviertallen Actie: komen tot beleid op zowel districts- als clubniveau inzake viertallen Actie: uitleg/promotie intern viertallen met/op de clubs Actie: uitleg/promotie van districtsviertallen door de clubs In de beleidsvergadering van het district op 10 februari 2016 is voorgesteld om de viertallencompetitie als eerste aandachtspunt te pakken voor de verdere detail uitwerking van 25
het beleidsplan. Met andere woorden; het laatste punt van het overzicht “invulling beleidsplan” wordt als eerste speerpunt genomen.
7.8 Uitwerking promotie viertallen Aanleiding De aanleiding om te gaan focusseren op het viertallen is geïnitieerd door het districts beleidsplan en de uitwerking hiervan (zoals hierboven beschreven). Van invloed zijnde factoren in district NML - De gemiddelde leeftijd van de bridgers is stijgende in district NML - Er is een dalende motivatie / ambitie om deel te nemen aan districtscompetities - Het bridgeniveau is dalende in het district (en daarmee ook de motivatie om zich competitief te meten) Gehoorde redenen om niet deel te nemen aan district competitie - De leden willen niet meer reizen - De leden willen niet meer ’s avonds reizen - De leden willen niet meer ’s avonds en in het donker of bij slecht weer reizen - De leden willen niet meer competitief spelen “Opgevangen redenen” - Er wordt in de districtsparencompetitie met het mes op tafel gespeeld - Daar komen alleen de goede bridgers - Ik weet niet hoe ik dat met schema’s en de computer moet doen - We willen nu alleen nog maar op de club spelen - ’s Avonds reizen in de winterperiode is niet aantrekkelijk (donker, weer) Actie Het zou helpen als we de verenigingen, maar nog beter de leden direct, zouden kunnen vragen wat de echte redenen zijn dat men niet wil deelnemen. Uit de gesprekken met de verenigingen komt een aantal van de benoemde redenen beperkt naar voren. Belangrijk(er) is het welzijn van de individuele leden bij het deelnemen aan de competities. Zij moeten voldoende kennis van zaken hebben en zich goed en prettig voelen bij het deelnemen aan deze vorm van bridge (viertallen). Feiten Onderstaand een overzicht van de deelname aan de viertallencompetities. Seizoen 2016 2015 2014 2013 2012 2011 2010 2009 2008 2007 2006 Viertallen district 63 67 69 71 69 84 87 86 85 81 93 e Viertallen 2 divisie NBB 1 2 2 2 2 2 3 2 2 1 2 Knock-out beker 10 9 10 13 13 17 16 15 13 13 14 Actie Overzicht verenigingen met wel of geen interne viertallencompetitie 26
Uitgangspunt detail uitwerking Het bestuur heeft voorgesteld om t.a.v. de competities als eerste te focusseren op de interne viertallencompetities op de clubs. De verwachting is dat door toename van het interne viertallen, de deelname aan het externe viertallen gelijk blijft of bij voorkeur nog gaat stijgen. Doelstelling Clubs ondersteunen bij hun beleidsvorming en invoering van een interne viertallencompetitie. Deze doelstelling willen we bereiken door de clubs te benaderen en te ondersteunen met een pakket ter stimulatie van het interne viertallen. Definiëring Een viertallenwedstrijd verschilt op een paar essentiële punten van een parenwedstrijd en wel: - Een viertallen competitie is een wedstrijd tussen 2 teams van 4 personen elk. Ieder team bestaat dus uit 2 paren. - De eerste helft (normaliter 6, 12 of 14 spellen) speelt een paar van het ene team tegen een paar van het andere team. In de 2e helft wisselen alleen de paren van 1 team van plek. Na de 1e helft bereken je een tussenstand. - Je vergelijkt alleen het resultaat van jouw paar met dat van je andere paar in het team. - De telling is niet in percentages maar in IMP/WP. Bij een parenwedstrijd krijgt ieder paar een uitslag in percentages (je resultaat op een spel wordt vergeleken met de resultaten van alle andere paren die dit spel gespeeld hebben). Er is meer inhoudelijke informatie beschikbaar bij het district inzake viertallen. Deze informatie moet mogelijk opgewerkt en overgedragen worden. Aanpak In de hiernavolgende secties zullen de punten die van belang zijn bij de uitvoering van dit deel van het districtsbeleid een voor een inhoudelijk geadresseerd worden. Verenigingsbeleid De vereniging moet in haar beleid vastgelegd hebben (en dit ook actief ondersteunen en uitdragen) dat er een interne viertallencompetitie wordt gehouden. Met uitleg vooraf, ondersteuning tijdens en een evaluatie achteraf. Laat de leden ook op de ALV de ruimte om hier achteraf op te reageren en te komen met verbetervoorstellen voor een volgende keer. Inhoudelijke kennisoverdracht viertallen Het district moet zorgen dat er informatie over de spelvorm viertallen beschikbaar komt. In korte bondige én eenvoudige taal. Voorstel is om dit van de NBB te betrekken. Tevens moet er heel duidelijk uitleg gegeven worden over de telling, aangezien hier vaak veel misverstanden over bestaan. De leden moeten tijdens de speelavond ook geholpen worden met het invullen van hun score formulier. Viertallen is een teamwedstrijd Er wordt gespeeld met 4 personen, waarmee een team gevormd wordt, dat samen wint en samen mogelijk verliest. Het moeten personen zijn (paren) die elkaar “liggen”, zowel qua niveau als qua persoonlijkheid. Een TC moet zorgvuldig de teams samenstellen en alleen na onderling overleg met de spelers / paren tot een definitieve samenstelling komen. Als team kun je je ook onderscheiden middels een eigen identiteit (“naam”).
27
Organisatie en planning Wedstrijdleider - Een interne viertallencompetitie heeft een wedstrijdleider voor deze competitie nodig. Iemand die vooraf de inschrijving verzorgt (mensen moeten zich tijdig opgeven, zodat de WL de schema’s kan maken), iemand die paren in goed overleg koppelt tot teams. Verstandig is om naast de viertallers ook een parenlijn mogelijk te maken voor paren die echt niet willen of niet altijd kunnen spelen tijdens de viertallencompetitie. Een bijkomend voordeel is dat je invallers uit deze groep kan halen (paren -> viertallen). Er moet iemand zijn die helpt bij het invullen van de score formulieren en bij het berekenen van de viertallen tussenstand/uitslag. Handicap - De indeling van de interne viertallencompetitie kan geschieden op basis van sterkte (A groep, B groep, etc) of op basis van een handicap, waarbij de minder sterke teams een voorsprong krijgen als ze tegen sterkere teams spelen. Benodigde computerkennis - In het NBB rekenprogramma zitten diverse schema’s voor viertallenwedstrijden. Dit is afhankelijk van het aantal deelnemende viertallen. Mochten deze niet geschikt zijn, dan is het mogelijk om bij het district of bij de NBB om hulp te vragen voor geschikte schema’s (deze ondersteuning hoort bij het NBB lidmaatschap). Uitvoering - Met kastjes; er kan gebruikt gemaakt worden van de kastjes, naast het viertallen invulformulier. Deze worden automatisch voorzien van de goede schema’s / paren, indien het rekenprogramma goed is ingesteld en het juiste schema gebruikt wordt. - Zonder kastjes; er wordt alleen gebruik gemaakt van een score formulier. Met behulp van dit formulier bereken je na de 1e helft een tussenstand en na de 2e helft de eindstand. Benodigde schema’s - Zie ”benodigde computerkennis”. Aan/afmelden en het spelen met invallers - Omdat er met teams van 4 tegen 4 wordt gespeeld, kan een paar zich niet zomaar afmelden. Een wedstrijd kan dan niet doorgaan! Het is dus belangrijk om het spelen met invallers mogelijk te maken. Dat kunnen invallers uit de parenlijn zijn of invallers van buiten de club. De suggestie is om dit laatste niet te blokkeren, maar gewoon mogelijk te maken om de viertallencompetitie niet onnodig te verstoren. Promotie / hoe verleid je de leden om mee te doen? - Het belangrijkste is dat het bestuur dit zelf wil, dit uitdraagt en met zorg de leden informeert over wat dit betekent. Geef de leden ook de gelegenheid om na afloop hun mening te geven en sta hier voor open! Verder helpt het om deze competitie van een paar speciale prijzen te voorzien en hier qua PR wat extra aandacht aan te besteden (bv. bij het praatje aan het begin van de avond, bij de uitslag aan het eind van de avond, in het clubblaadje of zelfs in een lokaal nieuwsblad als een ingezonden stuk, foto’s van de viertallers tijdens het spelen, foto van de winnaars, etc.). Het benutten van testimonials (op de website, in interviews t.b.v. clubblad, op een speelavond e.d.) van leden die eerste twijfelden om deel te nemen, maar nu de voordelen ervan zien. Middelen - Zonder computer: viertallenschema, viertallen scorebriefjes, viertallen onderleggers - Met computer: idem met als extra, computer met NBB rekenprogramma, basisstation en kastjes 28
Tips en trucks - Zorg voor HELE goede uitleg vooraf, met name van de telling - Introductie butleravond, zodat de leden bekender raken met de telling - Zorg voor goede begeleiding TIJDENS het viertallen inzake het juist opschrijven van de scores (vaak weten de leden niet wat de scores van de contracten zijn en ze weten niet goed waar ze wat op het viertallen formulier moeten schrijven). De begeleiding zou door een niet-meespelend lid verzorgd kunnen worden (bv. lid van de TC van de club). - Zorg voor goede begeleiding TIJDENS het berekenen van de eind uitslag (zie hierboven) - Sta open voor suggesties van de leden ter verbetering, ga open de dialoog aan Wat kan het district concreet doen? - Bespreken in TeCo-vergadering en ALV dat we qua competities willen focusseren op viertallen - Dat we een pakket aan ondersteuning ontwikkelen ten behoeve van het (interne) viertallen - Dat we ook technische en fysieke ondersteuning kunnen leveren (of faciliteren) door WL’s met ervaring als hulp in te zetten op de clubs - Dat we als district voorlichting op de clubs kunnen geven over wat viertallen precies inhoudt (presentatie / demonstratie) - Dat de clubs zelf het beleid moeten maken en uitspreken wat ze willen Nog een paar suggesties / wilde ideeën - Deelnemers van grijze clubs uit de regio mee laten spelen in een interne viertallen competitie - Demo van viertallen op de districtsdag - Kaderdag / kaderochtend met als enige onderwerp viertallen - Nagaan of één aanspreekpunt viertallen per club haalbaar is. Hiervan een ‘lerend’ netwerk maken.
29