Voor elkaar in Flevoland SGP-verkiezingsprogramma Provinciale Staten 2015 – 2019
Inhoudsopgave Inleiding
5
Hoofdstuk 1: Duurzame ruimtelijke ontwikkeling Ruimte voor werken Ruimte voor land- en tuinbouw Ruimte voor recreatie Ruimte voor water Ruimte van de ondergrond Ruimte voor alternatieve energie Ruimte om te leven
7 7 8 8 8 9 9 9
Hoofdstuk 2: Milieu, klimaat en energie Veilige en schone omgeving Luchtkwaliteit Energiebeleid Voorbeeldfunctie provincie
12 12 12 13 13
Hoofdstuk 3: Vitaal platteland Landbouw Natuur Ruimtelijke kwaliteit Sociaaleconomische vitaliteit Recreatie
15 15 15 16 16 17
Hoofdstuk 4: Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer Verkeersveiligheid Verkeersdrukte Openbaar vervoer Binnenvaart
19 19 19 20 20
Hoofdstuk 5: Economie Bedrijven en behoeften Bedrijven en infrastructuur Detailhandel Land- en tuinbouw Visserij Onderwijs en arbeidsmarkt Toerisme
23 23 24 24 24 25 25 25
Hoofdstuk 6: Culturele infrastructuur en monumentenzorg Cultureel erfgoed Schokland Cultuureducatie Erfgoedpark Batavialand
27 27 27 28 28
2
Hoofdstuk 7: Kwaliteit van het openbaar bestuur Provincie Flevoland als overheid Omroep Flevoland Europa Financiën Financiering van Verkeer en Vervoer Meerjarenbegroting Belastingen Subsidies Waterschap Zuiderzeeland
29 30 31 31 31 31 32 32 32 33
3
4
Inleiding De verkiezing voor Provinciale Staten van Flevoland komt er weer aan. De Staatkundig Gereformeerde Partij zal deelnemen aan de verkiezingen. Waarom doen wij mee? Voor ons is de provincie een belangrijke bestuurslaag. Meestal gaat de aandacht uit naar de landelijke politiek, die velen op afstand toch goed kunnen volgen. De aandacht gaat ook uit naar de gemeentelijke politiek, die voelbaar invloed heeft op onze woon- en leefomgeving. Het is terecht dat de lokale en landelijke politiek de aandacht trekken, maar in dit verkiezingsprogramma hopen wij duidelijk te maken dat de provincie voor burgers ook belangrijk is. Slechts enkele thema’s noemen wij hier alvast. De provincie bepaalt in hoge mate de inrichting van Flevoland. De SGP heeft hier een duidelijke visie op. Hoe kunnen we de Flevolandse economie versterken? Hoe moeten we omgaan met de toenemende mobiliteit? Veiligheid is ook een belangrijk item in onze provincie. Hoe voorkomen we verkeersslachtoffers? Hoe houden we droge voeten (veilige dijken)? De SGP-fractie wil zich ook de komende tijd inzetten voor een beleid dat de toets van Gods Woord kan doorstaan. Zij belijdt dat de Heere regeert en dat overheden hun gezag ontlenen aan Hem. Het past ieder mens God te dienen, omdat ieder mens een schepsel van God is. Daarom wil onze fractie vanuit de verantwoordelijkheid tegenover de Heere in de samenleving gestalte geven aan de verantwoordelijkheid naar elkaar. Vandaar ons verkiezingsmotto: Voor elkaar in Flevoland. Voor elkaar in Flevoland! Dat moet niet beperkt blijven tot de kerntaken die in dit verkiezingsprogramma besproken worden. Zo hadden we de achterliggende vier jaar, op advies van de SGP, aandacht voor het vrijwilligerswerk in de provincie, maar ook een open oog voor het verschijnsel vereenzaming. Wat de SGP betreft mag er ook de komende vier jaar aandacht zijn voor zaken die de gemeenten overstijgen, zoals het openbaar vervoer, cultuurhistorie en fietsverbindingen. Zo houden we provinciaal gezien een eigen beleid die we volkomen ten dienste van onze naaste kunnen inzetten. Goed voor elkaar in Flevoland. Daar willen we als SGP ook de komende vier jaar aan werken. Daarvoor is uw stem hard nodig, helpt u mee? Stem 18 maart SGP.
5
6
1
Duurzame ruimtelijke ontwikkeling Een van de belangrijkste kerntaken van de provincie is het vaststellen hoe onze omgeving wordt ingericht: de ordening van de ruimte in Flevoland. Waar woningen, bedrijventerreinen, agrarische bedrijvigheid en waar natuur? De provincie heeft de wettelijke taak een ruimtelijke afweging van belangen te maken. De in de Bijbel door onze Schepper gegeven tweeledige opdracht van ‘bouwen en bewaren’ komt hier ook aan de orde. Bouwen wil zeggen dat wij de schepping nuttig mogen gebruiken. Bewaren houdt in dat we geen roofbouw plegen, maar perspectief moeten bieden aan toekomstige generaties. Niet ongelimiteerd of onordelijk, maar duurzaam en zorgvuldig. Rekening houdend met de bijzondere kwaliteiten van gebieden. Bouwen en bewaren is als opdracht aan ieder mens persoonlijk gegeven. Goed rentmeesterschap begint dus bij de burgers en het bedrijfsleven, niet bij de overheid. Dat betekent een terughoudende opstelling van de overheid. Het is de verantwoordelijkheid van de overheid om duidelijke kaders te stellen, goede initiatieven te steunen en uitwassen te bestrijden. Een van de instrumentaria is de ladder voor duurzame ontwikkeling. Eerst moeten hierbij nut en noodzaak worden aangetoond. Vervolgens moet gekeken worden naar mogelijkheden binnen bestaand stads- en dorpsgebied, ook in de regio of daaraan grenzend. Dan kan er pas ten laatste onder strikte voorwaarden sprake zijn van de aantasting van de open gebieden in Flevoland. Concreet: • Heldere formulering van de provinciale ruimtelijke doelen en het provinciaal belang. • Integrale benadering van ruimtelijke ontwikkelingen en mobiliteitsbeleid. • Programma’s van ruimte voor wonen, werken, groen en water. • Verdeling van de schaarse ruimte, bescherming van de openheid van het landelijk gebied, afweging van belangen en het maken van keuzes. • Sanering en herbestemming van bestaande bebouwing; inbreiding en herstructurering boven uitbreiding. • Nieuwe ruimtelijke plannen benaderen we met een “Ja, mits” houding in plaats van “Nee, tenzij”. • Bouw- en Ruimtelijke ordeningstaken moeten ook onder toezicht komen van de omgevingsdienst. • Regionale en bovenregionale afstemming door samenwerking met het Rijk, de gemeenten en de waterschappen.
Ruimte voor werken Bedrijven zorgen voor banen en werkgelegenheid. Het economisch tij is de afgelopen jaren drastisch gewijzigd. Veel bedrijven verkeren in zwaar weer. Er is leegstand, bedrijven hebben minder ruimte nodig en er is sprake van intensiever ruimtegebruik. Maar ook andere ontwikkelingen doen zich in deze omstandigheden
7
versterkt voor. Denk daarbij aan veranderingen in de middenstand, automatisering, deeltijd- en thuiswerken. De ontwikkelingen gaan ook de agrarische sector niet voorbij. Toch blijkt de land- en tuinbouwsector, in de volle breedte, nog een belangrijke exportmotor waar we heel zuinig op moeten zijn. Dit is uiteraard ook van belang voor de voedselvoorziening. Concreet: • Herstructurering van bestaande bedrijventerreinen boven uitbreiding. • Intensief ruimtegebruik op bedrijventerreinen stimuleren. • De oplopende leegstand van kantoren aanpakken, waarbij er ruimte is voor herbestemming en afbraak. • Kantoorlocaties bij openbaar vervoer assen realiseren. • Goede ontsluiting van bedrijventerreinen door rand- of rondwegen buiten de dorps- of stadskernen om (bijv. Ens, Urk).
Ruimte voor land- en tuinbouw De land- en tuinbouw is een belangrijke bedrijfstak, zowel voor de export als voor de voedselvoorziening. Belangrijk is dat deze sector zich kan blijven ontwikkelen, ook op ruimtelijk gebied. Agrarische bedrijven dragen ook bij aan het beheren en open houden van het landschap. In sommige gebieden in Flevoland zal bodemdaling vragen om drastische functie veranderingen. Van akkerbouw naar veehouderij of naar een teelt van andere gewassen. Concreet: • Ruimte voor de ontwikkeling van agrarische bedrijven. • Concentratie van bedrijfsbebouwing. • Ruimte voor nieuwe ontwikkelingen, verduurzaming, verbreding en nevenactiviteiten (zie hoofdstuk 3)
Ruimte voor recreatie Het stedelijk wonen en de jachtige tijd vragen om rust en ruimte om te recreëren. Van belang is dat er voldoende recreatiemogelijkheden zijn op korte afstand van de woonkernen. Ook in regionaal verband is voldoende ruimte om te recreëren gewenst. Concreet: • Recreatiegebieden op korte afstand van de woonkernen. • Goede bereikbaarheid per fiets, openbaar vervoer en auto. • Veiligheid op fietspaden is een onderschat probleem, hier dient meer aandacht voor te komen. • Recreatief medegebruik van de dijken gelijk maken.
Ruimte voor water Water is een vriend en een vijand. Van belang is in de eerste plaats de veiligheid. Maar ook voldoende ruimte voor zoet water is belangrijk voor mens, dier, natuur en economie. Alle informatie over toekomstige ontwikkelingen moet zorgvuldig, maar ook nuchter en zakelijk worden afgewogen. Er is volgens de gegevens voldoende zoet water per geheel kalenderjaar, maar het is onvoldoende gespreid over de seizoenen. Dat vraagt om ruimtelijke maatregelen voor tijdelijke opvang. Concreet: • Maatregelen voor de waterveiligheid. • Snel duidelijkheid over de rol en functie van de Knardijk
8
• • • • •
Voortgang uitwerking van het Deltaprogramma moet kritisch worden gevolgd. Ruimte voor het beheer van voldoende zoet water, bufferen in droge periodes. Ruimte voor innovatiemaatregelen. Het gebruik van het IJsselmeer en Markermeer mag niet conflicteren met de visserij. Om veiligheid-technische, sociale en landschappelijke redenen is de SGP tegen buitendijks bouwen.
Ruimte van de ondergrond Er is een toename van activiteiten en functies in de ondergrond en die wordt dan ook steeds voller met kabels en leidingen. Dit vraagt om een visie op de ondergrond, in samenspraak met het Rijk. In toenemende mate zal onderzoek moeten worden verricht naar de effecten van bepaalde activiteiten op de kwaliteit en de veiligheid van de ondergrond, en de gevolgen hiervan voor het milieu en het drinkwater. Concreet: • Opstelling van een structuurvisie van de ondergrond voor een optimaal ondergrondgebruik, ook WKO’s moeten inzichtelijk gemaakt worden. • Vergroting van de kennis over de effecten van het gebruik. • Afstemming tussen overheden. • Behoud van de intrinsieke bodemeigenschappen en van aardkundige en archeologische waarden.
Ruimte voor alternatieve energie Het gebruik van fossiele brandstoffen moet worden teruggedrongen. Het maatschappelijk doel is het bereiken van de landelijke norm van zestien procent duurzame energie in 2020. Er moet daarom ruimte zijn voor alternatieve energie en voor eigen initiatieven van burgers en collectieven van burgers en bedrijven. Er is niet één alternatief, het is en, en, en. Dus geen alternatieve energiebron kan worden gemist. Concreet: • Ruimte voor windenergie op de zoeklocaties volgens de afspraken tussen het Rijk en de provincie. De Houtribdijk moet zo veel mogelijk worden ontzien. • Zo veel mogelijk zonne-energie op alle (semi)overheidsgebouwen als voorbeeldfunctie. • Stimuleren van zonne-energie op gebouwen en wegnemen van onnodige regels. • Geothermie (gebruik van warmte uit diep gelegen bodemlagen) is een energiebron van betekenis, waar nog meer gebruik van gemaakt kan worden. • Aan het gebruik van schaliegas kleven nog te veel risico’s. Daarom is de SGP tegen het boren naar schaliegas in de Noordoostpolder.
Ruimte om te leven De SGP vindt dat er buiten de kerntaken van de provincie, ruimte moet zijn voor eigenstandig beleid op het gebied van zorg. De overheid is het schild voor de zwakk(er)en, en ook de provincie dient dus oog te hebben voor mensen die zorg nodig hebben. Ouderen hebben in deze egocentrische maatschappij snel kans om
9
te vereenzamen. Dat moeten we in Flevoland tegengaan. Andere projecten in de zorg die de gemeentes overstijgen zal de SGP zeker steunen. Vrijwilliger/ mantelzorgers zijn onmisbaar in onze maatschappij. We noemen ze het cement van de samenleving. Ze verdienen het om optimaal gefaciliteerd te worden.
10
11
2
Milieu, klimaat en energie De schepping dient beheerd te worden alsof wij deze in bruikleen hebben. Dat wil zeggen dat we het kwetsbare milieu moeten beschermen en zorg moeten dragen voor de gezondheid van mens en dier. Het milieu mag na aftrek van al onze behoeften niet het sluitstuk zijn. Het milieubeleid dient een integraal onderdeel te zijn van het provinciale beleid, dat regelmatig wordt aangepast aan nieuwe ontwikkelingen. Daarin moeten de factoren omgevingskwaliteit, duurzaamheid, geluid, licht en afvalstoffen aan de orde komen. Afval moet gezien worden als basismateriaal voor nieuwe producten of energieopwekking. Het doordraaien van landbouwproducten en vis moet worden voorkomen en een rol krijgen in de armoedebestrijding. Bij milieubeleid hoort ook het inzetten op een actief communicatiebeleid, zowel richting de bedrijven als richting de burgers. Communicatie is van belang om een persoonlijk verantwoordelijkheidsbesef te bevorderen, het milieu goed te beheren en onnodige verspilling en verontreiniging tegen te gaan. Een geloofwaardig milieubeleid staat of valt met controle en een consequent handhavingsbeleid. Duurzaamheid, leefbaarheid en biodiversiteit moeten sleutelbegrippen zijn van het provinciale milieubeleid. Een duurzaam klimaat- en energiebeleid wordt met kracht voortgezet. Aanpak van hinder bij de bron is effectiever dan bestrijding van de gevolgen. Vanzelfsprekend is het principe ‘de vervuiler betaalt’ van toepassing.
Veilige en schone omgeving Vanaf 2012 zijn de regionale uitvoeringsdiensten actief om namens provincies, gemeenten en waterschappen het toezicht op de milieuregelgeving uit te voeren. Op deze wijze is er sprake van een integraal beleid door één instantie. Het is van groot belang dat het systeem van vergunning, toezicht en handhaving gesloten is. Concreet: Integraal beleid voor vergunning, toezicht en handhaving. Bureaucratie in vergunningaanvragen en –verlening tegengaan. Meer draagvlak creëren door de handhaving digitaal inzichtelijk te maken. Beleidsmatige aanpak van de terugdringing van geluidsoverlast. Beleidsmatige aanpak van licht bij nacht. Voorkom vernietiging van voedsel om economische redenen.
Luchtkwaliteit Luchtverontreiniging is een problematiek die niet op te lossen is met alleen decentrale maatregelen. Bronbeleid op Europees niveau is de enige juiste aanpak. Op provinciaal niveau beschikt de provincie over een breed instrumentarium om maatregelen te nemen die de luchtkwaliteit verbeteren. Zij beheert de provinciale wegen en is verantwoordelijk voor de concessieverlening van het openbaar vervoer. Ook gaat de provincie over de vergunningen voor (zwaar) milieubelastende bedrijven. Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) biedt handvatten om dit thema op regionaal niveau te concretiseren. De provincie moet haar coördinerende rol bij knelgevallen in de landbouw of de infrastructuur voort-
12
varend oppakken. Er moet een bereidheid zijn om problemen op te lossen, de landbouw mag niet ‘uitgerookt’ worden. Concreet: Vermindering van de uitstoot van vervuilende stoffen door het stimuleren van duurzame brandstoffen bij het gunnen van concessies aan het openbaar vervoer. Bestrijding van geluidsoverlast door de aanleg en het onderhoud van een duurzaam wegdek op provinciale wegen. In 2014 kregen de provincies te maken met de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Deze beoogt de achteruitgang van de biodiversiteit in Natura 2000gebieden, die het gevolg is van stikstofdepositie, tot stilstand te brengen. Aan de andere kant wordt er weer ruimte gemaakt voor nieuwe economische activiteiten in de buurt van die gebieden. Flevoland zal de PAS actief en creatief moeten implementeren in hun beleid, zodat én natuur én economie er wel bij varen. Binnen de PAS zal in de rij met prioritaire projecten ook de Buitendijkse haven bij Urk moeten voorkomen en zal er voldoende ruimte moeten zijn voor de landbouw.
Energiebeleid Verduurzaming van de energievoorziening is primair een nationaal speerpunt, maar werkt door in het provinciaal beleid. Flevoland is daarin koploper. Na realisatie van het opschalingsprogramma van windmolens, heeft Flevoland meer dan evenredig bijgedragen aan het plaatsen van windmolens en is het genoeg. Zonneenergie is nog ondergeschikt. Juist door het stimuleren van PV-cellen, kan Flevoland energie neutraal worden. Het uitgangspunt bij de energietransitie is de Trias Energetica, een strategie met drie stappen: verminder het energiegebruik, maak gebruik van duurzame bronnen en zet fossiele brandstoffen zo efficiënt mogelijk in. De SGP is tegen het boren naar schaliegas. Concreet: Toepassing van LED-verlichting langs de wegen. Vermindering van wegverlichting waar dit wat de veiligheid betreft verantwoord is. Gebruik van wegen als asfaltcollector voor warmte voor de industrieterreinen langs de A6. Stimuleren van het gebruik van zon en aardwarmte, enz. Mini windmolens op woningen en bij bedrijven moeten mogelijk zijn. Eindbeeld moet zijn: een energieneutrale provincie. Betere benutting van bermgras als grondstof voor vezels, biogas of biochemicaliën.
Voorbeeldfunctie provincie De provincie moet op het gebied van duurzaamheid het goede voorbeeld geven. Niet alleen het beleid, maar ook de eigen bedrijfsvoering dient duurzaam te zijn. Dat vertaalt zich zo veel mogelijk in de onderstaande concrete maatregelen. Concreet: • De provincie houdt een energieneutrale bedrijfsvoering. • Duurzame inkoop en aanbesteding van goederen en diensten. • Vermindering van het papierverbruik door digitalisering. • Dienstauto’s rijden op milieuvriendelijke brandstof of elektriciteit. • Voldoende vulpunten voor alternatieve brandstof voor auto’s.
13
14
3
Vitaal platteland Als gebiedsregisseur gaat de provinciale overheid over het landelijk gebied. Dit betekent een balans zoeken tussen landbouw, natuur, recreatie, milieukwaliteit en sociaal economische vitaliteit. Een balans tussen (land)bouwen en bewaren. Het door de provincie gemaakte beleid wordt door gemeenten lokaal vertaald en uitgevoerd, samen met maatschappelijke organisaties. De provincie ziet toe op de kwaliteit van het uitgevoerde beleid.
Landbouw Flevoland loopt voorop op landbouwgebied en behoort wereldwijd tot de top als het gaat om de kwaliteit van producten, innovatie en productiviteit. Dat betekent veel kennis en werkgelegenheid, maar ook een intensieve landbouw met een hoge opbrengst per hectare. Ruimte voor het boerenbestaan moet vanzelfsprekend zijn. Ons landschap ligt in handen van de agrarische sector. Regelgeving die de agrarische bedrijfsvoering onnodig belemmert, moet worden vereenvoudigd of afgeschaft. Er is aandacht nodig voor nieuwe vormen en verbreding van bedrijfsvoering, zoals een combinatie van landbouw met recreatie. De regelgeving moet hier niet onnodig belemmerend zijn. Uitbreiding van bouwblokken moet mogelijk blijven, ook om de verduurzaming van de agrarische sector meer kansen te geven. Flevoland kent ondertussen een aantal problematische bodemdalingsgebieden, gebieden die vragen om functiewijziging. Provincie, waterschap en gemeenten zullen hier de komende periode actief aandacht aan moeten schenken. Wellicht dat andere vormen van landbouw antwoord geven op dit probleem. Concreet: • Afschaffing of vereenvoudiging van regelgeving die de agrarische bedrijfsvoering onnodig belemmert. • Tegen de verpaupering van het platteland moeten andere functies op boerenerven ook mogelijk zijn. • Uitbreiding van bouwblokken moet mogelijk blijven. • Om versnippering van kavels tegen te gaan, moet er een vrijwillige ruilverkaveling op gang komen. De provincie kan hierin goed faciliteren.
Natuur De natuur is noodzakelijk voor het in stand houden van de soortenrijkdom aan flora en fauna. Tevens is de natuur van belang voor het welzijn van mensen. Recreatie, op welke manier dan ook, hangt vaak samen met het beleven van de natuur. Om die reden pleit de SGP ervoor om natuur rond de woonkernen te houden en beleefbaar te maken. Het is van belang de waarde van de natuur te kennen en te weten welke planten en dieren er leven. Met een effectief onderhoud kunnen de natuurgebieden in stand gehouden worden. Natuur is niet alleen te vinden in (Natura 2000)natuurgebieden, maar ook daarbuiten: in steden, op industrieterreinen en op het platteland. Kennis van de natuur kan er bovendien toe leiden dat de natuurwaarde van het platteland, de bebouwde omgeving en industrieterreinen toeneemt, doordat mensen zich bewuster zijn van hun omgeving en met eenvoudige maatregelen meer rekening houden met de natuur.
15
Voor extra natuurgebieden is in Flevoland geen ruimte, bestaande natuur moet beter ontsloten en beleefbaar gemaakt worden. Wat betreft Oostvaardersplassen heeft de SGP geconstateerd dat het huidige beleid van Staatsbosbeheer gefaald heeft, alle reden om het beleid te wijzigen en als beheersorganisatie, meer transparant, het gesprek aan te gaan met burgers. Dan is er ook reden om bekendheid te geven aan onze mooie natuur. Concreet: • Het beheer van Oostvaardersplassen zal drastisch moeten veranderen. Grote grazers drukken een te prominente rol op de biodiversiteit in het gebied. • Na gewijzigd beleid in Oostvaardersplassen is er alle reden om het gebied meer te ontsluiten voor recreatieve doeleinden. • Oostvaardersplassen is een uitstekend gebied voor het verrichten van wetenschappelijke studies, iets wat tot op heden slecht van de grond komt. Beheersorganisaties moeten daarvoor ruimte bieden. • Er is in Flevoland geen ruimte voor extra natuur, boven de programma’s die momenteel lopen. • Een goede monitoring van beheer van natuurgebieden is gewenst. • Bij natuurbeheer hebben agrariërs de voorkeur boven gesubsidieerde organisaties.
Ruimtelijke kwaliteit Ruimtelijke kwaliteit en volksgezondheid hangen nauw samen. Bouwen en bewaren betekent ook scherp toezien op de kwaliteit van de natuur, de geschapen planten en dieren en de leefomgeving. Bij elke ontwikkeling (investeringen, vergunningverleningen) moet nagegaan worden wat het effect is op het milieu, en moeten maatregelen genomen worden om aantasting van het milieu en de leefomgeving te voorkomen. Dit betekent een streng maar duidelijk milieubeleid voor bedrijven. Waar de provincie verantwoordelijk is voor de handhaving moeten er fysieke (onaangekondigde) controles zijn bij bedrijven. Dit betekent ook scherpe keuzes maken als het gaat om investeringen door de provincie zelf, zoals in de infrastructuur. Bij niet te compenseren schade aan het milieu gaat een investering niet door. De provincie moet inzetten op het verbeteren van het vestigingsklimaat voor bedrijven, door meer ruimte te creëren binnen de bestaande regels. Het aanleggen van stevige bufferzones rond grote bedrijventerreinen zorgt voor minder geluids- en stofoverlast voor de omgeving en voor meer milieuruimte binnen het bedrijventerrein. Concreet: • Vergroting van de milieuruimte rond bedrijventerreinen door de aanleg van bufferzones. • Bij niet te compenseren schade aan het milieu gaat een investering niet door.
Sociaaleconomische vitaliteit De sociaaleconomische vitaliteit van het platteland hangt nauw samen met de bereikbaarheid (openbaar vervoer), de vergrijzing, het voorzieningenniveau en de bijdrage van het platteland aan de lokale economie. De provincie is verantwoordelijk voor het openbaar vervoer op het platteland en dient dus zorg te dragen voor een aantrekkelijk openbaarvervoernetwerk. Dit is ook van belang om een bepaald voorzieningenniveau in stand te houden, mensen moeten er immers wel kunnen komen. Bij voorzieningen ligt de rol van de provincie meer op het signale16
ren en verbinden, omdat voorzieningen binnen de bebouwde kom onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten vallen. De provincie kan de bijdrage van het platteland aan de economie sterk beïnvloeden: door goede (fiets/vaar)verbindingen kan zowel de lokale als de regionale economie profiteren van recreatie en toerisme, zeker in combinatie met (te beleven) natuur. Concreet: • Aantrekkelijk openbaar vervoer, waar mogelijk gekoppeld met Wmovervoer en schoolvervoer. De kleine kernen in Flevoland moeten zoveel mogelijk ontsloten blijven/worden. • In de kleine kernen horen voldoende woon-, werk-, en ontspanningsmogelijkheden aanwezig te zijn. • Inspannen om basisvoorzieningen (gezondheid, onderwijs en winkels) te handhaven. • Goede verbindingen op het platteland voor recreatie en toerisme.
Recreatie Recreatie en toerisme is een sector die op het platteland voor veel inkomsten kan zorgen, maar ook voor veel overlast. Het is continu zoeken naar het evenwicht daartussen. Recreanten komen voor rust en beleving, en hiervoor is de toegankelijkheid van de natuur belangrijk. Dat kan samengaan, mits duidelijk is wat waar mag en kan. De SGP is voorstander van niet-intensieve recreatie, waarbij de zondagsrust voorop staat. De provincie moet in haar omgevingsbeleid duidelijke keuzes maken, zodat iedereen weet waar hij of zij aan toe is. Duidelijkheid geeft bedrijven ook de mogelijkheid om investeringen te plannen. Concreet: • Ruimte voor niet-intensieve recreatie. • Duidelijke keuzes in het omgevingsbeleid.
17
18
4
Bereikbaarheid en openbaar vervoer Een van de kerntaken van de provincie is het bevorderen van de regionale bereikbaarheid en het regionaal openbaar vervoer. Alhoewel de provincie op deze gebieden zeker niet de volledige verantwoordelijkheid draagt, heeft zij hierbij wel een belangrijke taak: het verbinden van partijen en overheden en het aanjagen van processen die het genoemde doel dienen. Daarnaast heeft de provincie de taak om de centrale regie te nemen in de uitvoering van werkzaamheden rond provinciale wegen, rond vaarwegen en rond het openbaar vervoer. Knelpunten zijn onder andere de toenemende druk op het wegennet en de risico’s op het gebied van de verkeersveiligheid.
Verkeersveiligheid De provincie is verantwoordelijk voor de provinciale wegen. Juist op deze wegen gebeuren niet zelden ernstige ongelukken. Het uitgangspunt bij de aanleg en het onderhoud van provinciale wegen dient de optimale veiligheid van alle weggebruikers te zijn. De infrastructuur dient niet alleen voldoende te zijn, maar ook optimaal veilig. Het provinciale wegennet moet daarop steeds kritisch worden bezien en waar nodig onder handen genomen. Locaties waar veel ongelukken voorkomen, moeten met spoed worden aangepakt. Voorlichtingscampagnes moeten gebruikers van e-bikes bewust maken van de risico’s van deze vervoersmiddelen. Concreet: Ruim baan voor fietsers, onder andere door de aanleg van fietssnelwegen. Optimalisering van de verkeersveiligheid, door kritisch de verkeersongevallen te blijven volgen. Versnelde aanpak van de verkeersproblematiek Roggebotsluis. De Schokkerringweg wordt gezien als een zeer gevaarlijke weg in de provincie en zal aangepast moeten worden aan het zeer intensieve gebruik.
Verkeersdrukte De toenemende druk op het wegennet wordt veroorzaakt door woonwerkverkeer en recreatief verkeer. Naast de fileproblematiek speelt voor de SGP ook het milieuaspect mee: de schepping ondervindt schade van de toenemende verkeersdrukte. Het is dan ook een belangrijke taak van de provincie om carpoolen en het gebruik van het openbaar vervoer zo veel mogelijk te stimuleren en zelf in de praktijk te brengen. De provincie stimuleert het carpoolen door de aanleg van carpoolplaatsen te ondersteunen. Daarnaast is de verkeersdoorstroming een belangrijk punt. Fileknelpunten dienen voortvarend opgelost te worden. De Provincie moet bij het Rijk aandringen om het vollopen van de A27 op te lossen. Om op een goede wijze gestalte te geven aan haar opdracht, dient de provincie haar infrastructuur ook op de lange termijn op orde te hebben. Daarbij moet goed overwogen worden of de hoeveelheid asfalt past bij het verkeersaanbod. Alhoewel we voorzichtig moeten omgaan met het principe ‘meer meters asfalt’, moet deze oplossing indien nodig zeker niet geschuwd worden. De in uitvoering zijnde 19
capaciteitsvergroting van de A6 is daar een voorbeeld van. Als laatste noemen we de flessenhalzen die er zijn op het Overijsselse deel van de N50. Ze zijn levensgevaarlijk en houden het verkeer onnodig op. Een gedurige lobby om deze problemen op te lossen blijft nodig. Concreet: Optimaal gebruiksgemak bij het carpoolen (oplaadpunten, fietsenstalling). Opzet en uitbreiding van P&R-voorzieningen. Realisatie van goede verbindingen voor auto, openbaar vervoer en fiets naar Lelystad-Airport. Realisatie van de A30 tussen Alkmaar, Almere en Barneveld maakt Flevoland beter bereikbaar. De komst van de IJmeerverbinding blijft een wens van de SGP. Gezamenlijk met de provincie Overijssel baanverdubbeling (resterende delen) N50 bij het Rijk bepleiten. Verbreding N352 (oost-westverbinding Urk/Noordoostpolder) naar N50 met voorrang realiseren.
Openbaar vervoer Openbaarvervoervoorzieningen dienen goed te zijn, zowel de regiotaxi op het platteland als de lijndienst voor het overige streekvervoer (kernnet). Ook bedrijventerreinen dienen met het openbaar vervoer bereikbaar te zijn en te blijven. Voor de SGP is de sociale veiligheid in het openbaar vervoer een essentiële voorwaarde voor een goed functioneren van de voorzieningen. Daarnaast moet het openbaar vervoer ook ingezet worden om mindervaliden op een goede wijze vervoer te bieden. Rolstoeltoegankelijk openbaar vervoer is daarom een absolute must. De provincie moet het doelgroepenvervoer voor de Wmo op een goede wijze coördineren en ter hand nemen. De mobiliteitscentrale in Flevoland die invulling moet geven aan flexibele, vraag gestuurde mobiliteit, moet gestalte krijgen. De vastgestelde OV-beleid Flevoland moet geïmplementeerd worden en na twee jaar worden geëvalueerd en zo nodig bijgestuurd. Concreet: Optimale toegankelijkheid van het openbaar vervoer en borging van de veiligheid. Goede communicatie en afstemming van openbaar vervoervoorzieningen. Absolute toegankelijkheid van het openbaar vervoer voor mindervaliden. Implementeren van vraag gestuurd vervoer, naast de aanwezigheid van een kernnet. Stimuleren van burgerinitiatieven om lokaal vervoer te realiseren in een zorgzame samenleving. Lobby voor verdubbeling van het spoor van de Flevolijn.
Binnenvaart De provincie heeft ook als taak om de binnenvaart zo veel mogelijk te faciliteren. Hierbij kan worden gedacht aan goede havenfaciliteiten, maar ook aan zo veel mogelijk stroom- en watervoorzieningen voor binnenvaartschepen die aanleggen. Realisatie van Flevokust en de Maritieme servicehaven bij Urk moet snel ter hand worden genomen. Om het perspectief voor de maritieme sector in onze provincie te vergroten is verdieping en verbreding van de sluizen bij Kornwerderzand van groot belang.
20
Concreet: Optimaal faciliteren van de binnenvaart door Flevokust en de buitendijkse haven bij Urk te realiseren. Doorgaande lobby voor verdieping en verbreding van de Kornwerderzandsluizen. Eventuele provinciale steun moet mogelijk zijn.
21
22
5
Economie Een gezonde en sterke (regionale) economische ontwikkeling is onmisbaar. De taak van de provincie is primair het scheppen van goede voorwaarden en ruimte waarin het bedrijfsleven zich op een verantwoorde wijze kan ontwikkelen. Dit is noodzakelijk voor voldoende werkgelegenheid en leefbaarheid. De Bijbelse opdracht van rentmeesterschap waarin een ieder zijn verantwoordelijkheid vorm en inhoud kan geven, moet daarin tot zijn recht komen. De overheid heeft als taak duidelijke grenzen te stellen. Geen onnodig ruimtebeslag, geen uitbuiting van de aarde en geen roofbouw op toekomstige generaties. De SGP is tegenstander van de 24-uurseconomie en voorstander van een werkweek waarin de zondag als rustdag wordt geëerbiedigd. De samenleving moet haar collectieve rustmomenten koesteren en bevorderen om het sociale (gezins)leven te stimuleren. Een innovatief en groeiend bedrijfsleven is de opdracht van iedere ondernemer. De provincie schept geen werk, houdt ook geen bedrijven staande. De taak van de provincie is het scheppen van goede voorwaarden, waarin het bedrijfsleven zijn plaats heeft en zich goed kan ontwikkelen. De provincie acteert daarin als structuurversterker. Ook als regisseur in het samenbrengen van het onderwijs en het bedrijfsleven kan zij een taak hebben. Concreet: • Werken aan een goed ondernemers- en vestigingsklimaat. • Aansluiting op het topsectorenbeleid van het Rijk. • Verduurzaming en toepassing van de ladder van duurzame ontwikkeling. • Minder en/of eenvoudiger regels en snelle vergunningverlening bevorderen. • Toezicht op de wet- en regelgeving door een adequaat handhavingsprogramma afgestemd op de verantwoordelijkheid van het bedrijf. • Benutting van Europese fondsen, zoals EFRO.
Bedrijven en behoeften Van belang is dat de ruimtelijke inrichting door de provincie mogelijkheden biedt voor een verantwoorde ontwikkeling van het bedrijfsleven zonder onnodige belemmeringen. Dit aanbod dient passend te zijn. Daar waar de ruimte te groot is zal deze teruggebracht moeten worden ten gunste van daar waar uitbreiding is gewenst. In het landelijk gebied moet ruimte zijn voor lokaal gewortelde bedrijvigheid. Gelet op hun vaak grote sociale betrokkenheid moeten er ontwikkelingsmogelijkheden zijn voor de betreffende bedrijven. Concreet: • Aandacht voor de kwaliteit van terreinen en tegengaan van verrommeling en leegstand. • Regionale afstemming van bedrijvigheid. • Meer functioneel gebruik van bedrijventerreinen en waar mogelijk meerlaags bouwen, inclusief parkeergelegenheid. • Door transitie inspelen op de veranderingen in de ruimtebehoefte.
23
•
Bedrijvigheid stimuleren en de initiatieven van bedrijven, kennisinstellingen en overheden bundelen.
Bedrijven en infrastructuur De mobiliteit van personen en goederen moet goed geregeld zijn. Belangrijk is een integraal beleid waarbij kantoren goed bereikbaar zijn met het openbaar vervoer en bedrijventerreinen goed zijn aangesloten op een wegeninfrastructuur die zo min mogelijk door bewoond gebied loopt. Er dient voldoende ruimte te zijn voor bedrijven aan het water. Flevokust en de Maritieme Servicehaven op Urk zijn hier de invulling van. De uitbreiding van Lelystad Airport geeft veel werkgelegenheid en moet daarom snel worden gerealiseerd. Daarmee kan OMALA ook gaan doen waarvoor ze is opgericht. Wel zullen we oog moeten hebben voor de hinder en onzekerheid die omwonenden van het vliegveld ondervinden. Concreet: • Goede ontsluiting van bedrijven (Lelystad Airport, Trekkersveld e.d.) op de infrastructuur, zoals wegen, spoor, water en openbaar vervoer. • Ruimte voor watergebonden bedrijvigheid en overslag in Flevokust en Urk.
Detailhandel De detailhandel bevindt zich in moeilijke omstandigheden. Dit wordt niet alleen veroorzaakt door de economische crisis, maar ook door de grote veranderingen in het koopgedrag, denk daarbij aan internetwinkels. Een florerende middenstand is niet alleen van essentieel belang voor de leefbaarheid van stads- en dorpscentra, maar ook voor de leefbaarheid van dorpsgemeenschappen. De winkels moeten in de centra geconcentreerd blijven. Dit kan vergrijzing van kleine kernen tegengaan. Concreet: • Concentratie van de detailhandel in de binnensteden en dorpen. • Volumineuze goederen op beperkt aangewezen terreinen, bij voorkeur niet ver van de centra.
Land- en tuinbouw De land- en tuinbouw vormt een belangrijke sector die in de crisis overeind is gebleven. De agrarische sector levert een zeer essentiële bijdrage op het gebied van de export en is van belang voor de voedselvoorziening; niet alleen voor ons land, maar ook voor de wereldbevolking. Flevoland is aangelegd voor de voedselproductie van Nederland. De gronden met de hoogste productiecijfers liggen in Flevoland. Deze gronden moeten we koesteren en niet wijzigen in natuurgebieden, die ook elders gerealiseerd kunnen worden. De SGP is tegen de komst van de Floriade en zal het verdere proces kritisch volgen. Concreet: • Bevordering van de onderzoeksmogelijkheden en de toepassing van nieuwe technologieën, zoals geothermie in de tuinbouw. • Aandacht voor het milieu, verduurzaming en dierenwelzijn. • Emmeloord promoten als “World Potato City” • Ruimte voor de landbouw in al zijn facetten. • Ruimte en aandacht voor gezinsbedrijven. • Voldoende ruimte voor kwalitatieve ontwikkelingen binnen de intensieve veehouderij.
24
Visserij De visserij is een internationaal optredende bedrijfstak. Van belang bij deze sector is de innovatie en de opleiding. De provincie kan haar bijdrage leveren door de juiste voorwaarden te scheppen waaronder de visserij zich kan ontwikkelen. De maritieme en nautische sector dient te worden gestimuleerd. Innovatie en verduurzaming behoort uitgangspunt te zijn. Door nemen van maatregelen moet de visstand in het Markermeer en IJsselmeer verbeteren zodat op termijn, dit meer voor de beroepsvisserij weer interessant wordt. Het nationaal Deltaprogramma dient kritisch te worden gevolgd, met name de gevolgen van een flexibel peilbeheer van het IJsselmeer. Concreet: • Stimulering innovatie en verduurzaming visserij. • Bijdrage aan de infrastructuur van de opleidingen in de visserij. • Bundeling alle bedrijvigheid in de visserijketen. • Stimulering visserijbedrijfsleven binnen Europa. • Tegengaan bureaucratie en administratieve lasten.
Onderwijs en arbeidsmarkt Het onderwijs en de arbeidsmarkt sluiten niet goed op elkaar aan. Bedrijven kunnen onvoldoende gekwalificeerde mensen aantrekken, voornamelijk technisch personeel. De provincie kan zich inzetten om een bijdrage te leveren aan het samenbrengen van onderwijs en arbeidsmarkt. Concreet: • Samenbrengen van het bedrijfsleven, het onderwijs en het onderzoek. • Vakmanschap behouden en blijven ontwikkelen, ook bedrijfsopleidingen door de bedrijven zelf stimuleren. Dit geldt met name voor specifieke bedrijven, zoals de verwerking van composieten. • Participatie van achterstandsgroepen bevorderen. • Stimuleren van stageplaatsen.
Toerisme Het toerisme draagt bij aan de economische ontwikkeling en is van belang voor onder andere de detailhandel en de horeca. De provincie kan het toerisme bevorderen en het verbinden met recreatie. Handhaving van de zondagsrust is voor de SGP belangrijker dan recreëren op Gods dag. Concreet: • Samenbrengen van het toerisme, de horeca en de detailhandel. • Aanwezige natuur en recreatie gebruiken voor de versterking van het toerisme. • Cultuurhistorische waarden uitnutten.
25
26
6
Culturele infrastructuur en monumentenzorg Cultuur en kunst verrijken het leven. De creatieve bron en de gaven die God aan mensen schenkt, dienen tot ontplooiing te worden gebracht. De provincie dient dan ook verantwoorde kunstuitingen te bevorderen, waarbij zedelijke normen en waarden de randvoorwaarden zijn. De provincie moet met name oog hebben voor kleinschalige amateurkunst en cultuur (te denken valt aan taal, klederdracht en orgelcultuur).
Cultureel erfgoed Flevoland bezit als jonge provincie veel cultuurhistorische schatten, waaronder Urk, Schokland en Oud-Kraggenburg. De SGP hecht veel belang aan het behoud en de benutting van ons cultureel erfgoed in Flevoland. Het is belangrijk dat dit erfgoed zowel fysiek als digitaal goed toegankelijk is. Andere cultuuruitingen die beroep doen op provinciale subsidies, zoals dans en podiumkunsten zal de SGP niet steunen. Concreet: • Archeologisch onderzoek vindt plaats naar scheepswrakken en vliegtuigen in de polder. • Archeologische vindplaatsen worden zoveel mogelijk opengesteld voor publiek en worden op deze manier beleefbaar gemaakt. • Bij provinciale plannen wordt rekening gehouden met cultuurhistorische waarden, zoals het beschermd dorpsgezicht van Urk. • Renovatie van het palenscherm op Urk juichen we toe. • Musea moeten laagdrempelig zijn, ook voor de jonge bezoeker moet het informatie bieden. • Er zal in de provincie een herbezinning moeten komen over de bestemming van lege kerkgebouwen. Deze gebouwen vertegenwoordigen de zeer diverse oorsprong van de inwoners van Flevoland en hebben op die manier ook waarde voor de geschiedenis van Flevoland. • Restauratiebehoeften monumenten inzichtelijk maken.
Schokland Schokland is een parel van het Flevolandse erfgoed. Op en rond het eiland zijn resten van eeuwenlange bewoningsgeschiedenis te vinden. Het is een symbool van de niet aflatende strijd van Nederlanders tegen het water. Dit is de reden dat het eiland met zijn omgeving in 1995 als eerste in Nederland de status van Unesco Werelderfgoed heeft verkregen. Belangrijkste uitdaging voor komende jaren is het behoud van het erfgoed in de huidige financieel-economische situatie en een verdere uitbouw van het bezoekersaantal. Voor een toerist die op Schiphol aankomt, moet Schokland een keus zijn in het programma wat wordt voorgeschoteld.
27
Concreet: • De werelderfgoedstatus van Schokland blijft behouden. Het is belangrijk dat ontwikkelingen die daarvoor nodig zijn aansluiten bij de vraag van het publiek. • Het rijk heeft belang bij Schokland en moet de rol pakken die past bij haar verantwoordelijkheid. • Er is aandacht voor de agrarische belangen. Agrarisch gebied in de omgeving van Schokland wordt zoveel mogelijk ontzien. • De bodemdaling in het gebied van Schokland zorgt op lange termijn voor een wateropgave (waterhuishoudkundige problemen). Deze langetermijn-kwestie wordt betrokken bij de plannen voor Schokland.
Cultuureducatie De SGP vindt het belangrijk om de cultuurhistorie breed uit te dragen. Een land dat zijn geschiedenis niet kent heeft geen toekomst. Flevoland bezit een eigen identiteit, verrezen uit het water. Het is waardevol deze historische kennis over te dragen aan de jeugd. Ook bibliotheken vragen betrokkenheid van de provincie. Deze culturele voorzieningen zijn onmisbaar voor een toegankelijke informatievoorziening. De SGP wijst het aanbod van producten die strijdig zijn met Gods Woord af. Concreet: • Ontwikkeling van lesbrieven voor scholen over de geschiedenis van onze provincie. • We vragen de basisbibliotheken in Flevoland om een bibliotheekplan, met als uitgangspunt dat de fysieke bibliotheken, ondanks gemeentelijke bezuinigingen, in stand blijven. • We subsidiëren, indien nodig, de bibliotheken zonder daarbij de rol van de zes Flevolandse gemeenten over te nemen.
Erfgoedpark Batavialand De bedoeling is dat een nieuw Erfgoedpark Batavialand wordt gerealiseerd in Lelystad. Dit Erfgoedpark is een museale presentatie van het Flevolandse erfgoed. De SGP steunt een incidentele investering van 3 miljoen euro in dit park onder bepaalde voorwaarden. Het is goed dat het Flevolands erfgoed wordt uitgedragen, maar het Erfgoedpark moet niet te grootschalig worden opgezet. Het is goed ook aandacht te hebben voor structurele ondersteuning van kleinschalige kunst en cultuur. De zondag is voor de SGP een dag van rust en bezinning. Het is van belang dat deze dag bij provinciale activiteiten wordt ontzien. Concreet: • In het Erfgoedpark is aandacht voor het ontstaan van de provincie, en de opgravingen bij Swifterbant, Schokland en de cultuurhistorische waarde van Urk. Het gaat om een incidentele bijdrage en er moet een sluitende business case komen die de structurele continuïteit garandeert van het Erfgoedpark in Lelystad. Er is een realistisch publieksbereik voor het Erfgoedpark en ook private partijen dragen hun steentje bij.
28
29
7
Kwaliteit van het openbaar bestuur Provincie Flevoland als overheid Voor de SGP is de overheid ‘Gods dienares’, een door God gegeven gezag om het land te besturen. In Nederland kennen wij daarbij de rechtstaat, een groot goed waarop we zuinig moeten zijn. Dit houdt in dat de overheid zelf voor haar regels staat en daar rechtvaardig de hand aan houdt. Het zorgen voor orde en veiligheid en het bevorderen van recht en gerechtigheid is hiermee de kerntaak van de overheid. Flevoland bezit een eigen identiteit als jongste provincie van Nederland. Een provincie verrezen uit het water. Een provincie in groei en een provincie waar we trots op zijn. Flevoland is een provincie die er wezen mag en die eigenheid moet bewaard blijven. De SGP staat dan ook voor het behoud van onze provincie en negatief tegenover bestuurlijke herindeling of opschaling. Vrijwillig bestuurlijk partnerschap en bestuurlijke samenwerking juicht de SGP toe. Waar nodig moeten de handen in elkaar worden geslagen en moeten de zaken gezamenlijk worden aangepakt. De burgers in de provincie moeten kunnen rekenen op vertegenwoordigers die staan voor hun zaak, betrouwbaar en integer zijn. Alleen zo kan de burger vertrouwen hebben in het bestuur. Een betrouwbare overheid is in de ogen van de SGP ook een overheid die vanuit een vast principe handelt. Politici dienen te handelen uit het besef een ambt te bekleden en om die reden een voorbeeldfunctie te vervullen. Hun integriteit mag niet ter discussie staan. Dit geldt eveneens voor de ambtenaren. Daarnaast dient hun klantvriendelijkheid optimaal te zijn. De SGP kiest in de politiek altijd voor een constructieve opstelling. Wij willen niet onnodig denken in de tegenstelling oppositie-coalitie. Elk voorstel dient op zijn merites beoordeeld te worden. De SGP ziet in de periode 2015-2019 graag dat zowel Provinciale Staten als Gedeputeerde Staten investeren in een open bestuurlijke cultuur. Dit maakt het mogelijk om samen te werken aan een beter en mooier Flevoland, alhoewel beide hun eigen verantwoordelijkheid en bestuurlijke positie hebben. Concreet: Behoud van Flevoland als zelfstandige provincie. Geen nieuwe bestuurlijke structuren, maar een provincie met heldere kerntaken. Flevoland is de bondgenoot van de zes Flevolandse gemeenten en het waterschap en betrekt deze maximaal bij het beleid. De provincie draagt zorg voor de behartiging van belangen, ook richting het Rijk en de Europese instellingen. De organisatie van onze provincie moet ingericht zijn op een “doementaliteit”. De korte lijnen moeten in stand blijven. Het uitgangspunt is: meer doen, minder bureaucratie.
30
Flevoland moet een lichte provincie zijn en hierbij past het dat de formatie (aantal ambtenaren) niet toeneemt.
Omroep Flevoland De SGP vindt het een goede zaak dat op Omroep Flevoland wordt bezuinigd, maar is wel van mening dat de regionale omroep van belang is voor de regionale verslaggeving. De gelden van de (provinciale) overheid moeten dan ook zodanig zijn dat de functie van de verbreiding van regionaal nieuws voldoende in stand kan blijven. Omroep Flevoland dient ook de functie van rampenzender te hebben, een belangrijke taak in geval van nood. De verantwoordelijke staatssecretaris voor de regionale omroepen heeft onlangs het plan gelanceerd om de omroepen te laten samenwerken op het gebied van personeelszaken, salarisadministratie en inkoop. De SGP is een groot voorstander van een efficiëntere organisatie van Omroep Flevoland en staat positief tegenover dit plan.
Europa Een onderdeel van de eerder genoemde bestuurlijke samenwerking is de samenwerking op Europees niveau. Vanuit het Interprovinciaal Overleg (IPO) vinden op dit gebied vele activiteiten plaats en gestructureerd per onderwerp vindt op Europees niveau beleidsmatig overleg plaats. De SGP staat niet afwijzend tegenover dit schaalniveau van samenwerking, maar is van mening dat het nut moet opwegen tegen de kosten. Voordat overleg op deze schaal wordt aangegaan, moet helder zijn dat het voldoende concrete resultaten oplevert voor de provincie. Concreet: Samenwerking op Europees niveau, mits het belang van Flevoland hiermee direct gediend is.
Financiën Het uitgangspunt voor een degelijk financieel beleid dient een sluitende meerjarenbegroting te zijn. Het totale inkomsten- en uitgavenpakket van de provincie dient ook altijd financieel in balans te zijn én beleidsmatig doordacht en verantwoord. De doelmatigheid van de uit te geven gelden moet voortdurend getoetst worden aan de aspecten: (wettelijke) noodzakelijkheid, nuttigheid en wenselijkheid. De provinciale overheid moet als een goed rentmeester op een verantwoorde manier omgaan met haar gelden. Het rijk en de provincies zijn bezig met een analyse naar het provinciefonds, de grootste inkomstenbron van de provincies. De komende jaren wordt duidelijk of er een nieuw verdeelmodel komt voor het provinciefonds. De SGP houdt dit proces nauwlettend in de gaten en brengt het belang van Flevoland als jongste provincie van Nederland in. Concreet: Sober financieel beleid om de lasten voor de burger zo laag mogelijk te houden.
Financiering van Verkeer en Vervoer De provincie ontvangt van het rijk een Brede Doeluitkering (BDU) verkeer en vervoer. Deze uitkering is voor Flevoland ongeveer € 50 miljoen per jaar. De uitkering
31
mag alleen worden gebruikt voor dat doel: verkeer en vervoer. Het voornemen van het rijk is om deze uitkering in 2015 toe te voegen aan het provinciefonds. Vanaf dat moment hoeft de provincie Flevoland het budget niet specifiek meer te besteden aan verkeer en vervoer. De SGP vindt verkeer en vervoer belangrijk en dit geld moet dan ook beschikbaar blijven voor de regionale bereikbaarheid. Concreet: De huidige gelden voor verkeer en vervoer worden ook in 2015 en verder voor dit doel bestemd.
Meerjarenbegroting Voor het opstellen van een sluitende meerjarenbegroting dient het voorgenomen provinciaal beleid in SMART-geformuleerde (dus specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdgebonden) indicatoren te worden vertaald. Deze zijn: wat willen we bereiken (uitkomst), wat gaan we ervoor doen (prestaties) en wat mag het kosten (middelen). Deze indicatoren gelden als kaderstellend en op basis daarvan wordt in de rapportages verantwoording afgelegd. Bij dit beleid behoort voor de bewaking een deugdelijk financieel controlesysteem. Hierbij hoort ook de vraag of de provinciale organisatie efficiënt en effectief werkt. Concreet: Structureel sluitende meerjarenbegroting. Vertaling van het provinciaal beleid in SMART-geformuleerde indicatoren. Deugdelijke onderbouwing van reserves en voorzieningen. Goed financieel controlesysteem.
Belastingen Bij het vaststellen van de provinciale leges en de opcenten op de motorrijtuigenbelasting dient volgens de SGP het uitgangspunt te zijn dat deze hooguit trendmatig verhoogd mogen worden, bij voorkeur met een maximum van het inflatiepercentage. Bij tekorten moet eerst gezocht worden naar bezuinigingsmaatregelen en mogen met name de opcenten op de motorrijtuigenbelasting niet functioneren als melkkoe. Uit de Programmabegroting 2015-2018 van de provincie Flevoland blijkt een oplopende reservepositie met een reserve die boven de geldende indicatoren uitkomt. De SGP is van mening dat er een goede balans moet zijn tussen de financiele reserves van onze provincie en de omvang van de provinciale opcenten. In de Programmabegroting is gerekend met een indexering van de provinciale opcenten met 2% per jaar vanaf het jaar 2016. Mits de provinciale financiën en de ontwikkeling van het voertuigbestand dit toelaten, staat de SGP voor om de indexatie vanaf het jaar 2016 te laten vervallen. Concreet: Het financieel beleid moet voorzichtig zijn, maar waar het kan worden de provinciale opcenten niet geïndexeerd of verlaagd. Indien indexatie van de provinciale opcenten op enig moment onvermijdelijk is, bedraagt deze maximaal de inflatieontwikkeling.
Subsidies Subsidies vanuit de provincie aan instellingen zijn naar hun aard aanvullend op andere inkomstenbronnen. Bij voorkeur dient gekozen te worden voor budgetfinanciering met concrete prestatieafspraken. Jaarlijks vindt verantwoording plaats
32
over de verstrekte subsidies en bereikte resultaten. Hieruit volgt dat volgens de SGP in principe geen langjarige subsidierelaties dienen te worden aangegaan, alhoewel de continuïteit van organisaties daarbij niet uit het oog moet worden verloren. De subsidies worden zo mogelijk jaarlijks geëvalueerd en getoetst op doelmatigheid en doeltreffendheid. Concreet: Subsidies moeten bijdragen aan de provinciale doelen. Niet alleen meten of subsidies verantwoord zijn uitgegeven, maar ook de effecten van subsidies meten. Subsidies worden zo mogelijk jaarlijks geevalueerd op nut en noodzaak. Identiteitsgebonden instellingen worden net zo behandeld als algemene instellingen.
Waterschap Zuiderzeeland De SGP wil de betekenis van het waterschap in ons gebied, Waterschap Zuiderzeeland, onderstrepen. Het is immers van groot belang dat de waterhuishouding op orde is. Belangrijk is dat de relatie tussen het waterschap enerzijds en de provincie anderzijds optimaal is. De provincie dient haar taak richting het waterschap op een goede en constructieve wijze op te pakken, met respect voor de autonomie van het waterschap. De SGP heeft veel waardering voor de kennis en kunde van het waterschap. Het belang van de taken van het waterschap wordt alleen al duidelijk als we bedenken dat Flevoland een ‘badkuip’ is: binnen de dijken wonen en werken we vaak meters onder NAP. Concreet: Bij ruimtelijke ontwikkelingen en andere provinciale plannen moet het veiligheidsbelang goed worden geborgd en vindt afstemming plaats met het waterschap om haar kennis te benutten.
33