Voor: Alle leerlingen van de onderbouw
Een: OVERZICHT van wat je in de bovenbouw kunt kiezen Lees: deze gegevens en bespreek ze thuis Met: een beetje moeite kies je voor jezelf .....
2012
2
INHOUDSOPGAVE
De leerwegen op College De Brink De leerroutes op College De Brink De sectoren op College De Brink De keuzes op en na College De Brink Afdeling Bouwtechniek (BWI) Afdeling Instalektro Afdeling Grafimedia Afdeling Voertuigentechniek (Mobiliteit) Afdeling Handel & administratie (CD) Afdeling Zorg & welzijn Afdeling Consumptief (HTV) Restaurant Ostrea
pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina
3
5 6 6 8 9 10 11 12 13 14 15 16
4
WAT ZIJN DE MOGELIJKHEDEN? Beste leerlingen, geachte ouders, De onderbouw is bij het kiezen voor later een heel belangrijke periode. Het is van groot belang om goed op de hoogte te zijn van alle mogelijkheden. Daarom dit boekje. Op de volgende bladzijden wordt voor onze leerlingen en hun ouders/verzorgers een overzicht gegeven van de mogelijkheden na de onderbouw (klas 1 en 2) in het vmbo. Per afdeling volgt een toelichting op de inhoud van het onderwijs en de doorstroommogelijkheden.
LEERWEGEN In de loop van het tweede leerjaar krijgen de leerlingen een advies over de te volgen leerweg (niveau) in de bovenbouw. Op basis van capaciteiten en aanleg wordt bepaald welke leerweg een leerling kan volgen. De leerwegen zijn ingevoerd om de overgang naar het vervolgonderwijs zo vloeiend mogelijk te laten verlopen. Zij leiden allemaal naar het middelbaar beroepsonderwijs.
MAVO (Gemengde leerweg/Theoretische leerweg) Deze leerweg is bestemd voor leerlingen die niet veel moeite hebben met studeren. Met deze leerweg is doorstroming naar vak- en middenkaderopleidingen (niveau 3 en 4 van het MBO) mogelijk. Op College De Brink bieden we in de gemengde leerweg in het derde leerjaar zes vakken aan: vijf theorievakken (AVO) en één beroepsgericht vak (m.u.v. consumptieve techniek (HTV) kan hiervoor een keuze gemaakt worden uit alle beroepsafdelingen binnen College De Brink). Wanneer de capaciteiten, motivatie en resultaten het toelaten is het mogelijk één extra theorievak te kiezen, waarmee een diploma van de theoretische leerweg gehaald kan worden. Inclusief het beroepsgerichte vak kun je dan een uniek diploma behalen met theoretische en praktische inhoud. Het beroepsgerichte vak is voor een theoretische leerweg diploma niet verplicht. De inhoud en het niveau van de examens zijn in de gemengde- en theoretische leerweg gelijk en het verschil zit hem alleen in het zesde theorievak. LET OP: Tot de MAVO wordt niet iedereen toegelaten die dat zou willen. Er moet een goede kans zijn dat je de opleiding aan kunt. Daarvoor kijken we naar de rapportcijfers, maar ook de werkhouding is van belang.
De kaderberoepsgerichte leerweg (KL) Deze leerweg bereidt voor op de vak- en middenkaderopleidingen in het mbo (Middelbaar Beroeps Onderwijs). Leerlingen die liever kennis op doen door ook praktisch bezig te zijn kiezen hiervoor. De algemene vakken worden in principe op hetzelfde theoretische niveau aangeboden als in de gemengd/theoretische leerweg. Vanuit de kaderberoepsgerichte leerweg is toelating mogelijk tot niveau 3 en niveau 4 van het mbo. In het arbeidsproces kunnen deze leerlingen meer in de leidinggevende functies terecht komen.
De basisberoepsgerichte leerweg (BL) Deze leerweg is bedoeld voor de zeer praktisch ingestelde leerlingen. In het derde leerjaar wordt ongeveer de helft van de lessen in de praktijk aangeboden. Het niveau van de algemene vakken is minder zwaar. Via de basisberoepsgerichte leerweg kan een leerling toegelaten worden tot niveau 2 van het mbo. In het arbeidsproces zullen zij later vooral de uitvoerende werkzaamheden verrichten.
5
Het leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) Leerlingen kunnen om verschillende redenen (leerproblemen, concentratie problemen of sociaal emotionele problemen) meer individuele begeleiding nodig hebben. Het lwoo wordt gekenmerkt door het werken in kleine groepen en een duidelijk, gestructureerd lesaanbod.
LEERROUTES Op College De Brink bieden we zo veel mogelijk onderwijs op maat. Om vooral ook tegemoet te komen aan de praktische leerstijlen van onze leerlingen (het zijn vooral doeners) zijn de Vakcolleges en het VM2-traject ontwikkeld. Het Vakcollege Techniek Vind je techniek leuk en wil je daar werk van maken? In het Vakcollege ga je direct aan de slag. Een zesjarig traject, die je afsluit op minimaal mbo niveau 2. Het Vakcollege Mens & Dienstverlenen Vind je omgaan met mensen leuk en wil je daar werk van maken. Het Vakcollege is uniek omdat het een zesjarig traject is met heel veel uren praktijk. Vakcollegeleerlingen hebben een afwijkend LOB-traject. De oriëntatie op de praktijkafdelingen van de bovenbouw gebeurt al direct in leerjaar 1 via de lessen Techniek & Vakmanschap. Voor leerjaar 3 kiezen de leerlingen wel voor een afdeling in de bovenbouw (zie ook onze website). Het VM2-traject In de afdeling consumptief bieden we in leerjaar 3 ook het VM2-traject. Een doorlopende leerroute van het vmbo en het mbo, die je afsluit met tenminste een diploma op niveau 2.
SECTOREN Op College De Brink kunnen leerlingen kiezen voor de sector Economie, Techniek of Zorg & Welzijn. Binnen de sectoren wordt een keuze gemaakt voor een afdeling. De sector Economie kent de afdelingen Handel & administratie (Commerciële Dienstverlening) en consumptief (HTV: horeca, toerisme en voeding). De sector Techniek bestaat uit bouwkunde, grafimedia, instalektro en voertuigentechniek (mobiliteit). De sector Zorg & Welzijn kent de afdeling Zorg en Welzijn breed. Sector Economie. In onze economische opleidingen volgen alle leerlingen lessen Nederlands, Engels, maatschappijleer, ckv, lichamelijke opvoeding en de beroepsgerichte vakken van handel & administratie, horeca, toerisme of voeding. Het sectorgebonden vak is economie. Voor de kaderleerlingen is er een keuze mogelijk tussen Duits of wiskunde. Sector Techniek. Alle leerlingen volgen de lessen Nederlands, Engels, maatschappijleer, lichamelijke opvoeding, ckv, wiskunde, praktijk, vaktheorie en vaktekenen. Het sectorgebonden vak is natuur/scheikunde. Sector Zorg & Welzijn. De derde beroepssector die op College De Brink wordt aangeboden is die van Zorg & Welzijn breed. Naast de algemeen vormende vakken (Nederlands, Engels, maatschappijleer, ckv, lichamelijke opvoeding) is biologie het sectorgebonden vak. Tevens is er een keuze mogelijk tussen wiskunde of aardrijkskunde (m&m).
6
In onderstaand schema wordt duidelijk welke leerwegen per sector en per afdeling worden aangeboden.
Sector
Afdeling
Basis
Kader
Economie Handel & (CD) administratie Consumptief (HTV)
x
x
x
x
Bouwtechniek (BWI) Grafimedia Instalektro Voertuigen (MB)
x
x
x x x
x X X
X X
X
Techniek
Zorg & Welzijn
Mavo
Zorg & welzijn breed
x
X lwoo vmbo
7
X X X X vmbo
WANNEER VALLEN DE KEUZES OP COLLEGE DE BRINK? Aan het einde van het eerste leerjaar maken de leerlingen kennis met alle afdelingen op College De Brink. Dit gebeurt door een zogenaamde afdelingscarrousel, waarbij de leerlingen alle afdelingen kunnen bezoeken. Tegelijkertijd besteden de mentoren aandacht aan het keuzeproces tijdens de mentorlessen. Eind mei van het eerste leerjaar maken de leerlingen een keuze voor een tweetal afdelingen, waarmee zij nader kennis willen maken. Dit gebeurt in de lessen PSO (Praktische Sector Oriëntatie) in leerjaar 2. In september aan het begin van het tweede leerjaar starten de lessen PSO. In twee blokken van zeven weken maken zij kennis met de sectoren economie, techniek en zorg & welzijn of het vak technologie voor gth-leerlingen In november maken alle leerlingen uit de tweede klas een beroepentest. Een advies voor een te volgen afdeling of leerweg wordt gegeven in februari van het tweede leerjaar. In de periodes daarvoor vragen de decanen of mentoren regelmatig naar de toekomstplannen van de leerlingen. De definitieve keuze voor een afdeling wordt in februari gemaakt. Vanaf dat moment wordt in de PSO-lessen een beroepsgericht programma in de gekozen afdeling gevolgd. Op de ouderavonden (in 2012 ook op 2 april) zullen we deze zaken nog eens nader toelichten. Tevens krijgt u op één van deze avonden de mogelijkheid om ook zelf kennis te maken met de afdelingen waarvoor uw zoon of dochter kiest.
KEUZEMOGELIJKHEDEN NA COLLEGE DE BRINK Na het vmbo volgt veelal het middelbaar beroeps onderwijs. Vanuit de mavo is ook doorstroming mogelijk naar de bovenbouw van het havo. Binnen het mbo zijn alle opleidingen in vier niveaus onder gebracht: Niveau 1: de assistentenopleiding (drempelloos) Niveau 2: de basisberoepsopleiding (ten minste een basisberoepsgericht diploma) Niveau 3: de vakopleiding (ten minste een kaderberoepsgericht diploma) Niveau 4: De middenkaderopleiding en de specialistenopleiding (dit niveau komt overeen met bijvoorbeeld de vroegere mts- of meao-opleidingen en is toegankelijk met een kaderberoepsgericht, een gemengd of een theoretisch diploma). In de mbo-opleidingen bestaan twee leerwegen: Beroepsbegeleidende leerweg, niveau 1 en 2 (BBL). Na elke vakrichting (ook na de theoretische leerweg) kun je kiezen om te gaan werken en daarbij een vakopleiding te volgen door één dag per week naar school te gaan. Je volgt dan mboberoepsbegeleidend onderwijs, vroeger ook wel leerlingstelsel genoemd. Je begint dan meestal met een basisberoepsopleiding (niveau 2). Daarna zijn er nog voldoende opleidingen om door te studeren. Doorstroom naar niveau 4 is goed haalbaar maar je doet daar soms langer over. Op deze manier kun je ook de benodigde papieren halen om een eigen bedrijf te kunnen beginnen. Beroeps opleidende leerweg niveau 3 en 4 (BOL). Deze drie of vierjarige opleidingen zijn overwegend theoretisch gericht. Voor praktische opleidingen ga je naar het beroepsbegeleidend onderwijs of de tweejarige mbo-opleidingen op niveau 2 bij een R.O.C. (Regionaal Opleidings Centrum). Voor leerlingen die niet toelaatbaar zijn tot niveau 3 of 4 is er de 2-jarige mbo-opleiding op niveau 2. Het niveau van deze opleiding is gelijk aan het niveau van het beroepsbegeleidend onderwijs. De praktijk krijg je voor een deel op school en voor een deel in bedrijven waar je stage gaat lopen. Je leert daarmee meerdere bedrijven kennen.
8
BOUWTECHNIEK (BOUWEN, WONEN, INTERIEUR) Bij ons op school kun je een algemene opleiding in de bouwtechniek (bouwen, wonen en interieur) volgen. Daarin wordt aandacht besteed aan de onderdelen timmeren, meubelmaken, metselen, machinale houtbewerking en schilderen. De afdeling bouwen, wonen en interieur heeft dan ook verschillende lokalen ter beschikking. Een lokaal voor tekenen en vaktheorie, een afdeling voor machinale bewerkingen, een ruimte voor stellen en metselen, een hoekje voor schilderen en betonwerk en nog veel meer. In de lessen worden bijna alle vaardigheden uit de bouw en het meubelmaken aangeboden. Afwisselend en leerzaam. Met een diploma in deze richting kun je bij een aannemer gaan werken (in nieuwbouw of renovatie), bij een schildersbedrijf, in de meubelmakerij of misschien ook wel in de jachtbouw. Bij de opleiding is de praktijk erg belangrijk, maar je krijgt natuurlijk ook theorielessen. Een nieuw vak in de derde klas is vaktheorie. Daar leer je hoe huizen en dergelijke gebouwd worden. Ook leer je tekenen (autocad tekenen) en tekeningen lezen. Want wat je gaat maken staat altijd op een tekening. Je krijgt een werkboek met cd-rom. De lesstof wordt via internet gemaakt, dat kan zowel thuis als op school. VERDER LEREN. Je kunt in al deze richtingen verder gaan met je opleiding. Dat gebeurt dan in de Beroeps Begeleidende Leerweg (B.B.L.) of de Beroeps Opleidende Leerweg (B.O.L.). Als je het vmbo afsluit met een basisdiploma kun je gaan werken en leren in een B.B.L. opleiding (niveau 2). Je gaat dan één dag naar school en vier dagen werken. Het werken gebeurt bij speciale opleidingsbedrijven. Deze bedrijven hebben direct contact met het R.O.C. waar je één dag in de week naar school gaat voor het theoriegedeelte van de opleiding. Via het opleidingsbedrijf wordt je geplaatst bij diverse bouwbedrijven, waar je vier dagen in de week gaat werken. Sluit je het vmbo af met een kaderopleiding dan kun je naar een B.O.L. 4 opleiding. Je gaat dan vijf dagen per week naar school. De laatste twee jaar van de opleiding loop je stage afgewisseld met een korte periode op school. Een B.O.L. 4 opleiding bereidt voor op een leidinggevende functie. Ook geeft het de mogelijkheid om na het behalen van het diploma door te stromen naar het H.B.O. Als je op kaderniveau lessen volgt, doe je Nederlands, Engels, wis- en natuurscheikunde op het zelfde niveau als de gemengd theoretische leerweg. In de praktijklessen krijg je extra lesstof die je goed voorbereidt op je vervolgopleiding. Het gaat hier o.a. om autocad tekenen, planning en organisatie. Voor een toelichting op het werken in de bovenbouw volgens ons zgn. pilotproject verwijzen we naar de tekst onderaan op de pagina van voertuigentechniek.
9
INSTALEKTRO Bij de afdeling Instalektro kies je voor een veelzijdige opleiding waarbij je een brede basis legt voor vakmanschap in de elektrotechniek of de installatietechniek. Met een diploma instalektro kun je heel veel kanten op. De opleiding kan je in deze tijd een goede toekomst bieden, met afwisselend werk en goede promotiekansen. Elektrotechniek Een vakman in de elektrotechniek is werkzaam op een breed vakgebied, dat onder andere bestaat uit: • Sterkstroom; als sterkstroommonteur kun je elektrische installaties in huizen, fabrieken enz. aanleggen, onderhouden en repareren. En je werkt bijvoorbeeld met elektromotoren, huishoudelijke apparaten, liften enz. • Zwakstroom; als zwakstroommonteur leg je telefooncentrales aan, oproepinstallaties, alarminstallaties e.d. • Elektronica; in de elektronica werk je aan computers, tv’s of repareer je elektrisch gereedschap. • Domotica; domotica staat voor elektronische communicatie tussen allerlei elektrische toepassingen in de woning en woonomgeving ten behoeve van bewoners en dienstverleners. In een domoticawoning worden zorgtaken, communicatie, ontspanning en andere huiselijke bezigheden door talrijke elektrische apparaten en netwerken gemakkelijker gemaakt. Installatietechniek Een vakman in de Installatietechniek heeft een veelzijdig vakgebied, dat onder andere bestaat uit: • Water- en sanitairtechniek; als installatiemonteur kun je water-, gas- en rioleringssystemen aanleggen en onderhouden. Daarnaast ben je belangrijk bij het aanleggen van keukens en badkamers. • Verwarmingstechniek; een verwarmingsmonteur is gespecialiseerd in het aanleggen van centrale verwarmingssystemen, vloerverwarming en het plaatsen en onderhouden van cv-ketels. • Dakbedekkingtechniek; een dakdekker zorgt ervoor dat dakbedekking en goten vakkundig en waterdicht worden aangelegd. Verder leren Met je instalektrodiploma kun je verder leren via het ROI of een ROC. Je kunt dan kiezen voor een BBL-opleiding waarbij je vier dagen werkt en 1 dag naar school gaat, of voor een BOL-opleiding waarbij je vijf dagen naar school gaat. Met een basisdiploma start je in niveau 2 en met een kader diploma in niveau 3 of 4 van de vervolgopleiding. LET OP. Voor deze opleidingen heb je een goed inzicht nodig in de wiskunde en de natuurkunde. Omdat je veel te maken krijgt met begrippen als druk, warmte, verbranding, uitzetting enz. moet je vooral goed zijn in natuurkunde. Ook moet je in staat zijn om van een tekening af te lezen hoe alles moet worden geïnstalleerd. Dat betekent dat je ruimtelijk inzicht moet hebben. Voor een toelichting op het werken in de bovenbouw volgens ons zgn. pilotproject verwijzen we naar de tekst onderaan op de pagina van voertuigentechniek.
10
GRAFIMEDIA GrafiMedia is een veelzijdige creatieve en technische opleiding, voor de creatieve industrie met als doel: vormgeven aan communicatie (een boodschap overbrengen). Grafimedia is onderverdeeld in de volgende hoofdvakken: PrintMedia, MultiMedia en AVMedia. Binnen deze hoofdvakken krijg je les in o.a. grafisch vormgeven, ontwerpen en drukken (zeefdruk, offset). Het lesprogramma is zo opgebouwd dat druktechnieken, grafische vormgeving, multimedia-, film-, en audiotechniek, animatie en fotografie in ruime mate aan bod komen. De docenten van GrafiMedia kennen de branche van binnenuit en zijn dankzij eigen ervaring op de hoogte van trends en ontwikkelingen. Na het behalen van het diploma kun je doorstuderen op het mbo. De mbo-vakcolleges kennen o.a. de volgende richtingen (op niveau 2 en 3): allround dtp'er, printmedia - medewerker press & print , medewerker Sign. En op niveau 4: mediamanagement grafisch vormgever, mediatechnologie/ interactief vormgever, animatie-vormgever/ audiovisueel vormgever, mediavormgever, game-artist / gamedeveloper, ruimtelijk vormgever, filmacteur, AV-evenemententechnicus, muziektechnicus/ podiumtechnicus.
Met een basisberoepsgericht diploma stroom je in op niveau 1, 2 of in uitzonderlijke gevallen niveau 3. Met een kaderberoepsgericht en Gth (mavo-)diploma stroom je in op niveau 3 of 4. Het is verstandig om op de websites van de diverse MBO vakcolleges te kijken voor de toelatingseisen van de opleidingen. Op de website http://mbocreatieveindustrie.nl/ kun je kennis maken met alle beroepen binnen de creatieve industrie. 1. 2. 3. 4. 5.
Grafisch Lyceum Utrecht Media College Amsterdam NIMETO Utrecht ROC Gooi en Vechtstreek Fotoacademie
www.glu.nl www.ma-web.nl www.nimeto.nl www.roc.nl www.fotoacademie.nl
GrafiMedia is een branche die zich snel ontwikkelt. Dit houdt in dat je veel zult leren. Het bijhouden van deze kennis is een must. Binnen de GrafiMedia werken veel bedrijven met Applecomputers. College De Brink heeft ervoor gekozen om deze trend te volgen.
11
VOERTUIGENTECHNIEK (MOBILITEIT) Het werken aan voertuigen vraagt steeds meer kennis van de werking van onderdelen en testapparatuur. Elektrotechniek en elektronica worden hierbij steeds belangrijker. Er worden tijdens de lessen geen werkstukken gemaakt. De opdrachten zijn gericht op het krijgen van inzicht in de werking en afstelling van voertuigenonderdelen. Er wordt gewerkt aan echte voertuigen, maar ook aan oefenmodellen. In de lessen wordt gewerkt volgens het beroepstaken principe. De afdeling werkt geheel digitaal. Met een diploma mobiliteit gaan veel leerlingen in een bedrijf werken (personenwagens, vrachtwagens of motorfietsen). Je doet dan hoofdzakelijk onderhoudswerk. Pas als je ook een bedrijfsopleiding hebt gevolgd (met één dag per week theorie op school) kun je steeds meer reparatiewerk verwachten. Ook hier werkt men met beroepstaken, m de doorstroming naadloos te laten verlopen. Met voertuigentechniek heb je ook een goede vooropleiding voor monteur wegenbouwmachines, receptie/magazijn, schadeherstel, trucks, landbouwwerktuigen, tweewielers (fietsen, bromfietsen, scooters) of vrachtwagenchauffeur. VERDER LEREN: Als je gaat werken volg je beroepsbegeleidend onderwijs tot autotechnicus (twee jaar). Daarna komt eerste autotechnicus of een opleiding voor een eigen bedrijf. Wil je naar het mbo op niveau 4, het IVA (Driebergen) of de SOMA (Harderwijk), dan moet je een zwaarder theorieprogramma (kaderberoeps of gemengd/theoretisch) hebben gevolgd. LET OP: Vaak wordt gedacht 'voertuigentechniek = lekker sleutelen', zoals thuis aan een brommer, dat wil ik wel. Maar zo gaat de opleiding niet. De nadruk valt op de theorie en die is voor veel leerlingen nogal moeilijk. Je moet eerst weten hoe alles werkt, voor je kunt gaan testen of repareren. De praktijklessen van Voertuigen, Instalektro en Bouwtechniek zijn op College De Brink een aparte samenwerking aangegaan met de algemeen vormende vakken (AVO). In deze vorm van samenwerking ligt het accent op zelfstandig leren en zelf plannen van de lesstof. De lesdag is verdeeld in drie blokken: praktijk, vaktheorie en AVO. In de AVO kiest de leerling zelf aan welke vakken hij werkt, ondersteund door studiewijzers en weekplanners. De verantwoordelijkheid ligt bij de leerling zelf en hij moet daarnaast verantwoording afleggen bij de docenten van het Pilot-team. De groepen, die rouleren zijn samengesteld uit derde en vierdejaars leerlingen, van zowel lwooBasisberoeps- en Kaderberoeps niveau. In het betreffende AVO- lokaal wordt gewerkt, geleerd en getoetst. Ook het studiemateriaal blijft in het lokaal. Alles gebeurt op school en er is daardoor sprake van een huiswerkvrij systeem. Het is gebleken dat de leerling door deze vernieuwde aanpak beter scoort en plezieriger werkt dan voorheen. Ouders en leerlingen ervaren deze vernieuwing als zeer positief, wat weer ten goede komt aan de algemene sfeer in en om de werkplek.
12
HANDEL & ADMINISTRATIE (COMMERCIËLE DIENSTVERLENING) Leerlingen die de opleiding commerciële dienstverlening hebben gevolgd komen veelal te werken in de detailhandel, groothandel of internationale handel, administratie of beveiliging. Onze lessen in de afdeling handel & administratie worden voor het merendeel gegeven in onze kantoortuin. Dit is een lokaal dat gevormd is uit vier gewone lokalen. Hierin zijn zeventig verschillende werkplekken. Alle verschillende onderdelen uit de kantoor- en winkelsituatie worden hier geoefend. In deze lessen ben je veel zelfstandig aan het werk. Er zijn drie leerkrachten om hierbij behulpzaam te zijn. De leerlingen zijn werkzaam in een kantoor, waarin ze op de verschillende afdelingen van een bedrijf leren werken zoals de receptie, de inkoop, verkoop, boekhouding en het magazijn. Mogelijke functies zijn: Administratief medewerker, afdelingssecretaresse, logistiek medewerker, commerciële dienstverlener (in het bank- of verzekeringswezen) of medewerker internationale handel. Verkoopmedewerker, verkoopchef, filiaalbeheerder, zelfstandig ondernemer, etaleur enz. Aankomend verkoopmedewerker, eerste verkoopmedewerker, verkoopchef, filiaalbeheerder, beveiliging en ICT. Binnen de afdeling handel & administratie kennen we drie uitstroomprofielen: Basis: Handel & Verkoop Kader: Handel & Verkoop of Handel & Administratie (op den duur Mode & Commercie) Gth: Kunnen kiezen uit alle mogelijkheden VERDER LEREN: Op College De Brink is de opleiding gericht op doorstroming naar de beroepsopleidende leerweg: a. een mbo opleiding op niveau 3 of 4 in de administratie of de handel (vroeger MEAO of MCO) b. een mbo opleiding op niveau 2 in de administratie of de handel c. het beroepsbegeleidend onderwijs op niveau 2 (leren en werken, vroeger het leerlingwezen) d. natuurlijk is ook doorstroming naar een BBL-opleiding mogelijk (dan werk je vier dagen in de week en ga je één dag in de week voor theorielessen naar school). OPMERKING: De opleiding handel/administratie is een zeer brede opleiding met ook nog verschillende mogelijkheden in de dienstverlenende sector of andere beroepssectoren. Daarom wordt er relatief veel stage gelopen, wat goed aansluit bij de belangstelling van de individuele leerling. LET OP: Om deze opleiding te kunnen volgen, moet je goed kunnen rekenen, correcte brieven schrijven. Ook moet je computervaardig zijn, nauwkeurig en zowel zelfstandig en in groepen kunnen (samen)werken, onder andere aan presentaties.
13
ZORG & WELZIJN Zorg & welzijn is een zeer brede opleiding met veel verschillende mogelijkheden. Hierin wordt je voorbereid op een beroep in de (gezondheids -) zorg, welzijn of in de facilitaire dienstverlening. Mogelijke functies zijn te vinden in de verzorging, verpleging, activiteitenbegeleiding, dokters-, tandarts- of apothekersassistentie, werken met kinderen, uiterlijke verzorging, dames- of herenkapper. Je komt bijvoorbeeld te werken in een bejaardenhuis, buurthuis, verpleeghuis, ziekenhuis, in de thuiszorg, bij instellingen voor gehandicapten, een kinderdagverblijf, de jeugdhulpverlening, schoonheidssalon of een kapsalon. In de derde klas volgen de leerlingen naast de algemene vakken (Nederlands, Engels, maatschappijleer, ckv, lo en biologie) het beroepsgerichte vak Zorg en welzijn. Bij zorg en welzijn krijg je zowel theorie als praktijk. Onderwerpen die aan bod komen zijn o.a. voeding (van baby tot oudere), schoonmaak, textiel, groei en ontwikkeling, zieken, uiterlijke verzorging en kappen. Er moet een keus gemaakt worden tussen aardrijkskunde en wiskunde. De doorlopende leerlijn (leerjaar 3&4) start in leerjaar 3 met WPS. WPS staat voor werkpleksimulatie en dat betekent dat de theorie en praktijk wordt afgestemd op het beroepsveld. In het lokaal zijn werkplekken ingericht, zoals je die ook tegenkomt in een echte arbeidssituatie. VERDER LEREN: Na een verzorgende opleiding op College De Brink is doorstroming mogelijk naar het mbo: a. Niveau 4, de middenkaderopleiding (mits je de juiste examencijfers hebt) b. Niveau 3, de vakopleiding voor bijvoorbeeld Zorg & Welzijnswerk. c. Niveau 2, de basisberoepsopleiding in de beroeps opleidende leerweg (BOL) of d. Niveau 2, in de beroepsbegeleidende leerweg (BBL, het vroegere leerlingwezen). LET OP: In de zorgsector en welzijnssector moet je veel staan en lopen en ook regelmatig tillen. Kun je daar tegen? Ben je allergisch voor bepaalde stoffen? Meestal werk je met je handen. Je gaat veel met mensen om. Heb je een vrolijk en opgewekt karakter? Je kunt te maken krijgen met onregelmatige diensten. En wat ook heel belangrijk is: kun je geduld opbrengen voor anderen? Kortom een beroepsveld met vele uitdagingen.
MET VRAGEN OVER DOORSTROMING OF KEUZES KUN JE ALTIJD TERECHT BIJ ONZE SCHOOLDECAAN: Mw K. SCHOLTEN (TEL.: 5399299) Meer informatie (over bijvoorbeeld de Vakcolleges) is te vinden op de website van de school: www.collegedebrink.nl
14
CONSUMPTIEVE TECHNIEK (HTV) HTV staat voor Horeca, Toerisme en Voeding. In de derde klas wordt algemeen consumptief onderwijs gegeven. De consumptieve afdeling koken/serveren leidt traditioneel op voor beroepen in de horeca, toeristische sector of de instellingskeuken. Er is echter meer mogelijk, zoals bijvoorbeeld de slagerij, functies in de detailhandel, grootwinkelbedrijf, slijterij of via het middelbaar beroepsonderwijs managementfuncties in hotel of voedingsindustrie. Het programma is een goede vooropleiding voor het mbo, niveau 4 en omvat, horeca en toerisme. Beroepsgerichte vakken: Praktijk: Koken, serveren Vaktheorie: Informatica, keukenvakken, Bakkerijvakken, serveervakken Algemene Vakken: Nederlands, Engels, economie, wiskunde of Duits, lichamelijke opvoeding, maatschappijleer. In de derde en vierde klas koken/serveren worden de praktijkvakken koken en serveren altijd uitgeoefend voor "publiek". Dan moeten de leerlingen elke week een keer koken en een keer serveren in ons schoolrestaurant, waar een aantal malen per week gasten worden bediend bij een warme lunch of een diner. Het VM2-traject In de afdeling consumptief bieden we in leerjaar 3 ook het VM2-traject. Een doorlopende leerroute van het vmbo en het mbo, die je afsluit met tenminste een diploma op niveau 2. VERDER LEREN: Met een kaderberoepsgericht diploma consumptief kun je doorstromen naar het mbo niveau 2 en 4, de Middelbare Hotelschool, Middelbare School voor Toerisme, Slagersvakschool of Facilitaire Dienstverlening. Met een basisberoepsgericht diploma kun je doorstromen naar het mbo op niveau 2, Beroepsbegeleidende leerweg (het vroegere leerlingwezen): Praktijkopleiding vier dagen in de week bij een baas, theorie één dag in de week op school. Beroepsopleidende leerweg. Leidt tot hetzelfde diploma als het leerlingwezen, maar nu via een dagopleiding. Voor beide geldt, dat de volgende richtingen gekozen kunnen worden: Basiskok, Gastvrouw/heer, Slagersbediende. Na niveau 2 is goede doorstroming mogelijk naar de niveaus 3 en 4. LET OP: In de horeca zijn de volgende beroepskwaliteiten belangrijk: samenwerking, klantgerichte dienstverlening, improvisatievermogen, nauwkeurigheid. Bovendien moet je rekening houden met onregelmatige werktijden en avond – en weekend werk of werk op feestdagen.
15
RESTAURANT
"OSTREA" College De Brink heeft in Laren een restaurant van de afdeling consumptief, richting horeca, waar koks en kelners (m/v) worden opgeleid. In dit restaurant wordt een aantal maal in de week een uitstekend viergangen- of driegangen menu geserveerd, gebaseerd op de Franse en internationale keuken. U bent van harte welkom om eens mee te genieten van de geboden culinaire schatten die u opgediend zult krijgen tegen een zeer redelijke prijs. Ook is het mogelijk om te reserveren voor groepen.
OPENINGSTIJDEN EN PRIJZEN DINERS Woensdagavond luxe viergangen diner Donderdagavond luxe viergangen diner
€17,50 €17,50
(openingstijden van 17:30 tot 20:30 uur)
Lunch is voor minimaal tien personen mogelijk op afspraak.
RESERVEREN: Voor het diner is het restaurant vaak lange tijd van te voren volgeboekt. Houdt u daar rekening mee. Telefonisch: Bel de reserveerlijn 035-6015054. Bij voorkeur op dinsdag van 14.00 tot 17.00 uur of donderdags tussen 10.00 en 17.00 uur. Of via E-mail:
[email protected] Of mondeling: na afloop van het diner in het restaurant.
ENTREE: Het restaurant bereikt u via de achteringang van de school. U vindt deze ingang achter aan de parkeerplaats bij het gemeentehuis van Laren aan de Eemnesserweg 19, waar u ook uitstekend kunt parkeren.
College
De Brink
Kerklaan 6, 1251 JT Laren Tel. 035-5399299 Fax. 035-5399290
16