Van de onderbouw naar de bovenbouw

Van de onderbouw naar de bovenbouw 2013-2014

Scholengemeenschap Panta Rhei Amstelveen, september 2013

Wanneer ga je over in klas 1 en 2? Welke keuzes moet je maken in klas 2? Hoe gaat dat dan allemaal?

Inhoudsopgave

Voorwoord ............................................................................. 2 1

Leerwegen ............................................................................. 3

2

Beroepsgerichte opleidingen .................................................. 4

3

Na het vmbo ........................................................................... 7

4

Kiezen in klas 2 ...................................................................... 8

5

Cijfers en rapporten ............................................................. 11

6

Leerwegindicatie, basisstof en verrijkingsstof ...................... 12

7

Overgaan: zorg dat je werk af is! .......................................... 14

8

Overgangsnormen van klas 1 naar klas 2 ............................. 15

9

Overgangsnormen van klas 2 naar klas 3 ............................. 16

10

Bijlage 1: vakkenpakket per opleiding .................................. 20

Van de onderbouw naar de bovenbouw

scholengemeenschap Panta Rhei, september 2013

1

Voorwoord Geachte ouders/verzorgers, beste leerlingen, Dit boekje is voor leerlingen van het eerste en tweede leerjaar en hun ouders/verzorgers. Omdat wij het belangrijk vinden dat de leerlingen weten wat hen te wachten staat, hebben wij ervoor gekozen in dit boekje de leerlingen aan te spreken en zoveel mogelijk eenvoudige taal te gebruiken. Het eerste en het tweede leerjaar zijn erg belangrijk in je “schoolcarrière”. In de eerste klas leer je onze school goed kennen en wen je aan de andere manier van werken in vergelijking met de basisschool. In het tweede leerjaar moet je kiezen. Je maakt dan een keuze welke richting je in het derde en vierde leerjaar zal gaan volgen. Ook zal worden bepaald welke leerweg het beste bij je past. Hoe dit nu allemaal werkt, kun je lezen in dit boekje. We proberen hierin alles zo goed mogelijk uit te leggen. Het is een boekje dat je thuis, samen met je ouders/verzorgers goed moet bewaren. Er staat veel belangrijke informatie in die jij en jouw ouders/verzorgers later dit schooljaar nog weer nodig zullen hebben. Mochten jij of jouw ouders/verzorgers na het lezen van dit boekje nog vragen hebben, dan kun je die stellen aan jouw mentor. Mocht die je niet (helemaal) kunnen helpen, dan kan je mentor jou of jouw ouders/verzorgers doorverwijzen naar één van ons. Hartelijke groet, Decaan en teamleiders onderbouw



2

1

Leerwegen

1.1

De leerwegen van Panta Rhei

De scholengemeenschap Panta Rhei kent drie leerwegen: • Basisberoepsgerichte leerweg (BBL) • Kaderberoepsgerichte leerweg (KBL) • Kader-gemengde leerweg (KGL) en Mavo (TL) 1.2

Basisberoepsgerichte leerweg (BBL)

Deze leerweg is voor leerlingen die graag beroepsgericht willen werken. De theorievakken worden aangeboden op basisniveau. In de bovenbouw krijg je veel uren praktijkvakken. 1.3

Kaderberoepsgerichte leerweg (KBL)

Deze leerweg is ook voor leerlingen die graag beroepsgericht willen werken. De praktijkvakken en de theorievakken worden op een hoger niveau, aangeboden. Voor dit niveau moet je goed kunnen leren. Daarnaast krijg je in de bovenbouw veel uren praktijkvakken. 1.4

Kader-gemengde leerweg (KGL) en Mavo (TL)

Kun je misschien meer dan de kaderberoepsgerichte leerweg? Dan is er op Panta Rhei de mogelijkheid om in de bovenbouw het mavodiploma te behalen. De mavo is bedoeld voor leerlingen die goed zijn in de theorievakken en graag leren. Niet iedereen kan zomaar naar de mavo. Er zijn twee momenten waarop de docenten goed bekijken of jij bij Panta Rhei een mavo-diploma zou kunnen halen: aan het einde van het tweede leerjaar en halverwege het derde leerjaar. Als je goede cijfers haalt op kaderniveau, krijg je in de eerste en tweede klas leerstof en toetsen op mavo-niveau aangeboden. Als jij hebt laten zien dat je het mavo-niveau aankan, wordt door de docenten besloten dat je naar de kadergemengde leerweg in klas 3 kan gaan. Er bestaan duidelijke en strenge normen voor de overgang van klas 2 naar de kader-gemengde leerweg in klas 3. Meer hierover kun je verderop in dit boekje lezen. Je volgt in de derde klas de lessen op mavo-niveau en je krijgt (alleen het eerste half jaar!) ook les in een beroepsgerichte vakken. Daarom wordt dit op Panta Rhei de kader-gemengde opleiding genoemd. Van de onderbouw naar de bovenbouw


3

Als halverwege de derde klas nog steeds blijkt dat je het mavo-niveau aankan, dan volg je vanaf de tweede helft in klas 3 de mavo. Blijkt de mavo toch iets te zwaar te zijn of past de manier van leren toch niet zo goed bij je, dan kun je halverwege klas 3 alsnog verder in de kaderberoepsgerichte leerweg.



4

2

Beroepsgerichte opleidingen

2.1

De beroepsgerichte opleidingen van Panta Rhei

Binnen de basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerwegen kun je kiezen uit vier verschillende opleidingen: • Zorg & Welzijn Breed; • Techniek Breed; • Handel & Administratie; • Sport, Dienstverlening & Veiligheid (SDV). Deze opleidingen worden officieel ook wel “afdelingen” genoemd. Als je naar de kader-gemengde leerweg gaat, kies je ook eerst een beroepsgerichte opleiding (het praktijkvak). Je kunt alleen kiezen tussen Zorg & Welzijn Breed en Handel & Administratie. Als blijkt dat je het mavoniveau niet aankan, kun je dus alsnog de kaderberoepsgerichte leerweg volgen. Dan ga je verder met de kaderberoepsgerichte opleiding in de richting die jij hebt gekozen. 2.2

Zorg & Welzijn Breed

Bij deze opleiding maak je kennis met de verschillende onderdelen van Zorg & Welzijn. Er wordt gewerkt met modules. Dit betekent dat er per periode een ander onderwerp behandeld wordt. Hierbij kun je denken aan: wooncentrum, vakantiepark, sportcentrum, kapsalon/schoonheidssalon, gezondheidscentrum, wooncentrum, thuiszorg, facilitaire dienstverlening en kinderdagverblijf. 2.3

Techniek Breed

Bij deze opleiding maak je kennis met techniek in het algemeen en met de onderdelen elektrotechniek, voertuigentechniek, metaalbewerking, installatietechniek en bouwtechniek. Omdat je met al deze vormen van techniek te maken krijgt, noemen we de opleiding Techniek Breed. Nadat je alle opdrachten voor het programma Techniek Breed hebt afgerond, doe je extra opdrachten van de technische richting die jou het meest aanspreekt. 2.4

Handel & Administratie

Bij de opleiding Handel & Administratie leer je over het werken op kantoor en in een winkel. Je leert er zakelijke (telefoon)gesprekken te voeren, afspraken te maken en hoe je met klanten en collega’s kunt omgaan. Ook leer je er tekstverwerken, berekeningen maken, boekhouden en presenteren. Je krijgt projecten van zes weken waarin je met andere leerlingen samenwerkt, zoals bijvoorbeeld samen met een aantal klasgenoten het oprichten van een bedrijf. Van de onderbouw naar de bovenbouw


5

2.5

Sport, Dienstverlening & Veiligheid ( SDV)

Bij deze opleiding komen verschillende onderdelen aan de orde die vallen onder Sport, Dienstverlening & Veiligheid. Er wordt niet alleen maar gesport, want er is veel aandacht voor veiligheid en dienstverlening. Bij het thema dienstverlening kun je bijvoorbeeld denken aan het organiseren van activiteiten in een bejaardentehuis of op een basisschool. Bij het thema veiligheid krijg je te maken met allerlei soorten uniformberoepen. Met uniformberoepen wordt bedoeld: politie, landmacht, brandweerman, beveiliger en marechaussee. 2.6

Media & entertainment in klas 3

In het derde leerjaar volgen de leerlingen uit de ME-klassen alleen nog de MES-uren (media & entertainment specialisatie), naast de gekozen opleiding. Ook worden specifieke activiteiten georganiseerd voor deze groep leerlingen in het kader van het vak Kunstvakken I (KVI). Leerlingen die in het derde leerjaar de kader-gemengde leerweg volgen, nemen het eerste half jaar niet deel aan de MES-uren, aangezien ze anders teveel belast worden. Na het wegvallen van het beroepsgerichte vak stromen ze weer in bij de MES-uren. Overigens, alle KG-leerlingen krijgen altijd het vak tekenen aangeboden. N.B. Op pagina 20 van dit boekje vind je als bijlage een overzicht van het vakkenpakket per opleiding en leerweg van de bovenbouw.



6

3

Na het vmbo

3.1

Waar kun je naartoe?

Alle leerwegen sluiten af met een vmbo-diploma en alle leerwegen geven toegang tot het mbo. Op het mbo zijn net als op het vmbo verschillende niveaus. De leerweg en de opleiding van het vmbo bepalen op welk niveau je instroomt op het mbo. Een leerling die het mavo-diploma van heeft behaald, kan in sommige gevallen ook doorstromen naar de havo. Indien je voldoet aan de toelatingsnormen van de havo, kun je in havo 4 de profielen Economie & Maatschappij (E/M) of Cultuur & Maatschappij (C/M) gaan volgen. Wij werken samen met een aantal scholen in de regio van Amstelveen die havo aanbieden. Deze havo-scholen zijn: Herman Wesselink College, Keizer Karel College, Amstelveen College en Alkwin Kollege. Deze samenwerking zorgt ervoor dat de overgang tussen onze mavo en de havo zo soepel mogelijk gaat en dat jij zeker een plek zult krijgen. Niet iedereen kan zomaar naar een van deze havo-scholen. Daarom zijn er afspraken gemaakt over wanneer je in aanmerking komt voor een plek op een van deze scholen. Schematische weergave:

VMBO:

MBO: HAVO:

geen diploma 

BBL

KBL

GL/mavo







niveau 1

niveau 2

niveau 3

niveau 4







Profiel C/M & E/M



7

4

Kiezen in klas 2

4.1

Wat is belangrijk?

In de tweede klas moet je al in februari een keuze maken voor de opleiding waarin je het derde jaar verder wilt. De volgende zaken zijn belangrijk om tot een goede keuze van een opleiding te komen: 4.2

Je eigen wens; De wens van je ouders; Het LOB – programma; Het advies van je mentor en vakdocenten; Het advies van de decaan. Je eigen wens

Ten eerste is het natuurlijk belangrijk voor jezelf om te weten waar jouw interesse ligt. Belangrijke vragen die je jezelf kunt stellen zijn: 4.3

Wie ben ik? Wat wil ik? Wat kan ik? Waar ben ik goed in? Waar ben ik niet goed in? Hoe leer ik? Hoe zie ik mezelf over tien jaar? De wens van je ouders

Uiteraard spelen ook je ouders een belangrijke rol bij het maken van je keuze. Zij kennen je, weten waar je goed in bent en waar je talenten liggen. Het is belangrijk dat jullie thuis regelmatig met elkaar praten over waar jij jezelf ziet in de toekomst of in ieder geval het volgend schooljaar. 4.4

Het LOB – programma

LOB betekent loopbaanoriëntatie- en begeleiding. Dit is geen vak maar een programma waar je aan deelneemt. Veel van dat programma wordt door de mentor met je gedaan. Het LOB – programma in het tweede leerjaar bestaat uit de volgende onderdelen: -

Werkboek ‘Oriënteren op de Toekomst’ Beroepeninteressetest LC-Data; CHOICE; Projectweek Oriënteren op de Bovenbouw;



8

-

Loopbaangesprekken met je mentor.

4.4.1 Werkboek ‘Oriënteren op de Toekomst’ Alle opdrachten in dit werkboek zijn ervoor om jou te helpen bij het nadenken over jezelf (reflecteren), zodat je een bewuste keuze kunt maken. Alleen nadenken over jezelf is niet genoeg, daarom zul je bij veel opdrachten ook gaan praten met mensen om je heen. Zij kunnen jou vertellen wat jij goed kunt, waar je nog aan kunt werken of wat je kunt leren. Denk hierbij aan je mentor, klasgenoten, familie, beroepsbeoefenaar of misschien zelfs iemand uit je sportclub. Door het maken van de opdrachten kom je er uiteindelijk achter wat jouw interesses, kwaliteiten en mogelijkheden zijn. 4.4.3 Beroepeninteressetest LC-Data De beroepeninteressetest LC-Data kun je zo vaak als je wilt maken op de computer. De uitslag helpt je bij het maken van een keuze. Deze test maak je tijdens een mentorles. Van je mentor krijg je te horen wanneer je deze test kunt maken. 4.4.4 CHOICE Op donderdag 23 januari 2014 organiseert het Nova College in het Kennemer Sportcenter in Haarlem een evenement voor vmbo-leerlingen van het tweede jaar. Tijdens dit evenement krijg je allerlei workshops over beroepen waarvoor je op het mbo (dus na het vmbo) kunt studeren. Dit kan je helpen met het kiezen voor de juiste opleiding bij Panta Rhei. Op deze dag stoppen de lessen om 13.45 uur. De hiervoor speciaal geregelde bus vertrekt om 14.00 uur naar de Kennemer Sportcenter. Het evenement duurt tot 17.00 uur en je zult om 17.35 uur weer terug zijn op school. 4.4.5 Projectweek Oriënteren op de Bovenbouw Van 27 januari t/m 31 januari 2014 hebben alle tweedejaars leerlingen de Projectweek Oriënteren op de Bovenbouw. Tijdens deze projectweek bezoek je iedere dag een verschillende beroepsgerichte opleiding op de bovenbouw. Iedere opleiding geeft een klein gedeelte theoretische informatie en daarna ga je zelf vooral aan de slag, zodat je een goed beeld krijgt van de vier beroepsgerichte opleidingen op Panta Rhei. Je houdt iedere dag een logboek bij en gedurende de hele week bespreek je veel na met je mentor en je klasgenoten. Op 17 januari 2014 kunnen jouw ouders/verzorgers van 15.30 t/m 17.00 uur door de vakdocenten van de bovenbouw geïnformeerd worden over de Van de onderbouw naar de bovenbouw


9

verschillende beroepsgerichte opleidingen. Op deze manier krijgen zij ook een beeld van deze beroepsgerichte opleidingen en jouw keuzemogelijkheden. 4.4.6 Loopbaangesprekken met je mentor In de onderbouw ligt bij LOB het accent op het leren kennen van jezelf. Met je mentor praat je over wat jij ziet als je eigen kwaliteiten, waar jij vindt dat je talenten liggen, wat jij ziet als jouw ontwikkelpunten, hoe jij vindt dat je het beste leert en waar je hart ligt oftewel waar jij blij van wordt. Deze gesprekken worden loopbaangesprekken genoemd. 4.5

Het advies van de mentor en vakdocenten

Tijdens de mentorlessen zal er veel aandacht worden besteed aan de opleidingskeuze die je in februari moet gaan maken. Je gaat werken aan opdrachten in het werkboek ‘Oriënteren op de Toekomst’. In deze methode maak je kennis met de verschillende opleidingen. Door het maken van de opdrachten uit het werkboek ga je meer nadenken over jezelf en je toekomst. Het helpt je om erachter te komen wat voor persoon je bent, waar je interesses liggen en welke opleiding het beste bij je past. Ook krijg je korte voorlichtingsfilms te zien over een aantal beroepen die binnen de verschillende opleidingen voorkomen. Het zijn hulpmiddelen om je na te laten denken over wat je leuk vindt, waar je goed in bent en hoe je leert. 4.6

Adviesgesprek met mentor en decaan

Mocht je na al deze activiteiten nog echt niet weten wat je volgend jaar wil gaan doen, of niet precies weet welke opleiding het beste past bij een bepaald beroep, dan kan jij of kunnen jouw ouders een adviesgesprek met je mentor en de decaan aanvragen. Dit kan via je mentor geregeld worden. Bij dit gesprek willen wij graag dat jij én je ouders aanwezig zijn, omdat het over jouw toekomst gaat. 4.7 19 19 21 17 23

Belangrijke data klas 2

september 2013 november 2013 november 2013 januari 2014 januari 2014


: : : : :

Algemene ouderavond Oudermiddag rapport 1 Oudermiddag en -avond rapport 1 Voorlichting opleidingskeuze CHOICE


10

27 jan. t/m 31 jan. 2014 4 februari 2014 6 februari 2014 21 februari 2014 15 april 2014 17 april 2014 23 t/m 27 juni 2014 30 juni & 1 juli 2014 2 juli 2014


: Projectweek Oriënteren op de Bovenbouw : Oudermiddag rapport 2 incl. uitdelen keuzeformulier : Oudermiddag en -avond rapport 2 incl. uitdelen keuzeformulier : Definitieve opleidingskeuze moet bekend zijn bij de mentor : Oudermiddag en –avond rapport 3 (incl. controle opleidingskeuze) : Oudermiddag rapport 3 (incl. controle opleidingskeuze) : Overgangsvergaderingen & leerwegbesluit : Rapportgesprekken op uitnodiging : Uitreiking rapport 4 tevens eindrapport


11

5

Cijfers en rapporten onderbouw

Voor ieder vak krijg je opdrachten en toetsen. Daarvoor krijg je een cijfer tussen de 1 en 10. Heb je een 5,5 of hoger, dan noemen we dat een voldoende. Het schooljaar bestaat uit vier perioden. Na elke periode krijg je een rapport:

Data: 02-09 18-11 03-02 14-04

t/m t/m t/m t/m

15-11: 31-01: 11-04: 27-06:

Periode:

Rapport na einde van de periode:

periode periode periode periode

rapport rapport rapport rapport

1 2 3 4

1 2 3 4 tevens eindrapport

Op elk rapport krijg je één cijfer per vak. Dit cijfer is een gemiddelde van alle cijfers die je in een periode of een half jaar voor dit vak hebt gehaald. De cijfers op de rapporten worden afgerond op één cijfer achter de komma (bijv.: een gemiddelde van 6,47 wordt een 6,5 op je rapport). De cijfers op het eindrapport zijn gebaseerd op de cijfers die het hele jaar gehaald zijn. Op het eindrapport krijg je alleen hele cijfers. Dit betekent dat een gemiddelde van bijvoorbeeld 6,5 wordt afgerond naar een 7, maar een 6,4 wordt een 6 op je eindrapport. Bij de overgangsregels wordt alleen gekeken naar de hele eindcijfers op je eindrapport. Je mentor legt je precies uit hoe je de cijfers voor jouw rapporten kunt uitrekenen.



12

6

Leerwegindicatie, basis- en verrijkingsstof

In de eerste instantie krijgt iedereen de basisstof aangeboden. De basisstof is de stof die past bij de leerweg: in een basisklas krijgen de leerlingen basisstof op basisniveau en in een kaderklas krijgen de leerlingen basisstof op kaderniveau. Op Panta Rhei vinden we het belangrijk dat je altijd de kans krijgt om te laten zien wat je kunt. Dat betekent dat wanneer je hele goede cijfers haalt en je inzet en werkhouding goed is, je stof aangeboden kunt krijgen op een hoger niveau. Dit noemen we verrijkingsstof. In het onderstaande lijstje kun je zien op welk niveau de eerste en tweede klassen op Panta Rhei les krijgen: Klas:

Niveau basisstof:

Niveau verrijkingsstof:

1b1, 1b2, 1bk1, 1bks 1kg1, 1kg2, 1kgs 1me 2b1, 2b2, 2bk1, 2bks 2bk2, 2kg1, 2kg2, 2kgs 2me

basis kader basis- of kader basis kader basis- of kader

kader gemengd kader of gemengd kader gemengd kader of gemengd

Vanaf het eerste rapport in de eerste klas krijg je bij elk rapport, zoals we dat noemen, een leerwegindicatie. Dat wil zeggen dat we je vertellen welke leerweg (niveau) wij als jouw docenten denken dat je zou kúnnen doen in klas 3. Het is dan natuurlijk aan jou om met je cijfers, leer- en werkhouding en gedrag te laten zien dat je dit ook echt kunt bereiken. Je kunt de volgende leerwegindicaties krijgen: B BK K KG G

-

basisberoepsgerichte leerweg basisberoepsgerichte of kaderberoepsgerichte leerweg (twijfel) kaderberoepsgerichte leerweg kaderberoepsgerichte leerweg of kader-gemengde leerweg (twijfel) kader-gemengde leerweg

Als we vinden dat je hebt laten zien dat je een hoger niveau aankunt, zetten we je een niveau hoger. Had je bijvoorbeeld een B als leerwegindicatie, maar we denken dat je meer kunt, dan krijg je BK als leerwegindicatie. Je krijgt dan kaderstof en kadertoetsen aangeboden. Je kunt verrijkingsstof krijgen vanaf periode 2 in de eerste klas. In de meeste gevallen is het zo dat je pas vanaf periode 3 verrijkingsstof krijgt. Alleen leerlingen die vanuit de basisschool al een advies KGT of GT hebben gekregen, krijgen vanaf de tweede periode in klas 1 al verrijkingsstof.



13

Verrijkingsstof krijg je voor de vakken Nederlands, Engels, Wiskunde, Kennis der Natuur en Mens & Maatschappij. Als je in klas 2 Duits hebt, krijg je ook daarvoor verrijkingsstof. Leerlingen die misschien naar de kader-gemengde leerweg kunnen, krijgen in de tweede klas ook een verrijkingsstofcijfer voor het vak Beeldende Vorming. Op al deze verrijkingsvakken krijg je vanaf het volgende rapport twee cijfers: één voor de basisstof en één voor de verrijkingsstof. Als je een bepaald niveau niet aan blijkt te kunnen, zetten we je één stapje terug. Had je bijvoorbeeld KG als leerwegindicatie en we denken dat G te lastig voor je is, dan krijg je K als indicatie. Bij een verandering van je leerwegindicatie (een stap hoger of lager) bespreekt de mentor dit altijd met je ouder(s)/verzorger(s). Jij moet ons uiteindelijk met je cijfers laten zien wat je écht kunt. Aan het einde van klas 1 kijken we of je hebt laten zien dat je de basisstof en/of verrijkingsstof aankunt. Aan het einde van de tweede klas wordt er een leerwegbesluit genomen. De docenten beslissen dan naar welke leerweg jij in klas 3 kunt: B, K of G. Dit hangt voor een groot deel af van je cijfers. Op de volgende pagina’s kun je lezen wat de regels zijn voor de overgang van klas 1 naar klas 2 en voor de overgang van klas 2 naar klas 3.



14

7

Overgaan: zorg dat je werk af is!

Bij de overgang van klas 1 naar klas 2 en van klas 2 naar klas 3 geldt in elk geval altijd één belangrijke regel: je werk moet af zijn. Je moet er zelf voor zorgen dat je vóór het einde van het schooljaar zeker weet dat je alle toetsen, opdrachten en weektaken hebt (af)gemaakt. Als dat niet zo is, dan zul je bij de docenten moeten navragen welke toets(en) en/of opdracht(en) je nog (af) moet maken. Dit is bijvoorbeeld erg belangrijk als je ziek of afwezig bent geweest. Zodra je weer terug op school bent, zoek je dan meteen uit wat je hebt gemist. Daarvoor kun je ook de klassenmap en de weektaak gebruiken. Daarna maak je duidelijke afspraken met de docent(en) over hoe en wanneer je de gemiste toets(en) en/of opdracht(en) gaat inhalen.



15

8

Overgangsnormen van klas 1 naar klas 2

Bij de overgang van klas 1 naar klas 2 kijken we naar de regels die gelden voor de overgang van klas 2 naar klas 3. Heb je laten zien dat je met jouw cijfers over zou kunnen gaan naar de volgende klas met hetzelfde niveau of een niveau hoger, dan heb je het goed gedaan. Je gaat dan over naar klas 2. In enkele gevallen kan het zijn dat wij het toch beter voor je vinden om te blijven zitten. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat je, om welke redenen dan ook, te veel achterstand hebt opgelopen. Als je dreigt te blijven zitten, dan hebben we daarover al ruim voor het einde van het schooljaar met jou en je ouder(s)/verzorger(s) overlegd, zodat je de kans hebt gekregen het eerste leerjaar alsnog voldoende af te sluiten.



16

9

Overgangsnormen van klas 2 naar klas 3

Voor de overgang van klas 2 naar klas 3 gelden duidelijke regels. Er wordt in principe gekeken naar de resultaten op het eindrapport. De docentenvergadering geeft een advies aan de teamleider over je overgang door naar deze regels te kijken. De teamleider neemt uiteindelijk de beslissing. De mentor neemt altijd contact op met je ouder(s)/verzorger(s) als: • de docentenvergadering besluit dat je niet over kunt naar hetzelfde niveau in klas 3, maar wel over kunt gaan naar een lager niveau; • de docentenvergadering besluit dat je (nog) niet over kunt gaan. 9.1

Naar klas 3, basisberoepsgerichte leerweg (met basisstof):

Van klas 2, basisberoepsgerichte leerweg naar klas 3, basisberoepsgerichte leerweg

Je gaat over naar klas 3, basisberoepsgerichte leerweg, als je voldoet aan de onderstaande regels: Voor de vakken Nederlands, Engels, Wiskunde: - deze vakken moeten altijd voldoende zijn. Voor de vakken Kennis der Natuur, Mens & Maatschappij, Verzorging, Techniek, Beeldende Vorming, Cultuur & Media, Lichamelijke Opvoeding: - je hebt niet meer dan 2 vijven of 1 vier voor deze vakken.

Er wordt ook gekeken naar de Cito-voortgangstoetsen (zie 9.5). Haal je de bovenstaande norm niet, dan kunnen jouw docenten besluiten of je kunt overgaan naar klas 3, basisberoepsgerichte leerweg, of dat een andere optie beter voor je zou zijn. 9.2

Naar klas 3, kaderberoepsgerichte leerweg (met verrijkingsstof):

Van klas 2, basisberoepsgerichte leerweg naar klas 3, kaderberoepsgerichte leerweg

Om met verrijkingsstof over te kunnen gaan naar de kaderberoepsgerichte leerweg, moet je in elk geval over kunnen gaan naar de basisberoepsgerichte leerweg. Voor de vakken Nederlands, Engels, Wiskunde, - voor deze vakken moet je een 6 of hoger hebben behaald. Voor de vakken Mens & Maatschappij, Kennis der Natuur, Verzorging, Techniek, Beeldende Vorming, Cultuur & Media, Lichamelijke Opvoeding: - je hebt niet meer dan 2 vijven of 1 vier voor deze vakken; - voor iedere 5 moet je een 7 of hoger op een ander vak hebben; voor een 4 moet je op twee andere vakken een 7 of hoger hebben.



17

Er wordt ook gekeken naar de Cito-voortgangstoetsen. Hierbij moet voor de vakken Nederlands, Engels en rekenen/wiskunde ten minste het kaderniveau behaald zijn. Haal je de genoemde norm niet, dan kunnen jouw docenten besluiten of je toch kunt overgaan naar klas 3, kaderberoepsgerichte leerweg. 9.3

Naar klas 3, kaderberoepsgerichte leerweg (met kaderstof):

Van klas 2, kaderberoepsgerichte leerweg naar klas 3, kaderberoepsgerichte leerweg

Je gaat over naar klas 3, kaderberoepsgerichte leerweg, als je voldoet aan de onderstaande regels: Voor de vakken Nederlands, Engels, Wiskunde: - voor deze vakken moet je een 6 of hoger hebben behaald. Voor de vakken Duits, Mens & Maatschappij, Kennis der Natuur, Verzorging, Techniek, Beeldende Vorming, Cultuur & Media, Lichamelijke Opvoeding: - je hebt niet meer dan 2 vijven of 1 vier voor deze vakken; - voor iedere 5 moet je een 7 of hoger op een ander vak hebben; - voor een 4 moet je op twee andere vakken een 7 of hoger hebben.

Haal je de bovenstaande norm niet, dan kunnen jouw docenten besluiten of je kunt overgaan naar klas 3, kaderberoepsgerichte leerweg. Hierbij wordt ook gekeken naar de Cito-voortgangstoetsen. Ook kunnen we besluiten je te laten overgaan naar klas 3, basisberoepsgerichte leerweg. 9.4

Naar klas 3, kader-gemengde opleiding (met verrijkingsstof):

Van klas 2, kaderberoepsgerichte leerweg naar klas 3, kader-gemengde opleiding (met mogelijke doorstroom naar de Mavo halverwege klas 3)

Om met verrijkingsstof over te kunnen gaan naar klas 3, de kadergemengde opleiding, moet je in elk geval over kunnen gaan naar de kaderberoepsgerichte leerweg. Verder geldt de onderstaande regel voor je verrijkingsstof: Voor de vakken Nederlands, Engels, Duits, Wiskunde, Kennis der Natuur, Mens & Maatschappij: - voor al deze vakken moet je een 7 of hoger hebben behaald. Voor het vak Beeldende Vorming: - je hebt een voldoende voor dit vak.

Er wordt ook gekeken naar de Cito-voortgangstoetsen (zie 9.5). Haal je de bovenstaande norm niet, dan kunnen jouw docenten besluiten of je tóch kunt overgaan naar klas 3, de kader-gemengde opleiding.



18

9.5

Cito-voortgangstoetsen

Aan het begin van klas 1, aan het einde van klas 1 en halverwege klas 2 maken alle leerlingen de Cito-voortgangstoetsen. Dit zijn toetsen over de o Nederlands Leesvaardigheid, Nederlands Woordenschat, Taalverzorging, Engels Leesvaardigheid en Rekenen/Wiskunde. De uitslag van de Citovoortgangstoetsen vertelt jou, jouw ouders/verzorgers en jouw docenten op welk niveau jij per onderwerp presteert. Dit helpt de docenten om jou beter te kunnen begeleiden en het geeft hen extra informatie bij de rapportvergaderingen. De Cito-toets geeft namelijk ook een advies over welke leerweg het beste bij past. Als de docenten twijfelen aan een bepaald niveau wordt dit advies geraadpleegd. 9.6

Negatief advies voor een opleiding

Je mag zelf kiezen welke beroepsgerichte opleiding je in de derde klas wilt gaan volgen. Als de docenten vinden dat je een opleiding hebt gekozen die niet goed bij je past, dan kunnen ze je daarvoor een negatief advies geven. Heel soms betekent dit dat je de opleiding niet mag volgen, maar meestal betekent het alleen dat de docenten het erg onverstandig zouden vinden. Jouw mentor, de decaan of de teamleider zal je uitleggen waarom je een negatief advies hebt gekregen en wat volgens de docenten beter bij je zou passen. Bij een negatief advies neemt de mentor of decaan altijd contact op met je ouders/verzorgers om samen met jou te bekijken wat voor jou de beste optie is.



19

Bijlage 1

Vakkenpakket per opleiding

Zorg & Welzijn Breed

Handel & Administratie

Examenvakken: Nederlands, Engels, Biologie Wiskunde, Maatschappijleer 2, Lichamelijke Opvoeding, Zorg & Welzijn Breed, Rekenen

Examenvakken: Nederlands, Engels, Duits (alleen kaderberoepsgerichte leerweg), Wiskunde, Economie, Lichamelijke Opvoeding, Handel & Administratie, Rekenen

Examenvakken die in het 3de jaar worden afgerond: Maatschappijleer 1, Kunstvakken 1

Techniek Breed Examenvakken: Nederlands, Engels, Wiskunde, Natuur- en Scheikunde 1, Lichamelijke Opvoeding, Techniek Breed, Rekenen Examenvakken die in het 3de jaar worden afgerond: Maatschappijleer 1, Kunstvakken 1

Sport, Dienstverlening & Veiligheid (SDV)

Examenvakken die in het 3de jaar worden afgerond: Maatschappijleer 1, Kunstvakken 1

Mavo-klas Examenvakken: Nederlands, Engels, Duits, Wiskunde, Biologie, Economie, Maatschappijleer II, Tekenen, Rekenen Examenvakken die in het 3de jaar worden afgerond: Maatschappijleer 1, Kunstvakken 1

Examenvakken: Nederlands, Engels, Wiskunde, Biologie, Economie, Lichamelijke Opvoeding, SDV, Rekenen Examenvakken die in het 3de jaar worden afgerond: Maatschappijleer 1, Kunstvakken 1



20

Van de onderbouw naar de bovenbouw

Recommend Documents