Voor: Alle leerlingen van de onderbouw
Een: OVERZICHT van wat je in de bovenbouw kunt kiezen
Lees: deze gegevens en bespreek ze thuis
Met: een beetje moeite kies je voor jezelf .....
2015
2
INHOUDSOPGAVE
De leerwegen op College De Brink
pagina
5
De leerroutes op College De Brink
pagina
6
De domeinen op College De Brink
pagina
7
De keuzes op en na College De Brink
pagina
7
Profiel Bouwen, Wonen en Interieur (BWI)
pagina
9
Profiel Produceren, Installeren en Energie (PIE)
pagina
10
Profiel Mobiliteit en Transport (MT)
pagina
12
Profiel Media, Vormgeving en ICT (MVI)
pagina
13
Profiel Zorg en Welzijn (ZW)
pagina
14
Profiel Sport, Dienstverlening en Veiligheid (SDV)
pagina
15
Profiel Economie en Ondernemen (EO)
pagina
17
Profiel Horeca, Bakkerij en Recreatie (HBR)
pagina
18
Restaurant Ostrea
pagina
20
MET VRAGEN OVER DOORSTROMING OF KEUZES KUN JE ALTIJD TERECHT BIJ ONZE SCHOOLDECAAN: Mw. C. SCHOLTEN (TEL.: 5399299)
Meer informatie (over bijvoorbeeld de Vakcolleges) is te vinden op de website van de school: www.collegedebrink.nl 3
4
WAT ZIJN DE MOGELIJKHEDEN?
Beste leerlingen, geachte ouders, Leerlingen moeten al vroeg moeilijke keuzes maken. Daarom moeten ze zichzelf leren kennen: welke talenten heb ik waar kan ik die inzetten? Loopbaan oriëntatie en begeleiding (LOB) is juist voor de vmbo-leerling zo belangrijk omdat zij al heel vroeg starten met het nadenken over hun loopbaan. Binnen het nieuwe beroepsgerichte examenprogramma staat LOB als kern binnen het examen genoemd. De leerling is in staat zijn eigen loopbaanontwikkeling vorm te geven. Hij doet dit met een oriëntatie op een toekomstige opleiding en (loop) baan door middel van het terugkijken op het eigen handelen. Daarom dit boekje. Op de volgende bladzijden wordt voor onze leerlingen en hun ouders/verzorgers een overzicht gegeven van de mogelijkheden na de onderbouw (klas 1 en 2) in het vmbo. Per afdeling volgt een toelichting op de inhoud van het onderwijs en doorstroommogelijkheden. LEERWEGEN In de loop van het tweede leerjaar krijgen de leerlingen een advies over de te volgen leerweg (niveau) in de bovenbouw. Op basis van capaciteiten en aanleg wordt bepaald welke leerweg een leerling kan volgen. De leerwegen zijn ingevoerd om de overgang naar het vervolgonderwijs zo vloeiend mogelijk te laten verlopen. Zij leiden allemaal naar het middelbaar beroepsonderwijs.
MAVO (Gemengde leerweg/Theoretische leerweg) Deze leerweg is bestemd voor leerlingen die niet veel moeite hebben met studeren. Met deze leerweg is doorstroming naar vak- en middenkaderopleidingen (niveau 3 en 4 van het mbo) mogelijk. Wanneer de capaciteiten, motivatie en resultaten het toelaten is het mogelijk om naast het beroepsgerichte vak zes theorievakken op mavoniveau te kiezen, waarmee een diploma van de theoretische leerweg gehaald kan worden. Inclusief het beroepsgerichte vak kun je dan een uniek diploma behalen met theoretische en praktische inhoud. Een diploma met een dubbele inhoud! De meerwaarde van deze opleiding is dat ook alle mavoleerlingen op onze school een beroepsgericht vak volgen. 5
De kaderberoepsgerichte leerweg (KL) Deze leerweg bereidt voor op de vak- en middenkaderopleidingen in het mbo (middelbaar beroeps onderwijs). Leerlingen die liever kennis op doen door ook praktisch bezig te zijn kiezen hiervoor. De algemene vakken worden in principe op hetzelfde theoretische niveau aangeboden als in de gemengd/theoretische leerweg. Vanuit de kaderberoepsgerichte leerweg is toelating mogelijk tot niveau 3 en niveau 4 van het mbo. In het arbeidsproces is het mogelijk dat deze leerlingen meer in leidinggevende functies terecht komen.
De basisberoepsgerichte leerweg (BL) Deze leerweg is bedoeld voor de zeer praktisch ingestelde leerlingen. In het derde leerjaar wordt ongeveer de helft van de lessen in de praktijk aangeboden. Het niveau van de algemene vakken is minder zwaar. Via de basisberoepsgerichte leerweg kan een leerling toegelaten worden tot niveau 2 van het mbo. In het arbeidsproces zullen zij later vooral de uitvoerende werkzaamheden verrichten.
Het leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) Leerlingen kunnen om verschillende redenen (leerproblemen, concentratie problemen of sociaal emotionele problemen) meer individuele begeleiding nodig hebben. Het lwoo wordt gekenmerkt door het werken in kleine groepen en een duidelijk, gestructureerd lesaanbod.
LEERROUTES Op College De Brink bieden we zo veel mogelijk onderwijs op maat. Om vooral ook tegemoet te komen aan de praktische leerstijlen van onze leerlingen (het zijn vooral doeners) zijn de Vakcolleges ontwikkeld. Vakcollege Het Vakcollege kent twee Vakroutes: Techniek en Mens & Dienstverlenen (zorg, horeca, economie). Het Vakcollege is een praktische leergang in het vmbo, waarbij wij nauw samenwerken met het mbo en het bedrijfsleven. Het Vakcollege leidt op voor een vmbodiploma. Al vanaf het eerste leerjaar krijg de leerlingen een breed praktisch oriënterend programma dat in de praktijklokalen vorm krijgt. Bedrijfsbezoeken en gastlessen door vertegenwoordigers van het bedrijfsleven vullen dit aan. Dit maatwerk sluit prima aan bij de praktische leerstijl van een deel van onze leerlingen. Vakcollegeleerlingen hebben een afwijkend LOB-traject. De oriëntatie op de praktijkafdelingen van de bovenbouw gebeurt al direct in het eerste leerjaar. Voor leerjaar 3 kiezen de leerlingen wel voor een profiel in de bovenbouw (zie ook onze website).
6
DOMEINEN Op College De Brink kunnen leerlingen kiezen voor de volgende drie domeinen en de daarbij behorende profielen:
Domein Techniek: bouwen, wonen en interieur (bwi; was bouwtechniek) produceren, installeren en energie (pie; was instalektro) mobiliteit en transport (mt; was voertuigentechniek) Domein Media media, vormgeving en ict (mvi; was grafimedia) Domein Mens en Dienstverlenen zorg en welzijn (zw; was zorg en welzijn) * economie en ondernemen (eo; was handel en administratie) horeca, bakkerij en recreatie (hbr; was consumptieve techniek) * Voor onze huidige leerlingen leerjaar 1 wordt Sport, Dienstverlening en Veiligheid (SDV) nog aangeboden.
WANNEER VALLEN DE KEUZES OP COLLEGE DE BRINK? Aan het einde van het eerste leerjaar maken de leerlingen kennis met alle afdelingen op College De Brink. Dit gebeurt door een zogenaamde profielencarrousel, waarbij de leerlingen alle profielen kunnen bezoeken. Tegelijkertijd besteden de mentoren aandacht aan het keuzeproces tijdens de mentorlessen. Eind mei van het eerste leerjaar maken de leerlingen een keuze voor een tweetal afdelingen, waarmee zij nader kennis willen maken. Dit gebeurt in de lessen PDO (Praktische Domeinen Oriëntatie) in leerjaar 2. In september aan het begin van het tweede leerjaar starten de lessen PDO. In twee blokken van zeven weken maken zij kennis met de domeinen techniek, media en mens & dienstverlenen. In november maken alle leerlingen uit de tweede klas een beroepentest. Een advies voor een te volgen profiel of leerweg wordt gegeven in februari van het tweede leerjaar. In de periodes daarvoor vragen de decanen of mentoren regelmatig naar de toekomstplannen van de leerlingen. De definitieve keuze voor een profiel wordt in februari gemaakt. Vanaf dat moment wordt in de PDO-lessen een beroepsgericht programma in de gekozen profiel gevolgd.
7
KEUZEMOGELIJKHEDEN NA COLLEGE DE BRINK Na het vmbo volgt veelal het middelbaar beroeps onderwijs. Vanuit de mavo is ook doorstroming mogelijk naar de bovenbouw van de havo. Binnen het mbo zijn alle opleidingen in vier niveaus onder gebracht: Niveau 1: de assistentenopleiding (drempelloos) Niveau 2: de basisberoepsopleiding (minimaal een basisberoepsgericht diploma) Niveau 3: de vakopleiding (ten minste een kaderberoepsgericht diploma) Niveau 4: de middenkaderopleiding en de specialistenopleiding (dit niveau komt overeen met bijvoorbeeld de vroegere mts- of meao-opleidingen en is toegankelijk met een kaderberoepsgericht, een gemengd of een theoretisch diploma). In de mbo-opleidingen bestaan twee leerwegen:
Verschillen tussen BBL en BOL BOL
BBL
School & stage
Werken & leren
Meer theorie en zelfstudie
Meer praktijk
Kortere werkperiodes in een vorm van een stage, waarbij soms een stagevergoeding wordt geboden
Doordat wordt gewerkt, ontvangt de leerling in veel gevallen loon of een soort stagevergoeding
Wel studiefinanciering en Ov-jaarkaart
Geen studiefinanciering en Ov-jaarkaart
Stageperiodes van meerdere weken achter elkaar van 4 of 5 dagen per week
3 of 4 dagen per week werken
4 of 5 dagen per week naar school (buiten de stageperiodes)
1 of 2 dagen per week naar school
Veel contact met leeftijdsgenoten, doordat leerling veel op school is
Weinig contact met leeftijdsgenoten doordat de leerling weinig op school is
Stage bij een erkend leerbedrijf is verplicht. Baan bij een erkend leerbedrijf is verplicht.
8
BOUWEN, WONEN en INTERIEUR; BWI
(was bouwtechniek)
Bij ons op school kun je een algemene opleiding in de bouwtechniek (bouwen, wonen en interieur) volgen. Daarin wordt aandacht besteed aan de onderdelen timmeren, meubelmaken, metselen, machinale houtbewerking en schilderen. Het profiel bouwen, wonen en interieur heeft dan ook verschillende lokalen ter beschikking. Een lokaal voor tekenen en vaktheorie, één voor machinale bewerkingen, één ruimte voor stellen en metselen, een hoekje voor schilderen en betonwerk en nog veel meer. In de lessen worden bijna alle vaardigheden uit de bouw en het meubelmaken aangeboden. Afwisselend en leerzaam. Met een diploma in deze richting kun je bij een aannemer gaan werken (in nieuwbouw of renovatie), bij een schildersbedrijf, in de meubelmakerij of misschien ook wel in de jachtbouw. Bij de opleiding is de praktijk erg belangrijk, maar je krijgt natuurlijk ook theorielessen. Een nieuw vak in de derde klas is vaktheorie. Daar leer je hoe huizen en dergelijke gebouwd worden. Ook leer je tekenen (autocad tekenen) en tekeningen lezen. Want wat je gaat maken staat altijd op een tekening. Je krijgt een werkboek met cd-rom. De lesstof wordt via internet gemaakt, dat kan zowel thuis als op school.
VERDER LEREN: Je kunt in al deze richtingen verder gaan met je opleiding. Dit doe je binnen het mboonderwijs. Dat gebeurt dan in de Beroeps Begeleidende Leerweg (B.B.L.) of de Beroeps Opleidende Leerweg (B.O.L.).
Als je het vmbo afsluit met een basisdiploma kun je gaan werken en leren in een B.B.L. opleiding (niveau 2). Je gaat dan één dag naar school en vier dagen werken. Het werken gebeurt bij speciale opleidingsbedrijven. Deze bedrijven hebben direct contact met het R.O.C. waar je één dag in de week naar school gaat voor het theoriegedeelte van de opleiding. Via het opleidingsbedrijf wordt je geplaatst bij diverse bouwbedrijven, waar je vier dagen in de week gaat werken. 9
Sluit je het vmbo af met een kaderopleiding dan kun je naar een B.O.L. niveau 3 of 4. Je gaat dan vijf dagen per week naar school. De laatste twee jaar van de opleiding loop je stage afgewisseld met een korte periode op school. Een B.O.L. niveau 3 of 4 opleiding bereidt voor op een leidinggevende functie. Ook geeft het de mogelijkheid om na het behalen van het diploma door te stromen naar het hbo. Als je kaderniveau lessen volgt, doe je Nederlands, Engels, wis- en natuurscheikunde op hetzelfde niveau als de gemengd theoretische leerweg. In de praktijklessen krijg je extra lesstof die je goed voorbereidt op je vervolgopleiding. Het gaat hier o.a. om autocad tekenen, planning en organisatie.
PRODUCEREN, INSTALLEREN en ENERGIE; PIE (was instalektro) Bij dit profiel kies je voor een veelzijdige opleiding waarbij je een brede basis legt voor vakmanschap in de elektrotechniek of de installatietechniek. Met een diploma instalektro kun je heel veel kanten op. De opleiding kan je in deze tijd een goede toekomst bieden, met afwisselend werk en goede promotiekansen.
Electrotechniek Een vakman in de elektrotechniek is werkzaam op een breed vakgebied, dat onder andere bestaat uit: Sterkstroom; als sterkstroommonteur kun je elektrische installaties in huizen, fabrieken enz. aanleggen, onderhouden en repareren. 10
Zwakstroom; de zwakstroommonteur legt telefooncentrales aan, oproepinstallaties, alarminstallaties e.d. Elektronica; in de elektronica werk je aan computers, tv’s of repareer je elektrisch gereedschap. Domotica; domotica staat voor elektronische communicatie tussen allerlei elektrische toepassingen in de woning en woonomgeving ten behoeve van bewoners en dienstverleners. In een domoticawoning worden zorgtaken, communicatie, ontspanning en andere huiselijke bezigheden door talrijke elektrische apparaten en netwerken gemakkelijker gemaakt.
Installatietechniek Een vakman in de installatietechniek heeft een veelzijdig vakgebied, dat onder andere bestaat uit: Water- en sanitairtechniek; als installatiemonteur kun je water-, gas- en rioleringssystemen aanleggen en onderhouden. Daarnaast ben je belangrijk bij het aanleggen van keukens en badkamers. Verwarmingstechniek; een verwarmingsmonteur is gespecialiseerd in het aanleggen van centrale verwarmingssystemen, vloerverwarming en het plaatsen en onderhouden van cv-ketels.
Dakbedekkingtechniek; een dakdekker zorgt ervoor dat dakbedekking en goten vakkundig en waterdicht worden aangelegd.
VERDER LEREN: Met je instalektro-diploma kun je verder leren via het ROI (regionaal opleidingsbedrijf installatietechniek) of een ROC (regionaal opleidingscentrum). Je kunt dan kiezen voor een BBL-opleiding waarbij je vier dagen werkt en 1 dag naar school gaat, of voor een BOL-opleiding waarbij je vijf dagen naar school gaat. Met een basisdiploma start je in niveau 2 en met een kader diploma in niveau 3 of 4 van de vervolgopleiding. LET OP: Voor deze opleidingen heb je een goed inzicht nodig in de wiskunde en de natuurkunde. Omdat je veel te maken krijgt met begrippen als druk, warmte, verbranding, uitzetting enz. moet je vooral goed zijn in natuurkunde. Ook moet je in staat zijn om van een tekening af te lezen hoe alles moet worden geïnstalleerd. Dat betekent dat je ruimtelijk inzicht moet hebben.
Informatieve sites zijn: www.mbowijzer.nl www.mbostad.nl www.beroepeninbeeld.nl 11
MOBILITEIT en TRANSPORT; MT
(was voertuigentechniek)
Het werken aan voertuigen vraagt steeds meer kennis van de werking van onderdelen en testapparatuur. Elektrotechniek en elektronica worden hierbij steeds belangrijker. Er worden tijdens de lessen geen werkstukken gemaakt. De opdrachten zijn gericht op het krijgen van inzicht in de werking en afstelling van voertuigenonderdelen. Er wordt gewerkt aan echte voertuigen, maar ook aan oefenmodellen. In de lessen wordt gewerkt volgens het beroepstaken principe. In het profiel werken we geheel digitaal. Met een diploma mobiliteit gaan veel leerlingen in een bedrijf werken (personenwagens, vrachtwagens of motorfietsen). Je doet dan hoofdzakelijk onderhoudswerk. Pas als je ook een bedrijfsopleiding hebt gevolgd (met één dag per week theorie op school) kun je steeds meer reparatiewerk verwachten. Ook hier werkt men met beroepstaken, om de doorstroming naadloos te laten verlopen. Met voertuigentechniek heb je ook een goede vooropleiding voor monteur wegenbouwmachines, receptie/magazijn, schadeherstel, trucks, landbouwwerktuigen, tweewielers (fietsen, bromfietsen, scooters) of vrachtwagenchauffeur. VERDER LEREN: Als je gaat werken volg je beroepsbegeleidend onderwijs tot autotechnicus (twee jaar). Daarna komt eerste autotechnicus of een opleiding voor een eigen bedrijf. Wil je naar het mbo op niveau 4, het IVA (Driebergen) of de SOMA (Harderwijk), dan moet je een zwaarder theorieprogramma (kaderberoeps of gemengd/theoretisch) hebben gevolgd. LET OP: Vaak wordt gedacht 'voertuigentechniek = lekker sleutelen', zoals thuis aan een brommer, dat wil ik wel. Maar zo gaat de opleiding niet. De nadruk valt op de theorie en die is voor veel leerlingen nogal moeilijk. Je moet eerst weten hoe alles werkt, voor je kunt gaan testen of repareren. 12
MEDIA, VORMGEVING en ICT; MVI (was grafimedia) Bovengenoemd profiel is een veelzijdige creatieve en technische opleiding, voor de creatieve industrie met als doel: vormgeven aan communicatie (een boodschap overbrengen). Binnen dit profiel krijg je les in o.a. grafisch vormgeven, ontwerpen en drukken (zeefdruk, offset). Het lesprogramma is zo opgebouwd dat druktechnieken, grafische vormgeving, multimedia-, film-, en audiotechniek, animatie en fotografie in ruime mate aan bod komen. De docenten van MVI kennen de branche van binnenuit en zijn dankzij eigen ervaring op de hoogte van trends en ontwikkelingen. Na het behalen van het diploma kun je doorstuderen op het mbo. De mbo-vakcolleges kennen o.a. de volgende richtingen (op niveau 2 en 3): allround dtp'er, printmedia medewerker press & print , medewerker Sign. En op niveau 4: mediamanagement grafisch vormgever, mediatechnologie/ interactief vormgever, animatie-vormgever/ audiovisueel vormgever, mediavormgever, game-artist / gamedeveloper, ruimtelijke vormgever, filmacteur, AV-evenemententechnicus, muziektechnicus/podiumtechnicus. Met een basisberoepsgericht diploma stroom je in op niveau 1, 2 of in uitzonderlijke gevallen niveau 3. Met een kaderberoepsgericht en Gth (mavo-)diploma stroom je in op niveau 3 of 4. Het is verstandig om op de websites van de diverse mbo colleges te kijken voor de toelatingseisen van de opleidingen. Op de website http://mbocreatieveindustrie.nl/ kun je kennis maken met alle beroepen binnen de creatieve industrie.
1. Grafisch Lyceum Utrecht
www.glu.nl
2. Media College Amsterdam
www.ma-web.nl
3. NIMETO Utrecht
www.nimeto.nl
4. ROC Gooi en Vechtstreek
www.roc.nl
5. Fotoacademie
www.fotoacademie.nl
MVI is een branche die zich snel ontwikkelt. Dit houdt in dat je veel zult leren. Het bijhouden van deze kennis is een must. Binnen deze sector werken veel bedrijven met Apple-computers. College De Brink heeft ervoor gekozen om deze trend te volgen.
13
ZORG en WELZIJN; ZW (was zorg en welzijn) Zorg en welzijn is een zeer brede opleiding met veel verschillende mogelijkheden. Hierin wordt je voorbereid op een beroep in de (gezondheids-) zorg, welzijn of in de facilitaire dienstverlening. Mogelijke functies zijn te vinden in de verzorging, verpleging, activiteitenbegeleiding, dokters-, tandarts- of apothekersassistentie, werken met kinderen, uiterlijke verzorging, dames- of herenkapper. Je komt bijvoorbeeld te werken in een bejaardenhuis, buurthuis, verpleeghuis, ziekenhuis, in de thuiszorg, bij instellingen voor gehandicapten, een kinderdagverblijf, de jeugdhulpverlening, schoonheidssalon of een kapsalon. In de derde klas volgen de leerlingen naast de algemene vakken (Nederlands, Engels, maatschappijleer, ckv, lo en biologie) het beroepsgerichte vak Zorg en welzijn. Bij zorg en welzijn krijg je zowel theorie als praktijk. Onderwerpen die aan bod komen zijn o.a. voeding (van baby tot oudere), schoonmaak, textiel, groei en ontwikkeling, zieken, uiterlijke verzorging en kappen. De doorlopende leerlijn (leerjaar 3 & 4) start in leerjaar 3 met WPS. WPS staat voor werkpleksimulatie en dat betekent dat de theorie en praktijk wordt afgestemd op het beroepsveld. In het lokaal zijn werkplekken ingericht, zoals je die ook tegenkomt in een echte arbeidssituatie. Naast de lessen op school bestaat het programma voor een deel uit leren in het beroepsveld. Hiervoor lopen de leerlingen voor een deel al stage in het derde leerjaar. In het vierde leerjaar lopen de basis- en lwoo-leerlingen gedurende het gehele schooljaar stage gedurende een dag per week.
14
VERDER LEREN: Na een Zorg en Welzijn Breed opleiding op College De Brink is doorstroming mogelijk naar het mbo: a. Niveau 4, de middenkaderopleiding (mits je de juiste examencijfers hebt) b. Niveau 3, de vakopleiding voor bijvoorbeeld Zorg en Welzijnswerk. c. Niveau 2, de basisberoepsopleiding in de beroepsopleidende leerweg (BOL) of beroepsbegeleidende leerweg (BBL) d. Niveau 1, in de beroepsbegeleidende leerweg (BBL), het vroegere leerlingwezen).
LET OP: In de zorgsector en welzijnssector moet je veel staan en lopen en ook regelmatig tillen. Kun je daar tegen? Ben je allergisch voor bepaalde stoffen? Meestal werk je met je handen. Je gaat veel met mensen om. Heb je een vrolijk en opgewekt karakter? Je kunt te maken krijgen met onregelmatige diensten. En wat ook heel belangrijk is: kun je geduld opbrengen voor anderen? Kortom een beroepsveld met vele uitdagingen.
SPORT, DIENSTVERLENING en VEILIGHEID (SDV) SDV staat voor Sport, Dienstverlening & Veiligheid en is dus meer dan alleen de sport. Via totaal opdrachten werk je in zes weken aan eindproducten als het organiseren van een sportdag, ouderavond of feest, dat gepresenteerd moet worden. Er wordt een beroep gedaan op je sociale- en hulpvaardigheden, waarbij veel samengewerkt moet worden. Met de genoemde vaardigheden wordt je goed voorbereid voor de werkvelden van de sportbegeleiding, dienstverlening en de uniformberoepen.
15
Het beroepsgericht vak is te verdelen in 3 categorieën:
Eigen vaardigheid: Bewegingsactiviteiten.
Beroepsvaardigheden: Organisatie, Informatica, EHBO enz.
WAP: Werken aan prestaties via de totaal opdrachten.
Algemene Vakken: Nederlands, Engels, wiskunde, biologie, bedrijfsrekenen, CKV, maatschappijleer en ook nog lichamelijke opvoeding.
VERDER LEREN: Uitstroom opleidingen op het ROC zijn o.a.:
-
Sport en bewegen: niveau 2 en 3
-
Cios: niveau 4
-
Facilitaire dienstverlening: niveau 2 t/m 4
-
Veiligheid en vakmanschap: niveau 2 en 3
Daarnaast vindt er ook een doorstroom plaats richting defensie of politie.
LET OP: Bij deze afdeling kan een selectie een onderdeel zijn van de toelatingsprocedure. De volgende beroepskwaliteiten zijn belangrijk: samenwerking, klantgerichte dienstverlening, sociale vaardigheden, representatie. Daarnaast moet je ook beschikken over zelfstandigheid, daadkracht en initiatief. Bovendien moet je rekening houden met werktijden in de avond en het weekend.
16
ECONOMIE en ONDERNEMEN; EO (was handel en administratie) Leerlingen die bovengenoemde opleiding hebben gevolgd komen veelal te werken in de detailhandel, groothandel of internationale handel, administratie of beveiliging. De lessen in dit profiel worden voor het merendeel gegeven in onze kantoortuin. Dit is een lokaal dat gevormd is uit vier gewone lokalen. Hierin zijn zeventig verschillende werkplekken. Alle verschillende onderdelen uit de kantoor- en winkelsituatie worden hier geoefend. In deze lessen ben je veel zelfstandig aan het werk. Er zijn drie leerkrachten om hierbij behulpzaam te zijn. De leerlingen zijn werkzaam in een kantoor, waarin ze op de verschillende afdelingen van een bedrijf leren werken zoals de receptie, de inkoop, verkoop, boekhouding en het magazijn.
Mogelijke functies zijn: Administratief medewerker, afdelingssecretaresse, logistiek medewerker, commerciële dienstverlener (in het bank- of verzekeringswezen) of medewerker internationale handel. Verkoopmedewerker, verkoopchef, filiaalbeheerder, zelfstandig ondernemer, etaleur enz. Aankomend verkoopmedewerker, eerste verkoopmedewerker, verkoopchef, filiaalbeheerder, beveiliging en ICT. VERDER LEREN: Op College De Brink is de opleiding gericht op doorstroming naar de beroepsopleidende leerweg: a. een mbo-opleiding op niveau 3 of 4 in de administratie of de handel (vroeger meao of mco) b. een mbo-opleiding op niveau 2 in de administratie of de handel c. het beroepsbegeleidend onderwijs op niveau 2 (leren en werken, vroeger het leerlingwezen) d. natuurlijk is ook doorstroming naar een BBL-opleiding mogelijk (dan werk je vier dagen in de week en ga je één dag in de week voor theorielessen naar school)
17
OPMERKING: De opleiding handel is een zeer brede opleiding met ook nog verschillende mogelijkheden in de dienstverlenende of andere beroepssectoren. Daarom wordt er relatief veel stage gelopen, wat goed aansluit bij de belangstelling van de individuele leerling. LET OP: Om deze opleiding te kunnen volgen, moet je goed kunnen rekenen en correcte brieven schrijven. Ook moet je computervaardig zijn, nauwkeurig en zowel zelfstandig en in groepen kunnen (samen)werken, onder andere aan presentaties.
HORECA, BAKKERIJ en RECREATIE; HBR (was consumptieve techniek) In de derde klas wordt algemeen consumptief onderwijs gegeven. De consumptieve afdeling koken/serveren leidt traditioneel op voor beroepen in de horeca, toeristische sector of de instellingskeuken. Er is echter meer mogelijk, zoals bijvoorbeeld de slagerij, functies in de detailhandel, grootwinkelbedrijf, slijterij of via het middelbaar beroepsonderwijs managementfuncties in hotel of voedingsindustrie. Het programma is een goede vooropleiding voor het mbo.
Beroepsgerichte vakken: o Praktijk: Koken, serveren o Vaktheorie: Informatica, keukenvakken, o Bakkerijvakken, serveervakken
18
In de derde en vierde klas koken/serveren worden de praktijkvakken koken en serveren altijd uitgeoefend voor "publiek". Dan moeten de leerlingen elke week een keer koken en een keer serveren in ons schoolrestaurant Ostrea, waar een aantal malen per week gasten worden bediend bij een warme lunch of een diner.
VERDER LEREN:
Met een kaderberoepsgericht diploma consumptief kun je doorstromen naar het mbo niveau 2 en 4, de Middelbare Hotelschool, Middelbare School voor Toerisme, Slagersvakschool of Facilitaire Dienstverlening.
Met een basisberoepsgericht diploma kun je doorstromen naar het mbo op niveau 2, Beroepsbegeleidende leerweg (BBL)
Praktijkopleiding vier dagen in de week bij een erkend leerbedrijf, theorie één dag in de week op school.
Beroepsopleidende leerweg (BOL)
Dit is een dagopleiding, vier dagen in de week naar school en daarnaast zijn er stageperiodes.
Na niveau 2 is goede doorstroming mogelijk naar de niveaus 3 en 4.
LET OP:
In de horeca zijn de volgende beroepskwaliteiten belangrijk: samenwerking, klantgerichte dienstverlening, improvisatievermogen, nauwkeurigheid. Bovendien moet je rekening houden met onregelmatige werktijden en avond – en weekend werk of werk op feestdagen.
19
R E S T A U R A N T " O S T R E A "
College De Brink heeft in Laren een restaurant behorende bij het horecaprofiel, waar koks en kelners (m/v) worden opgeleid. In dit restaurant wordt een aantal maal in de week een uitstekend viergangen menu geserveerd, gebaseerd op de Franse en internationale keuken. Daarnaast organiseren wij thema-avonden. Voor deze avonden wordt de prijs aangepast. U bent van harte welkom om eens mee te genieten van de geboden culinaire schatten die u opgediend zult krijgen tegen een zeer redelijke prijs. Ook is het mogelijk om te reserveren voor groepen.
OPENINGSTIJDEN EN PRIJZEN DINERS Woensdagavond luxe viergangen diner
€15,00
Donderdagavond luxe viergangen diner
€15,00
(openingstijden van 17:30 tot 20:30 uur)
Lunch is voor minimaal tien personen mogelijk, maar alleen op afspraak.
RESERVEREN: Voor het diner is het restaurant vaak lange tijd van te voren volgeboekt. Houdt u daar rekening mee. U kunt reserveren via het volgende E-mail:
[email protected] Of mondeling: na afloop van het diner in het restaurant. ENTREE: Het restaurant bereikt u via de achteringang van de school. U vindt deze ingang achter aan de parkeerplaats bij het gemeentehuis van Laren aan de Eemnesserweg 19, waar u ook uitstekend kunt parkeren. College De Brink Kerklaan 6, 1251 JT Laren Tel. 035-601 5054
20