OPDRACHTFORMULIER
Gesprekken voeren 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent. 2 Kijk in de bronnen welke informatie je kunt gebruiken bij het oefenen van deze vaardigheid. 3 Beantwoord onderstaande vragen. a Waarom is oogcontact houden met een zorgvrager belangrijk? b Welke functie hebben open vragen? c Geef twee voorbeelden van stiltes in een gesprek die je als onaangenaam ervaart. d Welke gevoelens komen er in je op als een ander jou suggestieve vragen stelt? Opdracht 1 Hieronder zie je een gespreksvaardighedenlijst. Lees hem door en beoordeel hoe jij de vaardigheden in het algemeen toepast bij het voeren van een gesprek.
Gespreksvaardighedenlijst Vaardigheden:
Waardering van mij
• Ik houd oogcontact.
…………………………… …………………………… ……………………………
• Mijn lichaamshouding is geïnteresseerd en ontspannen en op de ander gericht.
…………………………… …………………………… ……………………………
• Ik geef kleine aanmoedigingen.
…………………………… …………………………… ……………………………
• Ik stel veel open vragen.
…………………………… …………………………… ……………………………
• Ik stel weinig gesloten vragen.
…………………………… …………………………… ……………………………
• Ik stel geen dubbele vragen.
…………………………… …………………………… ……………………………
• Ik stel geen suggestieve vragen.
…………………………… …………………………… ……………………………
• Ik vraag naar verduidelijking.
…………………………… …………………………… ……………………………
• Ik vraag door, sluit aan op wat de ander zegt.
…………………………… …………………………… ……………………………
• Ik kan stiltes accepteren.
…………………………… …………………………… ……………………………
• Ik geef af en toe een samenvatting.
…………………………… …………………………… ……………………………
• Ik let op non-verbale signalen en maak ze bespreekbaar.
…………………………… …………………………… ……………………………
© Noordhoff Uitgevers bv
Waardering van bekende
Waardering van vreemde
1
a Zet in de eerste kolom een: + als je dit goed doet; – als het een leerpunt voor je is; ? als je niet weet hoe jij dat doet. b Laat de lijst met gespreksvaardigheden door twee studiegenoten invullen. Kies een persoon die je goed kent en een persoon die je niet zo goed kent. Vraag hen om achter iedere vaardigheid hun waardering in te vullen. c Maak op grond van deze lijst een rijtje met jouw kwaliteiten, leerpunten en vraagtekens. Opdracht 2 Gespreksvaardigheden oefenen In deze opdracht oefen je gespreksvaardigheden door middel van een rollenspel. Voorbereiding Maak groepjes van vier en verdeel de rollen: wie is A, wie B, wie C en wie D? Ga met vier medestudenten gesprekken voeren: A-opdracht Je oefent gespreksvaardigheden uit jouw leerpunten en vraagtekenlijst. Je gaat tegenover B zitten. Vertel aan de observatoren C en D welke vaardigheden je wilt oefenen (maximaal drie vaardigheden tegelijkertijd). Bespreek met elkaar wat die vaardigheid ook alweer inhoudt. Zorg dat het gesprek de nodige tijd duurt zodat je kunt oefenen wat je nog moet leren. Je mag jezelf tijdens het gesprek ook af en toe tot de orde roepen, zoals: ‘Nu stel ik alweer een gesloten vraag. Even wachten, dan bedenk ik een open vraag.’ B-opdracht Je brengt een gespreksonderwerp in, zoals: ‘Een ernstig ziek familielid van mij…’, ‘Een vervelende gebeurtenis vond ik…’, ‘Waar ik erg van geschrokken ben…’ of: ‘Tijdens mijn vakantie…’ Je gaat tegenover A zitten. C- (en D-)opdracht Je gaat op afstand van A en B zitten. Je schrijft op een vel papier de gespreksvaardigheden die A wil oefenen en maakt op dat vel aantekeningen van je observaties. Uitvoering Voor degenen die oefenen (A en B): voer de opdracht uit. Voor de observatoren (C en D): bekijk en beoordeel de uitvoering. Gebruik daarbij het handelingsformulier van deze vaardigheid. Noteer vooraf de observatiepunten, de leerdoelen en vraagtekens van de lijst van opdracht 1. Maak aantekeningen van het gesprek. Nabespreking Bespreek en beoordeel de uitvoering van A, aan de hand van aantekeningen van het gesprek. A krijgt het observatievel van C en D. Bespreek ook verbetersuggesties. Voor A: noteer voor jezelf jouw persoonlijke leerdoelen of aandachtspunten op het handelingsformulier. Wissel de rollen af met je medestudenten, zodat je allemaal om de beurt A, B, C en D bent. Oefen ieder je eigen leerpunten en vraagtekens. Noteer voor jezelf jouw persoonlijke leerdoelen en aandachtspunten met betrekking tot de vaardigheid.
2
© Noordhoff Uitgevers bv
Aandachtspunten / Persoonlijke leerdoelen:
© Noordhoff Uitgevers bv
3
HANDELINGSFORMULIER
Gesprekken voeren Naam student:
Naam observator:
Datum:
Beoordeling:
Voor alle handelingen geldt: • • • • •
Raadpleeg het dossier; Zorg voor voldoende privacy; Was je handen volgens de WIP-procedure; Pas de voorschriften toe; Observeer en controleer de zorgvrager.
De student: Aandachtspunten
Goed
Fout
1 Ik houd oogcontact en neem een geïnteresseerde en ontspannen lichaamshouding aan, die op de ander gericht is. 2 Ik geef kleine aanmoedigingen, bijvoorbeeld door te knikken, en laat zien dat ik aandachtig luister. 3 Ik stel open vragen. 4 Ik stel geen dubbele vragen en geen suggestieve vragen. 5 Ik vraag om verduidelijking, vraag door en sluit aan op wat de ander zegt. 6 Ik laat op de juiste momenten stiltes toe. 7 Ik geef samenvattingen. 8 Ik let op non-verbale signalen en maak ze bespreekbaar. Aandachtspunten / Persoonlijke leerdoelen:
© Noordhoff Uitgevers bv
5
TOETSFORMULIER
Gesprekken voeren Naam student:
Naam beoordelaar:
Datum:
Beoordeling:
Kruis aan hoe de handelingen zijn uitgevoerd. Kies uit: V = Voldoende; O = Onvoldoende Kruis aan door wie de beoordeling is gedaan. Kies uit: B = BPV; S = School
Opdracht Je voert een gesprek met een zorgvrager. Vooraf Breng je eigen beginsituatie ten aanzien van deze vaardigheid in kaart. Stel jezelf op de hoogte van de regels, protocollen en standaardprocedures in de praktijk ten aanzien van deze vaardigheid. Nabespreking Bespreek de vaardigheid aan de hand van de observatie. Criteria
V
O
B
S
1 Leest het zorgdossier. 2 Houdt oogcontact. 3 Heeft een geïnteresseerde houding. 4 Geeft kleine aanmoedigingen. 5 Stelt veel open vragen. 6 Stelt geen dubbele vragen. 7 Stelt geen suggestieve vragen. 8 Vraagt naar verduidelijking. 9 Vraagt door, sluit aan op wat de ander zegt. 10 Kan stiltes accepteren. 11 Geeft af en toe samenvattingen. 12 Let op non-verbale signalen en maakt ze bespreekbaar. Aandachtspunten / Persoonlijke leerdoelen:
© Noordhoff Uitgevers bv
7