NR. 17 / juni 2013
DE VEILIGHEIDSREGIO
Uitgave van het Veiligheidsberaad in samenwerking met Brandweer Nederland, Nationale Politie, GHOR, VNG, IFV en het Ministerie van Veiligheid en Justitie
3
Werken aan gezamenlijke agenda
6
Rijk en Veiligheidsberaad willen voor de verdere ontwikkeling van het veiligheidsdomein met elkaar tot een ‘voorwaartse agenda’ komen. Dit is een van de resul taten uit het bestuurlijk congres van 15 mei.
‘Feest om te mogen samenwerken’ Een terugblik op de voor bereidingen en het verloop van de troonswisseling op 30 april. Twee direct betrokkenen over de samenwerking en het resultaat: 36 uur feest.
9
Veiligheid in de ‘vijfde’ dimensie
12
Deze keer in de rubriek ‘Partners van de veiligheidsregio’s’ de rol van de Nationale Cyber Security die ‘waakt over de digitale wereld’.
Noodzaak voor meer aandacht veiligheidsbelang in het omgevingsrecht De nieuwe omgevingswet die ruim 15 bestaande wetten zal vervangen roept nog veel vragen op.
Regio’s steeds beter voorbereid op ramp Alle ogen zijn momenteel gericht op het rapport van de commissie Hoekstra die deze zomer advies uitbrengt over het brede stelsel van rampenbestrijding en crisisbeheersing en de Wet veiligheidsregio’s. De Staat van de Rampenbestrijding 2013 die eind mei verscheen, maakt deel uit van de wetsevaluatie door de commissie Hoekstra. De commissie gebruikt het gedetailleerde onderzoek om te beoordelen hoe de veiligheidsregio’s functioneren bij de rampenbestrijding. In de Staat van de Rampenbestrijding heeft de Inspectie Veiligheid en Justitie onderzocht in hoeverre de prestaties die de Wet veiligheidsregio’s voorschrijft op het vlak van rampen bestrijding en crisisbeheersing, door de veiligheidsregio’s zijn gerealiseerd. Het onderzoek stond ditmaal in het teken van de eerste ervaringen met de Wet veiligheidsregio’s. De vele honderden pagina’s leveren samengevat het beeld op van een medaille met twee kanten: de veiligheidsregio’s voldoen in toenemende mate aan de eisen die de wet op het gebied van rampenbestrijding en crisisbeheersing stelt. Toch voldoet op dit moment geen enkele veiligheidsregio aan alle door de wet gestelde eisen. De regio’s zijn organisatorisch steeds beter voorbereid op rampen. Maar op andere terreinen, zoals alarmering en informatie management, is de afgelopen jaren te weinig verbeterd. Daarnaast baart het de Inspectie zorgen dat er in weinig veiligheidsregio’s genoeg wordt geoefend en dat er na incidenten en oefeningen nauwelijks evaluaties worden gehouden. Welgeteld twee regio’s
voldoen aan de jaarlijkse verplichting een systeem oefening te organiseren.
Knelpunten Ten aanzien van de nietwettelijke eisen stellen de onderzoekers vast dat de realisatie van de gemeen telijke rampenbestrijdings processen achterblijft en dat zich op fundamentele onderdelen in de uitvoering van de bevolkingszorgtaken knelpunten voordoen. De prestaties op dit vlak zouden achterblijven door het ontbreken van wette lijke normen en het feit dat rampenbestrijding en crisisbeheersing voor veel gemeentelijke functiona rissen een neventaak zijn. ‘Hoewel vanuit het veld initiatieven zijn gestart om de ‘gemeentelijke kolom’ te professionaliseren, zijn de prestaties nog steeds lager dan die van de regionale rampenbestrijdingsorganisaties’, luidt de harde conclusie van de Inspectie op dit punt.
Koplopers
Staat van de Rampenbestrijding 2013 Onderzoek Rampenbestrijding op Orde periode maart 2010 - oktober 2012
De veiligheidsregio’s zijn beoordeeld op basis van elf onderzochte onderwerpen. Een veiligheidsregio wordt gezien als een koploper wanneer acht van deze onderwerpen voor 75 procent of meer zijn gerealiseerd. Daarbinnen zit nog een verdere verfijning. Op basis van deze criteria zijn de veiligheidsregio’s Twente, Gelder land Midden, Rotterdam-Rijnmond en Zuid-Holland Zuid aan te merken als koplopers. Daarnaast is er een brede middengroep en tenslotte een beperkt aantal veiligheidsregio’s dat in verhouding tot de totale ontwik keling nu nog achterblijft. Overigens geven veel betrokkenen – waarmee de Inspectie contact had – aan grote behoefte te hebben aan evaluatie van de huidige wet. Zij hopen dat daaruit een ‘nieuwe, concrete en op het bereiken van doelen gebaseerde set van normen’ zal ontstaan.
Reactie minister
rapport ‘Eenheid in verscheidenheid’, de uitwerking van het advies van de Bestuurlijke Werkgroep Bovenregionale Samenwerking onder leiding van burgemeester Noordanus uit Tilburg. Met het Veiligheidsberaad ziet de minister er op toe dat de verbeteringen ook werkelijk worden doorgevoerd. Bij de veilig heidsregio’s die nog niet voldoen aan de prestatie-eisen voor alarmering, opschaling en informatiemanagement zal hij er op aandringen om op zo kort mogelijke termijn hierin verbetering aan te brengen.
Ondersteuning Het Veiligheidsberaad zelf komt met een inhoudelijke reactie als ook de rapporten over de w etsevaluatie en het advies van de Commissie Hoekstra er liggen. Vervolg op pagina 2
(compliance/werking)
Minister Opstelten van VenJ, die de rapporten van de Inspectie aan de Tweede Kamer heeft aangeboden, herhaalde bij die gelegenheid het van groot belang te vinden dat de rampen bestrijding op orde is. De minister gaf daarbij ook aan dat het Veiligheidsberaad en hij het er over eens zijn “dat de knelpunten voortvarend moeten worden opgepakt”. Intussen zijn verbeteringen in gang gezet in (onder andere) het kader van de bovenregionale samenwerking en de aansluiting tussen Rijk en veiligheidsregio’s. Dat gebeurt op basis van het DE VEILIGHEIDSREGIO / NR. 17 / JUNI 2013 / PAGINA 1
John Berends:
GASTcolumn
“Hier tref je alle partijen”
Maat
Burgemeester John Berends van Apeldoorn is toegetreden tot het dagelijks bestuur van het Veiligheidsberaad en het Instituut Fysieke Veiligheid. Een eerste kennismaking. De koppeling tussen beide bestuursfuncties gaat ook voor zittende bestuursleden van het Veiligheidsberaad op. Zij is het gevolg van het feit dat voor beide organisaties, waarvan het IFV de jongste is, in feite integraal bestuur geldt: het Veiligheidsberaad en het algemeen bestuur van het IFV vormen een personele unie en hebben een gezamenlijk dagelijks bestuur. Het zijn dus dezelfde burgemeesters die zaken in een en dezelfde vergadering bespreken. Met een knip in de agenda als van het Veiligheidsberaad naar het IFV wordt overgeschakeld. Berends is wel de eerste die beide gremia meteen vanaf zijn aantreden meemaakt. Het
In 2005 volgde het burgemeesterschap in Harderwijk. Daar was hij net aan zijn tweede periode begonnen toen de functie in Apeldoorn vacant kwam. Hij is er nu een jaar burgemeester. In die hoedanigheid maakt hij ook deel uit van het dagelijks bestuur van de regionale eenheid Oost-Nederland van de politie en van Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland (VNOG).
Diversiteit Berends kende de veiligheidsregio VNOG al van zijn vorige gemeente Harderwijk. Met Winterswijk aan de andere (oostelijke) kant is het een uitgestrekt gebied met een grote verscheidenheid: van het water van de rand meren tot de bossen op de Veluwe en het landelijk gebied in de Achterhoek. Diversiteit speelt ook mee in de ‘manier van kijken’ naar wat je in de veiligheidsregio voor
voor wat de macht van een gemeente te boven gaat. Specifieke functionarissen en specifiek materieel waarvoor je een beroep kunt doen op een concern: de veiligheidsregio.” Daarom past volgens hem hier heel goed het regionale construct. De veiligheidsregio als een vondst? “Niet helemaal. Je ziet die schaalver groting eigenlijk overal. Bij de brandweer die nu geregionaliseerd is en zeker ook bij de politie organisatie die net naar tien regionale eenheden is gegaan. Daarom is het ook zaak de band met het lokale in de gaten te houden.”
Deskundigheid delen Voor het uitbouwen van gedeelde deskundig heid is hij ontzettend blij met het recente besluit om uiteenlopende organisaties binnen het IFV samen te voegen. Met zijn ervaring bij het selectie- en opleidingsinstituut en de Politie academie ziet Berends grote kansen voorliggen om als IFV de komende jaren een geweldige slag te maken in de verdere professionalisering, in opleidingen en in onderzoek en advisering. Allemaal ten dienste van de veiligheidsregio’s. Het IFV heeft volgens hem zonder meer de potentie in zich om – naast en in samenwer king met de Politieacademie en universiteiten – een topinstituut voor het veiligheidsdomein te worden. Berends: “Ze hebben expertise in huis, zijn al een gevraagde partij op het terrein van fysieke veiligheid en hebben bij uitstek de mogelijkheid om onderzoek en ontwikkeling met andere partijen te doen.” Berends kan zich ook helemaal vinden in het voornemen van het jonge instituut om de regio in te trekken. Een roadshow onder het mom van ‘het IFV komt naar u toe’. Juist de combinatie met de praktijk van de veiligheidsregio’s zorgt volgens hem voor interactie. Dat steunt ook het doel om vooral een vraaggerichte organisatie te zijn. Binnen het IFV bekleedt Berends de porte feuille kennis- en kennisborging. In september, wanneer voor enkele dagelijks bestuurders van het Veiligheidsberaad hun periode erop zit, worden de portefeuilles opnieuw verdeeld.
John Berends, portefeuillehouder kennis- en kennisborging IFV: ”Ik vind het leuk en zinvol om een steentje bij te dragen aan de ontwikkeling van IFV en Veiligheidsberaad.”
veiligheidsdomein is hem goed bekend. Na zijn studie onderwijskunde en bestuurskunde werkte hij jarenlang in verschillende manage mentfuncties bij het Landelijk Selectie- en Opleidingsinstituut Politie (LSOP), de voor loper van de Politieacademie. Daarnaast was hij ook actief in de lokale politiek. Zo was hij gemeenteraadslid en fractievoorzitter voor het CDA in de gemeenteraad van zijn geboortestad Zwolle. Vervolgens is hij daar ook wethouder geweest.
radig en beschikbaar moet hebben, heeft hij geleerd. Zo is er in gebieden met minder water minder behoefte aan duikploegen. Het Veluwse hart van de regio, om een ander voorbeeld te noemen, is tot ver over de eigen grenzen heen expert in het bestrijden van bosbranden.
Vervolg van cover
Winst
Tegelijk bestaat bij het Veiligheidsberaad en het nog jonge Instituut Fysieke Veiligheid grote bereidheid om regio’s van dienst te zijn en te ondersteunen bij prestatie-eisen die in praktijk nog verbetering behoeven, zoals alarmeren en opschalen, het organiseren van een systeemoefe ning en de uitvoering van bevolkingszorgtaken. Dat sluit naadloos aan op het advies dat Gertjan Bos, hoofd van de inspectie VenJ, de regiobestuurders meegaf toen hij hen tijdens het bestuurscongres van het Veiligheidsbe raad alvast op hoofdlijnen over de Staat van de Rampenbestrijding inlichtte. Eén van zijn waarnemingen luidde dat “veiligheidsregio’s nog steeds eilanden zijn waar wielen opnieuw worden uitgevonden”. PAGINA 2 / NR. 17 / juni 2013 / DE VEILIGHEIDSREGIO
Berends: “Je moet bij veiligheid in de eerste plaats oog hebben en houden voor de lokale inbedding. De basisbrandweerzorg hoort abso luut op orde te zijn. Specialismen heb je nodig
In zijn ogen kan nog veel winst worden geboekt door de handen ineen te slaan. Met name bij het Veiligheidsberaad en het IFV liggen volgens Gertjan Bos grote efficiencyvoordelen voor. Zoals rond het voldoen aan de oefenverplich ting en het bijeen brengen van kennis over het ontwikkelen van oefeningen. Conclusie en advies van het hoofd van de inspectie, half mei: “We zijn er nog niet. Wacht niet op de uitkomst van de wetsevaluatie en de commissie-Hoekstra. Want er is op basis van de uitkomsten en uw eigen bevindingen nog genoeg werk aan de winkel om het geheel een duw in de goede richting te geven.” //// De Staat van de Rampenbestrijding is onder meer terug te vinden op ivenj.nl.
Steentje bijdragen Wat burgemeester Berends deed besluiten om ja te zeggen tegen deze bestuurlijke neven functie? “Afgezien van de inhoud, wat voor mij niet helemaal een nieuwe wereld is, vind ik het leuk en zinvol om een steentje bij te dragen aan de ontwikkeling van beide organisaties. Je kunt van het Veiligheidsberaad misschien zeggen dat zijn bevoegdheden ietwat beperkt zijn, maar de gesprekspartners zitten hier wel allemaal om tafel: het ministerieel en politiek-bestuurlijke niveau, de veiligheidsregio’s en hun voorzitters en de kolommen zelf. Blijkbaar doen het Veilig heidsberaad en het IFV er dus wel toe.” ////
Tegelijk met het verschijnen van het inspectierapport ‘De staat van de Rampenbestrijding’ van VenJ in mei, kwam Readers Digest met de uitkom sten van een groot onderzoek in twaalf Europese landen. Ruim 18.000 mensen gaven hun mening over het beroep waar zij het meest vertrouwen in hebben. 92 procent en in Nederland zelfs 95 procent noemden de brandweer als eerste beroep. Toeval? Het zette mij in ieder geval aan het denken. Want de burgers worden voor ons steeds belangrijker, maar we nemen ze niet mee in onze toetsings kaders. Daar waar we vroeger burgers – de leken – het liefst achter de rode afzetlinten zetten, vragen we hen nu actief om hulp en zijn we dankbaar als er burgerinitiatieven ontstaan om ons te helpen. Zoals die keer in Nieuwegein waar bij een brand in een zorgcentrum bouwvakkers spontaan hielpen om de bewoners te evacueren. We zouden – ook in onderzoeken – burgers een rol kunnen geven. Wat vinden zij van ons, van de hulpverlening, wat kan beter. Het is goed dat veiligheidsregio’s de maat wordt genomen en toetsing c.q. controles plaatsvinden. Maar ik vind ook dat we het goed doen, zeker als ik kijk in Europees verband. En ja, het kan altijd beter. Rampen hebben altijd nieuwe elementen in zich, incidenten blijven onvoorspelbaar, maar hoofdstructuur en processen moeten op orde zijn. Dat toetsen is goed. We hebben ook de nodige ontwikke lingen ingezet: brandweeronderwijs, leerarena’s, het zijn maar enkele voor beelden hoe het veld zich op verschil lende niveaus – regionaal, landelijk – heeft georganiseerd en zich structu reel verbetert. Maar ik zou hier willen pleiten voor een andere opzet: toets onze inzetten. Laten we van elkaar en met elkaar leren van de praktijk. We evalueren onze grip-situa ties. Dat is de praktijk. De werkelijkheid. Dit via een geaccrediteerd systeem te toetsen en te evalueren is in mijn ogen een toets waarbij direct zichtbaar wordt wat beter kan. Dat is wezenlijk iets anders dan het toetsen van structuren en processen. En ja, hier zouden we ook de hulp kunnen vragen van ‘de burger’ door hen op onderdelen te betrekken bij de evaluatie. Stephan Wevers, Voorzitter Brandweer Nederland
PERSONALIA Met ingang van 15 juni is Sandor Gaastra MPA werkzaam als directeur-generaal Politie bij het ministerie van Veiligheid en Justitie. Daarvoor was hij directeur Bedrijfsvoering, tevens plaatsvervangend directeur-generaal Politie. En tot juli 2011 directeur Politie en Veiligheidsregio’s, tevens plaatsvervangend directeur- generaal Veiligheid. Dennis van Zanten is de nieuwe regionaal commandant van Brandweer Gelderland-Zuid (en niet zoals abusievelijk stond vermeld van Brandweer GelderlandMidden).
Regionaal Commandant Twente
Bestuurlijk congres Veiligheidsberaad:
Werken aan gezamenlijke agenda Rijk en Veiligheidsberaad willen voor de verdere ontwikkeling van het veiligheidsdomein met elkaar tot een ‘voorwaartse agenda’ zien te komen. Daartoe behoort binnenkort zelfs een mogelijk gezamenlijke reactie op het rapport van de commissie-Hoekstra. Deze commissie brengt rond deze tijd advies uit over de werking van de Wet veiligheidsregio’s en het brede stelsel van rampenbestrijding en crisisbeheersing. Het bijzondere voornemen kwam naar voren tijdens het jongste bestuurlijke congres van het Veiligheidsberaad, vorige maand in kasteel de Wittenburg in Wassenaar. Veiligheidsregio’s vormen voor het Rijk belangrijke partners. Vandaar dat het ministerie van Veiligheid en Justitie met het Veiligheidsberaad en andere betrok kenen tot een gezamenlijke agenda en reactie op het rapport van de commissie-Hoekstra wil komen. “Dat werkt beter dan elkaar als tegenstanders te zien in het verdere traject van de versterking van de veiligheidsregio’s”, zei Dick Schoof, Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid. Hij nam op het congres de honneurs voor minister Opstelten waar. Voorzitter Aleid Wolfsen van het Veiligheidsberaad toonde zich “zeer verguld” met de afspraak met het departement om, wanneer de evaluatie er straks ligt, met elkaar een ‘voorwaartse agenda’ te gaan maken met daarin alle thema’s die van belang zijn. Hij vindt het vanzelfsprekend dat daarbij ook het Genootschap van Burge meesters en de VNG worden betrokken.
Evaluatie Wet veiligheidsregio’s Het congres ging uiteraard vooral in op de (in mei nog lopende) evaluatie van de Wet veiligheidsregio’s. Bij de themasessies was voor dit onderwerp ook verreweg de meeste belangstelling. Half mei was de commissie-Hoekstra achter de schermen nog
druk bezig. Burgemeester Henk Jan Meijer, portefeuillehouder Crisisbeheersing en GHOR binnen het Veiligheidsberaad, ging aan de hand van vier prikkelende stellingen na waar de voorkeur van de bestuurlijke achterban naar uitgaat. Het Veiligheidsberaad zou de uitkomst van deze deelsessie meenemen in het laatste gesprek dat het dagelijks bestuur nog met de commissie-Hoekstra zou hebben. Zo waren de aanwezigen vrij helder in hun opvatting dat doorzettingsmacht voor het Veiligheidsberaad niet in generieke zin bij wet geregeld moet worden. Meijer is daar eigenlijk wel voorstander van geworden, want het Veiligheidsberaad moet voor werkelijk soms de kleinste zaken 25 handtekeningen van 25 veiligheidsregio’s verzamelen. Wat Meijer betreft is afgelopen tijd iets te vaak gezegd “dat de commissie-Hoekstra het maar moet oplossen”. Terwijl het volgens hem een logisch gevolg is van een overlegcircus zonder mandaat. Toch zouden veiligheidsregio’s ook zonder wettelijke druk in staat moeten zijn om met elkaar duidelijke afspraken te maken en zelfs meerderheidsbesluiten te nemen, spraken de lokale en regionale bestuurders zelf uit. De ‘achterban’ legt zich ook neer bij hybride financiering, zoals onder meer bij de brandweer het geval is. Rijksfinanciering zal weliswaar eenduidiger zijn, het gevolg is wel dat er dan een hap uit het gemeentefonds wordt genomen. Hybride financiering is “niet gemakkelijk en geen feestje”, maar misschien wel de minst slechte keuze, constateerde een collega-bestuurder van Meijer. Over het vastleggen van basiszorgnormen in de wet was de stemming onder de aanwezigen ook tamelijk duidelijk: liever niet. Een burgemeester van een plattelandsgemeente: “Ze bedenken in die Haagse torens allemaal mooie plannen en daar komen dan de normen bij. Maar als ik alleen al kijk naar de opkomsttijden
bij onze brandweer, dan kunnen wij die normen ‘never nooit’ waarmaken.” Verder is er geen behoefte aan het uit elkaar halen van crisiswetgeving en organisatiewetgeving. Wat er binnenkort ook bij de uitkomst van de wetsevaluatie op tafel ligt.
Meldkamerorganisatie Het andere actuele onderwerp betrof de totstandkoming van de landelijke meldkamerorganisatie. Als voorzitter van het Veilig heidsberaad kijkt de Utrechtse burgemeester Aleid Wolfsen er zeer naar uit dat de landelijke beheersorganisatie met tien locaties geregeld wordt: “Het is een nóg grotere operatie dan we vooraf met elkaar dachten.” Om daaraan toe te voegen: “We zijn er nog niet.” Want niet alle regio’s keken op dat moment hetzelfde tegen de inhoud van het conceptakkoord aan. Bovendien lag er nog wel een post van 90 miljoen aan transitiekosten op tafel die op één of andere manier verdeeld moe(s)t worden. Voor de periode tot de wetswijziging die hiervoor nodig is, zijn met de veiligheidsregio’s en andere betrokken partijen bestuur lijke en financiële afspraken gemaakt. Die zijn vastgelegd in een concept-transitieakkoord dat op het moment van het congres nog wachtte op ondertekening. Daarna zouden de kwartiermakers aan de slag kunnen om de nieuwe meldkamerorganisatie vorm te geven. //// Het hele verslag lezen? Inclusief de eigen prioriteiten van het Veiligheidsberaad? Kijk dan op www.veiligheidsberaad.nl. Daar zijn ook korte impressies te lezen uit de andere themasessies: over het Instituut Fysieke Veiligheid, de voor bereiding op cyberincidenten en de uitwerking van het advies van de Bestuurlijke Werkgroep Bovenregionale Samen werking.
DE VEILIGHEIDSREGIO / NR. 17 / JUNI 2013 / PAGINA 3
Van twee petten naar één hoed Sjaak de Gouw is – samen met zijn collega Joost Bernsen – directeur publieke gezondheid (DPG) in Hollands Midden. Vooruitlopend op de wetswijziging van 1 januari 2012 had deze regio al jaren goede ervaringen met het integraal aansturen van GGD, GHOR en ambulancezorg. Zo bekeken was er ook niet ineens sprake van een kentering. “We kregen wel andere visitekaartjes”, lacht hij. Grootste verbetering van de afgelopen tijd? Niet alleen voor hem als DPG maar om als organisatie trots op te zijn? “Het klinkt een beetje formeel, maar ik bedoel het als gevoel, als imago: dat alle partijen zien en erkennen dat reguliere en opgeschaalde zorg eenduidig wordt aangestuurd door één persoon. Dat heeft grote invloed op de samenwerking van de witte kolom met andere partners.”
Sjaak de Gouw: “Hechtere relatie met de veiligheidsregio.”
In de netwerken van zorg en veiligheid treedt de DPG met één gezicht op. Daarbij wordt de relatie tussen veiligheid en zorg breed ingestoken. Om het even of het om het gevaarlijke stoffen gaat, om de aansluiting met de zorg die ziekenhuizen in opge schaalde situaties kunnen verlenen of om advisering rond alcohol en geluid in het kader van evenementen beleid.
Sjaak de Gouw over zijn eenduidige optreden: “Als ik naar ziekenhuizen ga of afspraken met huisartsen maak, weten ze dat ik zowel van de opgeschaalde als de reguliere zorg ben. Je hebt als DPG niet meer twee petten op, maar één hoed. Net zo duidelijk als de politiechef en de brandweercommandant het in hun kolommen zijn.” De relatie met de veiligheidsregio is volgens hem daardoor de afgelopen tijd alleen maar hechter geworden.
Beschikbaar netwerk Door eenduidigheid in aansturing is de GGD in staat om de calamiteitencoördinatie en samenwerkingsstructuur die zij in ‘kleinere’ zaken – zoals zedenzaken of het overlijden van een schoolkind – heeft, ook gemakkelijk in te roepen en te verbinden aan het deelproces van psychosociale hulpverlening in het kader van crisisbestrijding en rampenbeheersing. Daardoor treden de mensen die in de reguliere situatie (samen-)werken, ook op in de opgeschaalde situatie. Het netwerk blijft in beide situaties intact; en is dus onder uiteenlopende omstandigheden beschikbaar. Tegelijkertijd is bij de GGD ook sprake van verbreding. Zo is er in Hollands Midden bewust gekozen voor twee gemeenschap pelijke regelingen: één in het kader van de veiligheidsregio en één voor de witte kolom. Voordeel van deze constructie is dat zowel burgemeesters als wethouders aangesloten blijven. Daarmee wordt ook voorkomen dat een bestuurder, of diens portefeuille, ondergesneeuwd raakt.
Politiebewaking bij Leidse school naar aanleiding van dreigement.
In de praktijk staat de verbreding ook voor verbindingen met bijvoorbeeld het Veiligheidshuis, het steunpunt Huiselijk geweld, het Meldpunt Kindermishandeling en de Centra voor Jeugd en Gezin. Met de drie grote decentralisaties in het sociale domein in het verschiet voorziet de DPG van Hollands-Midden nog een nieuwe stimulans voor het netwerkdenken: “Vroeger dachten we in organisaties, maar nu alleen nog in netwerken. Soms hebben we het met de politie over individuen, de andere keer over het matigen van alcohol onder bepaalde groepen en dan weer over dance-events. En soms hebben we indringend contact vanwege calamiteiten.” PAGINA 4 / NR. 17 / juni 2013 / DE VEILIGHEIDSREGIO
Schietpartij Als voorbeelden worden de schietpartij van twee jaar geleden in winkelcentrum De Ridderhof in Alphen aan den Rijn en de recente dreiging van schoolshooting op een van de middelbare scholen in Leiden genoemd. Het ene specifiek op één locatie met doden en gewonden, veel inzet van de witte kolom en langdurige nazorg. Het andere vooral ook in organisatorische en psycho sociale sfeer. Wat is de meerwaarde van een hechte band tussen GHOR en GGD? Sjaak de Gouw: “Ik ben in Alphen aan den Rijn vanuit mijn GHOR-functie direct aangesloten bij het beleidsteam. We hadden dus meteen de beschikking over een operationele GHORorganisatie. Maar diezelfde middag werd ik ook gebeld door mijn calamiteitenteam van de GGD, met de vraag wat zij na de eerste hulpverlening konden betekenen, die zondagavond en bij het opengaan van de scholen die maandag. Dinsdagochtend zat ik als directeur GGD bij het eerste bestuurlijk overleg voor de nazorg van het schietincident in het winkelcentrum.” De recente dreiging van een schietpartij op een school was in eerste instantie een politiezaak. Omdat de rol van brandweer en witte kolom secundair was, werd hier geen beleidsteam op gezet. Het calamiteitenteam is er evenwel nauw bij betrokken geweest vanwege de onrust die er op scholen zou kunnen ontstaan.
GGD en GHOR dichter bij elkaar Anderhalf jaar geleden werd een wijziging van de Wet publieke gezondheid van kracht. De wetswijziging regelde onder meer dat de directeur van de GHOR dezelfde persoon is als de directeur van de GGD. Met zijn komst is er één gezicht van het openbaar bestuur richting particu liere zorgpartijen, zijn reguliere en opgeschaalde (crisis-) zorg dichter bij elkaar en vindt er gezamenlijke planvor ming van volksgezondheid en veiligheid plaats. De veranderingen moesten er mede toe leiden dat de witte kolom náást de politie en de brandweer meer slagkracht krijgt. In dit tweeluik vertellen Sjaak de Gouw en Frank Klaassen, beiden zijn directeur publieke gezondheid, over de versterkte samenwerking tussen GGD en GHOR in de veiligheidsregio aan de hand van twee actuele gebeurte nissen. Hoe gaat het in de praktijk? Het ‘aardige’ is volgens DPG De Gouw dat ieder van de zeven honderd medewerkers die binnen de GGD werkzaam zijn, weet dat er ineens een beroep op hem of haar kan worden gedaan. “Het reguliere werk wordt dan even aan de kant geschoven. In plaats daarvan doe je de dingen die op dat moment vanwege de bijzondere situatie worden gevraagd. Als je bij de GGD werkt weet je dat het bij je taken hoort om ineens met honderden collega’s een grootscheepse vaccinatiecampagne uit te voeren of voor iets niet-reguliers op je werk te komen.” ////
Van driehoek naar vijfhoek De directeur publieke gezondheid van de regio Zuid-Limburg heeft enig recht van spreken als het over de samenhang tussen GHOR en GGD gaat – en over de meerwaarde van zijn functie in de veiligheidsregio. ‘Frank Klaassen heeft er door persoonlijke inzet voor gezorgd dat de beide werkvelden van de publieke gezondheid, GGD en GHOR, bestuurlijk aan elkaar zijn verbonden’, staat in de toelichting op zijn verkiezing tot meest invloedrijke persoon publieke gezondheid in 2012. Toch begint hij bij de burgemeester. De eerste bestuurder die bij een crisis geconfronteerd wordt met een heleboel vragen en een behoorlijk versnipperd veld, ook bij de witte kolom. Klaassen: “Hij moet zo snel mogelijk over de juiste informatie beschikken. Daar ligt voor de DPG een hartstikke belangrijke taak.” De zuidelijkste regio verkeert in de volgens Klaassen gunstige omstandigheid dat de GHOR en de ambulancezorg al jaren onderdeel zijn van de GGD Zuid-Limburg. En ook hier geldt dat de inzet van de witte kolom als geheel onder opgeschaalde omstandigheden zoveel mogelijk aansluit bij de reguliere situatie.
Sarin Dan de praktijk. We nemen het voorbeeld van de zoektocht gedurende het afgelopen paasweekend naar het zenuwgas sarin in het buitengebied van Amby bij Maastricht. Het eerste dat volgens Klaassen “in samenhang opvalt” is dat er niet is opgeschaald in de GRIP-situatie. De driehoek van hoofdofficier van justitie, korpschef politie en coördinerend burgemeester werd, met de brandweer en GHOR/GGD erbij, vrijwel direct een vijfhoek. Dat geeft volgens Klaassen aan dat partijen en personen elkaar goed weten te vinden. Maar ook dat je niet per se binnen de GRIP-structuur naar opscha ling hoeft te zoeken om multidisciplinair te handelen. Een interessante notie, want daarmee bevestigt Klaassen een van de belangrijkste aanbevelingen van de commissie-Cohen over de Facebook-rellen in het Groningse Haren: multidisciplinaire opschaling kan veel flexibeler worden ingevuld. “Ik zeg niet dat de GRIPstructuur niet deugt, want deze is in bepaalde gevallen functioneel. Maar het kan ook anders”, aldus Klaassen, “want de praktijk leert dat er inci denten bestaan die niet helemaal passen in onze structuur van opschaling. In de sarinkwestie is er bewust voor gekozen om niet op te schalen. Dat heeft heel goed gewerkt.” Het Openbaar Ministerie Frank Klaassen: “DPG absolute keek primair vanuit het meerwaarde.”
Zoektocht naar sarin in Amby, Limburg.
opsporingsbelang, de GGD vooral vanuit het fenomeen maat schappelijke onrust en volksgezondheid. Klaassen tekent aan dat steeds meer incidenten een component van maatschap pelijke onrust hebben. De zoektocht naar sarin was vooral een crisisachtige situatie. Een wezenlijk andere verschijningsvorm dan de klassieke flitsramp.
Broodje aap? Dat uiteindelijk niets werd gevonden en in de regionale kranten werd gesuggereerd dat het hele verhaal mogelijk zelfs op een broodje-aap verhaal zou berusten, doet er voor de inzet niet toe. Klaassen: “Als justitie duidelijk aanwijzingen heeft dat de stof, die onder meer is gebruikt bij de aanslag op de metro in Tokio, aanwezig is, kun je het risico niet nemen dat je niet goed bent voorbereid. In dit geval vanwege de directe gevolgen voor eventuele slachtoffers, maar ook voor de veiligheid van hulp verleners. Ter plekke, tijdens het vervoer en bij de behandeling in het ziekenhuis.” Brandweer en medische assistentie waren aanwezig voor de veiligheid van de medewerkers. GGD en GHOR zijn zowel in advisering als op de achtergrond nauw bij het geheel betrokken geweest. Omdat het om een heel specifieke en uiterst gevaarlijke stof ging werden ook landelijke gremia ingezet. Bij elkaar was het ook voor hem als DPG een typisch voorbeeld van scha kelen tussen geneeskundige hulpdiensten, veiligheidsbestuur en veiligheidspartners, aldus Klaassen. Dan is het “toch handig als samenwerking in en door één persoon gestalte krijgt”. ////
Uit het Veiligheidsberaad Op 31 mei kwam het Veiligheidsberaad bijeen in het Provinciehuis van Utrecht. Hieronder worden de belangrijkste besluiten en bespreekpunten belicht. Transitieakkoord Meldkamer De voorzitters van de veiligheidsregio’s spraken langdurig met elkaar over het transitieakkoord meldkamer. Hoewel het Veiligheidsberaad nog niet tot een akkoord is gekomen, was het intensieve overleg een goede opmaat naar een volgende stap in het proces. Binnenkort wordt een vernieuwde concepttekst van het akkoord voorgelegd aan de voorzitters. Sinds juni 2012 wordt door alle betrokken partijen gesproken over een transitieakkoord voor de meldkamer van de toekomst. Het conceptakkoord is de afgelopen periode aan alle voorberei dende gremia van het Veiligheidsberaad voorgelegd. Ook zijn er brieven ontvangen van enkele voorzitters van veiligheidsregio’s. De punten waar nog aanscherping en discussie over nodig zijn, zijn het beheer van de meldkamer (met name de onderdelen gezag en bevoegdheid), de transitiekosten en de overdracht van het personeel naar de landelijke meldkamerorganisatie (LMO). Na het sluiten van een landelijk akkoord wordt een ‘landelijk kader voor samenvoeging’ opgesteld waarin de bestuurlijke, financiële en juridische uitgangspunten worden vastgelegd. Op basis van het landelijke kader worden er regionale overeenkom sten opgesteld waarin ruimte is voor regionaal maatwerk.
Themasessie Deltacommissaris Wim Kuijken (Deltacommissaris) en Jan Hendrik Dronkers (Directeur Generaal Rijkswaterstaat) verzorgden een thema sessie over het werk van de Deltacommissie. Doel van de sessie was bewustwording van de rol van de veiligheidsregio’s binnen de bestrijding van hoogwater, met name op het gebied van grootschalige evacuaties. “Medewerking van de veiligheids regio’s is voor het Deltaprogramma van groot belang, vanwege de a ctualisatie van de normen van de waterkeringen waarin aannames zitten over te evacueren inwoners”, aldus Kuijken. Dat dit onderwerp meer aandacht verdient, werd onderschreven door de portefeuillehouder crisisbeheersing in het DB Veiligheids beraad, Henk Jan Meijer. Natuurlijk kan evacueren ook bij andere ramptypen dan over stromingen nodig zijn. Denk aan kernongevallen, natuurbranden en incidenten met gevaarlijke stoffen. Na de toelichting van de Deltacommissaris, stemde het Veiligheidsberaad in met het Kader Grootschalige Evacuatie (voorheen Strategie Grootschalige Evacuatie). Dit document is geschreven voor alle bovengenoemde ramptypen en werd de afgelopen twee jaar samengesteld in samenwerking met veiligheidsregio’s, politie en de ministeries van Defensie en Infrastructuur & Milieu. Kern van het kader is dat de voorbereiding en uitvoering van evacuaties primair een verantwoordelijkheid blijven van de veilig heidsregio. Evacuaties zijn immers niet per definitie bovenregio
naal. De ontwikkeling en de verdere uitwerking van het kader zijn bedoeld als een stimulans voor de regio’s om hun eigen voorbe reiding, waar nodig in afstemming met buurregio’s en het Rijk, verder ter hand te nemen.
Implementatie Project SIS Aan het einde van de vergadering werd ingestemd met het imple mentatieplan voor het project Slachtoffer Informatie Systematiek (SIS). De kostenverdeling over de veiligheidsregio’s is akkoord en het Plan van Eisen werd vastgesteld. Verder is gekozen voor het systeem van Amsterdam-Amstelland (genaamd SVIS) als onder steunend registratie- en volgsysteem voor de front-office. Alle veiligheidsregio’s gaan vanaf volgend jaar gebruik maken van de front- en backoffice van SIS. In september 2013 komt er een handreiking voor verantwoordelijke ambtenaren en func tionarissen in het veld. Deze handreiking is onderdeel van het implementatieprogramma voor de medewerkers die de systema tiek in de veiligheidsregio’s gaan invoeren. Meer informatie over het besluit is te vinden op www.snellerinformatieslachtoffer.nl.
Master of Crisis and Public Order Management
“Deze opleiding versterkt het multidisciplinair denken en handelen in de praktijk” Op 28 maart ontvingen in Arnhem studenten van de tweede leergang Master of Crisis and Public Order Management (MCPM) hun diploma. Welke meerwaarde heeft de studie voor deze professionals in de crisisbeheersing? Aan het woord twee afgestudeerden: Jos Ketelaars, in het dagelijks leven werkzaam als crisiscoördinator bij Waternet en Dennis Overgaauw, hoofd GHOR Veiligheidsregio NoordHolland Noord. Assessment Jos Ketelaars, al lang werkzaam in de crisisbeheersing: “Ik had behoefte om meer theoretisch onderlegd te worden. Tijdens de opleiding kon ik de aangedragen theorie relateren aan mijn eigen crisiservaringen en die van mijn medestudenten. Zij hielden zich allen op tactisch of strategisch niveau bezig met veiligheidszorg of crisismanagement.” De opleiding MCPM (opvolger van de Master of Crisis and Disaster Management), verzorgd door het Instituut Fysieke Veiligheid en de Politieacademie samen, is inmiddels een volwaardige geaccrediteerde hbo-masteropleiding. Ketelaars licht toe: “Het begint met een assessment om te bepalen waar je staat. Voldoe je aan de competenties van een crisisbesluitvormer en op welke terreinen kun je je ontwikkelen?” Dennis Overgaauw vult aan: “Voor het afronden van de tweejarige leergang leg je een proeve van bekwaamheid af die bestaat uit een portfoliobeoorde ling en een masterthesis. Met name de masterthesis is een belang rijk middel waarop je wordt getest. Het halen van de eindstreep is daarmee niet automatisch voor iedereen weggelegd.”
Multidisciplinair Ketelaars is werkzaam bij Waternet, een organisatie die verant woordelijk is voor drinkwatervoorziening, riolering en waterbe heer in een groot deel van West- en Midden-Nederland. Voor hem is de veiligheidsregio de belangrijkste partner qua incidenten crisisbeheersing: “Wij werken met alle hulpdiensten samen om een goede voorbereiding en een professionele sturing te krijgen.” Volgens Overgaauw toont de opleiding het belang aan van multi disciplinair denken en werken in de praktijk. “Buiten de master thesis is het merendeel van de opdrachten voor het portfolio in groepsverband. Op deze wijze leer je veel van andere ervaringen en invalshoeken.” Overgaauw stelt dat de diversiteit aan deelne mers tijdens de leergang MCPM bijdraagt aan het succes. “Hoe
Jos Ketelaars: “Mens blijft belangrijkste factor.”
Dennis Overgaauw: ”Vreemde ogen dwingen je kritisch naar jezelf te kijken.”
meer kleuren hoe beter. Al deze vreemde ogen dwingen je om kritisch naar jezelf en je eigen crisisbeheersingsprocessen te kijken en ter discussie te stellen.” Ketelaars heeft anderen ook wat kunnen leren: “Het was voor anderen bijvoorbeeld een eyeopener dat de burgemeester niet altijd het opperbevel heeft als het gaat over waterincidenten. En ook dat wij soms betere middelen beschikbaar hebben dan de traditionele hulpdiensten.” Volgens de crisiscoördinator is het noodzakelijk om als adviseur en besluit vormer de Bestuurlijke Netwerkkaarten te kennen. “Deze maken namelijk inzichtelijk wie in een crisis op een bepaald beleidster rein waarvoor (bestuurlijk) verantwoordelijk is.”
nieuwsgierig hoe het terrein van crisisbeheersing zich verder ontwikkelt. “Nu ligt de nadruk nog veel op de fysieke veiligheid. Er zou meer aandacht mogen komen voor de sociale veilig heid in de crisisbeheersing, zoals de Project X-feesten of de lone wolves, potentiële gevaarlijke eenlingen zoals ze binnen de internationale opsporingsdiensten heten. En ook een sterkere koppeling tussen veiligheid en zorg zou goed zijn.” Toekomst voorspellen is volgens Ketelaars lastig: “Maar wat er ook gebeurt, met planvorming alleen kom je er niet. De mens blijft de belangrijkste factor en dat is waar de opleiding ook ruim schoots aandacht aan besteedt.”
Klaar voor een crisis?
Meer informatie
Of ze daarmee ook klaar zijn voor het krachtenveld aan belangen van de verschillende partners in de voorbereiding op en tijdens een crisis? Overgaauw is er klaar voor, maar is tegelijkertijd
In januari 2014 start de vijfde leergang MCPM. Belangstellenden kunnen zich hiervoor aanmelden. Meer informatie over de leer gang is te vinden op www.mastercpm.nl. //// DE VEILIGHEIDSREGIO / NR. 17 / JUNI 2013 / PAGINA 5
Voorbereiding en verloop troonswisseling:
‘Feest om te mogen samenwerken’ Het was een van de grootste beveiligingsacties ooit onder de hoede van thans de directie Beveiliging, Bewaking en Burgerluchtvaart (DB3) bij de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Maar de troonswisseling die vrijwel vlekkeloos verliep was ook een feest om te mogen samenwerken. Directeur Wilma van Dijk van DB3 blikt terug op de voorbereiding en de dag zelf. En kijkt vooruit naar het volgende buitencategorie evenement dat van veiligheidsregio’s minstens zoveel zal vragen: de Nucleair Security Summit in 2014. Zoveel mensen, organisaties, instellingen, afdelingen, schijven en kolommen… Hoe krijg je daar tussen Den Haag en Amsterdam ooit structuur en afstemming in? Ga d’r maar aan staan… Wilma van Dijk: “Gelukkig is er wel een structuur en zijn er bestaande verantwoor delijkheden. Als je die vasthoudt, kom je een heel eind. Het uitgangspunt was dat het die dag feestelijk, open, ongestoord en veilig zou zijn. Of het nou de ministeries waren of de burgemeester van Amsterdam, de politie, de brandweer, de GHOR: álle partijen wisten hoe de rollen en verantwoordelijkheden liggen en hoe we elkaar nodig hebben. Dat is vanaf het allereerste begin de grote succesfactor geweest. Als je de verantwoordelijkheden en rollen niet met elkaar overziet kun je nooit tot een goede omgang met elkaar komen.”
Uit de boot Hij wil het anders gaan doen, heeft hij al eens laten doorschemeren. Minder formeel, minder afstandelijk. Dat komt al ’s avonds naar voren tijdens de Koningsvaart en als het gezin spontaan uit de rondvaartboot stapt en naar het podium van dj Armin van Buuren gaat. Algemeen Dagblad, woensdag 1 mei
Feest en verdriet “Op momenten van feest, maar ook bij verdriet. Denk aan het afschuwelijke vliegongeluk in de Bijlmer, de vuurwerkramp in Enschede of wat er gebeurde tijdens de Koninginnedag in Apeldoorn. In die situaties kan een koning goede woorden vinden, omdat hij boven de partijen staat.” Premier Mark Rutte in antwoord op vragen van de internationale pers over de relatie tussen het koningschap en eenheid die in het land wordt gevoeld, Nederlands Dagblad, woensdag 1 mei.
PAGINA 6 / NR. 17 / juni 2013 / DE VEILIGHEIDSREGIO
Houvast Duidelijkheid over rollen, inclusief de eigen rolopvatting dus. En een heldere structuur waar langs je kunt werken. Amsterdam, met daarbij de veiligheidsregio en politie, handelt bij zo’n evene ment volgens de Werkwijze Nationale Evene menten. Dat is een draaiboek annex werkwijze die houvast geeft bij de afweging tussen monoen multidisciplinair, om er maar één te noemen. Van Dijk: “Als dat onder strakke leiding van de voorzitter gebeurt (burgemeester Eberhard van der Laan, red.), met een bestuurlijk apparaat dat de zaak heel goed voorbereidde en kolommen die elkaar kennen en heel goed weten hoe de rolverdeling in elkaar steekt, kom je met elkaar tot dit resultaat. Als je met elkaar om tafel zit krijg je de juiste punten op de agenda. Het doel was dat we tijdig klaar moesten zijn, dat we de
juiste afwegingen maakten en dat we het goed kunnen verantwoorden.” Qua omvang van het evenement lag er niet echt een vergelijking voor, zij het dat hét huwelijk in 2002 wel dicht in de buurt komt. Amsterdam heeft natuurlijk grote ervaring met het orga niseren van grote evenementen. Daarnaast zijn veel lessen getrokken uit de aanslag op Koninginnedag in Apeldoorn. Zo is de NCTV verantwoordelijk voor de beveiliging van het Koninklijk Huis. Maar het is rigide om alleen naar leden van de koninklijke familie te kijken en daar een ring omheen te zetten en te zeggen dat het veilig is, zonder met de politie en de gemeente te kijken naar de aansluiting van de veiligheid eromheen: de belangrijkste les van het drama in Apeldoorn, waar de Werkwijze Natio nale Evenementen uit voortgekomen is.
Andere tijd Dat type houvast met processen voor lokale en nationale partijen bestond bij de troonswisse ling in 1980 niet. Het Rijk heeft toen veel aan Amsterdam en haar beminnelijke burgemeester Polak overgelaten waarmee het destijds – tegen de achtergrond van een strijdlustige kraakbewe ging – primair een lokaal evenement is geweest.
Wilma van Dijk: “Alle relevante scenario’s waren uitgewerkt en voorbereid.”
“De tijd is anders”, constateert Van Dijk. Maar de vraag is dan wel of het welslagen van nu te danken is aan de goede voorbereiding en duide lijke rolopvattingen, of aan ‘gebrek aan gemor’ onder de bevolking. Vervolg op pagina 8
‘Crisisorganisatie ook voor troonswisseling’ Toen ‘ze’ in Amsterdam hoorden dat prins Willem Alexander op Koninginnedag de troon zou overnemen, wisten ze wat hen te doen stond: heel hard werken om het voor elkaar te krijgen. Lisa Scheerder, sinds 1 januari het hoofd van het Veiligheidsbureau in Amsterdam over de lokale aanpak. Het Veiligheidsbureau waar Lisa Scheerder leiding aan geeft, is feitelijk de uitvoerende organisatie van Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland (VRAA). Het lokale gezag, de burge meester, is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid. Scheerder, met het domein crisisbeheersing en incidentmanage ment, is de eerste adviseur van de burgemeester als het gaat om openbare orde en veiligheid. Eén van de eerste vragen was hoe de crisisorganisatie zou worden ingericht: “We hebben besloten het als een grip 4-situatie te beschouwen, omdat de gebeurtenis niet alleen de gemeente Amsterdam aanging.” Het betekende de facto dat burgemeester Van der Laan als voorzitter van de veiligheidsregio het regionaal beleidsteam voorzat en dat zijn vervanger burgemeester Van Zanen van Amstelveen als plaatsvervangend voorzitter ook aanhaakte.
Nationaal Door de nationale uitstraling is Amsterdam in de voorbereiding vanuit de bekende driehoek niet alleen meteen naar een vier hoeksverband gegaan (met de NCTV erbij, red.), maar werd er met de brandweer en de GHOR als partners in de crisisbeheer sing zelfs een zeshoek van gemaakt. Uiteraard is het Veiligheidsbureau zelf nauw betrokken geweest bij de meer meer dan twintig scenario’s die op voorhand zijn uitgewerkt en vastgesteld. Scheerder: “Scenario’s geven hande lingsperspectief voor situaties waarin je problemen hebt en hoe je dan gaat handelen.”
van de beste eenheden van het land zijn, we hebben niet vanuit routine gehandeld. Bij elk punt hebben we ons afgevraagd: willen we dit zo?” Scheerder legt uit: “In het begin hebben we veel tijd gestoken in hoe we de dag wilden laten zijn. Welke beleids- en tolerantie grenzen hanteren we, wat moet mogelijk zijn, waar wil het publiek naar toe? Dat leidde tot de keuze om het zo open mogelijk te maken voor iedereen. Het gemakkelijkst was natuurlijk geweest om de hele stad dicht te doen, maar dan heb je niet een leuk feest.
“Iedereen heeft elkaar in positie gehouden” Gevolg is wel dat je de uitgangspunten heel consequent moet vertalen naar hoe die dag in elkaar komt te zitten.” Ze kijkt er met een goed gevoel op terug. “Met de korte tijd die er voor de voorbereiding was en het feit dat het ook nog koningin nedag was – wat in Amsterdam toch al een vrij kritische dag is – vind ik het een ongelooflijk knappe prestatie van iedereen.”
Twee mensen Het enige smetje van de dag, Scheerder windt er geen doekjes om, zijn de kortstondige aanhoudingen van twee mensen vlak voor de abdicatie op de Dam: “Als je temidden van al die mensen onder hoge druk op die spannende plek je werk moet doen, kan ik het me heel goed voorstellen. Maar achteraf hebben we helaas moeten constateren dat twee mensen op dat moment beperkt zijn geweest in hun vrijheid van meningsuiting.”
De samenwerking tussen de verschillende kolommen en wat daaraan tijdelijk werd toegevoegd, is volgens haar heel goed verlopen: “Potentieel kan dat best lastig zijn, met een landelijke partner erbij, maar in praktijk is daar niets van gebleken. Amsterdam en NCTV zijn hele professionele organi saties die niet verzanden in machtsgedoe. In plaats daarvan heeft iedereen elkaar in positie gehouden.”
Lisa Scheerder: “Ongelofelijke knappe prestatie van iedereen.”
En de meerwaarde van het construct van de veiligheidsregio? “ Je ziet dat er iets bij elkaar is gekomen: we hebben de vijfhoekpart ners vroegtijdig betrokken; samen multidisciplinaire scenario’s uitgewerkt en op de dag zelf in multidisciplinair verband samen gewerkt.” Dat wil overigens niet zeggen dat op de dag zelf alle infor matie en besluiten door de multidisciplinaire gremia moesten: “Partijen werken vanuit de eigen professionaliteit. Om een effectieve en vooral snelle besluitvormingsorganisatie mogelijk te maken, moeten sommige besluiten buiten de multi-organi satie om worden genomen, bijvoorbeeld in vierhoeksverband.” Het grote voordeel van de gehanteerde werkwijze is, aldus Scheerder, dat alle partijen in de multidisciplinaire teams goed geïnformeerd waren, omdát ze allemaal bij de voorbereiding betrokken waren. ////
Tienvoudige Prinsjesdag
Feest
Daarnaast was het natuurlijk van belang om te weten hoe de dag er in detail uit zou zien en daarbij na te gaan hoe de verantwoor delijkheden op de verschillende overheidsniveaus liggen. Zo was het hele gebeuren in de Nieuwe Kerk in de eerste plaats een aangelegenheid voor de Staten-Generaal. Die is dan ook vooral in Den Haag voorbereid. De gemeente Amsterdam richtte zich logischerwijs vooral op de lokale feestelijkheden en de open bare orde op straat. Zo zijn door de politie heel veel bijstands aanvragen gedaan die via het bureau van Scheerder richting burgemeester gingen, omdat die formeel over de aanvragen voor extra inzet gaat.
“Ik verwachtte een Prinsjesdag in het kwadraat, maar de Verenigde Vergadering van 30 april is het tienvoudige van een normale Prinsjesdag.”
36 uur feest, 1 miljoen mensen, 22 scenario’s, 12.500 politiemannen. Amsterdam bereidt zich voor op de inhuldiging.
Elk punt
Afwijkend gedrag
De rol- en verantwoordelijkheidsverdeling mocht dan helder zijn, naar de inhoud gekeken heeft in de aanloop naar de troons wisseling ongeveer alles ter discussie gestaan, blikt Scheerder terug: “Amsterdam mag dan goed om kunnen gaan met dit soort evenementen en de Amsterdamse politie mag op dit vlak een
Klaartje Sanders, adviseur protocol bij de Eerste Kamer, coördinator evenement in de Nieuwe Kerk in De Kamerbode
Zenuwachtig? “Iedereen vraagt of ik al slapeloze nachten heb, maar ik slaap binnen 6 seconden. (…) Ik word pas zenuwachtig als ik een half uur voordat mijn vliegtuig vertrekt hoor dat ik op reis moet en ik mijn koffer nog moet inpakken.” Burgemeester Eberhard van der Laan, donderdag 25 april aan het ANP
NRC-Handelsblad, maandag 29 april
Extra personeel De aanslag in Apeldoorn, de Damschreeuwer, en een paar weken geleden de terreur bij de marathon in Boston. Burgemeester Van der Laan wilde geen risico’s nemen. Deze plechtigheid is bewaakt door tienduizend agenten en nog wat extra personeel. Dat bevordert de veiligheid, maar het wekt ook extra spanning die door de lone wolves als een extra uitdaging wordt gezien. Wat doe je? De burgemeester heeft de zekerste weg gekozen. NRC-Handelsblad, dinsdag 30 april
“De politie zal letten op wie zich afwijkend gedraagt. Wat afwijkend is? Dat ga ik niet vertellen. Laat dat maar aan de professionaliteit van de politie over.” Burgemeester Eberhard van der Laan, maandag 29 april in Trouw
Heel anders Het was een andere troonswisseling dan in 1980. Dat is wel het minste dat van 30 april 2013 kan worden gezegd. Volkskrant, woensdag 1 mei
DE VEILIGHEIDSREGIO / NR. 17 / JUNI 2013 / PAGINA 7
Leuke dag
Vervolg van pagina 6
Dan naar de dag zelf. “Het was een leuke dag”, vat de topambtenaar zelf samen. Meest opval lende moment voor de buitenwacht was het moment dat de koning ’s avonds met zijn gezin voor het oog plotseling van de boot af wou om via dj Armin van Buuren en het concertgebouw orkest even heel dicht bij het volk te staan.
Van Dijk: “We hebben een duidelijke discussie gevoerd over de balans tussen wat kan en wat niet. Open en met ruimte om te demonstreren en in heel Amsterdam vrijheid om je mening te uiten. Maar ook: een ongestoorde troonswisse ling en veilig voor iedereen.”
het doel, namelijk ‘dit moeten wij goed doen’, te bereiken. Dan kun je veel met elkaar aan.” Daarbij bleek ook de tijdspanne van drie maanden voor de hele voorbereiding voldoende. “Zolang je maar vanuit bestaande verantwoor delijkheden nieuwe dingen optuigt en je elkaar daarin begrijpt”, herhaalt Van Dijk: “Dan komt de inhoud vanzelf.”
Operationeel
Van Dijk maakte het mee vanuit het beleidscen trum waar burgemeester Jan van Zaanen de hele dag als plaatsvervangend voorzitter van de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland aanwezig was: “De koning wilde het bijzonder graag. Op zo’n moment kijk je of het vanuit het oogpunt van security kan, maar ook of het veilig is om vanaf de rondvaartboot zo’n hoge kade te bereiken. Om die laatste reden hebben wij de stap ontraden, al was er wat ons betreft geen reden dat het absoluut niet kon. Daarmee was het een zaak tussen de burgemeester en de koning. Waarna wij getuige zijn geweest van een prachtig moment dat de hele wereld is overgegaan.”
Overigens hoeft het geen betoog dat lone wolves absoluut in de scenario’s voorkomen. Zo is ook de recente aanslag op de marathon in Boston niet van invloed geweest op de risico-inschatting rond de troonswisseling, omdat dat een noviteit zou zijn. Van Dijk: “Alle relevante scenario’s waren uitgewerkt en voorbereid.”
Bij elkaar genomen was het “een feest om te mogen samenwerken”, zo kijkt Van Dijk op de dag terug. “Elk van ons wist waar hij voor stond en we hebben elkaar nadrukkelijk opgezocht om
Buiten de kerk op de Dam maakten vele duizenden aanhangers van het Huis van Oranje het historische moment van dichtbij mee. De sfeer was feestelijk en broederlijk. Een groot contrast met de gewelddadige rellen, traangas en lawaai tot in de kerk tijdens de inhuldiging van koningin Beatrix op 30 april 1980. Telegraaf, woensdag 1 mei
De dag zelf deden de operationele mensen het ‘echte’ werk. De politie was duidelijk het meest zichtbaar, maar de brandweer en de GHOR waren net als de NCTV voorbereid op de dingen die zouden kunnen gebeuren. Dat die dingen niet gebeurden, is volgens Van Dijk alleen maar iets om blij mee te zijn.
In de aanloop naar 30 april zijn 22 scenario’s uitgewerkt aan de hand waarvan risico’s werden ingeschat en de voorbereiding nader gestalte kreeg. De betreffende draaiboeken zijn niet openbaar (“je moet de kat niet op het spek binden”, lacht Van Dijk) maar zijn in opzet en intentie ook binnen de kolommen een bekende werkwijze. De directie DB3 bij de NCTV gaat ook niet in op concrete dreigingen die vante voren of en op de dag zelf tot onder de inhuldi ging zijn geuit: “Wat je ziet dat zie je. Maar over dreiging doen wij uiteraard geen mededelingen.”
Van dichtbij
In het kader van evaluatie brengt de auditdienst van het Rijk het geheel nog in kaart. Van Dijk heeft er alle vertrouwen in: “Gelet op het verloop van de dag hebben we de voorbereiding in elk geval goed gedaan. We hebben met elkaar een professionele organisatie laten zien waarin onge looflijk veel mensen actief zijn geweest.” Vanuit de troonswisseling bekeken heeft zij dan ook geen punten van aandacht voor wat bij vergelijkbare evenementen beter zou kunnen. De opgebouwde ervaring komt wel van pas voor een nieuwe mega-gebeurtenis die er zit aan te komen: de Nuclear Security Summit van 2014.
Visitekaartje De hoofdstad revancheerde zich al in 2002 met het vlekkeloos verlopen huwelijk voor de ongeregeldheden in 1980. Gisteren gaf Amsterdam opnieuw zijn visitekaartje af. Wat vooraf een waagstuk leek – een strak geregisseerde troonswisseling in combinatie met een losjes gestuurd volksfeest in de huiskamer van Nederland – blijkt achteraf een succes. Het Financieele Dagblad, woensdag 1 mei
Ruiterlijk excuses “Niemand is zonder fouten. De politie heeft er ruiterlijk excuses voor aangeboden. De twee zullen vandaag een grote bos bloemen krijgen.” Burgemeester Van der Laan in een terugblik op de vrijwel vlekkeloos verlopen dag en de achteraf onnodige arrestatie van twee demonstranten op de Dam, woensdag 1 mei in de Telegraaf.
Wereldtop Op 24 en 25 maart volgend jaar is ons land gastheer van de grootste top in Nederland ooit. Liefst 58 wereldleiders, waaronder de Ameri kaanse president Obama, komen dan samen in het World Forum in Den Haag. Het doel van de top is het voorkomen van nucleair terrorisme, wereldwijd. Een wereldtop biedt Nederland een wereld podium. Tijdens de top zijn er ook duizenden delegatieleden en journalisten aanwezig, waardoor deze twee dagen veel impact hebben op de stad Den Haag, op de wegen naar de stad toe en de route van en naar Schiphol. Omdat de selectie van hotels zich niet zal beperken tot Den Haag en het vervoer niet over binnenwegen zal gaan, zijn ditmaal ook meer veiligheidsregio’s betrokken.
De rol van de NCTV is samen met de gemeenten en andere partijen de veiligheid van de top te organiseren. De aanwezigheid van veel media en het wereldpodium dat Den Haag gaat leveren zal vrijwel zeker ook grote aantrekkings kracht uitoefenen op andere groeperingen. Net als bij de G8 zullen actiegroepen het podium ook willen gebruiken om zo hun berichten de wereld in te krijgen. De voorbereidingen zijn inmiddels in volle gang. Daarin deelt burgemeester Eberhard van der Laan ook heel concreet zijn ervaringen met zijn Haagse collega Jozias van Aartsen. Voor de professionals en de kolommen achter hen ziet Van Dijk opnieuw twee uitgangspunten: sámen en vanuit bestaande bevoegdheden en verant woordelijkheden. ////
Netcentrisch Werken juist nu doorontwikkelen Nu de invoering van de netcentrische werkwijze in alle veiligheidsregio’s een feit is, breekt een nieuwe fase aan. De komende tijd draait alles om de doorontwikkeling, niet alleen in afzonderlijke techniek maar ook tussen partijen. Er ligt een stevig fundament voor crisisbesluitvorming op basis van Netcentrisch Werken. Maar de doorontwikkeling van
Netcentrisch Werken: Nu en in de toekomst Bij de beëindiging van het landelijk project en de overdracht van het beheer en daarmee de doorontwik keling van de netcentri sche werkwijze is een 80 pagina’s tellende publicatie uitgebracht. ‘Netcen trisch Werken: nu en in de toekomst’ geeft een impressie van de resultaten van het project en ook een blik naar de toekomst.
informatiegestuurde crisisbesluitvorming gaat verder. Ook na de nu afgesloten ontwikkelfase, zo kwam naar voren tijdens een drukbezochte Expertmeeting over dit onderwerp bij het Instituut Fysieke Veiligheid in Arnhem op 18 april. Vier jaar geleden startte het project Netcentrisch Werken om veiligheidsregio’s te ondersteunen bij het invullen van het ‘aspect informatievoorziening’ zoals vastgelegd in het Besluit veilig heidsregio’s. Want: goede besluitvorming en een effectieve inzet van mensen en middelen tijdens een ramp is alleen mogelijk als de betrokken spelers een actueel gedeeld beeld van de situatie hebben.
by Instituut Fysieke Veiligheid
Inmiddels werken alle veiligheidsregio’s, het NCC en LOCC netcentrisch. Het Veiligheidsberaad heeft een groot deel van de resultaten overgedragen aan het Programma Netcentrisch Werken van het IFV. Daar vindt het beheer en de verdere door ontwikkeling van de netcentrische werkwijze plaats. Alexander Bouwman is programmamanager.
Netcentrisch Werken: nu en in de toekomst
Netcentrisch Werken: nu en in de toekomst
Netcentrisch Werken: nu en in de toekomst. Meer informatie: www.infopuntveiligheid.nl PAGINA 8 / NR. 17 / juni 2013 / DE VEILIGHEIDSREGIO
1
In de afsluitende discussie kwam ook naar voren hoe belangrijk het is dat Netcentrisch Werken niet blijft steken in een select groepje informatiemanagers. Er horen ook bestuurders bij en directeuren van veiligheidsregio’s die over de inzet van schaarse middelen gaan. //// Compleet verslag van de Expertmeeting lezen? Kijk dan op: www.veiligheidsberaad.nl
Tijdens de expertmeeting van 18 april ontving Henri Lenferink (rechts), bestuurlijk portefeuillehouder, uit handen van Wim Papperse, directeur bedrijfsvoering IFV, het eerste exemplaar van de publicatie Netcentrisch Werken. Papperse beloofde alles in het werk te zullen stellen om de doorontwikkeling van Netcentrisch Werken vanuit het IFV mogelijk te maken.
De partners van de veiligheidsregio’s
Nationale Cyber Security
Veiligheid in de ‘vijfde dimensie’
National Cyber Security Center waakt over digitale wereld
De veiligheidsregio’s zijn opgericht om de samenwerking tussen brandweer, politie, GHOR en gemeenten te bevorderen. Maar het samenwerkingsverband is breder dan deze vier kolommen. Ook waterschappen, Defensie, Justitie, vitale partners en anderen werken samen met de veiligheidsregio’s. In deze rubriek belichten wij telkens een samenwerkings partner. Dit keer de Nationale Cyber Security.
Nederland wapent zich tegen digitale bedreigingen van de nationale veiligheid. De fysieke wereld loopt reële risico’s als gevolg van kwaadwillende acties op internet. De aanvallen op bedrijven en overheidsinstellingen met het Dorifelvirus in 2012 en de DDOS-aanvallen in de afgelopen maanden op banken en DigiD spreken klare taal. Om die gevaren te bezweren is begin 2012 binnen de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid de Directie Cyber Security opgericht. Inclusief een operationeel Nationaal Cyber Security Center dat waakt over de veiligheid in de digitale wereld. Het risicobewustzijn in de samenleving komt als gevolg van de recente cyberaanvallen goed op gang, maar bewustzijn alleen is niet genoeg. Investeren in snellere detectie en respons moet de weerbaarheid van overheid en bedrijven tegen cyberaanvallen verhogen. De Directie Cyber Security werkt daar hard aan en komt later dit jaar met een nieuwe Nationale Cyber Security Strategie (NCSS). De eerste strategie is pas anderhalf jaar oud, wat aangeeft hoe ‘nieuw’ het vraagstuk van cyber security nog is.
zusterorganisaties om snelle detectie en respons mogelijk te maken. “De roep om betere bevei ligingswaarborgen wordt steeds sterker, maar staat tegelijkertijd op gespannen voet met het belang van een vrij toegankelijk internet. Dat is vanuit het oogpunt van cyber security een dilemma. Internet is een diffuse wereld, waar veel grenzen en regels nog niet vastliggen. Als het gaat over toezicht en controle, moeten we veel dingen nog ontdekken.”
Vijfde dimensie
De Directie Cyber Security brengt met een reeks activiteiten structuur in de beveiliging van de digitale wereld. Naast een beleidscluster waar plannen en strategieën voor de beveiliging tegen cybercrises worden uitgewerkt, heeft de directie een operationele tak: het Natio naal Cyber Security Center: het NCSC. Een kennis- en expertisecentrum waar alle relevante informatie over beveiligingsrisico’s, dreigingen en aanvallen wordt verzameld en dat ook onder steuning verleent bij de bestrijding van een acute ‘outbreak’. Wil van Gemert: “Het NCSC is primair een voorziening van de overheid, maar in bemensing en werkwijze is sprake van krachtige publiekprivate samenwerking. Die netwerkbenadering is noodzakelijk, want 80 procent van de vitale ICT-voorzieningen is niet in handen van de overheid maar van het bedrijfsleven. Daar zit dus de kennis van die processen en ook de beveiligingskennis. De verantwoordelijkheid voor informatiebeveiliging en cyber security ligt in eerste instantie bij de sectoren zelf. In het NCSC als gemeenschappelijk platform brengen we al die kennis en deskundigheid samen.”
Dat we steeds kwetsbaarder worden voor versto ringen van digitale processen heeft volgens Wil van Gemert, Directeur Cyber Security bij de NCTV, alles te maken met de grote afhankelijk heid van de samenleving van ICT en de wereld wijde verknoping van informatienetwerken. “Cyberspace is de eerste volledig door de mens gecreëerde ruimte, in feite de vijfde dimensie van de samenleving. Tal van vitale processen, van energievoorziening tot voedseldistributie en het betalingsverkeer, zijn alleen mogelijk dankzij digitale informatiestromen. Die sterke afhankelijkheid van ICT noopt tot een stringent
Taken
Van Gemert verduidelijkt dat het NCSC als kenniscentrum en operationele backoffice voor acute cybercrises twee klantenkringen heeft. Voor de overheid fungeert het als Computer Emergency Responsteam (CERT). En de tweede klantenkring wordt gevormd door de vitale sectoren in het bedrijfsleven die onmisbaar zijn voor het reilen en zeilen van de samenleving.
Drie lagen
Wil van Gemert: “Gemeenten en veiligheidsregio’s rekenen wij tot de primaire klantenkring van cyber security.”
beveiligingsbeleid voor cyberspace, want de samenleving moet kunnen bouwen op betrouw bare digitale dienstverlening en besturings processen.” Containment: het isoleren of insluiten van een cybercrisis is volgens Van Gemert lastig, doordat de architectuur van internet nauwelijks fysieke grenzen kent. Alles is verbonden met alles, dus kunnen kwaadwillenden virussen en trojan horses razendsnel verspreiden. Daarom werkt de Directie Cyber Security ook in internationaal verband nauw samen met
De dienstverlening van het NCSC is opgebouwd in drie lagen. Het centrum monitort wereldwijd ruim 1400 bronnen in cyberspace om te speuren naar mogelijke dreigingen en kwetsbaarheden in vitale ICT-processen. Worden concrete gevaren, beveiligingslekken of dreigingen geconstateerd, dan worden beveiligingsadviezen verstrekt via de website van het NCSC en via contact met kwetsbare instanties. Dagelijks worden
In wereldwijd verknoopte servers schuilt een vijfde dimensie met zijn eigen risicoprofiel.
gemiddeld vier tot vijf van dergelijke adviezen uitgegeven. Een tweede productgroep van het NCSC zijn factsheets, die meer gedetailleerde achtergrond informatie over een acute dreiging weergeven, bijvoorbeeld over hoe organisaties zich kunnen wapenen tegen een DDOS-aanval. Een derde groep zijn de ‘whitepapers’: documenten die trends en ontwikkelingen beschrijven die gevolgen kunnen hebben op het gebied van cyber security. Zoals bijvoorbeeld de gevolgen van de brede introductie van smartphones op de ontsluiting van overheidsinformatienetwerken.”
Risicoprofiel Door de aard van zijn werkgebied en taken lijkt Cyber Security relatief ver af te staan van de veiligheidsregio’s en gemeenten, die met hun activiteiten op veiligheidsgebied sterk zijn geworteld in de fysieke wereld. Maar schijn bedriegt, want uitval van ICT en andere vitale voorzieningen is een crisistype dat iedere veiligheidsregio in meer of mindere mate in zijn risicoprofiel heeft beschreven. In welke vorm hebben gemeentelijke crisisorganisaties en operationele partners te maken met dreigingen in de digitale wereld? Van Gemert: “Cyberrisico’s raken het werkveld van gemeenten en veiligheidsregio’s op meerdere manieren. In de eerste plaats leunen rampen bestrijding en crisisbeheersing in toenemende mate op digitale processen. Denk aan meldka mers en crisisinformatiesystemen. Gemeenten en veiligheidsregio’s moeten zich dus ook bevei ligen tegen uitval van de voor hen vitale infor matieprocessen als gevolg van cyberaanvallen.
Enkele afkortingen en begrippen DDOS-aanval Distributed Denail of service attack. ICT Informatie- en communicatietechnologie. trojan horses Een computerbenaming voor een functie die verborgen zit in een programma dat door een gebruiker wordt geinstalleerd en schade kan toebrengen aan de computergegevens. Trojan horses worden vaak verstuurd via e-mails of chatprogramma’s. Computervirus Software in een programma dat zich in een bestand kan nestelen, bijvoorbeeld in besturingssysteem.
Ten tweede zijn de virtuele en de fysieke wereld zo sterk met elkaar verweven dat gebeurtenissen in cyberspace grote effecten kunnen hebben in de fysieke wereld. Langdurige verstoring van het betalingsverkeer of de energievoorziening kan bijvoorbeeld leiden tot grote maatschappelijke onrust, ordeverstoringen en keteneffecten in andere sectoren.”
Schakelinstanties Volgens Van Gemert leeft het vraagstuk van Cyber Security sterk bij bestuurders. Dat merkte hij onder andere tijdens een presentatie bij het Veiligheidsberaad eind 2012. “Burgemees ters zijn zich bewust van de kwetsbaarheid van overheidsinformatienetwerken waarmee zij hun processen draaiende houden en hun dienstverlening aan het publiek faciliteren. Gemeenten en veiligheidsregio’s rekenen wij tot de primaire klantenkring van cyber security. Maar we kunnen niet alle bedrijven en instan ties individueel bedienen, dus werken we met zogenaamde schakelorganisaties. Zo hebben de gemeenten in VNG-verband inmiddels een collectieve informatiebeveiligingsdienst ingericht die voor ons het aanspreekpunt wordt om de gemeenten te ondersteunen met kennis, advies en respons bij cybercrises.”
Preventie De collectieve aanpak van cyberrisico’s door overheid en vitale sectoren komt op stoom. Wat enkele jaren geleden begon als aanpak van ‘cybercrime’ om financiële fraude te bestrijden, wordt nu uitgebouwd tot een krachtig netwerk structuur voor cyber security. In preventie bij de bron ligt volgens Wil van Gemert de kiem van succes voor effectieve cyber security. “Daarom heeft het ministerie van BZK begin dit jaar een Taskforce BID (Bestuur en Informatieveilig heid Dienstverlening) in het leven geroepen die de publieke sector met een twee jaar durende campagne nog meer bewust moet maken van wat de sector zelf kan doen om risico’s in de virtuele wereld beheersbaar te houden. De Directie Cyber Security blijft samen met alle betrokken sectoren investeren in verdere versterking van de detectieen responsorganisatie.” //// DE VEILIGHEIDSREGIO / NR. 17 / JUNI 2013 / PAGINA 9
GHOR lanceert nieuw crisismodel De Raad van Directeuren Publieke Gezondheid heeft eind april een nieuw crisismodel afgesproken voor de aansturing, regie en coördinatie van de geneeskundige hulpverlening bij rampen en crises. Het nieuwe model sluit beter aan op de multidisciplinaire crisisorganisatie (knoppenmodel), de organisatie van de geneeskundige hulpverlening en de wijziging van de Wet publieke gezondheid (1 januari 2012). Afgesproken is dat de alle regio’s, voor zover mogelijk, hetzelfde model gaan hanteren. Het crisismodel onderscheidt zeven crisisrollen en twee GHORprocessen: acute gezondheidszorg en publieke gezondheidszorg. Bij acute gezondheidszorg gaat het om triage, behandeling en vervoer van slachtoffers en om de continuïteit van de reguliere zorgverlening. Bij publieke gezondheidszorg gaat het om (advies over) infectieziektebestrijding, medische milieukunde (incidenten met gevaarlijke stoffen), psychosociale hulpverlening en gezond heidsonderzoek na rampen.
Directeur Publieke Gezondheid
Crisismodel GHOR
Algemeen Commandant Geneeskundige Zorg
Hoofd Acute Gezondheid
Informatiecoördinator MKA
Hoofd Informatie Backoffice GHOR
(Crisis)managers zorginstellingen
Logistiek Coördinator Publieke Gezondheid
Informatiecoördinatoren zorginstellingen
Informatiecoördinator Publieke Gezondheid
Logistieke Coördinatoren zorginstellingen
Meldkamer Ambulancezorg
Hoofd Ondersteuning
Logistiek Coördinator MKA
Officier van Dienst Geneeskundig
Op basis van het nieuwe crisismodel kan de Academie voor GHOR en Opgeschaalde Zorg van het IFV nieuwe landelijke opleidingen aanbieden voor de verschillende GHOR-rollen. Verder zal de Raad DPG in overleg gaan met onder andere het ministerie van Veiligheid en Justitie, het Veiligheidsberaad en de geneeskun dige partners over de consequenties van het nieuwe model. //// Voor drie operationele rollen: Algemeen Commandant Geneeskundige Zorg (ACGZ), Hoofd Ondersteuning Genees kundige Zorg (HON) en Hoofd Informatie Geneeskundige Zorg (HIN), Academie voor GHOR en Opgeschaalde zorg van het IFV zijn inmiddels al inmiddels al opleidingen ontwik keld. Zie voor meer informatie: www.nifv.nl.
Hoofd Publieke Gezondheid
Capaciteit voor vervoer buiten plaats incident
Capaciteit voor triage, behandeling en vervoer op plaats incident
Capaciteit voor Medische Milieukunde, waaronder GAGS Capaciteit voor Infectieziektebestrijding
Capaciteit voor triage en behandeling binnen de zorginstellingen
Capaciteit voor Gezondheidsonderzoek Capaciteit voor Psychosociale Hulpverlening
Legenda GHOR-vertegenwoordiger in multidisciplinair team Leidinggevende binnen GHOR-structuur
Overige leidinggevende of inhoudelijke functionarissen binnen de gezondheidszorg Staf, advies en ondersteuning
Bevelslijn
Centrum voor regie en ondersteuning rond informatie en logistiek
Communicatielijn
Publicaties & Applicaties
Nationaal Handboek Crisisbesluitvorming Crisisbeheersing op rijksniveau is breder dan de Wet veiligheidsregio’s als definitie hanteert. Sinds kort ligt er een nieuw Nationaal Handboek Crisisbesluitvorming. Nationaal Handboek Crisisbesluitvorming
Het handboek legt de hoofdlijnen vast van het generieke crisis beheersingsbeleid en van het stelsel met betrekking tot de crisisorganisatie van het Rijk. Er was wel een eerdere versie van het handboek, maar die was verouderd. Het nieuwe Handboek Crisisbesluitvorming is van toepassing op alle (dreigende) intersectorale crises die interdepartementaal gecoördineerd optreden van de rijksoverheid vereisen. Behalve aan alle ministeries is het handboek ook aangeboden aan alle veiligheids regio’s en de betrokken koepels met de aanbeveling om de herziene afspraken ook op te nemen in de crisisplannen binnen die eigen organisaties. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de crisisaanpak blijft, ook als een vakminister vanuit zijn bestuurlijke verantwoordelijkheid een aanwijzing geeft of wanneer GRIP Rijk van kracht wordt, bij de autoriteiten in de algemene of functionele keten. Bij rampen en crisis in de algemene keten is dat de burgemeester of de voorzitter van de veiligheidsregio. Alleen in uitzonderlijke situaties, zoals bijvoorbeeld bij grootschalige evacuatie, kan het Rijk een of meer deelaspecten van de crisisaanpak op zich nemen. Het Handboek en het Instellingsbesluit zijn te downloaden via www.nctv.nl
Public Safety app RB&W faciliteert een internationaal multidisciplinaire kennis forum voor de sector publieke veiligheid. Voor deze sector is sinds enige tijd ook een app beschikbaar. In deze app brengt RB&W nieuws op een overzichtelijke manier bijeen en plaatst dit een context van gerelateerde ontwikkelingen en beleidsdocu menten. De app ‘public safety’ is verkrijgbaar via de Apple Store.
Samenwerking in crisisbeheersing De Unie van Waterschappen zetten in de samenwerking op het gebied van crisisbeheersing met deze ontwikkelde visie een volgende stap naar verdere professionalisering. De visie is ontwikkeld in nauwe samenspraak met netwerkpartners zoals veiligheids regio’s en het Veiligheidsberaad. samenwerking in crisbeheersing
Samenwerking in criSiSbeheerSing
1
Thema’s die de waterschappen vanaf nu gezamenlijk gaan aanpakken en verder professionaliseren zijn onder andere opleiden en oefenen, informatiemanagement bij een crisis en calamiteitenplannen. Veiligheidsberaad en IFV hebben ook meegewerkt.
PAGINA 10 / NR. 17 / juni 2013 / DE VEILIGHEIDSREGIO
App min.VenJ De app ‘min.VenJ’ is inmiddels al 10.000 keer gedownload. In december, vlak na de lancering, stond de app in de top 10 van de meest populaire nieuws-apps. de app is inmiddels vernieuwd: versie 2.3. en ook beschik baar voor android toestellen. De app bevat meerdere functies: nieuws berichten, social media streams en contactgegevens van organisaties die actief zijn in het werkveld van veiligheid en justitie. Zie voor meer informatie: www.rijksoverheid.nl/ministeries/venj.
Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken
De nieuwe handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken, gepresenteerd op het symposium ‘Veiligheid ondergrondse bouwwerken: ieder voor zich’ op 22 mei, vervangt de ‘Leidraad veiligheid in ondergrondse bouwwerken’ uit 1999. De nieuwe handreiking is ontwikkeld in opdracht van de Redactieraad Brandweer & Crisisbeheersing van het IFV. Zie voor meer informatie: infopuntveiligheid.nl
Sociale media: factor van invloed op onrustsituaties? bw.politiekunde52_LR_deel 30.5 13-05-13 11:09 Pagina 3
In opdracht van Politie & Wetenschap is onderzoek gedaan naar de invloed van sociale media op situaties van maatschappelijke onrust. In dit rapport wordt in diverse casestudies onderzocht welke rol sociale media spelen bij de ontwikkeling van incidenten en hoe maatschappelijke onrust daarbij ontstaat en wordt beïnvloed. De vraag is wat dit betekent voor de politie. Welke keuzes spelen een rol bij het bepalen van de communicatiestrategie van de politie in crisissituaties? Wat is de rol van sociale media hierbinnen en welke effecten hiervan kunnen we waarnemen? Een belangrijke conclusie is dat sociale media tijdens crisissituaties voor de politie zowel kansen als bedrei gingen bieden. Een blijvend actieve houding van de politie op sociale media is noodzakelijk: niet aanwezig zijn betekent per definitie een stap te laat zijn. Meer informatie is te vinden op: www.vdmmp.nl.
Sociale media: factor van invloed op onrustsituaties?
Drs. R.H. Johannink MCDm I. Gorissen BPM N.K. van As MSc
“Striping mag nooit verwarring wekken”
IFV bewaakt huisstijl hulpverleningsdiensten Jaarlijks behandelt het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) circa honderd ‘dossiers’ rond misbruik en onjuist gebruik van de huisstijl van hulpverleningsdiensten. Strenge handhaving is noodzaak, want het gebruik van striping en politie-, brandweer- en ambulancelogo zijn exclusief voorbehouden aan de aangewezen hulpverleningsdiensten. “Oneigenlijk gebruik van deze huisstijlen geeft verwarring en dat moeten we tot elke prijs voorkomen”, bezweert Mariette Mellema, handhaver huisstijl hulpverleningsdiensten bij het IFV. Eerder dit jaar was er enige reuring over het gebruik van de politiehuisstijl in de televisie serie ‘Dokter Tinus’. De producent spande een kort geding aan tegen de staat omdat de politie niet geassocieerd wilde worden met bepaalde
aan ons toestemming worden gevraagd. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor gebruik van logo’s en striping op websites, forums en dergelijke. Organisaties en instellingen die wij aanspreken op overtreding van het auteursrecht geven vaak
beveiligingsbedrijf op Schiphol zijn wagen park van politiestriping voorzag. Mellema: “De directie van het bedrijf wilde daarmee bij het publiek het vertrouwen oproepen dat het bedrijf een bijdrage levert aan de veiligheid in de samenleving. Maar daarmee wordt een beeld opgeroepen dat niet klopt. Striping en logo’s vertegenwoordigen het gezag van aangewezen diensten voor openbare orde en veiligheid. De huisstijl staat voor bevoegdheden die beveili gingsbedrijven en vergelijkbare instanties niet hebben. Onnodige verwarring daarover gaat ten koste van het vertrouwen in de aangewezen diensten. Na een stevig onderhoud heeft de onderneming voldaan aan onze eis om de huis stijl aan te passen.”
Tweede leven Bas van Deelen, productgroepbeheerder striping en huisstijl, voegt toe dat ook de handel in tweedehands hulpverleningsvoertuigen een punt van aandacht is. “Politiewagens, brand weervoertuigen en ambulances die buiten dienst worden gesteld, krijgen vaak een tweede leven bij particuliere bedrijven of in het buitenland.
scènes in de serie en toestemming voor het gebruik van de politiehuisstijl weigerde. In maart oordeelde de rechter dat het belang van de producent zwaarder woog en dat het publiek zelf wel kon zien dat geen sprake was van een serieuze representatie van de politie. Bij oneigenlijk gebruik van de huisstijl in het publieke domein ligt dat anders, want hoe ziet een burger het verschil? Hoe zit het nu precies met die huisstijl; wat mag wel en wat mag niet?
als argument dat ze niet weten dat het om een beschermde huisstijl en een gedeponeerd merk gaat. ‘De politie en de brandweer zijn toch van iedereen?’, krijgen we nog wel eens te horen. Maar zo zit het natuurlijk niet in elkaar.” Voor het gebruik van logo’s, uniformen en voer tuigen in tv-programma’s en films hebben vijf bedrijven toestemming van de overheid om die spullen te verhuren. Gebruik buiten de amuse mentssector in het publieke domein is te allen tijde verboden. Het IFV ziet daar als huisstijlbe waker streng op toe.
Exclusief
Gezag
“De staat heeft het exclusieve auteurs- en merkrecht op striping en logo’s van de hulpverle ningsdiensten”, legt Mariette Mellema uit. “Voor elke vorm van gebruik buiten de sector moet
Bij het constateren van misbruik wordt niet direct de gang naar de rechter gemaakt. Meestal volstaan een aanschrijving en een indringend gesprek. Zoals in 2011, toen een particulier
De ‘stripingfamilie’ van aangewezen hulpdiensten.
Volgens de regels moet dan de huisstijl worden ontmanteld en moet de installatie voor opti sche en geluidssignalen worden verwijderd. Zo moet bijvoorbeeld worden voorkomen dat een rijdende EHBO-voorziening van een evene mentenorganisatie ten onrechte voor een echte ambulance wordt aangezien.”
Zes Van Deelen vat samen dat er zes achtergrond kleuren binnen de huisstijlen van de hulp verleningsdiensten bestaan: brandweerrood, politiewit, ambulancegeel, het blauw van de Koninklijke Marechaussee, grijs van de CBRNresponseenheden en de Explosieven Oprui mingsdienst van defensie en het oranje van de aangewezen reddingsbrigades met een taak in de rampenbestrijding. “Overigens moeten we ook de rechtmatige gebruikers van de huisstijl regelmatig aanspreken op afwijkingen, zoals het aanbrengen van eigen teksten en logo’s op voertuigen buiten de vastgestelde kaders van de officiële huisstijl. Ook binnen de sector is men zich dus nog niet altijd ten volle bewust van het belang van een uniforme huisstijl.” ////
Nieuwe opleidingsproducten Portogewoon In april zijn de nieuwe Portogewoon opleidingsproducten gepresenteerd bij het IFV. Deze zijn gezamenlijk door politie, brandweer, ambulancezorg en defensie ontwikkeld. Ze helpen professionals beter gebruik te maken van hun portofoon/mobilofoon en radiobediensysteem (voor centralisten). Zeven thema’s zijn toegankelijk gemaakt: wachtrij, schakelen, meeluisteren, noodoproep, veilig omgaan met portoen mobilofoon, statussen en, speciaal voor politie en defensie, de INRAPprocedure. Als inleiding op deze thema’s is de film ‘Het incident’ gemaakt. De film is tot stand gekomen dankzij de medewerking van vele hulpverleners. In de film mondt een normale avondspits uit in een grootschalig incident waarbij alle hulp diensten betrokken zijn. Voor meer informatie
en uitleg zijn per thema een filmfragment en een animatie beschikbaar, evenals uitgewerkte leerdoelen, leerstof, presentatiemiddelen en toetsingsvragen. Alle Portogewoon opleidings producten zijn op diverse manieren inzetbaar. Zowel klassikaal als individueel. Op termijn zijn de producten ook toegankelijk in de elektro nische leeromgevingen van de verschillende academies. Medewerkers bij Ambulancezorg Nederland en de politie hebben al kennis gemaakt met de Portogewoonfilm, de animaties en de andere opleidingsproducten. Ook wie bij de inhuldi ging op 30 april bijstand verleende, kreeg in de briefing verschillende elementen van Portoge woon te zien. In de komende periode zullen nog vele hulpverleners de opleidingsproducten onder ogen krijgen. //// Zie voor meer informatie : www.portogewoon.nl DE VEILIGHEIDSREGIO / NR. 17 / JUNI 2013 / PAGINA 11
Noodzaak voor meer aandacht veiligheidsbelang in het omgevingsrecht “Het vereenvoudigen en bundelen van regels voor ruimtelijke projecten is een goed uitgangspunt,” aldus portefeuillehouder Risicobeheersing van de Raad van Brandweercommandanten Rob Frek wanneer hij spreekt over de Omgevingswet. “Daar kan je bijna niet op tegen zijn: minder regels, minder onderzoekslasten en snellere besluitvorming. De wetgeving was ook te ingewikkeld geworden voor de mensen die ermee moesten werken. Een begrijpelijke keuze van het kabinet om te komen tot één Omgevingswet.” Toch zet Frek kanttekeningen bij de huidige ontwikkelingen. Impact De Omgevingswet gaat uiteindelijk vijftien bestaande wetten vervangen, waaronder de Waterwet, de Crisis- en herstelwet en de Wet ruimtelijke ordening. Daarnaast gaan onderdelen over omgevingsrecht uit andere wetten over naar deze nieuwe wet. “De Omgevingswet heeft invloed op ruim veertig bestaande wetten, ruim honderd Algemene Maatregelen van Bestuur en meer dan honderd ministeriële regelingen. Dat heeft impact op alle organisaties in de veiligheidsregio.” Brancheorganisaties als GHOR Nederland, Unie van Water schappen en Brandweer Nederland hebben al hun schriftelijke reactie gegeven op het conceptwetsvoorstel Omgevingswet. Zo mist De Unie van Waterschappen in de concepttekst de moge lijkheid om te beschikken over juridische instrumenten om de verantwoordelijkheden op het gebied van integraal waterbeheer waar te kunnen maken. De Unie stelt dat ze onder normale en buitengewone omstandigheden, waaronder overstromingsgevaar en droogte, onmiddellijk moet kunnen ingrijpen. Het wetsvoor stel laat de gereedschapskist van de waterbeheerder echter nu nog leeg. Het is een van de reacties van de veiligheidspartners die het
Brandweer Nederland: zorg over de bouwregelgeving.
ontwikkelingen van de bouwregelgeving hebben wij zorgen.” Frek doelt daarmee op het belang om de brandweer vanaf het advies traject bij het bouwproces van bouwwerken te betrekken.
Vervreemd
Rob Frek: “Veiligheidsbelang heeft nauwelijks een plek in de conceptwetsvoorstellen.”
grote vraagpunt steunt van de portefeuillehouder risicobeheer sing, namelijk of de ontwikkeling wel voldoende recht kan doen aan de geformuleerde hoofddoelstelling: een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en goede omgevingskwaliteit.
zorgen “Als Raad van Brandweercommandanten achten wij het van belang dat een veiligheidsregio in staat wordt gesteld om de colleges van burgemeester en wethouders op tenminste hetzelfde niveau te kunnen blijven ondersteunen bij de uitvoering van hun bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de brandweerzorg, als nu het geval is. Maar ik zie dat het veiligheidsbelang nauwelijks een plek heeft in de conceptversie van de nieuwe wet. En ook bij de PAGINA 12 / NR. 17 / juni 2013 / DE VEILIGHEIDSREGIO
“Een andere wijziging in het omgevingsrecht is het introduceren van private kwaliteitsborging in de bouw. Dit houdt in dat de markt de technische bouwbesluittoets kan gaan uitvoeren. Bij min of meer standaardbouwplannen en niet-complexe gebouwen is dit volgens ons goed mogelijk, maar bij de grotere risico’s en kwetsbare functies niet. Ik mis hierbij antwoord op de fundamen tele vraag of het wenselijk is dat bepaalde activiteiten, met name advisering, uit de veiligheidsketen worden gehaald en daardoor vervreemd worden van de brandweer.” Volgens de portefeuil lehouder zijn er twee redenen om dit vooral niet te doen. “De brandweer heeft op grond van de Wet veiligheidsregio’s de taak om brand te voorkomen, te beperken en te bestrijden. Daarbij kijkt de brandweer niet alleen naar het gebouw, maar ook naar het gebruik ervan en de risico’s van eventuele gevaarlijke stoffen in de omgeving. De eerste reden is daarmee het voorkomen van veilig heidsgebreken die niet zijn te compenseren in de repressiefase. En de tweede reden is het kunnen borgen van de veiligheid van ons personeel. Het is zeer onverstandig om de advisering en het optreden van de brandweer los te koppelen. In onze advisering gaan we in op de mogelijkheden om brand te voorkomen, en ook op de maatregelen om ons brandweeroptreden zo goed en veilig mogelijk te kunnen doen. Grote incidenten in de afgelopen jaren tonen aan dat bij het ontbreken van samenhang tussen preventie en repressie er problemen kunnen ontstaan.”
Leefomgeving “Feitelijk zijn dit ook dezelfde argumenten die gelden voor de fysieke veiligheid in de leefomgeving. “Het vroegtijdig meewegen van het veiligheidsbelang levert naast een betere kwaliteit van de leefomgeving ook tijdswinst en een besparing van kosten op. De brandweer kan de ruimtelijke en bestuurlijke gevolgen van veilig heid tijdig signaleren, zodat ze niet pas bij de besluitvorming aan bod komen.”
vrijblijvend Brandweer Nederland is niet de enige brancheorganisatie die zoals gezegd kanttekeningen zet bij het conceptwetsvoorstel. GHOR Nederland draagt soortgelijke argumenten aan omtrent
de advisering. De GHOR stelt dat het meewegen van volks gezondheid en fysieke veiligheid in de besluitvorming minder vrijblijvend zou moeten zijn dan nu het geval is. Alle brancheorganisaties hadden tot eind mei gelegenheid om te reageren. “Het is nog niet te laat om alle kanttekeningen goed door te lopen, want het wetsontwerp is nog niet aan de Tweede Kamer aangeboden. Ik hoop voor de burgers in ons land dat het veiligheidsbelang meer dan nu een stevige plaats gaat krijgen in de definitieve Omgevingswet.” ////
Omgevingswet, omgevingsrecht en WABO* Met de Omgevingswet wil het kabinet de regels voor ruim telijke projecten vereenvoudigen en bundelen. Hierdoor moet het makkelijker worden om projecten op te starten, zoals woningbouw op voormalige bedrijventerreinen of de aanleg van windmolenparken. Met de Omgevingswet wil het kabinet beter aansluiten op: • de samenhang tussen verschillende projecten en activi teiten (op het gebied van ruimtelijke ordening, milieu en natuur); • duurzame ontwikkelingen, zoals locaties voor windmolenparken; • de verschillen tussen regio’s. De nieuwe wet leidt tot minder regels en onderzoekslasten, terwijl besluitvorming over projecten en activiteiten sneller en beter wordt. Ook sluit de wet beter aan bij Europese regels en is er meer ruimte voor particulier initiatief. De wet sluit aan bij de vernieuwing van het omgevingsrecht waarmee het ministerie van Infrastructuur en Milieu in 2011 startte. Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht werd op 1 oktober 2010 ingevoerd. Deze wet regelt de omgevings vergunning en integreerde 25 vergunningen ontheffingen en meldingen tot één omgevingsvergunning. De regionale omgevingsdienst: langzamerhand ontstaan door heel Nederland (en niet altijd gekoppeld aan een regio) regionale omgevingsdiensten die belast zijn met de uitvoe ringstaken op het terrein van het omgevingsrecht. *bronnen: www.Rijkoverheid.nl, www.omgevingswet.nl en www.omgevingsdienst.nl. Op deze sites is ook meer informatie te vinden over de ontwikkelingen.
Gelderland-Zuid: regio van rivieren en evenementen Gelderland-Zuid bruist zowel op het land als op het water van activiteiten. De Nijmeegse Vierdaagse is jaarlijks een uitdaging van formaat voor de hulpdiensten en de betrokken gemeenten. Daarnaast bepalen incidenten mét en op het water het regionaal risicoprofiel. Een schets van droge en natte risico’s in een regio tussen de grote rivieren. Ieder jaar in juli bezoeken gedurende vier dagen meer dan een miljoen wandelaars en bezoekers Nijmegen en omstreken voor de Vierdaagsemarsen en de begeleidende Vier daagsefeesten. Hubert Bruls, voorzitter van Veiligheidsregio Gelderland-Zuid, maakte vorig jaar juli zijn eerste Vierdaagse als burgemeester van Nijmegen mee. Hij ontdekte hoe intensief de organisatie van de Vierdaagse en de overheids diensten samenwerken om het mega-evenement soepel en veilig te laten verlopen.
Valkuil “De veiligheid rond de Vierdaagse is geborgd in de kennis en ervaring die de veiligheidspartners en de Vierdaagse-organisatie in de loop der jaren
Voorzitter veiligheidsregio Hubert Bruls: “Ruimtelijke ordening en veiligheid moeten in balans zijn.”
samen hebben opgebouwd”, schetst Bruls. “De organisatie investeert zelf veel in veiligheid en beschikt over een eigen meldkamer voor crowd management en sturing. Goed dat we als over heid kunnen vertrouwen op die professionaliteit en ervaring.” Algemeen directeur Marijke van Veen van Veiligheidsregio Gelderland-Zuid beaamt dat. Vier veiligheidsregio’s zijn betrokken bij de voorbereidingen op de Vierdaagse en zij hanteren gezamenlijk één multidisciplinair coör dinatieplan. Van Veen: “De Vierdaagse is voor de veiligheidsregio en de gemeenten een jaarlijks terugkerende operatie, maar we moeten ervoor oppassen dat we niet in de valkuil van routine stappen. De omstandigheden zijn elk jaar anders. Het weer is bijvoorbeeld een onvoorzienbare factor die gevolgen kan hebben voor de veilig heid en gezondheid. En in 2009 was het span nend door de dreiging van een grieppandemie. Ieder jaar passeren de details van scenario’s en draaiboeken dan ook opnieuw de revue.” De grote inzet van politie, GHOR en gemeenten betekent volgens burgemeester Bruls wel dat in het regionale evenementenbeleid grenzen moeten worden getrokken. “De Vierdaagse is niet het enige evenement in de regio. Verspreid over het jaar zijn er meer grote evenementen die aandacht vragen vanuit het oogpunt van evenementenveiligheid. Maar meerdere grote
evenementen op rij trekken wel een wissel op de medewerkers van hulpverlening en gemeen telijke diensten. Na de Vierdaagse hebben we in de regionale evenementenkalender dan ook een maand zomerstop.”
Waterrisico’s Van evenementen naar water, dat in GelderlandZuid risico’s van een andere orde oplevert. Alle grote Nederlandse rivieren stromen door of langs de regio, met de Waal als drukst bevaren rivier van Europa. Ook grote volumes gevaarlijke stoffen varen dagelijks door de regio. “Het zijn belangrijke accenten in ons regionaal risico profiel”, bevestigt Marijke van Veen. “Net als de dreiging van hoog water, waarmee we hier een lange geschiedenis hebben.” Mede dankzij het landelijk deltaprogramma ‘Ruimte voor de rivier’ is het overstromingsrisico in GelderlandZuid verminderd. Een van de projecten langs de oevers van de Waal in Nijmegen levert wel nieuwe aandachtspunten op veiligheidsgebied op. Nijmegen ontwikkelt een nieuw eiland in de rivier, waarvoor ter hoogte van het stadscentrum een nieuwe nevengeul wordt gegraven. Die moet de afvoercapaciteit van de Waal vergroten. Op het eiland, dat een brugverbinding met de stad krijgt, zijn woningen, recreatievoorzieningen en een evenemententerrein voorzien. “Dit nieuwe deel van Nijmegen biedt geweldige kansen voor wonen, recreatie en economie”, stelt burgemeester Bruls. “Maar de gebiedsontwikke ling noopt ons wel na te denken over de effecten die calamiteiten op de rivier kunnen hebben voor dit nieuwe stadsdeel. Die risico’s mogen we niet onderschatten, maar we moeten ze ook niet over drijven. De kans op een ernstig transportincident op de weg is veel groter dan de kans op een groot chemisch ongeval op de rivier. De veiligheidsregio is intensief bij de ontwikkeling van het stadseiland betrokken en dankzij reële risicoberekeningen blijven de belangen van ruimtelijke ordening, externe veiligheid en waterveiligheid in balans.”
De Nijmeegse Vierdaagse is een forse uitdaging qua evenementenveiligheid.
Capaciteit Qua operationele voorbereiding op calamiteiten op de Waal, Rijn en Maas mag GelderlandZuid zich gelukkig prijzen met maar liefst twee blusboten, gestationeerd in Nijmegen en Tiel. Maar of beiden in de toekomst worden gehand haafd is nog de vraag. Marijke van Veen: “De blusvaartuigen waren ooit eigendom van het Rijk maar zijn enkele jaren geleden aan de regio overgedragen. Dat was voor ons een natuurlijk moment om onderzoek te laten doen, want de schepen zijn technisch verouderd. Dat we varende capaciteit nodig hebben voor effectieve hulpverlening op de rivier is geen punt van discussie. Wat wel ter discussie staat is, of we twee vaartuigen nodig hebben of dat we het met één afkunnen en waar deze dan aan moet
voldoen. We bereiden momenteel een advies voor om aan te bieden aan het algemeen bestuur van de veiligheidsregio.” “Blusboten zijn kostbare voorzieningen”, erkent regiovoorzitter Bruls. “We moeten dus goed nadenken over een efficiënte organisatie van de incidentenbestrijding op het water. Dat we als veiligheidsbestuur verantwoordelijk zijn, betekent niet we het ook volledig in eigen beheer moeten organiseren. Er zijn meerdere opties, zoals samen werking met private partners of het delen van de investerings- en beheerskosten met buurregio’s die aan dezelfde rivieren grenzen. Voorop staat dat we als veiligheidsregio goed geprepareerd moeten zijn op alle scenario’s die ons kunnen overkomen, ook op de rivieren.” ////
Gelderland-Zuid innoveert in ruimtelijke veiligheid Ruimtelijke veiligheid is een belangrijk beleids speerpunt in Veiligheidsregio GelderlandZuid. Daarom ontwikkelt de veiligheidsregio samen met de politie en enkele gemeenten een ‘instrument ruimtelijke veiligheid’, een model voor risicoanalyse dat gemeenten kan onder steunen bij hun integrale veiligheidsbeleid. “We gaan hiermee verder dan de wette lijke adviestaken op het gebied van externe veiligheid die de Wet veiligheidsregio’s ons opdraagt”, licht directeur Marijke van Veen toe. “Wij zien voor de veiligheidsregio een brede adviestaak inzake integrale veiligheid weggelegd. We willen met alle partners de maatschappelijke veiligheid borgen aan de voorkant van de veiligheidsketen door in bestemmingsplannen afgewogen keuzes te maken in ruimtelijke ordening. Bijvoorbeeld door bij de bouw van een nieuwe woonwijk expliciet rekening te houden met de bereik baarheid voor hulpdiensten en situaties te voorkomen die criminaliteit aantrekken of die kunnen leiden tot verloedering.”
Een belangrijk doel van het instrument is tegenstrijdige adviezen van verschillende over heidsdiensten inzake veiligheid en ruimtelijke ordening te voorkomen. Tijdens de ontwikke ling van het instrument fungeren de gemeenten Wijchen en Zaltbommel als pilotgebied. De verwachting is dat het instrument in de loop van dit jaar gereed is voor implementatie. Met de ontwikkeling van het instrument ruimtelijke veiligheid wil Veiligheidsregio Gelderland-Zuid bijdragen aan innovatie in veiligheid. Ook binnen de organisatie heeft innovatie zijn plek. Zo is Gelderland-Zuid de eerste regio waar crisiscommunicatie is losgeweekt uit het proces Bevolkingszorg en omgedoopt tot een aparte vijfde kolom in het regionaal crisisplan. De regio komt daarmee tegemoet aan de wens van het algemeen bestuur om te voorzien in een stevige adviesfunctie voor crisiscommunicatie op basis van een kleine pool van opgeleide en getrainde specialisten. Een model dat goed past bij het karakter van deze regio, die
Marijke van Veen: “De regio wil in zijn adviesrol verder gaan dan de wettelijk opgedragen taken.”
grotendeels bestaat uit landelijk gebied met kleine gemeenten en kleinschalige ambtelijke organisaties. DE VEILIGHEIDSREGIO / NR. 17 / JUNI 2013 / PAGINA 13
KORT (REGIO)NIEUWS
Steeds meer convenanten tussen veiligheidsregio’s en ziekenhuizen
In maart ondertekenden twee Twentse zieken huizen een convenant met GHOR Twente en op 16 mei was het de beurt aan Veiligheidsregio Hollands Midden die samen met vier zieken huizen de handtekening onder een gezamenlijk convenant zette.
Twente In het Twentse convenant zijn de afspraken vastgelegd over de samenwerking bij crises en rampen. Ook de recente landelijke afspraken over uitwisseling van slachtofferinformatie zijn hierin meegenomen. Voor Twente was de onderteke ning het sluitstuk in de rij van convenanten met de directe zorgpartners. Huisartsen en huisart senposten, Rode Kruis, GGD Twente en Ambu lance Oost gingen de ziekenhuizen voor.
Hollands Midden Ook in het convenant van Veiligheidsregio Hollands Midden gaat het over samenwerkings afspraken. Dit convenant is een herziening van een eerder convenant dat de regio in 2009 sloot met de ziekenhuizen. Belangrijke wijziging is de informatievoorziening over slachtoffers. Verder zijn afspraken gemaakt over de levering van medicijnen door de ziekenhuisapotheken bij grootschalige incidenten.
Voorzitter Raad van Bestuur ziekenhuisgroep Twente, de heer M.J.P. Schmidt (links) en Directeur Publieke Gezondheid, de heer Th.N.J. van Rijmenam, ondertekenen het convenant.
Groen licht voor EvenementAssistent Dankzij een subsidie van het ministerie van BZK ontwikkelen gemeenten, veiligheidsregio’s en brancheverenigingen in de evenementensector een digitale tool die hulp biedt bij het aanvragen van vergunningen. Doel: een betere samenwer king waardoor de regeldruk bij de aanvraag van evenementenvergunningen vermindert met 10 tot 15 procent. De tool is een van de middelen die de partijen willen inzetten om de samenwer king te verbeteren. Het bestuur van de Stichting EvenementAssistent, bestaat uit vertegenwoor digers van gemeenten, veiligheidsregio’s en branches.
uitvoering van regionaal evenementenbeleid te ondersteunen. Het prototype EvenementAssis tent is al eerder getest door 33 organisatoren en 23 gemeenten. De nieuwe aanpak vermindert niet alleen de administratieve lasten. Veiligheidsregio Haaglanden die betrokken is geweest bij de ontwikkeling stelt dat de EvenementAssistent ‘kan bijdragen aan de veiligheid rondom evene menten’. Het systeem ondersteunt een betere samenwerking tussen gemeenten, toezicht houders, hulpverlening en organisatoren van evenementen. De EvenementAssistent past binnen de aanpak van de Handreiking Evene mentenveiligheid die eerder aan alle gemeenten is aangeboden om de veiligheid rond evene menten te verbeteren. Naar verwachting kunnen in het najaar 2013 de eerste evenementenvergunningen via de EvenementAssistent worden aangevraagd. De stichting nodigt gemeenten en veiligheidsregio’s die vanaf de start mee willen draaien van harte uit en kunnen voor informatie contact opnemen met de stichting via:
[email protected].
Veiligheidsregio Zeeland zet callcenter in bij calamiteiten Energieleverancier Delta heeft met haar call center in Middelburg alle expertise, kennis en telefoonlijnen in huis. Reden voor de veilig heidsregio om met Delta afspraken te maken om bij grote incidenten het callcenter in te zetten voor het publiek. Begin januari is een gezamenlijke oefening gehouden, waaraan ook studenten van de opleiding communicatie van de hogeschool in Zeeland meewerkten. Daarnaast veel aandacht ook voor twee nieuwe procedures: www.crisis.nl en verwanteninfor matie. Vanuit Den Haag ondersteunde het NCC de website www.crisis.nl. Voor het team Verwan teninformatie (VWI), een onderdeel binnen de Taakorganisatie Communicatie van de Sectie Bevolkingszorg, was het de eerste oefening. En kon getoetst worden of de werkwijze en de afstemming met het proces CRIB (Centrale Registratie en Informatie Bevolking) goed functioneert.
Voor meer informatie kan contact worden opgenomen met Marlies Lampert, veilig heidsregio Zeeland:
[email protected].
Business intelligence: leidraad voor brandveiligheid
In juni 2013 start de bouw van de Evenemen tAssistent en tegelijk het implementatieproces bij gemeenten. Ook diverse veiligheidsregio’s zijn geïnteresseerd en zien het als middel om de PAGINA 14 / NR. 17 / juni 2013 / DE VEILIGHEIDSREGIO
“Leren zien wat data ons op kunnen leveren én leren begrijpen wat we met deze infor matie kunnen doen”. Elie van Strien, regionaal commandant Brandweer Amsterdam-Amstel land, vatte daarmee kernachtig samen wat informatie kan betekenen voor de brandweer bij het verbeteren van de brandveiligheid. Hij deed deze uitspraak bij de overhandiging van het eerste exemplaar van de handreiking Sociaal
HIER KAN UW NIEUWS STAAN woningbrandrisiciprofiel aan Paul Gelton, direc teur Weerbaarheid bij de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid van het ministerie Veiligheid en Justitie. In de handrei king zijn de stappen beschreven die Brandweer Amsterdam-Amstelland zette om te komen tot een sociaal woningbrandrisicoprofiel voor de stad Amsterdam. Dit profiel is als praktijkvoor beeld opgenomen. Eenoudergezinnen lopen in Amsterdam het grootste risico op een woningbrand. Dit is een van de conclusies over welk type inwoner de meeste zorg nodig heeft om de brandveiligheid te vergroten. Waar advies over brandveiligheid nu algemeen is, kan Brandweer AmsterdamAmstelland straks maatwerk leveren. “We weten nu op welke groepen inwoners we ons moeten focussen. En op basis van de resultaten van onze brandonderzoekers kennen we ook nog eens de meest voorkomende brandoorzaken bij deze groepen. Dat maakt dat we gericht advies kunnen geven hoe zij brand kunnen voorkomen”, aldus Elie van Strien. “We hebben uitgebreide analyse van onze doelgroepen en kunnen ons ‘product’ brandveiligheid efficiënter en effectiever inzetten om meer winst te maken. Die winst is het bereiken van onze doelstelling: minder brand, minder slachtoffers, minder schade en een veilige werkomgeving voor de brandweermensen.” Amsterdam-Amstelland maakt sinds enige jaren de omslag naar een intelligence gestuurde brand weerzorg. In 2012 resulteerde een uitgebreide data-analyse al in het Risicoprofiel AmsterdamAmstelland. Dit geeft een beeld van de kans dat een bepaald incident plaatsvindt en het effect ervan. Van Strien: “Data helpen ons om priori teiten te stellen, te meten en te voorspellen. Het levert een significante bijdrage aan het bereiken van onze doelstellingen: minder brand, minder slachtoffers, minder schade en een veilige werk omgeving voor brandweermensen.”
Wilt u uw kennis over projecten en initiatieven delen met uw partners in het land? Of heeft u nieuws betreffende uw veiligheidsregio? Stuur dan een mail naar de redactie:
[email protected]
De veiligheidsregio IN uw brievenbus? De Veiligheidsregio niet ontvangen? Of zijn uw adresgegevens veranderd? Stuur dan een mail naar:
[email protected]
AGENDA EXPERTMEETINGS VEILIGHEIDSBERAAD 26 september Slachtoffer Informatie Systematiek 28 november Nieuw Meldkamer Systeem Locatie: IFV Arnhem. Zie voor meer info en aanmelden www.veiligheidsberaad.nl
Colofon De Veiligheidsregio is een kwartaaluitgave van het Veiligheidsberaad in samenwerking met Brandweer Nederland, Politie Nederland, GHOR Nederland, VNG en het ministerie van Veiligheid en Justitie. Het kopiëren en/of overnemen van (delen van) de inhoud van deze uitgave is toegestaan, mits men vooraf toestem ming vraagt aan de redactie en onder bronvermelding.
Redactieadres Bureau Veiligheidsberaad T.a.v. redactie De Veiligheidsregio Postbus 7010 6801 HA Arnhem
[email protected]
Hoofdredactie Veiligheidsberaad, Winrie de Boer
Redactieraad
Jaarcongres Brandweer Nederland: passie voor het vak
Brandweer Nederland, Frank Huizinga GHOR Nederland, Judith van Berkel IFV, Yvonne Stassen Nationale Politie, Jeroen Molenaar VNG, Rob van Gerwen
Het eerste jaarcongres van Brandweer Nederland wordt dit jaar gehouden op 19 en 20 september in Papendal. Het thema dit jaar is Passie voor het Vak. Het congres richt zich op het vakmanschap van de brandweermedewer kers: beroeps, vrijwilliger, fulltimer, parttimer, uitvoerder, beleidsmaker, manager, bestuurder. Tijdens het congres gaan de deelnemers elkaar inspireren. Met verhalen, ideeën en verwachtingen. Door vakman schap met elkaar te delen en door in de keuken van iedere regio te kijken. En uiter aard door vele inspirerende sprekers. Voor meer informatie zie www.brandweercongres.nl
Ministerie Veiligheid en Justitie, Nicolien Wamsteker Veiligheidsberaad, Elize Fallon
Redactie
Eindredactie: Ada Kraft Redacteuren: Rob Jastrzebski, Roy Johannink, Klaas Salverda. Traffic: PINO evenementen & congressen Ontwerp en opmaak: Bor Borren Design Fotografie: Michel Boulogne, Harry Heuts, Peter Hofman, Rob Jastrzebski, IFV, Rene Verleg, John Voermans, Veiligheidsregio’s Utrecht en Zeeland, GHOR Twente, Hollands Midden en Limburg Zuid, de gemeenten Apeldoorn en Amsterdam, VenJ, ANP Cartoon: Patrick van Gerner Drukwerk: Roto Smeets Utrecht Oplage: 9.500 - juni 2013