Gemeenteraad
Aan de gemeenteraad
Volgnummer: Dienst/afdeling:
Onderwerp Beleidsplan jeugd en Verordening jeugdhulp. Voorstel 1. Het beleidsplan jeugd gemeente Oss vast te stellen. 2. De Verordening jeugdhulp gemeente Oss 2015 vast te stellen. 3. Kennis te nemen van de adviezen van de Wmo Adviesraad. Aanleiding In artikel 2.2 van de Jeugdwet staat de opdracht aan de gemeenteraad om een plan vast te stellen dat richting geeft bij het nemen van beslissingen betreffende preventie en jeugdhulp, de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. Voor een groot deel hebben we dat al geregeld in het Functioneel Ontwerp, dat door de raad is vastgesteld. In het Functioneel Ontwerp wordt nog niet de koppeling gelegd met het preventief jeugdbeleid en andere taken die gemeenten lokaal organiseren. Dat wordt in dit beleidsplan gedaan. Het beleidsplan hangt samen met de verordening: om taken van de Jeugdwet uit te kunnen voeren moeten wij een verordening vaststellen. In de verordening moeten onder andere regels worden vastgelegd over te verlenen individuele voorzieningen en overige voorzieningen en de manier waarop een persoonsgebonden budget (PGB) wordt vastgesteld. Beoogd effect We voldoen aan de verplichting in de Jeugdwet om een beleidsplan en een verordening vast te stellen. Argumenten 1.1 In het beleidsplan staat beschreven hoe de gemeenten de transitie en transformatie vorm geven. Dit past binnen het ingezet beleid. De eerste aandacht is verschoven van vernieuwen (transformatie) naar verantwoord overnemen per 1 januari 2015. Wij zijn immers verantwoordelijk voor een verantwoorde transitie, waarin continuïteit voor jeugdigen ‘in zorg’ is gewaarborgd. 1.2 In het beleidsplan wordt de koppeling gemaakt tussen preventie en jeugdhulp. Er is niet alleen aandacht voor nieuwe taken rondom jeugdhulp, maar ook voor lopende taken op het gebied van preventie. Het plan geeft daarmee een totaalbeeld van de gemeentelijke taken op het gebied van jeugdhulpverlening. Zo laten we zien hoe we de oorspronkelijke doelen
Raadsadvies
Pagina 1 van 5
Gemeenteraad
van de decentralisatie (ontschotting, eigen kracht, naar voren organiseren jeugdzorg etc.) in de praktijk vorm geven. 1.3 In het beleidsplan wordt beschreven hoe we lokaal uitvoering geven aan de taken in de Jeugdwet en aan de taken op gebied van preventief jeugdbeleid. In het beleidsplan omschrijven we hoe we het lokale (sub regionale) Basisteam Jeugd en Gezin inrichten en welke andere preventieve taken we uitvoeren, zoals VVE-beleid, taalachterstandenbeleid enz.. 1.4 Met het beleidsplan blijven we binnen de financiële kaders zoals deze reeds door de raad zijn vastgesteld in het Regionaal Transitiearrangement en het Functioneel Ontwerp. De Raad heeft met de vaststelling van het Functioneel Ontwerp (februari 2014) reeds besloten om: - de huidige middelen preventief jeugdbeleid voor het basisaanbod in stand te houden - de decentralisatie-uitkering jeugdzorg beschikbaar te stellen voor het nieuwe jeugdzorgstelsel. Daarnaast hebben zij met de vaststelling van het Regionaal Transitiearrangement (19 december 2013) besloten om het in dit beleidsplan opgenomen verdeelmodel te hanteren. Op het moment van vaststelling waren de financiële kaders nog niet definitief. Inmiddels zijn de budgetten voor de jeugdzorg bekend en definitief en is de verdeling tussen regionale in te kopen jeugdzorg en lokale inzet bekend. Dit is uitgewerkt binnen de kaders die eerder door de gemeenteraden zijn besloten 2.1 De raad is bevoegd de verordening vast te stellen. Dat blijkt ook uit de wettelijke opdracht in de Jeugdwet. 2.2 De verordening is juridisch getoetst. Bij het opstellen van de verordening hebben we gebruik gemaakt van de modelverordening van de VNG. Deze modelverordening is juridisch getoetst. We hebben gekozen voor een regionale verordening die door alle 19 gemeenten wordt vastgesteld. Op deze manier ontstaat een goede koppeling tussen lokale zorg en gespecialiseerde jeugdzorg. 2.3 De verordening is zo opgesteld dat burgers veel keuzevrijheid hebben in zorgsoort en zorgaanbieder. Bestuurlijk aanbesteden geeft veel ruimte aan zorgaanbieders waar inwoners al gebruik van maken. Na uitvoering van het overgangsrecht in 2015, krijgen ook nieuwe aanbieders een kans op de zorgmarkt. Voor de PGB’s is volledige keuzevrijheid binnen de wettelijke kaders en voorwaarden. Het PGB is volledig afgestemd met de Wmo regio’s. 3.1 De Wmo-raad verwoordt de stem van kwetsbare burgers De Wmo raad heeft een pre-advies afgegeven op de Verordening jeugdhulp. Bijgaand dit advies ( bijlage 3) en onze reactie hierop (bijlage 4). Tevens is een concept advies op het jeugdbeleidsplan
Raadsadvies
Pagina 2 van 5
Gemeenteraad
gemaakt (bijlage 5). Dit is op 12 september definitief gemaakt. Onze reactie hierop treft u aan in bijlage 6. Kanttekeningen 1.1 Er zijn financiële risico’s. De nieuwe Jeugdwet kent voor gemeenten drie soorten financiële risico’s: -
Door de verruiming van de PGB mogelijkheden en met name de stijging van PGB’ s in de jeugdzorg kan het PGB deel onvoldoende zijn. Budget is namelijk gebaseerd op de historische gegevens van 2012. Mochten we in 2015 meer uitgeven aan PGB’ s, dan komt een gemeente tekort. Dit kan niet worden afgehaald van het budget voor inkoop. Door monitoring kunnen we bijhouden hoe het gebruik van PGB verloopt. Mogelijk kan dan nog bijgestuurd worden.
-
Jeugdzorgplaatsingen in het gedwongen kader; uitspraken van de kinderrechter moeten uitgevoerd worden. Hierop hebben gemeenten geen invloed. Door op dit onderdeel solidair te zijn kunnen fluctuaties regionaal worden opgevangen.
-
De toegang naar (gespecialiseerde) jeugdzorg kan ook via de huisarts ingezet worden. Het is belangrijk deze stroom te kanaliseren en hierover afspraken te maken. Met een medische jeugdprofessional (jeugdarts) in het Basisteam Jeugd en Gezin (BJG) zou een deel van deze instroom via het BJG kunnen verlopen.
We hebben ervoor gekozen geen indicatieprocedures in de toegang in te bouwen. Het is wel belangrijk dat we de zorgvolumes en inzet monitoren en spreiding en bijsturing mogelijk maken. Hiervoor hebben we de nieuwe functie van budget- en kwaliteitsregisseur ontwikkeld. Deze medewerker zit namens de gemeente als vooruitgeschoven post dicht bij het BJG. 1.2 De formatiebehoefte voor het BJG kan nog niet exact worden ingeschat. Op basis van de huidige aantallen moeten we een inschatting maken over omvang en benodigde competenties voor het BJG. We hebben nog geen ervaringsgegevens voor de nieuwe taken. Dit maakt het lastig een goede berekening te maken van de benodigde formatie. We zullen hiervoor omstreeks juni 2015 een tussenevaluatie maken. 1.3 Het Basisteam Jeugd en Gezin heeft nog weinig kunnen oefenen met zijn nieuwe taken. Daardoor is het mogelijk dat de verschuiving naar voren in 2015 nog niet genoeg tot uiting komt. De partijen die het BJG gaan vormen, werken al sinds 2007 samen als netwerkpartners in het Centrum voor Jeugd en Gezin. Hun taken lagen vooral op het gebied van preventie. In september 2014 start de ‘light’ variant van het Basisteam Jeugd en Gezin. De medewerkers van het (huidige) Bureau Jeugdzorg en MEE zijn hier ook bij betrokken. Van september 2014 tot januari 2015 is er weinig ruimte om ervaring op te doen met de nieuwe taken: vormen van de toegang voor flexibele jeugdhulp en individuele voorzieningen (voorheen gespecialiseerde jeugdzorg), contactpersoon huisartsen, verlenen van (lichte) GZ-zorg enz.. Daardoor bestaat de kans dat de gewenste verschuiving naar voren in 2015 nog onvoldoende wordt gerealiseerd. Dit heeft tot gevolg dat het beroep op zwaardere (en dure) jeugdhulp nog niet daalt.
Raadsadvies
Pagina 3 van 5
Gemeenteraad
1.4 Jongeren die tijdens een traject 18 jaar worden, vallen vanaf dat moment onder een andere wet (Wmo, Wet Langdurige Zorg of ziektekostenverzekering) We zorgen voor een tijdige warme overdracht naar het sociaal wijkteam. Ons streven is dat de zorg naadloos aansluit en de jeugdige niets merkt van de wijziging in bekostiging. 2.1 Risico op overschrijding van het budget, omdat de verordening geen budgetplafond kent. Er is sprake van een open-eind-financiering. Het budget voor jeugdhulp is gebaseerd op historische cijfers van zorggebruik. Om de risico’s zoveel mogelijk op te vangen hebben de gemeenten in de regio Noordoost-Brabant afspraken gemaakt over solidariteit voor de inkoop van gespecialiseerde zorg (drie jaar) en de flexibele schil (1 jaar). Voor de PGB’s moeten gemeenten de risico’s van overschrijding zelf opvangen. Randvoorwaarden a. Financiën De raad heeft reeds besloten om: - de huidige middelen preventief jeugdbeleid voor het basisaanbod in stand te houden; - de decentralisatie-uitkering jeugdzorg beschikbaar te stellen voor het nieuwe jeugdzorgstelsel; - het in dit beleidsplan opgenomen verdeelmodel te hanteren. Inmiddels zijn de financiële kaders definitief en is de verdeling tussen regionaal in te kopen jeugdzorg en lokale inzet bekend. b. Communicatie De verordening wordt bekend gemaakt op de gebruikelijke wijze. We hebben een regionaal communicatieplan gemaakt. Per doelgroep hebben we een kernboodschap geformuleerd. We hebben een tool-kit ontwikkeld met proces- en beleidscommunicatie en een website voor de transitie AWBZ/WMO en de jeugdzorg samen. Op de website is op alle niveaus informatie te vinden. De gemeenten nemen zelf initiatieven conform het communicatieplan. c. Uitvoering Sluiten deelovereenkomsten aanbieders jeugdhulp: oktober/november 2014 Inrichten basisteam jeugd en gezin: augustus/december 2014 d. Overlegd met Extern: Aanjaagteam Transitie Jeugdzorg Wmo-raad Instellingen Brabant Noordoost (over inkoopkader) Intern: Mariska Nass- juridisch adviseur Jan van Nistelrooij – controller
Raadsadvies
Pagina 4 van 5
Gemeenteraad
Merlijn Kurvers – projectleider Wmo Hanny van de Moosdijk – projectleider Transitie Jeugdzorg Bijlagen 1. Beleidsplan jeugd 2015-2018 2. Verordening jeugdhulp gemeente Oss 2015 3. Preadvies Wmo Adviesraad 4. Reactie van het college hierop 5. Concept advies Wmo raad op het beleidsplan 6. Reactie van het college op het WMO advies op het beleidsplan.
Raadsadvies
Pagina 5 van 5