VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS Guimardstraat 1, 1040 Brussel LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS
TV BOEKHOUDING/TOEGEPASTE ECONOMIE BEDRIJFSHUISHOUDKUNDE Eerste leerjaar: 4 uur/week Tweede leerjaar: 4 uur/week HANDEL Tweede graad TSO
Licap - Brussel D/1991/0279/009B
-
september 1991
INHOUD
LESSENTABEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
1
BEGINSITUATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
ALGEMENE DIDACTISCHE VISIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Op het vlak van de leerinhouden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Op het vlak van de integratie van de informatica in het boekhoudonderwijs . . . . . . . Integratie van de informatica in bedrijfshuishoudkunde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Noodzakelijke samenwerking leraar informatica - leraar bedrijfshuishoudkunde . . . De indeling in lestijden in het leerplan is enkel richtinggevend . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3
DOELSTELLINGEN - LEERINHOUDEN - DIDACTISCHE WENKEN . . . . . . . . . . 9 Eerste leerjaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Tweede leerjaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
4
BIBLIOGRAFIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
5 5.1 5.2
BIJLAGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Rekeningenstelsel 2de graad Handel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Overzicht van de boekhouding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
3
7 7 8 9 9 9
Handel 2de graad TSO
LESSENTABEL HANDEL 1
Basisvorming AV AV AV AV AV AV AV AV AV AV AV
Godsdienst Aardrijkskunde Biologie Chemie Fysica Frans Geschiedenis Informatica Lichamelijke opvoeding Nederlands Wiskunde
17
17
2 1
2 1
1
1
2 1 1 2 4 3
2 1 1 2 4 3
Voor de leerlingen die een studierichting die één of meer vakken omvat die ook voorkomen in de basisvorming vervallen deze vakken in de basisvorming. Deze vakken worden in de studierichting steeds aangeduid met (*). 2
Optie
2.1
Studierichting (fundamenteel gedeelte) AV AV AV AV AV AV TV AV TV
2.2
Biologie (*) Chemie (*) Engels Frans (*) Fysica (*) Informatica/ Dactylografie/Toegepaste informatica 1 Informatica Wiskunde (*) Boekhouding/Toegepaste economie (x) Bedrijfshuishoudkunde
Complementair gedeelte: maximum
20
20
1 0 2 4 1
0 1 2 4 1
4
4
4
4
4
4
6
6
- Te kiezen uit de vakken en/of specialiteiten opgesomd in het Besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 1989 tot vaststelling van de algemene vakken, de kunstvakken, de technische vakken en de praktische vakken in de instellingen voor secundair onderwijs met volledig leerplan, voor zover het vakken of specialiteiten betreft waarvan het Besluit van de Vlaamse regering van 14 juni 1989, zoals gewijzigd, bekwaamheidsbewijzen vastlegt in de tweede graad. - Wanneer in het complementair gedeelte één of meer vakken gekozen worden die ook voorkomen in de basisvorming of in het fundamenteel gedeelte, dan vervallen deze vakken niet in de basisvorming, noch in het fundamenteel gedeelte. - Pedagogische aanbevelingen: AV Duits 0 1 AV Engels 1 1 AV Frans 1 1 AV Nederlands 1 1 AV Wiskunde 1 1 TV Boekhouding/Toegepaste economie 1 1 (x) 1
Voor deze vakken werd het leerplan in deze brochure opgenomen. Zie hiervoor apart leerplan D/1999/0279/023
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
5
Handel 2de graad TSO
1
BEGINSITUATIE
De voorkennis van de leerlingen, die in de 2de graad Handel beginnen kan zeer verscheiden zijn. Wij kunnen hoofdzakelijk volgende groepen onderscheiden: - de groep die in het 1ste leerjaar van de 1ste graad vanuit het keuzepakket de module B Handel en bovendien in het 2de leerjaar het vak Handel bestudeerd heeft; - de groep die in het 2de leerjaar van de 1ste graad het vak Handel bestudeerd heeft; - de groep die geen enkele voorkennis heeft omdat hij vanuit een totaal andere richting komt, waarbij het vak Handel noch als vrije keuze in het 1ste leerjaar, noch als basisoptie in het 2de leerjaar ingebouwd werd. In de module B Handel (1ste graad) worden de leerinhouden benaderd vanuit de leefwereld van de leerlingen. Zij ontdekken dat zij dagelijks geconfronteerd worden met de handelswereld, waaruit dan een interesse voor het vak kan ontstaan. In het 2de leerjaar van de 1ste graad worden begrippen en activiteiten vanuit een andere hoek aangebracht namelijk vanuit de handelswereld zelf. De groep die noch het 1ste noch het 2de leerplan verwerkt heeft, zal het wel wat moeilijker hebben. De situatie is echter niet onoverkomelijk omdat de belangrijkste basiselementen grondig worden hernomen in het 1ste leerjaar van de 2de graad. 2
ALGEMENE DIDACTISCHE VISIE
2.1
Op het vlak van de leerinhouden
Een opvallende vernieuwing in dit leerplan is het bestuderen van de vereenvoudigde boekhouding als middel om het boekhoudkundig denken van bij de aanvang in de richting van het dubbel boekhouden te oriënteren. De basisprincipes van het dubbel boekhouden worden eveneens in dit leerplan opgenomen. Een praktijkgeoriënteerde aanpak, waarbij men uitgaat van een spilbedrijf, geeft een ideale mogelijkheid om beide vormen van boekhouden te behandelen. Men kan starten met een bedrijf, dat wat de boekhoudkundige verplichtingen betreft, onder de kleine ondernemingen valt. Dit bedrijf moet de leerlingen kunnen boeien; het moet als het ware hun eigen zaak worden. Met een begininventaris en een set documenten behandelt men de belangrijkste ondernemingsverrichtingen en schrijft men deze in, in functie van de BTW-verplichtingen, de resultaatbepaling en de debiteuren- en crediteurenopvolging. Deze verrichtingen dienen telkens geïdentificeerd naar een van de volgende categorieën: bezittingen, schulden, opbrengsten en kosten. De veranderingen in elke categorie worden verder uitgedrukt als vermeerdering of vermindering. Deze manier van beredeneren staat in nauwe relatie tot de dubbele boekhouding en brengt een denkproces op gang naar een groeiend boekhoudkundig inzicht.
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
7
Handel 2de graad TSO
In deze benaderingswijze adviseren wij het aantal inschrijvingen in dagboeken en op leveranciers- en klantenkaarten niet eindeloos in te oefenen, maar sterk te beperken tot essentiële leerinhouden. Een verdere uitbreiding op basis van praktijkgerichte case-studies komt beslist nog in het 2de leerjaar van de derde graad aan bod. Het afsluiten van het boekjaar (inventaris, resultaatbepaling, eindbalans) zou kunnen samenvallen met het beëindigen van de leerinhouden in verband met vereenvoudigde boekhouding. Men stelt vast dat het bedrijf inmiddels gegroeid is tot een middelgrote onderneming. Vanuit deze nieuwe situatie schakelt men over op het systeem van het dubbel boekhouden. In deze fase werkt men vanuit dezelfde methodiek: in elke verrichting onderscheiden we een vermeerdering of vermindering van bezittingen, schulden, kosten en opbrengsten. Vanaf nu worden de begrippen actief- en passiefrekeningen aangebracht. In een volgend stadium leren de leerlingen werken met de begrippen debet en credit. Een dergelijke benadering heeft als voordeel dat de leerlingen de verrichtingen eerst boekhoudkundig leren interpreteren en vanuit dit denkproces uiteindelijk komen tot bepaalde boekhoudkundige regels.
2.2
Op het vlak van de intergratie van de informatica in het boekhoudonderwijs
Basisprincipes Didactische software: - Enkel in de 2de graad. - Om bepaalde basisbegrippen en basistechnieken aan te leren. - Eventueel remediërende functie. Professionele software: -
-
Moet aan bod komen in de 3de graad. Dient niet om nieuwe leerstof aan te brengen, maar is doel op zich. Moet minstens volgende modules bevatten: voorraadbeheer - facturatie - boekhouding - analyse. De studie van het professioneel pakket mag niet gebeuren door systematisch het hoofdmenu en de verschillende deelmenu's te doorlopen. Vanuit de "boomstructuur" moet de leerling in staat zijn een bepaalde optie te kiezen. Het is af te raden verschillende professionele boekhoudpakketten door elkaar te gebruiken. De studie van het professioneel pakket moet gebeuren rond goedgekozen gevalstudies aan de hand van verantwoordingsstukken, waarbij de accenten liggen op meerwaarden van de automatische gegevensverwerking tegenover de manuele verwerking. Er moet voldoende tijd uitgetrokken worden om typische lijsten, rekeningen, boeken en balansen van nabij te ontleden, te interpreteren en de berekeningen te controleren. De installatie van het pakket (en de initialisatie van de bestanden) moet op voorhand door de leraar gebeuren. In een eerste fase werken de leerlingen met gegevens die de leraar reeds op voorhand heeft ingebracht (individuele klanten- en leveranciersrekeningen, balans-en resultatenrekeningen, eventueel vaste tegenboekingsrekeningen ...). Als afsluitende oefening moet de leerling in staat zijn de manuele boekhouding af te sluiten, en om te zetten in een geautomatiseerde gegevensverwerking (voorraad, facturatie en boekhouding).
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
8
Handel 2de graad TSO
Mogelijke didactische software voor het inoefenen van: Facturatie en voorraadbeheer Telebanking Basisprincipes dubbel boekhouden: - Werking van de rekeningen (actief-, passiefkosten, opbrengstenrekening). - Relatie individuele klanten- en leveranciersrekeningen en de collectieve rekening Handelsdebiteuren en Leveranciers. - Relatie balansrekeningen en de balans. - Relatie kosten-/opbrengstenrekeningen en de resultatenrekening.
2.3
Integratie van de informatica in bedrijfshuishoudkunde
De informatica is geen doel op zich, maar een hulpmiddel om bepaalde items uit het leerplan bedrijfshuishoudkunde te ondersteunen. Het is immers evident dat de leerling de basisvaardigheden informatica binnen het vak informatica moet aanleren. Volgende items kunnen door middel van de computer aangereikt worden: - afschrijvingstabellen - factuurberekening - grafische voorstellingen van elementen uit het bedrijfsbeleid - klanten- en leveranciersbestand - ...
3
2.4
Noodzakelijke samenwerking leerkracht informatica - leerkracht bedrijfshuishoudkunde
2.5
De indeling in lestijden in het leerplan is enkel richtinggevend
DOELSTELLINGEN - LEERINHOUDEN - DIDACTISCHE WENKEN
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
9
Handel 2de graad TSO
Eerste leerjaar TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
Nr. 1
4 uur/week LEERINHOUDEN
INLEIDING (1 lestijd) Voorstelling spilbedrijf
2
10
2.1 2.1.1
LEERPLANDOELSTELLINGEN
DIDACTISCHE WENKEN De voorstelling omvat: - algemene informatie over de handelsonderneming (éénmanszaak-kleinhandel) - lijst van bezittingen/schulden - lijst artikelen (per soort gecatalogeerd alfanumeriek): . code . naam . aankoopprijs . verkoopprijs
De handelscyclus aantonen aan de hand van een voorbeeld.
Klemtoon dient gelegd te worden op: - De functie van de handelaar, nl.: dienstverlening aan de verbruiker waardoor de handelaar recht heeft op een inkomen. Om dit te bereiken moet de handelaar aankopen en verkopen, het verschil tussen beide vormt in principe het bruto-inkomen van de handelaar. - Doordat aankopen niet voor 100 % kunnen afgestemd worden op de verkopen, zal de handelaar bij afsluiting van een periode steeds over "rest", dus voorraden, beschikken. - Aankopen moeten uiteindelijk worden betaald en verkopen moeten worden geïnd. De bespreking van de handelscyclus mag niet worden beperkt tot een routeschema.
DE ACTIVITEITEN VAN DE KLEINE HANDELSONDERNEMING EN HAAR ADMINISTRATIE (40 lestijden) De bedrijfsverrichtingen (21 lestijden) Algemeen (1 lestijd) De handelscyclus: - aankoop - betaling - verkoop - inning - voorraad
Handel 2de graad TSO
Het spilbedrijf situeren als een kleine handelsonderneming
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
2.1.2
Aankopen (10 lestijden)
2.1.2.1
Organisatie van de aankopen
2.1.2.2
prijsaanvraag - offerte - bestelbon leveringsbon - factuur - creditnota Ontleding van de documenten
11
- aankoopfacturen met beperkte moeilijkheidsgraad: . handelskorting . vervoerkosten . korting voor contant . terugstuurbare verpakking . maatstaf van heffing (basis) . BTW . BTW-tarief . het te betalen bedrag
Het verloop van de aankoopverrichting in haar opeenvolgende fasen verwoorden en schetsen en de daarbij horende documenten opsommen en herkennen. Uit de aankoopdocumenten van de voorbeeldsituatie of uit de door de leerlingen verzamelde facturen en creditnota's, de vermelde termen ontdekken en de betekenis ervan verklaren.
De bespreking gebeurt aan de hand van max. 10 documenten uit het spilbedrijf, eventueel aangevuld met documenten verzameld door de leerlingen. Het aantal leveranciers wordt beperkt. Deze aankoopdocumenten worden niet door de leerlingen opgesteld. De bespreking moet enkel beperkt worden tot de gefactureerde aankopen. De niet-gefactureerde kosten moeten geboekt worden in de financiële dagboeken. De maatstaf van heffing wordt gedefinieerd als het bedrag waarop de BTW wordt berekend. De ontleding van de aankoopdocumenten moet gebeuren in functie van de elementen noodzakelijk voor de boekhoudkundig registratie. Beklemtonen dat de handelskorting een prijsverminderend element is en enkel geheven wordt op de aankoopprijs. De aankoopkosten zijn een prijsverhogend element.
- creditnota's (vermindering factuurbedrag)
Het gebruik van de creditnota toelichten.
Handel 2de graad TSO
De term "credit" in het begrip creditnota wordt niet toegelicht.
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
Nr.
LEERINHOUDEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
DIDACTISCHE WENKEN
De berekeningen van de factuur/creditnota interpreteren, narekenen en de volgorde ervan verantwoorden.
Bij het gebruik van een rekenmachine aandacht besteden aan een voorafgaande schatting volgens de methodes van hoofdrekenen.
De basisregels van de procentberekening toepassen. 2.1.2.3
Soorten aankopen: - aankopen handelsgoederen - aankopen diensten en diverse goederen
2.1.2.4
Uit de voorbeelddocumenten de soorten aankopen afleiden en formuleren.
De verschillende soorten aankopen aantonen aan de hand van de set documenten. Aankoop vaste activa wordt behandeld bij de investeringen.
BTW op aankopen
12
- BTW-principes - BTW-percentages - volgorde bewerkingen op de facturen - betekenis BTW op aankopen: terug te vorderen (aftrekbare) BTW
Aantonen dat het verschil tussen de BTW op verkopen enerzijds en de BTW op aankopen anderzijds, gelijk is aan de belasting over de toegevoegde waarde. Aantonen dat de eindverbruiker uiteindelijk de BTW draagt en derhalve de BTS een verbruiksbelasting genoemd wordt. Aantonen dat de BTW op aankopen voor de handelsonderneming geen kost is, maar een vordering tegenover de BTW-administratie inhoudt.
Het BTW-principe uitleggen aan de hand van een eenvoudig schema bestaande uit: groothandelaar - kleinhandelaar - eindverbruiker
Handel 2de graad TSO
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
2.1.2.5
Voorbereiding van de registratie: de refertestempel
2.1.2.6
Registratie van de aankopen binnen de vereenvoudigde boekhouding
Het verantwoorden van de elementen van de refertestempel.
Het gebruik van een refertestempel illustreren. Hier volgt een voorbeeld: Datum ontvangst
Intern nummer document
De belangrijkste vormvereisten met betrekking tot. het boekhouden formuleren.
Deze informatie wordt best op instructieve wijze aangebracht.
- Indeling van het aankoopdagboek in functie van de BTW-kwartaalaangifte.
De indeling van het aankoopdagboek verantwoorden in functie van de BTW-aangifte en de berekening van het bruto-resultaat.
De kolommen voor de betaling (wijze, bedrag, datum) hoeven niet meer in dit aankoopdagboek aangebracht te worden, vermits ze doorgaans enkel geregistreerd worden in het financieel dagboek en het subgrootboek leveranciers en/of op het aankoopdocument.
- Analyse van de aankoopfacturen en creditnota's in functie van het verminderen/vermeerderen van: . kosten . vordering op BTW-administratie . schulden
De verrichtingen ontleden in functie van vermeerderen/verminderen van: - kosten - vordering op BTW-administratie - schulden
De BTW-aangifte wordt nog niet ingevuld.
13
- Algemene vormvoorschriften voor de inschrijving.
De 3 basisbedragen: kost, BTW en schuld beklemtonen. Als aanloop naar de verdere verwerking in de dubbele boekhouding is het aan te bevelen dat de leerlingen op elk document deze 3 bedragen in tabelvorm als synthese aanbrengen, volgens onderstaand model:
Kost + BTW = Schuld Handel 2de graad TSO
- Inschrijving in het aankoopdagboek.
De documenten (max. 10) uit de voorbeeldsituatie registreren in het aankoopdagboek.
De leerlingen worden er attent opgemaakt dat de oorspronkelijke inschrijving leesbaar moet blijven bij een eventuele correctie.
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
Nr.
LEERINHOUDEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
DIDACTISCHE WENKEN
- Controle op de juistheid van de inschrijvingen in het aankoopdagboek
Formuleren dat de inschrijving in de boekhouding De leraar wijst de leerlingen op controlemogelijkidentiek moet zijn aan de gegevens van het ve- heden: rantwoordingsstuk. - lijncontrole (vgl. factuur/creditnota en inschrijving) - de inschrijving van het verantwoordingsstuk Het belang van de lijn- en bladcontrole aantonen. - bladcontrole (totaliseren kolommen op einde van de bladzijde).
- Invulling van de individuele leverancierskaart
De documenten (max. 10) uit de voorbeeldsituatie Het aantal leverancierskaarten moet tot een miregistreren op de leverancierskaarten. nimum beperkt worden. Het belang van het gebruik van leveranciers-kaarten verwoorden.
14
- Klassering en bewaring van de aankoopfactoren en/of creditnota's 2.1.3 2.1.3.1
Handel 2de graad TSO
De gebruikte facturen en creditnota's worden numeriek geklasseerd.
Het verloop van de verkoopverrichting in haar opeenvolgende fasen verwoorden en schetsen en de daarbijhorende documenten opsommen en herkennen.
Aan de hand van een concreet voorbeeld en de documenten, stellen de leerlingen, onder leiding van de leraar, een schema op. Het aantal klanten wordt beperkt tot max. 4.
Enkele verkoopfacturen en creditnota's met de vermelde moeilijkheidsgraad opstellen.
De leerlingen maken max. 10 verkoop- documenten (gefactureerde en niet-gefactureerde verkopen) op. Bij de opmaak van de verkoopdocumenten wordt didactisch uitgegaan van de ontleding van de vooraf ingevulde aankoopdocumenten.
VERKOPEN (10 lestijden) Organisatie van de verkopen prijsaanvraag - offerte - bestelling - levering - factuur - klachtenbrief - creditnota.
2.1.3.2
De wijze van klasseren verantwoorden en de bewaringstermijn van de aankoopdocumenten formuleren.
De verkoopfactuur en de uitgaande creditnota Opmaken van een aantal facturen en creditnota's met beperkte moeilijkheidsgraad: - verschillende BTW-tarieven - handelskorting - vervoerkosten
De volgorde van bewerkingen in verband met factuur en creditnota toepassen.
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
- verpakking (terugstuurbaar) - korting voor contant
2.1.3.3
Soorten verkopen - gefactureerde - niet-gefactureerde winkelverkopen
15
- betekenis van de BTW bij verkopen: schuld aan de BTW-administratie 2.1.3.4
De basisregels van het denkend hoofdrekenen in functie van de procentberekeningen inoefenen.
De leerlingen moeten vertrouwd worden gemaakt met de attitude van voorafgaande schatting (op grond van de basisregels van het denkend hoofdrekenen) vooraleer alle berekeningen machinaal uit te voeren.
De soorten verkopen uit de voorbeeldsituatie Het is hier de bedoeling dat de leerlingen het kasafleiden. registerblad (winkelverkopen) kunnen interpreteFormuleren dat de niet-gefactureerde winkelver- ren en niet dat ze het kunnen invullen. kopen een bedrag opbrengst en verschuldigde BTW bevatten. Uit het bedrag van de winkelverkopen, inclusief BTW, de BTW en het bedrag exclusief BTW afleiden. De basisregels van het denkend hoofdrekenen in functie van de procentberekening inoefenen. Aantonen dat de BTW op verkopen voor de handelsonderneming geen opbrengst is, maar een schuld aan de BTW-administratie is.
Registratie van de verkopen in de vereenvoudigde boekhouding - indeling van het verkoopdagboek - analyse van de verkoopfacturen en creditnota's in functie van het vermeerderen/verminderen van: . opbrengsten . schuld aan de BTW-administratie . vorderingen op klanten
De indeling van het verkoopdagboek verantwoorden in functie van de BTW-aangifte en de berekening van het bruto-resultaat. De verkoopverrichtingen ontleden in functie van het vermeerderen/verminderen van vorderingen, opbrengsten en schuld BTW-administratie.
Handel 2de graad TSO
De ontvangsten worden doorgaans alleen geregistreerd in het financieel dagboek en op de individuele klantenkaart en/of op de verkoopfactuur (zie verder). De 3 basisbedragen - opbrengst, BTW en vordering - beklemtonen. Als aanloop naar de verdere verwerking in de dubbele boekhouding is het aan te bevelen dat de leerlingen deze 3 bedragen als synthese aanbrengen, volgens onderstaand model.
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
Nr.
16
2.2 2.2.1
LEERINHOUDEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
- inschrijving in het verkoopdagboek
De opgestelde documenten (verkoopfacturen en uitgaande creditnota's) inschrijven in het verkoopdagboek.
- controle op de juistheid van de inschrijvingen in het verkoopdagboek
Formuleren dat de inschrijving in de boekhouding identiek moet zijn aan de gegevens van het verantwoordingsstuk.
- bijwerking van de individuele klantenkaart
Het belang van de lijn- en bladcontrole aantonen. De klantenkaart aanvullen aan de hand van de opgestelde documenten.
- klassering en bewaring van verkoopdocumenten
Het belang van het gebruik van klantenkaarten verwoorden. De opbouw van de klantenkaart verantwoorden in functie van de opvolging van de vorderingen en van de BTW-listing. De wijze van klasseren verantwoorden en de bewaringstermijn van de verkoopdocumenten formuleren.
De financiële verrichtingen (15 lestijden)
Handel 2de graad TSO
DE TECHNIEK VAN HET ACTUEEL BETALINGSVERKEER EN DE DAARBIJ HORENDE DOCUMENTEN (4 lestijden)
DIDACTISCHE WENKEN Opbrengst + BTW = Vordering
De leraar wijst de leerlingen op controlemogelijkheden: - lijncontrole - de inschrijving van het verantwoordingsstuk - bladcontrole
De gebruikte facturen en creditnota's worden numeriek geklasseerd.
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
2.2.1.1
Rechtstreekse betaling - kwijting - kwijtschrift
2.2.1.2
Onrechtstreekse betaling -
2.2.2
De betalingswijzen opsommen en de daarbij horende documenten, hetzij invullen, hetzij nazien vanuit het standpunt van de handelaar .
De voornaamste vormen van rechtstreeks en onrechtstreeks betalen kort herhalen aan de hand van praktijkdocumenten . Bespreken en eventueel invullen van de documenten. Uitvoeriger behandelen van betaalkaarten en telebanking vanuit het standpunt van de handelaar. Moderne vormen van betaling kunnen best geïllustreerd worden aan de hand van een goed voorbereid bezoek aan een financiële instelling. Rekening houdend met de klassituatie kan het verloop van de betaling via een rollenspel aangebracht worden.
cheque overschrijving betaalkaarten telebanking
HET VERANTWOORDINGSSTUK (1 lestijd)
17
- Verantwoordingsstuk in functie van verminderen en vermeerderen van schulden/bezittingen/vorderingen/kosten/opbrengsten . kwijting . kwijtschrift . kasregisterblad (niet-gefactureerde winkelverkopen) . andere kasdocumenten . rekeninguittreksel 2.2.3
Handel 2de graad TSO
2.2.3.1
De gebruikte documenten ontleden en invullen aan de hand van de situatie van het spilbedrijf. De betekenis van de betaling en de inning naar respectievelijk de schulden, de bezittingen, de vorderingen, de kosten en de opbrengsten formuleren (+/-).
REGISTRATIE VAN DE BETALING EN INNING (3 lestijden) Indeling financiële dagboeken
De indeling van de financiële dagboeken verantwoorden in functie van de BTW-aangifte en de berekening van het bruto-resultaat .
Aandacht besteden aan de administratieve organisatie: - op het financieel document wordt verwezen naar de betreffende factuur. - op de betreffende factuur/creditnota wordt vermeld wanneer en hoe deze betaald/geïnd werd. - de rekeninguittreksels worden per financiële instelling apart geklasseerd.
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
Nr. 2.2.3.2
LEERINHOUDEN Invullen financiële dagboeken - kasboek - bankboek - postboek
Controle op de juistheid van inschrijving
2.2.3.4
Bijwerking klanten- en leverancierskaarten
2.2.3.5
Vermelding van datum betaling, bedrag en betalingswijze op de factuur
2.2.4
HET KREDIET IN HET HANDELSVERKEER (3 lestijden)
18
2.2.3.3
LEERPLANDOELSTELLINGEN De documenten uit de voorbeeldsituatie registreren in de financiële dagboeken en op de klantenen leverancierskaarten.
Omschrijving
Het begrip krediet toelichten.
2.2.4.2
De handelaar als kredietgever
Aan de hand van de bestudeerde facturen het begrip klantenkrediet verklaren. De voor- en nadelen van het klantenkrediet met concrete voorbeelden aantonen.
2.2.4.3
De handelaar als kredietontvanger
Handel 2de graad TSO
Het leverancierskrediet: - voordelen - nadelen
Er wordt geopteerd voor volgende praktische werkwijze: de dagelijkse winkelverkopen worden geregistreerd in de financiële dagboeken (in de betreffende BTW-ontvangstenboekkolommen) op basis van het verantwoordingsstuk. Op het einde van het kwartaal worden de totalen van deze kolommen overgebracht naar het verkoopdagboek. Lijn- en bladcontrole uitvoeren.
2.2.4.1
Het klantenkrediet: - voordelen - nadelen
DIDACTISCHE WENKEN
Aan de hand van de bestudeerde facturen het begrip leverancierskrediet verklaren. De voor- en nadelen van het leverancierskrediet met concrete voorbeelden aantonen.
Om deze begrippen toe te lichten wordt best gebruik gemaakt van de bestudeerde documenten.
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
- via de financiële instellingen, namelijk het kaskrediet: kenmerken voorwaarden werking kosten 2.2.5
19
2.3 Handel 2de graad TSO
2.3.1
De kenmerken, voorwaarden, werking en kosten van het kaskrediet omschrijven. De kosten van het kaskrediet interpreteren.
De kosten van het kaskrediet worden geïnter-preteerd en de leerlingen wordt gewezen op de zware financiële weerslag. Het gebruik van de rekenmachine gebeurt pas na een voorafgaande schatting.
- overzicht van de saldi van de verschillende financiële middelen.
De actuele toestand van de beschikbare financiële middelen opmaken.
Dit gebeurt aan de hand van de meest recente toestand van de liquide middelen (cf. uittreksels kas, bank, post).
- overzicht van de individuele uitstaande vorderingen en schulden met vermelding van de respectievelijke termijn.
De actuele toestand van de uitstaande vorderingen en schulden, met vermelding van de respectievelijke termijnen opmaken.
Dit gebeurt aan de hand van de leveranciers- en klantenkaarten.
- vergelijking van de termijnen klanten- en leverancierskrediet.
Klanten- en leverancierskrediet vergelijken.
- mogelijke beleidsbeslissingen: . beter op elkaar afstemmen van de termijn van klanten- en leverancierskrediet . tijdelijke belegging van financiële overschotten (kas, post, bank): de korte termijnrekening: kenmerken werking opbrengst.
De mogelijke beleidsbeslissingen m.b.t. de financiële middelen na onderling overleg verantwoorden.
BELEIDSASPECTEN MET BETREKKING TOT BETALINGSVERKEER (3 lestijden)
De investeringen (4 lestijden) INLEIDENDE BEGRIPPEN
De mogelijke beleidsbeslissingen langs een doelgericht vraaggesprek met de leerlingen ontdekken.
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
Nr. 2.3.1.1
LEERINHOUDEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Onderscheid vaste en vlottende activa De begrippen vaste en vlottende activa omschrijven. De meest voorkomende bezittingen rangschikken bij de vaste of vlottende activa.
Analyse aan de hand van de set documenten uit de voorbeeldsituatie waarbij alvast enkele dergelijke documenten voorzien worden. De aankoop van vaste activa wordt beperkt tot eenvoudige voorbeelden.
2.3.1.2
Aanschaffingswaarde (aankoopprijs + aankoopkosten)
Het begrip aanschaffingswaarde ontdekken en formuleren. Verklaren dat de aankoopkosten bij vaste middelen de aanschaffingswaarde verhogen.
2.3.1.3
Afschrijvingen
Formuleren wat afschrijvingen zijn en de noodzakelijkheid ervan aantonen.
20
- begrip - technische en economische slijtage 2.3.2
REGISTRATIE VAN DE INVESTERING - inschrijving aankoop in aankoopdagboek (speciale kolom) - invulling leverancierskaart - relatie met de BTW-aangifte
2.3.3
DIDACTISCHE WENKEN
Een aankoop van vaste activa boekhoudkundig registreren.
AFSCHRIJVINGSTABEL
Handel 2de graad TSO
- berekening van de afschrijving - invulling van de afschrijvingstabel - boekhoudkundige betekenis van de afschrijving (kost en waardevermindering) - boekwaarde
De jaarlijkse lineaire afschrijving (zonder rest- De leerlingen wordt een model van afschrijvingswaarde) berekenen. tabel ter invulling overhandigd. Een eenvoudige afschrijvingstabel aanvullen.
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
2.4 2.4.1
2.4.2
BTW-kwartaalaangifte (4 lestijden) BTW-VERPLICHTINGEN VAN DE KLEINE HANDELSONDERNEMING
21
3.1
Bij de bespreking zich beperken tot de geziene leerstof (bv. geen invoer, geen BTW-mede contractant, geen egalisatiebelasting).
De BTW-kwartaalaangifte invullen en verklaren aan de hand van de ingevulde dagboeken. Het verschuldigde BTW-bedrag (vak 11) verifieren. De betekenis van het eindresultaat in de kwartaalaangifte van de handelaar verklaren.
De BTW berekenen op de ingevulde bedragen in de vakken 01 tot en met 04 en vergelijken met vak 11. Belangrijk is het beklemtonen van de schuld of vordering ten opzichte van de BTW-administratie.
BTW-LISTING - invullen
3
De BTW-verplichtingen van de kleine handelsondernemer formuleren. BTW-KWARTAALAANGIFTE - invullen kwartaalaangifte - verificatie van het bedrag verschuldigde BTW (vak 11 van de B.T.W.-aangifte) - verklaring van het eindresultaat - BTW-voorschotten: . berekening . periode van betaling 2.4.3
De boekwaarde berekenen en verklaren.
De BTW-listing invullen en verklaren aan de hand van de klantenkaarten.
SYNTHESE (10 lestijden) Boekhoudkundige registratie - aankopen (incl. investeringen) - verkopen - financiële verrichtingen
Een reeks van verrichtingen boekhoudkundig verwerken volgens het systeem van vereenvoudigde boekhouding.
Deze oefening wordt best voorbereid door de leerlingen en klassikaal verwerkt om de bestendige begeleiding van de leerkracht te verzekeren.
Handel 2de graad TSO
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
Nr.
LEERINHOUDEN De BTW-kwartaalaangifte
3.3
De BTW-listing
3.4
De inventaris
3.5
DIDACTISCHE WENKEN Per verrichting een duidelijke ontleding maken in functie van: - soort: . aankoop . verkoop . financieel - vermeerdering/vermindering van: . bezittingen . vorderingen . schulden . kosten . opbrengsten - ontleding op documenten in code-vorm noteren. Deze registratie moet uitmonden in een een-voudige balans en resultatenrekening, BTW-aangifte en BTW-listing.
22
3.2
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Handel 2de graad TSO
- begrip inventaris - voorbeeld
Het begrip inventaris omschrijven.
Bepaling van het brutoresultaat op verkopen
Uit de ingevulde dagboeken het brutoresultaat op Het effect van de voorraadwijziging op het resulverkopen berekenen, rekening houdend met de taat kan aangetoond worden via een eenvoudige eindvoorraad. berekening. Beginvoorraad handelsgoederen + aankopen van de handelsgoederen = verkoopbare handelsgoederen tegen aankoopprijs
De wijze waarop een inventaris wordt opgemaakt aantonen.
Aan de hand van een opgegeven eindinventaris (die verder kan gebruikt worden voor de behandeling van dit leerstofdeel) wordt het begrip inventaris door de leerlingen ontdekt alsook de wijze waarop de inventaris wordt opgesteld.
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
3.6
Bepaling van het ondernemingsresultaat en toewijzing van het resultaat - resultaatbepaling - toewijzing resultaat - invulling resultatenrekening
3.7
Het resultaat van de onderneming bepalen met behulp van de dagboeken en de inventaris. Een eenvoudige resultatenrekening invullen.
De opgegeven verhoudingen berekenen en interpreteren.
Opstelling van de eindbalans
23
- begrip "balans"
De relatie tussen balans, inventaris en resultatenrekening uitdrukken.
- indeling van de balans - het balansevenwicht
Het begrip balans en het balansevenwicht ontdek- Beperken tot de basisstructuur. ken. De indeling van de balans verklaren
3.9
Resultaatberekening in staffelvorm voorstellen gesteund op het verkort schema.
Beoordeling van het ondernemingsresultaat - bruto-resultaat/omzet - resultaat/omzet
3.8
- eindvoorraad handelsgoederen tegen aankoopprijs = verkochte handelsgoederen tegen aankoopprijs
Het belang van de boekhoudkundige registratie
Handel 2de graad TSO
- nut van de boekhouding voor de ondernemer . informatiebron over bezittingen en schulden . informatiebron over het resultaat . voldoen aan wettelijke verplichtingen - nut voor de kredietverleners - bewijsmiddel tegenover de administratie van de belastingen
Formuleren dat de boekhoudkundige registratie onontbeerlijk is als informatiebron voor de handelsonderneming.
Aantonen dat er een duidelijk onderscheid is tussen inventaris en balans.
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
Nr. 4
4.1
LEERINHOUDEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
DIDACTISCHE WENKEN
REGISTRATIE VAN DE ACTIVITEITEN VAN DE HANDELSONDERNEMING VOLGENS HET SYSTEEM VAN DUBBEL BOEKHOUDEN (40 lestijden) Situering spilbedrijf (1 lestijd)
Het spilbedrijf situeren als een middelgrote handelsonderneming.
De situering omvat: - de beginbalans - een reeks verrichtingen - set van rekeningen (later in te vullen en te bepreken).
24
De leraar toont aan dat door het overschrijden van het criterium omzet, de handelsonderneming haar activiteiten verder dient te registreren volgens het systeem van dubbel boekhouden.
4.2
4.3
Niet méér elementen in de balans plaatsen dan besproken in deel 3.
Waarom dubbel boekhouden? (1 lestijd) - beperktheden van de vereenvoudigde boekhouding (herhaling) - wettelijke verplichtingen
Verklaren dat het dubbel boekhouden een boekhoudmethode is die wettelijk opgelegd is aan de middelgrote en grote ondernemingen.
De balans (5 lestijden)
Het begrip balans verklaren. De indeling van de balans verklaren. Enkele belangrijke actiefbestanddelen opsommen. Aanduiden dat een bedrijf een beroep kan doen op eigen en vreemd vermogen.
Handel 2de graad TSO
-
begrip indeling betekenis van het actief en van het passief het balansevenwicht
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
4.4
De balansrekeningen (5 lestijden) -
25
-
Voorstelling van de bestanddelen van het actief en het passief (rekeningen in scontrovorm) Wijzigingen in de bestanddelen van het actief, respectievelijk passief: . vermeerderen/verminderen . debet/credit . technische inschrijving . saldo . relatie tot balans Samenvatting van de boekingsregels m.b.t. balansrekeningen.
Verklaren dat het balansevenwicht steunt op een tweevoudige registratie: - bezitting (aanwending van het vermogen) - de oorsprong van het vermogen : . eigen vermogen . vreemd vermogen (schulden aan derden) De balans uitsplitsen in actief- en passiefre-ke- Zowel voor de balansrekeningen als voor de resultatenrekeningen gelden volgende didactische ningen en de noodzaak ervan formuleren. wenken: De boekingsregels betreffende de actief- en pas- - elke handelsverrichting wordt ontleed naar de betrokkene bestanddelen en rekeningen. siefrekeningen formuleren en toepassen. - op elk document wordt een codering aan-gebracht: Rekening
A/P/K/O
+/-
D/C
Bedrag
A = Actief- / P = Passief- / K = Kosten- / O = Opbrengstenrekening Het begrip saldo wordt aangebracht maar het bedrag van het saldo wordt niet op de rekening ingeschreven. De verrichtingen moeten zodanig gekozen worden dat een boekhoudkundige registratie op de balansrekeningen mogelijk is.
4.5
De resultatenrekeningen (5 lestijden)
Handel 2de graad TSO
-
Voorstelling resultatenrekening in scontrovorm. Kosten en opbrengsten.
Aantonen dat de resultatenrekening bestaat uit kosten en opbrengsten.
Kosten kunnen aangebracht worden als een vermindering in het vermogen.
-
Splitsing van de resultatenrekening in kosten, respectievelijk opbrengsten als "rekeningen" voorstellen: structuur en terminologie.
Aantonen dat met het oog op de resultaat bepa- Niet meer elementen in de resultatenrekening ling, kosten- en opbrengstenrekeningen moeten plaatsen dan gezien in deel 3. bijgehouden worden.
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
Nr.
4.6
LEERINHOUDEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
- Wijzigingen in de kosten en opbrengsten: . vermeerderen/verminderen . debet/credit . technische inschrijving . saldo
Zowel voor kosten als opbrengsten enkele belangrijke rekeningen opsommen.
- Samenvatting van de boekingsregels met betrekking tot resultatenrekeningen.
De boekingsregels betreffende de kosten- en opbrengstenrekeningen formuleren en toepassen.
De voorstelling van de resultatenrekening in scontro-vorm aan de leerlingen geven. Het is niet de bedoeling op dit ogenblik de relatie te leggen met de balans. De leerling kan dat immers pas begrijpen na het bespreken van de proef- en saldibalans.
Het rekeningenstelsel (2 lestijden)
26
- begrip MAR - soorten rekeningen
Aantonen dat de balans- en resultatenrekeningen volgens een opgelegd rekeningenschema zijn gestructureerd.
Enkele rekeningen in het gebruikte rekeningenstelsel situeren. 4.7
DIDACTISCHE WENKEN
Alleen van belang is kennis van actief- en passiefrekeningen, kosten- en opbrengstenrekeningen. Het rekeningenstelsel in bijlage wordt gebruikt. Wat de B.T.W.-rekeningen betreft kiezen we voor een eenvoudige opsplitsing: 411 Terug te vorderen B.T.W. 451 Te betalen B.T.W. om te vermijden dat de redenering rond de verrichting te zwaar zou worden.
Integratie-oefening (21 lestijden)
Handel 2de graad TSO
- beginbalans - openen van de rekeningen - verrichtingen (aankoop, verkoop, financieel): . analyseren . coderen . inschrijving op de rekeningen
Vanuit documenten voor elke verrichting aanduiden: - de aard van de verrichting - de bedragen van belang voor de boekhoudkundige registratie.
De oefening heeft volgend verloop: - beginsituatie registreren op rekeningen - kennis van de verrichting - analyse van het document - allocatie aan rekeningen: bezittingen/vorderingen/schulden/kosten/opbrengsten - bewerking op de rekeningen: +/- of debet/credit
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
- einde periode: . debet- en credittotalen rekeningen . proef- en saldibalans . resultatenrekening . eindbalans
- betekenis van de bedragen: vermeerdering/vermindering van bezittingen/vorderingen/schulden/kosten/opbrengsten - debet of credit
- totaliseren van D- en C-totalen van de verschillende rekeningen - proef- en saldibalans (+ interpretatie) - balans en resultatenrekening opmaken. Eerst wordt de verrichting ontleed en nadien worden de gegevens geregistreerd op rekeningen. We kiezen bewust voor een benadering vanuit de rekeningen om te vermijden dat bij het nu reeds in "journaalposten" voorstellen van de verrichtingen, de beredenering vervangen wordt door "het van buiten leren". De verrichtingen worden geregistreerd aan de hand van praktijkdocumenten.
5 27
ACTUELE TEKSTEN ROND BEPAALDE ASPECTEN, PROBLEMEN OF BELANGRIJKE GEBEURTENISSEN UIT DE HANDELSWERELD (5 lestijden)
- Een actuele tekst i.v.m. bestudeerde leerinhou- Het lezen en het oplossen van zinvolle opdrachten den lezen en de inhoud ervan verwoorden. rond max. 10 handelsteksten uit de praktijk aan- De typische handelstermen uitleggen. sluitend bij bestudeerde leerinhouden. - Een synthese maken van de tekst. Een verantwoorde keuze maken van actuele teksten die aansluiten bij de bestudeerde leerinhouden. Soms zal het nodig blijken deze teksten te bewerken tot een haalbaar niveau voor de leerlingen.
Handel 2de graad TSO
Tweede leerjaar
4 uur/week
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
LEERINHOUDEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
DIDACTISCHE WENKEN
1
VOORSTELLING SPILBEDRIJF (1 lestijd)
Het spilbedrijf situeren als een middelgrote handelsonderneming.
De voorstelling omvat: - algemene informatie over de handelsonderneming (éénmanszaak) - beginbalans - lijst artikelen (per soort gecatalogeerd - alfanumeriek): . code . naam . aankoopprijs . verkoopprijs
2
ALGEMEEN OVERZICHT VAN DE OORSPRONG EN DOEL VAN DE BOEKHOUDING (3 lestijden)
2.1
Situering van de boekhouding in de handelsonderneming Verklaren dat boekhouding geen doel op zich is, maar voortspruit uit de activiteiten van de onderneming (via documenten), om te voldoen aan een aantal wettelijke verplichtingen en ook om nauwkeurig informatie over de efficiëntie van het handelsondernemen te verkrijgen in functie van verdere beleidsbeslissingen.
Het schema in bijlage (zie 5.2) kan hierbij nuttig zijn.
28
Nr.
Schematische voorstelling van de handelsverrichtingen in functie van de boekhouding en het handelsbeleid
2.1.1
ACTIVITEITEN
Handel 2de graad TSO
-
aankoopverrichtingen (incl. investeringen) verkoopverrichtingen financiële verrichtingen diverse verrichtingen
De verrichtingen van de onderneming in vier groepen van activiteiten catalogeren en met voorbeelden illustreren.
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
2.1.2
DOCUMENTEN - belang - soorten: . facturen (aankoop - verkoop) . creditnota's (in verband met aankoopverkoop) . dagafschriften/rekeninguittreksels . interne documenten (kasdocumenten, loonstaten, afschrijvingstabellen ...)
2.1.3
Per soort verrichting de verantwoordingsstukken opsommen.
BOEKHOUDING
29
- indeling van de ondernemingen - onderscheid vereenvoudigde - dubbele boekhouding - vormvoorschriften boeken - bewaring boeken - bewaring verantwoordingsstukken (interne, externe) - de boekhouding op computer 2.1.4
Verwoorden dat de boekhouding moet gebeuren aan de hand van een verantwoordingsstuk.
Op basis van de wet op de boekhouding de ondernemingen indelen in kleine, middelgrote en grote ondernemingen. Verwoorden op welke wijze de boeken overeenkomstig de wet worden bijgehouden. De bewaringstermijnen van respectievelijk boeken en verantwoordingsstukken formuleren. Uitdrukken aan welke voorwaarden de boekhouding op computer moet voldoen.
DOEL VAN DE BOEKHOUDING - informatiebron voor: . de ondernemer . de schuldeisers . de overheid - voldoen aan wettelijke verplichtingen inzake: . B.T.W. . directe belastingen
Verklaren dat de boekhouding de verrichtingen van de onderneming meet en zodanig noteert dat die gegevens achteraf optimaal bruikbaar zijn.
Relatie leggen met de bestaande kaderwet over de indeling van de ondernemingen naar boekhoudkundige verplichtingen. De vennootschappen worden niet besproken.
Handel 2de graad TSO
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
Nr. 3
3.1
LEERINHOUDEN HET DUBBEL BOEKHOUDEN: EEN OPFRISSING (integratie-oefening)(12 lestijden) De beginbalans
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Verklaren dat de balans de toestand van de bezit- Uitgaande van een beginbalans en aan de hand tingen, schulden en het eigen vermogen weer- van voorbeelddocumenten uit een mini-dossier geeft. (max. 10 doc) worden de basisprincipes van het dubbel boekhouden hier onder begeleiding van de leerkracht herhaald.
- begrip - evenwichtsprincipe 3.2 3.2.1
DIDACTISCHE WENKEN
Elk document wordt: - geanalyseerd - gecodeerd op basis van het
De rekeningen DE BALANSREKENINGEN
30
- splitsing van de balans in rekeningen
Verklaren dat de verrichtingen niet rechtstreeks genoteerd worden op de balans of op de resultatenrekening maar wel via een stelsel van rekeningen (vertaald in journaalpost), die achteraf opnieuw leiden tot een balans en resultatenrekening.
Rekening
A/P/K/O
+/-
D/C
Bedrag
De registratie gebeurt eerst op rekeningen en nadien met een journaalpost.
3.2.2 Handel 2de graad TSO
- boekingsregels
De boekingsregels betreffende de belansrekeningen formuleren en toepassen.
A = Actiefrekening P = Passiefrekening K = Kostenrekening O = Opbrengstenrekening
DE KOSTEN- EN OPBRENGSTENREKENINGEN
Aantonen dat met het oog op de resultaatbepaling, kosten- en opbrengstenrekeningen moeten bijgehouden worden.
Bij de verrichtingen wordt uitgegaan van eenvoudige aankoop- en verkoopfacturen, eenvoudige betalingen en ontvangsten.
- boekingsregels .
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
De boekingsregels betreffende de kosten- en opbrengstenrekeningen formuleren en toepassen. Voor elke groep kosten- en opbrengstenrekeningen enkele belangrijke rekeningen opsommen. 3.3
Het M.A.R (minimum algemeen rekeningstelsel) -
3.4
begrip decimale indeling van het M.A.R de klassen van het M.A.R soorten rekeningen in het M.A.R
Verklaren dat de decimale structuur toelaat nieuwe rekeningen naar eigen behoefte toe te voegen binnen het M.A.R.
Soorten rekeningen: - balansrekeningen (1 - 5) - kostenrekeningen (6) - opbrengstenrekeningen (7)
De journaalpost - principe
De verrichtingen noteren in journaalvorm. De structuur van een journaalpost verwoorden.
De proef- en saldibalans
De proef- en saldibalans opstellen en de juistheid ervan controleren.
31
3.5
Verklaren dat het rekeningstelsel een geordend geheel is waarin alle rekeningen een verantwoorde plaats krijgen.
Bij de verrichtingen wordt uitgegaan van eenvoudige aankoop- en verkoopfacturen, eenvoudige betalingen en ontvangsten.
- begrip - opmaak
De saldi uit de proef- en saldibalans interpreteren.
Vertrekkende van de registratie op de rekeningen komen tot het formuleren van de journaalpost. Bij de rekeningen moeten enkel de debet- en credittotalen gemaakt worden. Op basis hiervan wordt de proef- en saldibalans opgemaakt, gerangschikt naar balans- en resultatenrekeningen. Via de totalen van balans-, respectievelijk resultatenrekeningen moet gecontroleerd worden of de registratie correct is verlopen.
3.6
De resultatenrekening
Handel 2de graad TSO
- begrip - opmaak
Verklaren dat de resultatenrekening de kosten en opbrengsten weergeeft. De resultatenrekening in scronto-vorm invullen.
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
Nr.
LEERINHOUDEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
DIDACTISCHE WENKEN
3.7
Resultatenverwerking
De totalen van alle balans- en resultaten rekening- Het resultaat wordt integraal beschouwd als over en maken. Ontdekken dat het verschil tussen het te dragen winst/verlies. debet en credit van alle balansrekeningen gelijk is aan het verschil tussen debet en credit van de resultatenrekeningen.
3.8
De eindbalans
Uitgaande van de proef- en saldibalans de eindbalans opstellen.
4
32
4.1
GRONDIGE STUDIE VAN DE REGISTRATIE VAN DE ACTIVITEITEN VAN DE HANDELSONDERNEMING VOLGENS HET SYSTEEM VAN DUBBEL BOEKHOUDEN Algemeen (1 lestijd) - aankoop - betaling - verkoop - inning - voorraad
4.2
De ondernemerscyclus aantonen aan de hand van een kort voorbeeld.
Aankopen (20 lestijden)
Handel 2de graad TSO
4.2.1
DE AANKOOP
De belangrijkheid van het aankoopbeleid in functie van de verkoop motiveren.
4.2.2
ADMINISTRATIEF VERLOOP VAN DE AANKOOP
Het administratief verloop van de aankoop- ver- De bespreking gebeurt aan de hand van een set richting verwoorden en schetsen. documenten. De noodzaak van een vergelijkende controle betreffende bestelling, levering en facturatie verantwoorden.
- algemeen - noodzaak van een controle
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
4.2.3
ONTLEDING VAN DE DOCUMENTEN -
4.2.4
4.2.5
facturen creditnota's kwitantie ereloonnota rekeninguittreksel ...
De inkomende documenten gebruikt bij een aankoopproces opnoemen.
De aankoopdocumenten worden door de leerlingen enkel gecontroleerd en geïnterpreteerd.
De gebruikte termen op de aankoopdocumenten verklaren.
SOORTEN AANKOPEN
33
- handelsgoederen en aankoopkosten (directe kosten) - diensten en diverse goederen (indirecte kosten) - investeringsgoederen
Uit de voorbeelddocumenten de soorten aankopen afleiden en formuleren.
ADMINISTRATIEVE VOORBEREIDING VAN DE BOEKHOUDKUNDIGE REGISTRATIE
De administratieve voorbereiding van de boekhoudkundige registratie verantwoorden. Het nut van de interne nummering aantonen.
Het gebruik van de refertestempel illustreren.
Intern doc. nr.
4.2.6 4.2.6.1
Datum ontvangst
Leveranciernr.
Omschrijving
BOEKHOUDKUNDIGE REGISTRATIE VAN DE AANKOPEN Aankoop handelsgoederen (60-rekeningen)
Handel 2de graad TSO
-
Aankoopfactuur met 1 B.T.W.-tarief Aankoopfactuur met handelskorting Aankoopfactuur met aangerekende kosten Aankoopfactuur met meerdere B.T.W.-tarieven
De aankoopfacturen coderen in functie van: - het M.A.R - de B.T.W.-aangifte - de vermeerdering/vermindering van bezittingen/schulden/kosten en opbrengsten.
Elk document wordt: - geanalyseerd - gecontroleerd op juistheid en volgorde van bewerkingen - gecodeerd, op basis van het rekeningstelsel in bijlage
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
Nr.
4.2.6.2
LEERINHOUDEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
34
- Aankoopfactuur met meerdere B.T.W.-tarieven, handelskorting, kosten en financiële korting - Aankoopfactuur met speciale taks - Aankoopfactuur met terugstuurbare verpakking - Inkomende creditnota voor uitgaande retourzending - Inkomende creditnota voor verkregen handelskorting na facturatie - Inkomende creditnota voor terugstuurbare verpakking.
De aankoopfacturen en inkomende creditnota's registreren op de rekeningen en onder de vorm van een journaalpost.
Aankopen van diensten en diverse goederen (61-rekeningen)
De aankoopfacturen coderen in functie van: - het M.A.R - de B.T.W.-aangifte - de vermeerdering/vermindering van bezittingen/schulden/kosten en opbrengsten.
De aankoopfacturen en inkomende creditnota's registreren op leverancierskaarten (subgrootboek leveranciers). De relatie tussen de individuele leveranciersrekeningen en de collectieve rekening Leveranciers verklaren.
De inkomende documenten registreren op rekeningen en onder de vorm van een journaalpost. De documenten registreren op de leverancierskaarten. De relatie tussen de individuele rekeningen van de leveranciers en de collectieve rekening verklaren. Handel 2de graad TSO
4.2.6.3
Aankopen van investeringsgoederen (investeringen) - Bespreking van de materiële en immateriële vaste activa - Aankoopfactuur
De begrippen materiële en immateriële vaste activa verklaren en door middel van voorbeelden illustreren.
DIDACTISCHE WENKEN
Rekening
A/P/K/O
+/-
D/C
Bedrag
- op rekeningen geplaatst, - in journaalposten genoteerd. De laatste twee fasen kunnen gebeuren op de computer aan de hand van een didactisch boekhoudpakket.
Zelfde wenk als onder 4.2.6.1. Worden hier nog niet behandeld: - gemengde aankopen (privé-bedrijf) - medecontractant, invoer. De niet-gefactureerde aankopen zijn in essentie een financiële verrichting.
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
- Akten - Bijbehorende kosten
De aankoopfactuur bij aankoop van vaste activa inclusief de kosten bij aankoop ontleden en boekhoudkundig verwerken. Het begrip aanschaffingswaarde verklaren.
4.2.7
4.2.8 4.3 4.3.1
VERWERKING VOLGENS CENTRALISATIEMETHODE
Na de "lineaire" inschrijving in het aankoopdag- Aan de hand van een grondige analyse van het boek, de maandelijkse centralisatie boeken in het ingevulde of uitgeprinte hulpdagboek komen tot een centralisatieboeking. centraal boek.
VERWERKING MET BOEKHOUDPAKKET (facultatief)
Kan ondersteund worden met een didactisch boekhoudpakket.
Verkopen (20 lestijden) DE VERKOOP
35
De belangrijkste functies van de verkoop opsommen en verklaren. Bondig verklaren waarom de ondernemer bij het gevoerde verkoopbeleid zal steunen op de behoeften, koopmotivatie en gewoonten van de verbruiker. Bondig verklaren dat de samenstelling van het assortiment een belangrijk middel is tot het veroveren van een markt.
Handel 2de graad TSO
4.3.2
ADMINISTRATIEF VERLOOP
Het administratief verloop van de verkoopverrichting verwoorden en schetsen.
4.3.3
OPMAAK VAN DOCUMENTEN
De verkoopfacturen en uitgaande creditnota's opstellen.
De verkoopfacturen worden door de leerlingen zelf opgesteld.
De gebruikte termen op de verkoopfactuur en de uitgaande creditnota verklaren
Het aantal klanten wordt beperkt gehouden.
- facturen - creditnota’s - kasregister
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
Nr.
LEERINHOUDEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
DIDACTISCHE WENKEN
De berekeningen uitvoeren en de volgorde ervan verantwoorden. De basisregels van de procentberekening toepassen. Uit een ingevuld kasregisterblad (courante winkelverkoop) het verkoopcijfer, exclusief B.T.W. en het B.T.W.-bedrag berekenen. 4.3.4
SOORTEN VERKOPEN Uit de voorbeelddocumenten de soorten verkopen afleiden en formuleren.
4.3.5
ADMINISTRATIEVE VOORBEREIDING VAN DE BOEKHOUDKUNDIGE REGISTRATIE
De administratieve voorbereiding van de boekhoudkundige registratie verwoorden.
4.3.6
DE BOEKHOUDKUNDIGE REGISTRATIE VAN DE VERKOPEN
36
- Verkopen handelsgoederen: . met factuur . zonder factuur
4.3.6.1
Verkoop handelsgoederen (70-rekeningen)
Handel 2de graad TSO
-
Verkoopfactuur met 1 B.T.W.-tarief Verkoopfactuur met handelskorting Verkoopfactuur met kosten Verkoopfactuur met meerdere B.T.W.-tarieven Verkoopfactuur met meerdere B.T.W.-tarieven, handelskorting, kosten en financiële korting.
De verkoopfacturen en uitgaande creditnota's coderen in functie van: - het M.A.R - de B.T.W.-aangifte - de vermeerdering/vermindering van bezittingen/schulden, kosten en opbrengsten. De verkoopfacturen en uitgaande creditnota's registreren op rekeningen en onder de vorm van een journaalpost.
De verkoop van vaste activa wordt niet behandeld.
Elk document wordt, in deze volgorde: - geanalyseerd. - gecontroleerd op juistheid en volgorde van berekening. - gecodeerd, op basis van het MAR
Rekening
A/P/K/O
+/-
D/C
Bedrag
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
De verkoopfacturen en uitgaande creditnota's registreren op klantenkaarten (subgrootboek klanten).
4.3.7
VERWERKING VOLGENS CENTRALISATIEMETHODE
Na de "lineaire" inschrijving in het verkoopdagboek, de maandelijkse centralisatie boeken in het centraal boek.
4.3.8
VERWERKING MET EEN BOEK-HOUDPAKKET (facultatief)
4.4
De personeelskosten en hun administratieve verwerking (eenvoudig voorbeeld) (10 lestijden)
4.4.1
FORMALITEITEN EN VERPLICHTINGEN BIJ INDIENSTNEMING VAN PERSONEEL
4.4.2
BEREKENING BRUTO-LONEN EN -SALARISSEN, INHOUDINGEN RSZ, BEDRIJFSVOORHEFFING, VOORSCHOTTEN, UIT TE BETALEN BEDRAG
37
- Verkoopfacturen met terugstuurbare verpakking - Uitgaande creditnota voor teruggestuurde goederen - Uitgaande creditnota voor toegestane handelskorting na facturatie - Uitgaande creditnota voor teruggestuurde verpakking door de klant
Handel 2de graad TSO
- bruto-loon en -salaris - voorschotten - inhouding RSZ
- op rekeningen geplaatst - in journaalpost genoteerd
De relatie tussen de individuele klantenrekeningen en de collectieve rekening Klanten verklaren.
Aan de hand van een grondige analyse van het ingevulde of uitgeprinte verkoopdagboek komen tot een centralisatieboeking. Kan ondersteund worden met een didactisch boekhoudpakket.
De verplichtingen en formaliteiten bij het in dienst nemen van personeel opsommen en bondig verklaren.
Het aantal werknemers wordt beperkt gehouden in functie van een gemiddelde handelsonderneming (bv. een winkelbediende, onderhoudspersoneel ...).
De begrippen lonen, salarissen, sociale lasten en bedrijfsvoorheffing verklaren.
Er moet rekening gehouden worden met het feit dat de leerlingen nog geen sociale wetgeving gezien hebben.
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
Nr.
LEERINHOUDEN - uit te betalen bedrag - werkgeversbijdrage RSZ - personeelskost
LEERPLANDOELSTELLINGEN De betekenis van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid als verzamel- en verdeelorganisme van sociale bijdragen, verwoorden. De bruto-lonen en -salarissen, de inhoudingen en de netto-lonen en -salarissen berekenen, voor zover zij beperkt blijven tot de uitdrukkelijke items van de leerstofarticulatie.
DIDACTISCHE WENKEN Bij de berekening beperkt de leerkracht zich dus tot de meest elementaire begrippen. De verwerkte problemen worden eveneens beperkt tot gewone prestaties en betaalde feestdagen. Bij het berekenen van de RSZ en de bedrijfsvoorheffing kan de leerkracht gebruik maken van voorgedrukte tabellen.
38
Bij het rekenwerk mag een rekenmachine gebruikt worden, maar de leraar vraagt aan de leerlingen eerst een benaderende schatting van de uitkomst, als attitude van zelfcontrole. 4.4.3
STUDIE VAN DE DOCUMENTEN - Invulling van de individuele loonrekening - Invulling van de globale loon- en salarisstaat
De loon- en salarisberekeningen invullen op de individuele loon- en salarisrekeningen. De globale loon- en salarisstaat invullen aan de hand van de individuele loon- en salarisrekening.
4.4.4
BOEKHOUDKUNDIGE REGISTRATIE VAN DE GLOBALE LOON- EN SALARISSTAAT (45- en 62-rekeningen)
De gegevens van de globale loon- en salarisstaat registreren op rekeningen en onder de vorm van een journaalpost.
Het is geenszins de bedoeling de leerlingen hier alle documenten met betrekking tot de personeelskost te laten invullen. Beperking is hier aangewezen tot de individuele loon- en salarisrekening en de globale loon- en salarisstaat.
Handel 2de graad TSO
De globale loon- en salarisstaat wordt, in deze volgorde: - geanalyseerd. - gecontroleerd op juistheid. - gecodeerd, op basis van het M.A.R
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
- op rekeningen geplaatst. - in journaalpost genoteerd. De laatste 2 fasen kunnen gebeuren op de computer aan de hand van een didactisch boekhoudpakket. 4.4.5
VERWERKING VOLGENS DE CENTRALISATIEMETHODE
4.4.6
VERWERKING MET EEN BOEKHOUDPAKKET (facultatief)
4.5 4.5.1
De globale loon- en salarisstaat volgens de centralisatiemethode in het diverse postenboek verwerken.
Kan ondersteund worden met een didactisch boekhoudpakket.
De voornaamste vormen van het actueel betalingsverkeer omschrijven en met concrete voorbeelden uit de handelsrealiteit illustreren.
Deze leerstof werd voordien reeds behandeld, doch wordt hier vlug en vanuit het concrete handels- en betalingsverkeer herhaald en desgevallend bijgestuurd.
De financiële verrichtingen (20 lestijden) BEKNOPTE HERHALING VAN DE ACTUELE VORMEN VAN BETALINGSVERKEER
39
Vooral moderne vormen van betalingsverkeer moeten hier aan bod komen.
4.5.2 4.5.2.1
Bestaande softwarepakketten in verband met geautomatiseerde betalingen en ontvangsten door handelaars, kunnen aan bod komen (bv.: KBpaydesk, BBL-soft ...).
DE KREDIETVERSTREKKING OP KORTE TERMIJN Het kaskrediet (herhaling)
Handel 2de graad TSO
- begrip - werking - kosten
Het kaskrediet omschrijven. De voor- en nadelen van het kaskrediet aantonen. De kosten van het kaskrediet narekenen.
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
Nr. 4.5.2.2
LEERINHOUDEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
DIDACTISCHE WENKEN
Het discontokrediet (met studie van de wisselbrief) - de wisselbrief: . begrip . partijen . acceptatie . domiciliëring . aval . endossement . protest
De betekenis van de wisselbrief verklaren als betaalmiddel. De verschillende partijen die bij een wisselbrief voorkomen benoemen en hun onderlinge relatie verklaren. De begrippen acceptatie, domiciliëring, aval en endossement toelichten.
40
Een wisselbrief vanuit het standpunt van elk van de betrokken partijen invullen.
De principes van de wisselbrief en de betrokken partijen moeten uitgelegd worden aan de hand van een concrete gevalstudie, via goed gestructureerde schema's. Volgende facetten moeten aan bod komen: - de wisselbrief, getrokken aan order van de financiële instelling - de wisselbrief getrokken aan order van mijzelf - de wisselbrief als betaalmiddel (geëndosseerde wisselbrief)
Verwoorden waarom de handelaar voorzichtig moet zijn bij het accepteren van een wisselbrief. Aantonen dat de wisselbrief vanuit het standpunt van de verkoper/leverancier bijkomende waarborgen biedt. - het discontokrediet: . begrip . werking . kosten
De betekenis van de wissel als kredietinstrument verklaren. Het verband uitdrukken tussen de wisselbrief en het discontokrediet.
Handel 2de graad TSO
Een discontoberekening interpreteren.
Nadruk leggen op het feit dat het cliëntendisconto het meest aan bod komt.
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
De kenmerken van het gewoon discontokrediet en het leveranciersdiscontokrediet omschrijven wat betreft aanvraag, begunstigde, uitbetaalde waarde en kosten.
4.5.3
- het afbetalingskrediet: . begrip . werking . kosten
Een leningstabel interpreteren.
- de financiering: . begrip . werking . kosten
De kenmerken van de financiering omschrijven.
De kenmerken van het afbetalingskrediet omschrijven wat betreft werking en kosten.
De werking en de kosten kunnen omschrijven en verklaren.
DOCUMENTEN
41
Rekeninguittreksels, dagafschriften, kas-documenten, financieringscontract, wisselbrieven
4.5.4
ADMINISTRATIEVE VOORBEREIDING VAN DE BOEKHOUDKUNDIGE REGISTRATIE
4.5.5
BOEKHOUDKUNDIGE REGISTRATIE
Handel 2de graad TSO
- Betaling en inning van aan- en verkopen, inclusief financiële kortingen - Interne financiële overboekingen - Wisselbriefverrichtingen - Contante verkopen
De voornaamste verantwoordingsstukken met betrekking tot de financiële verrichtingen in een handelszaak opsommen en met concrete voorbeelden illustreren.
De betaling van facturen met of zonder financiële korting boekhoudkundig registreren. De interne transferten tussen de liquide middelen boeken via "interne overboekingen". De verrichtingen inzake te innen en te betalen wissels boekhoudkundig registreren.
Het gebruik kan toegelicht worden door een gastspreker van een financiële instelling. Leerlingen wijzen op de reële kosten van deze kredieten. De boekhoudkundige registratie van de financiering en het afbetalingskrediet wordt niet behandeld.
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
Nr.
LEERINHOUDEN
4.5.6
VERWERKING MET DE CENTRALISATIEMETHODE
4.5.7
VERWERKING MET EEN BOEKHOUDPAKKET (facultatief)
5
LEERPLANDOELSTELLINGEN
DIDACTISCHE WENKEN
Na de lineaire inschrijving de maandelijkse cen- Kan ondersteund worden met een didactisch tralisatie boeken in het centraal boek. boekhoudpakket.
DE B.T.W.-MAANDAANGIFTE (4 lestijden) De B.T.W.-verplichtingen formuleren en toelichten.
- B.T.W.-maandaangifte: . bespreking van de rubrieken . invulling van de aangifte
De rubrieken van de B.T.W.-maandaangifte ver- Uitgaan van de inschrijvingen in de hulpdagboeklaren. ken.
6
DE AFSLUITING VAN DE BOEKHOUDING EN HET HANDELSBELEID: VAN INVENTARIS TOT DE EINDBALANS NA RESULTAATVERWERKING (9 lesijden)
Aantonen door middel van enkele voorbeelden dat de boekhouding moet aangepast worden aan de realiteit op het einde van het boekjaar.
6.1
Opstelling van de resultatenrekening en de balans
6.1.1
AANPASSING VAN DE BOEKHOUDING AAN DE INVENTARIS (regularisatie)
42
- B.T.W.-verplichtingen
Handel 2de graad TSO
- voorraadwijzigingen - afschrijvingen (lineair)
De B.T.W.-maandaangifte invullen.
De verrichtingen in verband met voorraadwijzigingen van handelsgoederen en afschrijvingen (lineair) op vaste activaboeken.
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
6.1.2
6.1.3 6.2
OPSTELLING VAN DE RESULTATENREKENING EN DE VERWERKING VAN HET RESULTAAT
Uitgaande van de saldi van kosten- en opbrengstenrekeningen de resultatenrekening opstellen.
OPSTELLING VAN DE EINDBALANS
Uitgaande van de saldi van de balansrekeningen de eindbalans opstellen.
Gegeven het bedrag van de geraamde belasting de winstbestemming boeken: het gedeelte voor de zaakvoerder, het gedeelte dat overgedragen wordt en het gedeelte dat voorzien wordt voor belastingsschulden.
Berekening van enkele kengetallen
43 Handel 2de graad TSO
6.2.1
AANDEEL VAN DE BEDRIJFSKOSTEN. DE FINANCIELE KOSTEN EN DE WINST IN DE OMZET
6.2.2
DE VERHOUDING VLOTTENDE ACTIVA/ VREEMD VERMOGEN OP KORTE TERMIJN
6.2.3
DE VERHOUDING (VLOTTENDE ACTIVA VOORRADEN)/VREEMD VERMOGEN OP KORTE TERMIJN
6.2.4
DE OMLOOPTIJD VAN DE VOORRAAD
6.2.5
DE OMLOOPTIJD VAN DE KLANTEN
6.2.6
DE OMLOOPTIJD VAN DE LEVERANCIERS
6.2.7
DE VERHOUDING BEDRIJFSRESULTAAT + FINANCIEEL RESULTAAT/EIGEN VERMOGEN (rendabiliteit eigen vermogen)
Het aandeel van de bedrijfskosten, de financiële kosten en de winst in de omzet berekenen.
De liquiditeit berekenen.
De rendabiliteit van het eigen vermogen berekenen.
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
Nr.
LEERINHOUDEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
6.2.8
HET AANDEEL VAN HET EIGEN VERMOGEN IN HET TOTAAL VERMOGEN (solvabiliteit)
De solvabiliteit berekenen.
6.2.9
VERGELIJKING VAN VOORGAANDE KENGETALLEN IN TWEE OPEENVOLGENDE BOEKJAREN
De verschillen tussen de berekende kengetallen in twee opeenvolgende boekjaren interpreteren.
6.3
Belang van deze kengetallen in functie van het handelsbeleid
De berekende kengetallen interpreteren.
ACTUELE TEKSTEN ROND BEPAALDE ASPECTEN, PROBLEMEN OF BELANGRIJKE GEBEURTENISSEN IN DE HANDELSWERELD (10 lestijden)
- Een actuele tekst in verband met bestudeerde leerinhouden lezen en de inhoud ervan verwoorden. - De typische handelstermen uitleggen. - Een synthese maken van de tekst.
7
DIDACTISCHE WENKEN
Het nut van het berekenen van de vermelde kengetallen aanduiden.
44
Het lezen en het oplossen van zinvolle opdrachten rond max. 10 teksten uit de handelspraktijk aansluitend bij bestudeerde leerinhouden. Een verantwoorde keuze maken van actuele teksten die aansluiten bij de bestudeerde leerinhouden. Soms zal het nodig blijken deze teksten te bewerken tot een haalbaar niveau voor de leerlingen.
Handel 2de graad TSO
4
BIBLIOGRAFIE
Brochures van financiële instellingen en middenstandsorganisaties. 5
BIJLAGEN
5.1
Rekeningstelsel 2de graad Handel
1
EIGEN VERMOGEN EN SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR
2
3
10
Kapitaal 10000
14
Overgedragen winst of overgedragen verlies (-) 14000 Overgedragen winst 14100 Overgedragen verlies (-)
17
Schulden op meer dan één jaar
VASTE ACTIVA 22
Terreinen en gebouwen 22000 Terreinen 22100 Gebouwen 22109 Afschrijvingen op gebouwen (-)
23
Installaties, machines en uitrusting 23000 Installaties, machines en uitrusting 23009 Afschrijvingen op installaties, machines en uitrusting (-)
24
Meubilair en rollend materieel 24000 Meubilair 24009 Afschrijvingen op meubilair (-) 24100 Rollend materieel 24109 Afschrijvingen op rollend materieel (-)
VOORRADEN 34
4
Geplaatst kapitaal
Handelsgoederen 34000 Handelsgoederen
VORDERINGEN EN SCHULDEN OP TEN HOOGSTE 1 JAAR 40
Handelsvorderingen 40000 Handelsdebiteuren 40100 Te innen wissels 40110 Wissels ter incasso 40120 Wissels ter verdiscontering
41
Overige vorderingen 41100 Terug te vorderen B.T.W. en speciale taks 41110 Terug te vorderen B.T.W. en speciale taks op creditnota's (-) 41800 Terugstuurbare verpakking
42
Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
45
Handel 2de graad TSO
5
6
43
Financiële schulden
44
Handelsschulden 44000 Leveranciers 44100 Te betalen wissels
45
Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 45100 Te betalen B.T.W. 45110 Te betalen B.T.W. en speciale taks op creditnota's (-) 45120 Te betalen speciale taks 45300 Ingehouden bedrijfsvoorheffing 45400 Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (R.S.Z.) 45500 Bezoldigingen
48
Diverse schulden 48800 Verpakking in bewaargeving
LIQUIDE MIDDELEN 55
Kredietinstellingen 55000 Kredietinstellingen 55001 Uitgeschreven cheques (-) 55002 Te innen cheques
56
Postcheque- en girodienst 56000 Postrekening 56001 Uitgeschreven cheques (-) 56002 Te innen cheques
57
Kassen 57000
Kas
KOSTEN 60
Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen 60400 Aankopen van handelsgoederen 60401 Uitgaande retouren handelsgoederen (-) 60800 Ontvangen kortingen, ristorno's en rabatten (-) 60940 Voorraadwijzigingen van handelsgoederen
61
Diensten en diverse goederen 61000 Huur en huurlasten 61100 Onderhoud en herstellingen 612 Leveringen aan de onderneming 61211 Water 61212 Gas 61213 Elektriciteit 61214 Stookolie 61230 Boeken, tijdschriften en documentatie 61240 Drukwerken en kantoorbehoeften 613 Vergoedingen aan derden 61310 Commissielonen 61350 Verzekeringen : andere dan voor personeel 61400 Vervoer en aanverwante kosten 61510 Verplaatsings- en onthaalkosten 61520 Reclame en advertenties 61600 P.T.T. 61900 Overige beheerskosten
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
46
Handel 2de graad TSO
7
62
Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen 62020 Bezoldigingen bedienden 62030 Bezoldigingen arbeiders 62100 Werkgeversbijdrage R.S.Z.
63
Afschrijvingen en waardeverminderingen 63020 Afschrijvingen op materiële vaste activa
64
Andere bedrijfskosten
65
Financiële kosten 65000 Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden 65300 Discontokosten op vorderingen 65700 Betalingskortingen aan klanten 65900 Diverse financiële kosten
66
Uitzonderlijke kosten
67
Belastingen op het resultaat
69
Resultaatverwerking 69300 Over te dragen winst
OPBRENGSTEN 70
Omzet 70400 70410
74
Andere bedrijfsopbrengsten
75
Financiële opbrengsten 75700 Betalingskortingen bij leveranciers 75900 Diverse financiële opbrengsten
76
Uitzonderlijke opbrengsten
79
Resultaatverwerking 79300 Over te dragen verlies
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
Verkopen van handelsgoederen Inkomende retouren handelsgoederen (-)
47
Handel 2de graad TSO
5.2
Overzicht van de boekhouding ACTIVITEITEN
DOCUMENTEN Facturen (inkomend, uitgaand)
KOPEN en
Creditnota's (inkomend, uitgaand) (ev. debetnota's)
VERKOPEN (Commerciële verrichtingen)
BETALINGEN en
Rekeninguittreksels
ONTVANGSTEN
Kasdocumenten
(Financiële verrichtingen)
DIVER* * * *
arbeid financiering waardeverminderingen wissels
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
Loonstaten Aflossingstabel Afschrijvingstabel Discontoborderel Diverse documenten ...
48
Handel 2de graad TSO
BOEKHOUDING
DOEL
INDIRECTE BELASTINGEN
Tijdens het boekjaar Vereenvoudigde boekhouding Aankoopdagboek Verkoopdagboek Financiële dagboeken
Dubbele boekhouding
BTW-aangifte
Grootboek -via rekeningen -logische ordening
-
Journaal - via dagboeken * Aankoopdagboek * Verkoopdagboek * Financieel dagboek * Diversendagboek - chronologische ordening
door elke BTW-plichtige per maand, kwartaal, jaar beschrijft: Te betalen BTW - Terug te vorderen BTW = Eindresultaat (vordering of schuld)
DIRECTE BELASTINGEN BELASTINGS-aangifte
Afsluiting van het boekjaar Vereenvoudigde boekhouding
-
Dubbele boekhouding
Inventaris
Balans
Overzicht van * bezittingen * schulden
Overzicht van * bezittingen * schulden
-
Opbrengsten en Kosten
INFORMATIE -
Resultatenrekening Resultatenrekening Overzicht van * kosten * opbrengsten
door elke inkomensgenieter (natuurlijke personen, vennootschappen) per jaar bewijzen van:
Overzicht van * kosten * opbrengsten
-
voor eigenaar, vennoot, aandeelhouder voor kredietinstellingen (balansanalyse, ratioanalyse) voor leveranciers voor schuldeisers in de ruime zin
Toelichting
TV Bedrijfshuishoudkunde D/1991/0279/009B
49
Handel 2de graad TSO