Visietekst taalbeleid in de stedelijke basisscholen in Aalst Inleiding Aalst ondergaat door zijn centrale ligging de laatste jaren meer en meer de invloed van migratie, onder meer uit de regio Brussel. Er is een belangrijke inwijking van gezinnen die niet het Nederlands als thuistaal hanteren. Gemiddeld komt 23% van de kinderen van een stedelijke basisschool uit een gezin waar de moeder een andere thuistaal heeft, waarvan slechts 1% anderstalige nieuwkomer is (definitie: zie bijlage 1). Voor deze kinderen is de instroom in het Nederlandstalig onderwijs niet evident. Om op een coherente manier met deze uitdaging om te gaan delen de stedelijke basisscholen een gemeenschappelijke visie op taalbeleid.
Definitie taalbeleid ‘Taalbeleid is de structurele en strategische poging van een schoolteam om de onderwijspraktijk aan te passen aan de taalleerbehoeften van de leerlingen met het oog op het bevorderen van hun algehele ontwikkeling en het verbeteren van hun onderwijsresultaten.’ (Van den Branden, 2004, p. 51) => Structureel wil zeggen dat het voeren van een taalbeleid meer is dan een eenmalig initiatief. Het leidt tot een blijvende verandering in het taalgedrag van de leerlingen. => Strategisch betekent dat alle partners uit het schoolteam samen op een planmatige manier aan dit taalbeleid werken. => Onderwijsresultaten verbeteren houdt in dat je leerlingen aanzet om taalvaardiger te worden, om zich vlot en correct uit te drukken en tot een betere communicatie te komen.
Algemene visie De algemene visie van de stedelijke basisscholen in Aalst vertrekt vanuit de visie die de Talennota 2011 van de Vlaamse minister van Onderwijs voorstaat (zie bijlage 2): Een goede/rijke kennis van het Standaardnederlands is dé voorwaarde voor wie in Vlaanderen wil leren, wonen, werken, leven. Ons talenbeleid moet uitsluiting tegengaan en ontmoeting stimuleren.
Algemene uitgangspunten Uit onderstaande uitgangspunten vloeien afspraken voort die door de scholen van het stedelijke net nagestreefd worden. Scholen geven zelf vorm aan hun eigen school-specifieke taalbeleid, dat gefundeerd is op deze gemeenschappelijke visie. 1. De stedelijke basisscholen in Aalst stellen Standaardnederlands als (instructie)taal voorop.
de
kennis
van
een
rijk
Als scholengemeenschap zijn wij ons bewust van onze voorbeeldfunctie. Naast een rijk aanbod van Nederlandse taal in de klas willen wij deze voorbeeldfunctie naar externen vervullen. Afspraken: 1.1 Iedereen streeft naar een vlot, duidelijk en correct Nederlands taalgebruik in documenten die voor interne en/of externe communicatie bedoeld zijn. 1.2 Binnen de schoolmuren stimuleren we op een positieve manier dat er Nederlands gesproken wordt. Wanneer ouders en leerlingen op de speelplaats komen, vragen we hen om Nederlands te spreken. De leerkrachten herinneren de leerlingen in het onthaal, in de klas, de speelplaats, refter eraan dat we Nederlands spreken. 1.3 Bij de ingang van de speelplaats hangt een goed zichtbare poster met daarop: "ik speel, jij leert, wij spreken in het Nederlands” 2. Het taalbeleid is niet alleen naar de anderstalige leerling of ouder gericht, maar naar de gehele schoolpopulatie. Binnen de klassen is er een stijgende taalheterogeniteit. Leraren moeten de talenten en beperkingen van hun leerlingen kunnen inschatten. Een taalbeleid dat zich alleen richt op anderstalige kinderen is te beperkt. Leraren zouden de lat hoog moeten leggen voor álle leerlingen. Dit kan de school onder andere bereiken door in alle lokalen en in alle vakken een krachtige, interactieve taalomgeving te organiseren. We streven naar een veilig klasklimaat. Afspraken: 2.1 Binnen de stedelijke scholen organiseren we een krachtige, interactieve taalomgeving waar alle leerlingen voordeel van hebben. 2.2 Wanneer we voor de kinderen iets organiseren, is dit niet alleen voor de anderstalige kinderen en ouders, maar voor alle kinderen en ouders.
Uitgangspunten met betrekking tot leerlingen 3. Taal is niet alleen voorwaarde voor, maar een middel tot participatie en integratie in de schoolgemeenschap. Het taalbeleid houdt rekening met het proces van de (tweede, derde of vierde) taalverwerving en stimuleert dit proces bij alle leerlingen. Iedere leerling gaat een proces door van taalverwerving. Voor sommige leerlingen is dit een tweede, derde en in uitzonderlijke gevallen zelfs vierde taalverwerving. Als scholengemeenschap hechten we belang aan een goede taalverwerving, of dit nu de eerste, tweede, derde of vierde taal is dat een leerling tot zich neemt. Wij erkennen dat het verwerven van een tweede (of derde of vierde) taal een langdurig proces is, dat volgens grillige patronen verloopt en niet uniform is voor alle leerlingen. Wij willen ons dan ook engageren om zoveel mogelijk te weten over hoe we de taalverwerving kunnen stimuleren. Binnen onze scholen staan we voor de uitdaging om een zeer diverse klaspopulatie optimale taalkansen te bieden. We erkennen dat het voor ieder kind, ook voor Nederlandstalige kinderen belangrijk is om optimale taalkansen te krijgen. Wij doen dan ook ons best om zoveel mogelijk een gepast taalaanbod te voorzien. Wij proberen alle leerlingen op te vangen en ze thuis te laten voelen op onze school. Indien nodig schakelen we externen in (Taalcoach Aalst, CLB) wanneer de begeleiding van de leerling boven de draagkracht van de school/klas/leraar/medeleerlingen uitgaat. Afspraken: 3.1 We werken in alle activiteiten op een doelgerichte manier aan het verbeteren van de taalvaardigheid van de leerlingen. 3.2 We besteden bijzondere aandacht aan (het verwerven door de leerlingen van) schooltaalwoorden en vak-begrippen. 3.3 Wanneer een anderstalige nieuwkomer op school aankomt stelt de school het eerste jaar een individueel werkplan op: er wordt een strategie uitgeschreven om de doelstellingen van het onthaalonderwijs te realiseren. 3.4 Het schoolbestuur gaat de verbintenis aan de leerkrachten indien mogelijk te laten deelnemen aan nascholing gericht op onthaalonderwijs, tweede taalverwerving en taalstimulering. 3.5 Anderstalige nieuwkomers worden actief doorverwezen naar algemene taalinitiatieven. 4. We houden rekening met de meertalige werkelijkheid. Door middel van talensensibilisering komen kinderen in aanraking met verschillende talen. Aandacht voor het stimuleren van het Nederlands roept de vraag op naar de houding ten opzichte van andere thuistalen. Onze omgeving, in onze scholen en in onze klassen, is een meertalige werkelijkheid. Bij talensensibilisering (definitie: zie bijlage 3) is het niet de bedoeling dat leerlingen een specifieke taal leren, maar wel een open houding ontwikkelen ten aanzien van talen en
culturen. Het gaat letterlijk om kinderen sensibel, gevoelig maken voor verschillende talen of voor taal in het algemeen. Door kinderen te leren wat het is om in een diverse wereld te leven, staan zij meer open voor verschillende taal- en cultuurgemeenschappen. Ook krijgen ze zicht op hun eigen (meer)talige identiteit en die van hun klasgenoten. Het herkennen en erkennen van die identiteit draagt in sterke mate bij aan hun welbevinden op school. Talensensibilisering is onderdeel van de onderwijspraktijk, er verwijzen drie eindtermen naar: Leerlingen zijn bereid om op hun niveau bewust te reflecteren op taalgebruik en taalsystemen. Leerlingen exploreren verschillende cultuuruitingen met een talige component in hun omgeving en geven er betekenis aan. Bij het reflecteren over taalgebruik en taalsystemen tonen de leerlingen interesse en respect voor de ander. Gezien in de eindtermen staat `in hun omgeving´ willen wij geen enkele taal uitsluiten. Iedere taal die een kind thuis spreekt of die in de schoolomgeving aanwezig is, is een taal die gebruikt kan worden binnen talensensibilisering. Talensensibilisering sluit altijd aan bij de belevingswereld van de kinderen. Als scholengemeenschap erkennen we dat het van belang is dat het kind zijn eigen thuistaal goed kent. Het is wetenschappelijk bewezen dat een kind met een sterk ontwikkelde moedertaal de tweede taal sneller leert. We kiezen er echter niet voor om kinderen op school les te geven of uitleg te laten geven door een ander kind in hun moedertaal. Door talensensibilisering toe te passen erkennen we en respecteren we de moedertaal: de kinderen leren iets óver de taal in plaats van de andere taal aan te leren. Afspraken: 4.1 Wij erkennen de meertalige werkelijkheid van de kinderen en ouders van onze school. 4.2 Door middel van talensensibilisering dragen wij bij aan de eindtermen. 4.3 Alle thuistalen zijn talen die voor talensensibilisering gebruikt kunnen worden.
Uitgangspunten met betrekking tot ouders 5. Wij respecteren de taalwetgeving. Als stedelijke basisscholen hechten wij belang aan een duidelijke, correcte communicatie in het Standaardnederlands. Wij willen hierin een voorbeeldfunctie vervullen naar de ouders toe. Wij vertalen zelf (indien mogelijk) alleen bij de inschrijving. Daarna bieden wij ouders de mogelijkheid voor een bepaalde periode een sociale tolk mee te brengen. Alle schriftelijke communicatie vindt plaats in het (eenvoudig) Nederlands. Dit heeft verschillende redenen.
Ten eerste zijn wij niet in staat om in alle mogelijke talen te vertalen, we zouden dan de ene ouder meer kunnen bieden dan de andere ouder. Ten tweede vinden we het belangrijk dat ouders zelf kunnen beslissen of ze wel of niet een vertaling nodig hebben. Afspraken: 5.1 Wij zijn er ons van bewust dat de school een voorbeeldfunctie vervult. Voor een goede communicatie zijn correctheid en duidelijkheid belangrijke criteria. 5.2 We blijven duidelijk een Nederlandstalige school, geen twee- of meertalige. We gebruiken andere talen niet systematisch. Alleen in uitzonderlijke gevallen of als overgangsmaatregel (beperkt in tijd). De directeur maakt per situatie een inschatting van de noodzaak om al dan niet te vertalen. 5.3 De anderstalige boodschap vindt altijd plaats na de Nederlandstalige boodschap en bevat niet méér informatie dan de Nederlandse. 5.4 De anderstalige communicatie is alleen bestemd voor het anderstalige publiek en niet voor de Nederlandstaligen. 5.5 Bij de inschrijving lichten wij de ouders in over de afspraken die de school heeft met betrekking tot de communicatie. 6. Daar waar een taalkloof een optimale communicatie in de weg staat bieden we ouders beperkt in tijd de mogelijkheid voor sociale tolken of erkende tolken. Het leren van een nieuwe taal kost tijd. De ene anderstalige ouder zal binnen een jaar een aardig woordje Nederlands kunnen spreken en de andere anderstalige ouder doet hier langer over. Mensen die laaggeschoold of analfabeet zijn zullen er langer over doen dan mensen die hooggeschoold zijn. Taalverwerving is een gedeelde verantwoordelijkheid van de anderstalige, de maatschappelijke voorzieningen (zoals onze scholen) en de overheid. De anderstalige moet de nodige inspanningen doen om Nederlands te leren; wij willen ouders stimuleren om het Nederlands te leren door ze te wijzen op de verschillende mogelijkheden die de stad biedt (zie uitgangspunt 7). Wanneer een ouder zijn of haar kind inschrijft zullen we indien nodig en mogelijk zelf vertalen. We bieden daarna de ouder de mogelijkheid om bij volgende gesprekken zelf een tolk mee te brengen. Wanneer dit voor de ouder niet mogelijk is of wanneer het gesprek van die aard is dat het niet wenselijk is kan de school uitzonderlijk een tolk via de tolkendienst vragen. Dit is echter beperkt in tijd; het is niet de bedoeling om gedurende de gehele schoolloopbaan van het kind een tolk in te schakelen. Indien het inschakelen van tolken in de toekomst betalend zou worden voor scholen, worden de kosten hiervoor doorgerekend aan de ouders. Als school houden wij rekening met de mogelijkheden van de ouder, de ene ouder heeft langer een tolk nodig dan de andere ouder. Afspraken: 6.1 Wij geven aan alle anderstalige ouders bij inschrijving een uitleg over het Nederlandstalig karakter van onze school en over de mogelijkheden voor het meenemen van een sociale tolk bij een volgend gesprek. 6.2 Het uitnodigen van een tolk via de tolkendienst gebeurt als het gesprek van dien aard is dat een sociale tolk niet wenselijk is of als de ouder geen sociale tolk kan inschakelen.
6.3 Wij geven aan dat het gebruik van tolken beperkt is in tijd. 6.4 Wij houden rekening met de mogelijkheden van de ouder, maar stimuleren het gebruik van het Nederlands. Afspraken Charter Aalst m.b.t. oudercommunicatie: 6.5 Onze school investeert in goede en laagdrempelige communicatie, dit zowel bij inschrijving/onthaal/contacten als in schriftelijk en mondeling taalgebruik. 6.6 Om tot goede communicatie met ouders te komen, zorgt onze school ervoor dat de aanspreekbaarheid van het schoolteam hoog is. Daarnaast zijn een of meer vertrouwenspersonen een discrete en respectvolle brug tussen de ouders, leerling en de school. 7. Wij vragen ouders om de ontwikkeling van het Nederlands van hun kind te stimuleren. Daarnaast geven wij ouders aan waar ze in Aalst Nederlands kunnen leren en oefenen. Na schooltijd hebben kinderen in Aalst de mogelijkheid om deel te nemen aan naschoolse activiteiten. Daarbij denken we aan de sportclub, de tekenacademie of bijvoorbeeld een dansschool. Wij zullen ouders stimuleren om hun kinderen aan Nederlandstalige naschoolse activiteiten te laten deelnemen. Daarnaast kunnen we nuttige Nederlandstalige televisieprogramma´s en websites doorgeven zodat de kinderen thuis nog Nederlands kunnen oefenen. Het is ook belangrijk om de ouders te verwijzen naar de bib. Ze kunnen hier gratis Nederlandstalige boeken en dvd´s ontlenen. Uit de praktijk blijkt vaak dat ouders hier niet van op de hoogte zijn. Het is een taak van de school om ouders hiervan bewust te maken. De stedelijke basisscholen in Aalst hebben een goede doorverwijzingspositie voor de andere initiatieven die de stad heeft om volwassenen Nederlands te leren of om ze Nederlands te laten oefenen. Projecten en algemene taalinitiatieven worden aangereikt alsmede de mogelijkheid om het Nederlands te leren via het Huis van het Nederlands en de bib. Afspraken: 7.1 Iedere leerkracht is op de hoogte van de initiatieven die de stad onderneemt om de ouders Nederlands te leren of te laten oefenen. 7.2 Wij geven aan alle anderstalige ouders bij inschrijving een uitleg over de mogelijkheden voor het leren van Nederlands in Aalst. 7.3 Naast de mondelinge uitleg geven we de ouders foldermateriaal mee van de verschillende initiatieven. 7.4 Wij raden ouders aan om hun kinderen in te schrijven voor vrijetijdsactiviteiten in de schoolomgeving. 7.5 Bij de inschrijving geven we de ouders een lijstje mee van nuttige websites of wij zetten dit op onze eigen website zodat de kinderen thuis Nederlands kunnen oefenen.
Besluit Deze visietekst dient als kader voor alle stedelijke basisscholen in Aalst. Vanuit de algemene visie en uitgangspunten zijn afspraken ontstaan waar de stedelijke basisscholen zich voor willen engageren. Iedere school en iedere locatie en situatie is uniek. Om deze reden kan iedere school eigen klemtonen leggen met eigen acties die vertrekken vanuit de hierboven opgestelde gemeenschappelijke visie en afspraken. Van de stedelijke scholen wordt verwacht dat ze de uitgevoerde acties op regelmatige basis evalueren en indien nodig hun acties aanpassen aan de situatie en hun schoolpopulatie.
Alle stedelijke basisscholen in Aalst delen de gemeenschappelijke visietekst Taalbeleid 2014: Basisschool De Notelaar Vrijheidstraat 65, 9300 Aalst (Freinetonderwijs) Kleuterschool ’t Ooievaarsnest Kerrebroekstraat 114, 9300 Aalst Kleuterschool De Vlinder Edixvelde 54D, 9320 Nieuwerkerken Basisschool De duizendpoot(jes) Binnenstraat 157, 9300 Aalst Basisschool Erembodegem-Dorp 21, 9320 Erembodegem Kleuterschool De Regenboog Ronsevaaldreef 102, 9320 Erembodegem Basisschool Grote Baan 209, 9310 Herdersem Kleuterschool Damkouterbaan 6, 9308 Gijzegem Basisschool Zijpstraat 49, 9308 Hofstade Basisschool Tinnenhoek Herbergstraat 28, 9310 Moorsel Kleuterschool Klaproosje Oude Gentbaan 34, 9300 Aalst Kleuterschool ’t Krawietelken Hoveniersstraat 86, 9300 Aalst Basisschool Meldert-Dorp 15, 9310 Meldert Bronvermelding http://www.ond.vlaanderen.be/nieuws/2011/doc/talennota_2011.pdf Van den Branden, K. (2004) Taalbeleid: een hefboom voor gelijke onderwijskansen. In: School en Samenleving, 5, pp. 49-66.
Bijlagen: Bijlage 1: Definitie Anderstalige Nieuwkomer Anderstalige nieuwkomers zijn leerlingen in het basisonderwijs die op de datum van hun inschrijving of op 1 september volgend op de inschrijving gelijktijdig aan al de volgende voorwaarden voldoen: 5 jaar of ouder zijn (of ten laatste op 31 december van het lopende schooljaar 5 jaar worden); niet het Nederlands als thuistaal of moedertaal hebben; onvoldoende de onderwijstaal beheersen om met goed gevolg de lessen te kunnen volgen; maximaal 9 maanden ingeschreven zijn in een school met het Nederlands als onderwijstaal (vakantiemaanden juli en augustus niet meegerekend); een nieuwkomer zijn, d.w.z. maximaal één jaar ononderbroken in België verblijven.
Bijlage 2: Visie Talennota 2011 Taal is drager van kennis, en drager van gevoelens en relaties. Taal ordent onze gedachten en onze omgeving. In een omgeving die steeds meertaliger wordt, is die meertaligheid een meerwaarde. Maar zonder gemeenschappelijke taal, in Vlaanderen het Standaardnederlands, is communicatie onmogelijk. Dat moet letterlijk en figuurlijk genomen worden. Een goede/rijke kennis van het Standaardnederlands is dé voorwaarde voor wie in Vlaanderen wil leren, wonen, werken, leven. Wie van elders komt, en geen Standaardnederlands leert, blijft in de beslotenheid van het eigen gezin of de eigen gemeenschap leven, en leeft – in Vlaanderen – buiten Vlaanderen. Taal is een voorwaarde voor én een rem op kansen. Taal zorgt voor ontmoeting en taal zorgt voor segregatie. Ons talenbeleid moet uitsluiting tegengaan en ontmoeting stimuleren, een deficit wegwerken van wie met een achterstand aan de start komt, en maximale kansen geven aan wie voorop kan en wil lopen.
Bijlage 3: Definitie Talensensibilisering Talensensibilisering staat sinds 2004 in het decreet basisonderwijs. Het Centrum voor Taal en Onderwijs geeft de volgende definitie aan talensensibilisering: `Talensensibilisering staat voor het gevoelig maken voor en bewust maken van het bestaan van een veelheid aan talen, en daaraan onderliggend culturen en referentiekaders, in onze wereld en dichterbij, in de eigen schoolomgeving...` (CTenO,2012)