het minderhedenbeleid van de stad aalst
Een toekomst in Aalst
1
een doel Hoewel ons landje wordt beschouwd als “het land van melk en honing”, zijn welvaart en welzijn nog altijd niet toegankelijk voor iedereen.
De stad heeft als lokale overheid de verantwoordelijkheid om de sociale welvaartstaat voor al haar burgers open te stellen. Met het minderhedenbeleid wil de stad de achterstand, achterstelling en uitsluiting van etnisch- culturele minderheden voorkomen en bestrijden.
Een driesporenbeleid van onthaal, opvang en emancipatie biedt hiervoor een oplossing. Het Vlaams minderhedendecreet van 28 april 1998 stelt immers dat etnisch-culturele minderheden als volwaardige burgers moeten kunnen deelnemen aan de Vlaamse samenleving. Zelfs indien zij hier tijdelijk verblijven, dienen zij onthaald, opgevangen en begeleid te worden met respect voor de menselijke waardigheid en de fundamentele mensenrechten.
Het Aalsters minderhedenbeleid wordt gecoördineerd door de dienst Integratie. Aangezien het een inclusief en integraal beleid is, worden andere stadsdiensten bij de uitvoering ervan betrokken. De verschillende maatregelen binnen de diverse beleidsdomeinen moeten met andere woorden “gelijktijdig en gelijkgericht” worden ondernomen. Indien nodig worden specifieke acties en voorzieningen binnen de integratiesector opgezet. 2
wie is wie Ongeveer 2800 Aalstenaars maken deel uit van een etnisch-culturele minderheid. Overeenkomstig het Vlaams decreet “etnisch-culturele minderheden”, behoren zij tot één van de volgende vier categorieën:
allochtonen Allochtonen zijn personen die zich legaal in België bevinden, ongeacht of zij de Belgische nationaliteit hebben, en die tegelijkertijd aan de volgende voorwaarden voldoen: a) minstens één van hun ouders of grootouders is geboren buiten België b) zij bevinden zich in een achterstandspositie vanwege hun etnische afkomst of hun zwakke sociaal-economische situatie. De twee grootste gemeenschappen zijn de Turkse en Maghrebijnse (Marokkaanse, Algerijnse en Tunesische). Zij vertegenwoordigen zowat de helft van de Aalsterse etnisch-culturele minderheden.
3
woonwagenbewoners Woonwagenbewoners zijn personen die een nomadische cultuur hebben, zich legaal in België bevinden en traditioneel in een woonwagen wonen of gewoond hebben. Degenen die met hen samenleven of er in de eerste graad van afstammen, worden tot dezelfde doelgroep gerekend. De meest gekende groep is deze van de Manoesjen. Zij vertoeven al in onze contreien sinds de 15e eeuw. De Aalsterse Manoesj- gemeenschap telt 69 leden. Daarnaast leven er in Aalst ook Voyageurs. Zij zijn geen zigeuners zoals de Manoesjen, maar stammen af van de verpauperde stedelingen die in de eerste helft van de 19e eeuw poogden te overleven door een trekkend bestaan. De Aalsterse Voyageurs zijn echter nog niet in kaart gebracht.
vluchtelingen Vluchtelingen zijn personen die zich in België bevinden en die aan één van de volgende voorwaarden voldoen: a) zij zijn door België als vluchteling erkend op basis van het Internationaal Verdrag betreffende de status van vluchtelingen, ondertekend in Genève op 28 juli 1951; b) zij hebben in België asiel aangevraagd en hun aanvraag werd niet definitief afgewezen (kandidaat-vluchtelingen). De conventie van Genève definieert een vlucheling als een persoon die zich buiten zijn land van herkomst bevindt en die op een gefundeerde basis bevreesd is dat hij in zijn eigen land zal worden vervolgd omwille van zijn ras, godsdienst, nationaliteit, lidmaatschap van een bepaalde sociale groep of politieke opinie. De vluchteling is niet in staat, of niet bereid om de bescherming van zijn eigen land in te roepen.
mensen zonder papieren
4
Tenslotte zijn er vreemdelingen die zich in België bevinden zonder wettig verblijfsstatuut en die wegens hun noodsituatie opvang of bijstand vragen. Zij worden soms als mensen zonder papieren aangeduid. Hun aantal is moeilijk te achterhalen.
5
een onthaalbeleid voor nieuwkomers Nieuwkomers worden omschreven als mensen die maximum één jaar in ons land verblijven. Daarnaast voldoen zij gelijktijdig aan 3 andere voorwaarden: ze zijn meerderjarig, anderstalig en vertonen achterstandskenmerken die kunnen leiden tot permanente kansarmoede. De groep van nieuwkomers valt uiteen in vier categorieën: • Volgmigranten die hun gezin in België vervoegen (gezinshereniging) of die huwen met een persoon die legaal in België verblijft (gezinsvorming) • Kandidaat-vluchtelingen van wie de aanvraag ontvankelijk werd verklaard • Personen erkend als vluchtelingen • Mensen die door regularisatie recht op verblijf hebben verworven De groep van nieuwkomers is dus zeer heterogeen, zowel wat betreft herkomst als sociaal-economische achtergrond, scholingsgraad, leeftijd, enz. Eén ding hebben ze echter gemeen: ze zijn “vreemd” in onze maatschappij waardoor ze de grootste problemen ondervinden inzake communicatie en met het functioneren in onze structuren. De jongste jaren wordt echter steeds meer aandacht besteed aan het onthaal van nieuwkomers zodat zij zelfredzaam zijn in deze maatschappij. Hiervoor staat de gemeente in. De gemeente kan het onthaalbeleid zelf uitvoeren of uitbesteden. De stad heeft voor de tweede optie gekozen. Het onthaal van nieuwkomers wordt verzorgd door vzw Integratiecentrum Kom-Pas. Het onthaalbureau Kom-Pas is daarmee de regisseur van het “primair inburgeringstraject” dat drie stappen omvat: • Aanbod NT2 (Nederlands als tweede taal): de nieuwkomers krijgen een intensief pakket van lessen Nederlands
6
• Maatschappelijke oriëntatie: nieuwkomers krijgen lessen over de organisatie van de maatschappij en de praktische gang van zaken in het dagelijks leven.
• Trajectbegeleiding: elke nieuwkomer wordt opgevolgd en begeleid tijdens zijn zoektocht naar inschakeling in het maatschappelijk gebeuren. Het gaat hierbij om verdere opleiding of tewerkstelling.
Nieuwkomers in het onderwijs Voor kinderen van nieuwkomers is er eveneens een aangepast onthaal. Zowel in het lager als in het secundair onderwijs bestaan er onthaalklassen. Het systeem steunt op twee pijlers: het “taalbad” en de “sociale integratie”. Via het taalbad leren de kinderen gedurende één schooljaar intensief Nederlands waardoor ze kunnen overstappen naar het gewone onderwijs. Sociaal integreren gaat soms veel moeilijker: sommige kinderen bijvoorbeeld, hebben traumatische ervaringen opgedaan of leven in erbarmelijke omstandigheden. Zij krijgen een aangepaste begeleiding
8
onderwijs Elke ouder wenst voor zijn kind een beloftevolle toekomst. Daarbij is het van belang dat het kind een opleiding krijgt, aangepast aan zijn mogelijkheden, die zijn talenten helpt ontwikkelen en tegelijk de zwakkere kanten bijschaaft. Hoe evident dit ook klinkt, toch gaat deze wens voor ouders behorend tot een etnisch-culturele minderheid zelden in vervulling.
feiten • Niet-Belgen zijn oververtegenwoordigd in het beroepsonderwijs (54%) • Het aantal niet-Belgische zittenblijvers is bijna tweemaal zo hoog als de Belgische • In 1999 liep de schoolachterstand van niet-Belgische leerlingen in het secundair onderwijs op tot 90%
doel Het verhogen van de slaagkansen Het verbeteren van de doorstroming naar het secundair onderwijs
vijf initiatieven Schoolopbouwwerk De bedoeling van schoolopbouwwerk is het ondersteunen van de communicatie tussen de ouders en de school. Non-discriminatieoverleg Binnen het non-discriminatieoverleg engageren scholen en de stad zich om voor alle kinderen en jongeren, ongeacht hun etnische herkomst, gelijke onderwijskansen te garanderen. Leerlingenopvolgsysteem Leerlingen worden nauwlettend opgevolgd en georiënteerd naar aangepaste studierichtingen Onthaalklassen voor nieuwkomers Kinderen van nieuwkomers worden ondergebracht in onthaalklassen waar zij gedurende een gans schooljaar intensief Nederlands krijgen. Onderwijsvoorrangsbeleid Scholen met een groot aantal allochtone leerlingen kunnen een beroep doen op aanvullende lestijden, begeleiding en ondersteuning.
10
cultuur & religie moslims in aalst Bijna de helft van de minderheden in Aalst is moslim. Hoewel hun godsdienst in ons land erkend is, zijn er knelpunten die de volledige beleving ervan in de weg staan. De islam in België krijgt immers niet dezelfde steun als de katholieke, protestantse en joodse erediensten. Bovendien zijn islam en moslims dikwijls onderhevig aan negatieve beeldvorming en discriminatie. De islam wordt vaak ten onrechte geassocieerd met fundamentalisme. De moslimverenigingen zijn van uitermate groot belang voor het integratieproces. Zij vormen immers de basis voor emancipatie. Daarnaast zijn zij een gesprekspartner voor de overheid en de organisaties die met hen samenwerken. In tegenstelling tot de moskeeën in de islamitische wereld, zijn die in West-Europa multifunctioneel: de moskee is hier niet alleen een gebedsplaats, maar ook een ontmoetingsruimte, een startplaats voor sociale en culturele activiteiten, enz. Het is dan ook erg belangrijk dat deze organisaties worden gestimuleerd en gesteund, niet enkel als religieuze, maar eerder als socio-culturele verenigingen.
woonwagenbewoners De kern van het leven van woonwagenbewoners is de familie. Met deze grote groep trekken zij rond. Ongebondenheid aan tijd en ruimte zijn hiervan het gevolg. Ook in het beleven van cultuur en godsdienst zijn zij heel flexibel. Binnen éénzelfde gemeenschap of zelfs gezin, komt het voor dat sommigen katholiek zijn en anderen protestant.
doel Het scheppen van mogelijkheden waardoor etnisch-culturele minderheden hun eigen cultuur en religie ten volle kunnen beleven. 11