visie Landschap in Beeld
Giessen Linge Zouwe
Integraal landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik Maart 2011
Colofon Opdrachtgevers Gemeente Giessenlanden Groenweg 33 4223 ME Hoornaar T. 0183-58 38 38 Contactpersoon: Mevr. Elly Schep Gemeente Leerdam Dokter Reilighplein 1 4141 DA Leerdam T. 0345-63 63 63 Contactpersoon: Mevr. Hilda Schefferlie Gemeente Zederik Prinses Marijkeweg 1 4231 BP Meerkerk T. 0183-35 65 00
Opdrachtnemer: Brons + partners landschapsarchitecten bv Everwijnstraat 9 4101 CE Culemborg T. 0345-534 765 F. 0345-534 736 E.
[email protected] W. www.bronsenpartners.nl Contactpersoon: ir. Ellen Wilms Projectnummer: 816 Landschap in Beeld Giessen, Linge, Zouwe Copyright: Brons + partners landschapsarchitecten bv, 2011 Maart 2011 Fotografie: Brons + partners landschapsarchitecten bv
Contactpersoon: Dhr. Gert-Jan Hanning
Foto omslag: Langs de Bovenkerkseweg, afslag Kooiweg in Giessenburg Fotowedstrijd, ingezonden door Tom Schreuders
2
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Brons + partners landschapsarchitecten bv
Inhoud 8 Landschapsvisie
4
9 Visie op deelgebieden
8
10
11
visie op thema’s
12
10.1
overgangen kernen-buitengebied
14
10.2
bebouwingslinten
24
10.3
agrarische ontwikkelingen op erven
40
10.4 Paard en landschap
46
10.5 Gebiedseigen beplantingen
48
10.6
52
recreatief medegebruik
10.7 Nieuwe landgoederen
56
10.8 Natuur
62
10.9
66
Inpassing infrastructuur
Uitvoeringsparagraaf
68
11.1 Algemene aanbevelingen
70
11.2 Overzichtstabel projecten
72
11.3 Subsidieregelingen
82
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
3
8
Landschapsvisie
4
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Brons + partners landschapsarchitecten bv
Inleiding
Problematiek en opgaven
Voor u ligt het visierapport ‘ Landschap in Beeld’ van het intergemeentelijk landschapskader van de gemeenten Giessenlanden, Leerdam en Zederik. Dit rapport geeft een visie op de gewenste en ongewenste ontwikkelingen in het buitengebied van de drie gemeenten. Deze visie vormt een vervolg op het inventarisatie en analyse rapport, waarin de bestaande landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten zijn toegelicht. Ook zijn in het voorgaande rapport diverse thema’s, die spelen in het buitengebied nader onderzocht. De analyse vormt de basis voor de visie en geeft belangrijke achtergrondinformatie bij de deelgebieden en de thema’s, die in deze visie zijn uitgewerkt.
Hoewel het gebied nog zeker de sterke landelijke en agrarische uitstraling heeft dienen zich toch nieuwe ontwikkelingen aan, die nu om een visie vragen. Indien deze ontwikkelingen op grote schaal toenemen tasten zij de karakteristiek van het gebied aan. Het is daarom nu van belang richtlijnen en inspirerende streefbeelden op te stellen, zodat deze ontwikkelingen bewust aangestuurd kunnen worden op versterking van de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit.
Terugblik analyse Uit de analyse van het landschap van Giessenlanden, Leerdam en Zederik blijkt dat het buitengebied van de drie gemeenten een zeer fraai landschap biedt met nog vele kwaliteiten, die bijdragen aan de kenmerken van het Nationaal landschap het Groene Hart. De openheid en het veenweidelandschap zijn kenmerkend, met daarin de vele bebouwingslinten. De stroomruggen van de Lek en de Linge vormen de meer verdichte gebieden. De Giessen neemt hierin een tussenpositie in. Langs de rivieren en langs de Zouwe liggen de meeste natuurwaarden, deze liggen echter ook verspreid in het gebied. Het gebied kent een zeer groot aantal verspreide landschapselementen, zoals knotwilgen en elzensingels langs de kavelgrenzen in de Alblasserwaard en hakhoutbosjes, grienden en boomgaarden in de Vijfheerenlanden. Het gebied is hier uniek om.
Denk hierbij aan ontwikkelingen in de agrarische sector richting schaalvergroting, bedrijfsbeëindiging en vrijkomende agrarische bebouwing (bekende VAB’s) of verbreding. Soms is er sprake van een schaalsprong in de bebouwing of juist verrommeling door de nevenfuncties op en rond het erf. De inrichting wijkt soms af van het oorspronkelijke grondgebruik en kent allerlei gebiedsvreemde elementen, zoals hekken, paaltjes, verlichting, opslag, verharding, etc. Deze elementen veroorzaken verrommeling en komen zowel voor op particuliere terreinen als ook in de openbare ruimte bijvoorbeeld langs wegen. In de linten zien we door de jaren heen de bebouwing toenemen, waardoor linten aan elkaar groeien en de kenmerkende uitzichten op het achterland verdwijnen. Nieuwe woonbebouwing neemt niet altijd de stijl aan van het landelijk gebied en kan daardoor storend zijn. Ook de kernen zijn de afgelopen decennia gegroeid met woonbebouwing en bedrijventerreinen. Vele overgangen komen heel natuurlijk over, er zijn echter ook knelpunten geconstateerd in de vorm van zeer harde opvallende randen of juist rommelige randen en grootschalige, opvallende bedrijventerreinen. Daarnaast zullen er in de toekomst ook nieuwe woninguitbreidingen
plaats vinden binnen de (strakke) rode contouren. Ook is een nieuw bedrijventerrein gepland ten westen van Schelluinen als onderdeel van de Merwedezone. Zowel de bestaande knelpunten als de nieuwe situaties vragen om een visie op een goede overgang en een ontwerp dat past bij dit landschap. Tevens zal de provincie de inhoudsmaat voor nieuwe woningen in het buitengebied loslaten. Landschaps- en cultuurhistorische waarden, zoals beplanting en verkavelingspatronen staan vaak onder druk van de bedrijfsvoering en vragen om meer aandacht en een krachtig beleid voor behoud van deze waarden. Voor de natuur liggen er grote opgaven in de aangewezen Natura 2000 zones en het realiseren van ecologische verbindingszones tussen de verschillende natuurgebieden in. Daarnaast loopt door het gebied tevens de Groene Ruggengraat, welke verder uitgewerkt dient te worden. In recreatief opzicht is er behoefte de recreatieve medegebruiksmogelijkheden verder te versterken en meer als een samenhangend netwerk te ontwikkelen. Daarmee wordt tevens een impuls gegeven aan de recreatie en toerisme sector.
Doel en status Het ILK vormt een streefbeeld en inspirerend kader bij ontwikkelingen in het landschap. Het ILK kan gezien worden als een compagnon van de welstandsnota’s, maar heeft een minder bindend karakter. De gemeenten willen rekening houden met de plaatselijke omstandigheden.
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
5
Kernkwaliteiten Groene Hart
Nationaal
Landschap
Uitgangspunt bij de visie zijn het behoud en de versterking van de kernkwaliteiten van het Nationaal landschap het Groene Hart. Deze betreffen: • het zeer open landschap; • de strokenverkaveling met hoog percentage water-land en • het veenweidekarakter.
Algemene doelstellingen landschapskader Gezien de huidige kwaliteiten van het landschap en de bovenbeschreven problematiek en opgaven is gekozen voor de volgende doelstellingen voor het buitengebied voor de komende 10 jaar tot 2020: • Behouden en versterken van de verschillen tussen de landschapstypen van de uiterwaarden en stroomruggen van Lek en Linge en van de polders van de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. • Het behouden van de agrarische identiteit (open veenweidelandschap en fruitteelt); bieden van toekomstmogelijkheden en alternatieven aan de agrarische sector. • Behouden en versterken van archeologische, cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten. • Optimaliseren van het beheer en de verbindingen tussen de natuurgebieden. • Het behouden van de ruimtelijke kwaliteit van de bebouwingslinten, randvoorwaarden stellen aan ontwikkelingen. • Streven naar kwalitatieve overgangen tussen de kernen en het buitengebied, knelpunten verbeteren. • Het versterken van de recreatieve gebruiksmogelijkheden en de samenhang van het recreatieve netwerk. 6
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Als gevolg van de crisis en de daaruit volgende politieke en economische ontwikkelingen zijn tijdens het planproces bepaalde ambities ingehaald, zoals van de EHS. De gemeenten stellen zich volgend op ten opzichte van het veranderende beleid van het rijk en de provincie.
Landschapsvisie
Kaart landschapvisie De belangrijkste doelstellingen voor het buitengebied zijn in de kaart landschapsvisie samengevat. Deze kaart gaat zowel in op de landschapstypen als de diverse kwalitatieve kenmerken en structuren. De toelichting op de visie is uitgewerkt naar diverse thema’s, die ook in de analyse aan de orde zijn gekomen. Thema’s 1. Overgangen kernen - buitengebied 2. Bebouwingslinten 3. Agrarische ontwikkelingen op erven 4. Paard en landschap 5. Gebiedseigen beplantingen 6. Recreatief medegebruik 7. Nieuwe landgoederen 8. Natuur 9. Inpassing infrastructuur Gebieden Per deelgebied zijn de doelstellingen nader gespecificeerd naar de gebiedseigen gewenste kwaliteiten en ontwikkelingen. Deze volgen op de eerder beschreven kwaliteiten en de problematiek en opgave per deelgebied. • • • •
Stroomruggen en uiterwaarden Lek Alblasserwaard Noord / Giessen / oost-west Vijfheerenlanden Noord/Zuid / Diefdijk Stroomruggen en uiterwaarden Linge Brons + partners landschapsarchitecten bv
7
9
visie op deelgebieden
8
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Brons + partners landschapsarchitecten bv
Vijfheerenlanden
Alblasserwaard
Visie op deelgebieden Het plangebied, gelegen in het oosten van de Alblasserwaard en in het zuiden van de Vijfheerenlanden vormt in haar geheel een overgangsgebied van het veenweidegebied naar het rivierenlandschap. Hierin zijn verschillende deelgebieden te onderscheiden met ieder hun eigen kenmerken. De visie gaat uit van het versterken van de gebiedseigen kenmerken van ieder gebied. In de analyse is de identiteit van elk gebied toegelicht in paragraaf 3.2 Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
9
Lekzone
Visie Lekzone • Behouden van de afwisseling buitendijks tussen een natuurlijk landschap en een cultuurhistorisch landschap. • Behouden van het half dichte karakter en de royale erven op de stroomruggen. (Nieuwe) bebouwing zorgvuldig begeleiden met beplanting. Te grote niet grond gebonden bedrijven op den duur uitplaatsen. • Versterken van de recreatieve mogelijkheden van voorzieningen en het recreatief medegebruik op en langs de stroomruggen, landinwaarts en ook in de uiterwaarden. • Versterken van de binding tussen Lexmond en de Lek. • Landschappelijke randvoorwaarden stellen bij dijkverzwaring van de Lekdijk. • Verkeersproblemen op lokale dijken en wegen via integrale planontwikkeling oplossen. • Een deel van de buitendijkse gronden is in concept aangewezen als Natura 2000 gebied. Bij het opstellen van het beheerplan dient de visie van het ILK (o.a. ten aanzien van recreatieve ontsluiting) een rol te spelen. 10
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Polde rs
A m ei d
e, Mid d el b r o en N o ek ordzij de
Omgevin
g Giesse
n
Visie Alblasserwaard • Behouden en versterken van het open waterrijke veenweidelandschap met de Middeleeuwse regelmatige copeontginning, slagenverkaveling en slotenpatronen. • Behouden van de kronkelende veenrivier de Giessen en de onderliggende stroomrug bij Broek als structurerende ontginningslijnen. • Behouden van de verhoogde ligging op donken van Hoogblokland, Hoornaar en Noordeloos. • Behouden en aanvullen van kenmerkende beplantingen op bestaande patronen, zoals erfbeplantingen, knotbomen langs kavelgrenzen, elzen langs achterkades of wegen, hovelingen, huftbosjes en eendenkooien. Project “Groene linten”. • Behouden van open ruimtes tussen en in de linten. Behouden van het verschil tussen het noordelijk deel, waar weinig bebouwing aanwezig is en het zuidelijke deel waar meer lintbebouwingen zijn.
• Behouden openbare oevers langs de Giessen. • Behouden onbebouwde en natuurlijke oevers langs de Giessen. • Gebiedseigen beplantingspatronen in de omgeving van de A27 en Betuwelijn versterken met behoud van grote open ruimten. • De Groene Ruggengraat nader ontwerpen met behoud van kavelpatronen en gebruik makend van kenmerkende beplantingstypen. • Uitbreiden recreatieve voorzieningen. Goed inpassen recreatieve voorzieningen, zoals campings met witte stacaravans in de winter. Ook inpassen van parkeerplaatsen bij o.a. maneges is gewenst.
Brons + partners landschapsarchitecten bv
Zouwe ,
Nieuw
Achtho
land en
ven en
Achter
•
Laker v
eld
dijk
•
•
Hei- en
Boeicop
en Midd
elkoop
•
•
Diefdijk
Visie Vijfheerenlanden • Behouden en versterken van het open tot half open waterrijke weidelandschap, dat de overgang vormt naar het rivierengebied met de Middeleeuwse regelmatige copeontginning, slagenverkaveling en slotenpatronen. • Behouden en versterken van boomgaarden, die de onderliggende stroomrug tussen Meerkerk en Schoonrewoerd accentueren. • Behouden en versterken van de mozaïekvormige natte blokvormige landschapselementen van grienden, rietvelden
• •
•
•
•
en bossen langs de Zouweboezem, in de polders Achthoven en Lakerveld, in de polders Neder- en Over Heicop en Boeicop,en langs de Diefdijk. Behouden en aanvullen van kenmerkende beplantingen op bestaande patronen, zoals erfbeplantingen, knotbomen langs kavelgrenzen, populieren langs wegen en het Merwedekanaal, hovelingen van knotwilgen en huftbosjes. Voortzetten project “Groene bebouwingslinten” van LBZH. Behouden van het verschil tussen het noordelijk deel met mozaïekvormige beplantingen en het zuidelijk deel, waarde beplantingen vooral gekoppeld zijn aan de linten en wegen. Behouden van open ruimtes tussen en in de linten. Behouden kwaliteit bebouwingslinten. Integrale planvorming voor stedelijke uitbreiding Leerdam met een goede overgang naar en gebruik makend van het landschap. Uitwerken landgoedconcepten weerszijden Leerdam. Momenteel is de landgoedontwikkeling ten westen van Leerdam actueel. Bij verbreding A27 landschap aan weerszijden van de weg zoveel mogelijk laten doorlopen. Project ‘Dijkversterking Diefdijk’ van Waterschap, integraal aanpakken met diverse partijen met behoud en versterking van landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden als belangrijke randvoorwaarden. In het gebied heeft het Zuid Hollands Landschap veel gronden in bezit en zij wil de grondpositie ook uitbreiden. Ook een deel van de gronden langs de Zouwe boezem en de Diefdijk zijn in concept als Natura 2000 gebied aangewezen. Verkeersproblemen op lokale dijken en wegen via integrale planontwikkeling oplossen.
Lingez one
Visie Lingezone • Behouden van de kleinschalige afwisseling buitendijks tussen een natuurlijk landschap en een cultuurhistorisch landschap, geen bebouwing. • Behouden van het half dichte kleinschalige karakter van de stroomruggen met een goede balans tussen bebouwing en beplanting. (Nieuwe) bebouwing zorgvuldig begeleiden met beplanting (o.a. boomgaarden). • Versterken van de recreatieve mogelijkheden van voorzieningen en het recreatief medegebruik op en langs de stroomruggen, landinwaarts en ook in de uiterwaarden (geen bebouwing). • Een deel van het Lingegebied is in concept aangewezen als Natura 2000 gebied. Bij het opstellen van het beheerplan dient het ILK een rol te spelen.
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
11
10
visie op thema’s
12
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Brons + partners landschapsarchitecten bv
Inleiding In het buitengebied speelt een groot aantal ontwikkelingen. Deze zijn gebonden aan de functies die het buitengebied vervult. Langzaam aan zien we naast de agrarische functie ook behoefte aan andere functies in het buitengebied, zoals bijvoorbeeld landelijk wonen, recreatie, natuur, bedrijvigheid en infrastructuur. De thema’s gaan nader in op deze ontwikkelingen en geven aan waar en op welke wijze deze gewenst of ongewenst zijn. Eerst wordt ingegaan op de raakvlakken van bebouwing met het buitengebied vanuit de kernen en de linten (10.1 en 10.2). Vervolgens komen de ontwikkelingen in de agrarische sector op en rond de erven aan bod en de combinatie paard en landschap (10.3 en 10.4). De gebiedseigen beplantingen nemen een eigen plek in (10.5). Tot slot worden vier thema’s toegelicht die het hele plangebied betreffen, namelijk recreatief medegebruik (10.6) en nieuwe landgoederen (10.7), de inpassing van infrastructuur (10.8) en natuurontwikkeling (10.9).
Nieuwe ontwikkelingen leiden tot contrasten.
fotowedstrijd, ingezonden door C.J. Boer Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
13
10.1 Visie overgang kernen-buitengebied Typering overgang kernen
Visie
In de analyse zijn diverse overgangen van de kernen naar het buitengebied beschreven en getypeerd. Zij hebben ieder hun sterke en zwakke kanten.
Zorgvuldige aandacht voor de ruimtelijke kwaliteit van de bebouwingsranden is een noodzaak om het groene karakter van het buitengebied te waarborgen. Het is interessant dat elke kern herkenbaar is vanuit haar eigen specifieke historische opbouw en gegroeide verschijningsvorm. Elke kern kent daarbij haar eigen randen, silhouet en herkenningspunten. Een combinatie met beplanting wordt in de regel als prettig ervaren.
Deze visie is opgesplitst in een algemene visie en een visie voor iedere overgang. Voor een aantal kernen zijn in deze paragraaf aanbevelingen opgenomen ter verbetering van de overgang.
Ruimtelijke kwaliteit bebouwingsranden De kernen in het plangebied liggen in een vrij open landschap. De bebouwingsranden vallen daardoor al van verre op. Nieuwe en grootschalige ontwikkelen liggen vaak storend aan de rand van de kern. Beplanting ontbreekt vaak of moet nog groeien. Bij nieuwbouwwijken zien we in de regel een meer uitgesproken beeldtaal en een feller kleurgebruik dan in de oudere woonwijken. Hierdoor vallen deze wijken erg op. Bedrijfsgebouwen en/of bedrijventerreinen vallen door hun omvang en lichte kleurgebruik vaak erg op. Een concentratie van bedrijfsgebouwen is in de regel efficiënter in te passen dan verspreid liggende bedrijven.
14
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Algemene aanbevelingen voor ruimtelijke kwaliteit bebouwingsranden Deze aanbevelingen hebben zowel betrekking op bestaande als nieuwe randen, en versterking van de (landschappelijke) kwaliteiten van het plangebied.
Herkenbaar dorpsilhouet Houd het karakter van een dorp en het dorpssilhouet herkenbaar en houd zichtlijnen op de kerktoren, molens en andere waardevolle elementen open.
Brons + partners landschapsarchitecten bv
Beleving vanaf de weg Houd rekening met de beleving vanaf de weg. Door het vrij open landschap is soms ook vanaf verre afstand zicht op de bebouwingsrand.
Ruimte voor groen Reserveer (bij nieuwbouwwijken) ruimte voor groen in de randen. Hanteer voldoende afstand tussen de gebouwen en het buitengebied, waardoor er ruimte is voor groen en tuinen. Stel krappe rode contouren eventueel aan de orde.
Kleurgebruik Kies voor een sober kleurgebruik, zoals donkergroen en grijs wanneer bebouwing niet achter beplanting verscholen gaat. Het gebruik van felle kleuren en witte tinten is vaak te opvallend.
Bebouwing sluit aan op patroon landschap Integreer de opzet van de bebouwing in het patroon van het landschap. Laat het ritme en de situering van nieuwe gebouwen, of zelfs nieuwe woonwijken aan sluiten bij het ritme van de verkaveling en de karakteristieke structuren van het landschap. Integreer bestaande sloten- en beplantingspatronen.
Samenspel tussen bebouwing en beplanting Ontwerp een samenspel tussen bebouwing en beplanting. Dit betekent maatwerk per situatie en een bewuste keuze van wel of geen beplanting. Denk ook aan uitzicht vanuit de huizen op het landschap als kwaliteit. De bebouwing mag ook herkenbaar blijven.
slagenlandschap
Rommelige overgangen Rommelige overgangen vragen om een herinrichting. Is deze optie niet mogelijk, dan verdient het aanbeveling de rommelige overgang zo veel mogelijk aan het zicht te onttrekken door de aanleg van een groenzone. Deze groenzone kan op allerlei manieren worden uitgewerkt. Let hierbij wel op het patroon van het landschap en laat het patroon van de verrommeling los. Denk bijvoorbeeld aan wegbeplanting, kavelgrensbeplanting en/of een boomgaard. Kies hier voor streekeigen beplanting. De herinrichting wordt voorafgegaan door een goed inrichtingsplan en beeldkwaliteitplan.
Streekeigen beplanting Maak gebruik van streekeigen beplanting.
oeverwallenlandschap
Hoofdmassa volgt verkaveling Laat in het slagenlandschap (veenweide) de hoofdmassa met de lengterichting mee lopen en maak gebruik van de lange smalle verkavelingsstructuren. Laat op de oeverwal de hoofdmassa mee buigen met de meer organische vormen van bijvoorbeeld het water of de dijk.
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
15
Aanbevelingen voor typen bebouwingsranden Op deze en de volgende pagina staan enkele kernen weergegeven. Met een cirkel zijn de overgangen weergegeven welke om aandacht vragen. Bij de overige kernen zijn geen knelpunten aangetroffen. Voorgevels bebouwing Achtergevels en achtertuinen Geleidelijke overgang Groene overgang Bedrijventerrein - buitengebied
Ameide, de oostkant
Arkel
Bovenste zal worden opgelost door ontwikkeling van een woon-zorg complex. Onderste zou wegbeplanting aangelegd kunnen worden of een smalle strook van het aangrenzend agrarische gebied groen inrichten.
Het bedrijventerrein valt erg op, evenals de spoorlijn.
Lexmond
Giessenburg
Hoogblokland
De zuid-westelijke entree van Lexmond is nauwelijks als zodanig herkenbaar en de boerderij, die hier ligt, biedt een verrommelde aanblik. Laanbeplanting en een goede erfbeplanting worden hier gemist.
Een duidelijke overgang tussen het lint en de kern mist hier. Verstedelijking van de oevers buiten de kern beperken. Inzetten op behoud van natuurvriendelijke oevers langs de Giessen
Zicht op een scherpe rand van gevels en achtertuinen. Groen mist hier.
Uitbreidingsruimte kern Aandachtspunt Aandachtspunt waar verbetering zal gaan optreden
16
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Brons + partners landschapsarchitecten bv
Leerbroek
Leerdam
Pas op dat het lint hier niet te veel een eigen beeldkwaliteit ontwikkelt en bebouwing ver van de weg af komt te liggen.
De rand zal worden verbeterd door ontwikkeling van een woon-zorg complex.
Leerdam west kent een rommelige overgang. Vele bebouwingen en beplantingen geven hier een storend beeld. Via de realisatie van de nieuwe wijk Broekgraaf, met aan de westzijde een ecologische zone wordt dit beeld verbeterd. Langs de noordzijde veroorzaken grote gebouwen een storend beeld
Meerkerk
Nieuwland
Schelluinen
Het bedrijventerrein valt erg op.
Het bedrijventerrein valt erg op.
De entree van Schelluinen wordt gedomineerd door bedrijven. Een duidelijke grens tussen bedrijven en de kern mist.
Hoornaar
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
17
1 Voorgevels bebouwing
Representatief karakter Voorgevels bieden mogelijkheden voor een representatief karakter, let wel op dat niet te opvallend wordt. Groen langs de weg Een bomenrij of groenstrook langs de weg kan de scherpe overgang tussen bebouwing en het buitengebied verzachten.
Westrand van Leerdam: een te scherpe en harde overgang tussen dichte bebouwing en open gebied, het kleurgebruik van de bebouwing is daarbij ook erg opvallend.
Kleurgebruik Gebruik voor de bebouwing onopvallende kleuren, zoals donkergroen, bruin en grijs. Het gebruik van felle kleuren en witte tinten valt op in het landschap, gebruik het daarom minimaal. Ontneem auto’s uit het zicht Tussen de bebouwing en het buitengebied ligt vaak een weg, waarlangs auto’s parkeren. De auto’s vallen door de verscheidenheid aan kleuren en de weerkaatsing van het licht erg op. Laat deze auto’s, gezien vanuit het landschap, schuil gaan achter een aan te leggen haag of bijvoorbeeld een brede rietstrook.
2 Achtergevels en achtertuinen
Rommelige achterkant Wanneer er veel onderling verschil is tussen de gebouwen en de tuinen met diverse tuininrichting, bijvoorbeeld in maat, schaal en kleurgebruik, oogt dit onrustig. Ritme in bebouwing Breng een duidelijk ritme in bebouwing aan, dit geeft een rustig beeld. Eenheid in groen Laat de verschillenden tuinen schuil gaan achter groen. Enige eenheid in het groen brengt rust in het aanzicht. Ruim groen Bij een grote onderlinge afstand tussen bebouwing in de randen is er meer ruimte voor groen, waardoor de rand organisch en vriendelijk oogt.
Oostrand van Nieuwland: een scherpe overgang tussen dichte bebouwing en open gebied, verzacht door een bomenrij. Variatie in bebouwing en zicht op kerk geeft organisch geheel. 18
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Brons + partners landschapsarchitecten bv
Rommelige achtertuinen Vele soorten bebouwingen/tuininrichting en weinig groen zorgen dat deze dorpsrand ‘hard’ overkomt.
Ritme in bebouwing Het ritme van de bebouwing geeft een rustig beeld, evenals de groene haag (beplanting) waarachter tuinelementen schuil gaan.
Groene achtertuinen Bebouwing staat op enige afstand van elkaar. Veel groen door ruime zij- en achtertuinen. De weg leidt naar de kern met de kerk.
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
19
3 Geleidelijke overgang
4 Groene overgang
Voorkom aan elkaar groeien Voorkom dat de kern en het bebouwingslint aan elkaar groeien door verdichting.
Landschap Een groene overgang kan mensen uit de kern kennis laten maken met het landschap en haar natuurlijke en /of historisch waarden.
Open ruimtes Behoud de open ruimtes tussen de bebouwingen en daarbij het zicht op het achterliggende landschap of de kern.
Agr
aris c
Duidelijke overgang Creëer een duidelijke overgang van de (kleinere) erven met een vrij stedelijke karakter dicht op de kern gelegen, naar (grote) groene agrarische erven verder van de kern afgelegen.
h
Stedelijk De geleidelijke overgang is een veelvoorkomende natuurlijke overgang. De kern loopt via het bebouwingslint geleidelijk over in het agrarisch buitengebied.
20
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Contrasteren De bebouwing van de kern en van het lint mogen contrasteren. Hierdoor ontstaat een heldere overgang. Kies in het lint voor traditionele bouw, in de kern kan worden gekozen voor moderne bouw met meer diversiteit in richtingen, materialen en kleuren. Beeldkwaliteit Wanneer bebouwing dicht op elkaar is gelegen is meer aandacht voor de beeldkwaliteit wenselijk. Rommelige buitenopslag rondom de gebouwen dient verscholen te gaan achter groen.
Verschillende functies Zorg voor een goed beheerde groenzone, waarin verschillende functies samenkomen. Combineer de groene structuur met recreatie (wandelroute, speelveldje) en/of natuurontwikkeling. Deze functies zouden ook tot uiting kunnen komen in de vorm van een landgoed. Streekeigen beplanting Kies voor streekeigen beplantingen die aansluiten bij het patroon en de karakteristiek van het landschap. In het veenweidegebied past kavelgrensbeplanting (rijen van knotwilgen en elzen, pluksgewijs populieren) en wegbeplanting (essen, eiken en populieren). In het oeverwallenlandschap past een dichtere structuur van bossages (grienden en geriefhoutbosjes), afgewisseld met houtsingels, hagen en natuurlijke graslanden. Een (hoogstam) boomgaard met oud Hollandse rassen is ook een optie. Zicht op de kerk Behoud het zicht op de kerk.
Brons + partners landschapsarchitecten bv
5 Dijk als scheiding
6
Water als scheiding
Landschappelijke grens De dijk vormt een fraaie landschappelijke grens.
Natuurlijke begrenzing Het water vormt een fraaie ‘natuurlijke begrenzing’.
Zicht van boven af Er dient rekening te worden gehouden met een zicht van boven af. Er is niet alleen zicht op de voor-, zij- en/of achterkant van de bebouwing, maar ook vanaf de dijk. Dit vraagt om extra aandacht voor beeldkwaliteit. Voorkom het gebruik van abrupte platte daken en een rommelig beeld van hekken, schuurtjes, etc.
Ruimte voor groen Laat zo mogelijk ruimte over voor openbaar toegankelijke oevers of plekken met natuurlijke bermen, rietkragen of beplantingen.
Laat de bebouwing het patroon van het landschap volgen.
Vrij zicht op achterzijde bebouwing Over het water is vrij zicht op de achterzijde van de bebouwing. Voorkom verrommeling van dit karakteristieke beeld door duidelijk richtlijnen te geven voor bijvoorbeeld het uitbouwen met een serre, schuurtje of het plaatsen van een dakkapel. Wellicht kunnen extra richtlijnen worden opgenomen in welstandsnota. Kleurgebruik Verzacht een harde bebouwingsrand door bijvoorbeeld het kleurgebruik aan te passen. donkere kleuren vallen veel minder op dan felle en witte tinten. Contrasteren Verzacht het zicht op de bebouwing met een groenstrook, natuurvriendelijke oevers met brede rietkragen of een bomenrij aan de niet bebouwde zijde van het water. Het contrast tussen een bebouwde en groene rand langs het water kan ook waardevol zijn.
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
21
7
Infrastructuur als scheiding
Scheiding tussen kern en landschap Laat infrastructuur een duidelijke scheiding zijn tussen de kern en het landschap. Probeer de patronen van het landschap onder deze lijnen door te laten lopen en te versterken. Beplanting Vanuit de kern is het wenselijk grootschalige infrastructuur achter groen te verbergen. Kies hierbij forse beplantingen als tegenhanger van de grootschalige infrastructuur. Vanuit het landschap gezien mag de infrastructuur verzacht worden met groen. Overweeg wel of hier het zicht vanuit de infrastructuur op het landschap niet geheel verloren gaat.
fotowedstrijd, ingezonden door Petra van Wijk
22
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Brons + partners landschapsarchitecten bv
8
Bedrijventerrein
Ontwerp en geleed de gebouwen, het geheel is erg druk door de vele vormen en kleuren. Beplanting Beplanting kan de aanblik van grote bedrijven, blinde muren en een veelheid aan vormen en buitenopslag verzachten. Ontwerp van de gebouwen Grote bedrijven en bedrijventerreinen hoeven niet geheel weggestopt te worden achter een brede groenrand. Het bedrijf mag gedeeltelijk zichtbaar en herkenbaar zijn, dit vraagt echter wel om een goede architectuur van de gebouwen. Het is wenselijk om grote wanden te geleden. Een ontwerp op maat kan inspelen op de specifieke situatie.
Gebruik beplanting voor een goede en rustige overgang naar het landschap. Het gebouw mag wel herkenbaar zijn.
Grootschalige beplanting De maat van de beplanting dient te passen bij de schaal van de gebouwen en het landschap. Enkele grote vormen werken vaak beter dan vele kleine elementen. Totaal ontwerp Er dient een goed inrichtingsplan te worden opgesteld waarin aandacht is besteed aan de combinatie van de beeldkwaliteit van bebouwing en beplanting.
Leerdammer kaasfabriek te Schoonrewoerd. De fabriek valt weg achter beplanting.
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
23
10.2 visie Bebouwingslinten In de analyse (pagina 51) is een onderscheid gemaakt in diverse linten, gebaseerd op de ligging, ontstaansgeschiedenis en kenmerkende structuren en elementen. In de visie is ervoor gekozen de verschillende linten met overeenkomsten te groeperen. De gekozen indeling is (zie ook nevenstaande kaart): • Dijklinten van de Lek, de Linge en de Diefdijk • Polderlinten in de Vijfheerenlanden en de Alblasserwaard • Bebouwingslint langs de Giessen • Ruilverkavelingslinten In deze visie worden er randvoorwaarden gegeven op welke wijze er omgegaan moet worden met de door de provincie losgelaten inhoudsmaat van 650m3 voor nieuwe woningen in het buitengebied.
Algemene randvoorwaarden inhoudsmaat en linten • • • • •
• • • • • • • 24
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Sluit aan op de, zoals in de analyse omschreven, kenmerken van de omgeving; inhoudsmaat van bebouwing aansluiten op die van de omgeving (veelal tussen 750 - 1000 m3); nieuwe woning dient te passen bij de grootte van de kavel; zorg dragen voor een groene erfinrichting, grotere bouwvolumes vragen veelal om meer beplanting; zorg dragen voor de richting waarin een gebouw wordt geplaatst. Een in de lengterichting (van de weg af naar achteren) geplaatste woning kent een betere landschappelijke inpassing; zorg dragen voor hoogte van bebouwing. Een lager en langer gebouw is landschappelijk beter dan een korter en hoger gebouw; gebruik bij nieuwbouw een landelijke huisstijl (boerderij of landhuisstijl, een type woning die niet in de kern thuis hoort); gebruik geen aluminium daklijsten/dakplinten in het buitengebied; gebruik geen geglazuurde dakpannen die afsteken tegen de openheid en de rust; bouw in de stijl van de omgeving (bijvoorbeeld boerderijstijl bij boerderijen en karakteristieke woningen langs de Lek). bouw in aansluiting op de stijl van andere opstallen op het erf; behoud eenzijdige bebouwingslinten, tenzij uitbreiding nodig is voor de landbouw. Brons + partners landschapsarchitecten bv
Kortenhoven
Achthoven
Tienhoven
Hei- en boeicop
Zouwendijk
Overboeicop
Lakerveld
Overheicop Hoogeind Weverwijk
Noordeloos
Nieuwland
Ko rtg ere ch t
Broek
Diefdijk
Geer
Leerbroek/Recht van ter Leede Loosdorp
Bazeldijk Achterdijk Overslingeland Molenweg-Heideweg
Giessenburg
Oosterwijk
Pinkeveer-Hoornaar
Rietveld Schelluinen
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
25
26
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Brons + partners landschapsarchitecten bv
A Dijklinten Lek, Linge en Diefdijk Drie dijkstructuren In het plangebied zijn drie sterke dijkstructuren aanwezig, de dijk van de Lek, van de Linge en de Diefdijk. Groot verschil tussen deze dijken is dat de Diefdijk nu geen waterkerende functie meer heeft, terwijl de dijken langs de Lek en de Linge een waterkerende functie hebben langs de rivier.
Visie Door de hoge ligging van de dijken is er ver zicht op de binnendijkse polders en buitendijkse uiterwaarden. Door de ligging van de bebouwing, in de teen van de dijk, en de veelal aanwezige beplanting rond de erven
ogen de erven compact en vallen weg tegenover het weidse zicht. Er zijn veel historisch waardevolle boerderijen gegroeid, die wat betreft schaal en maat passen in het landschap. Ontwikkeling van nieuwe bebouwing moet passen binnen de ligging t.o.v. de dijk en de geldende maat en schaal. Kenmerkende elementen zijn meidoornhagen, kleiputten, grienden en bossages in de uiterwaarden, (boomgaarden en bosjes op de stroomruggen) en historische langhuisboerderijen aan de dijk. De nadruk ligt op behoud van deze oorspronkelijke elementen en kenmerken. Bedrijven die uitgegroeid zijn tot zeer grote bedrijven met veel vrachtverkeer, zoals transport-
of afvalverwerkingsbedrijven, dienen bij voorkeur verplaatst te worden naar een goed bereikbaar bedrijventerrein.
Erven De erven in de dijklinten kennen veelal een grote onderlinge afstand. Vergroting van het erf kan hier plaatsvinden in zowel de lengte als in de breedte, mits de erven niet aan elkaar groeien en doorzichten naar achtergelegen gronden niet verloren gaan. Wanneer erven te veel in de lengte uitgroeien en diep het landschap in steken, wordt dit als storend ondervonden. Het is wenselijk de erven in de juiste verhouding zo compact mogelijk te houden.
Aandachtspunten Behouden van zicht op polders en water. Behouden ruimte tussen verschillende erven, wat bijdraagt aan het groene karakter. Behouden en versterken (laagstam-) fruitboomgaarden op de stroomruggen. Versterken omkadering erven door beplantingen waardoor schuren passen in het open landschap. Behouden en herstellen historische boerderijen. Reguleren nieuwe bebouwing achter op de compacte erven, binnen de kavelstructuur en bestaande afstand tot talud, niet te ver van de dijk. Behouden en versterken natuurfuncties en recreatief medegebruik in de uiterwaarden.
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
27
Visie woonvolume dijklinten
Dijklint Lek, Achthoven/Kortenhoeven •
Mogelijkheden voor grotere woningen, passend bij de robuuste omgeving (dijk, boomgaarden, schuren);
•
afwisseling
in
bestaande,
over
het
algemeen
•
eensoortige, bebouwingslint gebruik van, bij de omgeving, passende materialen. Dijklint Achthoven/Kortenhoeven
Dijklint Diefdijk • •
Dijklint Achthoven
28
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Boerderijstijl die passend zijn bij de schaal, maat en vorm van het landschap en de oude grotere boerderijen gebruik inhoudsmaat van 750 - 800 m3, deze maat is passend tussen de bestaande oude grotere boerderijen (800 - 1000 m3) en de kleinere arbeiderswoningen (300 - 450 m3).
Diefdijk
Brons + partners landschapsarchitecten bv
Dijklint Linge, Rietveld • • •
Boerderij- of landhuisstijl met het bijbehorende woonvolume (850 m3); grotere woningen mogen hier een eigen karakter hebben, maar een stedelijke woning past hier niet; bebouwing dient niet te diep de polder in te steken.
Dijklint Linge, oosterwijk •
•
Gebruik een uniek eigen karakter van de woning, een standaard woning komt hier niet tot zijn recht. Nieuwe ontwikkelingen kunnen een grotere inhoudsmaat hebben die passend is bij de maat en schaal van de omgeving; bebouwing dient niet te diep de polder in te steken.
Dijklinten, geen vergrote inhoudsmaat mogelijk Rietveld
•
•
Oosterwijk
Dijklint Tienhoven is dicht beplant en reeds vrij vol met bebouwing. Kenmerkend zijn de grotere oude boerderijen en landgoed Herlaar; Dijklint Oude Zederik (Zouwendijk en Bazeldijk) kent wat meer bedrijvigheid en zeer gevarieerde bebouwing, welke is geclusterd in groepjes. Behoud hier de doorkijkjes vanaf de dijk.
Oosterwijk Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
29
B POLDERLINTEN VIJFHEERENLANDEN EN ALBLASSERWAARD Elk lint kent een vaste structuur
Visie
Erven
In zowel de Vijfheerenlanden als in de Alblasserwaard zijn de linten gegroeid vanuit de vroegere ontginning. De structuur van deze linten is daardoor gevormd door de combinatie van weg, watergangen, erven en op enkele plaatsen laanbeplantingen. Er zijn veel doorzichten op de open polders waardoor het open veenweidelandschap goed beleefd kan worden. Belangrijk is dat deze doorzichten behouden blijven bij nieuwe ontwikkelingen en de linten niet aan elkaar groeien.
Er kan onderscheid worden gemaakt tussen éénzijdige en tweezijdige linten. Deze vaste structuur is belangrijk om te behouden. Op de erven is het van belang dat nieuwe bebouwing ingepast wordt in de bestaande kavelstructuur van het lint. De representatieve voorzijde van de kenmerkende boerderijen en erven moet behouden blijven. Sluit met eventuele nieuwe bebouwing aan bij het type langhuisboerderij. In de huidige situatie zijn veel erven rommelig aan de achterzijde, hier is zicht op vanaf de achtergelegen linten. Door middel van erfbeplanting aan de achter- en zijkanten van het erf kan dit verbeterd worden.
De erven in de polderlinten kennen een langgerekte opbouw binnen de slagenverkaveling. Vergroting van het erf vindt bij voorkeur in de lengterichting plaats, zodat tussenliggende uitzichten behouden blijven. Alleen als de bebouwing verder dan gebruikelijk naar achteren uit gaat steken wordt in de breedte gezocht.
Aandachtspunten Voorkomen van aaneengroeien polderlinten. Behouden van doorzichten op open polders vanuit de linten. Vasthouden aan bestaande structuren van één- en tweezijdige linten. Behouden slotenpatronen. Behouden en versterken waardevolle beplantingen als knotwilgen op de kavelgrenzen, eendenkooien, huisboomgaarden en overige erfbeplantingen. Behouden en versterken reeks van bruggetjes naar de erven. Behouden en herstellen historische boerderijen met representatieve voorzijde. Tegengaan van verrommeling op achterzijde erven d.m.v. erfbeplanting aan zij- en achterkant. Inpassen van nieuwe bebouwing binnen kavelgrenzen en watergangen.
30
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Brons + partners landschapsarchitecten bv
Visie woonvolume polderlinten Het behoud van het karakter van de polderlinten staat voorop. De vormgeving van de woningen is daarbij meer beplaned dan de inhoud.
Hoogeind-Middelkoop • • •
• •
In beginsel zijn grotere inhoudsmaten niet wenselijk, echter worden deze ook niet uitgesloten; grotere inhoudsmaten zijn mogelijk bij herbouw van woningen; grotere bouwvolumes mogen geen afbreuk doen aan de bestaande grote boerderijen (bestaande boerderijen niet beconcurreren); woningen laag en in de lengterichting i.p.v. kort en hoog; oostzijde van lint kent een modernere uitstraling, hier is bouwen in grotere bouwvolumes wel mogelijk waar bebouwing dient aan te sluiten bij de omgeving. Kortgerecht
Kortgerecht-Schaikseweg •
•
Nieuwe bebouwing is in beginsel onwenselijk, omvorming van bestaande bebouwing is wel mogelijk mits deze in dezelfde bouwstijl en in dezelfde volume wordt uitgevoerd; bebouwing dient sober uitgevoerd te worden, waarbij het gebruik van een schuin dak belangrijk is.
Nieuwland en Geer •
•
De woningen waar tevens bedrijfsvoering plaatsvindt kunnen een groter bouwvolume hebben, passend bij de oudere grotere boerderijen; voor het buitengebied weinig tot geen nieuwe bebouwing toestaan, tenzij die noodzakelijk is voor de landbouw.
Hei- en Boeicop Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
31
Leerbroek/Recht van ter Leede • •
Gebruik landelijke bouwstijl; er zijn veelal grotere boerderijen waarbij aansluiting gezocht moet worden.
Lakerveld •
Bestaand wegprofiel met bomen is robuust aanwezig, hierdoor mogelijkheden voor grotere bouwvolumes die passen bij de maat en schaal.
Schelluinen • Lakerveld
• • •
Leerbroek/Recht van ter Leede
32
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Menging van normale woningen en grote woningen sieren het landschap; veel beplanting bij woningen, waardoor grotere woningen visueel niet storend zijn; behouden van doorzichten naar de polders is een vereiste; bouwen van nieuwe woningen dient in overeenstemming te geschieden met de omgeving.
Schelluinen
Brons + partners landschapsarchitecten bv
POLDERLINTEN, GEEN VERGROTE INHOUDSMAAT MOGELIJK Om verschillende redenen is bij de volgende linten geen grotere inhoudsmaat van nieuwe woningen gewenst. Dit heeft vaak te maken met het handhaven van een bepaalde karakteristiek en kleinschaligheid.
Overheicop Er is hier al veel nieuwe bebouwing aanwezig, terwijl erfbeplanting vaak ontbreekt. De aanwezige bebouwing is hier kleinschalig.
Loosdorp Nieuwbouw verdicht het lint waardoor het open agrarische gebied wordt afgeschermd van Leerdam. De veelal aanwezige oude bebouwing is laag en lang, terwijl nieuwe ontwikkelingen korter en hoger zijn. Gebruik bebouwingstypen welke aansluiten bij het landelijke karakter, maar niet in grotere inhoudsmaten.
Overboeicop
Achterdijk
De bestaande bebouwing is hier veelal kleinschalig en in het algemeen sober en relatief nieuw. Zelden is grotere bebouwing aanwezig, die gepaard gaat met veel beplanting. Het is onwenselijk om meer bebouwing van grootschalige aard te ontwikkelen.
Het lint kent een kleinschalige opbouw waar zich (nog) geen grote ontwikkelingen voordoen. Behoud van de kleinschaligheid is hier belangrijk.
Hei- en Boeicop Aanwezige bebouwing is in het algemeen ouder dan bijvoorbeeld in Overboeicop. Belangrijk is hier het behoud van de (groene) erfinrichting en het behoud van de agrarische uitstraling.
Broek Het oude lint heeft een afwisselend karakter van besloten en open ruimten en oude en nieuwe bebouwing. Grotere nieuwe woningen passen hier niet, ze gaan concureren met de boerderijen en tasten het afwisselende beeld aan.
Weverwijk Een diversiteit aan wegbeplanting doet zich voor, waardoor het lint kleinschalig aanvoelt. Belangrijk is het behoud van de open doorzichten en de agrarische uitstraling van het lint. Bij recente ontwikkelingen wordt veelal gebruik gemaakt van een brede aluminium dakplint, dit is in het buitengebied onwenselijk.
Een hogere nieuwe ontwikkeling, in plaats van de bestaande boerderij is wenselijk voor het wooncomfort. De oude boerderij wordt nog afgebroken.
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
33
C BEBOUWINGSLINT GIESSEN Verstedelijkt lint Langs de Giessen is de bebouwing dusdanig gegroeid dat er sprake is van een bijna aaneengesloten lint. Door deze bebouwing zijn op veel plaatsen het zicht op de rivier en de doorzichten naar de achtergelegen open polders verdwenen. Gevolg is een gevoel van verstedelijking.
plekken te bevorderen, blijft de Giessen voor iedereen zichtbaar en niet enkel voor bewoners. Rustplekken, parkjes en infopanelen over de Giessen sluiten hierbij aan. Voorkom verrommeling door een overdaad aan verschillende inrichtingselementen (zoals steigers) en bouwstijlen. Het deel ten noorden van Pinkeveer heeft een meer natuurlijk karakter.
Visie
Erven
Er wordt op de Giessen veel gebruik gemaakt van de recreatieve mogelijkheden, voorbeelden hiervan zijn kanoën, vissen en in de winter, schaatsen. Deze mogelijkheden maken de Giessen waardevol voor de directe omgeving. Belangrijk is een goede bescherming van deze aanwezige elementen. Door de (openbare) toegankelijkheid van de oevers op diverse
Doordat er gebouwd wordt aan het water is de rivier een gewilde woonlocatie. Het is zaak het bouwen te beperken om het karakter van de Giessen niet verder aan te tasten. Ter behoud van vitale agrarische bedrijven is schaalvergroting soms nodig. Hier kan meer ruimte voor worden geboden dan voor uitbreiding van woonbebouwing, mits milieuzoneringen dit toestaan. Nieuwe stallen dienen gebouwd te worden in de lengte
richting van de erven. Voor de agrarische sector wordt een uitzondering gemaakt, indien het noodzakelijk is dat de erven verder dan gebruikelijk het land insteken. Dit geldt niet voor woonbebouwing of nevenfuncties. Eventueel wel voor kamperen met een zeer goede landschappelijke inpassing. Het lint van de Giessen ligt in de gemeente Giessenlanden. Deze gemeente bepaalt in haar bestemmingsplan buitengebied het uitgangspunt voor woningen in het buitengebied. Onder voorwaarden van kwaliteitsverbetering kan de inhoud oplopen van 650 m3 naar maximaal 850 m3.
Aandachtspunten Voorkomen van het verder dichtgroeien van de, nu sporadische, doorzichten naar de rivier en het buitengebied. Behouden openbaar recreatief karakter Giessen. Behouden en uitbreiden erfbeplanting en natuurlijke bosjes en oevers direct aan Giessen en natuur bij Overslingeland. Reguleren van schaalvergroting agrarische bedrijven passend in de kavelstructuur.
Zoneren van wonen in vrij smalle zone en agrarisch gebruik en beplantingen verder van de weg of naar de open polders: Zone voor wonen Zone voor agrarische bedrijven
34
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Brons + partners landschapsarchitecten bv
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
35
Visie woonvolume bebouwingslinten Giessen Lage Giessen • • •
Nieuwbouw in grotere maat en schaal is mogelijk, passend bij omgeving (max 850 m3); gering aantal agrariërs, waardoor bebouwingslint eigen karakter kent; bebouwing dient te zijn georiënteerd op de Giessen.
Giessen zuidzijde • • • •
egverloop en breedte suggereren kleinschaligheid; W woningen kennen veel ontwikkelingen richting grotere inhoudsmaat, waardoor dit mogelijk is (max 850 m3); behouden van zicht op Giessen is een must, zichten zijn relatief schaars; in verhouding zijn er relatief weinig kleinere woningen, veelal luxueuze bouwstijl.
Giessen zuidzijde
Giessen zuidzijde
36
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Brons + partners landschapsarchitecten bv
Giessen noordzijde • • • • •
I n tegenstelling tot de zuidzijde, is hier wel oudere karakteristieke bebouwing aanwezig; oude bebouwing wordt afgewisseld met nieuwbouw; veel ruimte en doorzichten naar het achterland (polder); behoud van oude bouwstijlen is een vereiste, bouwen dient dan ook in de stijl van de omgeving te gebeuren; woningen met grotere inhoudsmaat is mogelijk, hetzij het in beperkte mate gebeurt (zeg, max 750-850 m3).
Giessen noordzijde
Giessen noordzijde
Giessen noordzijde
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
37
38
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Brons + partners landschapsarchitecten bv
D RUILVERKAVELINGSLINTEN Op diverse plaatsen in het plangebied zijn tijdens de ruilverkaveling nieuwe agrarische bedrijven gevestigd. Deze agrarische erven zijn binnen de bestaande verkaveling ingepast, er is rekening gehouden met een juiste maat en schaal. Om de bedrijven toegankelijk te maken zijn er wegen gelegd op de vroegere achterkades, soms in de plaats van weteringen en soms midden in de open polders.
en de buitenopslag goed in te passen. Ten noorden van Giessenburg bestaat al een structuur van bosjes en eendenkooien binnen de kavelgrenzen waarbinnen de nieuwe agrarische bedrijven goed passen.
Woningen
Wegen en watergangen dienen zo min mogelijk af te wijken van de bestaande structuren en moeten opgaan in de huidige open polders.
Visie woonvolume ruilverkavelingslinten
Visie
Erven
De nieuwe agrarische bebouwing is geclusterd op compacte erven, binnen de bestaande kavelstructuur, en zijn al dan niet omsloten door hoge erfbeplanting. Het is belangrijk om dit beeld te behouden en te versterken om de grove bebouwing
De erven in de ruilverkavelingslinten kennen een grote onderlinge afstand. De bebouwing bestaat hier alleen uit agrarische bedrijven. Dit is ook voor de toekomst zo gewenst, omdat hiermee het landelijk karakter wordt onderstreept.
Alleen bij bedrijfsbeëindiging is een omvorming naar enkel een woonfunctie mogelijk. Nieuwe bebouwing is hier niet gewenst, gezien het agrarische karakter.
Een uitzondering waar wel mogelijkheden liggen voor grotere woningen , is langs het Merwedekanaal. Belangrijk hiervoor is: • ruimte voor iets nieuws, nagenoeg geen eigen karakter (voorzijde is het Merwedekanaal, achterzijde is agrarisch) • door juiste inpassing met groen liggen hier kansen voor nieuwe, grotere ontwikkelingen
Aandachtspunten Behouden van doorzichten op open polders vanuit de linten. Behouden slotenpatronen. Behouden en versterken compacte, omsloten erven.
beeld
Inpassen van nieuwe erven kavelgrenzen en watergangen.
van
binnen
Behouden en versterken beeld van bosjes in de open polders Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
39
10.3 Visie (agrarische) ontwikkelingen op erven De agrarische bedrijvigheid is in het plangebied een sterke sector en voortdurend in ontwikkeling om haar concurrentie te behouden. In de Nota Landbouw van de provincie is het plangebied aangemerkt als Topgebied voor de landbouw. We zien nieuwe ontwikkelingen op de agrarische erven zoals schaalvergroting en ondersteunende boogstallen, maar ook verbreding, extensivering of beëindiging van het bedrijf. Grote nieuwe stallen verschijnen in het landschap, deze vallen soms erg op door het ontbreken van beplanting of doordat de beplanting nog moet groeien. Daarnaast zien we dat agrarische bedrijven hun functie verliezen en de bebouwing vrijkomt, ook wel vrijkomende agrarische bebouwing (VAB) genoemd. De erven verliezen hierdoor het agrarisch karakter en krijgen een woon- of andere functie. De karakteristieke moestuin en boomgaard maken soms plaats voor de villatuin, met strak gemaaide gazons, beelden, sierbeplanting en hardhouten oeverbeschoeiingen.
Visie Zorgvuldige aandacht voor de ruimtelijke kwaliteit van nieuwe ontwikkelingen op de agrarische erven is wenselijk. Goed ingerichte erven dragen bij aan een positieve beeldvorming van het landschap. Behoud het waardevolle historische, maar vooral agrarische karakter van de streek. Nieuwe ontwikkelingen (op het erf) mogen hier geen afbreuk aan doen. De onderstaande algemene aandachtspunten zijn van belang. Daarna wordt apart ingegaan op schaalvergroting, VAB’s, nevenfuncties en nieuwe bebouwing.
40
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Aansluiting erf in de omgeving • Zoek naar een balans tussen een functioneel en voldoende ruim erf en een goede landschappelijke inpassing in de bestaande ruimtelijke structuur. Nieuwe ontwikkelingen dienen de patronen van de verkaveling en het landschap te volgen. • Houd rekening met de aanwezige zichtlijnen en doorzichten. Behoud het doorzicht tussen de erven door naar de achtergelegen gronden of de kern met de karakteristieke kerktoren. • Behoud het eeuwenoude slotenpatroon. De sloot als erfscheiding verdient de voorkeur boven hardhouten beschoeiingen. De slootrand heeft een hogere natuurwaarde. • Behoud karakteristieke woonheuvels. Indeling van het erf • Waak voor de ruimtelijke kwaliteit van het erf. Wees bewust van de oorspronkelijke indeling en vormgeving van het erf. Maar al te vaak ziet men dat het erf op een niet passende wijze wordt ingericht, waarbij markante elementen verloren gaan. • Houd het erf zo veel mogelijk compact. Koppel nieuwe ontwikkelingen aan de bestaande erven (nieuwe erven als uitzondering). Losse schuren en gebouwen liggen vaak storend in het landschap. Gebruik voor het opruimen van voormalige niet historische bebouwing principes in analogie met de Ruimte voor Ruimte regeling. Dit voorkomt verrommeling. • Behoud het contrast tussen het representatieve voorerf en het landelijke achtererf.
Brons + partners landschapsarchitecten bv
•
• •
•
Op het voorerf wordt gewoond, op het achtererf gewerkt. De gebouwen op het voorerf kennen een statige uitstraling, zijn gebouwd van steen met dakpannen of riet. Gebouwen op het achtererf zijn ondergeschikt aan het woonhuis/de boerderij en gebouwd van hout (potdekselsysteem) met een simpel dak van dakpannen of golfplaten. Behoud de diversiteit aan bruggen. Bruggen dienen aan te sluiten bij de cultuurhistorie van het gebied en de voorrangssituatie van het water. In plaats van dammen accentueren bruggen het water als belangrijkste doorgaande lijn. Dit zelfde geld voor de hekken. Deze dienen in vorm, kleur en materiaal aan te sluiten bij de hekken in de omgeving. Wees zuinig met erfverharding en parkeerplaatsen. Bij (her)inrichting van het erf dienen zoveel mogelijk de beeldkenmerken zoals die voorkomen in het lint, de oorspronkelijke erven en de daarbij horende beplanting te worden gewaarborgd. Vaak worden onnodig veel elementen toegepast die meer refereren aan een stedelijke tuin, zoals overmatig gebruik van sierbeplanting, verharding, verlichting en tuinornamenten. Naast de bebouwing vraagt de buitenopslag op het erf aandacht voor een goede locatie en landschappelijke inpassing in alle seizoenen met de juiste beplanting. Er is vaak weinig aandacht voor de verzorging van het erf. Denk bijvoorbeeld aan de afdekking van het kuilvoer met grond in plaats van met opvallend landbouwplastic en oude autobanden. De LTO heeft momenteel een aktie voor het opruimen van autobanden.
Voorkom een rommelig beeld van buitenopslag; gebruik zeil in gedekte kleuren of beplanting ter inpassing.
Dit erf wijkt ver af van de historisch erfopbouw. Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
41
Beplantingsvorm
Streekeigen soorten
Solitair
iep, paardekastanje, els, es, linde, populier, schietwilg, berk, eik, beuk
Laanbeplanting
populier, wilg, es, eik, linde
Knotbomen
wilg, es, populier, soms ook els
Geriefhoutbosjes
els, es, wilg, struikvormers zoals meidoorn, gelderse roos en vlier
Struikbeplanting
meidoorn, vlier, gelderse roos, vogelkers
Hagen
liguster, haagbeuk, beuk, veldesdoorn, meidoorn, buxus
Erfbeplanting • Erfbeplanting dient aan te sluiten bij de oorspronkelijke indeling van representatieve beplanting op het voorerf en landschappelijke beplanting op het zij- en achtererf. Houd de erfbeplanting functioneel en eenvoudig. (Grootschalige) gebouwen zoals stallen en schuren worden ingepast met beplanting om het zicht op de grote massa te breken, dit kan op verschillende manieren worden uitgewerkt. In het algemeen zal dit de zijkant betreffen en soms ook de achterkant. • Maak zo veel mogelijk gebruik van streekeigen karakteristieke beplantingen, zoals die in de streek voorkomen, zoals heggen, vlechtwerken, knotbomenrijen langs de erfgrens en/of hoogstamboomgaarden en ook hennepakkers.
Hoogstamfruitbomen peer
appel
Cox, Bellefleur, Franse kroon, Goudreinette, Jonathan, Notarisappel, Princesse noble, Sterappels, Bramley’s seedling
pruim
Kwetsen, Reine Claude, Reine Victoria, Opal
noot Kleinfruit
Conference, Brederode marode, Clapp’s Favourite, Dirkjes peer, Gieser Wildeman, Jodenpeer, Juttepeer, Kleipeer, Kwee, St. Remy, Steenpeer, Suikerpeer, Triomph de Vienne
walnoot zwartebes, rodebes, kruisbes, braam, framboos, aardbei Historische opbouw van het erf.
Bron: Het erfgoed van het boerenerf in het Zuid-Hollandse veenweidegebied, Lijst met veelvoorkomende erfbeplanting, Landschapsbeheer Zuid-Holland
42
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Brons + partners landschapsarchitecten bv
Bebouwing • De bouwstijl dient een landelijk karakter te hebben en aan te sluiten bij de bebouwing in de omgeving en de streekeigen bebouwingskenmerken. Er dient sprake te zijn van een hiërarchie in volume, situering, dakhoogte, functie, detaillering, materiaal en kleurgebruik. Nieuwe gebouwen dienen een schuin dak te hebben. Maak gebruik van baksteen en sobere kleuren, zoals donkergroen, bruin, grijs en zwart. Teeltondersteunende voorzieningen (TOV) • Of voorzieningen, zoals boogkassen als storend worden ervaren hangt sterk van de hoogte, locatie en de omgeving af. • Met het gebruik van kleur dient terughoudend te worden omgegaan. Een op de omgeving afgestemd kleurgebruik is gewenst. Natuurlijke kleuren, zoals grijs groen en bruin vallen het minst op. Netten en gaas vallen minder op dan boog- en tunnel kassen. • Permanente constructies dienen ook zo open en onopvallend mogelijk te worden uitegevoerd. • Er dient voorkomen te worden dat er een rommelig beeld ontstaat. De situering en eventuele erfbeplanting kunnen het beeld verbeteren. Een eenvoudige hoofdvorm van de TOV is gewenst. • Met betrekking tot de fruitteelt kan onderscheid gemaakt worden naar lage en hoge voorzieningen (1,20 - 1,50 meter en 1,50 - 4,00 meter)
Aan de westkant van Leerdam is een rommelig beeld ontstaan door de kassen, schuurtjes en restanten beplanting.
Aan de zuidkant van Leerbroek zijn de boogkassen niet hoger zijn dan circa 2m en worden ze afgewisseld met groen. Hierdoor worden ze opgenomen in deze strook. Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
43
Schaalvergroting
Uitbreiding erven in linten
Uitgangspunt voor de toekomst is een vitale agrarische sector, daarvoor is bij enkele bedrijven schaalvergroting noodzakelijk. Nieuwe grote stallen vallen al snel op in het open landschap. Vanuit landschappelijk oogpunt dient hier zorgvuldig mee om te worden gegaan. Een vooruitziende blik en een goed ruimtelijk ordeningsbeleid is daarbij noodzakelijk. Voorstel is om bij een bouwaanvraag voor nieuwe ontwikkelingen en situaties altijd een beplantingsplan te vragen. Dit plan betreft de inrichting van het erf in relatie tot de specifieke situatie en de kavels er om heen.
De nieuwe stallen en schuren dienen te passen in de structuur van het landschap en van het bebouwingslint. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen: • dijklinten • polderlinten • het lint langs de Giessen en • de ruilverkavelingslinten. Voor ieder lint geldt een andere inpassing. Zie paragraaf 10.2 over de linten en de erven.
• Nieuwe stallen en schuren dienen ruimtelijke aan te sluiten bij de aanwezige bebouwing in de linten en te passen binnen het landelijk karakter. De nieuwe stallen en schuren hebben schuine daken en er wordt gebruik gemaakt van baksteen en sobere kleuren zoals donkergroen, bruin, grijs en zwart of een half open stal met doorzichten.
Aandacht is nodig voor de agrarische bedrijven die hun functie beëindigen. Behoud van de historische en/of karakteristieke boerderijen is van belang vanuit cultuurhistorisch en landschappelijk oogpunt. Dit kan door hergebruik van de bebouwing toe te staan. Denk hierbij aan een tweede inpandige woning, Bed & Breakfast, het verlenen van zorg, dagopvang, kleinschalige schone bedrijvigheid, e.d., mits het historisch karakter behouden blijft. Er mogen geen grote verkeerstromen ontstaan, parkeren dient plaats te vinden op het eigen terrein (achter op het erf, of uit het zicht door middel van beplanting).
• Grote stallen en schuren hoeven niet geheel weggestopt te worden achter een brede groenrand, dit vraagt echter wel om een passende architectuur van de gebouwen. Het is wenselijk grote wanden te geleden. • De maat van de beplanting dient te passen bij de schaal van de gebouwen en het landschap. Enkele grote beplantingen werken vaak beter dan vele kleine beplantingen.
VAB’s, Vrijkomende agrarische bebouwing
Verbreding Bij verbreding kunnen verschillende nevenfuncties worden toegevoegd aan het agrarisch erf. Het erf moet vaak vergroot worden om voldoende ruimte te kunnen bieden aan deze functies, welke als een welkome aanvulling op het inkomen worden gezien.
Diverse stallen die qua architectuur en door hun ligging t.o.v de weg en een voorgrond van beplanting passen in het landschap. Voor de onderste situatie is meer beplanting wenselijk. 44
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Brons + partners landschapsarchitecten bv
Voorbeelden van nevenfuncties zijn: • Kamperen bij de boer in de vorm van een minicamping, eventueel in combinatie met gebiedseigen landschapselementen. • Natuur- en landschapseducatie in combinatie met natuur- en (cultuurhistorisch) landschapsbeheer. • Verkoop van streekproducten, inzicht in maken van producten (kaas).
Nevenfuncties mogen geen nadelige uitstraling hebben op het landschap. Ze dienen zich binnen het erf of het huidige landschap af te spelen, zonder daarin storend te zijn. • Laat nevenactiviteiten of functieveranderingen op het boerenerf zoveel mogelijk op het achtererf plaatsvinden. Hierdoor blijft de beeldkwaliteit van het voorerf gewaarborgd. • Het erf moet compact blijven en goed worden ingepast met beplanting. Zie hiervoor de richtlijnen van de diverse linten.
zoals eerder in deze paragraaf beschreven. De architectuur, de materialisatie en het kleurgebruik van nieuwe bebouwing kan geïnspireerd worden op de historische bouwstijlen, maar toch een eigentijdse variant hierop vormen.
Nieuwe bebouwing, nieuwe erven
Bij verbreding kunnen verschillende nevenfuncties worden toegevoegd aan het erf, bijvoorbeeld een paardenhouderij (boven) of natuur en landschapseducatie (rechts).
• Kinderopvang en zorg. • Het (intensief) houden van paarden, waarbij een paardenbak en andere voorzieningen op het erf worden aangelegd, zie paragraaf 10.4. • Het starten van een klein bedrijf met parkeerplaatsen en misschien een extra gebouw.
Het realiseren van nieuwe bebouwing in het buitengebied dient een uitzondering te zijn, bijvoorbeeld bij herbouw op bestaande erven of indien gebruik wordt gemaakt van de ruimte voor ruimte regeling welke enkel mogelijk is bij niet historische en/of niet-karaktersitieke boerderijen. Deze regeling betreft het slopen van stallen of schuren met daarvoor in de plaats toestemming voor de bouw van een of meerdere woningen. Nieuwe bebouwing dient aan te sluiten bij de bouwstijl die voorkomt in het bebouwingslint en de omgeving. De welstandsnota’s geven hiervoor richtlijnen. Ook dient het huis te reageren op het landschapstype, de voorkomende verkaveling en bestaande bebouwingstypologie (veelal langhuis boerderijen in de polders, grote langhuisboerderijen met dwarsstuk onder aan de dijk langs de Lek en kleinschalige bebouwing langs de Linge). In de ruilverkavelingslinten zou een meer moderne bouwstijl passen, maar deze linten bieden ten eerste ruimte aan de agrarische bedrijven. Bij nieuwe bebouwing gelden alle aanbevelingen voor de aansluiting van het erf op de omgeving, de indeling van het erf, de erfbeplanting en de bebouwing
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
45
10.4 Paard en landschap We zien diverse veranderingen in de landbouw. Het houden van paarden in plaats van koeien is er een van. Deze paarden kunnen ofwel beroepsmatig worden gehouden of vanuit een hobby. Weilanden worden hiervoor opgedeeld in kleinere weiden, met schrikdraad, witte linten of houten omheiningen. Op of rond het erf verschijnen paardenbakken met hoge lichtmasten en andere voorzieningen. De beeldkwaliteit van het landschap verandert hierdoor. Aandacht is nodig voor het zorgvuldig inpassen van deze nieuwe elementen in het buitengebied.
Visie paardenbak op het erf Laat bestaande en nieuwe paardenbakken een goed geheel vormen met het erf. Ontwerp ze onopvallend, zodat ze opgaan in het landschap. Grijp de herinrichting van het erf aan om ook goede beplantingen aan te leggen, die de paardenbak uit het zicht onttrekken. Gebruik daarvoor streekeigen soorten beplanting. Paardenbakken die als afzonderlijk element in het landschap liggen worden als storend gezien.
liggen is plaatsing naast het erf een minder groot probleem dan in een lint waar de erven vrij dicht op elkaar liggen. Dan kan beter gekozen worden voor de aanleg van de rijbak achter het erf. • Belangrijk is de beleving van de paardenbak vanaf de weg, door het vrij open landschap soms ook vanaf verre afstand. De paardenbak vormt een onderdeel van het erf. De paardenbak wordt zo veel mogelijk op het erf geplaatst. Hierdoor blijft het erf compact. • Door de aanplant van streekeigen beplanting vormt de paardenbak een geheel met het erf en is aan het zicht onttrokken. • Paardenbakken liggen in de slagenlandschappen in de lengterichting van de kavel. Een paardenbak dwars op de kavelrichting past niet in de verkaveling. De paardenbak ligt niet over verschillende kavels en sloten.
De voorkeur gaat uit naar plaatsing van de paardenbak achter op het erf, verscholen achter de bebouwing. Bij onvoldoende ruimte op het achtererf, wordt de paardenbak naast het erf geplaatst. Bij plaatsing van de paardenbak naast het erf, mag het doorzicht tussen de verschillende erven naar het achtergelegen landschap niet verloren gaan. Houdt de paardenbak dan zo open mogelijk. In een lint waar de erven op enige afstand van elkaar
46
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Brons + partners landschapsarchitecten bv
Houd het erf compact, plaats de paardenbak zoveel mogelijk op het erf. Doorzichten blijven behouden.
De paardenbak gaat schuil achter de boomgaard. Door de aanplant van streekeigen beplanting vormt de paardenbak een geheel met het erf.
Paardenbakken liggen in de slagenlandschappen in de lengterichting van de kavel. Een paardenbak dwars op de kavelrichting past niet in de verkaveling.
Materialisatie • Houd de hoeveelheid verharding en hekwerken op het erf beperkt tot het strikt noodzakelijke. Traditionele verharding zoals grind en klinkers past hier het beste. • Gebruik in de bak zelf een onopvallende ondergrond qua kleur. • Er wordt spaarzaam omgegaan met opvallende hekwerken, hekwerken zijn sober, zo mogelijk van natuurlijke materialen. Hekwerken en linten uitvoeren in neutrale kleuren, zoals bruin, donkergroen, zwart en grijs en passen bij het landelijk gebied. • Verlichting wordt tot het minimale beperkt, gericht op de bak zelf of in het geheel niet toegestaan. In Leerdam en Giessenlanden wordt verlichting helemaal niet toegestaan. Overvloedige verlichting past niet in het buitengebied. Verlichtingsmasten zijn onopvallend in hoogte en kleur. Het licht schijnt alleen op de rijbak zelf. Lage verlichting is beter te richten en verlicht de directe omgeving nauwelijks.
Lichte en vooral witte linten (of hekwerken) zijn erg opvallend, sobere kleuren zoals donkerbruin en groen vallen veel minder op.
Lage verlichting is goed te richten en verlicht de directe omgeving nauwelijks. Hoge verlichting geeft meer uitstraling naar de omgeving, Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
47
10.5 Visie gebiedseigen beplantingen Het gebied kent vele beplantingen, die zijn voortgekomen uit vormen van landschapsbeheer, welke in het verleden een aanvulling vormden op de agrarische bedrijfsvoering. Denk hierbij aan hennepteelt, rietteelt, griendhout, hakhout, geriefhout, eendenkooien, knotbomen en elzensingels. Ook werden beplantingen gekoppeld aan wegen, de kades en de Tiendwegen of bij de entree van de kavels (hovelingen). Daarnaast werd beplanting op de erven gebruikt als sierelement, voor de opbrengst van het fruit in de boomgaarden of om de wind te breken. Deze beplantingen zijn samen uniek voor het gebied. Helaas zijn er door de ruilverkaveling en het verlies van de functie vele beplantingen verloren gegaan of laat het beheer te wensen over. Hierdoor is de biodiversiteit van het buitengebied achter uit gegaan, wat een negatief effect heeft op het voorkomen van planten en dieren.
48
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
fotowedstrijd, ingezonden door Tom Schreuders
Visie beplantingen De visie gaat uit van behoud en waar mogelijk herstel en versterking van de gebiedseigen landschapselementen. In paragraaf 3.2 van de analyse is een toelichting gegeven op de karakteristieke landschapselementen van de deelgebieden. Deze landschapselementen dragen in sterke mate bij aan de identiteit van de deelgebieden. Daarbij zijn de grenzen tussen de deelgebieden in de praktijk minder scherp dan wordt gedacht. In de Alblasserwaard ligt de nadruk op herstel van lijnvormige beplantingen van knotwilgen in het open landschap. In de Vijfheerenlanden ligt de nadruk op
herstel van diverse blokvormige beplantingen op de kavels en de boomgaarden op de stroomruggen. Naast de opgaande beplantingen, is het goed beheren van wegbermen en slootkanten gewenst, daar deze de natuurwaarden in het gebied verhogen. Dit gebeurt door het afvoeren van het maaisel, waardoor verschraling optreedt. Deze wegbermen en slootkanten vormen lange lijnen in het landschap en vormen verbindingen voor planten en dieren. Er is een aantal maatregelen nodig om de visie te realiseren. • Het is belangrijk om voorlichting te geven over de streekeigen beplanting aan de bewoners en eigenaren in het buitengebied. Indien zij over meer kennis beschikken van de oorsprong van deze landschapselementen in het gebied zal de betrokkenheid bij het landschapsherstel toenemen. • De aanleg van beplanting geschiedt op vrijwillige basis of als compensatie voor andere toegestane ontwikkelingen, zoals bebouwing of nevenfuncties. • Voor aanleg en beheer van beplantingen zullen stimuleringsmaatregelen nodig zijn. Ten eerste kan gezocht worden naar mogelijke subsidies van de provincie en het waterschap. • Het is belangrijk een oplossing aan te bieden voor het afvoeren van het snoeihout. Mogelijk kan het snoeihout als energie dienen voor een biomassa centrale. Nader onderzoek naar de haalbaarheid hiervan in aansluiting op lopende initiatieven is opgenomen in een uitvoeringsproject. Brons + partners landschapsarchitecten bv
hoveling, langs wegen veelal beplant met essen
griend
Karakteristieke beplantingen in de Alblasserwaard
rietland
eendenkooi
huisboomgaard
hennepakker
knotwilgen op de kavelgrens
huftbosje
hakhoutbosjes
moestuin
Gie
s se
knotwilgen op de kavelgrens
n
oeverlandje, veelal beplant met elzen
huftbosje moestuin leilinden
wegbeplanting, populieren
boomgaarden
Karakteristieke beplantingen in de Vijfheerenlanden
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
49
Uiterwaarden Lek
Stroomrug Lek
Alblasserwaard
Vijfheerenlanden
Stroomrug Linge
Vele boomgaarden
huisboomgaarden
Vele boomgaarden op Vele boomgaarden oude stroomrug
Erfbeplanting, fors en compact
Erfbeplanting, langgerekt
Erfbeplanting, langgerekt
Erfbeplanting, kleinschalig
Knotwilgen en wilgen
Zeer veel knotwilgen langs wegen, langs kavelgrenzen vooral nabij boerderijen
Veel knotwilgen langs wegen, langs kavelgrenzen, vooral nabij boerderijen
Knotwilgen
Elzensingels
Elzensingels langs Elzensingels langs kades en kavelgrenzen kades en kavelgrenzen en langs de Giessen
Uiterwaarden Linge
boomgaarden
erfbeplanting Knotwilgen en wilgen
(knot)wilgen Elzensingels
elzensingels Meidoornstruwelen
Meidoornstruwelen
(meidoorn)struwelen Kleine huftbosjes, schaduw voor vee
Kleine huftbosjes, schaduw voor vee
huftbosjes
50
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Brons + partners landschapsarchitecten bv
Uiterwaarden Lek
Stroomrug Lek
Alblasserwaard
Vijfheerenlanden
Stroomrug Linge
Uiterwaarden Linge
Hovelingen, bomen bij entree kavels, essen
Knotwilgen bij entree kavels en in weilanden
Enkele hakhoutbossen
Vele hakhout en Huftbosjes opgaande bossen als coulissen op de kavels
Struwelen
Grienden op lage natte delen tussen de wegen
Grienden
Weinig rietlanden langs watergangen
Rietvelden in de Zouweboezem
Rietkragen
Meerdere eendenkooien
Enkele eendenkooien Achthoven, voormalige eendenkooien in zuidelijk deel
Reeksen van 2 essen of populieren als hovelingen langs ruilverkavelingswegen en laanbeplanting. Soms groepen essen en elzen en/ of knotwilgen als wegbeplanting
Diverse beplantingen langs wegen en populieren langs het Merwedekanaal
hovelingen, bomen bij entree Struwelen
Huftbosjes
bosjes Grienden
grienden Rietkragen
rietkragen
eendenkooien
wegbeplanting
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
51
10.6 visie recreatief medegebruik Het buitengebied is landschappelijk waardevol als onderdeel van het Groene Hart. Het landschap biedt naast de stroomruggen van Lek en Linge het typische veenweidelandschap. De recreatie is gekoppeld aan deze landschapstypen, de voorkomende landschapselementen en natuurgebiedjes en aan de voorzieningen voor overnachtingen, die vaak zijn gekoppeld aan de agrarische bedrijven. Denk hierbij aan kamperen bij de boer, verkoop van streekproducten en excursies over het boerenbedrijf. Het Zuid-Hollands Landschap heeft ongeveer 90 % van hun natuurgebieden opengesteld voor recreatie. De rivieren de Lek, de Linge en de Giessen bieden mogelijkheden voor waterrecreatie, nabij de kernen liggen diverse sportenvelden.
52
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
fotowedstrijd, ingezonden door H. van Lever-Van Dieren
In het buitengebied heerst een grote vraag naar meer recreatief medegebruik, vanuit de kernen, maar ook vanuit een versterking van de recreatie en toerismesector.
Visie Benutten landschappelijke potenties voor recreatief netwerk Het landschap van het plangebied biedt potenties om het recreatieve medegebruik uit te breiden. Dit ondermeer door gebruik te maken van de cultuurhistorische kwaliteiten en vele kleine landschapselementen die zich in het gebied voordoen. Door het recreatief netwerk uit te breiden met kleinschalige voorzieningen en diverse verbindende fiets- en wandelpaden en kano- en sloepenroutes, kunnen deze waarden en elementen tot een interessant netwerk met elkaar verbonden worden. Zoek buiten het gebied in de Merwedezone in regionaal verband ook naar locaties voor intensieve en grootschalige recreatievormen. Rol voor agrariërs Binnen het recreatieve netwerk kunnen agrariërs voorzieningen aanbieden. Voor bepaalde agrariërs kan verbreding in de richting van recreatieve voorzieningen een extra inkomstenbron vormen. Deze voorzieningen in het buitengebied vullen een aanvulling op de voorzieningen in de kernen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan dagrecreatieve voorzieningen, zoals de verkoop van streekproducten, een theetuin, bedrijfsbezoeken, rondleidingen op het boerenbedrijf, streekeigen ambachten of cultuurhistorisch landschapsbeheer, kinderfeestjes, etc.
Brons + partners landschapsarchitecten bv
Daarnaast kunnen mogelijkheden geboden worden voor kamperen bij de boer of Bed & Breakfast in vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen (VAB’s). Landschappelijke inpassing vereist Voorwaarde bij alle voorzieningen is dat ze goed landschappelijk ingepast worden in de structuur van de lintbebouwing en de erven. Zie hiervoor de paragrafen over de linten (§10.2) en de ontwikkelingen op agrarische erven (§10.3). Van belang hierbij zijn: • de bestaande structuren van het landschap, de verkaveling, de opbouw van de linten en de erven respecteren en versterken; • rekening houden met bestaande open gebieden en zichtlijnen; • de beeldkwaliteit van de directe omgeving niet verstoren, zo mogelijk versterken; • gebruik maken van karakteristieke streekeigen beplanting (streekeigen beplanting is toegelicht in hoofdstuk 5.3 van de inventarisatie en analyse); • bestaande kwaliteiten van de omgeving waarborgen (waaronder archeologische, cultuurhistorische en landschappelijke waarden), hieraan mogen nieuwe ontwikkelingen geen afbreuk doen; • de relatie tussen recreatie en de agrarische bedrijvigheid (en de toegankelijkheid ervan) versterken; • voorkom verrommeling, kies voor een sobere inrichting die bij het landelijk gebied past. Maak beperkt gebruik van paaltjes, infopanelen, afvalbakken en verlichting. Stem de vormgeving van deze elementen af. Netwerk van paden • de fietsroutes vormen met het fietsknooppuntensysteem een goed netwerk met goede informatievoorziening. Er dient nog nader uitvoering te worden gegeven aan het provinciaal fietspadenplan. Er is een wens voor het realiseren van een fietspad tussen Ameide en Vianen, los van de dijk, binnen of buitendijks. Dit kan mogelijk bij de aankomende dijkverzwaring nader worden onderzocht;
Minicamping bij de boer. Voorzieningen, zoals het toiletgebouw en parkeren zijn op het erf geplaatst. De minicamping gaat deels verscholen achter de boomgaard en een knotbomenrij op het perceel grenzend aan het erf.
In de winter is de minicamping weer gewoon weiland. Zorg er voor dat witte caravans dan bij het erf staan, eventueel achter groenblijvende beplanting.
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
53
• voor wandelen is een uitbreiding van de paden gewenst, bijvoorbeeld over de zomerkades van de Lek, in aansluiting op het tracé tussen Vianen en Culemborg, ommetjes vanuit de kernen en paden vanaf de stroomruggen naar de polders. Het landschap biedt hierbij vele aanknopingspunten in de vorm van waterlopen, dijken, kades, kleine landschappelijke en cultuurhistorische elementen en natuurgebieden. Deze kunnen ook gerealiseerd
• versterking van ruiter- en menpaden is gewenst in aansluiting op maneges. Soms kunnen paden ook een dubbelfunctie hebben. • recreatieve voorzieningen in en nabij bestaande natuurgebieden mogen geen afbreuk doen aan de natuurkwaliteiten, in weidevogelgebieden zal een beperking van de openstelling nodig zijn in het broedseizoen; • de uiterwaarden van de Lek (en de Linge) lenen zich ook voor struinroutes; • geef goede informatie over de beschikbare paden en diverse voorzieningen, bijvoorbeeld in de vorm van een uitgebreide kaart.
Kaart visie recreatie
Watersport • Uitbreiden van alternatieve routes over water voor kleinschalige watersport, waaronder ook fluisterboten, die aansluiten op de Giessen en de Linge. Maak een stelsel van oplaadpunten, routeinformatie en horeca en overnachtingsmogelijkheden. • de oevers langs de Giessen, de Linge en de Lek incidenteel toegankelijk maken als openbare oever met een rust- en aanlegplaats met bijvoorbeeld een bankje; worden in de vorm van “klompenpaden”, met doorsteken door de polders, bijvoorbeeld langs oude waterlopen. Bij recreatiepaden langs waterlopen, gelden de regels voor recreatief medegebruik van het waterschap. De provincie werkt reeds aan een wandelpadenplan en wil de aanleg financieren; • de paden aansluiten op bestaande recreatieve voorzieningen;
54
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Brons + partners landschapsarchitecten bv
55
10.7 Visie op nieuwe landgoederen Het buitengebied van de drie gemeenten kent anno 2010 nagenoeg geen landgoederen. Welgeteld zijn er drie landgoederen (met NSW status) in het gebied aanwezig. De vraag naar nieuwe landgoederen met vormen van landelijk wonen in combinatie met natuurontwikkeling is er echter wel. De gemeente Leerdam heeft hierop geanticipeerd door in het bestemmingsplan Landelijk Gebied verschillende zones aan te wijzen waar nieuwe landgoederen mogelijk zijn. Landgoederen in Zuid-Holland De provincie Zuid-Holland geeft in haar beleidskader een aantal voorwaarden voor nieuwe landgoederen aan: • de omvang dient minimaal 5 ha te omvatten; • er dient natuur te worden gerealiseerd; • de natuur dient toegankelijk te zijn voor de recreant; • er dient sprake te zijn van een ‘ruimtelijke kwaliteitsverbetering’, waardoor de ontwikkeling geen afbreuk doet aan de omgeving; • in ruil voor de natuurontwikkeling geldt een maximaal bebouwingsoppervlakte van 1000m2. Deze dient architectonische kwaliteit uit te stralen. In de gemeente Giessenlanden is in de Structuurvisie reeds besloten dat een nieuw landgoed minimaal 10 ha moet omvatten en maximaal 20 ha. Bovendien is deze ontwikkeling alleen in een agrarisch en ruimtelijk restgebied mogelijk en dient het landgoed voor minimaal 90% te zijn opengesteld.
56
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Financieringsmogelijkheden Indien een nieuw landgoed met natuurontwikkeling gerealiseerd gaat worden, zijn er diverse subsidiemogelijkheden beschikbaar. Voor de grond is subsidie mogelijk voor functieverandering en inrichting van het natuurterrein. Na realisatie dient de natuur beheerd te worden, hiervoor zijn eveneens subsidiemogelijkheden beschikbaar. Mocht het landgoed voor minimaal 5 ha uit bos bestaan, dan kan het bos aangemerkt worden voor een bijdrage van CO2-vastlegging. Deze bijdrage verloopt via het Nationaal Groenfonds, welke subsidie geeft voor bos om de CO2 te compenseren. Behalve subsidiemogelijkheden, kunnen landgoederen tevens in aanmerking komen voor fiscale voordelen. Hiervoor dient een landgoed onder de Natuurschoonwet (NSW) gerangschikt te worden.
Visie Nieuwe landgoederen dienen elk aan een aantal voorwaarden te voldoen, welke hieronder zijn genoemd. Belangrijk is dat groene ontwikkelingen leidend zijn over de rode ontwikkelingen. Het groen biedt het ruimtelijk kader, waarbinnen de bebouwing ontwikkeld kan worden. Versterken landschapstypen en cultuurhistorische elementen Nieuwe landgoederen in het plangebied zijn alleen wenselijk als zij bijdragen aan de algemene doelstellingen van dit landschapskader.
Brons + partners landschapsarchitecten bv
Zij dienen de verschillen tussen de landschapstypen en hun karakteristieke elementen te versterken en juist ingezet te worden om de oorspronkelijke cultuurhistorische landschapselementen, zoals grienden, hakhoutbosjes, hennepakkers, boezem-landjes, bloemrijk grasland, schraalgrasland, rietland, moeras, hoogstamboomgaarden, eendenkooien, kavelgrensbeplantingen en slotenpatronen te herstellen. De openheid en kwaliteit voor de weidevogels van diverse landschappen mag door landgoedontwikkeling niet worden aangetast (dit kan onder andere door het realiseren van natte natuur). Aaneenschakelen natuur Het is wenselijk om nieuwe landgoederen ten eerste daar te realiseren waar natuurontwikkeling gewenst is, bijvoorbeeld ter verbinding van kleine verspreid liggende natuurgebiedjes. Soms is een aanvulling op ecologische verbindingszones mogelijk, als een grotere stapsteen langs deze zones. De verbindingszones liggen echter vaak dwars over vele kavels heen, waardoor eigendommen slechts over korte lengte raken aan deze verbindingszones. Recreatief medegebruik De nieuwe landgoederen dienen open gesteld te worden voor publiek en hebben een functie voor recreatief medegebruik en /of als recreatief uitloopgebied. Locaties aansluitend aan grotere kernen, zoals Leerdam verdienen daarom de voorkeur. Dit geldt tevens voor locaties op de stroomruggen, omdat deze zones een belangrijke functie vervullen in het recreatief medegebruik. Natuurontwikkeling en beplanting De beoogde natuurontwikkeling dient aan te sluiten bij de van oorsprong passende natuur en landschapselementen van het landschapstype. Zoek daarbij vooral naar streekeigen beplantingen en herstel van cultuurhistorische landschapselementen en het bijbehorende beheer. Het beheer dient op lange termijn gewaarborgd te zijn. Nieuwe bebouwing Nieuwe landgoederen dienen bij voorkeur ontwikkeld te worden op vrijkomende agrarische bedrijven of bestaande erven. De nieuwe bebouwing van de landhuizen dient te passen in bestaande bebouwingsstructuren, zoals de opbouw van de verschillende typen
linten en hun erven. In de oude polderlinten is er soms sprake van een intensieve reeks van erven. In dat geval is er weinig ruimte voor nieuwe landhuizen, omdat deze ook enige ruimte nodig hebben ten opzichte van hun omgeving. In de linten met een meer open structuur is nieuwe bebouwing beter in te passen met behoud van de uitzichten. In de nieuwere ruilverkavelingslinten is er in de regel meer ruimte voor nieuwe bebouwing, echter zijn hier nieuwe landgoederen niet toegestaan. De beeldkwaliteit van de bebouwing dient aan te sluiten bij de karakteristieke beeldkwaliteit van het landschapstype en de directe omgeving en bestaat in dit plangebied veelal uit de historische boerderijen. De bebouwing dient wel allure uit te stralen. Op deze boerderijen kunnen wel varianten worden ontworpen, die aansluiten op de schuine kapvormen, het materiaalgebruik van baksteen, hout en in beperkte mate glas en de bij het gebied horende sobere kleuren.
Referentiebeeld landhuis geïnspireerd op langhuis boerderij.
Geen belemmering agrarische bedrijven Nieuwe landgoederen mogen geen belemmering vormen voor bestaande agrarische bedrijven. Vier soorten landgoederen In het gebied kunnen op basis van de landschapstypen vier verschillende soorten landgoederen onderscheiden worden met ieder een eigen gewenste ruimtelijke uitstraling, zie ook bijgaande kaart. De streefbeelden van de provincie Zuid-Holland uit het inspiratiekader kunnen hierbij goed als voorbeeld dienen. Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
57
Lek landgoed • landgoed op de binnendijks gelegen grootschalig ingerichte stroomrug langs de Lekdijk; • aansluitend bij grote boerderijen en royale erven met boomgaarden.
58
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Linge landgoed • landgoed op de kleinschalige ingerichte stroomrug langs de meanderende rivier de Linge; • vele soorten beplantingen, zoals boomgaarden en erfbeplantingen; • aansluitend bij kleinschalige historische bebouwing en erven; • aan de oostzijde van Leerdam als buffer van stad naar land met een weidse uitstraling.
Brons + partners landschapsarchitecten bv
“Alblasser” landgoed • incidenteel een landgoed mogelijk maken, bijvoorbeeld ter herstel van oude landschapselementen, zoals een oorspronkelijke eendenkooi, verder behouden openheid, wel herstel kavelgrensbeplantingen en extensief beheerde graslanden; • alleen in agrarische en ruimtelijke restgebieden; • een combinatie met de Groene Ruggengraat is wellicht mogelijk; • in polderlinten zeer beperkt ruimte voor landgoedbebouwing op vab, beeldkwaliteit aansluiten op historisch karakter bebouwing; • niet in ruilverkavelingslinten.
“Vijfheeren” landgoed • ter verbinding van natuurgebieden en ter versterking van het coulissenlandschap, opgebouwd uit de cultuurhistorische en landschappelijke elementen zoals bijvoorbeeld grienden, eendenkooien, hennepakkers, knotbomen en geriefhoutbosjes; • nieuwe bebouwing enkel in een bestaand bebouwingslint of -patroon; • aan de westzijde van Leerdam als buffer van stad naar land met een weidse uitstraling; • aan de oostzijde van de Diefdijk een voorkeursgebied ter aaneenschakeling natuur en versterking recreatief medegebruik; • het Merwedekanaal vormt een optie als structuur voor nieuwe bebouwing. De bebouwing moet hier dan iets van de weg afliggen.
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
59
Kaart zonering nieuwe landgoederen
Referentiebeeld nieuw landgoed Lekzone. 60
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Referentiebeeld landgoed in vee Brons + partners landschapsarchitecten bv
61
10.8 Visie op natuur In het plangebied liggen de belangrijkste natuurwaarden buitendijks langs de Lek en de Linge en binnendijks langs de Zouweboezem en de Diefdijk. Deze natuurgebieden zijn onderdeel van het aanwijzingsbesluit Natura 2000, waar het gaat om Rijks- en Provinciaal beleid. Verder liggen verspreid in het gebied diverse natte grienden en bossen binnen de opgerekte kavelstructuur. De stroomruggen kennen ook stroomdalgraslanden. Grote delen van het plangebied zijn vanwege het weidebeheer van belang voor weidevogels.
Visie Het natuurbeleid in het plangebied is vastgelegd in diverse documenten van de provincie Zuid-Holland. De provincie heeft haar beleid vastgelegd in de Structuurvisie. De ambities van de provincie waren tot de kabinetsformatie gericht op het realiseren van de ecologische hoofdstructuur: • voortvarend, compleet en klimaatbestendig ontwikkelen en beschermen van de ecologische hoofdstructuur (EHS), met inbegrip van het Europese ecologische netwerk natuurgebieden (Natura2000); • nieuwe natuur als grote dragers van de ecologische hoofdstructuur, zoals de Groene Ruggengraat; • de water- en milieukwaliteit in natuurgebieden verbeteren; • natuurwaarden buiten de ecologische hoofdstructuur veilig stellen, zoals gebieden voor weidevogels en overwinterende ganzen met voortzetting van het agrarisch
62
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
grondgebruik; • ecologische hoofdstructuur waar mogelijk beter benutten voor recreatie. Zuid-Holland wil de bestaande Ecologische Hoofdstructuur beschermen en de ontbrekende delen ervan realiseren. In deze gebieden zijn geen andere ontwikkelingen toegestaan dan die voor de natuurbestemming. Met de nieuwe kabinetsformatie in het najaar van 2010 is de financiering van de ecologische hoofdstructuur en de robuuste verbindingszones onzeker geworden. De gemeenten zullen meewerken aan de uitvoering van bovenstaande ambities, indien hiervoor geld beschikbaar komt. Ecologische verbindingszones Ten opzichte van eerdere plannen is het aantal evz’s in het plangebied sterk verminderd, maar hier wordt nog wel aan gewerkt. Ook de realisering van de Groene Ruggengraat staat sterk onder druk wegens bezuinigingen van het kabinet. Op termijn verdient ook de verbinding ten zuiden van de Lek tussen de Groene Ruggengraat en de bossen van de Bolgarijnse kade en de ecopassage over de A27 nadere aandacht als route voor onder andere reeën.
Brons + partners landschapsarchitecten bv
Aanwijzing Natura 2000-gebieden In het plangebied zijn drie gebieden aangewezen als Natura 2000-gebied. Aanwijzing van deze Natura 2000-gebieden is een provinciaal initiatief en is nog niet definitief. Voor ieder gebied zijn gebiedseigen doelstellingen geformuleerd. In het Lingegebied en Diefdijk-Zuid zijn de doelstellingen: • behouden ruigten en zomen, vochtige bossen en de leefgebieden van bittervoorn, grote modderkruiper, kleine modderkruiper en zwarte stern; • uitbreiden van kalkmoerassen en leefgebied van de kamsalamander. In de Uiterwaarden Lek zijn de doelstellingen: • behouden rivieroevers; • uitbreiden stroomdalgraslanden, hooilanden en ruigten en zomen; • verbetering van het leefgebied van de kamsalamander. Bron: Interactieve kaarten Provincie Zuid-Holland
Waardevol weidevogelgebied EHS, bestaande natuur en prioritaire nieuwe natuur, ook evz’s Overige nieuwe natuur Zoekgebied nieuwe natuur Waternatuurgebied Natura 2000 Groene Ruggengraat, indicatief tracé
In de Zouweboezem zijn de doelstellingen: • behouden van het leefgebied van de bittervoorn, grote modderkruiper, kleine modderkruiper, kamsalamander, platte schijfhoren, purperreiger, porseleinhoen, zwarte stern, snor en krakeend; • in stand houden van blauwgraslanden en het leefgebied van de roerdomp; • verbetering van het leefgebied van de kamsalamander en roerdomp.
Ecologische verbinding
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
63
64
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Brons + partners landschapsarchitecten bv
Groene Ruggengraat Belangrijkste element voor natuurontwikkeling in het Groene Hart is de Groene Ruggengraat. De financiering is echter door de crisis zeer onzeker geworden. Het gaat om een op natte natuur gerichte inrichting die in andere functies zoals waterhuishouding, landbouw, recreatie en landschap wordt ontwikkeld. Met de aanleg van de Groene Ruggengraat wordt een robuuste ecologische verbindingszone van nationaal belang gerealiseerd van de Zeeuwse Delta tot het Lauwersmeergebied. De Groene Ruggengraat heeft meer dan alleen een ecologische functie. Zij draagt ook bij aan versterking van de landschappelijke diversiteit en cultuurhistorische identiteit, duurzaam waterbeheer en mogelijkheden voor recreatief gebruik. Bij deze ontwikkeling dient in het plangebied de oost-west gerichte openheid en samenhang van de polders ten noorden en ten zuiden van de Giessen gehandhaafd te blijven evenals de karakteristieke slagenverkaveling. Zij dient dus een uitwerking te krijgen in water, riet, griend, natuurvriendelijke oevers, boezemlandjes, e.d. Ze loopt in het zuiden door de smalle groene ruimte tussen NederHardinxveld en Boven-Hardinxveld. De Groene Ruggengraat is nog indicatief en volgt een groot deel van de Giessen. De Giessen is dicht bebouwd en de sporadische doorzichten over agrarisch land zijn waardevol. Grootschalige natuurontwikkeling past hier minder goed. Het is wenselijk de Groene Ruggengraat zoveel mogelijk langs bestaand water te realiseren, hierbij moet wel rekening worden gehouden met het waardevolle agrarische landschap en de weidevogelgebieden. Er kan wel gebruik gemaakt worden van de reeds bestaande landschappelijke elementen.
Particulier en agrarisch natuurbeheer Naast de ambities van de provincie voor de EHS willen de regio en de gemeenten juist ook inzetten op behoud en versterking van de meer kleinschalige natuurwaarden, die sterk samenhangen met de cultuurhistorie van het gebied. Denk hierbij aan behoud en herstel van de karakteristieke beplantingen en bijvoorbeeld oude culturen van grienden, eendenkooien of hakhoutbosjes. Het beheer en onderhoud van deze beplantingen ligt voor 19% bij particulieren. Landelijk ligt dit veel lager, namelijk ca 10%. Deze particulieren kunnen door gerichte informatie en subsidies gestimuleerd worden om dit specifieke en vaak arbeidsintensieve onderhoud uit te voeren. Aanvullingen hierop zijn ook bijvoorbeeld akkerrandenbeheer of slootkantenbeheer. Leefgebiedenbenadering In het gebied kan ook de leefgebiedenbenadering worden toegepast. Deze loopt via diverse sporen: • benutten van kansen voor natuur bij nieuwe ontwikkelingen, denk bijvoorbeeld aan een zone langs nieuwe bedrijventerreinen of infrastructuur; • verbreden van het beheer in bestaande natuurgebieden en eromheen, zodat bijvoorbeeld zwarte stern en purperreiger vanuit broedgebieden en reservaten in omgeving voedsel vinden ; • uitvoeren van specifieke soortenprogramma’s; • beheer door agrariërs en organisaties van het buitengebied ten gunste van de weidevogels, heikikker, rugstreeppad, kamsalamander, ringslang, modderkruiper en waterspitsmuis; • beheer van de erven toegespitst op soorten als boerenzwaluw, egel en steenuil.
Weidevogelgebieden en overige natuurwaarden Ook buiten de bovengenoemde natuur(gebieden) zijn er veel natuurwaarden in het landelijk gebied. Vaak zijn die kleinschaliger of hangen ze samen met een andere functie in het gebied, zoals weidevogels in het weidelandschap. De grondgebonden veehouderij speelt hierbij een belangrijke rol. Deze waarden worden van provinciaal belang geacht. De locaties met weidevogels in het landelijk gebied zijn op de kaart aangegeven. Voor een goed beheer is aangepast beheer door de agrariërs nodig en zijn subsidies ter stimulering van belang.
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
65
10.9 Visie op infrastructuur Door het plangebied lopen enkele grote infrastructuren. Dit zijn de A27 en het Merwedekanaal en de spoorlijnen. De zuidkant van het plangebied raakt aan de Betuweroute. Deze grootschalige infrastructuur vraagt ieder om een eigen ontwerpbenadering. Daarnaast zijn er ook veel lokale wegen in het plangebied. Ook zij verdienen een goede inrichting.
66
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
fotowedstrijd, ingezonden door Petra van Wijk
Merwedekanaal Het Merwedekanaal vormt een oude lijn in het landschap en is gegraven als trekvaart tussen Gorinchem en Vianen. Zij volgt min of meer de achterweteringen van de verkaveling. Zij vormt daardoor een vrij natuurlijke, maar ook zeldzame noord-zuid gerichte lijn in het landschap. De bermen zijn beplant met populieren, welke karakteristiek zijn voor dit kanaal. Het kanaal is daardoor sterk herkenbaar. Deze sterke uitstraling dient behouden te blijven. A27 De A27 vormt veel meer een doorsnijding van de verkaveling. Ten zuiden van Meerkerk ligt de weg overwegend op maaiveld. Het landschap is hier vrij open. De visie is gericht op behoud van de grote open ruimte in oost-west richting en behoud van de open ruimten van de oorspronkelijke polders, dus niet op het accentueren van de weg als lijn. Juist aan beide zijden van de snelweg zouden de op enige afstand gelegen restanten van kavelgrensbeplantingen weer hersteld kunnen worden tot grotere lijnen. Hierdoor wordt de snelweg vanuit het gebied beter ingepast en beleeft de automobilist dit landschap beter. Ten noorden van Meerkerk ligt de weg op
Kavelgrensbeplanting op enige afstand van de snelweg. De open ruimte blijft behouden, terwijl de weg vanuit het gebied gezien wordt ingepast. een dijklichaam, ze vormt daardoor een ruimtelijke barrière. Alleen hoge beplantingen en kerktorens steken boven de weg uit. Streven van de visie is de weg zelf zo min mogelijk te accentueren, maar juist de lijnen in het landschap. Bij de toekomstige verbreding van de A27 dienen eventuele geluidweringen rekening te houden met deze visie. Ze dienen dus zo min mogelijk op te vallen en het uitzicht op de omgeving niet te belemmeren. Er dient terughoudend te worden omgegaan met grote reclameborden. Zij zijn vaak storend in het open landschap. Spoorlijn De spoorlijn Leerdam - Gorinchem doorsnijdt het gebied en ligt op een lage kade. Vaak is het tracé ingepast met opgaande beplanting. De lijn is een gegeven, welke niet direct storend is. Ten westen van Arkel is meer afscherming gewenst ter inpassing van het bedrijventerrein. Brons + partners landschapsarchitecten bv
Betuweroute Het plangebied grenst aan de zuidzijde aan de Betuweroute en de A15. De Betuweroute wordt over grote lengte begeleid door geluidschermen, waardoor er geen zicht meer is op de achterliggende horizon. Een goede groene inpassing is wenselijk, om deze abrupte overgang van het landelijk gebied naar het verstedelijkte infralandschap met vaak ook aangrenzende bedrijven vorm te geven. Dit groen maakt ook onderdeel uit van de regiovisies. Per deel dient het groen in relatie met het landschap ontworpen te worden. Zowel ten westen als ten oosten van de Giessen kan gekozen worden voor het aanleggen van kavelgrensbeplantingen. Ten oosten van Schelluinen past een nagenoeg lineaire beplanting het best.
Huidige kwaliteiten lokale wegen
Bestaande beeldkwaliteit weg is landelijk, rustig en sober.
Sloten langs de weg passen bij het landelijk karakter en verterken het smalle continue wegbeeld en zijn daarmee beeldbepalend voor het profiel.
Verkeersremmende obstakels zijn visueel niet fraai, omdat ze de lange doorlopende lijn van de weg doorbreken.
Verkeersremmende drempels zijn visueel niet fraai, omdat ze de lange doorlopende lijn van de weg doorbreken.
In smal profiel toegevoegde inhaalhavens; het oorspronkelijke profiel blijft behouden, plaatselijk is er ruimte om te passeren.
Halfverharde bermen behouden het oorspronkelijke profiel van de weg, maar creëren wel meer mogelijkheden voor inhalen en passeren.
Verkeersmaatregelen
Toegevoegde fietspaden vallen op in kleur, wat minder past bij het landelijke karakter van de wegen.
Lokale wegen Het plangebied kent een groot aantal lokale wegen. Gezien de smalle profielen doen zich hier problemen voor met de verkeersveiligheid. Daarvoor worden diverse maatregelen getroffen, zoals drempels, paaltjes, versmallingen, e.d. In bijgaande schetsen zijn enkele overwegingen meegegeven ten aanzien van de beeldkwaliteit van deze wegen. In de uiteindelijke afweging voor de inrichting zal de verkeersveiligheid ook een belangrijke rol moeten spelen.
Bomenrijen langs de weg zijn beeldbepalend voor het smalle wegprofiel en accentueren het continue karakter van de weg.
Alternatieven die minder opvallen
Toegevoegde fietssuggestiestroken, suggereren een smalle weg, geven fietsers meer veiligheid en zijn visueel acceptabel.
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
67
11
Uitvoeringsparagraaf
68
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Brons + partners landschapsarchitecten bv
Inleiding Dit hoofdstuk geeft aan hoe de realisatie en uitvoering van dit landschapskader tot stand komt. Allereerst wordt een aantal algemene aanbevelingen gegeven, die essentieel zijn voor een goede uitvoering van dit landschapskader. Hierop volgt een indeling van de geselecteerde projecten in verschillende categorieën. Daarna volgen tabellen van de projecten, die voortvloeien uit de visie. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een globale omschrijving van de diverse subsidiemogelijkheden, die mogelijk ingezet kunnen worden om projecten daadwerkelijk uit te voeren. Na het opstellen van het integraal landschapskader, is het van belang dat de visie daadwerkelijk tot uitvoering komt. Hiervoor is ten eerste de vaststelling van dit landschapskader door de drie gemeenteraden noodzakelijk, waarin zij uitspreken de visie te onderschrijven en ook de ambitie uit te spreken om projecten daadwerkelijk te realiseren en deze in de toekomst als referentiekader te gebruiken. Daarnaast dienen de gemeenten voor de uitvoering van projecten ook budgetten te zoeken. In de huidige financiële situatie van de gemeenten is dit geen gemakkelijke opgave. In dit hoofdstuk worden enkele aanbevelingen gedaan ter financiering van de projecten.
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
69
11.1 Algemene aanbevelingen Organisatie van de uitvoering
Gemeentelijke taken
De organisatie van de uitvoering dient opgepakt te worden door de drie gemeenten. Zij hebben afspraken gemaakt om bepaalde onderdelen samen op te pakken en andere onderdelen per gemeente.
Voor de uitvoering van projecten hebben de gemeenten zelf een belangrijke taak. De gemeenten zijn zelf de initiator binnen het landschappelijke kader, naar zowel de particulieren als naar de diverse instanties toe. De gemeentelijke taken bestaan uit: • borgen van de status van het plan; • waarborgen van de voortgang van het uitvoeringsprogramma, door regelmatig de uitvoering van projecten te toetsen en te evalueren op hun voortgang; • coördineren naar andere organisaties, instanties en particulieren; • initiatiefnemers van nieuwe ontwikkelingen wijzen op het landschapskader en de gewenste ruimtelijke kwaliteit bij de betreffende ruimtelijke ontwikkeling; • het toetsen van de uiteindelijke plannen aan de gewenste ruimtelijke kwaliteit zoals omschreven in het landschapskader; • uitvoeren en beheren, wanneer het gaat om eigen eigendommen; • initiëren van nieuwe projecten; • zorg dragen voor een goede koppeling tussen de structuurvisie, het bestemmingsplan, de welstandsnota en het landschapskader
Financiële middelen Het is gewenst dat de drie gemeenten financiële en andere middelen zoeken voor het landschapskader en de benoemde projecten om gedurende de komende tien jaar uitvoering te kunnen geven aan projecten. Het reserveren van financiële middelen zal gezien de crisis en de bezuinigingen van de gemeenten de komende jaren niet gemakkelijk zijn. Voor veel projecten zijn subsidiemogelijkheden beschikbaar. Veelal is er bij deze subsidies 2550% cofinanciering benodigd. Er zijn nog POP en ILG gelden, die door de regio AlblasserwaardVijfheerenlanden kunnen worden benut. De cofinanciering kan mogelijk door de gemeenten worden ingevuld door aansluiting te zoeken bij budgetten voor geplande werken en projecten van de afdelingen civiel en groen van de drie gemeenten. De gemeenten kunnen door co financiering hun middelen verveelvoudigen. Belangrijk is dat er continuïteit en voortgang is in het uitvoeren van de projecten. Door de provincie Zuid-Holland is voor het ILK € 20.000,- toegezegd voor de uitvoering van de eerste projecten.
70
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Landschapscoördinator Om de continuïteit en afstemming te waarborgen, is een toekomstige ambitie om gezamenlijk een landschapscoördinator aan te stellen. De landschapscoördinator kan een belangrijke schakel vormen tussen het landschapsbeleid en de uitvoering. Brons + partners landschapsarchitecten bv
Hij of zij is het eerste aanspreekpunt wanneer het gaat om landschap en de landschapsontwikkelingen, dit voor zowel de gemeente als voor de particulier. De landschapscoördinator kan de projecten verder uitwerken en subsidieaanvragen verzorgen. Ook houdt hij of zij contact met organisaties en particulieren in het buitengebied. Deze landschapscoördinator kan bijvoorbeeld worden ingehuurd vanuit Landschapsbeheer Zuid-Holland.
Integrale afstemming Nieuwe ontwikkelingen dienen ten eerste getoetst te worden aan de Structuurvisies en bestemmingsplannen. Voor de gewenste ruimtelijke kwaliteit dient het landschapskader als inspiratiekader en streefbeeld. Bij de ontwikkeling van nieuwe initiatieven dient integraal op de rode en de groene ontwikkeling getoetst te worden. De rode ontwikkeling ligt momenteel bij de welstandscommissie. Er dient afstemming te komen met de gewenste groene ontwikkeling van bijvoorbeeld de erven, zoals omschreven in de visie.
Stuurgroep De stuurgroep zal een maal per jaar bijeen komen om de effecten van het ILK in relatie tot de ontwikkelingen in het buitengebied te bespreken, de voortgang van de projecten te monitoren, ervaringen uit te wisselen tussen de drie gemeenten en te bezien welke vervolgprojecten uit de lijst kunnen worden opgepakt, hetzij gezamenlijk, hetzij individueel per gemeente.
Communicatie naar de streek Belangrijk voor de uitvoering van projecten is om een goede communicatie met de streek op te zetten. Per project kunnen specifieke partijen in beeld komen en eventueel aparte projectorganisaties worden ingesteld. De belangrijkste betrokken partijen per project zijn in de navolgende tabellen genoemd. Binnen de klankbordgroep zijn de volgende partijen betrokken: - LTO Noord, afdeling Alblasserwaard; - LTO Noord, afdeling Vijfheerenlanden - Zuid-Hollands Landschap - Landschapsbeheer Zuid-Holland - Natuur- en Vogelwacht Alblasserwaard - Natuur- en Vogelwacht Vijfheerenlanden - Gebiedsplatform en Historisch Overleg - Regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden - Gemeente Giessenlanden - Gemeente Leerdam - Gemeente Zederik Voor de communicatie met de burgers is het belangrijk om regelmatig te publiceren over de voortgang van projecten. Hiervoor is diverse media beschikbaar, zoals de gemeentelijke krant en webpagina, nieuwsbrieven of in de mondelinge sfeer op bijvoorbeeld een landschapsdag.
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
71
11.2 OverzichtstabelLEN projecten Inzet gemeenten De drie gemeenten kunnen in deze tijd van gemeentelijke bezuinigingen nauwelijks extra middelen beschikbaar stellen voor de uitvoering van het ILK. Wel willen ze zich inzetten om via de gemeentelijke organisatie de ambities voor landschapsontwikkeling op te pakken: • als eerste dient de samenwerking tussen de drie gemeenten te worden voortgezet; • bij nieuwe ontwikkelingen dient het ILK als streefbeeld en toetsingskader, in bestaande situaties dient het ILK vooral als inspirerend streefbeeld.
Indeling projecten Vanuit de visie volgen diverse projecten, die uitvoering geven aan het ILK. Er is een opdeling gemaakt in diverse soorten projecten, de zogenaamde ABC-lijst en een groslijst. De A-lijst Dit zijn gezamenlijke projecten van de drie gemeenten. Hiervoor wordt de beschikbare subsidie van de provincie ingezet. Project A1 wordt opgepakt in 2011, project A2 in 2012. De B-lijst Dit zijn projecten van de individuele gemeenten. Elke gemeente zal zelf zorgen voor voldoende budget, bij voorkeur na 2011.
72
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
De C-lijst Dit zijn gezamenlijke projecten van de drie gemeenten. De trekkersrol ligt echter bij andere partijen. De Groslijst Dit zijn interessante projecten, die volgen uit de visie en de diverse thema’s. Dit zijn projecten voor de langere termijn. Zij kunnen in de komende jaren, afhankelijk van de beschikbaar komende budgetten en andere financieringen nadere prioriteit krijgen.
Voor de natuurontwikkelingsprojecten ligt het initiatief voornamelijk bij de provincie. Gelet op de lijn die het nieuwe kabinet heeft ingezet zijn deze projecten momenteel weinig realistisch. Indien gelden beschikbaar komen voor de uitvoering zullen de gemeenten meewerken aan de uitwerking van deze projecten.
Projectinformatie De hieronder weergegeven tabellen geven een overzicht van de geselecteerde projecten. Per project is aangegeven of er koppelingen zijn met subsidieregelingen of met een drager van de kosten, wie de verantwoordelijke trekker is van het project en met welke organisaties of instanties er samenwerking gezocht dient te worden. Thematische projecten groslijst De recreatief-toeristische projecten zullen op een laag pitje staan. De gemeenten faciliteren deze ontwikkelingen door hun regelgeving. Verder ligt het initiatief bij particulieren of derden. Indien er subsidiemogelijkheden zijn zullen zij wel actief meewerken aan de genoemde projecten.
Brons + partners landschapsarchitecten bv
A-lijst Projecten die gemeenten gezamenlijk willen uitvoeren
Subsidieregeling / kostendrager
Trekker(s)
In samenwerking met
B.1
Behouden en herstellen van oorspronkelijk erf indeling (voor- en achterzijde). Voorlichting en stimulering aanleg, herstel en beheer van gebiedseigen beplanting.
Particulier SNL POP / pMJP
Gemeenten / LBZH
Particulieren / ZHL
Via twee voorbeeld folders stimuleren streekeigen erfinrichting en beplanting; • één voor agrariërs en agrarisch aanverwante bedrijven en • één voor niet agrarische functies (wonen / invulling VAB). Folders aanbieden aan klankbordgroepleden.
Provinciale subsidie ILK
Goede inpassing van bestaande en nieuwe paardenvoorzieningen in het landschap • Project is onlangs gestart door LBZH • Advisering en bijdrage uitvoering aan particulieren • Gemeente kan particulieren doorverwijzen
Toegekend provinciaal budget Particulieren
B.2
Afdelingen communicatie LTO
Gemeenten
LBZH LTO VNG
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
73
74
B-lijst Projecten van individuele gemeenten
Subsidieregeling / kostendrager
Trekker(s)
In samenwerking met
B.1
Groene bebouwingslinten • Informatieavonden en uitvoering per lint • Advies en bijdrage groene inrichting aan particulier • Project loopt reeds in leerdam, uitbreiden naar Giessenlanden
Provinciaal budget Per lint ca. € 5.000,- van gemeente SNL
LBZH
Gemeente Giessenlanden PZH LBZH / ZHL Particulieren Waterschap
B.2
Versterken van streekeigen landschapselementen, zoals boomgaarden en eendenkooien • Aanvraag boomgaarden wordt herschreven door LBZH • Project loopt reeds voor 2 boomgaarden vereniging de Bongerd en 2 boomgaarden Leerdam • Betreft (achterstallig) onderhoud, herstel en aanleg • Versterking, beleving en ontsluiting, excursies en lespakket scholen, bewonersparticipatie in onderhoud
Leader Budget Leerdam is reeds toegezegd
LBZH
Particulieren Gemeente Leerdam Natuur en Vogelwacht Alblasserwaard en Vijfheerenlanden Vereniging de Bongerd
B3
Versterken van erfbeplantingen
SNL
Gemeente Zederik
LBZH Particulieren
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Brons + partners landschapsarchitecten bv
C-lijst Gezamenlijke projecten met andere trekkers
Subsidieregeling / kostendrager
Trekker(s)
In samenwerking met
C.1
Oplossingen zoeken voor afvoer van snoeihout (onderzoek naar haalbaarheid voor energiewinning, biomassacentrale)
Aansluiten bij lopende initiatieven van de provinciale milieudienst, het Gebiedsplatform en de Rabobank
Regio Alblasserwaard / Vijfheerenlanden en LBZH
Gemeenten, HVC en MZHZ
C.2
Opstellen beeldkwaliteitplannen wegen buitengebied met maatregelen voor verkeersveiligheid en behoud van beeldkwaliteit
Waterschap
Gemeenten
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
75
Groslijst Thema: Bebouwingslinten Project Be.1
Behouden en herstellen van historische boerderijen
Subsidieregeling / kostendrager
Trekker(s)
In samenwerking met
Brimsubsidie
Particuliere eigenaren
Subsidieregeling / kostendrager
Trekker(s)
In samenwerking met
SNL
Gemeenten
LBZH / ZHL
Subsidieregeling / kostendrager
Trekker(s)
In samenwerking met
POP / ILG
LBZH / ZHL
PZH Gemeenten Boerderij en Erf
Thema: (agrarische) Ontwikkelingen op erven Project E.1
Natuur en Landschapseducatie, combinatie met Natuur- en Landschapsbeheer
Thema: Gebiedseigen beplantingen Project G.1
76
Opstellen lijst van cultuurhistorische en landschappelijk waardevolle landschapselementen, zoals hennepakkers, huftbosjes, heulen, braakhutten, boezemlandjes, spoelstoepen, etc
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Brons + partners landschapsarchitecten bv
Thema: Overgangen kernen-buitengebied Project
Subsidieregeling / kostendrager
Trekker(s)
In samenwerking met
O.1
Beplanting rondom bedrijven(terreinen)
Gemeenten / Particulieren
Gemeenten
Particulieren Ondernemers
O.2
Verbeteren knelpunten overgang kernenbuitengebied. Iedere gemeente spant zich in om een ‘foute situatie’ aan te pakken, als onderdeel van het meerjaren onderhoudsprogramma wegen. Tevens kader voor ontwikkelaars bij nieuwbouwprojecten aan de rand van de kernen.
Gemeenten
Gemeenten
Waterschap en Particulieren
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
77
78
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Brons + partners landschapsarchitecten bv
Thema: Recreatie Project
Subsidieregeling / kostendrager
Trekker(s)
In samenwerking met
R.1
Uitbreiden van wandelmogelijkheden; over zomerkades langs de Lek, ommetjes om de kernen, stroomruggen naar polders, langs waterlopen, kades, etc. bijvoorbeeld Ameide Noordeloos) in de vorm van “klompenpaden” en vanuit wandelpadenplan
Provinciaal budget beschikbaar pMJP (ILG)
Gemeente Zederik
Agrarische ondernemers Particulieren SWP LAW Rijkswaterstaat
R.2
Uitbreiden van waterrecreatieve voorzieningen (picknick langs het water, oplaadpunten voor fluisterbootjes, inzetten op elektrische sloepen)
POP / ILG / Regiofonds
Den Haneker Gemeente Giessenlanden Ondernemers
Waterschap
R.3
Herstel van cultuurhistorische elementen met een educatieve functie.
POP / ILG
Gemeenten PZH
LBZH / ZHL
R.4
Uitbreiden van fietspaden volgens het provinciaal fietspadenplan
Budget wegen, gemeenten en PZH BDU POP / ILG
Waterschap PZH
Gemeenten
R.5
Recreatieve informatie verschaffen (wandelen, fietsen, watersport) in een overzichtskaart met daarop alle historische kenmerken en recreatief aantrekkelijke zaken en voorzieningen. Hierbij gebruik maken van het fietsknooppuntensysteem
POP / ILG
Gemeente Zederik en eventueel Leerdam
PZH ZHL
R.6
Verbeteren inpassing van recreatieve voorzieningen
POP / ILG
Gemeenten
LBZH / ZHL
R.7
Herinrichting Diefdijk, breed integraal project; verkeersveiligheid, beleefbaarmaken cultuurhistorie, en recreatieve voorzieningen
Gemeente Leerdam / Waterschap
Waterschap
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
79
Thema: Nieuwe Landgoederen Project L.1
Uitbreiden en koppelen van natuurgebieden
Subsidieregeling / kostendrager
Trekker(s)
In samenwerking met
SNL
PZH
ZHL Particulieren
Subsidieregeling / kostendrager
Trekker(s)
In samenwerking met
Thema: Natuur Project
80
N.1
Uitvoeren van Groene Ruggengraat
ILG
PZH
N.2
Behouden en versterken van natuurfuncties en recreatief medegebruik (in uiterwaarden Lek)
SNL
Natuur-beherende organisaties PZH
Gemeenten ZHL / LBZH Particulieren
N.3
Creëren van een natuurzone langs nieuwe ontwikkelingen (bijvoorbeeld langs nieuwe bedrijventerrein Schelluinen)
POP / ILG
PZH
ZHL Gemeenten
N.4
Realisatie van EHS
pMJP (ILG)
PZH
N.5
Veiligstellen van weidevogelgebieden en soortenprogramma’s onder andere ringslang en kamsalamander
Leefgebieden-benadering
LBZH
Particulieren
N.6
Verbeteren van waterkwaliteit in natuurgebieden. Natura 2000 traject Diefdijk / Lingegebied
POP / ILG Leefgebieden-benadering
Waterschap Provincie Gelderland Provincie Z-Holland DLG Ministerie ELI
Gemeenten ZHL LTO SBB
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Brons + partners landschapsarchitecten bv
fotowedstrijd, ingezonden door Tini de Jonge
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
81
11.3 Subsidieregelingen In deze paragraaf zijn de diverse subsidiemogelijkheden benoemd, welke mogelijk kunnen worden aangesproken voor de realisatie van diverse projecten.
Plattelandsontwikkelingsprogramma 20072013 (POP2) Het POP is een Europees subsidieprogramma dat zich richt op de ontwikkeling van het platteland. Voor de uitvoering van het programma zijn er twee stromen, het ondernemersspoor via het Ondernemingsprogramma en het gebiedsgerichte spoor via het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG). Het POP kent 4 hoofddoelstellingen (assen): 1. Verbetering van het concurrentiekracht van de land- en bosbouwsector 2. Het verhogen van de kwaliteit van natuur en landschap 3. Verbetering van de leefbaarheid op het platteland en van de plattelandseconomie 4. Uitvoering van de LEADER-aanpak. Dit is de plattelandsontwikkeling door lokale actiegroepen. In het kader van het POP-Leader (as-4) valt het buitengebied van de gemeenten Giessenlanden, Leerdam en Zederik binnen het gebied: ‘De Waarden’. Voor deze regio zijn nog ruim voldoende gelden aanwezig.
82
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Agenda Vitaal Platteland (AVP) Het Meerjarenprogramma Agenda Vitaal Platteland 2007-2013 (MJP2) is de basis van het Rijk voor de overeenkomsten met de provincies. Het MJP2 is door de Ministeries van VROM, LNV en V&W opgesteld. Voor de uitvoering van projecten binnen het MJP2 wordt gebruik gemaakt van de ILG-gelden, welke gebaseerd zijn op de begrotingen van deze ministeries. Het MJP2 is onderverdeeld naar 8 thema’s: • Veelzijdige natuur • Vitale landbouw • Recreatief aantrekkelijk Nederland • Landschap met kwaliteit • Duurzaam bodemgebruik • Waterbeheer op orde • Impuls aan aandachtsgebieden, reconstructie zandgebieden • Sociaal-economische vitaliteit De provincies zijn aangewezen als uitvoerend orgaan. Deze hebben ieder een eigen provinciaal Meerjarenprogramma opgesteld (pMJP).
Provinciaal Meerjarenprogramma 20072013 (pMJP) Zoals hierboven al genoemd, is het pMJP een provinciale uitwerking van het MJP van het Rijk. De subsidiabele activiteiten zijn als volgt onderverdeeld naar thema:
Natuur 1. Grondverwerving en inrichting Subsidie voor de verwerving en inrichting van natuurterrein, dit ten gunste van Stichting Zuid-Hollands Landschap en Vereniging Natuurmonumenten. Met betrekking tot ecologische verbindingszones kan eenieder subsidie aanvragen. 2. Milieutekorten in de Ecologische Hoofdstructuur en de Vogel- en Habitatrichtlijn gebieden Projectsubsidie voor het uitvoeren van maatregelen tegen verdroging, verzuring, vermesting, verzoeting, te voedselrijke bodem door voormalig landbouwkundig gebruik. Dit ten gunste van terreinbeherende organisaties, waterschappen en particuliere grondeigenaren (uitgezonderd ondernemers). 3. Maatregelen in de Ecologische Hoofdstructuur Projectsubsidie voor het uitvoeren van maatregelen ter verhoging van de natuurwaarden in gebieden behorend tot de EHS. Dit ten gunste van terreinbeherende organisaties (ook Staatsbosbeheer), private grondeigenaren uitgezonderd. 4. Soortenbeleid Projectsubsidie voor maatregelen die binnen het vastgestelde rijksbeleid zijn gericht op de bescherming van bedreigde dier- of plantensoorten. Dit ten gunste van eenieder.
Brons + partners landschapsarchitecten bv
Recreatie 5. Landelijke routenetwerken Projectsubsidie voor het opheffen van knelpunten in het landelijk fietsnetwerk, wandelnetwerk en in de recreatietoevaart. Dit ten gunste van publieke beheerders van wegen en paden (gemeenten, waterschappen, samenwerkingsverbanden op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen), belangenorganisaties op het terrein van routegebonden openluchtrecreatie en beheerders van natuur- en recreatieterreinen. 6. Ontsluiting Landelijk Gebied; wandelen over boerenland Projectsubsidie voor de inrichtingsmaatregelen van wandelpaden over boerenland, vergoeding voor recht van overpad t.b.v. wandelen over boerenland. Dit ten gunste van agrarische ondernemers en particuliere grondeigenaren. Landbouw 7. Structuurversterking grondgebonden landbouw Projectsubsidie voor het uitvoeren van maatregelen gericht op de verbetering van de ligging en toegankelijkheid van landbouwkavels. Dit ten gunste van doelgroepen en begunstigden zoals benoemd in POP-maatregel 125.
8. Duurzaam ondernemen, diversificatie naar nietagrarische activiteiten Projectsubsidie voor alle activiteiten genoemd in POP-maatregelen 311 (diversificatie naar niet-agrarische activiteiten), 312 (steun voor oprichting en ontwikkeling van microonderneming) en 313 (bevordering van toeristische activiteiten). Dit ten gunste van doelgroepen en begunstigden zoals benoemd in POP-maatregel 311, 312 en 313.
11. Verwerving van vakkundigheid, dynamisering en uitvoering Projectsubsidie voor alle activiteiten genoemd in POP-maatregel 341 (verwerving van vakkundigheid en dynamisering met het oog op de opstelling en uitvoering van een plaatselijke ontwikkelingsstrategie). Dit ten gunste van participanten van de plaatselijke Leadergroep of het plaatselijke partnerschap.
9. Verbetering leefbaarheid op het platteland Subsidie voor alle activiteiten genoemd in POP-maatregel 321 (basisvoorzieningen voor de economie en de plattelandsbevolking), 322 (dorpsvernieuwing en ontwikkeling) en 323 (instandhouding en opwaardering van het landelijk erfgoed). Dit ten gunste van alle eindbegunstigden zoals benoemd in POPmaatregel 321, 322 en 323.
12. Stimulering van plattelandsontwikkeling en de “Leader-aanpak” Subsidie voor alle activiteiten genoemd in POP-maatregel 411 (concurrentievermogen), 412 (milieu/landbeheer), 413 (leefkwaliteit/ diversificatie), 421 (uitvoering van samenwerkingsprojecten) en 431 (beheer van plaatselijke groep, verwerving van vakkundigheid en dynamisering van het gebied). Dit ten gunste van plaatselijke Leadergroepen.
10. Gebiedsgerichte ontwikkeling van groenblauwe diensten Projectsubsidie voor het uitvoeren van regionale initiatieven tot het ontwikkelen van (een systeem van) groenblauwe diensten, aansluitend bij de catalogus groenblauwe diensten (onderzoek naar regionale prioriteiten, voorbereiding van regionale implementatie en het organiseren van gebiedsprocessen). Dit ten gunste van gemeenten en gemeentelijke samenwerkingsorganen, waterschappen, belangenorganisaties voor de agrarische en recreatieve sector.
13. Duurzaam ondernemen, beroepsopleidingen en voorlichting, vergroten inzicht, kennis en vaardigheden van ondernemers door het uitvoeren van demonstratieprojecten Uitvoeren van pilots ter bevordering van de biodiversiteit die op voordracht van de provincie zijn gehonoreerd door het Rijk, waaronder pilots zoals opgenomen in het provinciaal uitvoeringsprogramma Biodiversiteit. Dit ten gunste van begunstigden zoals benoemd in POP-maatregel 111.
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
83
Landschap 14. Ontwikkelen en instandhouden Nationale Landschappen Subsidie voor activiteiten gericht op de opstelling en nadere concretisering van de Uitvoeringsprogramma’s voor de Nationale Landschappen Groene Hart en Nieuwe Hollandse Waterlinie, alsmede activiteiten ter uitvoering van de vastgestelde Uitvoeringsprogramma’s Nationale Landschappen Groene Hart en Nieuwe Hollandse Waterlinie. Dit ten gunste van regionale samenwerkingsverbanden, waterschappen, gemeenten en gemeentelijke samenwerkingsorganen, overige natuurlijke rechtspersonen (met uitsluiting van individuele agrarische ondernemers).
16. Stimuleren regionaal landschapsbeleid Projectsubsidie voor het begeleiden van de ontwikkeling van regionale landschapsprogramma’s in de prioritaire gebieden. Dit ten gunste van waterschappen, gemeenten en gemeentelijke samenwerkingsorganen, overige natuurlijkeen rechtspersonen (uitsluiting van individuele agrarische ondernemers).
Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer (SNL) Binnen deze subsidieregeling worden alle mogelijkheden conform het beheer, alsmede de aanleg van natuur en landschapselementen, geregeld. Het SNL-subsidiestelsel is geregeld via het Natuurbeheerplan Zuid-Holland. In het Natuurbeheerplan worden diverse beheertypen en ambities gegeven over gebieden waar subsidies mogelijk zijn. Dit in navolging voor gebieden die voldoen aan het gestelde beheertype en/of de gewenste ambitie realiseren. De Alblasserwaard en Vijfheernlanden zijn gelegen binnen het gebied ‘De Waarden’, waarvoor subsidie mogelijkheden aanwezig zijn voor, zie de kaart hieronder en de tabellen hiernaast:
15. Ontwikkelen en instandhouden van het landschap Projectsubsidie verlenen voor het uitvoeren van maatregelen ten behoeve van onderhoud en herstel landschapselementen die bijdragen aan de instandhouding van gebiedskarakteristieke regionale landschappen, zoals houtwallen, hakhoutsingels en –bossen, kleine boselementen. Dit ten gunste van waterschappen, gemeenten en gemeentelijke samenwerkingsorganen, Stichting Landschapsbeheer Zuid-Holland, Agrarische Natuurverenigingen en overige natuurlijkeen rechtspersonen.
Veenweidegebied, in groen de locaties waar SNL Subsidies beschikbaar zijn.
84
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Brons + partners landschapsarchitecten bv
Index Natuur en Landschapsbeheer Onderdeel Landschapselementen Code
Beheertype
Subcode
01.01
Poel en klein historisch water
01.01.01
01.02
Houtwal en singels
01.01.02 01.02.01 01.02.02 01.03
Elzensingels
01.03.01 01.03.02 01.03.03
01.06
Struweelhaag
01.06.01
01.08
Knotboom
01.08.01 01.08.02 01.08.03
01.09
Hoogstamboomgaard
01.09.01
01.11
Hakhoutbosje
01.11.02
01.12
Griendje
01.12.01
01.ZH1
Halfstamboomgaard
01.ZH1
01.ZH2
Leibomen
01.ZH2
Onderdeel Agrarisch Natuurbeheer A01 Agrarische Faunagebieden
A01.01 Weidevogelgebied A01.03 Ganzenfoerageergebied
A02 Agrarische Floragebieden
A02.01.01 en A02.01.02 Botanisch weiland en botanisch hooiland (grasland) A02.01.03 Botanische weide-, of hooiland (veenweidegebied, grasland in droogmakerij)
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
85
Brimsubsidie (Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed) Wanneer u eigenaar bent van een rijksmonument, kunt u in aanmerking komen om bij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed subsidie aan te vragen. Deze Brimsubsidie is een instandhoudingssubsidie. Alvorens u de subsidie ontvangt, dient er een instandhoudingsplan op te stellen. In het instandhoudingsplan worden de werkzaamheden over een periode van 6 jaar omschreven. De subsidie kan aangevraagd worden voor molens/gemalen, kerken, kastelen/landhuizen/ buitenplaatsen, woonhuizen niet in particulier bezit, overige monumenten (waaronder rijksboerderijen met agrarische functie).
Brede Doeluitkering (BDU) verkeer en vervoer In Nederland krijgen de 12 provincies en 7 stadsregio’s jaarlijks van het Ministerie van Verkeer en Vervoer een bijdrage voor de uitvoering van het lokale en regionale mobiliteitsbeleid. Gemeenten kunnen voor mobiliteitsprojecten bij de provincie voor cofinanciering aanvragen. Voor cofinanciering komen de wegen met een utilitair karakter in aanmerking. Tevens kunnen fietspaden met een recreatief karakter, alsmede fietspaden gekoppeld aan water en natuur, in aanmerking komen.
86
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
Leefgebiedenbenadering (ILG-Gelden) Het landelijk gebied is van groot belang voor enkele specifieke categorieën planten en dieren (soortenbescherming). De beschermde soorten zijn afhankelijk van voldoende landschapselementen, zoals akkerranden, drinkputten, dijken, oude gebouwen, wegbermen en beplantingen. De te subsidiëren maatregelen zijn onder meer de maatregelen die nodig zijn ten behoeve van de inrichting, voorlichting, monitoring en de organisatiekosten. De nadruk ligt hier op het inrichten en verbeteren van de leefgebieden. Het subsidiëren van de uitvoering geschiedt via de werkwijze van het ILG. In aanmerking voor subsidies komen onder meer gemeenten, waterschappen, natuur en landschap beherende organisaties en LTO’s. Particulieren kunnen zelf geen subsidie aanvragen, dit verloopt altijd via de hiervoor genoemde instanties. Deze Leefgebiedenbenadering is onderdeel van het SNL geworden.
Brons + partners landschapsarchitecten bv
Landschapskader Giessenlanden, Leerdam, Zederik
87