bron: gem.archief Leidschendam - Voorburg
visie gevelbeeld
Damlaan 1 - 13 Leidschendam
Burg. Hoffmanplein 48b 3071 XM Rotterdam tel 010-4138480 www.linea-architecten.nl
linea architecten
architectuur urban design binnenhuisontwerp
Inhoud Visie gevelbeeld Damlaan 1 - 13
pag. 3
Analyse hoofdstructuur
pag. 7
Geschiedenis Damlaan 1 - 13 Originele hoofdstructuur Gewenste hoofdstructuur Regulering
Kwaliteitsverbetering
pag. 5 pag. 7 pag. 9
pag. 13
pag. 15
visie gevelbeeld
Damlaan 1 - 13 Leidschendam april 2010
bron: gem.archief Leidschendam - Voorburg
Damlaan 1 -13 ca 1915
2.
Damlaan 1 -13 anno 2007
Visie gevelbeeld Damlaan 1 - 13
aan
amb
e Tr
Oud
at
stra
tland
Delf
Rijnla aat
ndstr
traat
poels
Plas
laan
Dam
Damlaan De Damlaan, tussen de Oude Trambaan en Damplein, is een centrale woon-winkelstraat in Leidschendamcentrum. Het is een duidelijk voorbeeld van een dorpsstraat die door zijn centrale ligging door de jaren heen getransformeerd is van een woonstraat met incidenteel winkels tot een winkelstraat met incidenteel woningen. Deze transformatie heeft consequenties voor de uitstraling van de bebouwing. Tot op heden heeft deze transformatie ad hoc plaats gevonden. Met de voortgang van de ontwikkeling van het ‘Masterplan Damcentrum’ ontstaat de behoefte om het transformatieproces op de Damlaan in banen te leiden.
3
aat zierstr
De Damlaan is, als de belangrijkste aanloopstraat* naar het vernieuwde winkelcentrum, een essentieel onderdeel van het kernwinkelgebied* van Leidschendam-centrum. Deze visie geeft, in aansluiting op reeds opgestelde regelgeving voor nieuwbouw, indicatieve richtlijnen voor toekomstige transformaties* in de bestaande bouw; daar waar het winkelgebied betreft. In dit document is het pand Damlaan 1-13 nader beschouwd. Het pand is gedocumenteerd. Vervolgens is de hoofdstructuur ontleed en zijn vanuit deze lezing transformatie-, reclamevoerings- en beluifelingsadviezen opgesteld.
3-1
Uitstraling De Damlaan is onderdeel van de oude landscheiding tussen Rijnland en Delfland*. De grootste ontwikkeling van de laan heeft in drie, kort op elkaar volgende, perioden plaats gevonden: rond 1900, 1915 en 1925. Ondanks dat de laan zich in relatief korte tijd ontwikkeld heeft is er geen sprake geweest van een planmatige ontwikkeling. Er zijn, per periode, overeenkomstige karakteristieke stijlkenmerken* te onderscheiden. Toch wordt de Damlaan gekenmerkt door een diversiteit aan losse panden en/of bouwblokken met vaak verspringende rooilijnen. Het is van belang de laan te lezen als een langgerekte stedelijke ruimte, die gevormd wordt door een ensemble* van verschillende gevelwanden. Bij het ontwikkelen van een eindbeeld voor de Damlaan zal dan ook iedere individuele architectonische eenheid* (pand of bouwblok) een eigen plaats moeten krijgen. Voor het plaatsen van nieuwe, of het vervangen van oude eenheden zal rekening gehouden moeten worden met de schaal van de bestaande bebouwingseenheden. Voor het transformeren van bestaande panden is de bestaande hoofdstructuur van de gevel bepalend. In de hoofdstructuur zijn de schaal en de verhoudingen van de gevel vastgelegd.
oe Warm
at
nstra
mole
Zaag
Da
mp lei n
1
situatie schaal 1:1000
* Deze begrippen worden nader toegelicht in de begrippenlijst die terug te vinden is in het boekje ‘Damlaan Leidschendam stadsherstel’.
3.
situatie 1915, woningbouw
Damlaan Advocaten WOLWINKEL
KNUTSELCOR.NL
JPCARTOONS
MANPOWER
FlexTrans
uitzendbureau
11
nr. 3
nr. 5
nr. 7
situatie anno 2006, transformatie naar winkelplint
4.
nr. 9
nr. 11
FRIENDS
KADOSHOP
13
nr. 13
Geschiedenis Damlaan 1 - 13 Damlaan 1-13 is in 1899 ontworpen als woonblok met op de kop een winkelruimte. De woonfunctie is inmiddels ondergeschikt aan de winkelfunctie in het bouwblok. Damlaan 1 is gesloopt. Bij meerdere onderdelen is de originele stuctuur niet of nauwelijks nog herkenbaar.
bron: gem.archief Leidschendam - Voorburg
gevelaanzicht circa 1915
Originele bebouwing Damlaan 1-13 is in 1899 gebouwd als een architectonische eenheid* met eenduidelijk symmetrische opbouw*. Kenmerkend is de afwisseling tussen uit de rooilijn* springende tweelaagse gevelvakken en de daartussenliggende éénlaagse bebouwing* met kap. De (woning)entrees zijn opgenomen in de naar voren springende dominante gevelvlakken*. De verdieping is voorzien van klassieke detaillering en vormgeving ter beëindiging van het gevelvlak. Binnen de ritmiek van dominante gevelvlakken bestaat ook weer een duidelijke hiërarchie: het middenvlak* is hoger en breder dan de tussenvlakken, wat de symmetrie* van het bouwblok ondersteund. De eindvlakken zijn evenhoog als het middenvlak, maar minder breed. De hiërarchie tussen de twee-laagse gevelvlakken bepaald de ordening van het ontwerp. De éénlaagse geveldelen* zijn eenduidig, maar niet allemaal gelijk. De meeste worden gekenmerkt door verticale schuiframen met bovenlichten*. In de twee eindtraveeën zijn uitzonderingen gemaakt. Links is een raam ontworpen ter grootte van twee verticale ramen en rechts is een extra entreedeur tussen de ramen geplaatst. Op de kap zijn kleine elegante dakkapelletjes geplaatst.
Transformatie van woning naar winkel Voornamelijk na de tweede wereldoorlog is de Damlaan getransformeerd van een overwegend woonstraat, naar een winkelstraat met, in sommige gevallen, woningen boven de winkels. Dit proces is duidelijk terug te vinden in de huidige uitstraling van de plint van Damlaan 1-13. De transformatie* is nooit gestructureerd en tast de heldere opbouw van de straatgevel aan. Er ontstaat een onrustig en versnipperd gevelbeeld met onduidelijkheid over welke onderdelen bij welke functie horen. Huidige situatie: Door de jaren heen hebben veel verbouwingen plaats gevonden die de heldere opbouw van de gevel niet ten goede zijn gekomen. De oorspronkelijke gevel is alleen plaatselijk nog herkenbaar. De kapverdieping is in de meeste gevallen vlak getrokken. Damlaan 1 is gesloopt en Damlaan 9 en 13 zijn voorzien van een nieuwe gevel. De gevel van Damlaan 11 is onherstelbaar getransformeerd. Op de begane grond zijn, door penanten* te verwijderen en metselwerk te schilderen, meerdere traveeën samengetrokken. Doel van deze visie is voorwaarden te formuleren om de leesbaarheid en kwaliteit van de originele vormgeving terug te brengen. Ingezette transformaties zijn hierbij, daar waar functioneel, gebruikt.
bron: gem.archief Leidschendam - Voorburg
gevelaanzicht circa 1930
ontwerptekening gevel 1899
gevelaanzicht anno 2007
5.
as-B
centrale middens-as
as-B
as-A
as-A
opbouw gootzone
plint
gevelplint
a
b blok 1
originele hoofdstructuur
nr. 1 gesloopt
huidige hoofdstructuur
6.
b
a blok 2
b
b
a blok 3
b
b
a blok 4
b
a
b blok 5
Analyse hoofdstructuur Transformaties in een gevel zijn onderdeel van de ontwikkeling van een pand en tonen de veranderingen in het gebruik door de jaren heen. Veel panden zijn zodanig flexibel dat zij deze veranderingen kunnen verdragen. Vaak geldt dit ook voor het ontwerp van de gevel. De mate waarin een gevelbeeld gewijzigd kan worden zonder dat het zijn identiteit verliest hangt af van de kracht van de hoofdstructuur*. De hoofdstructuur van een gevel vormt de basis waarbinnen functie, verhouding en schaal van de gevel vastgelegd zijn. Wanneer door verbouwingen de hoofdstructuur wordt aangetast, gaat dat ten koste van kracht van het originele ontwerp. Derhalve is het van belang een duidelijk beeld te krijgen van de hoofdstructuur van de gevel alvorens uitspraken te doen over gewenste transformatie* mogelijkheden. Toekomstige aanpassingen* zullen binnen de ‘regels van de hoofdstructuur’ moeten worden uitgevoerd. Bestaande wijzigingen moeten daarbinnen worden aangepast. Hoofdstructuur 1-13 Bij het bouwblok 1-13 is door de jaren heen zoveel veranderd, dat er nauwelijks nog sprake is van een eenduidige hoofdstructuur op blokniveau. Delen zijn gesloopt en vervangen. Andere delen zijn opgetopt. In de analyse van de hoofdstructuur kunnen we dan ook niet alleen terugvallen op de originele hoofdstructuur. We hebben, per travee*, de architectonische kwaliteit en daarbij horende hoofdstructuur geïnventariseerd. Opvallend is dat een deel van het blok* (nr. 3 - nr. 7) weer terug te brengen is tot één ensemble*, terwijl het andere deel, ondanks nog aanwezige originele details, uiteen valt in drie losse panden (nr. 9, nr. 11, nr. 13), met nog nauwelijks originele kenmerken. Nr. 11 en nr. 13 hebben daarnaast zo weinig architectonische kwaliteit, dat ze geen positieve bijdrage leveren aan het beeld van de Damlaan. Voor deze panden is sloop-nieuwbouw een redelijk alternatief. Esthetische regulering en toetsing hiervan zal middels de welstandsnota en de commissie voor welstand en monumenten* gebeuren. Originele hoofdstructuur Eenheden Het originele ontwerp is op te delen in vijf eenheden*: blok 1 t/m 5. Blok 1 en 5 vormen de flanken, blok 3 het centrale middendeel en blok 2 en 4 de tussenstukken. De blokken zijn opgebouwd uit een naar voren liggend dominante delen a en terugliggende secundaire delen b. De delen b hebben een metselwerk gevel van één laag met daarop
een kapverdieping. De delen a hebben twee lagen metselwerk. De tweede laag is voorzien van extra detaillering, wat het kroontje op het gevelvlak vormt. Symmetrie Het originele ontwerp kent verschillende symmetrieassen*. Deze zijn van belang voor de ordening van opbouw* van de gevel. Het gevelontwerp is in hoofdopzet symmetrisch van opbouw (centrale midden-as). De symmetrie-as wordt ondersteund door de dominantie in hoogte en symmetrische opbouw van deel a van blok 3. De blokken 2, 3 en 4 zijn symmetrisch van opbouw. Blok 3 vanuit de centrale midden-as, blok 2 en 4 vanuit het dominante gevelvlak a (symmetrie-assen A). Blok 1 en 5 zijn a-symmetrisch van opbouw. De dominante geveldelen a zijn in zichzelf wel weer symmetrisch van opbouw (assen B). Zij ondersteunen de hoofdsymmetrie om de centrale midden-as en vormen de flankbeëindiging* van het gevelontwerp. De delen b zijn nauwelijks symmetrisch van opbouw. De dubbele ramen suggereren een symmetrie*, maar deze wordt in de kapverdieping niet ondersteund door de dakkapellen. Het is ook niet geheel duidelijk waar de dubbele ramen uiteindelijk zijn uitgevoerd en waar deze vervangen zijn door één groot (winkel)raam. Ook de positionering van de dakkapellen is tussen het ontwerp en de uitvoering plaatselijk gewijzigd.
ingezet ter ondersteuning van de symmetrie-assen. De invullingen zijn allemaal voorzien van zorgvuldig gedetailleerde togen. Bijzonder zijn de op de ontwerptekening aangegeven afgeronde bovenlichten. Het is onduidelijk of deze uiteindelijk zijn uitgevoerd. In de huidige situatie is hier niets meer van terug te vinden. Detaillering Detaillering maakt geen deel uit van de hoofdstructuur. Het detailniveau van dit gevelontwerp is echter zo uitgewerkt dat het op een dominante manier deel uitmaakt van het gevelbeeld. Met name de metselwerkdetaillering boven raam en deurpartijen (togen) en onder de goot zijn kenmerkend. De ornamentering van de gevelvlakken a en van de dakkapellen zijn verfijnd en specifiek.
Horizontale zonering In de originele hoofdstructuur kennen de blokken horizontale zonering: plint*, opbouw. De plint wordt gevormd door de begane grond; de opbouw door de verdieping. In de delen b wordt de overgang gemaakt door de zone vanaf de continue geprofileerde natuursteen gevelband tot en met de dakgoot. In de delen a is de overgang minder prominent en begint de opbouw met naar voren komende penanten* aan weerszijden van het gevelvlak. De delen a vormen de horizontale zones meer één geheel waardoor ze in hiërarchie dominant zijn over de delen b. De overgang naar het maaiveld* wordt gevormd door een over alle delen doorlopende gevelplint. Invullingen In de dominante gevelvlakken* (delen a) zijn de entreedeuren opgenomen. In de delen b zijn voornamelijk tweeaan-twee hoge ramen met bovenlichten* toegepast. Raam- en deuropeningen zijn met name gepositioneerd vanuit de symmetrie-assen op blokniveau. Opvallend
Flankbeëindiging
middendeel
7.
as-C
as-C
as-C
as-C
as-C
as-C
opbouw
opbouw
gevelband gevelband Plint (st.bk.)
gevelplint
a
b
b
blok 1
a
Plint gevelplint
één eenheid
b
één eenheid
één eenheid
één eenheid
één eenheid
blok 2
wenselijke hoofdstructuur nr. 9 - 13
wenselijke hoofdstructuur nr. 3 - 7 as-B
as-A as-C
as-C
as-C as-C
opbouw
goot
opbouw
goot
midden midden gevelband gevelband plintzone
gevelplint
a
b blok 1
ontwikkelingsmodel nr. 3 - 7 8.
b
a
b
gevelplint
één eenheid
blok 2
ontwikkelingsmodel nr. 9 - 13
Gewenste hoofdstructuur
Ensemble Damlaan 3-7 Doordat de kapverdieping voor het grootste deel uitgevlakt is, is de hiërarchie in het ensemble* moeilijk waar te nemen; ook nadat bij het pand de gewenste hoofdstructuur is hersteld. Wij hebben er daarom voor gekozen, naast de gewenste hoofdstructuur, een ontwikkelingsmodel op te nemen waarin een kapverdieping is toegevoegd. Door hierin onderscheid te maken tussen delen met schuine kappen en delen met een bijzondere beëindiging van het gevelvlak (kroon) ontstaat een duidelijke hiërarchie die ook de originele bouw kenmerkte. Hierbij zijn stijlkenmerken* van de originele bouw gebruikt Eenheden Het ensemble is op te delen in twee eenheden*: blok* 1 en 2. Blok 1 manifesteert zich, door de sloop van nr. 1, nu als flank, maar was in de originele opbouw* onderdeel van een tussenstuk. Blok 2 is in het originele ontwerp het centrale middendeel geweest. De blokken zijn opgebouwd uit een naar voren liggend deel a en terugliggende delen b. In de originele hoofdstructuur waren de delen b voorzien van een kap en de delen a van een uitgewerkte kroon op het metselwerk gevelvlak. In het ontwikkelingsmodel is middels de referenties uit het originele ontwerp deze opbouw teruggebracht. Blok 1 is daarbij getransformeerd van (deel van een) tussenstuk naar een flankbeëindiging*. Bij blok 2 is het centrale middendeel de basis gebleven. Horizontale zonering In de originele hoofdstructuur kennen de blokken horizontale zonering*: plint*, opbouw. Door het uitvlakken van de kapverdieping wordt de originele hiërarchie ondermijnd, omdat het onderscheid tussen plint en opbouw nagenoeg wegvalt. In het ontwikkelingsmodel is deze weer teruggebracht door een derde (kap)zone te introduceren. Er ontstaat nu een zonering ‘plint, midden, opbouw’. Plint en midden worden gescheiden door de geprofileerde natuursteen band; midden en opbouw door de dakgoot. In de delen a lopen midden en opbouw in elkaar over, waardoor hogere gevelvlakken* ontstaan. Hierdoor worden de geveldelen a weer dominant over de delen b. Symmetrie De symmetrie-assen* in het ensemble opereren enkel nog op blok- en/of deelniveau*. Door het wegvallen van verschillende geveldelen is er geen sprake meer van een ‘centrale midden-as’. Door het wegvallen van de
Pand Damlaan 9 kroon in deel a van blok 2 en door de transformatie* van raampartijen is de voormalige midden-as zelfs op blokniveau minder sterk geworden. Op deelniveau is de symmetrie juist versterkt. Hier kon in het originele ontwerp nauwelijks van symmetrie gesproken kon worden. De raampartijen op de eerste verdieping en de verplaatste dakkapel zorgen in de delen b voor een versterkte symmetrie. Dit heeft tot gevolg dat alle delen a en b min of meer gelijkwaardig worden en symmetrisch van opbouw (as-C). In het ontwikkelingsmodel is met de voorgestelde ophogingen de originele hiërarchie weer gedeeltelijk hersteld (as-A en as-B). De symmetrie op deelniveau is aangehouden (as-C).
In dit pand zijn geen kenmerken meer te traceren van het originele ontwerp. De nieuwe gevel is vormgegeven als een klassiek woon-/winkelpand en levert daarmee een positieve bijdrage in het karakteristiek* beeld van de Damlaan. Bij de analyse van de hoofdstructuur van dit pand zal alleen gekeken worden naar de huidige opbouw.
Invullingen De ramen op de eerste verdieping sluiten aan op de schaal van het originele ontwerp. De kenmerkende bovenlichten* zijn echter komen te vervallen. Op de begane grond zijn de ramen vervangen door grotere winkel puien.
Horizontale zonering Er is sprake van een horizontale zonering: plint, opbouw. De overgang wordt gevormd door een iets terugspringende gevelband die geflankeerd wordt door de geprononceerde penant-beëindigingen*. De opbouw wordt beëindigd door een uitgewerkte dakgoot en de ornamentering op de gevelpenanten*. De overgang naar het maaiveld* wordt gemaakt door een natuursteen borstwering*. In het ontwikkelingsmodel wordt een voorstel gedaan het pand te voorzien van een extra laag aansluitend op de bestaande bouwstijl. Dit ter beoordeling door welstand.
Detaillering Van de verfijnde detaillering in het originele ontwerp is nog maar weinig zichtbaar. Door gevelreiniging en -herstel zal getracht moeten worden de karakteristieke details weer naar voren te halen. Bij de dakopbouw in het ontwikkelingsmodel zal gebruik gemaakt moeten worden van de originele ornamentering en detaillering in de eerste verdieping (opbouwzone) van het originele ontwerp. Transformatie naar winkelplint* In de plint van het ensemble heeft een verschuiving plaats gevonden van woonfunctie naar bedrijfsfunctie. Bij de functiewijziging is weinig tot geen rekening gehouden met de originele hoofdstructuur. De gewenste hoofdstructuur en in het ontwikkelingsmodel tonen hoe een dergelijke transformatie plaats zou moeten vinden: - winkelpuien niet breder of smaller maken dan de twee verticale ramen en het penant* daartussen. Wanneer in het metselwerk nog duidelijk de togen van de kleinere ramen zichtbaar zijn dient daarmee rekening gehouden te worden in de pui-uitwerking. - de originele entrees operatief houden als entree. Tevens dient bij wijzigingen rekening te worden gehouden met bovengenoemde elementen van de gewenste hoofdstructuur.
Eenheden Het pand manifesteert zich als een eenduidig ontwerp. Het valt niet uiteen in verschillende eenheden. De verschillende onderdelen worden door de sterk symmetrische opbouw bij elkaar gehouden.
Symmetrie Deze wordt geordend door de sterk symmetrische opbouw rondom as-C Invullingen De begane grond wordt gevormd door een klassieke winkelpui met terugliggende entrees. De pui is een invulling en daarmee geen onderdeel van de hoofdstructuur. Wij pleiten er echter voor de pui te handhaven in originele staat. De ramen op de verdieping refereren naar klassieke schuiframen van een 19e eeuws pand. Helaas is de toepassing van glas-in-lood achterwege gebleven. Detaillering De ingezette detaillering is functioneel en niet overdadig. Bijzondere details zitten voornamelijk in de winkelpui. In de hoofdstructuur zijn de verbijzonderingen ingezet op de overgangen en beëindigingen.
9.
Regulering Damlaan 1-13
as-B
as-C
as-C
as-A
as-C
500
200
500
uitval zonwering max. 1500 uit de gevel Bevestingsmogelijkheid zonwering
reclamezone
700
nr. 3
nr. 5
nr. 7
travee 1
entree woning
gevelplint op bestaande hoogte tpv H-str.
travee 2
entree winkel
entree winkel
entree winkel
puibreedte
puibreedte
puibreedte
travee 3
entree woning / winkel
entree woning / winkel
uitstal mogelijkheid max. 1200 uit de gevel
entree winkel
puibreedte
700
200
500
500
500
Damlaan Advocaten
700
nr. 9
travee
entree winkel
entree verdieping
entree winkel
entree woning
uitstal mogelijkheid max. 1200 uit de gevel
puibreedte
12.
Regulering De transformatie* van woning naar winkel vraagt, naast de algemene formulering van de elementen van de hoofdstructuur, om extra regulering. Om toekomstige winkeliers een handreiking te geven bij het transformeren van hun gevel tot winkelpui zijn, binnen de ‘regels van de hoofdstructuur’, richtlijnen geformuleerd voor de opbouw* van de pui en de plaatsing van reclame. Op de tekening op pagina 12 met bijbehorende legenda (pag. 13) staan de uitgangspunten geformuleerd. Hieronder worden de uitgangspunten in grote lijn toegelicht. De specifieke invullingen zullen getoetst worden aan de welstands- en reclamenota*.
Renvooi doorvoeren bestaande plint, onderbreking tbv entree en/of symmetrie mogelijk.
handhaven/herstellen/terugbrengen bestaande plint. gevel terugbrengen in oorspronkelijke staat / aanhelen hoofdstructuur. symmetrie-as in de vormgeving van de pui. entree winkel
mogelijkheid entree te positioneren in puivlak.
woning toegang deur terugbrengen in originele staat, draaiende en inzet delen; klassieke kleurstelling donker of transparant gelakt (volgens boonstoppel kleurenwaaier), ter beoordeling welstand.
kozijnen gebroken wit; klassieke kleurstelling (volgens boonstoppel kleurenwaaier), ter beoordeling welstand. reclame: losse letter op het glas/reclame achter het glas. reclame uiting: lichtreclame of dicht paneel in het vlak van het kozijn/glas, positionering volgens tekening, max hoogte reclame 300 mm binnen aangegeven zone. ruimte voor uithangbord in het midden van penant. 100 mm los van de gevel, h = max. 500 mm, b = max. 700 mm, d = max. 120 mm. één bord per travee en/of eenheid op aangegeven hoogte en min. 2300 mm boven maaiveld. alternatieve positie voor uithangbord. max. uitstal mogelijkheid 1200 mm van de gevel afgeplaatst (vergunningsplichtig). vergunningsvrije uitstalling: max. 3m2 en niet verder dan 1000mm uit de gevel.
bevestigings mogelijkheid zonwering. positie zonwering, max. 1500 mm uit gevel, min. 2300 mm boven maaiveld. rolluik 80% open aan de binnenzijde van de gevel.
Er kan gekozen worden voor het terugbrengen van de gevel in de originele staat. Dit echter alleen met toepassing van de authentieke materialisering, detaillering en kleurgebruik. Voor Damlaan 1-13 lijkt dit een onmogelijkheid gezien de ingetreden schaalvergroting het groot aantal traveeën dat geheel vervangen is. Voor nr. 9 is wel een voorkeur uitgesproken voor het handhaven van de bestaande opzet met bijpassend kleurgebruik. Nummer 11 en 13 zijn onherkenbaar gewijzigd en hebben weinig architectonische kwaliteit. Voorgesteld wordt deze gevels te vervangen volgens de regulering in de welstandsnota en ter beoordeling door de welstandscommissie.
Reclamevoering Reclame mag niet voorbij het vlak van de pui steken. Dit met uitzondering van één enkel uithangbord per winkeltravee. Dichte reclamevlakken zijn alleen toegestaan op de daarvoor aangegeven zone van 500 mm hoogte met een maximale hoogte van 300 mm. Overige 200 mm is bedoeld voor zonwering. Wanneer geen zonwering geplaatst wordt kan de dichte reclame binnen de 500 mm zone omhoog geschoven worden. Er mag per winkeltravee één uithangbord worden geplaatst op de daarvoor aangegeven positie en binnen de aangegeven afmetingen. Er zijn meerdere posities aangegeven ter keuze aan de gebruiker. De onderkant van het uithangbord mag nooit lager zijn dan 2300 mm. Zonwering Zonwering kan aangebracht worden op de aangegeven zone van 200 mm. Zonweringen mogen nooit lager komen te hangen dan 2300 mm boven straatniveau en niet verder uit de gevel steken dan 1500 mm in uitgeklapte staat. Uitstal De winkelier heeft uitstalmogelijkheid* in een zone van 1200 mm voor zijn pui op aangegeven vlakken.
Opbouw van de gevelpui Essentieel is dat de winkelpuien niet groter of kleiner zijn dan de twee originele verticale ramen met borstwering* en tussenpenant*. De schaalvergroting helpt om een duidelijk onderscheid te maken tussen woningen en winkels. Voorkeur heeft het opnemen van de winkelentree in dit vlak. De winkelpui dient symmetrisch (vanuit as-C) uitgevoerd te worden. De originele negge* van 70 mm dient aangehouden te worden. De originele woningentreepartijen dienen zoveel mogelijk operatief gehouden te worden, bij voorkeur als woningentree (bovenwoning) eventueel als winkelentree. Zij dienen in hun oorspronkelijke staat teruggebracht te worden, in de originele vormgeving, materialisering en regulering. Ook wanneer zij niet meer als entree gebruikt worden
13.
14.
Kwaliteitsverbetering Negatieve wijzigingen: 1. De beluifeling zorgt voor een dominant ongewenst beeld. Het ondermijnt de hoofdstructuur. 2. Traveepenanten (onderdeel hoofdstructuur) zijn verwijderd. 3. Metselwerk is wit geschilderd, waardoor verschillende geveldelen, tegen de gewenste hoofdstructuur in, aan elkaar gekoppeld worden. 4. Met de dubbele boog boven de pui moet in de winkelpui rekening gehouden worden. 5. Reclame steekt uit de rooilijn*. 6. Reclame niet op de middenzone. 7. Terugplaatsen originele deur 8. Dakopbouw gewenst volgens ontwikkelingsmodel. 9. Panden vallen buiten deze studie en dienen beoordeeld te worden volgens de welstandsnota.
8 9
1 3
WOLWINKEL KNUTSELCOR.NL
7
2
2
6
5MANPOWER
FlexTrans
uitzendbureau
4
7
9
Damlaan Advocaten
JPCARTOONS
2
FRIENDS
KADOSHOP
11
13
Positieve wijzigingen: 1. Nr. 9 is op een zorgvuldige manier ontworpen.
dakrand
dakrand opbouw
opbouw gevelband
gevelband Plint
Plint gevelplint
gevelplint
a
b
b
blok 1
a
b
blok 2
eenheid
gewenste hoofdstructuur
opbouw
opbouw
overgangszone (goot)
gootzone
opbouw
opbouw
gevelband
gevelband
Plint
la Dam
Plint
gevelplint
a
b blok 1
ontwikkelingsmodel
b
a blok 2
b eenheid
an
gevelplint 3 -13
1
15.