VII Lokale lasten Inleiding Deze paragraaf bevat informatie over het rijks- en gemeentelijke beleid over gemeentelijke belastingen en heffingen en gaat in op de consequenties daarvan voor de inwoners. Algemeen De bevoegdheid tot het invoeren, wijzigen of afschaffen van een gemeentelijke belasting ligt bij de raad. Het besluit wordt genomen door het vaststellen, wijzigen of intrekken van een verordening. Het belastinggebied van de gemeente is beperkt. De Gemeentewet bepaalt limitatief welke belastingen de gemeente mag heffen. Daarnaast kan een wet aan de gemeente de bevoegdheid geven een bepaalde belasting te heffen. Hiervan is de afvalstoffenheffing een voorbeeld. Deze vindt zijn wettelijke grondslag in de Wet milieubeheer. Er wordt onderscheid gemaakt in algemene en bestemmingsbelastingen. De opbrengst van een bestemmingsbelasting wordt gebruikt voor het dekken van de kosten waarvoor de belastingen wordt geheven. Voorbeelden zijn de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. De opbrengst van de algemene belastingen, waarvan de OZB (Onroerende Zaakbelasting) de omvangrijkste is, mogen vrij door de gemeente worden besteed. Nadrukkelijk wordt gekeken naar de totale belastingdruk voor zowel burgers als bedrijven. Goed vergelijkingsmateriaal is gevonden in de rapportages van het COELO (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden). Beleidsuitgangspunten In de vergadering van november 2013 wordt aan de raad voorgesteld de tarieven voor 2014 te verhogen met 2,5%, met uitzondering van de vaststelling van enkele tarieven waarop de gemeente geen invloed heeft. De tariefstijging is gebaseerd op de stijging van het prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie van twee jaar voor het begrotingsjaar. Voor de in 2014 toe te passen stijging van de tarieven geldt daarom 2012 als peiljaar. Deze werkwijze is voor het eerst afgesproken bij de samenstelling van de begroting 2007. Voor de rioolheffingen en de afvalstoffenheffing geldt het principe van 100 procent kostendekkendheid op begrotingsbasis. De tarieven OZB zullen vanaf 2014 weer meelopen met de indexering. De extra 2% verhoging voor het Stadshart liep tot en met 2013. Belastingen en rechten die in Hoogezand-Sappemeer worden geheven Belastingen worden door de heffingsambtenaar dwingend opgelegd zonder dat daar een aanwijsbare tegenprestatie tegenoverstaat. Rechten worden geheven op basis van artikel 229 van de Gemeentewet. Tegenover deze heffingen staat wel een aanwijsbare tegenprestatie. De gemeente Hoogezand-Sappemeer heft de volgende belastingen en rechten: Onroerende-zaakbelastingen (artikel 220, 220a t/m 220f, 220h Gemeentewet) Rioolheffing (artikel 228a Gemeentewet) Afvalstoffenheffing (artikel 15.33 Wet milieubeheer) Forensenbelasting (artikel 223 Gemeentewet) Toeristenbelasting (artikel 224 Gemeentewet) Begraafrechten (artikel 229 Gemeentewet) Leges (artikel 229 Gemeentewet) Marktgelden (artikel 229 Gemeentewet) Brandweerrechten (artikel 229 Gemeentewet) Nieuwe ontwikkelingen Hieronder worden de belangrijkste ontwikkelingen toegelicht.
Kwijtschelding Het kwijtscheldingsbeleid is nog steeds, mede als gevolg van de economische crisis, een nieuwsitem. De gemeente voert al jaren een ruimhartig beleid. 2013 was het eerste jaar dat de gemeente zelf de kwijtscheldingsaanvragen beoordeelt. Dit nadat de samenwerking met het Hefpunt in 2012 werd beëindigd. Voor de beoordeling maken we, naast een vereenvoudigd vragenformulier, gebruik van informatie van het Inlichtingenbureau (ministerie SZW). Via gegevens van het Inlichtingenbureau kan een groot deel van de mensen die al eerder kwijtschelding kregen, automatisch een toewijzing krijgen voor het nieuwe jaar. Dit geeft invulling aan een administratieve lastenverlichting voor burger en overheid. Voor een aantal mensen kan het Inlichtingenbureau niet direct aangeven of ze in aanmerking komen voor kwijtschelding. Deze mensen hebben altijd nog de mogelijkheid om een volledige aanvraag in te dienen. Dit is een extra handeling voor de burger, die we proberen te voorkomen voor een aantal kwetsbare groepen, waarbij wij door toetsing bij de unit Werk en Inkomen en de Kredietbank zelf beoordelen of ze voor kwijtschelding in aanmerking komen. Dan hoeft geen volledige aanvraag te worden gedaan. In 2011 is besloten om kwijtschelding voor ondernemers met een laag inkomen mogelijk te maken. Er wordt nog gezocht naar een uitvoeringsmanier. Hierbij wordt landelijk gekeken. De in juli 2011 vastgestelde verruiming van de vermogensvrijstelling is nog steeds niet uitvoerbaar omdat de nadere regels, zoals die werden aangekondigd als gevolg van besluitvorming, niet door het Rijk worden afgegeven. Samenwerking Slochteren Sinds 1 januari 2013 vinden de werkzaamheden voor belastingen en Wet WOZ plaats in Hoogezand voor zowel de gemeente Hoogezand-Sappemeer als de gemeente Slochteren. In oktober 2013 is de implementatie van het nieuwe pakket voor heffen en innen van belastingen afgesloten. Met ingang van 2014 worden alle werkzaamheden voor heffen en innen, inclusief kwijtschelding, voor beide gemeenten uitgevoerd in één systeem. Organisatorisch komt innen per 1 januari van de afdeling Bedrijfsbureau naar de afdeling Publiekszaken. WOZ en belastingen is daarmee zo efficiënt mogelijk neergezet. Aanslagen 2014 Begin 2014 worden de eerste jaaraanslagen ASH/RIO 2013 voor de gemeente Hoogezand-Sappemeer verzonden. Eveneens versturen we dan de gecombineerde aanslagen/beschikkingen 2014 voor de gemeenten Slochteren en HoogezandSappemeer. De gemeente Hoogezand-Sappemeer verzendt later in het jaar volgens planning de aanslagen toeristenbelasting, forensenbelasting en grafrechten. Informele aanpak bezwaren In 2013 is de informele aanpak bij de WOZ een succes geworden. De aanpak heeft geleid tot ongeveer 30% minder WOZ-bezwaren. In 2014 krijgt deze aanpak een vervolg voor beide gemeenten waarbij het de bedoeling is een aantal instrumenten extra in te zetten, zoals bijvoorbeeld voormeldingen. Zodra de eindrapportage van de tweede pilot van het ministerie van Binnenlandse Zaken uitkomt, komt deze ter inzage voor de raad. Macronorm OZB Net als in 2012 is ook in 2013 de macronorm voor de OZB overschreden. De macronorm is in het Bestuursakkoord, dat gemeenten en het Rijk hebben gesloten, ingesteld om een grens te stellen aan de totale landelijke jaaropbrengst van de OZB. De minister van Binnenlandse Zaken heeft aangegeven dat net als in 2013 een verrekening van de overschrijding zal plaatsvinden in 2014. De macronorm voor de OZB 2014 is door het Rijk vastgesteld op 3,5%, maar wordt inclusief verrekening 2012 en 2013 vastgesteld op 2,45%.
Voor de gemeente Hoogezand-Sappemeer betekent het dat met de trendmatige stijging van 2,5% wederom, zij het minimaal (0,05%), boven deze norm wordt uitgekomen. Door de VNG is aangegeven dat men graag met de minister van Binnenlandse Zaken in overleg wil over de macronorm en het eventueel vaststellen van een andere indicator. In de meicirculaire 2013 is aangeven dat men hoopt in september 2013 meer duidelijkheid hierover te hebben. Vooralsnog moet rekening worden gehouden met de macronorm zoals hier is aangegeven. Landelijke voorziening WOZ (LV WOZ) Gegevens die bij gemeenten worden verzameld in het kader van de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) worden deels opgenomen in het stelsel van basisregistraties (onder andere BAG, BRP) zoals die in ons land gelden. Eén en ander moet van start gaan per 1 januari 2014. Daarvoor maken we keuzes over de aanpassing van de gemeentelijke software en bepalen we het tijdstip van aansluiting. De koppeling die nodig is om de gegevensuitwisseling goed te laten lopen, moet worden getest en geïmplementeerd. Net als bij de BAG gebeurt dit via een aansluittoets. Modernisering Wet WOZ De Eerste en Tweede Kamer hebben in maart 2013 de modernisering van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) en de Kadasterwet aangenomen. Het betreft de verruiming van de openbaarheid van de WOZ-waarde van woningen, de regeling van de landelijke voorziening WOZ bij het Kadaster en het schrappen van de zogenoemde Fierensmarge (drempel bij het maken van bezwaar). Al deze onderwerpen hangen met elkaar samen en dragen door die onderlinge samenhang bij aan een verbetering van het WOZ-stelsel als geheel. Zo wordt het door openbaarheid van de WOZ-waarde mogelijk om de WOZ-waarde van een woning op te vragen. Verwacht wordt dat een transparantere WOZ-waarde bijdraagt aan de acceptatie van de WOZwaarde door burgers en een verbetering van de kwaliteit van die WOZ-waarde. Met de realisatie van een landelijke voorziening WOZ kunnen burgers eenvoudig en laagdrempelig de WOZ-waarde opvragen bij één centraal punt. Zij kunnen dan de WOZ-waarde van hun woning vergelijken met die van zelf gekozen woningen, zonder dat dit leidt tot een grotere uitvraag en daarmee tot hogere kosten voor gemeenten. De wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2014, maar kent een aantal stappen waarin bij Koninklijk Besluit invoeringsdata worden gegeven. Dit in verband met de afhankelijkheden van de start van de Landelijke voorziening WOZ. Uitvoeringskosten Wet WOZ Uit het rapport van de Waarderingskamer van 26 juni 2013 aan de staatssecretaris van Financiën komt naar voren dat de totale uitvoeringskosten voor de WOZ nog steeds dalen. De kosten voor bezwaar en beroep binnen de totale uitvoeringskosten nemen toe. Voor een deel is deze stijging te verklaren door de opkomst van de zogeheten no-cure-no-paybureaus. Dit zijn de bureaus die in ruil voor de kostenvergoeding bij bezwaar en beroep “gratis” bezwaar maken tegen WOZbeschikkingen. In 2011 was ongeveer 4% van de bezwaren van dergelijke bureaus afkomstig, in 2012 ongeveer 12%. Het percentage is in 2013 gestegen tot ongeveer 20%. Momenteel wordt in overleg met het ministerie van Veiligheid en Justitie gekeken naar aanpassing van het Besluit proceskosten WOZ-zaken. Of deze aanpassing er komt voor het belastingjaar 2014 is nog onduidelijk. Onbenutte belastingcapaciteit Bij de berekening van de onbenutte belastingcapaciteit wordt, in lijn met de systematiek zoals die is gehanteerd in de jaarrekening, uitgegaan van het verschil in belastingdruk in 2012 in Hoogezand-Sappemeer (635 euro) en de gemiddelde belastingdruk van de overige gemeenten in de provincie Groningen (722 euro). Dit is een verschil van 87 euro. Op basis van het aantal meerpersoonshuishoudens in Hoogezand-Sappemeer (10.243) geeft dit een onbenutte belastingcapaciteit van 890.000 euro.
Inkomsten 2011 (rekening) Inkomsten 2012 (begroting) (begroting) Eigenaren woningen € 3.176.515 € 3.255.000 € 3.405.000 Eigenaren niet-woningen € 1.570.011 € 1.495.000 € 1.610.000 Gebruikers niet-woningen € 1.013.416 € 995.000 €1.025.000 Totaal € 5.759.942 € 5.745.000 € 6.040.000
Inkomsten 2013
Lokale heffingen (object en/of persoonsgebonden) Onroerende zaakbelastingen (OZB, algemene belasting) Eigenaren van woningen en eigenaren en gebruikers van niet-woningen betalen OZB. Is iemand zowel eigenaar als gebruiker van een niet-woning dan betaalt hij/zij beide belastingen. De tarieven voor 2013 waren in percentages van de WOZ-waarden: Eigenaren woningen 0,1467%. Eigenaren niet-woningen 0,3161% Gebruikers niet-woningen 0,2537%. In de raadsvergadering van november 2013 worden de verordeningen en tarieven 2014 vastgesteld. De (begrote) meeropbrengst als gevolg van de stijging van de tarieven met 2,5% is functioneel geraamd. De opbrengst wordt begroot op basis van de actuele WOZ-waarden in de gemeentelijke administratie. In de actuele waarden zijn eveneens de mutaties vanuit de bouwvergunningen verwerkt. Overige lokale heffingen (object en/of subjectgebonden) Naast de OZB zijn de afvalstoffenheffing en de rioolheffingen van belang voor het totaalbeeld van de lokale lasten. Hieronder wordt een beeld gegeven van de tarieven in Hoogezand-Sappemeer, de lastendruk en de kwijtschelding. Afvalstoffenheffing (ASH, bestemmingsbelasting) Bewoners van woningen, woonschepen en woonwagens betalen afvalstoffenheffing voor het ophalen en verwerken van huishoudelijk afval. Alle percelen waar huishoudelijk afval kan ontstaan, worden in de heffing betrokken. Betaald wordt een vast bedrag (vastrecht) met daarnaast een bedrag per aanbieding. De bedragen per aanbieding zijn afhankelijk van het inzamelmiddel. Onder de afvalstoffenheffing valt niet de inzameling via de bruine container. De kosten van het inzamelen van de bruine container worden gebracht onder het reinigingsrecht. De tarieven voor de afvalstoffenheffing zijn zodanig vastgesteld dat de heffing kostendekkend is, met uitzondering van een deel van de kwijtschelding en een deel BTW. Het vastrecht voor 2014* wordt vastgesteld op € 137,64 was € 137,64 Het ledigingtarief voor een 240 liter minicontainer € 6,52 was € 6,52 Het ledigingtarief voor een 140 liter minicontainer € 3,80 was € 3,80 Het ledigingtarief voor een 60 liter huisvuilzak € 1,64 was € 1,64 Het ledigingtarief voor een 30 liter huisvuilzak € 0,82 was € 0,82 Het tarief voor het vastrecht is zodanig bepaald dat er bij het delen van het vastgestelde bedrag door twaalf een ‘mooi getal’ uitkomt. Dit is nodig omdat het een tijdvakheffing betreft die (onder andere bij verhuizing) berekend wordt per maand. * tarieven onder voorbehoud vaststelling verordeningen in november 2013 Inkomsten 2011 (rekening) Inkomsten 2012 (begroting) (begroting) Totaal € 3.444.139 € 3.422.457 € 3.416.578
Inkomsten 2013
Rioolheffing (RIO, bestemmingsbelasting) Er zijn twee heffingen. De rioolafvoerheffing wordt betaald door gebruikers van percelen die direct dan wel indirect zijn aangesloten op het gemeentelijke rioleringsstelsel. De rioolaansluitheffing wordt betaald door eigenaren van
percelen die direct of indirect zijn aangesloten op het gemeentelijke rioleringsstelsel. Eind 2010 is besloten dat er een apart tarief voor eigenaren van objecten die niet direct zijn aangesloten op het riool en kleiner zijn dan 25 m2 in te voeren. Dit als gevolg van de wijziging van rioolrecht in rioolheffing. De tarieven 2014 * ten opzichte van 2013: Rioolaansluitheffing € 94,32 was € 94,32 Rioolaansluitheffing kleine objecten € 25,00 was € 25,00 Rioolafvoerheffing € 93,24 was € 93,24 * tarieven onder voorbehoud vaststelling verordeningen in november 2013. Het tarief voor de rioolafvoerheffing is zodanig bepaald dat het deelbaar blijft door twaalf. Dit is nodig omdat het een tijdvakheffing betreft die (onder andere bij verhuizing) berekend wordt per maand. Het nieuwe Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP)is vastgesteld in oktober 2013. Uit dit nieuwe plan blijkt dat het tarief voor 2014 hetzelfde kan blijven als in 2013. Daarmee behoort de, tot en met 2013, jaarlijkse stijging met 10 euro tot het verleden. De opbrengst is berekend naar actuele aantallen en met behulp van recente ervaringscijfers. Inkomsten 2011 (rekening) Inkomsten 2012 (begroting) Inkomsten 2013 (begroting) Totaal € 2.800.221 € 2.978.000 € 3.139.000 Belastingdruk Om een indruk te geven van de woonlasten in de gemeente is bij deze paragraaf het overzicht opgenomen uit de COELO-atlas 2013. In dit overzicht zijn de volgende belastingen opgenomen: onroerende-zaakbelastingen, afvalstoffenheffing en rioolheffing. Kwijtschelding Voor mensen met een laag inkomen bestaat de mogelijkheid van een gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de geheven belasting. Dit is het geval als aan de voorwaarden voor kwijtschelding van de invorderingswet wordt voldaan. Hoogezand-Sappemeer voert een ruim kwijtscheldingsbeleid. Voor de onroerende-zaakbelastingen eigenaren woningen en de rioolheffingen geldt dat het aanslagbedrag volledig voor kwijtschelding in aanmerking komt. Voor de afvalstoffenheffing valt het vastrecht volledig onder de kwijtschelding. Het aantal ledigingen dat voor kwijtschelding in aanmerking komt is beperkt. Dit aantal komt overeen met het op ervaringscijfers berekende gemiddelde aanbod zoals opgenomen in de begroting. Voor een minicontainer (240 liter) geldt dat dertien aanbiedingen voor kwijtschelding in aanmerking komen. Voor een minicontainer (140 liter) geldt dat 21 aanbiedingen voor kwijtschelding in aanmerking komen Voor vuilniszakken (60 liter) is het aantal aanbiedingen gesteld op 33 en voor vuilniszakken (30 liter) is het aantal aanbiedingen gesteld op 66. Dit betekent dat bij meer aanbiedingen dan de twaalf en 21, respectievelijk 33 en 66, de extra aanbiedingen in rekening worden gebracht. Het totaalbedrag voor kwijtschelding wordt voor 2014 geraamd op 425.000 euro. Dit bedrag is als volgt opgebouwd: Afvalstoffenheffing € 295.000 Rioolheffingen € 127.000 Onroerende-zaakbelastingen € 3.000 Deze bedragen zijn gebaseerd op de ervaringsgegevens met betrekking tot 2011 en 2012, waarbij we tevens rekening hebben gehouden met de heersende economische crisis en de uitbreiding van kwijtscheldingsmogelijkheden voor kleine ondernemers. In 2012 zijn 1.527 aanvragen verwerkt, waarvan 91,5% geheel of gedeeltelijk is toegewezen.
Overige algemene heffingen Forensenbelasting (algemene belasting) Naast de OZB is de opbrengst forensenbelasting (begrote opbrengst 10.500 euro) vrij aanwendbaar. Forensenbelasting is een directe belasting die wordt geheven van personen die langdurig in de gemeente verblijven zonder dat ze staan ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie. Deze personen houden voor meer dan 90 dagen van het belastingjaar een gemeubileerde woning voor zich of hun gezin beschikbaar. Voor deze heffing geldt dat voorgesteld zal worden de tarieven met 2,5% te verhogen. Toeristenbelasting (algemene belasting) Deze belasting kan worden geheven als bijdrage in de kosten van voorzieningen die de gemeente ten behoeve van de ontwikkeling van het recreatie- en toerismebeleid heeft getroffen. Het is echter geen bestemmingsbelasting. De opbrengst kan ook als algemeen dekkingsmiddel worden gebruikt. De kosten worden voor een deel verhaald op de toerist. Men verblijft in de gemeente zonder in het bevolkingsregister te zijn opgenomen. De inkomsten zijn vrij aanwendbaar. In 2012 is het tarief in het kader van de bezuinigingen verhoogd naar een bedrag van 0,95 euro per overnachting. Het voorstel is om het tarief in 2014 te bepalen op 1,00 euro per overnachting. De opbrengst wordt gebaseerd op het aantal overnachtingen van 2012. De totale opbrengst wordt geraamd op 95.800 euro. Bij de raming is rekening gehouden met de tariefstijging en met een daling van het aantal overnachtingen van 4% (trend). Leges Onder de naam ‘leges’ wordt een aantal verschillende rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten. De tarieven zullen gemiddeld stijgen met 2,5%, behoudens afwijkende aanpassingen die voortvloeien uit gemaakte beleidskeuzes of volgen uit wettelijk opgelegde tarieven. De tarieven 2014 worden vastgesteld in de raadsvergadering van november 2013. Voor het invoeren van een maximumtarief voor reisdocumenten en rijbewijzen is nog steeds geen datum door het Rijk afgegeven. Begraafrechten Op basis van de betreffende verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen. In 2014 wordt voorgesteld deze tarieven te verhogen met 2,5%. Inkomsten 2011 (rekening) (begroting) Totaal € 184.665 € 187.500
Inkomsten 2012 (begroting)
Inkomsten 2013
€ 187.000
Overzicht COELO 2013 Landelijk is de gemeente terug te vinden op de 81e plaats (2012 de 91e plaats). Het totaal aantal gemeenten in Nederland per 1 januari 2013 is 408. Gerekend is met het getal 430, omdat er deelgemeenten in Nederland zijn die ieder hun eigen tarieven vaststellen en omdat er herindelingsgemeenten zijn die de tarieven per 1 januari 2013 nog niet gelijk getrokken hebben. De tabel in de atlas is gerangschikt van goedkoop (plaats 1) naar duur (plaats 430). Goedkoopst is de gemeente Bunschoten 508 euro, duurst de gemeente Blaricum 1.149 euro (verschil 641 euro). De cijfers van 2012 waren: goedkoopst de gemeente Bunschoten (500 euro), duurst de gemeente Blaricum (1.169 euro)(verschil 669 euro). In totaal is 81,2 % van de Nederlandse gemeenten (gemiddeld) duurder dan de gemeente Hoogezand-Sappemeer (vorig jaar 78,9 %).
Rangnr. 2013 Gemeente Bedrag 2013 % Rangnr. COELO 2013 1 Eemsmond 587 1 570 2,98 2 Stadskanaal 611 2 607 0,66 3 Hoogezand-Sappemeer 639 3 4 Veendam 662 4 649 2,00 5 Slochteren 690 8 703 -1,85 6 Bedum 694 5 680 2,06 184 7 Grootegast 701 7 689 1,74 8 Zuidhorn 726 6 683 6,30 9 Pekela 742 14 745 -0,40 10 Groningen 747 13 744 0,40 11 Leek 748 9 726 3,03 289 12 Winsum 749 22 797 -6,02 13 Vlagtwedde 761 15 748 1,74 14 Menterwolde 764 10 730 4,66 15 Appingedam 764 12 744 2,69 16 Delfzijl 768 18 762 0,79 17 Marum 774 21 795 -2,64 331 18 Haren 784 17 759 3,29 344 19 Ten Boer 786 16 753 4,38 20 Oldambt 786 19 778 1,03 21 De Marne 828 20 779 6,29 22 Loppersum 830 23 807 2,85 23 Bellingwedde 899 11 732 17.040 16.615 Rekenkundig gemiddelde 741 COELO gewogen gemiddelde 734
Rangnr. 2012 26 46 635 119 173
0,63
Bedrag 2012 Stijging
81
198 254 283 287 293 313 321 322 328 351 352 383 386 22,81 416 722
2,56 722
1,66
Provinciaal is de gemeente ten opzichte van 2012 op dezelfde plaats blijven staan, te weten plaats 3. Gerangschikt van goedkoop (1) naar duur (23). In totaal is 87,0 % van de Groninger gemeenten (gemiddeld) duurder dan de gemeente Hoogezand-Sappemeer (vorig jaar eveneens 87%). Duurste gemeente is Bellingwedde met een woonlastenbedrag van 807 euro. Goedkoopst is de gemeente Eemsmond met een bedrag van 570 euro. Voor de provincie Groningen heeft COELO de gemiddelde woonlast voor meerpersoonshuishoudens berekend op 722 euro. De gemeente Hoogezand-Sappemeer ligt met 635 euro onder het gemiddelde. Uit de tabel blijkt dat de bedragen van de top 3 gemeenten iets dichter bij elkaar komen te liggen (2013 verschil 52, 2012 verschil 65), terwijl het verschil tussen de nummers 3 en 5 groter wordt (2013 verschil 51, 2012 verschil 45). Provinciebreed is de (rekenkundige) verhoging 2,56%. Met 0,63% ligt Hoogezand-Sappemeer daar ruim onder.