Voortgangsrapportage Programma Samen Goed voor Elkaar 18 juni 2015
1. Inleiding Met deze voortgangsrapportage geven we de stand van zaken weer rond de uitvoering van de decentralisaties. We zijn met de uitvoering nu bijna een half jaar onderweg. Lokaal, regionaal en landelijk wordt nog volop ontwikkeld. Niet alleen in de transformatie, maar ook in de feitelijke overdracht en de uitvoering van de nieuwe taken. Voorbeelden hiervan zijn de aanlevering van gegevens door zorgaanbieders en de verwerking van factureren, de situatie rondom de persoonsgebonden budgetten (PGB), en de ontwikkeling en implementatie van de ICT-systemen. Dit vraagt van ons een creatieve en flexibele opstelling, zodat we snel kunnen schakelen om inwoners zorg en ondersteuning te bieden. 2. Een nieuwe programma Vanaf 1 januari 2015 is het Team voor Elkaar actief om inwoners te woord te staan en zorg en ondersteuning voor inwoners te realiseren. De voorbereiding kenmerkte zich als een intensief traject waarin door college en raad veel besluiten zijn genomen over kaders, verordeningen en beleidsregels. Een traject dat met veel inwoners, ervaringsdeskundigen, maatschappelijke partners en maatschappelijke adviesraad is gerealiseerd. We bevinden ons nu in de fase waarin de uitvoering centraal staat. Om hieraan goed invulling te geven heeft het college 12 mei 2015 het programmaplan Samen Goed voor Elkaar vastgesteld. Het doel hiervan is om kansen en de mogelijkheden voor kwetsbare inwoners in de gemeente te vergroten. We doen dit in het nieuwe programma met aandacht voor doelstellingen, indicatoren, uitvoeringsactiviteiten, evaluatie en monitoring. Dit stuk is ter kennisname naar de Raad gestuurd. 3. Stand van zaken per beleidsterrein Hieronder geven we per beleidsterrein de belangrijkste ontwikkelingen weer. 3.1 Maatschappelijke ondersteuning De overheveling van taken vanuit de AWBZ naar de Wet maatschappelijke ondersteuning is voor Brummen soepel verlopen. In eerste instantie was er nog wel een aantal zorginstellingen, die ondersteuning boden aan inwoners van Brummen, die niet op de raamovereenkomst had ingeschreven. Na gesprekken hebben de meeste van deze zorginstellingen alsnog ingeschreven waardoor nagenoeg alle zorg gecontinueerd kon worden. Met één zorginstelling die niet heeft ingeschreven zijn afspraken gemaakt over beëindiging van ondersteuning zonder dat de desbetreffende cliënten daar de dupe van zijn geworden. Lokale ontwikkelingen Met hoge prioriteit zetten we in op mantelzorg. De belangrijke basis hiervoor is het werk van een groep inwoners om behoeften van inwoners rond dit thema in beeld te brengen. Samen met inwoners en maatschappelijke partners gaan we dit vertalen naar beleid en een concreet uitvoeringsplan. Dit doen we langs de 3 lijnen: beleidsontwikkeling, afstemming met werkgevers, zorgverleners en onderwijs en vernieuwing van mantelzorgondersteuning. Ook binnen het programma Samen Goed voor Elkaar kantelen we. Zo zetten we initiatieven rond mantelzorg zoveel mogelijk 3D breed – ontkokerd – op, gericht op dienstverlening aan inwoners. Dit geldt ook voor de samenwerking met huisartsen en wijkverpleegkundigen (zie verderop). Hulp bij het huishouden Voor de levering van hulp bij het huishouden heeft de gemeente Brummen vanaf 1 maart 2013 een samenwerkingsovereenkomst met vier zorgaanbieders afgesloten. Deze samenwerkingsovereenkomst bestaat uit een Communicatie- Overleg- en Besluitvormingsstructuur (COB) en de daadwerkelijke voorzieningenovereenkomst hulp bij het huishouden. De COB-structuur wordt gebruikt voor het sluiten, monitoren en wijzigen van onderliggende voorzieningenovereenkomsten. De overeenkomsten hebben een looptijd tot en met 31 december 2020. Partijen kunnen deelname aan de COB en daarmee ook de voorzieningenovereenkomst opzeggen met inachtneming van een termijn van 6 maanden.
Voortgangsrapportage Programma Samen Goed voor Elkaar (18 juni 2015)
Pagina 1
- INT15.1695 -
De Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 gaat niet meer uit van compensatiedomeinen, zoals huishouden voeren, maar er wordt gesproken over ondersteuning van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie. Uitganspunt daarbij is de eigen verantwoordelijkheid van de burger om
problemen zelf of met steun van de omgeving op te lossen. Het feit dat de hulp bij het huishouden in de Wmo 2015 niet meer voorkomt betekent niet dat de gemeente hulp bij het huishouden niet meer hoeft in te zetten als na onderzoek blijkt dat dit de meest passende oplossing in een individuele situatie is. Staatssecretaris Van Rijn heeft daarover gezegd dat burgers recht houden op hulp bij het huishouden voor zover hulp noodzakelijk is en financiële mogelijkheden om zelf daarin te voorzien ontbreken. Wel is met invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning het rijksbudget hulp bij het huishouden verlaagd. Op grond van de hiervoor vermelde ontwikkelingen is iedere gemeente voor zichzelf bezig geweest om te onderzoeken hoe het beleid rond hulp bij het huishouden richting de toekomst vorm gegeven moet worden. De gemeente Brummen heeft er vooralsnog voor gekozen om de huidige contracten met de zorgaanbieders hulp bij het huishouden te continueren. Enerzijds adequate zorg aan burgers en signaleringsfunctie voor “zwaardere” zorg te waarborgen. Anderzijds vanwege werkgelegenheidsaspecten. Wel is daarbij aangegeven om binnen de huidige contracten te komen tot volumevermindering, te realiseren door strenger te zijn bij de toegang tot maatwerkvoorzieningen en bij herindicaties. Uit voorlopige cijfers kan voorzichtig worden geconcludeerd dat deze methodiek werkt. Regionale samenwerking Om rond individuele voorzieningen de kwaliteit van dienstverlening en naleving van regionale afspraken te borgen is het regionaal accountmanagement en contractbeheer ingevoerd. Dit is belegd bij de gemeenten Deventer en Apeldoorn. In het eerste kwartaal 2015 is een eerste aanzet gemaakt van thema’s en indicatoren waarop de raamovereenkomst maatwerkvoorzieningen Wmo 2015 gemonitord kan worden. Dit wordt verder uitgewerkt. Verder is met de regiogemeenten een website voor de zorgaanbieders ontwikkeld en “de lucht” ingegaan. Hierdoor is er sprake van eenduidige informatie en hoeft niet elke gemeente individueel door zorgaanbieders benaderd te worden. Persoonsgebonden budget Met de overheveling van taken van rijk naar gemeenten is ook het trekkingsrecht ingevoerd. Dit houdt in dat als geïndiceerde zorg door middel van een PGB wordt verstrekt, door de gemeente het PGB aan de Sociale Verzekeringsbank (SVB) wordt overgemaakt. De SVB betaalt uit op basis van facturen van de zorgverleners. Landelijk zijn rond de uitvoering van het trekkingsrecht veel problemen ontstaan. De gemeente Brummen heeft daar gelukkig weinig van gemerkt. Tot op heden heeft de gemeente Brummen in één situatie voorschotten verstrekt. Beschermd wonen en maatschappelijke opvang Naast de raamovereenkomst maatwerkvoorzieningen Maatschappelijk ondersteuning kent de gemeente ook de raamovereenkomst Beschermd wonen en Maatschappelijke opvang. Hoewel de gemeente verantwoordelijk is voor de toeleiding is de gemeente Apeldoorn als centrumgemeente verantwoordelijk voor indicatiestelling en centrale financiering. In de afgelopen tijd is tussen de desbetreffende regiogemeenten druk overleg geweest om te komen tot een soepele toeleiding die helder is voor alle partijen. Op 16 juni 2015 worden deze werkprocessen/regels besproken met de uitvoerenden van de desbetreffende regiogemeenten. Overige Wat nog specifieke aandacht nodig heeft is het inregelen van het toezicht bij calamiteiten. In regionaal verband wordt dit op basis van een eerste opzet nader uitgewerkt Ook heeft aandacht dat zorgaanbieders in bepaalde situaties zorg factureren tegen een tarief hoger dan het tarief van de bij ons bekende indicatie indeling. Op dit moment hanteren wij de regel dat de factuur wordt betaald op basis van het volgens de gemeente te hanteren tarief. Dit wordt gemeld aan de desbetreffende zorgaanbieder met daaraan gekoppeld een afspraak voor gesprek. In deze gesprekken moet duidelijkheid komen over de juiste indicatiestelling.
Pagina 2
- INT15.1695 -
Voortgangsrapportage Programma Samen Goed voor Elkaar (18 juni 2015)
3.2 Jeugd De afgelopen maanden hebben vooral in het teken gestaan van de lokale inbedding van de nieuwe taken en het verder inrichten en toerusten van Team voor Elkaar. Hierbij hebben we te maken (gehad) met de opstartproblemen zoals hiervoor zijn beschreven bij maatschappelijke ondersteuning. Lokale ontwikkelingen Op 1 januari 2015 zijn circa 150 gevallen in het kader van zorgcontinuïteit overgedragen naar de gemeente. Er hebben sinds begin van het jaar circa 25 rechtstreekse verwijzingen naar jeugdhulp via de huisarts plaatsgevonden. Vanaf 1 januari nemen consulenten van Team voor Elkaar deel aan ondersteuningsteams (Primair Onderwijs) en afstemmingsoverleg op scholen (Voortgezet onderwijs). Ouders en kinderen nemen deel aan dit overleg. Doel is om gezamenlijk te komen tot passende onderwijsarrangementen en/of jeugdhulparrangementen. Eind juni vindt een eerste evaluatie plaats. Op 29 mei heeft een bestuurlijk overleg met het samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs plaatsgevonden, in oktober volgt een bestuurlijk overleg met Primair Onderwijs. Samenwerking met huisartsen en wijkverpleegkundigen In september 2014 hebben we een eerste bijeenkomst met huisartsen en praktijkondersteuners georganiseerd. Hierbij zijn zij geïnformeerd over de veranderingen binnen het sociaal domein en zijn we met elkaar in gesprek gegaan over hoe we hierbij samen op kunnen trekken. Sindsdien heeft er een drietal bijeenkomsten plaatsgevonden. De jeugdartsen van Verian en de GGD zijn hierbij ook aangeschoven. Begin dit jaar is er daarnaast overleg opgestart met Riwis en Verian. Zij leveren binnen Brummen de (nieuwe) wijkverpleegkundige met de S1 taak (preventie). In dit overleg worden afspraken gemaakt over de wijze waarop de rol, positie en taken van de wijkverpleegkundige in de gemeente Brummen wordt vormgegeven en hoe er wordt samengewerkt. Bij de huisartsenbijeenkomst in mei waren voor het eerst ook de 3 nieuwe wijkverpleegkundigen aanwezig met de S1-rol. Doel van deze gezamenlijke overleggen is informatie-uitwisseling en het maken van samenwerkingsafspraken tussen huisartsen, wijkverpleegkundigen en Team Voor elkaar. Transformatie Tot nu toe zijn we heel druk geweest met de transitie van de jeugdhulp, in de loop van dit jaar gaat de focus zich steeds meer verleggen naar de transformatie, de vernieuwing, de inhoudelijke verbetering van het jeugdzorgstelsel op lokaal, regionaal en bovenregionaal niveau. Er wordt een transformatieagenda opgesteld. Met de transformatie beogen we voor jeugdigen en ouders betere passende ondersteuning en hulp te realiseren. Dit resultaat moet bereikt worden in een werkelijkheid waar er minder budget voor jeugdhulp beschikbaar is. Jeugdhulp moet daarom effectiever en efficiënter worden georganiseerd. Regionale samenwerking De regionale samenwerking rond jeugd heeft geresulteerd in een aantal beleids- en uitvoeringsplannen en de gezamenlijke inkoop van de individuele voorzieningen jeugdhulp (leefring 4). Nagegaan wordt hoe op regionaal niveau kan worden gekomen tot een meer integrale benadering met de andere beleidsterreinen (maatschappelijke ondersteuning, arbeidsparticipatie). Er is in de afgelopen maanden een regionaal programmaplan opgesteld dat zich richt op de zaken die op regionale schaal de komende twee jaar worden opgepakt. In het programmaplan staat beschreven wat de doelen zijn en hoe hieraan door het Regioteam wordt gewerkt. Bij het opstellen van dit programmaplan zijn reeds gemaakte beslissingen en gestelde kaders als uitgangspunt genomen. De regie op de toegang, de overige voorzieningen en de bedrijfsvoering ligt lokaal bij iedere gemeente. De regie op de inkoop, beleidsontwikkeling, monitoring, accountmanagement en contractbeheer met betrekking tot de individuele voorzieningen ligt bij de regio. Dit houdt ook in dat er regionaal 2 accountmanagers zijn aangesteld voor alle gecontracteerde aanbieders.
Voortgangsrapportage Programma Samen Goed voor Elkaar (18 juni 2015)
Pagina 3
- INT15.1695 -
Er zijn nu 203 aanbieders gecontracteerd. De raamovereenkomst is afgesloten voor 2 jaar. De inkoop van bovenregionale zorg in 2016 wordt op dit moment voorbereid. Na de zomer wordt u hierover nader geïnformeerd. Voor een succesvolle transformatie van de jeugdzorg is inzicht in de verleende zorg en de resultaten daarvan essentieel. Samen met Initi8 is vanaf januari 2015 de ‘Regio- en gemeentemonitor Jeugd’ ontwikkeld. Met de Regio- en gemeentemonitor Jeugd wordt per maand inzicht geboden in toegewezen, geleverde en afgesloten hulp per gemeente en op regionaal niveau. Over het eerste kwartaal hebben 70 zorgaanbieders gegevens aangeleverd (waaronder 7 van de 14 grote aanbieders),
dit maakt dat we regionaal nu zicht hebben op 62% van het budget. Het verschil met de financiële monitor is dat deze is gebaseerd op daadwerkelijk gedeclareerde zorg. De Regio- en gemeentemonitor Jeugd maakt gebruik van de door aanbieders aan het CBS aangeleverde gegevens en is daarnaast gebaseerd op een maandelijkse gegevensuitvraag bij zorgaanbieders over hun geleverde zorg in de afgelopen maand. Hierdoor krijgen we ook zicht op het onderhanden werk. Er vindt de komende maanden nog een verdere doorontwikkeling plaats.
3.3
Arbeidsparticipatie
Uitkeringsgerechtigden Het aantal uitkeringsgerechtigden is in de eerste 5 maanden van 2015 licht gestegen, waarmee de trend uit 2014 is voortgezet. Inwoners die een WW-uitkering ontvangen vinden geen werk en doen na afloop WW-periode een beroep op een bijstandsuitkering van de gemeente. Op 1 januari 2015 was het aantal: 305. Op 31 mei 2015 is het aantal uitkeringsgerechtigden: 312. De instroom in de eerste 5 maanden bedraagt 55 personen. De uitstroom in de eerste 5 maanden bedraagt 48 personen, waarvan 18 uitkeringsgerechtigden zijn uitgestroomd naar werk. In deze uitstroomcijfers is het aantal personen dat deeltijd werk heeft gevonden heeft en nog slechts een aanvullende uitkering ontvangt niet opgenomen. Loonkostensubsidie Vanaf 1 januari 2015 kan de gemeente Brummen een nieuwe instrument inzetten om uitkeringsgerechtigden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt naar werk te ondersteunen: de loonkostensubsidie. In de eerste 5 maanden is dit nieuwe instrument al een paar keer succesvol ingezet en zijn onder andere voormalige leerlingen van het speciaal onderwijs en praktijkonderwijs nu regulier werkzaam met een loonkostensubsidie bij een reguliere werkgever. Regionaal Werkbedrijf Als een van de eerste arbeidsmarktregio’s in Nederland is op 27 maart 2015 het Regionaal Werkbedrijf Stedenvierkant opgericht. Het Regionaal Werkbedrijf vormt de schakel tussen werkgevers en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt die toegeleid kunnen worden naar werk. In het Regionaal Werkbedrijf is geregeld dat alle gemeenten werken met één uniforme loonwaarde methodiek Dariuz. Ook zijn afspraken gemaakt over een regionale basisarrangement voor werkgevers bestaande uit onder andere: No Risk polis, een loonwaarde systematiek, loonkostensubsidie, job-coachvoorzieningen, proefplaatsing, werkervaringsplaatsen en stages, (groeps)detachering, expertise rondom jobcreatie en jobcarving, werkplekaanpassingen (kosten) en continuering van de faciliteiten bij verhuizing. Een regionale werkgeversdienstverlening is in ontwikkeling alsmede een regionaal marktbewerkingsplan. Ambassadeurs van Brummen Scoort Onder voorzitterschap van Ronald Smit van Ferrocal zetten Brummense ondernemers zich in om meer ondernemers en bedrijven te verleiden om mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt kansen te bieden om te werken bij een regulier bedrijf in Brummen. Het team van ambassadeurs is actief onder de naam: Brummen Scoort en is in competitie met Apeldoorn, Voorst en Epe. Op dit moment van schrijven staat het team van Brummen Scoort weer bovenaan en zijn veel reguliere banen gerealiseerd. Lokale werkgeversdienstverlening Vanaf maart 2015 zijn twee nieuwe accountmanagers werkgeversdienstverlening voor Brummen werkzaam. Beiden werken vanuit het gemeentehuis van Brummen en zijn vooral op bezoek bij lokale werkgevers in de gemeente Brummen. Samen met de ambassadeurs van Brummen Scoort zijn ze enthousiast en zeer actief om banen beschikbaar te krijgen voor onze inwoners. Samenwerking Voortgezet Speciaal Onderwijs en Praktijkonderwijs Met de invoering van de Participatiewet komen veel jongeren van het Voortgezet Speciaal Onderwijs en Praktijkonderwijs na afloop van de school niet meer in aanmerking voor een Wajong-uitkering en doen een beroep op de gemeente Brummen voor ondersteuning op basis van de Participatiewet. Omdat Brummen kinderen zowel in Dieren, Zutphen als Apeldoorn naar het speciaal onderwijs gaan zijn met diverse speciaal onderwijs- en praktijkscholen praktische samenwerkingsafspraken gemaakt in de eerste maanden van 2015. Op dit moment zijn de eerste jongeren al direct vanuit school aan het werk gegaan bij een reguliere werkgever. In juli en augustus 2015 zullen er nog enkele volgen.
Pagina 4
- INT15.1695 -
Voortgangsrapportage Programma Samen Goed voor Elkaar (18 juni 2015)
GR Delta In het forum is de Raad maandelijks geïnformeerd over de ontwikkelingen rondom de GR Delta. Om die reden kort de hoofdlijnen: er is een bedrijfsplan in ontwikkeling die leidt tot opheffing van de GR Delta op 31 december 2016. Om de WSW-medewerkers van Brummen de juiste en passende dienstverlening te bieden is Brummen voornemens om middels een dienstverleningsovereenkomst de uitvoering onder te brengen bij het Delta-Plein. Op deze wijze kan worden gegarandeerd dat WSW-medewerkers uit Brummen vrijwel niets zullen merken van de opheffing van de GR Delta. Bestuurlijke besluitvorming in voorzien in juli 2015 en in oktober 2015 zullen de 5 gemeenteraden van de 5 deelnemende gemeenten uiteindelijk moeten instemmen met het bedrijfsplan Delta-Plein en besluiten tot opheffing van de GR Delta op 31 december 2016.
4. Ervaringen Team voor Elkaar We geven in deze paragraaf de ervaringen weer uit de eerste periode van het Team voor Elkaar, aandachtsgebieden en maatregelen om knelpunten op te lossen. Het college heeft gekozen om het Team voor Elkaar vorm te geven als een tijdelijke werkorganisatie. Dit houdt in dat vooruitlopend op een definitieve keuze rond opzet en structuur het team functioneert als een (project)organisatie binnen de gemeentelijk structuur. Medewerkers vanuit diverse disciplines zijn in het Team actief. Het team bestaat uit 8,5 formatieplaatsen (ongeveer tien personen). Op basis van aannames zijn de formatieplaatsen verdeeld over de verschillende specialismen. De ontwikkeling van het team is tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van een kwartiermaker. We bevinden ons nu in een nieuwe fase. De uitvoering -dienstverlening aan de klant- staat centraal. Hierin maken we nu meteen de beweging naar een structurele vormgeving van het Team voor Elkaar. Hiertoe heeft het college in de perspectiefnota de Raad voorgesteld om voor de voorzieningen in het sociale domein (waaronder het Team voor Elkaar) een businesscase op te stellen, waarmee de definitieve organisatiekeuze voor het team wordt gemaakt. Hierin worden ook de ervaringen met de huidige opzet betrokken. Tegelijkertijd vindt er een klanttevredenheidsmeting plaats. Het inzicht in de dienstverlening van het team is op dit moment nog niet optimaal. Dit heeft meerdere oorzaken, zoals het implementeren van de informatiesystemen, de late beschikbaarheid van klantgegevens en verleende zorg (door Rijk en zorgaanbieders) en de grootschaligheid van de gehele operatie. Dit zijn knelpunten die niet specifiek voor Brummen gelden maar landelijk aan de orde zijn. Dit maakt ook dat de interpretatie van cijfers op dit moment erg lastig is. In de loop van het jaar word het inzicht steeds beter en zullen we hierover ook aan u rapporteren. In de onderstaande tabel staat het aantal contacten van het Team Voor Elkaar met inwoners onderverdeeld naar telefonische en face-to-face contacten. Het gaat hierbij niet om contacten met unieke inwoners; er kan sprake zijn van meerdere contacten per inwoner.
Telefonische contacten Inloopspreekuur Totaal
januari
februari
maart
totaal
500
419
438
1357
60
51
94
205
560
470
532
1562
Het aantal contacten was in de eerste periode maandelijks redelijk stabiel. Contacten vinden in grote meerderheid (87% van de gevallen) telefonisch plaats. Uit een analyse van de gegevens blijkt dat de gemiddelde tijdsbesteding per contact hoger is dan waar bij de opzet van uit is gegaan. Deels is dit te verklaren uit de opstartfase van het team. In volgende rapportages zullen we nagaan hoe de gemiddelde tijdsbesteding zich ontwikkeld.
Voortgangsrapportage Programma Samen Goed voor Elkaar (18 juni 2015)
Pagina 5
- INT15.1695 -
Er is ook een eerste inzicht in de verdeling van het aantal meldingen/vragen over de werkgebieden van het team. Hieruit blijkt dat in het eerste kwartaal 85% van de meldingen/aanvragen betrekking heeft op de Wmo en 15% op Jeugdhulp. Ook hiervoor geldt dat volgende rapportages een nader en meer verfijnder inzicht moeten bieden. Daarbij bekijken we of de verdeling van specialismen in het team aansluit bij de praktijk. We bekijken dan ook de mate waarin vragen rond arbeidsparticipatie aan de orde zijn en de eventuele samenloop/overlap met de andere terreinen.
In de periode tot april zijn er 325 aanvragen/meldingen gedaan. Er hebben 195 keukentafelgesprekken plaatsgevonden. Bij het verwerken van aanvragen/meldingen liep gedurende het eerste kwartaal de werkvoorraad op, met als gevolg oplopende afhandelingstermijnen. Op basis hiervan is in april een aantal maatregelen genomen, waaronder het terugbrengen van het aantal uren dat het team dagelijks bereikbaar is, het inzetten van extra capaciteit en het aanpassen van werkprocessen. Door deze maatregelen is de werkvoorraad verkleind. De resultaten hiervan zijn echter nog niet bevredigend. In een aantal gevallen werd de wettelijke afhandelingstermijn niet gehaald. We hebben geen signalen dat dit heeft geleid tot knelpunten rond zorg en ondersteuning aan inwoners. Daar waar nodig heeft het team maatregelen genomen om – specifiek in het geval van een bestaande indicatie/beschikking – de ondersteuning te laten doorlopen. Ook zijn bij het team en de gemeente geen klachten van inwoners ingediend met betrekking tot het niet halen van de wettelijke termijnen. Op basis van deze bevindingen is er in mei een aantal nadere maatregelen genomen. In de eerste plaats is de regierol van de gemeente richting het team geïntensiveerd. Hiertoe werken we nu met een gemeentelijke regisseur/coördinator. Doel hiervan is om de verbinding tussen het team en de gemeentelijk backoffice (zoals facturering en ict) te stroomlijnen. Daarnaast zetten we zwaarder in op het management van het team. Hiervoor is een teamleider aangesteld. Met deze en eerder genomen maatregelen heeft op dit moment prioriteit: Het terugbrengen van de werkvoorraad Het voldoen aan de wettelijke termijnen De stroomlijning van de werkprocessen Bovenaan staat daarbij dat de dienstverlening aan onze inwoners centraal staat. Ondanks de grootschaligheid van gehele operatie willen we zorgen dat inwoners passende zorg en ondersteuning beschikbaar krijgen. Verder vindt zoals eerder genoemd in de komende periode de keuze voor de definitieve organisatie voor het team plaats. Waarbij het college in de perspectiefnota aan de Raad heeft voorgesteld om dit middels een businesscase op te pakken. Informatievoorziening Met de overgang van verschillende extra zorgtaken was tevens aanpassing en vernieuwing van informatiesystemen wenselijk. Het bestaande systeem voor de Wmo is daarom uitgebreid met een module jeugdzorg en tevens is ervoor gekozen om een paraplusysteem aan te schaffen. Samenhang in zorg tussen personen binnen het gezin kan zo goed in beeld gebracht worden. Momenteel is dit systeem in de lucht in de pre-productiefase. Op basis van de eerste ervaringen zullen nog nadere werkafspraken gemaakt worden. Daarnaast is landelijk het Gemeentelijk gegevensknooppunt vanuit het inlichtingenbureau opgezet om te komen tot uniforme digitale informatiestromen voor toekenningsbeschikkingen en declaratie- en facturatiestromen tussen de gemeente en de zorgaanbieders. Omdat dit systeem nog niet optimaal functioneert is door de gemeente aan het begin van dit jaar besloten vooralsnog te werken met een declaratieformat waar zorgaanbieders gebruik van kunnen maken. Dit om te voorkomen dat zorgaanbieders pas kunnen declareren op het moment dat het gegevensknooppunt wel naar behoren functioneert. 5. Financiën In Brummen is afgesproken om de 3D binnen de daarvoor beschikbare middelen uit te voeren onder de veronderstelling dat de beschikbare budgetten voldoende zijn. Daarbij is ook afgesproken om dit financieel te monitoren. In deze paragraaf geven we de eerste rapportage voor 2015. Een meer gespecificeerd overzicht staat in bijlage 1.
Voortgangsrapportage Programma Samen Goed voor Elkaar (18 juni 2015)
Pagina 6
- INT15.1695 -
Jeugdzorg In de bijlage 1 wordt de Jeugdzorg als eerste cijfermatig op een rij gezet. Bij Jeugdzorg wordt sterk de regionaal opgetrokken. De regio heeft recent een 2 financiële doorkijk gemaakt. De gegevens uit deze doorkijk zijn meegenomen in bijlage 1. Op basis van bijlage 1 kunnen nu de volgende eerste conclusies worden getrokken: a. De inkomsten ouderbijdragen zal zeker lager uitkomen dan geraamd. Dit omdat het opleggen van ouderbijdrage bij nieuwe aanvragen dagbehandeling voorlopig stopgezet is, om zo een mogelijke
belemmering tot het beroep gaan doen op Jeugdzorg weg te nemen. Inschatting nadeel € 25.000. b. De inkomsten rijksbijdrage zijn lager als gevolg van de meicirculaire 2015. De korting 2015 heeft vooral te maken met verschuiving van Jeugdzorg naar Wet Langdurige Zorg (WLZ), dat niet door de gemeente uitgevoerd wordt. c. Het beroep op het instrument PGB lijkt beduidend minder dan geraamd. d. Van de kosten zorg in natura (ZIN) is nog weinig bekend. Het budget laat nu nog een groot overschot zien. Door diverse omstandigheden zijn de kosten en de verplichtingen nog onvoldoende in beeld. e. De onduidelijkheid op dit moment van punt d. betekent dat het nu te verwachten bedrag aan overschot als hoog moet worden aangemerkt. De kans dat het overschot uiteindelijk toch lager zal uitvallen is denkbaar. Toch geeft dit wel aan dat de verwachting dat Brummen in 2015 over zal houden aan het budget Jeugdzorg gehandhaafd kan blijven. De hoogte van het voordeel is alleen dus nog niet met een grote mate van zekerheid aan te duiden. Daarbij speelt dat er nu al regionaal afspraken zijn gemaakt over solidariteit op het onderdeel LTA. Mogelijk worden er ook nog afspraken van solidariteit binnen de regio over een aantal andere onderdelen afgesproken. Het geld dat Brummen in 2015 overhoudt kan dan in de jaren na 2015 nodig zijn om de te verwachten kortingen na 2015 in het rijksbudget op te kunnen vangen. Kortingen als gevolg van objectivering van het verdeelmodel, algemene korting op het rijksbudget en gevolgen mogelijk budgetoverheveling naar de WLZ (Wet Langdurige Zorg). WMO taken vanaf 2015 Ook hier een eerste doorkijk in bijlage 1. De beoordeling hierbij: a. De eigen bijdragen is laag geraamd, maar of hier ook echt wat op binnenkomt is de vraag. Het is namelijk nog af te wachten of de SVB een onderscheid maakt bij de aan de gemeente door te betalen eigen bijdragen tussen oude taken wmo en nieuwe taken wmo. Wij gaan nu uit van geen daadwerkelijke ontvangsten. b. De inkomsten rijksbijdrage is verlaagd op basis van de meicirculaire 2015. De korting 2015 heeft vooral te maken met verschuiving van Jeugdzorg naar Wet Langdurige Zorg (WLZ), die niet door de gemeente uitgevoerd wordt. c. Voor beschermd wonen zijn nog geen kosten gemaakt. Dit zouden dan nieuwe kosten moeten zijn bovenop kosten die de gemeente al heeft voor aanpak huiselijk geweld en Veilig Huis. d. Van het budget voor transformatie is tot nu toe € 110.000 besteed. e. Het niveau PGB blijft achter op de raming. f. Van de kosten ZIN is nog weinig bekend. In bijlage 1 is het overschot op de PGB grotendeels toegevoegd aan het budget ZIN. Of de werkelijke kosten inderdaad op de dan geraamde € 2.500.000 uit zal komen is nu nog moeilijk aan te geven. g. De post reservering geeft aan dat op basis van de huidige inschattingen de WMO richting de € 450.000 binnen het budget zal blijven. Ook hier is overschot nodig gezien de kortingen op het rijksbudget na 2015. WMO taken van voor 2015 Ook hier een eerste doorkijk in bijlage 1. De beoordeling hierbij: a. In 2015 (en in 2016) heeft Brummen een extra bijdrage toegekend gekregen ad € 130.000. Dit geld is bedoeld om de werkgelegenheid binnen de thuiszorg te ondersteunen. De kosten die met deze werkbevordering samenhangen worden in de administratie apart bijgehouden. Tegenover de extra kosten zal ook nog een extra opbrengst aan eigen bijdragen staan. b. De rijksbijdrage is in 2015 voor het eerst fors gedaald met 32% In 2016 volgt nog een laatste verlaging met 8%. Via de meicirculaire gemeentefonds 2015 is duidelijk geworden dat de korting in 2015 iets lager is dan eerder verwacht. Hier dus een positieve ontwikkeling voor Brummen. c. De opbrengst Eigen Bijdragen staat geraamd (historisch) op € 400.000. Gezien de werkelijke opbrengst van de afgelopen jaren is een hogere opbrengst van €560.000 realistisch. Dit mede gezien dat de € 30.000 eigen bijdragen bij de nieuwe taken wmo 2015 nu op nul geschat worden. d. Ook hier lijkt het gebruik van het instrument PGB achter te blijven op de raming. e. De kosten van ZIN zijn gebaseerd op de 2 termijnen die daadwerkelijk al betaald zijn vertaald naar het hele jaar die uit 13 termijnen bestaat. f. De nu aangegeven ontwikkelingen 2015 zullen gaan leiden tot nog een toevoeging aan de reserve wmo 2007 met ruim € 212.000.
Pagina 7
- INT15.1695 -
Voortgangsrapportage Programma Samen Goed voor Elkaar (18 juni 2015)
Budget Werkvoorzieningsschap (WSW) Uit bijlage 1 blijkt de bestaande afspraak dat de rijksbijdrage voor 100% doorbetaald wordt aan Delta. Deze afspraak geldt in ieder geval voor 2015 nog. De bijdrage 2015 is via de meicirculaire wel lager vastgesteld dan eerder bekend was. Discussies over de toekomst van Delta zijn gaande. Met het 100% doorbetalen heeft Brummen een beoogde bezuiniging op de doorbetaling met € 50.000 niet weten te realiseren. Budget re-integratie Ook hier een eerste doorkijk in bijlage 1. De beoordeling hierbij: a. De inkomsten rijksbijdrage is op basis van de meicirculaire een fractie naar beneden bijgesteld. b. De kosten van de diverse instrumenten zullen naar verwachting binnen de raming opgevangen worden. Het risico op overschrijding is gezien het zeer beperkt budget zeker aanwezig. c. Eind van het jaar zal berekend moeten worden welke kosten er bespaard zijn op het budget van de bijstand als gevolg van het inzetten van instrumenten vanuit het beleid op re-integratie. Dit voordeel mag de gemeente behouden en kan daarmee als dekking dienen voor mogelijke overschrijding van het budget re-integratie. Ontwikkeling reserves Sociaal Domein. In bijlage 1 is aan het einde een overzicht opgenomen over hoe de 2 reserves binnen het Sociaal Domein zich in 2015 gaan ontwikkelingen bij de verwachtingen die nu in bijlage 1 zijn opgenomen. Bij de reserve 3D is er sprake van een toevoeging van € 160.000 vanuit het restant van de oude reserve CJG. Hierbij wordt er van uit gegaan dat de gemeenteraad met deze overheveling akkoord gaat via het vaststellen van de Nota Reserves en Voorzieningen 2015.
Pagina 8
- INT15.1695 -
Voortgangsrapportage Programma Samen Goed voor Elkaar (18 juni 2015)
Bijlage 1 A
Overzicht 3D 2015 Baten en Lasten Jeugdzorg, WMO en Participatiebeleid B Jeugdzorg
C
D
E
F
G
Nr. Wat Raming 11.5.2015 31.12.2015 Verschil Opmerkingen 1 Rijksbijdrage Jeugd € 4.980.980 € 2.092.012 € 4.846.812 -€ 134.168 Nadeel o.b.v. meicirculaire 2015 2 Eigen Bijdragen € 91.651 €0 € 66.651 -€ 25.000 Nieuwe heffing opgeschort. sub-totaal baten € 5.072.631 € 2.092.012 € 4.913.463 -€ 159.168 3 PGB € 688.481 € 105.000 € 251.000 € 437.481 4 Bureau Jeugdzorg € 346.395 € 157.000 € 346.395 €0 5 ZIN Landelijk (LTA) € 187.285 €0 € 250.000 -€ 62.715 Regio verwacht overschrijding 6 ZIN Bovenregionaal € 728.000 € 182.000 € 437.000 € 291.000 Lagere kosten Intermetzo 7 ZIN regionaal plafond € 816.000 € 286.000 € 686.000 € 130.000 8 ZIN overig € 1.932.896 € 39.000 € 1.600.000 € 332.896 Kolom E is 40 keer kolom D 9 Aandeel in TWO € 149.429 € 62.000 € 149.429 €0 10 Transformatiebudget € 124.525 € 66.810 € 124.525 € 0 Hiervan €66.810 aandeel regiokosten 11 Reservering € 99.620 € 0 € 1.069.114 -€ 969.494 sub-totaal lasten € 5.072.631 € 897.810 € 4.913.463 -€ 159.168 WMO 2015 12 Rijksbijdrage WMO 2015 13 Eigen Bijdragen sub-totaal baten 14 Clientondersteuning MEE 15 Beschermd wonen 16 Nieuwe initiatieven 17 PGB 18 ZIN 19 Externe advisering 20 Aandeel in Tijd. Werkorg. 21 Reservering sub-totaal lasten WMO 2007 22 Eenmalige rijksbijdrage 23 Rijksbijdrage WMO 2007 24 Eigen Bijdragen sub-totaal baten 25 Uitvoeringskosten WMO-overig o.a. 26 Buddyzorg 27 HH via PGB 28 HH via ZIN 29 Incidenteel cf rijksbijdrage 30 Reservering sub-totaal lasten WSW 31 Rijksbijdrage WSW 32 Doorbetaling aan Delta Totaal WSW
€ 1.551.519 €0 € 1.551.519 € 71.730 €0 € 45.833 € 123.000 €0 €0 € 76.960 €0 € 317.523
€ 3.643.722 €0 € 3.643.722 € 172.152 €0 € 110.000 € 295.332 € 2.500.000 €0 € 184.705 € 381.533 € 3.643.722
€ 130.000 € 1.820.095 € 400.000 € 2.220.095 36.534
€ 54.167 € 764.440 € 233.333 € 997.773 3.062
€ 130.000 € 1.858.582 € 560.000 € 2.418.582 36.534
75.000 500.000 1.336.000 130.000 142.561 2.220.095
0 35.000 314.943 €0 0 353.005
84.012 2.047.127 €0 250.909 2.418.582
2.558.761 2.558.761 0
1.074.680 1.066.150 8.529
2.407.399 2.407.399 0
332.029 0 332.029 65.000 86.000 181.029 2.510
132.812 0 132.812
0
331.939 0 331.939 65.000 86.000 180.939 2.510
334.539
0
334.449
Voortgangsrapportage Programma Samen Goed voor Elkaar (18 juni 2015)
-€ 50.372 -€ 30.000 -€ 80.372 € 11 € 73.882 € 90.000 € 704.668 -€ 426.656 € 20.000 €0 -€ 381.533 -€ 80.372
Nadeel o.b.v. meicirculaire 2015
Nog geen gegevens in Key2Fin 110.000 =SWB Nog geen gegevens in Key2Fin Nog geen gegevens in Key2Fin
€ 0 Alleen in 2015 en 2016 € 38.487 Voordeel o.b.v. meicirculaire 2015 € 160.000 inschatting cf. werkelijk 2014 € 198.487 €0 € 75.000 € 415.988 -€ 711.127 € 130.000 -€ 108.348 € 198.487
Kolom D= 2 perioden, kolom E 13 per.=heel jaar
151.362 Nadeel o.b.v. meicirculaire 2015 151.362 100% doorbetaling, nog voor 2015 en 2016. €0
-€ 90 Nadeel o.b.v. meicirculaire 2015 €0 -€ 90 €0 €0 € 90 €0 €0 -€ 90 Pagina 9
- INT15.1695 -
Reintegratie 33 Rijks bijdrage Part.beleid 34 Voordeel op bijstand sub-totaal baten 35 Loonwaarde 36 Werkgeversdienstverlening 37 Reintegratietrajecten 38 Cursus/opleiding 39 Reservering sub-totaal lasten 40
€ 3.694.094 € 30.000 € 3.724.094 € 172.163 € 73.882 € 200.000 € 1.000.000 € 2.073.344 € 20.000 € 184.705 €0 € 3.724.094
41 Reserves Sociaal Domein Ontwikkeling reserves 1 1.1.2015 2 Overbrengen reserve CJG 3 Toevoeging Jeugdzorg 4 Toevoeging WMO 2015 5 Toevoeging WMO 2007 6 Geraamde onttrekkingen 7 Afromen plafond 8 Toevoeg.of onttrek Particip 31-12-2015
3D €0 € 160.223 € 1.069.114 € 381.533
WMO2007 € 750.000 €0
€ 250.909 -€ 371.807 €0 0 € 1.610.870
€ 629.102
€0
€0
Pagina 10
- INT15.1695 -
Voortgangsrapportage Programma Samen Goed voor Elkaar (18 juni 2015)
cf R&V bij MJB 2016-2019