De discussie wordt ongetwijfeld vervolgd. Al met al een nuttige en inspirerende tweedaagse die tot verder nadenken aanzet. Literatuur Luyens, M., & Vansteenwegen, A. (2003). Ondanks de liefde. Hoe overleef je een liefdesaffaire? Tielt: Lannoo.
Verslag van het tweede Nederlandse EFT-congres, 9 november 2012
John Stolvoort
Een impressie door John Stolvoort*
Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie 51 2013/1
76
Onder grote belangstelling vond op 9 november jl. in Leiden het tweede congres plaats van de stichting Emotionally Focused Therapy Nederland. In haar welkomstwoord stond Karin Wagenaar kort stil bij het thema van dit congres: trauma en herstel. Onverwerkte gebeurtenissen of een opgelopen trauma hebben veel invloed op het gevoel van veiligheid en zijn daarmee ook van invloed op het gezinsleven en de partnerrelatie. Om deze reden is het belangrijk om ruimte te geven voor het delen en verwerken van het trauma, zo stelde Wagenaar. Hierdoor kan de impact ervan verminderen en wordt de overdracht via kinderen voorkomen. EFT focust op emoties en op hechting. Door vanuit dit model te werken wordt de onderlinge hechting versterkt en kunnen partners meer weerbaar en sterker in het leven staan, en eventuele trauma’s beter verwerken. Op een congres over EFT kon de grondlegger, Sue Johnson, niet ontbreken. Ze was niet als persoon aanwezig, maar sprak ons toe via een videoboodschap. Zij memoreerde aan de groei van de EFT-gedachte en het aantal EFT-gemeenschappen in de wereld. Sue was verheugd dat de Nederlanders de EFT-gedachte in zo grote mate hebben omarmd. EFT heeft volgens Sue de kracht om het trauma te helen en zij wenste ons toe dat we ons zouden laten raken door de kennis en inzichten van de sprekers. Het plenaire deel werd geopend met een inleiding door Dan Hughes, met als titel ‘The dialogue of healing: communicating with your reflective heart’. Dan Hughes is gespecialiseerd in de behandeling van kinderen en jongeren met ernstige emotionele en gedragsproblemen. Hij heeft veel gebruik gemaakt van de theorie en het onderzoek dat is uitgevoerd op het gebied van hechting en trauma. Volgens Dan Hughes is het belangrijk dat een therapeut tijdens zijn behandeling uitdrukking geeft aan de non-verbale uitingen van de cliënt. Hiermee faciliteert hij de ontwikkeling van een gemeenschappelijk verhaal, waarin de cliënt zijn ervaringen kan uitdrukken. Hughes benadrukt het belang van het creëren van een gevoel van veiligheid voor de cliënt, waardoor deze bereid is om zijn verhaal te verkennen en te herbeleven. *
John Stolvoort is relatietherapeut, is werkzaam in eigen praktijk in Utrecht en is redacteur van het Counselling Magazine.
Congresverslagen
77 Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie 51 2013/1
De therapeut draagt er in dit proces zorg voor dat de ervaringen van de cliënt meer samenhang gaan vertonen. Als de gezamenlijke ‘hartcommunicatie’ die hierdoor ontstaat spontaan is, expressief en congruent met het verhaal, kan de cliënt zijn ervaringen opnieuw vertellen in een bredere context. Door het ontstaan van dit nieuwe verhaal zal, volgens Hughes, de cliënt nooit meer het trauma op dezelfde geïsoleerde manier beleven. Het zal altijd verweven zijn met de bredere ervaring tijdens de therapie. Hughes verduidelijkte deze zienswijze door op een liefdevolle en gedetailleerde wijze een casus uit zijn praktijk te bespreken. Hierna was de beurt aan Kathryn Rheem, met haar bijdrage onder de titel ‘Using EFT with traumatized couples: a perfect fit’. Kathryn Rheem heeft langdurig gewerkt met veteranen met een oorlogstrauma en de effecten hiervan op de partnerrelatie. Tijdens haar presentatie vertelde Kathryn over deze ervaringen. Oorlogstrauma is uniek en heeft grote gevolgen voor het gevoel van veiligheid en de verbinding tussen partners. Als gevolg van het trauma ontstaat een continue cirkel van elkaar beïnvloedende factoren. Het gebrek aan verbinding en isolatie vergroot de traumatische stress. De traumatische stress creëert spanning, boosheid en geeft misverstanden binnen de relatie. De relatiestress versterkt de effecten van het trauma en isolement, terwijl juist op dit moment de partners nabijheid, steun en een veilige haven het meest nodig hebben. Veilige hechting functioneert volgens Rheem als een beschermend schild tegen de symptomen van trauma. Het activeert hoop, versterkt het zelfbeeld, en herstelt de emotionele balans. Daarnaast biedt veilige hechting aan overlevers van trauma de mogelijkheid om hulp te vragen en steun te krijgen van hun partners. Kathryn Rheem betoogt dat EFT de meest geschikte methodiek is voor de behandeling van trauma, omdat EFT zich expliciet richt op het effect van emoties op de kwaliteit van de intimiteit tussen partners, gebaseerd is op de hechting van volwassenen, en zich focust op het valideren van de emoties van cliënten. Daarbij zijn de drie fasen van de EFT, de-escalatie, verbinding en consolidatie, vergelijkbaar met de traditionele traumabehandeling. Na de presentatie van Kathryn Rheem volgden twee rondes van parallelsessies, waarbij bezoekers telkens uit vier mogelijkheden konden kiezen. Het aanbod aan lezingen en workshops was interessant en divers en bood de bezoeker de mogelijkheid om kennis te maken met EFT of zich te verdiepen in EFT in combinatie met onderwerpen als mentaliseren, psychosomatiek, hechting, PTSS, trauma, emoties en overspel. Ik heb in de eerste ronde gekozen voor ‘Restoring broken bonds: healing attachment injuries with EFT’ door James Furrow. In deze lezing behandelde James Furrow het thema ontrouw en de wijze waarop de therapeut kan helpen om de opgelopen hechtingskwetsuren te verwerken. Ontrouw leidt meestal tot een verbroken verbinding, stelt Furrow. Het vertrouwen van de partner is ernstig beschadigd. De gevolgen hiervan hebben een blijvende invloed op de verhoudingen binnen de relatie. Toch is overspel zelden een reden voor echtscheiding. Furrow vergelijkt de ontdekking van
John Stolvoort Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie 51 2013/1
78
overspel met een bom die door de structuur van de relatie snijdt, zoals een granaatscherf door onbeschermd vlees. Het wordt vaak ervaren als een traumatische interpersoonlijke gebeurtenis, die leidt tot, zoals Sue Johnson het noemt, een hechtingsverwonding. De symptomen van deze verwonding kunnen vergelijkbaar zijn met PTSS, zoals zich opdringende gedachten aan de pijnlijke gebeurtenis, waakzaamheid en verhoogde gevoeligheid die gekoppeld is aan angst voor mogelijk toekomstige herhalingen van de ontrouw. Een aantal factoren bepaalt de mate van de hechtingskwetsuur, zoals: duur van de ontrouw, de manier waarop de ontrouw is ontdekt, hoe lang geleden het is gebeurd, de geschiedenis van de relatie, en de wijze waarop de interactiecirkel is veranderd na de ontdekking van de ontrouw. De therapeut moet in deze situatie een veilige haven bieden. Hij helpt om de emoties te structureren en de onderliggende behoeften en verlangens van de gekwetste partner aan vertrouwen, veiligheid en verbinding te faciliteren. Vaak wil de partner die de ontrouw heeft gepleegd zich afsluiten voor de angst en de boosheid van de gekwetste partner. Terwijl die gekwetste partner juist behoefte heeft aan erkenning van de partner voor de pijn van de hechtingsverwonding. Het is de rol van de therapeut, zegt Furrow, om partners te helpen bij het uiten van verdriet en wroeging over de ontrouw en de verwonding die hiervan het gevolg is. Het is belangrijk dat een therapeut een basis creëert voor het herstel van vertrouwen. Daarvoor is een aantal factoren van belang, zoals het scheppen van ruimte voor uitingen van verhoogde angst en spanning, antwoorden van de pleger op vragen waarmee de gekwetste partner worstelt, openheid over onverwachte contacten met de partner van het overspel en toegang tot e-mail, sms en voicemail van de pleger. Het is belangrijk dat er weer vertrouwen binnen de relatie kan ontstaan en dat er nieuwe ervaringen worden opgedaan, waaruit blijkt dat de ander weer bereikbaar en beschikbaar is. Tijdens de tweede ronde van de parallelsessies volgde ik de lezing van Kathryn Rheem, ‘Riding the wave: harnessing the power of emotion.’ Als we de liefdesrelatie willen begrijpen, moeten we starten bij de emotie, betoogt Rheem. Emotie is de boodschap van de liefde, onze kans om de verborgen wereld rond liefde te ontcijferen. Eindelijk krijgt emotie, dankzij het werk van Sue Johnson, de voorkeursplaats die het verdient. Emotionele verbinding met onze geliefden is immers even essentieel als ademen. Vervolgens verduidelijkt Rheem het verband tussen emotie en hechting. Volgens Bowlby is de verbinding met een partner gebaseerd op emotionele toegankelijkheid en responsiviteit. Hechtingsgedrag wordt in belangrijke mate geactiveerd door emotie. Het zijn bouwstenen voor een veilige band tussen partners. Juist die emotionele betrokkenheid geeft het vertrouwen dat de ander er zal zijn als het nodig is. Het (dreigend) verlies van de verbinding met een belangrijke hechtingsfiguur veroorzaakt dan ook een specifieke vorm van angst die zich uitdrukt in boosheid, zich vastklampen en wanhoop. Het is lastig om emoties te onderdrukken. Het effect is meestal meer opwinding en meer spanning en deze zijn direct af te lezen uit onze non-verbale communicatie.
Congresverslagen
79 Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie 51 2013/1
Hiermee geven we signalen over onze verlangens, behoeften en angsten aan anderen. De spiegelneuronen en het limbische systeem spelen volgens Rheem een belangrijk rol bij het uiten van emoties. Doordat we de gezichtsuitdrukking van de ander zien, herkennen we de emoties en zijn we in staat om de intenties van die ander te herkennen. Het gezicht is de enige plaats van het lichaam waar de spieren direct zijn verbonden met de huid en vormt daarmee een geavanceerd communicatiesysteem. Kathryn Rheem vervolgt de presentatie met uitleg over het werken met emotie. Werken met emoties, zegt ze, houdt in dat je de focus richt op het proces en dit proces vertraagt, dat je gebruik maakt van de woorden van de cliënt en de nadruk legt op emoties die betrekking hebben op hechtingsproblematiek. Je valideert emoties door de ervaringen te legitimeren, empathie te tonen en aan te sluiten bij de cliënt. Sterke secundaire emoties kunnen positief zijn. Dit geeft aan dat partners de verbinding met elkaar nog willen behouden. Help cliënten deze emoties te benoemen. Help hen om zich meer competent te voelen en in controle te zijn. De therapeut heeft aandacht voor de diepgevoelde emoties, focust daarop, spiegelt en valideert. Degene die het werk van Sue Johnson kennen, zullen deze interventies direct herkennen. Dat geldt ook voor het onderscheid tussen primaire en secundaire emoties en de interventies die hierbij passen. Kathryn Rheem verduidelijkte deze interventies met behulp van een video uit haar praktijk. Plenair werd het programma vervolgd met een presentatie van James Furrow onder de titel ‘Dealing with dragons: trauma, resilience, and the EFT therapist’. Het thema van deze presentatie was de kans op burn-out-verschijnselen, secundair traumatische stress syndroom, of vermoeidheidsverschijnselen bij de therapeut. De risicofactoren zijn volgens Furrow: persoonlijke factoren (zoals een vrouwelijke, of jonge beginnende therapeut), een verleden met traumaervaring en situaties in de privésfeer. Daarnaast zijn factoren uit de werkomgeving van belang, zoals een te grote caseload, te veel traumacases, te veel zware trauma, een beperkte training en/of gebrek aan supervisie en intervisie. Furrow illustreerde dit met een op video opgenomen rollenspel van zijn collega’s. Drie collega’s speelden de therapeut en haar twee cliënten. Drie anderen gaven een stem aan de gedachten van cliënten of therapeut. Het was een ontspannen manier om naar het vak van therapeut te kijken en het leverde over het algemeen herkenbare situaties op. Het congres werd afgesloten met een samenvatting van Karin Wagenaar en een gezamenlijke muzikale activiteit van alle aanwezigen. Ik vond het een geslaagd congres. Tijdens de plenaire lezingen in de ochtend was er voldoende ruimte voor verdieping en inspiratie. Beide sprekers, Hughes en Rheem, wisten de zaal en ook mij te boeien. Hughes kwam vooral goed op dreef toen hij zijn ideeën kon onderbouwen met de bespreking van zijn casus. De onderwerpen van de parallelsessies waren interessant en daarom was het niet gemakkelijk om te kiezen. Ik vond de lezing van James Furrow over ontrouw het meest boeiend. Furrow heeft een prettige, strakke manier van presenteren die me erg aanspreekt. Inhoudelijk vond ik zijn lezing sterk en zijn benadering heeft mij tot
John Stolvoort
nadenken gezet over dit veel voorkomende onderwerp in mijn praktijk voor relatietherapie. De parallelsessie van Kathryn Rheem over emotie viel mij enigszins tegen. Ze is absoluut een bevlogen spreker en haar presentatie was erg beeldend. Ik had echter inhoudelijk meer verdieping verwacht. De benadering van het onderwerp emotie oversteeg, in mijn beleving, niet de basistheorie van Sue Johnson over dit onderwerp. Dat is jammer, en misschien was ik op het verkeerde been gezet doordat de lezing in het programma was aangekondigd als: ‘Working with strong emotion’. Het laatste onderwerp van dit congres werd gepresenteerd door James Furrow. Dat deed hij, vond ik, wederom op een zeer boeiende wijze. De organisatie was uitstekend. De dag verliep perfect. Het was bijzonder dat ik bij thuiskomst een uur later al kon beschikken over de hand-outs van de lezingen. Dat heb ik nog niet eerder meegemaakt. Mijn complimenten.
Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie 51 2013/1
80