Verslag van het gemeenteberaad d.d. 26 mei 2015
Verslag van het gemeenteberaad op 26 mei 2015 Namen aanwezigen bij het Gemeenteberaad van 26 mei 2015: zie presentielijst onderaan dit verslag. Afwezig met kennisgeving: De heer en mevr. De Poorte, de heer en mevrouw Soeters-van den Oudenhoven en de heer en mevrouw Vreeken, de heren G. van Es en B. van Es, mevr. G. Roos, C. Mohr, I. van Zwol en J. van der Linden. Verslag: H. v.d. Plaats. 1. Opening en welkom Mevr. A. van Andel neemt het voorzitterschap op zich nu de G. van Es met vakantie is. Zij heet allen welkom bij het Gemeenteberaad. Ds. Ruth Jellema opent met een verwijzing naar het net gevierde Pinksterfeest. Wat moet je je daarbij voorstellen. Voor haar heeft de Geest twee kanten: inspirator en trooster. Inspiratie en vernieuwing horen er ook bij en dat is ook aan de orde vanavond. We proberen het werk in de gemeente concreet handen en voeten te geven. Ze leest lied 695 uit het Liedboek als een gebed: “Heer raak ons aan met uw adem.” 2. Mededelingen Afmeldingen zijn binnengekomen, zie boven. 3. Verslag Gemeenteberaad d.d. 17 november 2014 Tekstueel en inhoudelijk Mevr. H. Janssens-Baan merkt op dat op pag. 2, “aanbrengen ventilatie” de aannemer moet worden genoemd in plaats van de architect. Het verslag wordt goedgekeurd met dank aan de notuliste. 4. Thema ‘de gezonde gemeente’ Ds. Penninkhof neemt de leiding op zich bij het behandelen van dit onderwerp. Er zijn diverse geanimeerde gesprekken geweest, alleen niet nog door gemeenteleden, die niet aan een werkgroep etc. verbonden zijn. Maar dat kan vanavond gebeuren. Vier ogen op de toekomst. Er zijn echte geloofsgesprekken geweest. Vooral de kenmerken 1, 2 en 3 zijn vaak naar voren gekomen. Als je niet bezield bent of geïnteresseerd in wat God wil met de mensen, hoef je ook niet mee te doen. Soms was het moeilijk een nadere beschrijving los te krijgen. Ook de diaconale gemeente kwam vaak ter sprake. Wat kunnen we in deze beperkte tijd aan de orde stellen? Juist de punten waar we het niet zo over eens zijn in de aanpak. Het gaat specifiek om de toekomst van de kerk in Tilburg, hoe zal die er uit zien, wie doen daaraan mee en wat is belangrijk. De PKN heeft een aantal interviews gemaakt. Die filmpjes worden vertoond. Het betreft Benno van de Toren, die kortgeleden terug is gekomen in Nederland. Hij is geschrokken van weinig hoop en verwachting voor de toekomst van de kerk, die hij nu hier is tegengekomen. Hij wil dat de kerk een groep van leerlingen van Jezus is. Je hoeft voor Jezus niets te verstoppen.
1
Verslag van het gemeenteberaad d.d. 26 mei 2015 Daar moeten we mee aan de gang gaan. Hij vindt dat het gemiddelde kerklid vrij weinig ervaring heeft van 'de wereld daarbuiten'. Hij noemt radicaal discipelschap en ook een kerk waar mensen van buiten gemakkelijk kunnen binnen komen. De tweede die aan het woord komt is Govert Buis, filosoof. Hij noemt de situatie van de kerk zorgwekkend. Je bent de kinderen en de kinderen van de kinderen kwijtgeraakt. De kerk was vaak te dominant aanwezig en Nederlanders zijn radicaal. Hij vergelijkt de gemeenteleden van nu met kikkers in een pan. Langzaam sterft men in het kokende water. Je moet het geloof op een andere manier verwoorden en in de gaten houden dat het voor veel mensen niet relevant is. Voor predikanten en gemeenteleden is het belangrijk om je te verdiepen hoe het is om niet gelovig te zijn. Over de kerk van 2025 is hij matig optimistisch, minder mensen maar wel vitaal met mensen die geloof en betrokkenheid uitstralen. Ds. Penninkhof stelt voor om in kleine groepjes van vier, vijf mensen met elkaar in gesprek te gaan om het onderwerp te bespreken in een half uur. Praten over de dingen waar mensen niet helemaal eenstemmig over waren: Punt 2. een naar buitengerichte blik en 6. ruimte voor iedereen in plaats van exclusief 'wij zijn de kerk.' De vragen zijn: herkennen we dit. Vinden we dit belangrijk en hoe belangrijk is het voor de toekomst. De punten worden opgeschreven om later door de leiding te worden verwerkt. Aan het eind van deze bijeenkomst delen we het belangrijkste wat we hebben gevonden. Nadat iedereen is teruggekeerd in de Regenboogzaal neemt ds. Penninkhof weer het woord. Er is een aantal opmerkingen ingeleverd. De eerste groep had moeite met de vragen. Men begreep niet goed wat bedoeld werd. 'We zijn als protestanten wel gedwongen om in deze katholieke omgeving een naar buiten gerichte blik te hebben. We leven niet alleen voor de protestantse gemeente.' Ds. Penninkhof legt uit dat met het woord geheel(d) wordt bedoeld: zoals je bent in deze wereld en dat je deel uitmaakt van het koninkrijk van God. Ruimte scheppend voor iedereen: Ja, maar men heeft er wel moeite mee binnen de kerk. Men heeft er moeite mee als men alles los zou moeten laten wat men in zijn jeugd heeft geleerd. Ds. Penninkhof zegt dat er ruimte moet zijn voor anderen, respect hebben voor ieders overtuiging. Wat wil groep 2 meegeven aan de beleidsgroep? Ruimte scheppen is een sterk punt van deze gemeente. Er is ook gesproken over pastoraat. Dat is voor deze groep een speerpunt, gastvrij, aandacht voor elkaar en het gebouw mag meer open (bijv. een koffieochtend). Groep 3 vindt dat we ons als kerk meer moeten profileren, meer naar buiten gericht. We moeten duidelijk maken dat we er zijn als kerk voor de mensen. Je kunt je aansluiten bij groepen, maar je kunt ook zelf op zoek gaan in je directe omgeving en stad en je op die manier profileren en hulp bieden. Dat is heel belangrijk element: Er zijn voor mensen, kerkelijk of niet kerkelijk en op zoek gaan naar daden vanuit je geloof. Groep 4 kan zich vinden in kenmerk 2, duidelijke profilering. Dat we laten zien wat we willen zijn. Dat concrete ook terug laten komen door diaconaat. Duidelijke keuzes maken. Men was het er over eens dat daden belangrijker zijn dan woorden. Laten zien wat je zegt te willen zijn. Groep 5 heeft geconcludeerd dat we dat herkennen: naar buiten gericht zijn en ruimte scheppen. Maar het kan uitgebreid worden. Kenmerk twee zou belangrijker moeten zijn dan 6. Hoe goed je ook ruimte schept voor je eigen kring, je moet je focussen op kenmerk 2 met in je achterhoofd dat je op een ruimtescheppende manier naar buiten moet treden. Ds. Jellema merkt op dat ruimte scheppen hieruit automatisch voortvloeit. Groep 6 vond opkomen voor je naaste belangrijk. Dat zien we terug in onze gemeente. Zie de reacties op het opheffen van Vlot of andere nood. Er heerst een diaconale houding: aandacht voor vluchtelingen, het MST, actie Schoenendoos, kortom iets betekenen voor de stad door activiteiten. Moet je je presenteren in het beeld wat je schetst of moet je het doen? Als je in je winkel een artikel hebt dat gewild is, weet iedereen je te vinden. Zo zouden we ook moeten zijn.
2
Verslag van het gemeenteberaad d.d. 26 mei 2015 Tweede vraag over ruimte scheppen: ja belangrijk, het welkom heten aan begin van de dienst. Buiten de kerkdiensten compassie met de ander, ruimte maken voor de ander. Maar we zijn een minderheid en daar hebben je (klein)kinderen mee te maken. Daar moet ook aandacht voor zijn. Ds. Penninkhof dankt iedereen. Hij zal de uitgebreidere teksten doorgeven aan de commissie. De heer Hoogstad vraagt naar `De Engel van de kerk`. Deze engel zouden we de geestelijke identiteit van onze gemeente kunnen noemen. Wij hebben hier niet over gesproken omdat wij ons hebben gericht op de verschillende kenmerken. Als daar een bepaalde drive uit komt, bijv. diaconaal bezig zijn, creëren we op die manier onze eigen engelen. Ds. Jellema vult aan: `Op de kerkenraadsdag zijn we wel met de Engel van de kerk bezig geweest. Het is de identiteit van de kerk, de bron, het speerpunt. We hebben dat geschilderd en dat is in de groene zaal te bekijken. 5. Evaluatie gezamenlijke vieringen met Ekklesia Tilburg Mevr. Van Andel zegt dat we de afgelopen tijd Kerst en Pasen voor het tweede jaar samen met Ekklesia hebben gevierd. Kerstmis begon met de kerstnachtdienst. Vorig jaar was die vreselijk druk. Dit jaar iets minder, maar nog een flinke groep mensen, ook nieuwe gezichten. We weten niet wie dat precies geweest zijn. In de kerkenraad is besproken dat het toch in een behoefte voorziet. Wel vonden we dat het nog meer iets van samen moet zijn. Ieder moet zijn eigenheid erin terugvinden. Dat is een heel proces dat doorlopen moet worden vanwege onze verschillende tradities. We moeten wel gezamenlijk kunnen vieren. We hebben dit jaar nog niet aan mensen gevraagd hoe men de vieringen heeft beleefd. Dat willen we nu doen. De stille week. Vorig jaar was het na afloop van de viering van Witte donderdag en Goede Vrijdag veel te rommelig. Nu was dat beter. Witte Donderdag eindigde in een gezamenlijke avondmaalsviering. We zaten in dubbele rijen er omheen. Tegen de 100 mensen waren aanwezig. Volgende keer geen klikkende hakken bij het leegruimen van de tafel. Goede vrijdag is gezamenlijk voorbereid en gevierd. Geen avondmaal. De liturgie van de Paaswake was van Ekklesia, met inbreng van onze kant. De dienst van Paasochtend was van de Protestantse gemeente, met inbreng van de kant van Ekklesia Tilburg. Zo proberen we tot vormen te komen van gezamenlijke vieringen. Onze intentie is ermee door te gaan en te leren hoe het beter kan. De heer Wolters wijst op Goede Vrijdag. De dienst hoorde in stilte te beginnen maar het was niet stil. Misschien is het beter de lichten te doven en zo duidelijk mogelijk aan te geven dat het de bedoeling is om stil te zijn. De heer Risamasu zegt dat de inbreng in evenwicht moet zijn. Het waren wel mooie vieringen, maar met name Witte Donderdag had hij de indruk dat er alleen inbreng was van Ekklesia. Mevr. Van Andel was ouderling van dienst. Ze heeft het consistoriegebed gedaan, wat men niet kende, maar wel mooi vond. De heer Risamasu vond de opstelling alleen van Ekklesia. De heer Schouten zegt dat dit een nieuw idee was, dat door beide groepen is aangedragen en gedurende het proces is ontstaan. De heer Meijlink vraagt zich af of het een verplichting wordt om iedere Kerst en Pasen samen te vieren. Dat is toch niet nodig? Mevr. Van Andel zegt dat het is ontstaan bij de Kerstnachtdienst. Het zou anders betekenen dat we na kinderkerstdienst, eerst de Protestantse dienst zouden vieren en daarna Ekklesia. Dat is wel erg veel. Daarmee is het begonnen. Toen is het verder gegaan naar Pasen. Het is geen verplichting maar wel heel waardevol dat we dit soort belangrijke vieringen kunnen vieren met andere Christenen. De heer Post zegt dat de zaken worden omgedraaid. Er was geen wens om samen met andere geloofsdisciplines te vieren. Dit was een praktische oplossing. Mevr. Van Andel bevestigt dat het uit praktische overwegingen is gedaan, maar het is wel een kans
3
Verslag van het gemeenteberaad d.d. 26 mei 2015 om samen met andere Christenen te vieren. Het zou absurd zijn om dat niet samen te vieren, hoewel het door een praktische insteek is ontstaan. De heer Post vraagt waarom het Pinksterfeest niet met andere geloofsgenoten wordt gevierd. Dat is een suggestie. Ds. Penninkhof wijst erop dat we al vaker iets hebben gedaan met andere kerkgenootschappen. De Molukse kerk, de Indonesische kerk. De drive is er al eerder geweest. Het is helder dat dit uit praktische overwegingen is gedaan, maar we moeten het een kans geven. Mevr. I. Mulder begrijpt de discussie niet. Als je kijkt naar kenmerk 2.: We zouden juist open moeten zijn naar anderen. De heer Schouten zegt dat ieders deel zichtbaar gemaakt moet worden, maar juist het zoeken naar nieuwe vormen is waardevol. Ds. Jellema zegt dat bij Ekklesia dezelfde discussie speelt . De heer Meijlink vindt dat het geen beleid moet worden. De oude waarden moeten hierdoor niet wegvallen. Ds. Jellema zegt dat het waarschijnlijk wel beleid zal worden. We hebben onze Kerstochtend en Paasmorgendienst die we bewust vorm en kleur kunnen geven naar onze traditie zodat er voor iedereen in de gemeente ruimte is om feest te vieren. De heer Van de Kruk is met Goede Vrijdag geweest. De Paaskaas werd niet weggebracht. Hij vergist zich, want de Paaskaars is wel degelijk weggebracht. Mevr. Van Andel komt terug op de opmerking dat het geen beleid moet worden. Misschien moet het wel een roeping zijn. Niet meer beleid om praktisch te zijn, maar gezamenlijk dragen van een streven om Christelijke kerken bij elkaar te brengen. (Oecumene). 6. Rondvraag De heer F. Drost vraagt of er nog opmerkingen of vragen zijn geweest over de jaarrekening van de diaconie. Er stond een vraag van hem aan de leden van de gemeente: Zijn er mensen die de vacatures willen invullen. Hij vraagt of iedereen die vraag mee wil nemen. De heer P. Marsman vraagt of mededelingen via Internet eerder bij hem terecht kunnen komen. Hij vond dit gemeenteraad heel bijzonder. Ds. Penninkhof wijst op de nieuwsbrief en kerkblad. We proberen het zo goed mogelijk te doen. De heer Marsman zegt dat het zou helpen als er bij staat bij wie hij nadere informatie kan winnen. De heer Post complimenteerde de notuliste voor het verslag van het vorige gemeenteberaad. Oecumene hebben we al paar maal genoemd. Hij heeft gelezen dat de PKN vergaande samenwerking met de Pinkstergemeenten heeft en hij vraagt of wij ook nadere samenwerking gaan zoeken met de Pinkstergemeente die in deze kerk haar diensten viert. Een derde opmerking is dat informatie laat bij gemeenteleden komt omdat de kerkenraad maar zes keer per jaar vergadert. Hij zou graag sneller besluitenlijsten en actielijsten gepubliceerd zien. Mevr. Van Andel zegt dat de opmerkingen zijn genoteerd. Gekeken zal worden wat realiseerbaar is. Van samenwerking tussen onze gemeente en de Pinkstergemeente is nog niets bekend. Ds. Penninkhof wijst erop dat er meerdere Pinkstergemeenten zijn. Er zijn veel contacten op landelijk niveau, maar niet met de Pinkstergemeente hier. 7. Sluiting van het gemeenteberaad Ds. Jellema besluit met een lied uit het liedboek 257 en leest het gebed dat onder het lied is afgedrukt. Uit een landelijke digitale enquête komt naar voren dat actieve PKN leden overbelast zijn en ongeïnteresseerd. Een moeilijk punt is de geconstateerde vergadermoeheid. Maar als je nieuwe beleid wil ontwikkelen kan dat eigenlijk niet zonder. Er zijn ook hier signalen van vrijwilligers die moe worden van vergaderen. Ds. Jellema vindt dat heel erg. Slechte nachtrust kan niet de bedoeling zijn van het werk in de kerk.
4
Verslag van het gemeenteberaad d.d. 26 mei 2015 De voorzitter sluit de vergadering onder dankzegging van de bijdragen. Na de vergadering is er een ontmoeting onder het genot van een hapje en een drankje.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 16 november 2015.
voorzitter: G. van Es
Scriba: A.P. Severijnen-Nobels
PRESENTIELIJST GEMEENTEBERAAD 26 MEI 2015 Mw. H. Janssens-Baan Dhr. P. Marsman Dhr. H. van der Leun Mw. N. van Haarlem Dhr. G. van Staalduinen Mw. A. van Staalduinen Ds. R. Jellema Mw. I. Mendes Dhr. F. Drost Dhr. G. Kuitert Ds. D. Penninkhof Dhr. J. Meijlink Dhr. W. van der Kruk Dhr. C. de Vries Mw. I. Mulder-Nieuwenhuis
Mw. H. van der Plaats Mw. A. van Andel Dhr. P. Groenenboom Mw. L. Groenenboom Mw. T. Linkels-Braaksma Mw. R. van Tricht Dhr. C. Post Mw. A. Severijnen-Nobels Dhr. G. Schouten Dhr. C. Lampert Mw. A. Meijboom Dhr. H. Hoogstad Dhr. A. Risamasu Dhr. D.J. Wolters
5