Verslag van de vergadering van het algemeen bestuur van Waterschap Rijn en IJssel, gehouden op dinsdag 12 maart 2013 Aanwezig: De heer drs. H.Th.M. Pieper (dijkgraaf), de heer drs. C. Roos (secretaris-directeur), mevrouw D.M.P. Berends, de heer ir. G.W. Broens, mevrouw C.W.J. te Dorsthorst, de heer ing. J.C. Duivenvoorden, de heer O. Feitsma, mevrouw ing. A.E.H. van HelvoirtLooman, de heer ir. J.M. Hollander, de heer G.A. Klein Lebbink, de heer W.A.J. Köning, de heer L.T.M. Lamers, de heer G.J. Liet, mevrouw R.J.I. Maatman, de heer W. Nieuwenhuis, de heer G.D.J. Oonk, mevrouw ing. K. Otermann, mevrouw J.A. Pot-Klumper, de heer dr. H.P. Potman, de heer J.W.E.M. Roemaat, mevrouw E.T.J.M. Rutting, de heer ing. P. Schrijver, de heer S.J.M. Smit, de heer dr. A.H.F. Stortelder, de heer ir. T. Theijse c.i., de heer B.H. van Til, mevrouw W. Winkelhorst, de heer A.J. Wormgoor, de heer H.G.J.M. Wubbels, mevrouw L. Bol (verslag). Afwezig: De heer D. Chargois, de heer drs. J.A.H. Kabout, mevrouw J. Lamberts-Grotenhuis. 1.
Opening en mededelingen van de dijkgraaf De dijkgraaf opent om 14.05 uur de vergadering. De dijkgraaf deelt mee dat: - de heer Kabout en mevrouw Lamberts verhinderd zijn en de heer Chargois later aansluit bij de vergadering; - de jaarlijkse Gelderse waterdag dit jaar op woensdag 4 september wordt georganiseerd; - inzake Rijnstrangen het college van dijkgraaf en heemraden schade wil vergoeden maar niet instemt met generieke waardevermindering. Mevrouw Winkelhorst (CDA) merkt op dat bestuursleden berichten vernemen over onrust in het Rijnstrangengebied. Zij vraagt daarom aan het college om het algemeen bestuur volledig te informeren en om stil te staan bij de vraag wat ons waterschap kan leren van de ervaringen in Rijnstrangen. Ze vraagt om Rijnstrangen in een openbare algemeen bestuursvergadering te bespreken. De dijkgraaf zegt toe om een informatiebijeenkomst voor het algemeen bestuur te organiseren. De heer Roemaat (LTO) vraagt om deze informatiebijeenkomst op korte termijn te organiseren vanwege de onrust in het gebied. Medio maart is afgesproken dat op dinsdag 9 april van 20.00 tot 22.00 uur een informatiebijeenkomst over Rijnstrangen georganiseerd wordt; - de concepttekst van de watervisie is op de website van ons waterschap geplaatst. Op 22 maart verschijnt een nieuwe concepttekst; het is werk ‘under construction’. De dijkgraaf hoopt dat in de bijeenkomst met het algemeen bestuur op 25 maart een verdiepingsslag aangebracht kan worden; - de flessen water die bij deze vergadering op tafel zijn geplaatst, zijn een eenmalige actie voor het goede doel van waterputten in ontwikkelingslanden; - de dijkgraaf geeft het woord aan mevrouw Rutting. Mevrouw Rutting (D&H) deelt mee dat de stimuleringsregeling voor stedelijk water was verlengd tot eind 2012. In de volgende bestuursvergadering op 7 mei a.s. wordt een voorstel voorgelegd. De regeling zal niet verlengd worden.
2. GGOR Benedenloop Berkel Voorgesteld wordt het AGOR als GGOR Benedenloop Berkel vast te stellen. De heer Klein Lebbink (CDA) is geïmponeerd door het omvangrijke rapport en de bijlagen. Ook vanwege het brede draagvlak in het gebied is zijn conclusie dat het vaststellen van de AGOR als GGOR een realistische benadering is. G:\Postbak WRIJ\aaa\verslag 120313.doc
1
Zijn fractie stemt dan ook in met het voorstel. Mevrouw Pot (VvdB) vraagt om meer informatie over het draagvlak in het gebied. Ook wil ze graag weten wat de gevolgen voor agrariërs zijn. De heer Van Til (VVD) spreekt zijn complimenten uit voor het voorstel om het AGOR vast te stellen als GGOR en stemt namens zijn fractie van harte in met het voorstel. Mevrouw Otermann (WN) stelt vast dat aan dit voorstel gewerkt is in goed overleg met het gebied en met de natuurorganisaties. De WN-fractie stemt in met het voorstel. De heer Potman (PvdA) vindt dat er wel erg veel bijlagen bij dit voorstel worden voorgelegd en vraagt om minder omvangrijke stukken voor toekomstige voorstellen over de GGOR Baakse Beek Veengoot. Het was beter geweest om in het voorstel zelf de onderlinge verbanden breder in beeld te brengen. Het voorstel had meer integraal en beter aangescherpt opgesteld kunnen worden. De heer Potman vraagt wie de opdracht aan de provincie geeft voor aanpassing van de natuurdoelstellingen. De heer Roemaat (LTO) zegt het proces dat gevolgd is, leidt tot een breed gedragen uitkomst. Hij waardeert het goede overleg met het gebied. Draagkracht en draagvlak zijn belangrijke aspecten. De heer Wubbels (D&H) zegt dat dit voorstel een mooi voorbeeld is van een positief verloop van een project. Een dergelijke gang van zaken is niet bij alle projecten mogelijk. In veel gevallen is er sprake van tegengestelde belangen. De heer Wubbels noemt het een grote uitdaging om alle informatie en alle elementen in een voorstel onder te brengen, dit zal niet eenvoudig zijn. Het signaal is duidelijk en de heer Wubbels wil graag toezeggen te streven naar beknopter stukken. Hij beaamt dat overleg in het gebied leidt tot draagvlak. Naar aanleiding van de vraag over de rol van de provincie, zegt de heer Wubbels dat ons waterschap een advies aan de provincie geeft en dat de provincie vervolgens zelf een besluit neemt. De heer Wubbels bedankt voor de complimenten en zal deze graag doorgeven aan de organisatie. De heer Potman (PvdA) wijst erop dat verwezen wordt naar andere projecten. Hij vraagt om een overzicht De heer Wubbels (D&H) zegt dat dit bij een volgende bestuursrapportage in beeld gebracht zal worden. Besloten wordt het actuele grond- en oppervlaktewaterregime (AGOR; bijlage 1) vast te stellen als Gewenst Grond en Oppervlaktewaterregime (GGOR) voor het gebied Benedenloop Berkel, dus GGOR=AGOR. Herinrichting Buurserbeek traject Braambrug tot instroom Zoddebeek Voorgelegd wordt het herinrichtingsplan Buurserbeek, Braambrug Zoddebeek. De heer Oonk (AWP) vindt dit een goed voorstel. Hij wijst erop dat in de uitwerking afwijkende getallen genoemd staan. Hij vraagt of er risico’s zijn in de subsidie voor wat betreft de synergiegelden. De heer Oonk vraagt hoe de financiële bijdrage van de provincie opgebouwd is. De heer Nieuwenhuis (CDA) wijst erop dat LTO vragen gesteld heeft over de Buurserbeek. De heer Nieuwenhuis vraagt om in het vervolg meer aandacht te besteden aan verdroging. De wateroverlast heeft in het voorstel wel voldoende aandacht gekregen. De heer Nieuwenhuis vraagt of het fietspad goed geregeld is. De exploitatiekosten vindt hij erg hoog. De heer Smit (VvdB) vindt dit herinrichtingsproject een mooi project. Hij wijst erop dat er een aantal vispasseerbare stuwen zijn en vraagt of de vispasseerbaarheid zin heeft als op andere plaatsen vaste stuwen in de beek liggen. De heer Van Til (VVD) vraagt wat de doelen van dit herinchtingsproject zijn. De verhoging van exploitatiekosten telt steeds op. Op een bepaald moment is er een grens bereikt. De heer Stortelder (WN) noemt dit een mooi project. De VVD spreekt over de kosten, maar de resultaten van deze herinrichting zijn ecologisch van aard. De heer Stortelder zegt dat het beter zou zijn als dit niet twee gescheiden werelden zouden zijn. G:\Postbak WRIJ\aaa\verslag 120313.doc
2
De heer Lamers (Bos) beaamt dat de exploitatiekosten wel hoger zijn, maar dat genuanceerd naar deze gegevens gekeken moet worden. De heer Hollander (PvdA) noemt dit een mooi voorstel waarmee zijn fractie dan ook akkoord gaat. Het is goed om KRW-doelen te bereiken. Hij vraagt of er zekerheid is over de bijdrage van de provincie. De heer Wubbels (D&H) zegt dat in Overijssel verlenging voor synergieprojecten mogelijk is. Ten aanzien van de onderhoudskosten zegt hij dat een meer natuurlijke inrichting, een kostenverhogend effect heeft. In beginsel zijn er meer kosten voor beheer en onderhoud. Er is begrip voor de zorg van het algemeen bestuur. Niet alleen in dit project, maar bij meer projecten betekenen financiën en ecologische doelen nog steeds gescheiden werelden. Dit onderwerp kan wellicht betrokken worden in de discussie over de watervisie. De heer Wubbels begrijpt de opmerking van de heer Smit over vaste en vispasseerbare stuwen, niet. De heer Wubbels zegt dat hij met het LTO in deze omgeving nog geen overleg heeft gevoerd. In april wordt een inloopbijeenkomst over de Buurserbeek georganiseerd. Daarna wordt het plan ter visie gelegd. Vanwege het overleg dat in het gebied gevoerd is, verwacht de heer Wubbels geen of weinig zienswijzen. De heer Wubbels zegt dat de heer Oonk terecht wijst op het verschil in kubieke meters, dat is een vergissing. De dijkgraaf vult aan dat ons waterschap het standpunt hanteert dat natuur niet maakbaar is. De doelen kunnen niet in eindtermen, zoals het effect op de waterkwaliteit, maar wel als gerealiseerde middelen (randvoorwaarden) benoemd worden. Het gaat dan om inspanningsverplichtingen. De heer Van Til (VVD) vindt de KRW een moeilijkverhaal. De maakbaarheid is moeilijk en een moeizaam proces. Als ons waterschap een investering doet, moeten we die wel kunnen verantwoorden. De dijkgraaf zegt dat het de bedoeling is om in het waterrapport dat eenmaal per twee jaar verschijnt, aan te geven wat er bereikt is. Aan de verschillende EVZ-modellen liggen inspanningsverplichtingen ten grondslag. De dijkgraaf heeft begrip voor de spanning die dit betekent, maar waarschuwt dat ons waterschap niet teveel eindtermen moet willen vastleggen om te voorkomen dat ons waterschap daarop afgerekend wordt. Ons waterschap moet wel kansen pakken. De heer Wubbels (D&H) is verheugd over de steun van het algemeen bestuur voor de voorgestelde benaderingswijze. Besloten wordt (1) in te stemmen met realisatie van het inrichtingsplan (ontwerp) ’Herinrichting Buurserbeek, traject Braambrug tot instroom Zoddebeek’ en hiervoor een krediet beschikbaar te stellen van € 2.000.000,- (bruto) als onderdeel van de waterovereenkomst en (2) kennis te nemen van een gemiddelde toename van de exploitatiekosten van € 6.835,- per jaar ingaande 2014. 3. Uitvoeringskrediet t.b.v. Dortherbeek West vanaf Kring van Dorth Voorgesteld wordt krediet beschikbaar te stellen voor extra werkzaamheden Dortherbeek. De heer Oonk (AWP) stelt vast dat ophoging van het eerder verleende krediet met € 650.000,- wordt voorgesteld. Hij vindt het niet duidelijk waarom extra werkzaamheden voorgesteld worden. Hij vraagt of het bedoeld is als compensatie van het bedrijventerrein. Ook vraagt de heer Oonk of het krediet eigenlijk bedoeld is voor gemeente Deventer. De heer Wormgoor (VvdB) heeft dezelfde conclusie als de heer Oonk, namelijk dat een krediet van € 650.000,- wordt voorgesteld voor 4,65 km beekherstel waarvoor de provincie slechts € 279.000,- beschikbaar stelt. Mevrouw Otermann (WN) zegt dat Deventer een bedrijventerrein gaat aanleggen. Ze begrijpt dat provincie Overijssel € 279.000,- bijdraagt en vraagt of dit bedrag in mindering gebracht wordt op het kredietbedrag van € 650.000,-. Dan gaat het om een verantwoorde uitgave. G:\Postbak WRIJ\aaa\verslag 120313.doc
3
De heer Van Til (VVD) vraagt om hoeveel km beek het gaat in het voorstel. De heer Hollander (PvdA) is blij dat de kavel verkocht is. Het gaat om een mooi project. Hij heeft in het voorstel gelezen dat het gevraagde krediet bestemd is voor extra beekherstel. De doelen zijn dus helder. De heer Wubbels (D&H) zegt dat we te maken hebben met de waterovereenkomst Gelderland, de waterovereenkomst Overijssel en met gemeente Deventer. Het voorliggende voorstel gaat niet over extra krediet. Er wordt nu krediet gevraagd voor beekherstel. De maatschappelijke kosten zijn laag doordat we werk met werk maken. Met provincie Overijssel heeft ons waterschap niet de 75%-25%-afspraak, die we met provincie Gelderland hebben, maar we proberen het zo slim mogelijk aan te pakken. Besloten wordt in te stemmen met een uitvoeringskrediet voor extra werkzaamheden ter grootte van € 650.000,- tot een totaalkrediet van € 2.800.000,-, ten behoeve van het project ‘Dortherbeek West vanaf Kring van Dorth’, voor de prestaties beekherstel en herinrichting van de waterovereenkomsten Gelderland en Overijssel. 4.
Renovatie stuw Voorst Voorgesteld wordt krediet beschikbaar te stellen voor de renovatie stuw Voorst. Mevrouw Te Dorsthorst (VKK) zegt dat in dit mooie project verschillende zaken aan de orde zijn: vispassages, natte natuur, fietspad, Havezathe. Ze vindt dat goed overleg met de omwonenden is gevoerd. De heer Klein Lebbink (CDA) noemt het ook een mooi project. De samenwerking in de waterovereenkomst vindt hij niet helder. Hij vraagt hoe de vispassages geregeld zijn. Mevrouw Pot (VvdB) vindt het goed dat de exploitatiekosten afnemen en ze vraagt of het voor meer stuwen van ons waterschap mogelijk is exploitatiekosten te verlagen. De heer Feitsma (PvdA) noemt dit voorstel een mooi voorbeeld van een totaalplan en stemt namens zijn fractie in. Mevrouw Rutting (D&H) zegt dat het niet vaak voorkomt dat we zoveel geluk hebben als bij dit project. Het gaat over de renovatie van de stuw in Voorst die echt opgeknapt moet worden. De vispasseerbaarheid past in de afspraken met de provincie. Doordat veel aspecten meezitten, worden de kosten gedrukt. Mevrouw Rutting heeft veel waardering voor de medewerkers die dit georganiseerd hebben. Mevrouw Pot (VvdB) vraagt hoe het zit met andere stuwen van ons waterschap. De heer Schrijver (D&H) deelt mee dat onlangs stuwen in een deel van het stroomgebied gecheckt zijn. Er bleken geen aanpassingen nodig te zijn. Besloten wordt (1) in te stemmen met het project ‘Renovatie stuw Voorst’ en hiervoor een krediet van € 850.000,- (netto) beschikbaar te stellen en (2) kennis te nemen van een afname van de exploitatiekosten met € 4.000,- per jaar ten opzichte van de huidige situatie, ingaande op 1 januari 2015.
5. Baggeren landelijk en stedelijk gebied Voorgesteld wordt krediet beschikbaar te stellen voor baggeren landelijk en stedelijk gebied. De heer Lamers (Bos) gaat akkoord met het voorstel. De heer Lamers waarschuwt ervoor dat ons waterschap niet de indruk mag wekken altijd en overal de overlast weg te willen nemen. Een recent persbericht zou die indruk kunnen wekken. Mevrouw Otermann (WN) beaamt dat er grenzen zijn aan de inzet door ons waterschap. Zij stemt in met het voorstel. De heer Feitsma (PvdA) steunt het voorstel. De voorbereidingskosten zijn hoog ten opzichte van de uitvoeringskosten. De heer Feitsma wijst op de onderbouwing onder 1.1. waarin staat dat het op leggerprofiel houden een kerntaak is van ons waterschap. Hij vraagt naar de reden van deze opmerking en hij wil weten of in het vervolg altijd in voorstellen vermeld gaat worden of het om een kerntaak gaat. De heer Roemaat (LTO) zegt dat het bericht in de krant verscheen voordat de stukken voor deze vergadering verspreid waren. G:\Postbak WRIJ\aaa\verslag 120313.doc
4
Mevrouw Rutting (D&H) zegt dat in het krantenbericht de term achterstallig onderhoud werd gebruikt. Per watergang wordt bekeken of baggeren nodig is. Baggeren kan wateroverlast voorkomen. Door baggeren wordt water tijdelijk onrustig. Het woord achterstallig was ongelukkig gekozen. Besloten wordt voor de realisatie van het project ‘Baggeren landelijk en stedelijk gebied’ een krediet beschikbaar te stellen van € 1.240.000,-. 6. Bestuursrapportage 2012-3 Voorgelegd wordt de bestuursrapportage over het derde triaal van 2012. De heer Roemaat (LTO) maakt de algemene opmerking dat het financiële beleid overeenkomt met de begroting. In het voorstel staat dat voor € 4 mln. is omgebogen, dat is heel goed. De heer Roemaat merkt op dat we in 2015 niet het afvalwaterakkoord halen, maar dat is niet erg. Ten aanzien van fosfaat is er sprake van enige achterstand. De heer Roemaat vraagt of we hiermee tegen de normgrens komen. Er is sprake van een structurele lagere belastingopbrengst van € 2,4 mln. De heer Roemaat vraagt naar de verwachting voor 2013 en wat dit betekent voor de onderliggende kostentoedeling. De heer Roemaat vraagt hoe het zit met de kwijtschelding en het oninbare bedrag en de verwachtingen hierover voor de toekomst. Op pagina 16 staat de aankoop van de voormalige dienstwoning achter het kantoor genoemd. De heer Roemaat vraagt naar het kosteneffect. Naar aanleiding van de bedragen op pagina 29 vraagt de heer Roemaat om een toelichting op de verschillen. De heer Klein Lebbink (CDA) noemt de bestuursrapportage helder en informatief. De shared services-samenwerking noemt hij positief en hij ziet voorstellen hierover graag tegemoet. De heer Klein Lebbink vraagt naar de reden van achterstand in de aanslagen. Hij vraagt naar de reden van het ziekteverzuim en of hier sprake van structureel verzuim is. De heer Klein Lebbink vindt het goed dat onderzoek gedaan wordt naar multischalige mogelijkheden van duurzame hubs. Hij vraagt om te zorgen dat de ingezette versobering niet leidt tot verlies van kennis. De waterovereenkomst is met een jaar verlengd. De heer Klein Lebbink vraagt om ervoor te zorgen dat de waterovereenkomst na dat jaar gereed is. Tenslotte vraagt hij naar de voortgang van het project Baakse Beek Veengoot. De heer Van Til (VVD) vraagt om een businessplan voor de Energiefabriek en inzicht in de financiën. De heer Van Til vraagt hoe de KRW-maatregelen zich verhouden tot de inspanningsverplichting. In de KRW-discussie is dit belangrijk. Mevrouw Otermann (WN) wijst op de opmerking over huisjes en recreatiewoningen en vraagt hoe het met bedrijfsgebouwen is geregeld. Mevrouw Otermann is blij dat er schot komt in de afvalwaterakkoorden. Ze is ook verheugd over de verlenging van de waterovereenkomst met provincie Gelderland. Ze vraagt of de tekst van de waterovereenkomst aan het algemeen bestuur beschikbaar gesteld kan worden. De heer Liet (Bos) spreekt zijn zorg uit over de terugloop van belastingopbrengsten. De heer Hollander (PvdA) merkt op dat hij de verlaging van investeringen niet opvat als ombuigingen. Ook de heer Hollander heeft zorg om de belastingopbrengsten. Hij vraagt naar het verschil van de Nederlandse Waterschapsbank (NWB) met de Bank Nederlandse gemeenten (BNG), die wel dividend uitkeert. De heer Hollander vraagt om informatie over Lococensus en het watermuseum. De heer Broens (D&H) constateert samen met het algemeen bestuur dat ons waterschap dicht bij de begroting is gebleven. Het algemeen bestuur heeft terecht opgemerkt dat niet alles structureel doorwerkt. Hij bedankt het bestuur voor de waardering voor de besparing van € 4 mln. De heer Wubbels verlaat om 15.25 uur de vergadering.
G:\Postbak WRIJ\aaa\verslag 120313.doc
5
De heer Broens is ook teleurgesteld over de belastingopbrengsten. Tussentijds is een nieuwe bijstelling aangebracht. Het aantal vervuilingseenheden is bijgesteld, er zijn minder WOZ-opbrengsten. Het is mogelijk dat er opbrengsten voortkomen uit de zomerhuisjes, maar dat zal niet heel veel zijn. Ook van bedrijven worden geen grote inkomsten verwacht. Er zijn dus structureel minder opbrengsten. Elke vijf jaar wordt de kostentoedeling herijkt. Het proces van de herijking die dit jaar gaat plaatsvinden, is gestart. De heer Broens hoopt dat het betreffende voorstel voor de zomerperiode voorgelegd kan worden. Het bedrag van kwijtschelding is aanzienlijk hoger dan in het verleden. Vergeleken met andere waterschappen zijn de kwijtscheldingskosten voor ons waterschap niet heel hoog. In het bedrag oninbaar werken nog enkele oude zaken door. De aankoop van de dienstwoning op het terrein achter het waterschapskantoor, is direct in exploitatie genomen. In verband met mogelijke plannen voor het achterliggende terrein zijn de kosten in een keer afgeschreven. Ten aanzien van projecten geldt meestal de 75%-25%-verdeling met provincie Gelderland, maar daarbinnen kunnen verschuivingen optreden. Naar aanleiding van opmerkingen over het projectendeel van de waterovereenkomst, merkt de heer Broens op dat het activeren van kosten van eigen personeel niet volledig doorberekend wordt waardoor een afwijking in het percentage optreedt. De NWB keert geen dividend uit. De heer Broens is niet op de hoogte van de regelingen van de BNG. Naar aanleiding van vragen over Lococensus, merkt de heer Broens op dat Lococensus is opgegaan in GBLT (gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus-Tricijn). Na het project TAX-i is de voortgang een uitdaging. In plaats van TAX-i is het Centrix-programma geïmplementeerd. Het aantal telefonische vragen na belastingoplegging is veel minder dan vorig jaar; het is nu goed beheersbaar. In GBLT zijn inmiddels drie gemeenten uit het gebied van Vallei en Veluwe betrokken. De heer Schrijver beaamt dat de resultaten inzake fosfaat teruglopen, maar ons waterschap voldoet wel aan de gebiedsnorm. We kunnen de resultaten beïnvloeden. Om reden van kosten zoekt ons waterschap steeds vaker de grenzen op van de normen. De heer Schrijver zegt dat de afvalwaterakkoorden vruchten beginnen af te werpen. De kostendaling van slibafzet is een autonome kostendaling. De heer Schrijver verwacht goede resultaten van de slibontwateringsinstallatie in Zutphen. De heer Schrijver zegt dat gekeken wordt naar de mogelijkheid van centraliseren van slibstromen en de mogelijkheid van een tweede energiefabriek. Ten aanzien van de voortgang van het project Baakse Beek Veengoot zegt de heer Schrijver dat in het waterakkoord een aantal no-regretmaatregelen zitten en dat ons waterschap de verplichtingen haalt. Er zijn nieuwe inzichten over het permanent watervoeren van de Veengoot. De herijking van de EVZ komt in de Omgevingsvisie. De heer Schrijver wijst erop dat de uitgangspunten gewijzigd zijn ten opzichte van vroeger. Voor het tweede halfjaar van 2013 zijn de verwachtingen hoger. De dijkgraaf merkt op dat het ziekteverzuim komt door een aantal langdurig chronisch ziektegevallen. We hebben kunnen constateren dat de ziektes niet-werk gerelateerd zijn. Het is belangrijk de druk voor onze medewerkers niet al te hoog te laten oplopen. De dijkgraaf begrijpt de zorg om behoud en borging van gebiedskennis. Er is bij de medewerkers van de buitendienst sprake van vergrijzing. De dijkgraaf zegt dat we streven naar verjonging. De dijkgraaf stelt vast dat het bestuur verheugd is over de verlenging van de waterovereenkomst. De reden voor de verlenging hangt samen met financiële aspecten en met afspraken van de provincie met het rijk. Ons waterschap hoopt op een verlengingstermijn van een jaar. De dijkgraaf wijst erop dat de waterovereenkomst een vertrouwelijk stuk is. Naar aanleiding van opmerkingen over dividenduitkering, zegt de dijkgraaf dat de BNG het dividend ook afbouwt. Over het watermuseum zal de dijkgraaf bij een andere gelegenheid spreken. Ten aanzien van de KRW, merkt de dijkgraaf op dat de belasting van het watersysteem gemakkelijk meetbaar is. De dijkgraaf zegt dat de ombuigingen terugkomen in de jaarrekening.
G:\Postbak WRIJ\aaa\verslag 120313.doc
6
Besloten wordt (1) kennis te nemen van de voorliggende bestuursrapportage 2012-3 waarin naast het verwachte resultaat over 2012 tevens over de uitvoering van beleid wordt gerapporteerd en (2) voor een aantal investeringsprojecten, overeenkomstig tabel 5.3.6., de gevoteerde bruto-kredieten te wijzigen, en per saldo te verlagen met afgerond € 4,04 mln. 7.
Bestuurlijke adviescommissie Voorgesteld wordt vier bestuurlijke adviescommissie aan het college van dijkgraaf en heemraden in te stellen. De heer Potman (PvdA) heeft twee kanttekeningen bij het voorstel. Hij vraagt om vooral terughoudend om te gaan met niet-openbaarheid van vergaderingen. In het voorstel staat dat innovatie zich niet laat organiseren. De heer Potman zegt dat commissies bedoeld zijn om te streven naar denken en naar diepgang. Het is geen goed idee om onderwerpen niet bij commissies te beleggen. Mevrouw Winkelhorst (CDA) wijst op de onderbouwing waarin staat dat de adviescommissies voortkomen uit de wens van het algemeen bestuur. Mevrouw Winkelhorst wijst erop dat de CDA-fractie deze wens niet deelt. De CDA-fractie is van mening dat de betrokkenheid van bestuursleden beter gediend is met verkennende vergaderingen. Mevrouw Winkelhorst is het dan ook niet eens met het voorstel. De CDA-fractie ziet risico’s. Wie bepaalt bijvoorbeeld welke onderwerpen ter advisering aan een commissie voorgelegd worden? Hoe organiseren de fracties deelname in verschillende commissies? Hoe kunnen de commissiebijeenkomst gelijktijdig eindigen? Mevrouw Winkelhorst zegt dat haar fractie wel meedoet als het bestuur voor commissies kiest. Mevrouw Maatman (KvK) vraagt hoe de procedure verloopt, na besluitvorming. De dijkgraaf merkt op dat de mening van de CDA-fractie bekend is. Hij zegt dat voorgesteld wordt de commissies niet openbaar te maken, omdat het adviescommissies voor het college zijn. De stukken die besproken worden zijn nog niet voldragen en daarom niet geschikt voor openbaarheid. In de evaluatie die voorgesteld wordt, zal dit aspect aan de orde komen. Innovatie is niet een onderwerp dat bij een bepaalde commissie hoort; in alle commissies kunnen innovatie onderwerpen besproken worden. De dijkgraaf kondigt de verspreiding van een intekenlijst aan. De commissies zullen kort voor of kort na de zomervakantieperiode in werking treden. Besloten wordt (1) vier bestuurlijke adviescommissie aan het college van dijkgraaf en heemraden in te stellen: (a) Watersystemen en veiligheid (zeven AB-leden), (b) Waterketen en waterkwaliteit (zeven AB-leden), (c) Financiën en Bestuurlijke zaken (zes AB-leden) en (d) Cultuurhistorie, medegebruik en duurzaamheid (vijf AB-leden) en (2) na een jaar het functioneren van deze adviescommissies te evalueren.
8.
Mededelingen: 8.1. Beleidsplan ‘Deining en Doorbraak' en samenwerkingsovereenkomst: De mededeling over (1) de afronding van het beleidsplan Deining en Doorbraak en (2) het aangaan van de samenwerkingsovereenkomst voor het samenspel van de Midden-Nederlandse waterschappen in calamiteitenzorg wordt voor kennisgeving aangenomen. 8.2. Toezicht en handhaving: jaarverslag 2012 en uitvoeringsprogramma 2013: De mededeling over het jaarverslag handhaving 2012 en het toezicht- en handhavingsprogramma 2013 wordt voor kennisgeving aangenomen.
G:\Postbak WRIJ\aaa\verslag 120313.doc
7
9.
Rondvraag: 9.1. Waterspuwers Mevrouw Te Dorsthorst (VKK) vraagt aandacht voor de mooie tentoonstelling in de hal van ons kantoor van de inzendingen voor de wedstrijd waterspuwers. Mevrouw Rutting (D&H) zegt dat op Wereldwaterdag 22 maart a.s. de prijswinnaars bekend worden gemaakt. 9.2. Stelkampsveld Mevrouw Pot (VvdB) wijst op de onrust in het gebied van Stelkampsveld. In januari jl. is een inloopavond georganiseerd waaraan ons waterschap niet heeft deelgenomen. De dijkgraaf merkt op dat de heer Wubbels aandachtsveldhouder Stelkampsveld is. De inloopavond in januari was georganiseerd door provincie en Staatsbosbeheer en ons waterschap is daar bewust niet voor uitgenodigd. Bij de tweede sessie is de heer Wubbels op het laatste moment aangeschoven. De heer Schrijver (D&H) licht de positie van ons waterschap in het proces toe: ons waterschap is bezig met het GGOR-plan en Staatsbosbeheer heeft andere onderdelen. 10.3. Buskersbos De heer Stortelder (WN) merkt op dat enkele maanden geleden onrust in het gebied Buskersbos bij Winterswijk bestond. De conclusie was dat het beter is om gebiedsdeskundigen te betrekken in de planperiode. De dijkgraaf zegt dat hij de suggestie zal meenemen. 10.4. 100 jaar plattelandsjongeren Mevrouw Van Helvoirt (WN) kondigt aan dat in de maanden juli tot en met september 2013 een tentoonstelling over 100 jaar plattelandsjongeren in de hal van ons kantoor komt. Misschien is het aardig om daarvoor brede belangstelling te vragen door bijvoorbeeld het jeugdwaterschapsbestuur te betrekken.
10. Verslag vergadering d.d. 18 december 2012: Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. Het vertrouwelijke verslag van het besloten deel van de vergadering d.d. 18 december jl., dat voor algemeen bestuursleden ter inzage heeft gelegen, wordt ook ongewijzigd vastgesteld. 11. Sluiting: De dijkgraaf stelt vast dat dit de eerste vergadering was waarvoor geen papieren stukken zijn toegestuurd, en waarvoor de AB-leden hun iPad hebben gebruikt. Het is duidelijk dat het veel papier scheelt. Op- en aanmerkingen kunnen op eenvoudige wijze vastgelegd worden. De dijkgraaf sluit om 16.00 uur de vergadering en nodigt de bestuursleden uit voor een drankje en napraten in het Aquarant. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur op 7 mei 2013, de secretaris-directeur,
de dijkgraaf,
drs. C. Roos
drs. H.Th.M. Pieper
G:\Postbak WRIJ\aaa\verslag 120313.doc
8