Verslag thema-avond Microkrediet in West-Brabant d.d. 6 juni 2007 Aanleiding De PvdA vindt dat mensen recht hebben op een fatsoenlijk bestaan. Het bieden van kansen, de spreiding van macht en inkomen en het investeren in kennis zijn nodig om mensen in staat te stellen het beste uit zichzelf naar boven te halen. Het recht op een fatsoenlijk bestaan kan op verschillende manieren worden ingevuld. Stimuleren van ondernemerschap is een van de mogelijkheden. Vooral voor ondernemende mensen met een smalle beurs is het starten van een eigen bedrijfje niet altijd vanzelfsprekend. De inzet van microkrediet kan een oplossing zijn om het ondernemerschap voor mensen met een smalle beurs te bevorderen. Tot op heden is microkrediet een relatief onbekend verschijnsel in Nederland. Het wordt vooral geassocieerd met prinses Maxima en ontwikkelingslanden. Op initiatief van Fawzi Salih (voorzitter PvdA afdeling Halderberge), Arthur van Iersel (oud-gemeenteraadslid Roosendaal en oud-statenlid Noord-Brabant) en het Gewest Noord-Brabant is op woensdag 6 juni 2007 in cultureel centrum Fidei et Arti te Oudenbosch een thema-avond gehouden over de mogelijkheden van microkrediet in Nederland en specifiek in West-Brabant. Aanwezig waren de PvdA statenleden Ehssane Gounou, Johan Stalknecht, PvdA Tweede Kamerlid Pauline Smeets en een dertigtal Brabantse partijgenoten.
Opening Arthur van Iersel verwelkomt de aanwezigen. Een speciaal woord van welkom krijgen de gastspekers: Joyce Sylvester (ondernemer, commissaris, PvdA lid Eerste Kamer en lid Raad voor de Microfinanciering in Nederland), Peter Aben (coördinator economische zaken / arbeidsmarktbeleid stadsdeel Amsterdam Zuidoost) en Vincent van Baaren (senior manager business development Rabobank Nederland). In zijn opening noemt Arthur het microkrediet een instrument dat past binnen de sociaaldemocratische idealen (gelijke kansen, rechtvaardigheid, duurzaamheid en solidariteit).
Introductie microkrediet Als eerste inleider wijst Joyce Sylvester op het coalitieakkoord, waarin de opdracht staat dat de beschikbaarheid van microkrediet voor startende ondernemers wordt verbeterd. Vervolgens wijst zij op het positieve effect van microkrediet op het persoonlijke vlak ( ontplooiing, deelname aan het arbeidsproces en de samenleving) en op het economische vlak ( meer arbeidsparticipatie, minder uitkeringen, meer werkgelegenheid en meer ondernemerschap). Op landelijk niveau is recent de Raad voor Microfinanciering in Nederland opgericht met als taak bestaande initiatieven te inventariseren en stimuleren. Verder laat de Raad voor de Microfinanciering in Nederland onderzoeken hoe de volgende slag voor microkrediet kan worden gemaakt. Zo moet er nog een systeem komen om
1
Verslag thema-avond Microkrediet in West-Brabant d.d. 6 juni 2007 succesvolle voorbeelden van microkrediet in Nederland te verspreiden, aldus Joyce. Ook is onlangs een Kenniscentrum Microfinanciering operationeel geworden. In haar inleiding geeft Joyce aan, dat in vergelijking met de derde wereld, microkrediet in Nederland specifieke aspecten kent , zoals de bureaucratie en de noodzaak om met de rente onder de 10 % te blijven. Joyce ziet het microkrediet ook als een van de instrumenten om in te zetten bij de aanpak van de veertig achterstandswijken door onze minister Ella Vogelaar. In dat kader en in verband met het draagvlak moet er worden samengewerkt met woningcorporaties om bijvoorbeeld startende bedrijfjes te faciliteren. Op dit moment bestaan er al projecten met microkrediet al in Amsterdam Zuid-Oost, Arnhem / Nijmegen. Daarnaast worden er initiatieven ontwikkeld in Groningen, Rotterdam en Lelystad. Overigens mogen de verschillende private initiatieven op het gebied van microkrediet, zoals de: Stichting Hands On Microkrediet in Nederland uit Amsterdam en Telamon BV uit Zevenbergen, niet onvermeld blijven. Ondanks het groot aantal voordelen van microkrediet zijn er nog een groot aantal hobbels te nemen voordat iedere startende ondernemer er van kan profiteren. Enkele hobbels op een rijtje: • Concurrentie met het Midden- en Kleinbedrijf (MKB). • Overgang van informele naar formele circuit. • Op dit moment moet iedereen het wiel min of meer opnieuw uitvinden. Ervaring leert dat het opzetten van een lokaal systeem voor microkrediet in samenwerking met bijvoorbeeld de EU erg arbeidsintensief is. Joyce bevestigt het idee van Arthur dat microkrediet bij uitstek past bij onze partij, die staat voor emancipatie, participatie en talentontwikkeling. Daarom pleit zij voor steun aan de invoering van het microkrediet in Nederland en sluit ze af met : “Microkrediet is sexy, microkrediet is pvda”.
Microkrediet in de praktijk Peter Aben informeert de aanwezigen over het in 2006 opgerichte Startersfonds Zuidoost . Het stadsdeel Amsterdam Zuidoost, de gemeente Amsterdam, de Rabobank en de Europese Unie hebben gezamenlijk een kapitaal beschikbaar gesteld, waar nieuwe of onlangs gestarte bedrijven kunnen aankloppen voor een financiering. Voorwaarde is dat de startende ondernemer niet in aanmerking komt voor reguliere financiering door een bank. De leningbedragen van het fonds liggen tussen de € 5.000 en € 25.000 met een vaste rente van 5 % en een maximale looptijd van 3 jaar. Financieringen worden alleen verstrekt aan ondernemingen met perspectief. Zo moet er een onderbouwd bedrijfsplan liggen en dient de ondernemer te beschikken over de noodzakelijke vaardigheden.
2
Verslag thema-avond Microkrediet in West-Brabant d.d. 6 juni 2007 Voor een lening uit het startersfonds geldt geen leeftijdsgrens; het bedrijfsplan is doorslaggevend. Daarom is het persoonlijke gesprek, waarin het bedrijfsplan besproken wordt een essentieel onderdeel van de toetsingsprocedure. In de praktijk worden veel plannen nog aangepast, nadat ze zijn besproken. Onderdeel van de beoordeling is ook een toetsing van aanvragers bij het Bureau Krediet Registratie (BKR) in Tiel. Als de lening wordt toegekend, dient de ondernemer een coach te accepteren die door het Startersfonds beschikbaar wordt gesteld. De ervaring is dat de boekhoudkundige kennis van de startende ondernemers vaak zeer beperkt is. Hierdoor komen deze ondernemers in de loop der tijd daardoor in de financiële problemen. Tenslotte dient de ondernemer ieder half jaar aan het startersfonds te rapporteren hoe de zaken ervoor staan. Tijdens het eerste jaar heeft het Startersfonds 26 aanvragen gehad, waarvan er uiteindelijk 7 zijn gefinancierd ( kapperszaak, winkeltje in muziekinstrumenten, fitness centrum , makelaar). Inmiddels is 1 ondernemer gestopt. Raadpleeg voor meer informatie: www.startersfonds-zo.nl
Rol Rabobank Nederland De derde inleider is Vincent van Baaren. Hij gaat in op de mogelijkheden van de Rabobank om microkredieten in de praktijk in te voeren. De Rabobank is op coöperatieve grondslag georganiseerd en vindt haar oorsprong in lokale kredietcoöperaties die ruim honderd jaar geleden in Nederland werden opgericht. Vanuit deze insteek heeft de bank veel ervaring in het versterken van de lokale economie door het stimuleren van zelfstandig ondernemerschap. Deze ervaringen sluiten aan op de grote uitdagingen waarvoor gemeenten staan bij het verbeteren van het woon- en leefklimaat in wijken, het revitaliseren van de omgeving en ook in belangrijke mate het stimuleren van werkgelegenheid en bedrijvigheid in de stad. De link naar microkrediet is dat sommige ondernemers, een extra steun in de rug nodig hebben. Rabobank hanteert de volgende uitgangspunten voor microkrediet • Het moet gaan om ondernemers die vastlopen in het reguliere financieringsproces (door te weinig vermogen of geen te verstrekken zekerheden. Daarnaast is er vaak een onduidelijk risicoprofiel door het ontbreken van een trackrecord). • De financieringsbehoefte ligt tussen de € 5.000 en de € 25.000 of € 30.000 (gemiddeld bedraagt een financiering € 15.000). • Om de slagingskans van de ondernemer te vergroten wordt aan de verstrekking van microkrediet een voorbereidend traject gekoppeld van begeleiding, coaching, opleiding en het verschaffen van toegang tot netwerken.
3
Verslag thema-avond Microkrediet in West-Brabant d.d. 6 juni 2007 Opzet van een fonds voor microkrediet: • Rabobank richt zich op het opzetten van lokale fondsen, waarmee startende ondernemers op weg kunnen worden geholpen. Aan dergelijke fondsen dragen ook andere organisaties bij via inbreng van gelden en/of specifieke kennis en ervaring. • De omvang van het fonds hangt nauw samen met de omvang van het aantal starters in de betreffende gemeente, bevolkingssamenstelling, etc. Ook in groter verband dan met één gemeente kunnen fondsen in het leven geroepen worden. Voorbeeld daarvan is het Garantiefonds Start Smart dat ten behoeve van de gemeenten Arnhem, Nijmegen en Doetinchem en omgeving is opgezet. De Rabobank pleit voor een praktische inrichting voor het verstrekken van microkrediet door: • Herkenbaar intakepunt dat gericht is op de begeleiding van startende ondernemers. • Een financieringscommissie die beoordeelt of de ondernemer kans van slagen heeft. • Het opleggen van coaching. Zowel voor als na verstrekking van een lening vindt er begeleiding van de ondernemer plaats. • Ondernemers de mogelijkheid bieden om training en workshops te volgen en zich (meer) te kwalificeren en te verbeteren. • Goede afspraken zijn noodzakelijk met betrekking tot het beheer van het fonds (zowel administratief als financieel). De Rabobank participeert in diverse initiatieven van gemeenten, onderwijsinstellingen, Kamers van Koophandel en andere partijen ( zoals in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, Arnhem en Nijmegen, Groningen en Haarlem.) Verschillende fondsen en samenwerkingsverbanden zijn recentelijk gelanceerd . Daarbij is in de totaliteit sprake van honderden aspirant ondernemers. Rabobank heeft ervaring opgedaan en deelt die graag bij het tot stand brengen van een lokaal of regionaal fonds, ondermeer met de juridische en administratieve inrichting ervan en met betrekking tot de documentatie tussen gemeente, stichtingsfonds en ondernemer. “Vincent sluit af met: “het is tijd voor ondernemerschap, het is tijd voor microkrediet.”
4
Verslag thema-avond Microkrediet in West-Brabant d.d. 6 juni 2007 Discussie Dan legt gespreksleider Arthur van Iersel de vraag op tafel of de aanwezige wethouders en raadsleden mogelijkheden zien om met microkrediet aan de slag te gaan? Dit roept de volgende reacties op. • Er is enkele jaren geleden al eens een (europees medegefinancierd) pilot project geweest , gericht op gelijkwaardige toegang tot de arbeidsmarkt van gehandicapten, vrouwen en uitkeringsgerechtigden in kleine kernen. De pilot had alle kenmerken van microkrediet en was succesvol. Afgesproken werd met o.a. gemeenten en de provincie (in “de verklaring van Moerdijk”) dat er een vervolg zou komen. Helaas is de aanpak blijven liggen. Verondersteld wordt dat dit mede veroorzaakt is door de geringe waardering voor het zelfstandige ondernemerschap bij ambtenaren van sociale diensten. Deze valkuil ligt voor het microkrediet ook op de loer. • Maak gebruik van (veelal oud)-ondernemers als coaches voor startende ondernemers. Zij zijn bereid hiervoor als vrijwilliger op te treden. • Microkredieten kunnen worden gestimuleerd door aanpassing van de fiscale regeling voor huiselijke dienstverlening. • Microkredieten zijn niet branchegebonden, maar afhankelijk van de lokale markt. • Er moet worden ingezet op een actievere rol van de sociale diensten bij microkrediet initiatieven; er is voldoende geld beschikbaar om klanten aan het werk te krijgen. • Om microkrediet te laten functioneren zijn instrumenten nodig; de PvdA moet het op de politieke agenda van de gemeenteraden zetten. • Het idee van het microkrediet moet verspreid worden onder politici en beleidsmakers; Geloof erin, het is een goed idee!.
Ton Kunst, juni 2007
5