Verslag schoolbezoek Stichting Nederlandse taal en Cultuur Finland Door:
Universiteit Data:
Annelise Sprenger (bestuurlijk adviseur), Marije van Kempen (onderwijsadviseur), Simone Rademakers (stagiaire onderwijskunde Radboud Nijmegen) 13 en 14 april 2012
Inleiding Eens in de circa vijf jaar bezoekt Nederlands Onderwijs in het Buitenland (NOB) Nederlandse scholen in het buitenland. NOB verleent in opdracht van het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap Nederlandse subsidiegelden aan Nederlandse scholen in het buitenland die daarvoor in aanmerking komen. Verder adviseert NOB de Nederlandse scholen in het buitenland op afstand en ter plaatse. Het schoolbezoek aan de school staat in het teken van wederzijdse kennismaking en advisering. Tevens zijn schoolbezoeken voor NOB een belangrijke input voor de ontwikkeling van diensten en producten aan de scholen. Bezoekprogramma Tijdens het bezoek is gesproken met: Bestuur Michael Boelen – voorzitter Edwin Rots – subsidieaanvrager Ron Broens – evenementen coördinatie Filip Davids – penningmeester Robert Jan Roozeman – personeelszaken Riikka Halikainen-Broens – kwaliteitszorg Leerkrachten Margot D'Hondt-Spaans – onbevoegde leerkracht groep 1 Eddy van der Meer – onbevoegde leerkracht groep 2 Ilse Elbers – onbevoegde leerkracht groep 3a Petra Castrén – onbevoegde leerkracht groep 3a Fred Keus – bevoegde leerkracht groep 5 en coördinator Error! No text of specified style in document.
1/22
Nicolien Haahti – onbevoegde leerkracht groep 6 Maaike Brouwer – bevoegde leerkracht groep 7 Luut Klaver – bevoegde leerkracht groep 8b Sophie Haahti - onderwijsassistent onderbouw
Afwezig tijdens besprekingen: Eva Desimpelaere - bevoegde leerkracht groep 4 Kersti Haahti - onderwijsassistent bovenbouw Programma Vrijdagvond heeft een kort kennismakingsgesprek met de coördinator en voorzitter plaatsgevonden, gevolgd door een eerste algemeen onderwijsinhoudelijk overleg waarbij ook enkele bestuursleden bij aansloten. Zaterdag zijn enkele klassen bezocht, de lessen zijn met de betreffende leerkracht nabesproken. Tijdens de lesobservaties heeft een bestuursvergadering plaatsgevonden en hebben de individuele gesprekken plaatsgevonden met de ouders die meewerken aan de afstudeerscriptie van de NOB- stagiaire. Vervolgens is na de lessen met het onderwijsteam verder gesproken. Aan het eind is het bezoek nabesproken met het bestuur en onderwijsteam. Het bezoek is afgesloten met een gesprek met de coördinator en de bevoegde leerkracht van groep 7. Scriptie onderzoek Simone Rademakers Er zijn zeven interviews afgenomen ter ondersteuning van de data voor de masterscriptie gericht op de mate van blootstelling aan de Nederlandse taal van Nederlanders in het buitenland. De hoofdvraag van de scriptie luidt als volgt: ‘In hoeverre heeft het aanbod van de Nederlandse taal thuis invloed op de woordenschatontwikkeling van een kind dat in het buitenland woont en in hoeverre wordt deze relatie beïnvloed door begeleiding van de ouders?’ De uitkomsten van het onderzoek worden in de zomer van 2012 aan NTC Finland teruggekoppeld. NTC Finland, een omschrijving NTC Finland geeft al 25 jaar NTC lessen aan kinderen die wonen in de regio Helsinki. Deze lessen vinden een maal per twee weken plaats op zaterdag. Daarnaast wordt een jaarlijks zomerkamp en een winterkamp Verslag schoolbezoek NOB
Pagina 2
georganiseerd. De school heeft momenteel 135 leerlingen van groep 1 t/m 8, waarvan 110 subsidiabele leerlingen. Er is tevens een peutergroep verbonden aan de school, waarvoor de school ook geen subsidie ontvangt. De school is sinds dit jaar gevestigd in het centrum van Helsinki. De lessen worden gegeven in 10 lokalen van de Meilahden ala-asteen school, een grote school met ruime lokalen, een kantine en overige gespreksruimtes alsmede een kopieerapparaat, computers en internetmogelijkheden. Het onderwijsteam bestaat uit zowel bevoegde als onbevoegde leerkrachten. De huidige coördinator is tevens werkzaam als bevoegde leerkracht. Inspectiebezoeken In 2011 heeft de onderwijsinspectie de school bezocht. Dit heeft geresulteerd in een aangepast toezichtsarrangement. De school heeft onderwijsinhoudelijke en bestuurlijke ondersteuning aangevraagd bij NOB. Sindsdien vinden adviesgesprekken plaats met een onderwijsinhoudelijk en bestuurlijke adviseur. Dit bezoek door NOB vindt plaats in het kader van het verbeterplan welke de school heeft opgesteld op basis van de onderdelen die door de onderwijsinspectie als onvoldoende beoordeeld zijn. De implementatie fase van het verbeterplan zal voor het grootste deel plaatsvinden in tweede deel van schooljaar 2011-2012 en schooljaar 20122013. In het voorjaar van 2013 zal de school weer bezocht worden door de onderwijsinspectie. Ouderenquête De school heeft in maart 2012 een ouderenquête uitgevoerd. Deze resultaten zijn in de voorbereiding tijdens de gesprekken van dit bezoek meegenomen. Bestuurlijke zaken Tijdens het bezoek aan de school is in verschillende settingen met bestuursleden gesproken. Op zaterdagochtend heeft een overleg met het gehele bestuur plaatsgevonden. Kern van de gesprekken is geweest de kwaliteitszorg van de school, in brede zin. Kwaliteitszorg is geen document maar een werkwijze. Het is in kaart brengen wat op een gegeven moment de kwaliteit van de school belemmert, om vervolgens te bespreken welke maatregelingen genomen kunnen worden om deze belemmeringen in te perken. Kwaliteitszorg Verslag schoolbezoek NOB
Pagina 3
is het bewust kiezen voor de maatregel(en) die, volgens het bestuur, voor de school het meest geschikt zijn om te verbeteren en waarmee men meent de gewenste resultaten te kunnen behalen. Tot slot houdt kwaliteitszorg in dat na enige tijd wordt teruggeblikt om te beoordelen of de specifieke maatregel inderdaad het gewenste resultaat te weeg heeft gebracht. Goede maatregelen worden geborgd (vastgelegd) en minder succesvolle maatregelingen worden bijgesteld. Gedurende de laatste maanden is vanuit de school hard gewerkt aan een verbeterplan. Hierin zijn reeds bepaalde keuzes gemaakt en specifieke voornemens geformuleerd. Het verbeterplan vormt een goede basis voor een kwaliteitsverbetering van de school. Om de uitvoering van het verbeterplan te laten slagen is het echter nodig om aan een aantal rand voorwaardelijke zaken te voldoen. Veel van deze zaken komen aan de orde in het onderwijskundige gedeelte van dit verslag, het is derhalve aan te raden dat het bestuur ook dat gedeelte van het verslag tot zich neemt. Keuzes maken Op dit moment dient de school een diverse groep Nederlanders die rondom Helsinki gevestigd is. Deze groep representeert uiteenlopende behoeftes en wensen, die niet altijd verenigbaar zijn. Wij adviseren het bestuur om een duidelijke keuze te maken in wat voor school het wenst te zijn en deze keuze duidelijk richting ouders te communiceren. Een kwalitatief goede NTCschool heeft de medewerking van de ouders nodig om het gewenst resultaat te behalen. Deze medewerking kan zich o.a. uiten in het thuis (consequent) spreken van de Nederlandse taal, het op tijd brengen van de kinderen naar school, het beperken van het verzuim, het ondersteunen bij activiteiten. Het is aan het bestuur om richting ouders duidelijk te maken wat van hen verwacht wordt. Het is ook aan het bestuur om ervoor te zorgen dat ouders die zich niet aan de verwachtingen houden hierop worden aangesproken en eventueel consequenties ervan ondervinden. Van belang hierbij is dat het hele bestuur en het onderwijsteam op dezelfde lijn zit en met ‘een mond’ spreekt. Het is aan het bestuur om de voorwaarden te creëren die dit mogelijk maken.
Verslag schoolbezoek NOB
Pagina 4
Het maken van keuzes brengt altijd consequenties met zich mee. Wanneer de school meer van de ouders en leerlingen gaat verwachten zullen er altijd ouders zijn die ervoor kiezen niet langer gebruik te maken van de school. Het kan ook zijn dat er kinderen zijn die door de gemaakte keuzes - en het daaruit vloeiende aannamebeleid -niet worden toegelaten tot de school (zie hiervoor ook het onderwijskundige gedeelte van dit verslag). Het kan zelfs zo zijn dat potentiële leerkrachten niet worden aangenomen, omdat zij niet tegemoet kunnen komen aan de gemaakte keuzes. Het niet maken van keuzes brengt echter ook consequenties met zich mee, bijvoorbeeld dat ouders die hechten aan kwalitatief goed onderwijs (op termijn) hun kind van school halen omdat het niet het gewenste resultaat oplevert of dat de Inspectie een volgende aangepast toezicht arrangement toekent. Communicatie met het onderwijsteam De verstandhouding tussen het onderwijsteam en het bestuur lijkt goed. Wij waren onder de indruk van de open sfeer die heerste in het onderwijsteam. Maak hier vooral gebruik van! Vul niet voor elkaar in, maar vang signalen op en vraag door. Wat belemmert de leerkrachten in hun werk? Waar lopen zij tegenaan? Hoe zou dit op te lossen zijn? Wij hebben tijdens ons bezoek een zeer betrokken onderwijsteam gezien, met veel drive. Zorg ervoor dat dit zo blijft, ondanks de druk en tijdsbeperking die de leerkrachten kunnen ervaren door de combinatie met hun fulltime banen elders. Zorg er ook voor dat (nieuwe) leerkrachten op de hoogte zijn van de mogelijkheden die de school biedt, zoals toegang tot internet en de aanwezigheid van een school laptop. Uiteraard is het onder andere aan de leerkrachten om hier proactief naar te vragen, maar het is aan het bestuur om een klimaat te creëren waarin dit inderdaad gebeurt. Ook van belang is het stimuleren en faciliteren van de communicatie van het onderwijsteam onderling. Zie hiervoor ook het onderwijskundige gedeelte van dit verslag. Lesgeld Een kwalitatief goede school kost geld. De subsidie die de school vanuit de Nederlandse overheid ontvangt is hier slecht een bijdrage aan. Tot nu toe heeft de school er bewust voor gekozen het lesgeld laag te houden, om zo Verslag schoolbezoek NOB
Pagina 5
geen financiële obstakels op te werpen voor geïnteresseerde ouders. Tijdens ons bezoek kwam echter een aantal keer naar voren dat het lage lesgeld ook een lage toegangsdrempel impliceert. Hierdoor is het makkelijk voor ouders om hun kind in te schrijven aan de Nederlandse school, ook al achten zij de kwaliteit van het onderwijs – en de daarbij horende voorwaarden (zoals op tijd komen, weinig verzuimen, thuis Nederlands spreken) – niet erg van belang. Door het lesgeld te verhogen zouden ouders gestimuleerd kunnen worden om bewuster te kiezen voor de school. Om te voorkomen dat gezinnen met meerderen kinderen hierdoor benadeeld worden, zou voor een tweede en derde (en vierde) kind een lager bedrag kunnen worden gevraagd. Op dit moment dekt het lesgeld uitsluitend de zaterdaglessen en wordt een aparte bijdrage gevraagd voor het winter- en het zomerkamp. Hierdoor ontstaat de indruk dat deelname aan de kampen vrijblijvend is, terwijl deze onderdeel uitmaken van het aantal van 120 lesuren. Het bestuur heeft dit reeds gesignaleerd en zal tijdens een oudervergadering in mei een voorstel presenteren waarin het lesgeld de gehele onderwijstijd dekt (zaterdagen plus kampen) en waarbij de kampen een stuk minder vrijblijvend – zo niet verplicht – onderdeel uitmaken van het verplichte onderwijsprogramma. Kinderen die niet deelnemen aan de schoolkampen voldoen niet aan de onderwijstijd en krijgen onvoldoende lesaanbod. Om subsidie te verkrijgen is het uiteraard de bedoeling dat de leerling het volledige aanbod volgt. Professionalisering Professionalisering begint reeds op de werkvloer. Faciliteer dat het team van elkaar kan leren. Stimuleer klassenbezoeken, intervisie, inhoudelijke afstemming en het delen van good practices. Zie hiervoor ook het onderwijskundige gedeelte van dit verslag. Onderwijskundige zaken Het onderwijsteam heeft van tevoren een aantal vragen geformuleerd. Deze zijn tijdens de individuele nagesprekken met de leerkrachten en tijdens de onderwijsinhoudelijke gesprekken aan de orde geweest. Daarnaast zijn nog andere algemene onderwerpen, die tijdens het bezoek naar voren kwamen, besproken.
Verslag schoolbezoek NOB
Pagina 6
Het onderwijsteam bestaat voornamelijk uit personen die naast hun werkzaamheden op de NTC-school, nog een volledige baan hebben. Het huidige onderwijsoverleg vindt een maal per 3 maanden plaats. Kleine overlegmomenten zijn er tussen leerkrachten onderling. Tijdens het afsluitende gesprek met de coördinator en de bevoegde leerkracht van groep 7 (zij heeft tevens een remedial teaching opleiding afgerond) is gesproken over het takenpakket van de coördinator en de mogelijkheden om deze goed uit te kunnen voeren. Ook is gekeken naar de verschillende facetten van het onderwijskundig leiderschap: de organisatie van de school, de communicatietaken (naar het onderwijsteam, naar bestuur en naar ouders,) en de onderwijsinhoudelijke aansturing en onderwijsintervisie binnen het team. Een NTC-school met dit aantal gesubsidieerde leerlingen, met dit aantal leerkrachten (waarvan een groot deel onbevoegd is) heeft veel organisatorische en onderwijsinhoudelijke sturing nodig. Niet alleen om datgene wat nu goed loopt te kunnen blijven borgen maar juist ook de onderwijsinhoudelijke verbeteringen opgesteld in het verbeterplan verder te kunnen implementeren. Tot op heden zijn hiervoor te weinig randvoorwaardelijke zaken geregeld. Het is aan het bestuur om hierover een visie te vormen en daar op korte termijn voor het team mogelijkheden voor scheppen.
Op welke gebieden dit voor het onderwijsteam nodig is wordt in onderstaande besproken onderwerpen weergegeven:
Niveaubepaling bij aanname Absentiebeleid Intervisie Met grote regelmaat onderwijsinhoudelijk overlegmomenten Toetsing (o.a. bij kleuters) Klassenmap & Leerstofplanning in een jaar Leespromotie Onderwijsondersteunend materiaal bij de lesmethoden Ouderhulp
Niveaubepaling bij aanname
Verslag schoolbezoek NOB
Pagina 7
NTC school te Finland is niet verplicht iedere leerling die zich aanmeldt voor NTC onderwijs ook daadwerkelijk aan te nemen. Immers, een school neemt die leerlingen aan die passen binnen het onderwijs dat wordt aangeboden. Belangrijk is dat de school weet voor wie wel en voor wie geen onderwijs geboden kan worden. Dit is mede afhankelijk van de kennis en ervaring van het onderwijsteam en de missie en visie van de school. Kinderen die in de peutergroep van NTC Finland 4 jaar gaan worden kunnen om die reden ook niet 'zomaar' doorstromen naar groep 1. Immers, zodra subsidie wordt aangevraagd voor een vierjarige is de school ook verantwoordelijk voor een passend onderwijsaanbod. Communiceer dit vooraf met de ouders die hun kind aanmelden voor de peutergroep. Een aannameprocedure maakt nu onderdeel uit van het verbeterplan, probeer hier al in de nabije toekomst naar te handelen. Belangrijk dat de Nederlandstalige ouders en de (vaak) Finse ouders ook weten wat er van hen wordt verwacht. Huiswerk? Aanwezigheid op het zomerkamp? Spreken van de Nederlandse taal thuis? Op grond van het intake gesprek stelt de school (coördinator of andere bevoegde leerkracht uit het onderwijsteam) het niveau van de leerling vast. In het geval van een NTC-school wordt bepaald of het een richting 1, 2 of 3 leerling betreft. Het gaat hier om het huidige niveau van het kind, en niet om het niveau dat (de school met) het kind wenst te bereiken. Na de beginsituatie bepaling en onderzoek over het taalaanbod thuis kan worden gekeken welk eindniveau mogelijk behaald kan worden. Wanneer uit het intakegesprek onvoldoende is gebleken op welk (taal)niveau een leerling zich bevindt, kunnen een of meerdere toetsen verheldering bieden. Meestal wordt begonnen met een gesprek met de leerling om een beeld te krijgen van zijn/haar mondelinge taalvaardigheid. Vervolgens kan aanvullend getoetst worden. Zo kan bij leerlingen met een geschatte woordenschatachterstand van 2 jaar of meer (tussen de 4 en 9 jaar) enkele onderdelen uit de Taaltoets alle Kinderen (TAK-toets) worden afgenomen. Ook kunnen, afhankelijk van het geschatte niveau van de leerling, recente methodeonafhankelijke toetsen van het Cito worden ingezet om te bepalen op welk onderwijsniveau de leerling kan instromen. Deze en aanvullende informatie over het taalaanbod Nederlands en de motivatie van ouders en het kind kan in een intakeformulier worden vastgelegd. Voor het volledige advies zie Mijn School: Verslag schoolbezoek NOB
Pagina 8
https://mijnschool.stichtingnob.nl/advies/Leerkrachten/Lesgeven-op-eenschool/Leerlingenpopulatie/Paginas/default.aspx. Absentiebeleid Het afgelopen schooljaar heeft de school haar absentiebeleid verscherpt. Het percentage gedogen afwezigheid is aangescherpt. Tijdens het bijwonen van de lessen in de onderbouw is een groot absentiepercentage gezien. Ook komen kinderen te laat in de les. Wij adviseren de school haar absentiebeleid verder onder de loep te nemen, op papier vast te leggen en blijvend aan ouders te communiceren. Bijvoorbeeld tijdens een voorlichtingsavond aan het begin van het schooljaar en eventueel in de ouderbijeenkomst die gepland staat in mei 2012. Een concrete afspraak kan voorbeeld zijn dat ouders hun kind voor half 10 bij de leerkracht ziek melden. Wordt dit niet gedaan dan wordt de ouder door de school gebeld. Door de daad bij het woord te voegen (ouders ook direct gaan bellen van kinderen die afwezig zijn, absentiebeleid verspreiden onder ouders, gesprekken aangaan met die ouders die de 'regels' overtreden) zal er meer effectieve lestijd beschikbaar zijn. Hierdoor is er meer tijd voor instructie en hoeft de leerkracht minder te differentiëren omdat kinderen mee kunnen in het didactisch groepsplan en niet bij een volgende les 'bijgespijkerd’ behoeven te worden. Wij adviseren de school haar absentiebeleid volledig op te nemen in haar schoolgids. (zie punt 4.6 in schoolgids 2011-2012). Meer informatie over absentie is te lezen op Mijn School: https://mijnschool.stichtingnob.nl/advies/Leerkrachten/Lesgeven-op-eenschool/Leerlingenpopulatie/Paginas/default.aspx Intervisie & onderwijsinhoudelijke overlegmomenten Indien een onderwijsteam uit een of meerdere onbevoegde leerkrachten bestaat is intervisie en directe begeleiding van de onbevoegde leerkrachten van groot belang. Met name het vaststellen van lesdoelen, maken van jaarplanningen, didactisch groepsplan en begeleiding bij de afname en interpretatie van toetsen is voor veel onbevoegde leerkrachten in het NTC-onderwijs een grote uitdaging. Door gebruik te maken van de kennis en ervaringen en onderwijsvisies van de bevoegde leerkrachten wordt kwaliteit van het onderwijs gewaarborgd. Om dit te kunnen uitvoeren is voldoende overlegtijd nodig, en een veilig klimaat binnen het team. Wij hebben een open onderwijsteam Verslag schoolbezoek NOB
Pagina 9
gezien, dat elkaar al enige tijd kent en voor elkaar open staan. Door bij elkaar in de klassen te gaan kijken kan nog meer dan nu van elkaar geleerd worden. Op deze manier kunnen ook de geleerde vaardigheden en kennis die op de Bijscholingen van NOB zijn opgedaan, schoolbreed worden geïmplementeerd en worden ingezet. Toetsing (o.a. bij kleuters) Sinds enkele jaren worden de Cito toetsen vernieuwd. De school heeft in de afgelopen twee jaar deze nieuwe toetsen aangeschaft en de resultaten worden nauwgezet bijgehouden in het leerlingvolgsysteem van Parnassys. Wij adviseren in het onderwijsteamoverleg samen te gaan bespreken wie de toetsen afneemt, interpreteert en de gegevens invoert. Indien ouders ondersteuning kunnen bieden bij toetsafnamen adviseren wij de leerkracht zelf bij de leerlingen de toets te laten afnemen en de ouders in die tijd de klas waar te nemen. Immers, indien de leerkracht zelf de test afneemt kunnen de gemaakt fouten goed worden geanalyseerd en ook aanvullende observaties worden gedaan. (Maakt een leerling dezelfde fouten als datgene wat de leerkracht ook in de klas ziet?). Het is hierbij belangrijk dat een bevoegde leerkracht met een onbevoegde leerkracht meekijkt in het (eventueel) afnemen en invoeren van de toetsgegevens. Het in kaart brengen van de leeropbrengsten in groep 1 en 2 gebeurt via de Cito taal voor kleuters (1 maal per jaar), door observatielijsten uit de methode, zoals de lijst uit het Routineboek of de taalstadia uit Ik en Ko. Dit boek is al aanwezig op school, wij adviseren het team kennis te nemen van de inhoud hiervan en in de onderbouwvergadering met elkaar te kijken wanneer deze lijsten worden ingevuld. samen met de Cito uitslagen vormen deze een onderdeel van de overdracht naar de volgende groep. Voor meer informatie over de afname van de Taaltoets Alle kinderen zie bijlage 2. Klassenmap & leerstofplanning in een jaar Met het onderwijsteam is gesproken over differentiatie binnen het NTConderwijs. Een aantal leerlingen in het NTC-onderwijs heeft enige achterstand in de Nederlandse taal, deze leerlingen kunnen in de leeftijdsgroep worden geplaatst maar zullen onderwijsaanbod nodig hebben van 1 of 2 groepen lager. Ook kunnen deze Richting 2 leerlingen geplaatst worden in een groep lager. Wij Verslag schoolbezoek NOB
Pagina 10
adviseren het onderwijsteam niet voor alle leerlingen die nu geplaatst zijn in een groep een handelingsplan op te maken, maar te kijken of leerlingen kunnen aansluiten op het ‘standaard’ lesprogramma van een of twee jaargroep lager. Voor de echte zorgleerlingen dient wel een handelingsplan opgezet te worden. Een hulpmiddel bij het in kaart brengen van de niveaugroepen in de klas is een didactisch groepsplan. Deze is met het team besproken en zal digitaal worden verstuurd. Leespromotie Tijdens de nabespreking van de lessen in de onderbouw is gesproken over het belang van prentenboeken en leesboeken op een NTC-school. Momenteel is er relatief weinig leesmateriaal beschikbaar. Voor de groep 3 zijn ook leesboekjes op AVI niveau van belang om automatisering van het aanvankelijk lezen te stimuleren en zo ouders ook thuis te betrekken bij het onderwijs van hun kind. ‘De focus op lezen’ is een NOB- uitgave speciaal voor het onderwijsteam op NTC-scholen in het buitenland. Hiermee kan de school de aandacht voor de kwaliteit van het leesonderwijs vergroten. Dit document is in 2012 opnieuw uitgebracht.
(Focus op lezen is ook te vinden bij het tabblad Advies op Mijn School: https://mijnschool.stichtingnob.nl/SiteCollectionDocuments/Adviezen%20en%20 sjablonen/Tips%20leesbevordering%20PO%20en%20VO.docx https://mijnschool.stichtingnob.nl/SiteCollectionDocuments/Adviezen%20en%20 sjablonen/De%20focus%20op%20lezen.pdf Informatie over de aanschaf boeken: http://www.leesplein.nl/index.php?plein=LL (met veel doorklik mogelijkheden) http://www.boekenjeugdgids.nl/index.html Bekroonde boeken (griffels, penselen en kinderjury; zie ook http://www.kinderboekenweek.nl) makkelijk lezen boeken (http://www.makkelijklezenplein.nl/home)
Verslag schoolbezoek NOB
Pagina 11
boeken voor kinderen die snel leren lezen (Bolleboos, Villa Alfabet, Bizonserie) strips, gedichten, tijdschriften
De Utrechtse kinderboekwinkel heeft al jaren ervaring in het adviseren aan NTC-scholen: het samenstellen van een bibliotheekboekenverlanglijst, advies op maat over verbeteren schoolboekencollectie, lespakketten voor de Kinderboekenweek, advies aan ouders in het buitenland. Nederlandse scholen die zijn aangesloten bij NOB krijgen 10% korting op hun bestelling: http://www.kinderboekwinkel.net. Natuurlijk zijn er vele goede kinderboekenwinkels die NTC-scholen kunnen en willen ondersteunen. Onderwijsondersteunend materiaal bij de lesmethoden Groep 1-2: o Ik en Ko: http://www.ikenko.nl/zwijsen/show/id=102371/closemenu=true/ en kleurplaten bij de thema's om woordenschat te oefenen; http://www.ikenko.nl/zwijsen/show/id=126841/closemenu=true o Leessleutel groep 1-2: http://www.malmberg.nl/Basisonderwijs/Methodes/Lezen/Deleessleutel/Brochure.htm# Groep 3 a en groep 3b: o Leessleutel: http://www.malmberg.nl/Basisonderwijs/Methodes/Lezen/Deleessleutel/Differentiatie.htm. Aanschaf van de sleutelwoordprenten en -kaarten en woord en letterstroken behorende bij leessleutel. Algemeen groep 1-8: o Zelfstandig werkmateriaal van K2- publisher en Bekadidact zie tabblad leermiddelen op Mijn School: https://mijnschool.stichtingnob.nl/lesmateriaal/primaironderwijs/Klassenmanagement/Paginas/Zelfstandig-werken.aspx. o Maak woordlijsten behorende bij de thema's (groep 1,2,3) en woordlijsten bij de ankerverhalen van Taalactief en verhalen van Nieuwsbegrip en Goed gelezen (groep 4-8) voor thuis. Kopieer ook de spellingregels uit de methode voor thuis. Geef zo ouders inzage in de lesdoelen.
Verslag schoolbezoek NOB
Pagina 12
o Leesboeken en prentenboeken voor thuis. samen lezen met de ouder. In een schriftje bij iedere leesavond een stukje laten samenvatten.
Verslag schoolbezoek NOB
Pagina 13
Terugblik op het bezoek Wij willen het team en bestuur graag bedanken voor hun inzet en openheid tijdens ons ondersteuningsbezoek. Wij danken ook de coördinator voor de tijd die is geïnvesteerd voor het op locatie organiseren van de ouderinterviews van de masterscriptie. Het was voor ons erg interessant te zien hoe het Nederlands onderwijs op NTC Finland zich ontwikkelt. Wij hopen dat de school bij de verdere uitwerking en implementatie van het verbeterplan ons ook in de komende periode weet te vinden! NOB Annelise Sprenger Marije van Kempen April 2012
Verslag schoolbezoek NOB
Pagina 14
Bijlage 1. Inhoud Klassenmap en leerlingdossier Ieder school is vrij een eigen indeling te maken in leerkrachtmappen en leerlingdossiers. Veel leerkrachtenteams kiezen ervoor om op schoolniveau een algemene indeling te maken. Dit bevordert niet alleen de continuïteit binnen het team en dus de school. Het geeft ook aanleiding om samen als team te discussiëren over wat voor jullie school belangrijk en prettig wordt geacht. De lijst is zeker nog niet volledig maar het geeft jullie alvast en leidraad. Veel succes! Marije In het leerlingendossier 1. Kopie van paspoort leerling 2. Aanmeldingsformulier (vaak het administratieve formulier voor de inschrijving via bestuur) 3. Bijzonderheden (bijv. informatie over gezondheid als allergie, medicatiegebruik etc.) 4. Intake en planningsformulier 5. Onderwijskundig verslag van eerdere school 6. Cito toetsen 7. Eventuele handelingsplannen 8. Kopie van schoolrapporten (originelen gaan mee met de leerling op het eind van het schooljaar) 9. Verslag van gesprekken met ouders, de interne leerlingbespreking, eventueel een externe deskundige, en verslag van gesprek met dagschool) 10. Na vertrek van de leerling ook een kopie van het Onderwijskundig rapport en bewijs van uitschrijving. (Bewaren tot 5 jaar na vertrek van de leerling). In de klassenmap 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.
Adresgegevens van en telefoonnummers van de ouders (waar en wanneer zijn zij te bereiken?) Adresgegevens en telefoonnummers van bestuur. Adresgegevens en telefoonnummers van collega’s/eventueel een klassenouder. Bijzonderheden van de leerlingen (allergie bijv.) Absentielijst Draaiboek van de groep voor een invaller Draaiboek veiligheid (alarmnummers, een samenvatting uit het veiligheidsplan) Jaarplanning (leerstofplanning) Thema planning (leerstofplanning) Weekplanning/ Lesplanning Methode afhankelijk en methode onafhankelijke toetsgegevens per leerling Wekelijkse lesobservaties Bijzondere afspraken met leerlingen
Verslag schoolbezoek NOB
Pagina 15
14. Bijzondere afspraken met ouders 15. Afspraken met externen (bijvoorbeeld buschauffeurs, conciërge van dagschool) 16. Verwijzing naar de plaats van de invalmap (of de materialen in deze map zelf toevoegen) 17. De uit te voeren handelingsplannen (kan ook apart in een zogeheten ‘Zorgmap’) Didactisch kan uitgebouwd worden: lijst met klassenregels, de gebruikte methoden, didactische werkvormen, alles wat onder klassenorganisatie valt!
Verslag schoolbezoek NOB
Pagina 16
Bijlage 2 Taaltoets Alle Kinderen Doelgroep Kinderen van 4;0 tot 9;0 jaar met het Nederlands als moedertaal en als tweede taal (NT2).
Doelstelling
De Taaltoets Alle Kinderen (TAK) is een diagnostische toets voor het vaststellen van de mondelinge taalvaardigheid (in het Nederlands) van zowel autochtone als allochtone leerlingen van 4 tot 9 jaar.
Taalaspect
Mondelinge taalvaardigheid: fonologie, morfologie, syntaxis, semantiek: woordenschat, pragmatiek: verhaalopbouw. In de TAK wordt gebruik gemaakt van het onderscheid tussen strikt grammaticale en meer sociale aspecten van de communicatieve vaardigheid in het Nederlands. In grammaticaal opzicht wordt er met tien receptieve en (re)productieve toetstaken vastgesteld op welk niveau binnen het taalverwervingsproces kinderen zich bevinden. Met behulp van een observatielijst kunnen de sociale taalvaardigheidsaspecten van kinderen worden beschreven om zo meer zicht te krijgen op strategieën die kinderen hanteren om in het Nederlands bepaalde communicatieve doelen te bereiken. Het instrument wordt gebruikt voor diagnostiek van de communicatieve vaardigheden bij kinderen die bij herhaling problemen laten zien bij de taalverwerving. De TAK kan zowel in zijn geheel als in gedeelten worden afgenomen. Om hierin de juiste keuze te maken, is een beslissingsschema opgenomen. De toets is ook geschikt voor kinderen met een niet-Nederlandstalige achtergrond. Gebruiksmogelijkheden De TAK is een diagnostische toets voor het vaststellen van de mondelinge vaardigheid in het Nederlands bij kinderen van vier tot negen jaar in scholen en speciale scholen in voor basisonderwijs. De afname is individueel. De volgende toetstaken zijn mogelijk af te nemen met de TAK. Er wordt onderscheid gemaakt tussen vaardigheid, receptief en (re)productief. Vaardigheidsniveau Klanken Woordbetekenis
Verslag schoolbezoek NOB
Receptieve taken Klankonderscheiding Passieve woordenschat
(Re)productieve taken Klankarticulatie Woordomschrijving
Pagina 17
Woord- en zinsstructuur
Zinsbegrip 1, 2
Tekststructuur
Tekstbegrip
Woordvorming Zinsvorming Verteltaak
Toetsafname In de meeste gevallen is het niet wenselijk om de TAK in zijn geheel af te nemen bij kinderen. Daarnaast moet worden vermeden dat de toetsen te vaak worden afgenomen. Om een testeffect tegen te gaan, moet een taak bij voorkeur niet vaker dan één maal per jaar bij hetzelfde kind worden afgenomen. Wanneer een kind vaker wordt getoetst, bestaat het gevaar dat er een leereffect optreedt (het kind leert de onderwerpen van de toets), en bijgevolg krijgt het kind dus een hogere score dan het eigenlijk verdient. De scoren geeft dan geen goede indicatie meer van de feitelijke taalvaardigheid van het kind. In onderstaand overzicht staat welke toetstaken afgenomen kunnen worden bij welke problemen. Observaties kind
Af te nemen taken
Taalzwak over de hele linie
Tekstbegrip Zinsbegrip 1 en 2 Zinsvorming Passieve woordenschat Klankonderscheiding Verteltaak Zinsvorming Woordvorming Woordomschrijving Klankarticulatie Klankonderscheiding Passieve woordenschat Zinsbegrip 2 Tekstbegrip Klankonderscheiding Klankarticulatie Zinsvorming Klankonderscheiding Woordvorming Zinsvorming Passieve woordenschat
Problemen met actief taalgebruik
Problemen met auditieve verwerking
Problemen met articulatie
Problemen met vormaspecten van taal
Problemen met betekenisaspecten van taal
Verslag schoolbezoek NOB
Pagina 18
Woordomschrijving Zinsbegrip 2 Tekstbegrip Verteltaak
Voor leerlingen met een grote achterstand in de Nederlandse taal kijkt u naar de leeftijdsindicatie die bij de gescoorde woordvoorraad van de TAK hoort. Eventueel neemt u ook de productieve onderdelen van de TAK af (klankarticulatie, woordomschrijving, woordvorming zinsvorming en de verteltaak). Toetstaak Klankonderscheiding
Klankarticulatie Passieve woordenschattaak Woordomschrijving Zinsbegrip 1
Zinsbegrip 2
Woordvorming
Zinsvorming
Tekstbegrip
Beschrijving 50 woordparen; er wordt een keuze gemaakt of de woorden hetzelfde dan wel verschillende zijn. Meet het vermogen om spraakklanken van elkaar te onderscheiden. Geen afbreeknorm. 45 woorden die nagesproken dienen te worden. Meet de articulatievaardigheden. Geen afbreeknorm. 96 items. Het kind kiest uit vier plaatjes het bijbehorende plaatje bij het aangeboden woord. Meet de woordenschat. Afbreeknorm. 45 items. Het kind geeft van afzonderlijke woorden een omschrijving. Meet de woordenschat. Afbreeknorm. 42 items. De items bestaan uit hoeveelheidsaanduidende woorden, ruimtelijke woorden, persoonsaanduidende woorden en voegwoorden; keuze uit drie plaatjes waarvan er één bij de aangeboden zin past. Meet het zinsbegrip. Geen afbreeknorm. 42 items. Keuze uit drie plaatjes waarvan er één bij de aangeboden zin past. Meet kennis van relaties binnen en tussen woorden en woordgroepen in een zin. Geen afbreeknorm. 24 items. De opdracht bestaat uit het afmaken van een aangeboden zin, waarbij ook een tekening wordt getoond. Meet de vaardigheid van het toepassen van het meervoud van zelfstandige naamwoorden en het voltooid deelwoord. Geen afbreeknorm. 20 items. De opdracht bestaat uit het nazeggen van 20 zinnen. Meet in hoeverre functiewoorden en zinspatronen gebruikt worden. Geen afbreeknorm. 24 items. Zes korte teksten worden voorgelezen waarna er vier vragen beantwoord worden. Meet het tekstbegrip. Geen
Verslag schoolbezoek NOB
Pagina 19
Verteltaak
afbreeknorm. 32 items. De opdracht bestaat uit het vertellen van een verhaal aan de hand van twee stripverhalen. Meet de vaardigheid om samenhang en betekenis aan te brengen. Geen afbreeknorm.
Interpretatie toetsresultaten
Scoring Om de resultaten van de TAK te kunnen interpreteren, bepaalt u eerst de deelscore en de toetsscores op de afgenomen taken. Dit doet u door per taak het totaal aantal fout gemaakte opgaven op te tellen en af te trekken van het totaal aantal opgaven.
Normering
De toetsscores op de taken geven u een globale indruk van de mondelinge vaardigheid in het Nederlands van het kind. Een goede beoordeling is echter pas mogelijk wanneer u die scores kunt vergelijken met die van andere kinderen van dezelfde leeftijd. Om het tempo van het eerste- of tweedetaalverwervinsproces van kinderen te kunnen inschatten, zijn vergelijkingsgroepen van belang. Voor de normvergelijking zijn per taak de toetsscores in vijf niveaugroepen verdeeld: Niveau A: goed tot zeer goed Niveau B: ruim voldoende tot goed Niveau C: matig tot voldoende Niveau D: zwak tot matig Niveau E: zwak tot zeer zwak Daarnaast is er, afhankelijk van de taalsituatie van het kind, een vergelijking mogelijk met leerlingen met thuistaal overwegend T2 of Thuistaal overwegend T1. Deze vergelijking is wat globaler dan die met de normgroep met van huis uit Nederlandstalige leeftijdgenoten, met de termen: Hoog Gemiddeld Laag Kinderen die van huis uit met twee talen opgroeien, hebben vaak minder aanbod van het Nederlands. Daardoor blijft de Nederlandse taalontwikkeling bij deze kinderen met name op jonge leeftijd achter bij die van de van huis uit Verslag schoolbezoek NOB
Pagina 20
Nederlandstalige leeftijdgenoten. Om te weten in welke mate dit doorgaans het geval is, zijn vergelijkingsgegevens verzameld van kinderen die thuis naast het Nederlands nog een andere taal spreken. Deze vergelijking maakt duidelijk hoe groot het taalleersucces is, gegeven de specifieke taalsituatie waarin het kind verkeert. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen twee typen taalsituaties. Thuistaal T2 Voor deze kinderen worden als vergelijkingsgroep genomen kinderen van ex-koloniale herkomst (Surinamers, Antillianen) en kinderen uit gemengde huwelijken. Thuistaal T1 In dit geval worden als vergelijkingsgroep gehanteerd kinderen met een mediterrane achtergrond (met name Turken en Marokkanen) en Aziaten. Met de taak Passieve woordenschat kan bij benadering de grootte van de passieve woordvoorraad van kinderen worden bepaald. Met behulp van de score op deze taak kunt u in het diagnoseschema op pagina 9 van het leerlingboek op eenvoudige wijze aflezen tussen welke waarden de geschatte omvang van de passieve woordvoorraad zich bevindt. Zo correspondeert bij een score van 30 een passieve woordvoorraad van ongeveer 2.000 woorden. Evenzo kunt u aan de hand van de score op de taak Woordomschrijving in het diagnoseschema op pagina 11 van het leerlingboek de geschatte omvang van de actieve woordvoorraad bepalen. De op deze wijze geschatte passieve en actieve woordvoorraad kunt u in het Overzicht toetsgegevens op pagina 23 van het leerlingboek noteren. Score taak Passieve woordenschat < 15 15 – 22 23 – 30 31 – 37 38 – 45 45 – 52 53 – 60 60 – 67 67 – 75 75 – 82 83 – 90
Geschatte omvang woordvoorraad < 1000 1000 – 1500 1500 – 2000 2000 – 2500 2500 – 3000 3000 – 3500 3500 – 4000 4000 – 4500 4500 – 5000 5000 – 5500 5500 – 6000
Verslag schoolbezoek NOB
Pagina 21
> 90
> 6000
Voor wat betreft leeftijd zijn de beoordelingstabellen van toetsscores steeds voor elke groep/leeftijdscategorie samengesteld. Er zijn vijf meetmomenten in de tijd, waarbij de leerlingen gemiddeld de volgende leeftijden hadden: Begin groep 1, met een gemiddelde leeftijd van 4;7 jaar Begin groep 2, met een gemiddelde leeftijd van 5;6 jaar Eind groep 2, met een gemiddelde leeftijd van 6;3 jaar Eind groep 3, met een gemiddelde leeftijd van 7;3 jaar Eind groep 4, met een gemiddelde leeftijd van 8;3 jaar Leeftijd 4jaar 5 jaar 6 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar 10 jaar 11 jaar 12 jaar:
Woordvoorraad eentalige Leerlingen in Nederland
Woordvoorraad meertalige leerlingen in Nederland
3.000
1.000
3.800
1.800
4.500
2.600
5.200
3.400
6.000
4.200
8.500
5.000
11.000
6.000
14.000
8.000
17.000
10.000
Bron: Nederlands als tweede taal in het basisonderwijs
Verslag schoolbezoek NOB
Pagina 22