Duitse taal en cultuur Studiegids 2005/2006 Bacheloropleiding Duitse taal en cultuur Masteropleiding Duitse taal en cultuur Letterkunde (MPhil)
Leraar vo 1e graad Duits
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4 1.2.5 1.2.6 1.2.7 1.2.8 1.3 1.3.1 1.4 1.4.1 1.4.2 1.4.3 1.4.4 1.4.5 1.4.6 1.4.7 1.4.8 1.4.9 1.5 1.5.1 1.5.2 1.5.3 1.5.4 1.5.5 1.5.6 1.5.7
Faculteit der Letteren Algemene inleiding Organisatie van de faculteit Doelstellingen van de faculteit Faculteitsbestuur Medezeggenschap Bureau van de faculteit Onderwijsinstituut Afdelingen Onderzoek Commissies Onderwijs Jaarindeling Regelingen Studieadvies en studievoortgangscontrole Het begrip studiepunt Inschrijving voor colleges Regels en richtlijnen voor tentamens Algemene onderwijs- en examenregeling Regeling bachelor- en masterscriptie Recht van beroep Afgifte getuigschrift en dossierverklaring Inschrijving onderdelen andere universiteiten Voorzieningen Informatievoorziening, postvakken en e-mail Kwaliteitsbewaking en onderwijsevaluatie Oriëntatie op de arbeidsmarkt Studeren in het buitenland Computerfaciliteiten Gebouwvoorzieningen Tijdschrift voor de Faculteit der Letteren [sic!]
9 9 11 11 11 12 12 13 14 14 15 17 17 18 18 18 19 19 20 21 22 22 23 23 23 24 25 25 26 28 28
2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5
Organisatie Duitse taal en cultuur Organisatie en regelingen Studiekosten Opleidingscommissies en examencommissie Examendata Voorzieningen Studieadvisering en mentoraat Studeren in het buitenland Stages Bibliotheek Duits Studieboeken / syllabi / boekhandels
29 29 29 29 29 29 29 29 29 30 30
3 3.1 3.1.1
Duitse taal en cultuur (Ba) Componenten van de studie Duitse taal en cultuur Taalbeheersing
33 33 33
Inhoudsopgave
5
3.1.2 3.1.3 3.2 3.3 3.4 3.4.1 3.4.2 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12
Taalkunde van het Duits Letterkunde Facultair onderwijsconcept Overzicht van de bacheloropleiding Toelating Opleiding in deeltijd Instroom vanuit het HBO Doelstellingen Eindtermen Facultair minoraanbod Opbouw van het programma Eerste jaar Tweede jaar Tweede en derde jaar Derde jaar
33 33 34 36 36 36 36 37 39 40 41 41 42 42 42
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
Algemeen Facultair minoraanbod Facultair minoraanbod Algemeen Moderne Talen en Culturen Taal en Communicatie Oudheid Kunst en Cultuur Geschiedenis
45 45 45 46 47 48 49 50
5 5.1 5.2 5.2.1 5.3 5.4 5.5 5.6
Duitse taal en cultuur (Ma) Inleiding Toelating Instroom vanuit het HBO Doelstellingen Eindtermen Doctoraalprogramma Master Duitse taal en cultuur
53 53 53 54 55 55 58 59
6 6.1 6.2 6.2.1 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8 6.9 6.10 6.11 6.12
Letterkunde (MPhil) Inleiding Toelatingseisen Aanvullende toelatingseisen Opleidingscommissie en examencommisie Profiel van de opleiding Arbeidsmarkt Doelstellingen en eindtermen Jaaroverzicht Opbouw programma Kernmodules (20 stp.) Onderwijsmodules subdisciplines (40 stp.) Tutorial (30 stp.) Scriptie (30 stp.)
61 61 61 61 61 62 62 62 63 63 63 63 63 63
7 7.1
Linguistics (MPhil) Linguistics (MPhil)
65 65
8 8.1 8.2 8.3 8.4
Lerarenopleiding Duits Inleiding Oriëntatiecursus Lerarenopleiding Meer informatie
67 67 67 67 68
9 9.1 9.1.1 9.1.2 9.1.3 9.1.4 9.2 9.2.1
Examenonderdelen Duitse taal en cultuur (Ba) Eerste jaar Tweede jaar Tweede en derde jaar Derde jaar Duitse taal en cultuur (Ma) Master Duitse taal en cultuur
69 69 69 76 83 84 87 87
10 10.1
Adressenlijst Duitse taal en cultuur Adressen medewerkers opleiding
91 91
11 11.1 11.2
Literatuur Duitse taal en cultuur (Ba) Duitse taal en cultuur (Ma)
93 93 95
Inhoudsopgave
7
8
Duitse taal en cultuur
1
1.1
Faculteit der Letteren
Algemene inleiding De studiegids bevat informatie over faculteit en opleiding die je voor je studie nodig hebt, zoals studentenvoorzieningen, praktische regels, opzet van de opleiding en een beschrijving van alle studieonderdelen. De informatie staat voor zover mogelijk ook op de letterensite http://www.let.vu.nl/. Ook wordt beschreven hoe de zaken binnen de opleiding en faculteit geregeld zijn. De teksten zijn speciaal voor studenten geschreven. De ervaring leert echter dat ze slecht gelezen worden. De informatie is bedoeld om dingen op te zoeken. Maak er dus gebruik van, anders mis je veel informatie die relevant is voor je studie. De tekst schept geen rechten of plichten, maar geeft louter de bestaande regelgeving weer. In het vervolg van de studiegids worden het programma van de opleiding en de inhoud van vakken behandeld. Het rooster staat niet in de studiegids, maar wordt apart op Internet gezet (www.let.vu.nl -> Studenten -> Roosters). Ook voor enkele andere zaken die aan verandering onderhevig zijn, wordt verwezen naar de letterensite. We wensen je een succesvol studiejaar! De opleidingen en studiegebieden De Faculteit der Letteren, waartoe ook jouw opleiding behoort, biedt 13 bachelor(ba) en aansluitende masteropleidingen (ma) aan. Bovendien worden 5 onderzoekmasters (MPhil) en 3 professionele masteropleidingen aangeboden. Het oude doctoraalprogramma van de 13 oude opleidingen kan nog afgemaakt worden tot 31 augustus 2007. Naast het onderwijs binnen de verschillende opleidingen zijn er drie disciplinegebieden die onderwijs verzorgen ten behoeve van alle studenten van de faculteit. Alle contactpersonen zijn opgenomen in onderstaand overzicht.
Faculteit der Letteren
9
studieadviseur/ contactpersoon
Kamernr. telnr. 10A-14 020 5986430
e-mail
11A-39 020 5986452 10A-19 020 5986469 11A-28 020 5986491 11A-17 020 5986476 08A-35 020 5986488 10A-23 020 5986427 11A-18 020 5986412 10A-37 020 5986532
[email protected]
10A-23 020 5986551 10A-23 020 5986427 10A-23 020 5986551 10A-37 020 5986532
[email protected]
vacature
10A-19 020 5986480
[email protected]
dr. A.J. van Berkel
11A-32 020 5986436 10A-24 020 5986428 09A-18 020 5986445 11A-20 020 5986576
[email protected]
Studentenbalie Moderne Talen en Culturen Duitse Taal en Cultuur (ba, ma) Engelse Taal en Cultuur (ba, ma) Franse Taal en Cultuur (ba, ma) Italiaans Literatuurwetenschap (ba, ma) Nederlandse Taal en Cultuur (ba, ma) Spaans Letterkunde (MPhil)
Oudheid Archeologie en Prehistorie (ba, ma) Griekse en Latijnse Taal en Cultuur (ba, ma) Oudheidkunde (ba, ma) Oudheidstudies (MPhil)
Taal en Communicatie Communicatie- en Informatiewetenschappen (ba, ma) Taalwetenschap (ba, ma)
dr. M.L.M.J. Vliegen vacature dr. M.J.E. van Tooren drs. A.H.A. van Leeuwen-Janus prof.dr. D.H. Schram J. Putters drs. M.B.F. de Bakker drs. MC. Last
drs. S.S.J. Mol/ drs. I.P. Chin J. Putters drs. I.P. Chin drs. MC. Last
Toegepaste Informatica Letteren ICT & Vertalen (ma)
drs. E. Akkerman
Linguistics (MPhil)
dr. P.H.F. Bos
prof.dr. M. Hannay
[email protected]
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
[email protected] [email protected] [email protected]
[email protected] [email protected] [email protected]
Kunst en Cultuur Algemene Cultuurwetenschappen (ba, ma) Kunstgeschiedenis (ba, ma)
dr. M.J.E. van Tooren
11A-28 020 5986491
[email protected]
drs. I.P. Chin
[email protected]
Architectuurgeschiedenis (MPhil) Erfgoedstudies (ma)
drs. MC. Last
10A-21 020 5986364 10A-37 020 5986532 8A-22 020 5986370 10A-37 020 5986532 8A-15 020 5986362
10A-23 020 5986551 10A-37 020 5986532
[email protected]
Geschiedenis van de Beeldende Kunst (MPhil) Museumconservator
drs. E.M. van Hellemondt drs. MC. Last drs. S.J. Konijn
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Geschiedenis Geschiedenis (ba, ma) Geschiedenis (MPhil)
10
Duitse taal en cultuur
drs. S.S.J. Mol/ drs. I.P. Chin drs. MC. Last
[email protected]
1.2
Organisatie van de faculteit
1.2.1
Doelstellingen van de faculteit De faculteit stelt zich ten doel • aan studenten een academische vorming te geven door middel van onderwijs in een verscheidenheid van vormen, op het niveau van bachelor- en masteropleidingen in voltijd en deeltijd; • de wetenschap op de disciplinevelden van de faculteit verder te ontwikkelen zowel door eigen onderzoek van docenten en onderzoekmedewerkers als door opleiding van promovendi en andere onderzoekers, zowel binnen de faculteit als in het samenwerkingsverband van onderzoekscholen; • en daardoor tevens bij te dragen aan overdracht van culturele waarden aan een groter publiek, door vergroting van kennis op het gebied van taal, beeld, kunst en cultuur, en geschiedenis, met name ook voor praktische doeleinden als het onderwijs, het bedrijfsleven, de journalistiek, de media, de musea en de zorg voor het erfgoed. Deze doelstelling wordt binnen de faculteit vormgegeven doordat specifieke vakkennis geplaatst wordt in een breed cultureel en wetenschappelijk perspectief van academisch niveau. Het doel hiervan is de student kennis en inzicht te geven in, en kritisch en reflectief te leren staan tegenover de wetenschapsbeoefening zelf, de betekenis van zijn of haar vak voor mens en maatschappij, en de rol van de academicus in de samenleving.
1.2.2
Faculteitsbestuur Het belangrijkste bestuursorgaan van de faculteit is het faculteitsbestuur. Dit bestuur is verantwoordelijk voor de organisatie en coördinatie van het onderwijs en onderzoek in de faculteit. Dit betekent dat het faculteitsbestuur de Onderwijs- en Examenregelingen (OERs) van de opleidingen vaststelt en toezicht houdt op de uitvoering hiervan. Verder stelt het faculteitsbestuur de algemene richtlijnen voor de wetenschapsbeoefening vast en het (meerjaarlijkse) onderzoekprogramma van de faculteit. Het faculteitsbestuur benoemt tevens de leden van de examencommissies en opleidingscommissies. Het faculteitsbestuur bestaat uit de decaan en twee andere leden. De decaan is voorzitter van het faculteitsbestuur en hoogleraar. De andere twee leden behoren tot de wetenschappelijke staf (hoogleraren, universitaire hoofddocenten en universitaire docenten). Het bestuur wordt bijgestaan door de directeur bedrijfsvoering van de faculteit. Een student woont de vergaderingen van het faculteitsbestuur bij met raadgevende stem. Samenstelling faculteitsbestuur: • Prof.dr. W.Th.M. Frijhoff (decaan/voorzitter) • Dr. J.H.C. Bel • Prof.dr. D.G. Yntema • M.W.P. Bos (tot 1 september 2005); E.M.S. Vrolijk (vanaf 1 september 2005) (studentadviseur) • dr. B. Weltens (directeur bedrijfsvoering, adviserend lid)
Faculteit der Letteren
11
1.2.3
Medezeggenschap De faculteit wordt bestuurd door het faculteitsbestuur. Er zijn twee medezeggenschapsorganen: de facultaire studentenraad en de onderdeelcommissie van de ondernemingsraad. Deze twee vormen tezamen de gezamenlijke vergadering. Facultaire Studentenraad De facultaire Studentenraad (fSr) bestaat uit vijf studenten, die worden gekozen door de studenten van de Faculteit der Letteren. De raad heeft een zittingstermijn van een jaar. Een student met klachten over tentamens, faciliteiten, docenten of andere zaken kan bij de fSr terecht. Je kunt mailen naar
[email protected] of je klacht deponeren in de klachtenbus tegenover de Helpdesk Letteren (10A-12). Wanneer de fSr je niet zelf kan helpen kan ze je doorverwijzen naar de juiste persoon of instantie. Daarnaast heeft de fSr regulier overleg met het faculteitsbestuur en de onderdeelcommissie. Hierin komen onder andere zaken zoals internationalisering, onderwijs, computer(ruimte)s en onderwijs- en examenregelingen aan bod. Mocht je interesse hebben in de functie van facultair studentenraadslid, dan kun je mailen naar
[email protected]. Onderdeelcommissie Letteren De onderdeelcommissie Letteren bestaat uit 9 leden van zowel het ondersteunend als het wetenschappelijk personeel. Onderdeel wil zeggen dat deze commissie deel uitmaakt van en samenwerkt met de centrale Ondernemingsraad van de Universiteit. Op facultair niveau behartigt zij de belangen van het personeel bijvoorbeeld op het gebied van de werkomstandigheden. Onderwijszaken komen vooral aan de orde in de gezamenlijke vergadering met de studentenraad. Meer informatie over deze regelingen kun je vinden in: • Statuut VU • Universiteitsreglement Vrije Universiteit • Regeling Medezeggenschap Studenten • Faculteitsreglement • Reglement Gezamenlijke Vergadering Letteren Deze regelingen staan op het facultaire netwerk op de P-schijf: P:\\Facultaire Regelingen of op de VU-site: http://www.vu.nl/.
1.2.4
Bureau van de faculteit Het faculteitsbureau verzorgt de ondersteuning van onderwijs, onderzoek en bedrijfsvoering. Aan het hoofd van deze organisatie staat de directeur bedrijfsvoering. De volgende eenheden maken deel uit van het faculteitsbureau: Directeur Bedrijfsvoering Dr. B. Weltens, tel. (020) 598 6401 Hij is te bereiken via het bestuurssecretariaat. Bestuurssecretariaat Secretaresses: M.H. Blom, P.A.M. di Summa kamer 10A-40, tel. (020) 598 6511, e-mail:
[email protected] Personeelsadviseur Drs. J.T. Cremer, kamer 10A-33, tel. (020) 598 6402
12
Duitse taal en cultuur
Bureau Planning en Control Hoofd: Drs. E. Warda, kamer 10A-32, tel. (020) 598 6405 Bureau Informatisering Coördinator: Drs. E. Akkerman, kamer 10A-24, tel. (020) 598 6428 Bureau Systeembeheer Coördinator: A. Schoonenboom, kamer 10A-37, tel. (020) 598 6391 Helpdesk: kamer 10A-12, tel. (020) 598 6464, e-mail:
[email protected] Beleidsmedewerker Onderzoek Drs. M.C. Last, kamer 10A-37, tel. (020) 598 6532 Onderwijsbureau Hoofd: Dr. E. Vester, kamer 10A-28, tel. (020) 598 6423 Onderwijscoördinatie: • drs. E. Geudeke (roosters), kamer 10A-30, tel. (020) 598 6468 • drs. R.F. Hogervorst (lokaal beheer ISIS, TIS; studiegidsen), kamer 10A-30, tel. (020) 598 6538 • A. Bongenaar (kwaliteitszorg, studiegidsen), kamer 10A-30, tel. (020) 598 6538 • J. Putters (tentamenroosters), kamer 10A-23, tel. (020) 598 6427 Studentenadministratie: Coördinator: S. Hilpisch, kamer 10A-14, tel. (020) 598 6410 kamer 10A-14 en 10A-16, e-mail:
[email protected] Studentenbalie: kamer 10A-14, tel. (020) 598 6430, e-mail:
[email protected] Studieadvisering: zie par. Studieadvisering Voorlichting: Drs. E.W. de Bruin kamer 10A-26, tel. (020) 598 6550, e-mail:
[email protected] Internationalisering: Drs. C.E. Stoffelsma kamer 10A-26, tel. (020) 598 6429, e-mail:
[email protected] Afdelingensecretariaat Letteren Secretaresses: kamers 10A-20 tel. (020) 598 6506, 598 6390, 598 46365, e-mail:
[email protected] Audiovisuele ondersteuning: • P. Bossenbroek (audiovisuele ondersteuning), kamer 9A-05a, tel. (020) 598 6388 • J. Orton (reprografie), kamer 9A-15, tel. (020) 598 6396 • M. van de Bunt (diatheek), kamer 8A-11, tel. (020) 598 6363 • B. Brouwenstijn (vormgever/tekenaar), kamer 8A-42, tel. (020) 598 6483 • J. Fokkema (audiovisuele ondersteuning), kamer 8A-42, tel. (020) 598 6484 1.2.5
Onderwijsinstituut De faculteit kent een Onderwijsinstituut dat onder leiding staat van een onderwijsdirecteur. Deze wordt bijgestaan door het hoofd van het onderwijsbureau. De onderwijsdirecteur is tevens lid van het faculteitsbestuur. Onderwijsdirecteur Dr. J.H.C. Bel
Faculteit der Letteren
13
Hoofd Onderwijsbureau Dr. E. Vester De onderwijsdirecteur heeft tot taak ervoor zorg te dragen dat de onderwijsprogramma’s van de verschillende opleidingen optimaal op elkaar zijn afgestemd. Dit betekent dat de onderwijsdirecteur, binnen het vastgestelde facultaire onderwijsbeleid en de vastgestelde onderwijs- en examenregelingen, de planning en programmering van het onderwijs en de kwaliteitszorg en evaluatie van het onderwijs bewaakt. De onderwijsdirecteur kan de leden van de afdelingen, na overleg met het afdelingshoofd, aanwijzingen geven ten aanzien van de uitvoering van het onderwijs. Daarnaast adviseert de onderwijsdirecteur over het te voeren onderwijsbeleid binnen de faculteit, over de onderwijs- en examenregelingen en over de gewenste inhoud van te vervullen vacatures op het gebied van onderwijs. De onderwijsdirecteur laat zich adviseren door het Management Team Onderwijs (MT-onderwijs) dat op het ogenblik gevormd wordt door de afdelingshoofden, het hoofd van het onderwijsbureau en een student. 1.2.6
Afdelingen Het wetenschappelijk personeel van de faculteit is ondergebracht in vijf afdelingen: • Moderne Talen en Culturen • Oudheid • Taalwetenschap en Communicatie • Kunst en Cultuur • Geschiedenis Tot een afdeling behoren diegenen wier taken op hetzelfde wetenschapsgebied liggen. De afdeling staat onder leiding van een hoofd dat belast is met de organisatie en coördinatie van de werkzaamheden van de afdeling. Het hoofd van de afdeling verdeelt, na overleg met de leden van de afdeling, de directeur onderzoek, de onderwijsdirecteur en de betrokken hoogleraar, de taken over de leden van de afdeling.
1.2.7
Onderzoek De faculteit kent een directeur onderzoek. Deze coördineert de uitvoering van het facultaire onderzoek volgens het door het faculteitsbestuur vastgestelde onderzoekprogramma en wordt daarin bijgestaan door de beleidsmedewerker onderzoek. Directeur Onderzoek Prof.dr. L.J.de Vries Beleidsmedewerker Onderzoek Drs. M.C. Last De directeur onderzoek adviseert het faculteitsbestuur over het te voeren onderzoeksbeleid. De directeur wordt in deze taak ondersteund door de beleidsmedewerker onderzoek. De directeur onderzoek overlegt regelmatig met en laat zich adviseren door een tweetal adviesorganen: de onderzoekscommissie en het overlegplatform onderzoek. De onderzoekscommissie bestaat, naast de onderzoeksdirectie en de portefeuillehouder onderzoek in het faculteitsbestuur, uit
14
Duitse taal en cultuur
een viertal leden afkomstig uit de verschillende disciplines. Zij speelt een belangrijke rol bij de beleidsvoorbereiding. Het overlegplatform onderzoek is een breder orgaan: het bestaat uit de onderzoekscommissie, de coördinatoren van de facultaire onderzoekszwaartepunten en vertegenwoordigers van de negen interuniversitaire onderzoeksscholen waarin de faculteit participeert. Ook een vertegenwoordiger van de aan de faculteit verbonden postdocs en promovendi woont de vergaderingen bij. Het overlegplatform speelt een rol bij de toetsing van beleidsvoornemens en biedt tevens de gelegenheid aan alle betrokkenen elkaar over en weer te informeren over de organisatie van het onderzoek. De vier facultaire onderzoekszwaartepunten zijn: • De architectuur van het menselijk taalvermogen. • The Interplay of Religion, Politics and Culture: Channels of Mediation and the Public Square, 1200-2000 • Waarden en normen in literatuur, kunst en nieuwe media • Transformatie van stad en land: Stad - landrelaties in vergelijkend perspectief De Faculteit der Letteren participeert in de volgende onderzoekscholen: LOT, OSL, Mediëvistiek, Kunstgeschiedenis, Posthumus Instituut, Huizinga Instituut, ARCHON, CNWS en OIKOS. 1.2.8
Commissies De faculteit kent een aantal commissies die het faculteitsbestuur adviseren en/of eigen werkzaamheden en bevoegdheden hebben. In veel commissies zitten studentleden; in beginsel is elke student van een opleiding benoembaar in een commissie van die opleiding. Opleidingscommissie en examencommissies Voor de student zijn vooral van belang de opleidingscommissie en de examencommissie. Opleidingscommissie Volgens de wet heeft iedere opleiding (bachelor- en masteropleiding, en oude doctoraalopleiding) een opleidingscommissie (oc). Deze adviseert afdelingshoofd, onderwijsdirecteur en faculteitsbestuur over zaken die betrekking hebben op het onderwijs, waaronder de Onderwijs- en Examenregeling (OER). In de oc is het aantal docenten en studenten gelijk. De oc stelt jaarlijks de conceptonderwijsprogramma’s op, beoordeelt de OER en draagt na afloop zorg voor een evaluatie. De actuele samenstelling van de opleidingscommissie is te vinden op de site: http://www.let.vu.nl/Organisatie. De opleidingscommissies worden benoemd door het faculteitsbestuur. Op het ogenblik beraadt het faculteitsbestuur zich op een structuur voor de opleidingscommissies waarbinnen de beoogde samenwerking op afdelingsniveau optimaal tot haar recht komt. Examencommissie Volgens de wet stelt het faculteitsbestuur voor elke opleiding of groep van opleidingen een examencommissie in. De examencommissie stelt regels vast met betrekking tot de goede gang van zaken bij tentamens en stelt de uitslag van de examens vast. Zij wijst examinatoren aan en kan aan hen richtlijnen geven m.b.t. de
Faculteit der Letteren
15
beoordeling van tentamens. Deze zijn vastgelegd in de Nadere Regels voor de Examens (NRvE). De opleidingscommissie raadpleegt de examencommissie alvorens het faculteitsbestuur te adviseren over de OER. De actuele samenstelling van de examencommissie is te vinden op de site: http://www.let.vu.nl/Organisatie. De examencommissies worden benoemd door het faculteitsbestuur. Overige facultaire commissies Stuurgroep Informatisering en Systeembeheer De Stuurgroep Informatisering en Systeembeheer adviseert het faculteitsbestuur over het beleid op het gebied van de informatisering van onderwijs, onderzoek en administratie, met betrekking tot de omvang van de benodigde personele en materiële ondersteuning op dit gebied, formuleert een concept voor een facultair informatiseringsbeleidsplan en zorgt voor de jaarlijkse bijstelling van dit plan. Communicatiecommissie De Commissie Voorlichting adviseert het faculteitsbestuur over voorlichtingsactiviteiten en -materialen. Zij neemt initiatieven voor, coördineert en organiseert de voorlichtingsactiviteiten, zowel van de VU als geheel als van de faculteit, ontwikkelt facultair voorlichtingsmateriaal en adviseert over het gebruik. Voorts stelt zij een voorlichtingsplan op en stelt dit jaarlijks bij. Commissie Internationalisering (CIA) De taak van de commissie is het bestuur en de opleidingen te informeren en te adviseren over de beleidsvorming met betrekking tot de internationalisering van het onderwijs. Voorts heeft de commissie tot taak (voorstellen te ontwikkelen voor) de coördinatie van de uitvoering van goedgekeurde plannen. Facultaire Bibliotheekcommissie De FBC wordt benoemd door het faculteitsbestuur. De bibliothecaris draagt één of meer medewerkers van de bibliotheek voor als adviserende leden. De commissie fungeert als een gebruikersplatform waar bibliotheekgebruikers en bibliotheekvertegenwoordigers elkaar informeren en met elkaar overleggen over zaken van wederzijds belang. Afspraken worden vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst tussen UBVU en de faculteit. Voorts adviseert de FBC het faculteitsbestuur en, via het faculteitsbestuur, de bibliothecaris over alle zaken die de documentaire informatievoorziening ten behoeve van het facultaire onderwijs en onderzoek betreffen. Commissie voor de Toelating De commissie voor de toelating behandelt verzoeken van personen van 21 jaar of ouder die willen gaan studeren maar geen diploma bezitten dat toelating verleent tot een opleiding binnen de Faculteit der Letteren. Men kan worden toegelaten na het afleggen van een toelatingsexamen, het colloquium doctum. Informatie over het colloquium doctum is te verkrijgen bij de Centrale Studentenbalie in de hal van het Hoofdgebouw van de VU.
16
Duitse taal en cultuur
1.3 1.3.1
Onderwijs Jaarindeling Alle opleidingen in de faculteit hebben een zelfde jaarindeling. Het jaar is ingedeeld in twee semesters. Ieder semester bestaat uit 3 perioden, 2 perioden van 8 weken en 1 periode van 4 weken. De perioden van 8 weken bevatten 7 weken college gevolgd door een tentamenweek. Week 7 van de 8-weekse perioden kan ingevuld worden als inhaalweek, herhalingsweek, voor proef- of deeltentamen, dagexcursie of vragenuurtje. De stof moet dan ingedeeld worden in 6 weken. De periode van vier weken is bestemd voor zelfstudie, het voorbereiden van tentamens, het afronden van werkstukken en voor intensieve cursussen of excursies. Er worden 6 tentamenweken per jaar georganiseerd, aan het eind van iedere periode één. Het verplichte onderwijs wordt zo geprogrammeerd dat een student nooit meer dan twee tentamens per tentamenweek heeft. Bij keuzevakken of minormodules kan de student zelf bekijken of deze qua toetsing passen in het gekozen onderwijsprogramma. Bovendien hebben zoveel mogelijk modules interne toetsmomenten die meetellen voor het eindresultaat. Voor ieder tentamen wordt één herkansing georganiseerd: voor periode 1 in week 3 van periode 3, voor periode 2, 3 en 4 in week 3 van periode 6, voor periode 5 en 6 in de laatste week van augustus. De docenten kunnen in overleg met de onderwijsdirectie een extra herkansing organiseren vóór de reguliere herkansing. De perioden, de college-, zelfstudie- en tentamenweken en de inhaaldagen i.v.m. vrije dagen zijn aangegeven in het jaarschema. De colleges en tentamens zijn geroosterd binnen vaste bloktijden. De colleges beginnen precies op de aangegeven tijd. De collegeblokken zijn 09.00-10.45; 11.00-12.45; 13.30-15.15 en 15.30-17.15 uur. De tentamenblokken zijn 08.45-11.30; 12.00-14.45 en 15.15-18.00 uur. Bij heel grote tentamens wijken de laatste twee blokken hiervan iets af. De dag waarop tentamen of herkansing valt, is zoveel mogelijk gerelateerd aan het tijdstip van het bijbehorende college op grond van de redenering dat als je het college hebt kunnen volgen, je ook in de gelegenheid bent het tentamen af te leggen. In principe wordt het vermeden voor een groep 2 tentamens op één dag te roosteren. In dat geval wordt naar een andere dag uitgeweken. Bij colleges met parallelgroepen wordt in principe één tentamentijdstip gekozen. Mocht je hierdoor toch twee overlappende tentamens hebben, meldt dit dan zo spoedig mogelijk bij je studieadviseur of docent, zodat er naar een oplossing gezocht kan worden. Jaarindeling 2005-2006 Semester Per. 1 Per. 2 Per. 3 Semester Per. 4 Per. 5 Per. 6
1 5 sept. t/m 30 okt. 31 okt. t/m 25 dec. 9 jan. t/m 5 febr. 2 6 febr. t/m 2 apr. 3 apr. t/m 4 juni 5 juni t/m 2 juli
Faculteit der Letteren
Tentamen
Herkansing
wk 8 per. 1 (of wk 4 per.3 (jan.)) wk 8 per. 2 (of wk 4 per.3 (jan.)) wk 4 per. 3 (januari)
wk 3 per. 3 (jan.) wk 3 per. 6 (juni) wk 3 per. 6 (juni)
wk 8 per. 4 (of wk 4 per.6 (juni)) wk 9 per. 5 (of wk 4 per.6 (juni)) wk 4 per. 6 (juni)
wk 3 per. 6 (juni) laatste wk aug. laatste wk aug.
17
Feestdagen 2005-2006 Goede Vrijdag/Pasen Bevrijdingsdag Hemelvaart Pinksteren
1.4 1.4.1
Vrije dag vrijdag 14 april t/m maandag 17 april vrijdag 5 mei donderdag 25 mei en vrijdag 26 mei zondag 4 juni en maandag 5 juni
Inhaaldag(en) week 8 per. 5 week 8 per. 5
Regelingen Studieadvies en studievoortgangscontrole Studieadvies in het eerste jaar De examencommissie brengt, namens het College van Bestuur, aan iedere student die voor het eerste studiejaar staat ingeschreven van een voltijdse opleiding in het hoger onderwijs, vóór 1 juli van dat jaar advies uit over het al dan niet voortzetten van zijn studie binnen of buiten de opleiding. Dit studieadvies is aan de Vrije Universiteit niet bindend, maar moet niet zomaar ter zijde worden gelegd. Wie daartoe behoefte voelt, kan zich naar aanleiding van het uitgebrachte advies wenden tot de studieadviseur. Het kan overigens geen kwaad al eerder contact op te nemen, wanneer er problemen met de studie zijn. Dit wordt zelfs met nadruk geadviseerd. Beëindigen studiefinanciering per 1 februari van het eerste studiejaar Studenten die voor het eerst in het hoger onderwijs zijn ingeschreven en vermoedelijk de norm van de prestatiebeurs niet halen, kunnen hun studiefinanciering vóór 1 februari stop laten zetten bij de Informatiebeheergroep (IBG), om te voorkomen dat aan het eind van het studiejaar hun studiebeurs in een lening wordt omgezet. Via de studieadviseur of mentor worden deze studenten in december of januari voor een gesprek uitgenodigd om over het al of niet voortzetten van de studie te worden geadviseerd. Studievoortgangscontrole Elke student ontvangt elk jaar omstreeks maart een tussentijds overzicht van zijn studievoortgang. Vóór 1 oktober ontvangt iedere student een volledig overzicht van zijn studievoortgang in het voorafgaande studiejaar. De vaststelling hiervan gebeurt door de examencommissie, namens het College van Bestuur, op grond van de voor de opleiding bij de onderwijsadministratie geregistreerde studieresultaten. In het bericht wordt aangegeven dat de student beroep kan aantekenen in geval zijn studieresultaten niet of onjuist zijn geregistreerd.
1.4.2
18
Het begrip studiepunt De omvang van de opleiding en van de onderdelen die tot de opleiding behoren, wordt uitgedrukt in studiepunten. Met ingang van 1 september 2002 wordt er gerekend met studiepunten volgens het European Credit Transfer System (ECTS). Een studiepunt in dit systeem komt overeen met een studiebelasting voor een gemiddelde student van 28 uur. Een studiejaar bestaat uit 60 studiepunten; de bacheloropleiding bedraagt 3 x 60 studiepunten (3 jaar) en de masteropleiding 1 x 60 (1 jaar) en in enkele gevallen 2 x 60 studiepunten (2 jaar). In de beschrijving van elk Duitse taal en cultuur
examenonderdeel wordt het aantal studiepunten vermeld. Alle examenonderdelen hebben een omvang van 5 of 10 studiepunten, met uitzondering van onderdelen die uitsluitend behoren tot de oude doctoraalprogramma’s. 1.4.3
Inschrijving voor colleges Studenten zijn verplicht zich in te schrijven voor alle colleges die ze gaan volgen, ook de verplichte. Inschrijven voor de colleges gaat door middel van het programma TIS (Toegang Internet Studenten). TIS kan bereikt worden via de homepage van de Faculteit der Letteren www.let.vu.nl, waar ook een uitgebreide handleiding is te vinden voor het verkrijgen van toegang tot TIS. Toegang wordt verkregen middels een combinatie van studentnummer en pincode. De pincode kan zelf worden aangevraagd. Tot uiterlijk twee weken voor het begin van de collegeperiode is aanmelden mogelijk. Bij problemen, bijvoorbeeld omdat een student nog niet ingeschreven is bij de VU, kan deze zich wenden tot de studentenbalie, kamer 10A14. Er kan ook een mailtje worden gestuurd aan de studentenbalie
[email protected].
1.4.4
Regels en richtlijnen voor tentamens Tentamens mogen alleen worden afgelegd als je in het huidige studiejaar bij de centrale studentenadministratie van de VU bent ingeschreven als student, extraneus of bijvakstudent en collegegeld hebt betaald. Bovendien is er alleen recht op deelname aan een tentamen als aan een eventuele aanwezigheidsplicht bij de colleges is voldaan. Zie ook Algemene onderwijs- en examenregeling. De laatste week van elke periode is bestemd voor het afleggen van tentamens. Ieder tentamen kan één maal herkanst worden. De herkansingen worden georganiseerd in de derde week van januari, de derde week van juni en de laatste week van augustus. Zie voor de tentamenweken en herkansingsweken Jaarindeling 2005-2006. Aanvragen tentamens, registratie en bekendmaken tentamenresultaten Alle tentamens, werkstukken, verslagen en scripties waar een beoordeling voor wordt gegeven, dienen voorzien te zijn van naam en studentnummer. Schriftelijke tentamens Het is voor alle studenten verplicht (dus ook voor studenten van buiten de faculteit) zich aan te melden voor collectieve tentamens. Inschrijven voor de tentamens gaat door middel van het programma TIS (Toegang Internet Studenten). TIS kan bereikt worden via de homepage van de Faculteit der Letteren www.let.vu.nl, waar ook een uitgebreide handleiding is te vinden voor het verkrijgen van toegang tot TIS. Toegang wordt verkregen middels een combinatie van studentnummer en pincode. De pincode kan zelf worden aangevraagd. Tot uiterlijk 10 dagen voor de tentamendatum kan een student zich aanmelden. Als de uitslagen van tentamens bekend zijn en ingevoerd zijn in de computer, zijn deze te raadplegen via TIS. De student kan zelf een uitdraai maken van zijn resultaten. Bij problemen, bijvoorbeeld omdat een student nog niet ingeschreven is bij de VU, kan deze zich wenden tot de studentenbalie, kamer 10A-14. Er kan ook een mailtje worden gestuurd aan de studentenbalie
[email protected].
Faculteit der Letteren
19
Mondelinge tentamens, werkstukken, verplichte colleges etc. Voor de afronding van alle andere studieonderdelen neemt de student contact op met de betreffende docent. De student vult bij de docent zijn gegevens (naam, studentnummer, opleiding en eerste studiejaar) in op een tentamenbriefje of op een namenlijst waarop de docent later de resultaten aangeeft. 1.4.5
Algemene onderwijs- en examenregeling De Onderwijs- en Examenregeling (OER) ligt samen met de Nadere Regels voor de Examens (NRvE) ter inzage bij de studentenbalie en bij de studieadviseur. Op aanvraag is een kopie te verkrijgen. Voor studenten die met de studie begonnen zijn vóór september 2002 blijft de OER van augustus 2001 van kracht. Voor studenten die in september 2002 met een bachelor- of masteropleiding zijn begonnen, is de bachelor- c.q. master-OER, vastgesteld zomer 2002, van kracht. Voor studenten die van het oude programma overstappen naar de bacheloropleiding wordt per opleiding een overgangsregeling vastgesteld. De belangrijkste punten zijn hieronder aangegeven. • Voor studenten die met de studie begonnen zijn vóór september 2002 geldt dat het doctoraalexamen is behaald als alle onderdelen die in de OER van 2001, art. 8 genoemd zijn, met goed gevolg zijn afgelegd. • Voor studenten die de bachelor- c.q. masteropleiding volgen geldt dat de bachelor- c.q. mastergraad behaald is als alle onderdelen genoemd in bijlage 1 van de bachelor- c.q. master-OER met goed gevolg zijn afgelegd. • Alle onderdelen moeten voldoende zijn. Compensatie kan slechts verleend worden op de gronden die vermeld staan in de Nadere Regels voor de Examens (NRvE art. 2). • Een tentamen is voldoende als het cijfer ten minste 6.0 bedraagt. De docent stelt het cijfer vast en vult dit in op tentamenbriefje of tentamenlijst. Daarbij wordt een cijfer tussen 5 en 6 zodanig afgerond dat een 5.49 afgerond wordt naar een 5 en een 5.50 naar een 6. Andere cijfers worden afgerond op halven en helen. • De uitslag van een tentamen wordt binnen drie weken vastgesteld. De termijn van drie weken voor het nakijken van de tentamens in meest ruime zin is een plicht van de docenten. Studenten kunnen, als het tentamen te laat is nagekeken, een standaardformulier invullen en inleveren bij de studentenbalie (kamer 10A-14, brievenbus bij 10A-14) of een e-mail sturen aan
[email protected] . • Gedurende ten minste dertig dagen na bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk werk krijgt de student op zijn verzoek inzage in zijn beoordeeld werk. Gedurende dezelfde termijn kan een belanghebbende de vragen en opdrachten van het betreffende tentamen bekijken en kennis nemen van de normen die bij de beoordeling een rol gespeeld hebben. De examinator kan plaats en tijdstip van inzage vaststellen. • Een student kan pas tentamens van het tweede en derde jaar afleggen als alle tentamens behorende bij onderdelen uit het eerste jaar behaald zijn. Op verzoek van de student kan de examencommissie echter toestemming geven om eerder welomschreven tentamens af te leggen. In het advies aan het eind van het eerste studiejaar staat dan vermeld welke tentamens uit het tweede jaar afgelegd mogen worden. Zie verder de OER art. 7, bijlage 1 en NRvE art. 1. In deze artikelen is ook de opeenvolging van tentamens geregeld.
20
Duitse taal en cultuur
•
•
•
•
Een examencommissie kan toestemming geven tot het volgen van masteronderdelen, maar uitsluitend als de student nog slechts maximaal 10 studiepunten niet-verplichte vakken moet behalen. De toestemming is geldig voor één semester. Een student kan pas tentamens van de masteropleiding afleggen als de bachelorgraad behaald is en hij/zij is toegelaten tot de desbetreffende masteropleiding. Vrijstelling van een of meerdere onderdelen kan op verzoek van de student verleend worden door de examencommissie op grond van in een andere opleiding behaalde onderdelen die qua inhoud en studielast vergelijkbaar zijn. Het judicium cum laude wordt verleend wanneer: - de scriptie met ten minste 8.5 is gewaardeerd; - het gemiddelde cijfer voor de overige onderdelen ten minste 8.0 bedraagt.
Met nadruk wordt erop gewezen dat bij werkcolleges en andere studieonderdelen waar dit is aangegeven in de vakbeschrijvingen, de aanwezigheid verplicht is. Mochten zich voor een student onoverkomelijke problemen voordoen, dan dient hij voor de aanvang van het college met de docent te overleggen, of er in zijn geval een praktische oplossing mogelijk is. Vuistregel is dat nooit meer dan 20 procent van de colleges gemist mogen/kunnen worden. Als niet aan de aanwezigheidsplicht is voldaan, is er geen recht op deelname aan het tentamen. 1.4.6
Regeling bachelor- en masterscriptie De faculteit heeft een facultair scriptiereglement met een opleidingsspecifiek deel voor iedere opleiding. Dit reglement geldt zowel voor de doctoraalscriptie (oude programma) als voor de masterscriptie. Het is te verkrijgen bij de studentenbalie (kamer 10A-14). De volgende richtlijnen, zoals opgenomen in de Nadere Regels voor de Examens, zijn van toepassing op een scriptie: A. De scriptie bevat het verslag van een in het kader van de opleiding passend origineel en nieuw onderzoek, zelfstandig uitgevoerd door de student. De student heeft recht op begeleiding. Indien het onderzoek aansluit of voortbouwt op een door de student in het kader van een andere opleiding verricht of te verrichten scriptieonderzoek, zal het hier bedoelde onderzoek naar het oordeel van de examencommissie voldoende onderscheidende elementen dienen te bevatten. B. De begeleiding van de student bij het maken van de scriptie omvat de volgende elementen: • een advies over de keuze van het onderwerp en de afbakening daarvan • de goedkeuring van de opzet • een regelmatige, maandelijkse contactmogelijkheid tijdens het werken aan de scriptie • aanwijzingen voor het herschrijven van onvoldoende of voor verbetering vatbare onderdelen van de scriptie. C. De scriptie wordt beoordeeld op ten minste de volgende aspecten: • het taalgebruik - de innerlijke logica van het betoog • de kritische verwerking van bestaande literatuur
Faculteit der Letteren
21
• •
de kritische verwerking van benut bronnenmateriaal of zelf aan het licht gebrachte gegevens de zelfstandigheid van de onderzoeker en de oorspronkelijkheid van het onderzoek.
D. Voor de vaststelling van het cijfer wordt de scriptie aan een tweede beoordelaar voorgelegd. Bij verschil van mening wordt gemiddeld of, in geval van een ernstig meningsverschil, wordt de kwestie ter decisie voorgelegd aan de examencommissie. Deze zal in de regel een derde beoordelaar inschakelen. 1.4.7
Recht van beroep Als een student tegen een toegekend cijfer bezwaar wil maken, wordt aanbevolen dit eerst bij de betrokken docent te doen en als er geen oplossing wordt gevonden, bij de voorzitter van de examencommissie. Daarnaast is er een College van Beroep voor de examens. Bij deze instantie kan een student binnen 30 dagen na bekend maken van de uitslag in beroep gaan, wanneer de student bezwaar maakt tegen tentamen- en examenuitslagen, beoordelingen van werkstukken en scripties, of tegen de wijze waarop hij is behandeld. Meer informatie hierover is te verkrijgen bij de afdeling Studentendecanen (Servicebalie, centrale hal, Hoofdgebouw), telefoon (020) 598 5026.
1.4.8
Afgifte getuigschrift en dossierverklaring Een verzoek tot afgifte van een getuigschrift (de doctoraalbul) of diploma (de bachelor- of mastergraad) kan alleen worden ingediend als men op de aanvraagdatum bij de centrale studentenadministratie staat ingeschreven als student of extraneus en als het collegegeld is betaald. Op het moment van aanvraag moeten alle onderdelen voor het examen zoals opgenomen in de onderwijs- en examenregeling (OER) of een daarbij behorende overgangsregeling zijn behaald. Het verzoek om afgifte van het getuigschrift moet ingediend worden bij de studentenbalie Letteren. Hierbij moet de kandidaat het volgende overleggen: het door de centrale studentenadministratie afgegeven bewijs van inschrijving als student of extraneus (het Bewijs van Inschrijving én het Legitimatiebewijs voor Studerenden) en het bewijs dat aan alle exameneisen is voldaan (een totaaloverzicht en andere bewijzen van met goed gevolg afgelegde examenonderdelen). Het verdient overigens aanbeveling om al voordat je aan de eindscriptie begint of in ieder geval enkele weken voor het indienen van verzoek tot afgifte van het getuigschrift een totaaloverzicht van geregistreerde studieresultaten op te vragen bij de studentenbalie Letteren om te controleren of alle afgelegde tentamens daadwerkelijk ingevoerd zijn. Je ontvangt dan meteen de folder ‘Afstuderen en dan’ met praktische tips. De examencommissie, of de studieadviseur namens de examencommissie, bekijkt of het overzicht en eventuele overige bewijzen van de afgelegde onderdelen in overeenstemming met de OER zijn en of de kandidaat de juiste vooropleiding heeft. Tevens stelt de examencommissie, c.q. studieadviseur formeel vast dat het examen met goed gevolg is afgelegd en dient bij de studentenbalie Letteren een verzoek in tot afgifte van het diploma. De datum waarop de examencommissie, c.q. de studieadviseur formeel vaststelt dat het examen met goed gevolg is afgelegd, is de examendatum. Deze datum wordt aan de student meegedeeld en dit is tevens de
22
Duitse taal en cultuur
datum op de bul. In de regel zal de uitreiking van het getuigschrift ongeveer twee weken later plaatsvinden. De examencommissie houdt in de regel iedere maand zitting, met uitzondering van de maand juli. De examendata zijn opgenomen in de paragraaf Examendata. Afgifte van getuigschriften in augustus Kandidaten die alle examenonderdelen vóór 1 september hebben afgelegd, maar nog niet weten of ze alles behaald hebben, kunnen tot 9 september een verzoek om afgifte van het getuigschrift indienen als dan alle uitslagen bekend zijn en alle voldoende zijn. De examendatum op de bul is dan 31 augustus. Beëindiging van inschrijving Een student die de VU verlaat, omdat deze bijvoorbeeld het doctoraaldiploma, bachelor- of masterdiploma heeft behaald, dient zelf de inschrijving te beëindigen door middel van een schriftelijk verzoek. Het formulier voor een dergelijk verzoek is te verkrijgen bij de studentenbalie (10A-14) en dient ingevuld te worden tegelijk met het verzoek tot afgifte van het diploma. De inschrijving wordt dan beëindigd in de maand volgend op die waarin het examen is afgelegd, behalve in de maanden juli en augustus. Dossierverklaring Bij beëindiging van de studie vóór het behalen van het examen, is het mogelijk een dossierverklaring te verkrijgen bij de examencommissie, als ten minste twee studieonderdelen met goed gevolg zijn afgelegd. In de dossierverklaring worden de studieonderdelen die met goed gevolg zijn afgerond vermeld. Engelstalige verklaring Bij de uitreiking van het doctoraal getuigschrift ontvangt de student een Engelstalige verklaring dat het examen van de opleiding met goed gevolg is afgelegd. 1.4.9
1.5 1.5.1
Inschrijving onderdelen andere universiteiten Studenten die aan een andere Nederlandse universiteit een onderdeel willen volgen dat niet binnen de eigen faculteit wordt aangeboden, dienen daarvoor schriftelijk toestemming te hebben van hun Examencommissie. Verder moeten zij of hun studieadviseur toestemming vragen aan de Examencommissie van de betreffende universiteit om het vak daar te volgen. De student moet zich bij de centrale studentenadministratie van de betreffende universiteit inschrijven en overlegt daarbij zijn bewijs van betaling van collegegeld, zijn collegekaart en de toestemmingsbrief van zijn Examencommissie. Resultaten van tentamens kunnen alleen geregistreerd worden als een student officieel is ingeschreven als bijvakstudent. Studenten van andere universiteiten die aan de VU een onderdeel willen volgen moeten zich als bijvakstudent inschrijven aan de VU.
Voorzieningen Informatievoorziening, postvakken en e-mail Iedere student beschikt over een eigen postvakje bij de collegezalen 10A-03 en 10A00. Algemene informatie is te vinden op de informatieborden op het pleintje bij de studentenbalie (10A-14).
Faculteit der Letteren
23
Op de prikborden in de gang bij de studentenbalie hangen de college- en tentamenroosters. Deze zijn ook te vinden op www.let.vu.nl Roosterwijzigingen, zaalwijzigingen en dergelijke worden op de roosters of de schoolborden aangegeven. Ook afwezigheid van docenten en andere belangrijke mededelingen zijn te vinden op de schoolborden. Zie hiervoor ook de letterensite www.let.vu.nl Inschrijven voor colleges en tentamens, en het bekijken van tentamenuitslagen gaat via TIS. Zie onder Inschrijving colleges en tentamens. Daarnaast wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van e-mail voor de berichtgeving. Daarom wordt van alle studenten verwacht dat zij regelmatig niet alleen in hun postvakje kijken, maar ook hun e-mail lezen, hetzij op de VU, hetzij thuis, als betrokkene tenminste een eigen ‘provider’ heeft. Studentenbalie De studentenbalie voor de gehele Faculteit der Letteren is gevestigd in het Hoofdgebouw, De Boelelaan 1105, kamer 10A-14, telefoon (020) 598 6430 en is in principe geopend op maandag, dinsdag en donderdag van 10.00 tot 15.00 uur, op woensdag en vrijdag van 10.00 tot 13.00 uur. Hier kun je terecht voor alle letterenopleidingen. De balie is geopend voor studentenzaken als het krijgen van inlichtingen over de studie, het afgeven van werkstukken en scripties voor docenten, het aanvragen van overzichten van studieresultaten, het aanvragen van examens, en voor problemen met het inschrijven voor colleges of tentamens via TIS (Toegang Internet Studenten). Je kunt de studentenbalie ook bereiken via e-mail:
[email protected]. Kijk voor actuele informatie over de aanschaf van syllabi en readers op de website: http://www.let.vu.nl/studenten/syllabi/start.htm. Adreswijzigingen Een student die verhuist, kan zijn nieuwe adres zelf invoeren in TIS. Let op! De brieven in het kader van de studievoortgang in september worden verzonden naar het studieadres; dit is het adres dat je in TIS hebt opgegeven. 1.5.2
24
Kwaliteitsbewaking en onderwijsevaluatie De opleidingscommissie is verantwoordelijk voor de evaluatie van het onderwijs. In de praktijk betekent dit dat de opleidingscommissie de mondelinge of schriftelijke evaluatie van een aantal of alle cursusonderdelen die door de opleiding verzorgd worden, laat uitvoeren. Jaarlijks stelt de onderwijsdirectie vast welke onderdelen in ieder geval geëvalueerd moeten worden. Daarnaast kan de opleidingscommissie zelf een aantal te evalueren onderdelen aanwijzen. Voor schriftelijke evaluaties wordt gebruik gemaakt van een speciaal voor Letteren ontwikkelde vragenlijst van het Onderwijscentrum VU. Dit centrum verzorgt ook de uitwerking. Het Onderwijsbureau coördineert de evaluatie. Het zorgt ervoor dat de resultaten van de schriftelijke evaluaties terecht komen bij de opleidingscommissie die het onderwijs verzorgd heeft, maar ook bij de opleidingscommissie(s) van opleidingen die het geëvalueerde onderdeel in hun programma hebben opgenomen. Opleidingen voor wie onderwijs verzorgd wordt kunnen ook zelf een verzoek doen onderdelen te laten evalueren. De evaluaties van de facultaire onderdelen worden bekeken door de onderwijsdirectie.
Duitse taal en cultuur
1.5.3
Oriëntatie op de arbeidsmarkt Loopbaanoriëntatie De Faculteit der Letteren hecht grote waarde aan loopbaanoriëntatie. Vanaf het tweede jaar van de bacheloropleiding worden studenten al gestimuleerd om stil te staan bij wat ze na hun studie willen gaan doen, en hoe ze dat gaan aanpakken. In de opleidingen wordt op verschillende manieren aandacht besteed aan contacten met de arbeidsmarkt. Verder verzorgt het universitaire Centrum voor Studie en Loopbaan cursussen loopbaanoriëntatie. Ook bij de studieadviseur kunnen studenten aankloppen om over hun studieloopbaan en hun mogelijkheden daarna te spreken. Ook maakt het reflecteren op te maken keuzes in de studie, mede met het oog op vervolgstudie of arbeidsmarkt, deel uit van de structurele gesprekken met de studieadviseur. Stages Een andere, goede manier om kennis te maken met de arbeidsmarkt is het lopen van een stage in keuze- of minorruimte. Bij de studentenbalie is een overzicht van beschikbare stages. Verder ligt de verantwoordelijkheid voor het zoeken van een stage bij de student zelf. Wel is het verstandig als de student over aard en geschiktheid van de stage overlegt met een docent of met de studieadviseur. Zie ook: http://www.let.vu.nl/studenten/stagebureau/start.htm.
1.5.4
Studeren in het buitenland Studenten van de Faculteit der Letteren hebben de mogelijkheid om een deel van hun studie in het buitenland te volgen. Het verblijf in het buitenland vindt (afhankelijk van de opleiding en de individuele studieplanning van de student) plaats in het tweede of derde jaar van de bacheloropleiding. Ook is het in sommige opleidingen mogelijk om tijdens de masteropleiding een periode in het buitenland te studeren. Een buitenlands verblijf duurt in de regel een half tot een heel studiejaar (één of twee semesters). De Faculteit der Letteren wil haar studenten stimuleren een periode van de studie in het buitenland door te brengen. De voordelen van een buitenlands verblijf liggen voor de hand: studenten worden aantrekkelijker voor toekomstige werkgevers, ze leren hun talen goed spreken, ze leren zich aanpassen aan andere culturen en ze leren mensen kennen uit landen over de gehele wereld. VU-studenten kunnen meedoen aan een aantal uitwisselingsprogramma’s, waaronder Socrates/Erasmus (binnen Europa) en ISEP (met de Verenigde Staten). Daarnaast kunnen studenten deelnemen aan het Globe-beursprogramma voor uitwisseling met universiteiten buiten Europa. De faculteit heeft contracten met universiteiten in Zuid-Afrika en Brazilië. Voor de uitwisselingsprogramma’s aan de VU geldt dat de student: • geen studievertraging hoeft op te lopen, omdat in het buitenland behaalde studiepunten hier worden erkend; • bepaalde verplichte vakken in overleg met de Examencommissie kan vervangen door gelijkwaardige vakken aan een buitenlandse instelling; • een aanvullende beurs kan krijgen; • de studiefinanciering (als de student die krijgt) gewoon door kan laten lopen en een bedrag ontvangt voor de periode dat zijn/haar OV-kaart niet wordt gebruikt. Studenten die meer willen weten over studeren in het buitenland kunnen de brochure “Letteren studeren in het buitenland” ophalen bij Lieke Stoffelsma, medewerker
Faculteit der Letteren
25
internationalisering van de Faculteit der Letteren, kamer 10A-26, telefoon (020) 598 6429, e-mail:
[email protected]. Iedere opleiding heeft een eigen contactpersoon internationalisering, bij wie studenten terecht kunnen met vragen. In de brochure staat een lijst van contactpersonen. Meer informatie is ook te vinden op: http://www.let.vu.nl/studenten/StuderenInHetBuitenland/start.htm. 1.5.5
Computerfaciliteiten In de Faculteit der Letteren zijn diverse computerfaciliteiten beschikbaar voor studenten (niet voor extraneï). De computers zijn te vinden op de volgende locaties: Zaal 9A-05 9A-11
Voor wie Alle studenten Alle studenten
College Ja Ja
9e etage,
Alle studenten
Nee Ja
10A-03
Studenten Archeologie Alle studenten
10A-13 11e etage,
Alle studenten Alle studenten
Ja Nee
Studenten VASVU, NT2
Ja
middenpleintje
10A-02
Nee
middenpleintje
13A-10
Faciliteiten 15 PC's, printer 15 PC's, branders, printer, scanner 6 PC's (printer in 10A-03) 10 PC's, printer, scanner 23 PC's, printer, scanner, brander 15 PC's, printer 6 PC's (printer in 10A-03) 22 PC's, printer
Openingstijden 8.30-17.15 uur 8.30-17.15 uur
7.00 - 23.00 uur zie toelichting 8.30-17.15 uur 7.00-23.00 uur zie toelichting 8.30-17.15 uur 7.00-23.00 uur zie toelichting 8.30-17.15 uur
In zaal 10A-03 kan doorlopend zelfstandig gewerkt worden; de andere zalen zijn daartoe beschikbaar wanneer er geen colleges zijn. Je kunt een computer reserveren door inschrijving in de mappen op de tafel tussen de zalen 9A-05 en 9A-11. Computerzaal 10A-03 is van maandag t/m donderdag tot 23.00 uur geopend. Voor vrijdagavond (17.15 – 23.00 uur) en zaterdag (8.00 – 16.00 uur) kan een sleutel van deze zaal geleend worden bij de Helpdesk. De computers op de middenpleintjes van de 9e en 11e etage beschikken alleen over standaardsoftware (Office) en internet; deze faciliteit is ook ’s avonds beschikbaar. Alle computers zijn aangesloten op het facultaire netwerk en werken onder Windows XP. Via het facultaire netwerk zijn programma’s beschikbaar voor tekstverwerking, statistiek en gegevensbeheer. Bovendien is er via dit netwerk toegang tot het Internet. Alle studenten hebben de beschikking over 25 MB schijfruimte op het facultaire netwerk (U:\-schijf) en 30 MB opslagruimte in de e-mailbox. Aan het begin van ieder studiejaar (rond 1 november) wordt het printtegoed van iedere student aangevuld tot 250 pagina’s. Aanmelden computerfaciliteiten Alle studenten krijgen aan het begin van het studiejaar na aanmelding voor een opleiding van de Faculteit der Letteren automatisch een inlognaam voor het facultaire netwerk en een e-mailadres. Er wordt van je verwacht dat je dit e-mailadres gebruikt, aangezien belangrijke informatie vaak alleen per e-mail verstrekt wordt. Bij tijdige inschrijving (voor 1 juli) krijg je een brief thuisgestuurd met de inloggegevens voor
26
Duitse taal en cultuur
het facultaire netwerk en het e-mailsysteem. Wanneer je geen brief hebt ontvangen, kun je je gegevens opvragen bij de Helpdesk. De computeraccount (netwerk + e-mail) van ouderejaarsstudenten wordt automatisch verlengd bij tijdige herinschrijving voor een opleiding aan de Faculteit der Letteren. Helpdesk De Helpdesk is het eerste aanspreekpunt voor vragen en problemen over de facultaire computerfaciliteiten. Handleidingen en veel antwoorden op vragen of problemen zijn te vinden op de website: http://www.let.vu.nl/ict. Je kunt ook mailen naar: mailto:
[email protected] of bellen: (020) 598 6464. Tot nader order kun je van 13.00 tot 16.00 uur terecht bij de balie van de Helpdesk (kamer 10A-12) voor de volgende zaken: • problemen met inlognummer, opvragen/veranderen wachtwoord • ophogen printtegoed (€ 0,05 per pagina, tot € 5,- alleen chippen, vanaf € 5,- ook pinnen) • diskettes (per stuk € 0,50), CD-R’s (per stuk € 1,-) • syllabi/readers Vragen of problemen met betrekking tot Blackboard kunnen gemeld worden op emailadres mailto:
[email protected] Centrale ICT-services voor studenten De VU biedt steeds meer ICT-services aan voor studenten. Toegang tot alle services krijg je met je VU-net-id. Elke nieuw aangemelde student ontvangt enige tijd na aanmelding een brief thuis met het VU-net-id. Ben je je VU-net-id kwijt of heb je de brief met je VU-net-id niet ontvangen, dan kun je langskomen bij de centrale studentenbalie, in de hal van het Hoofdgebouw. Neem voor legitimatie wel je studentenkaart of paspoort mee. Helaas kunnen we je de gegevens in verband met privacy niet opnieuw toesturen, mailen of telefonisch doorgeven. Hierbij een overzicht van alle centrale ICT-services: - notebooks (beperkt aantal subsidies voor eerstejaarsstudenten) - draadloos netwerk op de gehele campus voor notebookgebruikers - sta-werkplekken (in A-vleugel bij zesliftengroep en in hal Hoofdgebouw) - goedkope software via http://www.surfspot.nl/ - TIS (inschrijven colleges en tentamens) - UBVU (e-journals en e-resources) LET OP: in de loop van het studiejaar 2005-2006 gaat de VU voor alle studenten mail-, file- en webservices aanbieden. De facultaire mail- en fileservices vervallen op dat moment. Meer info volgt te zijner tijd via e-mail en op de facultaire website: http://www.let.vu.nl/ Meer informatie over de centrale ICT-services op http://www.digidesk.vu.nl/. Toegepaste Informatica Letteren (TIL) Het studiegebied Toegepaste Informatica Letteren (TIL) verzorgt een aantal cursussen die speciaal gericht zijn op letterenstudenten, waarbij de toepassingen van de ICTmethoden en -technieken binnen het eigen vakgebied centraal staan. Deze cursussen,
Faculteit der Letteren
27
met een studielast van 5 tot 10 studiepunten, kunnen apart worden gevolgd als keuzeonderdeel, maar kunnen ook gecombineerd worden tot een minor. Zie voor het cursusaanbod van TIL: http://www.let.vu.nl/opleidingen/studiegebieden/til/cursusaanbod.htm 1.5.6
Gebouwvoorzieningen Invalidentoiletten Locaties: • hoofdgebouw: OC-T5 en 8A-T3 • gebouw Medische Faculteit: G016, H344 • A526, D505, A630, D653 voor mannen • A532, D553, A636, D655 voor vrouwen • Wis- en Natuurkundegebouw: NA-054 en M-166 • Transitorium: k1E-34, OE-34, 1E-34, 2E-34 In de invalidentoiletten is een koord aanwezig. Als eraan getrokken wordt, ontvangt de receptie een noodsignaal. Die roept vervolgens een surveillant op.
1.5.7
Tijdschrift voor de Faculteit der Letteren [sic!] [sic!] is het blad voor de gehele Faculteit der Letteren. Het blad wordt gemaakt door studenten en medewerkers van de faculteit en verschijnt viermaal per jaar. Het eerste nummer verscheen begin mei 2000. De redactie van het blad bestaat uit studenten Letteren van uiteenlopende studies, tevens hebben twee studenten zitting in de redactieraad. Het blad besteedt aandacht aan facultair nieuws, facultaire discussies en de problemen en geneugten van een letterenstudie aan de VU. Ook artikelen die niet direct over de Faculteit der Letteren gaan, maar wel de interesse hebben van de letterenstudent, geschreven zijn vanuit de vakkundige kennis en/of een onderwerp uit de actualiteit aan de orde stellen, zijn te vinden in [sic!]. De vormgeving is in handen van vormgevingsbureau Solar, de fotografen zijn veelal letterenstudenten. Hoofdredactie: Miriam van Ommeren Redactie: Nicolien Kipp, Remco Koenders, Fleur Roos Rosa de Carvalho, Ykje Wildenborg, Alexander Wuijts Als je contact wilt met [sic!], kun je je richten tot
[email protected].
28
Duitse taal en cultuur
2
2.1
Organisatie Duitse taal en cultuur
Organisatie en regelingen
2.1.1
Studiekosten De inschrijving aan de VU is niet afhankelijk van enige andere financiële bijdrage dan het collegegeld of het examengeld. De kosten van studiebenodigdheden voor eigen gebruik, zoals boeken, materialen en practicabenodigdheden ten behoeve van het onderwijs en de tentamens van de opleiding zijn voor rekening van de student. Deze studiekosten bedragen voor de opleiding Duitse taal en cultuur aan de Faculteit der Letteren jaarlijks ongeveer 300 Euro.
2.1.2
Opleidingscommissies en examencommissie Kijk voor actuele informatie over de samenstelling van de Opleidingscommissie en de Examencommissie op de website: www.let.vu.nl/organisatie
2.1.3
Examendata Datum aanvraag (uiterlijk in de week van) 26 september 2005 24 oktober 2005 21 november 2005 12 december 2005 23 januari 2006 27 februari 2006 27 maart 2006 24 april 2006 29 mei 2006
2.2
Examendatum
Datum buluitreiking
14 oktober 2005 11 november 2005 8 december 2005 13 januari 2006 10 februari 2006 17 maart 2006 13 april 2006 12 mei 2006 16 juni 2006
28 oktober 2005 25 november 2005 6 januari 2006 27 januari 2006 24 februari 2006 31 maart 2006 28 april 2006 2 juni 2006 30 juni 2006
Voorzieningen
2.2.1
Studieadvisering en mentoraat Studieadviseur bachelor: dr. M. Vliegen, tel. (020) 598 6452 Studieadviseur master, begeleiding van het 4e jaar: prof. dr. B. Plachta, tel. (020) 598 6498
2.2.2
Studeren in het buitenland Studenten van de opleiding Duitse taal en cultuur brengen hun dringend aangeraden verblijf in een Duitstalig land doorgaans in het 2de semester van het 2de jaar in Marburg door. De invulling van het buitenlands verblijf behoeft vooraf overleg met de studieadviseur en toestemming van de examencommissie.
2.2.3
Stages Al vroeg in je studie kun je je oriënteren op de stagemogelijkheden en de arbeidsmarkt. Kijk voor meer informatie op de website: www.let.vu.nl/studenten/stagebureau/start.htm
Organisatie Duitse taal en cultuur
29
2.2.4
Bibliotheek Duits Bibliotheek: Bezoekadres: De Boelelaan 1105 (VU-Hoofdgebouw), 1081 HV Amsterdam Studiezaal: • Duits: 11e verdieping (wordt 12e verdieping) Uitleenbalie: • Duits: 11e verdieping Vakreferent: • Duits: Mw. drs. C.W. Roeleveld, kamer 11B-16, tel. (020) 598 5216, e-mail:
[email protected] Openingstijden: • Uitleenbalie: maandag t/m vrijdag: 10.00 - 16.45 uur • Studiezaal: maandag t/m donderdag: 9.00 - 21.00 uur; vrijdag: 9.00 - 17.00 uur Naast de UBVU-catalogus kunt u voor het zoeken van literatuur gebruikmaken van elektronische bestanden: • PICARTA en de NCC (Nederlandse Centrale Catalogus): beide bevatten titels van boeken en tijdschriften die in Nederlandse bibliotheken aanwezig zijn; • OLC (Online Contents) Humaniora: speciaal tijdschriftartikelen op het terrein van Humaniora, tevens inhoudsopgaven van tijdschriften Andere afdelingen van belang: • Handschriften en Oude Drukken: dr. W. Heijting, kamer 1B-41, tel.: (020) 598 5149, e-mail:
[email protected] • Informatiebalie Bibliotheek, ruimte 1A-01, tel.: (020) 598 5200, e-mail:
[email protected]. Uitgebreide informatie is verkrijgbaar aan de uitleenbalie en via www.ubvu.vu.nl
2.2.5
Studieboeken / syllabi / boekhandels Kijk voor actuele informatie over de aanschaf van readers en syllabi op de website: www.let.vu.nl/studenten/syllabi/start.htm. Adressen specifieke boekhandels De studieboeken kan men via een boekhandel bestellen, vele studieboeken zijn ook in de VU boekhandel, vlak naast de hoofdingang van De Boelelaan 1105 (tel. (020) 598 9410), voorradig. Als men boeken voor de Duitse - dus lagere - prijs wil bestellen, kan dit onder meer bij: Buchhandlung: ’Die weisse Rose’ Rozengracht 166 1016 NK Amsterdam Tel. 020 - 638 39 59 Buch.de www.buch.de (credit card) Antiquariat Hermann Schregel Brüderstrasse 7 D - 44787 Bochum
30
Duitse taal en cultuur
Tel. 0049 - 234 - 68 24 88 Fax.: 0049 - 234 - 68 42 06 Verlagsbuchhandlung Ferdinand Schöningh Bült 7-11 D - 48143 Münster Tel. 0049 - 251 - 518 117 of 403 51 Versandbuchhandlung Ferdinand Holz Lieneschweg 88 a D - 49076 Osnabrück Tel. 0049 - 541 - 419 42 Tijdschriften: Deutsche Bücher. Forum für Literatur. Autorengespräch - Kritik - Interpretation Berlin, Weidler Buchverlag Kosten: 40,90 Euro per jaar De Talen Uitgeverij Tandem Felix, Postbus 133, 6573 ZK Ubbergen. Tel. (024) 3 234 986. Kosten: 45 Euro per jaar.
Organisatie Duitse taal en cultuur
31
32
Duitse taal en cultuur
3
3.1
Duitse taal en cultuur (Ba)
Componenten van de studie Duitse taal en cultuur
3.1.1
Taalbeheersing Het taalbeheersingsonderwijs in de opleiding Duits moet het de studenten mogelijk maken een 'near-native'-niveau te bereiken. Niet alleen het eigenlijke taalbeheersingsonderwijs is hierop gericht; ook het feit, dat nagenoeg alle colleges in het Duits gegeven worden, draagt essentieel aan het bereiken van het gestelde doel bij. Het feit dat verschillende studenten een Duitstalige achtergrond hebben, bevordert een natuurlijk gebruik van de Duitse taal door studenten. Voorts nemen de studenten deel aan verschillende seminars in Duitsland. SOCRATES maakt het mogelijk om op zijn minst één semester in Duitsland te studeren. Het taalbeheersingsonderwijs is zo ingericht dat alle vakonderdelen in het eerste studiejaar vertegenwoordigd zijn. Dit verklaart het hoge aandeel van het onderdeel taalverwerving in het studieprogramma van het eerste jaar. Aan het begin van het eerste studiejaar worden de studenten er door middel van intensieve cursussen op voorbereid de colleges, die in het Duits worden gehouden, te verstaan en zich daarbij ook zelf van het Duits te bedienen. De tijdens het eerste jaar gehouden taalbeheersingscolleges omvatten alle onderdelen van wat voor onderwijs in een vreemde taal tegenwoordig als normaal geldt, met uitzondering van luistervaardigheidsoefeningen. Deze bieden onder gewone omstandigheden immers geen moeilijkheden aan Nederlandse studenten. Naast het traditionele taalverwervingsonderwijs kent het programma onderdelen die in sterkere mate gericht zijn op juist voor de studie relevante vaardigheden, b.v. het onderwijs in het schrijven van wetenschappelijke teksten.
3.1.2
Taalkunde van het Duits De component Taalkunde van het Duits beoogt niet alleen studenten bekend en vertrouwd te maken met structuren en gebruiksmogelijkheden van de Duitse taal, maar ook het hun mogelijk te maken zelfstandige taalkundige analyses te verrichten. Na een kennismaking met de deelgebieden binnen de germanistische taalkunde komen de volgende onderdelen aan de orde: Morfologie en syntaxis van het Duits, semantiek en pragmatiek én de ontwikkeling naar het moderne Duits benevens de variatie daarbinnen. Daarnaast verwerven de studenten inzichten van algemener taalkundige aard in het college Taalwetenschap en het onderdeel methodologie. Aan het einde van de bacheloropleiding volgt een specialisatie waarop in de master kan worden voortgebouwd.
3.1.3
Letterkunde De moderne Duitstalige literatuur begint met de Verlichting in de achttiende eeuw. Het programma Letterkunde concentreert zich derhalve op de literatuur en cultuur na 1700 en legt het zwaartepunt op de ontwikkeling van literatuur, cultuur en maatschappij in de twintigste eeuw. Voor de letterkunde zijn de volgende onderdelen te onderscheiden: kennis van het literatuurwetenschappelijk germanistisch begrippenapparaat in zijn historische dimensies ('literaire grondbegrippen'), een globaal overzicht van de literatuurgeschiedenis van de Duitstalige landen en - in samenhang daarmee - kennis van literaire werken die kenmerkend zijn voor periodes en stromingen (literaire canon: 'literatuurverwerving'), kennis van
Duitse taal en cultuur (Ba)
33
literatuurwetenschappelijke benaderingswijzen ('methodologie'), tenslotte kennis van een periode, een auteur of een genre. De literaire grondbegrippen verschaffen een basiskennis, waartoe b.v. behoren: vertelperspectieven; bijzonderheden van de Duitse novelle; rijm en metrum; structuur van het drama. Het overzicht van de literatuur heeft niet tot doel het aanbrengen van omvattende, encyclopedische kennis, maar inzicht in de ontwikkelingsgang van literaire stromingen, vormen en motieven in hoofdlijnen, waar nodig in relatie tot de politiek-sociale situatie en algemeen kunsttheoretische en culturele discussies. Het accent ligt dan ook niet op schrijvers, maar op literaire werken. De colleges beogen de student begrip bij te brengen zowel voor het karakteristieke van literaire stromingen en periodes alsook van literatuur als een continuüm en samenhangend geheel. Het programma veronderstelt in toenemende mate onder meer een kritisch vermogen in de omgang met de secundaire literatuur en in het verdedigen van eigen inzichten en resultaten (discussies). Ook aan de overdracht van literatuur door film, tv, radio en theater alsmede de nieuwe elektronische media wordt aandacht besteed. In de vakken Kulturelle Praxis en Deutsch-Niederländische Kulturkontraste komt het culturele leven in de Duitstalige landen uitgebreid aan bod. Vragen met betrekking tot de nationale identiteit, de omgang met de geschiedenis van de twintigste eeuw en actuele maatschappelijke en culturele discussies en hun invloed op verschillende media (literatuur, kunst, maatschappelijk leven) staan centraal.
3.2
Facultair onderwijsconcept De Faculteit der Letteren streeft naar een algemeen onderwijsconcept voor alle bacheloropleidingen. Kenmerkend voor het onderwijsconcept is dat de specifieke vakkennis geplaatst wordt in een breed cultureel en wetenschappelijk perspectief. Om dit concept vorm te geven wordt naast de vakbekwaamheid die binnen de opleiding gestalte krijgt, in elke bacheloropleiding in de letterenfaculteit een aantal vaste elementen aangeboden. In het eerste jaar wordt in alle opleidingen aandacht besteed aan een brede oriëntatie op het vakgebied en aan het aanleren van vaardigheden die specifiek van een letterenacademicus verwacht mogen worden. In het tweede jaar volgen alle letterenstudenten een module Wijsgerige Vorming (Filosofie). In dit jaar en in het derde jaar maken zij ook een individuele keuze uit de minors die voor de verbreding noodzakelijk zijn. In het begin van het tweede jaar wordt er tijd gereserveerd voor de methodologie van het vakgebied en voor verdieping van de eigen vakwetenschappelijke opleiding. Bovendien heeft de Faculteit der Letteren het universitaire concept van Reflectief Onderwijs geïntegreerd in haar programma's. Het algemene doel van dit concept is te streven naar onderwijs dat studenten ertoe brengt zich verantwoord en verantwoordelijk te gedragen niet alleen in het beoefenen van de wetenschap, maar ook in andere beroepen waarbij zij hun kennis en vaardigheden zullen gaan inzetten. Door het gehele opleidingscurriculum heen wordt in verschillende onderdelen systematisch en expliciet aandacht besteed aan dit aspect. Naast de verplichte facultaire onderdelen biedt de letterenfaculteit VUurland aan. Minstens twee keer per jaar, in februari en september, wordt een aantal bijeenkomsten georganiseerd voor stafleden, studenten, alumni en andere belangstellenden, waarop telkens verschillende sprekers van binnen en buiten de Letterenfaculteit hun visie
34
Duitse taal en cultuur
geven op actuele, brandende onderwerpen die met het domein van de Letteren te maken hebben. Academische vaardigheden In elke letterenstudie wordt er van studenten verwacht dat ze zich de kennis en inzichten op hun vakgebied eigen kunnen maken en dat ze daarbij hun weg kunnen vinden in relevante literatuur of relevant beeldmateriaal. Bovendien zullen ze de uitkomsten van hun eigen onderzoek op een voor anderen begrijpelijke en toegankelijke manier moeten kunnen presenteren, in de vorm van een werkstuk, scriptie, referaat of mondelinge presentatie. Om de vaardigheden aan te leren die bij deze verwachtingen en eisen horen, moeten alle eerstejaars letterenstudenten de cursus Academische Vaardigheden volgen. De cursus bestaat uit drie onderdelen: Zoeken en beoordelen van wetenschappelijke informatie, Mondeling Presenteren en Schriftelijk Presenteren. Wijsgerige Vorming Om de student kennis en inzicht te geven in, en kritisch te leren staan tegenover de wetenschapsbeoefening zelf, de betekenis van zijn of haar vak voor mens en maatschappij, en de rol van de wetenschapper in de maatschappij volgt de student in het tweede jaar een module Wijsgerige Vorming, Wetenschapsfilosofie (Kennis in context) of Filosofie van Taal en Tekst (Schijn en werkelijkheid), waarin in reflectieve zin op de stof van de opleiding wordt ingegaan. Methodologie In het begin van het tweede jaar maken studenten expliciet kennis met de methodologie van het gekozen vakgebied in een onderdeel Methodologie. Er worden vijf vakgebieden onderscheiden die ieder een eigen Methodologie-onderdeel hebben ontwikkeld voor afname door meer dan één opleiding. Het onderdeel Methodologie is mede bedoeld als voorbereiding op het zelfstandig uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek en het schrijven van een scriptie. Minors Om de beoogde verbreding in de bacheloropleiding te kunnen realiseren worden in het tweede semester van het tweede en in het derde jaar talrijke minors aangeboden. De studenten kiest de minormodules buiten de eigen specialisatie en bij voorkeur buiten de opleiding. De te kiezen onderdelen zijn in principe vrij, maar een zekere onderlinge samenhang in het pakket, in de zin van een aanvulling op en verbreding van de specialisatie is zeer gewenst. Ook een stage kan als minor worden gekozen. De opleiding De opleiding Duitse taal en cultuur kent twee opleidingsprogramma's: de bachelor en de master. In de driejarige bachelorfase volgt elke student(e) naast de in Componenten van de studie Duitse taal en cultuur genoemde algemene colleges hetzelfde programma, bestaande uit de in deze paragraaf genoemde componenten Taalbeheersing, Taalkunde van het Duitse en Letterkunde. Het bachelorprogramma maakt de studenten bekend met het vak over de gehele breedte. Het masterprogramma bouwt hierop verdiepend en specialiserend voort.
Duitse taal en cultuur (Ba)
35
3.3
Overzicht van de bacheloropleiding
1e jaar AcVa Taalvaardigheid Letterkunde Taalkunde Cultuurkunde Literatuurwetenschap Taalwetenschap
3.4
stp 5 20 10 10 5 5 5
2e jaar Methodologie
stp 10
3e jaar Minor
stp 20
Letterkunde Taalkunde
15 10
Letterkunde Taalkunde
15 5
Buitenland/ Minor Filosofie
20
Specialisatie Letterkunde Specialisatie Taalkunde Scriptie
5
5
5 10
Toelating Alleen studenten die al ingeschreven hebben gestaan voor de oude doctoraalopleiding kunnen zich herinschrijven in de doctoraalopleiding. Zij kunnen tot 31 augustus 2007 het doctoraaldiploma behalen. Zij kunnen zich echter ook, na overleg met de studieadviseur van de opleiding, inschrijven in de bacheloropleiding.
Toelatingsvoorwaarden tot de bacheloropleiding Een student wordt toegelaten tot de studie met een VWO-diploma, een getuigschrift van een propedeutisch examen van het WO of de Open Universiteit, een getuigschrift van een doctoraalexamen van het WO of de Open Universiteit, of een einddiploma van het HBO. Ook met een getuigschrift van een propedeutisch examen van het HBO van 1986 of later, of het overgangsbewijs van het eerste naar het tweede jaar, is toelating mogelijk. Colloquium doctum Voor hen die niet voldoen aan één van de hierboven gestelde eisen bestaat de mogelijkheid, wanneer de leeftijd van 21 jaar of ouder is bereikt, een universitair toelatingsonderzoek (een zogenaamd colloquium doctum) te doen. Informatie hierover is te verkrijgen bij de Centrale Studentenbalie in de hal van het Hoofdgebouw, tel. (020) 598 5018.
36
3.4.1
Opleiding in deeltijd Deeltijdstudenten werken per jaar tweederde van het voltijdprogramma af en kunnen op deze wijze de hele studie in zes jaar voltooien. Deeltijdstudenten volgen dezelfde colleges als voltijdstudenten. Het ligt in de bedoeling de colleges tot twee dagen per week te beperken, waarbij de studielast op ongeveer 25 uur per week komt. De colleges worden overdag gegeven. Informatie bij de studieadviseur Duits: Dr. M. Vliegen, kamer 10A-32; tel. (020) - 598 6452.
3.4.2
Instroom vanuit het HBO Zie hiervoor de informatie bij de masteropleiding of kijk op de website: www.let.vu.nl/master/naHetHbo.htm
Duitse taal en cultuur
3.5
Doelstellingen Doelstellingen van de opleiding Duitse taal en cultuur zijn: • de student bekend (bachelor) of vertrouwd (master) maken met de Duitse taal en cultuur als onderzoeksobject; • bij de studenten een kritische houding ontwikkelen ten aanzien van inzichten en opvattingen met betrekking tot de Duitse taal en cultuur, niet alleen als onderzoeksobject maar ook als historisch en actueel, maatschappelijk gegeven, speciaal in relatie tot de Nederlandse en Europese context; • studenten leren wetenschappelijk, zelfstandig en kritisch stelling te nemen ten opzichte van inzichten/ontwikkelingen op minstens een van de deelgebieden van het vak; • het aanleren van een goede actieve en passieve beheersing van het Duits; • het aanbrengen van kennis, vaardigheden en attitudes die nodig zijn om goed te kunnen functioneren in een maatschappelijke functie waarbij een beroep gedaan wordt op competentie met betrekking tot de Duitse taal en cultuur. Doelstellingen van de bacheloropleiding op het gebied van Taalvaardigheid zijn: • Goede beheersing van het Duits en van de contrastieve relatie tot het Nederlands. • Colleges: in de colleges taalvaardigheid wordt expliciet aandacht besteed aan de sociaal-economische en politieke normen en waarden die in de taal liggen besloten. • De student leert deze te onderkennen, een kritische houding daartegenover aan te nemen en een eigen standpunt hierover in te nemen. Doelstellingen van de bacheloropleiding op het gebied van Taalkunde zijn: • De student leert dat taal op het gebied van klank, woord en zin structureel van het Nederlands verschilt. • De student leert de structuur van teksten doorzien en leert zelf goed gestructureerd schrijven. • De student wordt bekend gemaakt met de methodologie van taalkundig onderzoek op het gebied van morfologie, syntaxis, semantiek/pragmatiek. • De student wordt bekend gemaakt met de ontwikkeling van en de variatie binnen het Duits. • De student leert reflecteren op inzichten en ontwikkelingen binnen het vakgebied, ontwikkelt een kritische attitude, leest zelfstandig collegestof en verwerkt literatuur. - De student wordt getraind in mondeling en schriftelijk rapporteren, onder andere een BA-scriptie, waarbij de student er blijk van geeft onder begeleiding onderzoek te kunnen verrichten en verslag uit te brengen dan wel mondeling en schriftelijk te presenteren voor verschillende doelgroepen Doelstellingen van de bacheloropleiding op het gebied van Letterkunde en Cultuurkunde zijn: • De student wordt bekend gemaakt met de belangrijkste objecten van onderzoek binnen de Duitstalige cultuur, met name de letterkunde van 1700 tot heden mede in relatie tot de culturele geschiedenis van de Duitstalige landen. • De student verwerft leerdiscipline en kritische leeszin. De Duitstalige literatuur biedt aanknopingspunten om de studenten bekend te maken met de beleving van het waardenpluralisme in de Duitstalige landen en Nederland in heden en verleden en zelf een kritische houding daartegenover aan te nemen die de student in staat
Duitse taal en cultuur (Ba)
37
•
•
•
• •
stelt zelf zijn eigen levens- en wereldopvattingen te bepalen en andere levens- en wereldopvattingen te onderkennen en te respecteren. De student wordt bekend gemaakt met de grote lijnen van de Duitstalige literatuurgeschiedenis in heden en verleden en de problemen van literatuurgeschiedschrijving en canon. - De student wordt bekend gemaakt met de in Duitsland belangrijkste analytische instrumenten en methoden die inzicht kunnen geven in het literaire object door middel van beschrijving, interpretatie, analyse, evaluatie en sociaal-culturele contextualisering. De student leer zelfstandig te reflecteren op inzichten en ontwikkelingen binnen het vakgebied, leert een kritische attitude te ontwikkelen, leert zelfstandig collegestof en vakliteratuur te verwerken. De student wordt getraind in mondeling en schriftelijk verwoorden van letterkundige problemen middels mondelinge en schriftelijke presentatie en een bachelorscriptie waarin de student laat blijken in staat te zijn onderzoek te verrichten en daarvan verslag uit te brengen, leert mondeling en schriftelijk verslag uit te brengen aan vakgenoten en buitenstaanders. De student wordt voorbereid op masteropleiding Duitse taal en cultuur. De student wordt voorbereid op algemene beroepspraktijk waarbij een beroep wordt gedaan op de competentie om in woord en geschrift de belangrijkste basisbegrippen en vaktermen uit het vakgebied te gebruiken.
Algemene eindtermen van een letteren bacheloropleiding De eindtermen waaraan de letterenstudent bij afsluiting van de bacheloropleiding moet voldoen kunnen in grote lijnen als volgt worden omschreven: Intellectuele basisvaardigheden • Logisch kunnen redeneren. • Redeneerwijzen in het vakgebied kunnen herkennen. • Kunnen reflecteren op eigen denken en doen en daardoor bijsturen. • Besef van ethische, normatieve en expressieve denkwijzen in het wetenschappelijk denken, evenals kennis van en inzicht in de waarden en dilemma's die, gegeven het waardenpluralisme in de maatschappij, een rol spelen in het licht van traditie en levensovertuiging. • In staat zijn te communiceren over de resultaten van leren en denken met vakgenoten en niet-vakgenoten. • Kunnen debatteren over het vakgebied en de plaats van het vakgebied in de maatschappij, verschillende waardenverzamelingen vanuit verschillende perspectieven in discussie kunnen brengen, en op grond van gedegen kennis een eigen standpunt kunnen verdedigen. Onderzoekende houding • Het vermogen om verbanden en nieuwe gezichtspunten te ontdekken. • Een kritisch oordeel kunnen vormen over eigen conclusies. • In staat zijn kennis te herzien, uit te breiden en toe te passen. • Een houding van levenslang leren verwerven. Disciplinaire kennis • In staat zijn de grondslagen, de structuur en de geschiedenis van het vakgebied te begrijpen en te interpreteren. 38
Duitse taal en cultuur
•
•
In staat zijn de wijzen waarop waarheidsvinding en theorievorming in het vakgebied plaatsvinden te begrijpen en toe te passen en een onderzoek binnen de discipline op waarde te schatten. Kennis hebben van en het accuraat kunnen toepassen van analysetechnieken van het vakgebied.
Vakoverstijgende vaardigheden • Beschikken over een zekere kennis en bepaalde vaardigheden uit andere vakgebieden. • Beschikken over een multi-disciplinaire houding en in staat zijn om in een multidisciplinair team te werken.
3.6
Eindtermen Eindtermen van de bacheloropleiding Duits • de student bekend maken met de gang van zaken in het wetenschapsproces in het algemeen en met name op het gebied van de Duitse taal en cultuur. De student is bekend met de wijsgerige achtergrond daarvan en met de belangrijkste theorieën/methoden/technieken op het vakgebied; • de student weet deze te gebruiken en toe te passen in een maatschappelijke context; • de student heeft kennis van en inzicht in de waarden, die aan het wetensproces ten grondslag liggen en kan in het licht van traditie en levensovertuiging dilemma's onderkennen en verantwoorde keuzen maken op basis van verworven kennis van en inzichten in intellectuele en academische waarden, zoals een kritische instelling, integriteit, vasthoudendheid en creativiteit; • de student draagt kennis van en heeft respect voor het maatschappelijk waardenpluralisme; de student kan in discussie een eigen standpunt met betrekking tot normen en waarden verdedigen. Eindtermen per opleidingscomponent: Eindtermen bachelorcomponent Taalvaardigheid: De bachelor dient productief en receptief, zowel schriftelijk als mondeling te beschikken over een taalvaardigheid op het niveau van een 'proficient user' voor de receptieve vaardigheden én productieve vaardigheden, zoals vastgelegd in de 'European Language Portfolio' (David Little & Radka Perclová 2000: http://culture2.coe.int/portfolio). De genoemde eindtermen komen aan de orde in de colleges grammatica en taalvaardigheid en woord en zin. Luisteren • De student verstaat en begrijpt de gesproken standaardtaal. Het tempo ligt daarbij op het voor moedertaalsprekers gebruikelijke. • De student begrijpt voldoende van een lezing, conversatie, discussie etc. ook als de student niet vertrouwd is met het onderwerp. • De student is in staat specifieke informatie tot zich te nemen in niet ideale omstandigheden: aankondigingen stations, stadions, telefoon etc. Lezen • De student is in staat lange en complexe teksten te begrijpen, met name ook indien de thematiek deel uitmaakt van zijn sociale, toekomstige professionele en academische omgeving. Duitse taal en cultuur (Ba)
39
Spreken • De student kan zich vloeiend en ongedwongen uitdrukken. • De student beheerst voldoende idiomatische uitdrukkingen ook op het alledaagse niveau en is zich bewust van connotatieve betekeniselementen. • De student is in staat voorkomende problemen te formuleren en/of woordenschat te compenseren. • De student kan een complex onderwerp duidelijk en overzichtelijk voor een publiek presenteren en ingaan op desbetreffende vragen. Schrijven • De student is in staat goed gestructureerde lezersvriendelijke teksten over complexe onderwerpen te produceren en weet mede door middel van zijn formuleringen hoofd- bijzaken te onderscheiden. • De student is in staat een breed spectrum aan teksten te produceren zowel binnen als buiten zijn vakgebied. Eindtermen bachelorcomponent Taalkunde • De student is bekend met diachrone taalstadia van het Duits (college inleiding in het hedendaags Duits). • De student is bekend met variatie binnen het hedendaagse Duits (college variatie en ontwikkeling). • De student is bekend met eigenschappen Duitse klanken en de mate waarin deze verschillen van het Nederlands (college inleiding in het hedendaags Duits). • De student is bekend met eigenschappen Duitse woordvorming en zinsstructuur en de aard en mate waarin deze verschillen van het Nederlands (college syntaxis van het Duits). • De student is bekend met semantiek en pragmatiek in relatie tot het Duits als object van onderzoek (college semantiek/pragmatiek). • Voorbereiding op masterfase (college specialisatie Taalkunde, bachelorscriptie). Eindtermen bachelorcomponent Letterkunde en Cultuurkunde • De student heeft een globale bekendheid met de belangrijkste werken uit de canon van de Duitstalige literatuur vanaf 1700 tot heden (colleges Duitse literatuur hoogtepunten 18e-20e eeuw, literatuur en cultuur na 1945). • De student heeft een globale bekendheid met de geschiedenis van de literatuur van 1700 tot heden (colleges Duitse literatuur - hoogtepunten 18e-20e eeuw, literatuur en cultuur na 1945). • De student kan omgaan met concepten en instrumenten met betrekking tot literaire kritiek en literatuuropvattingen (colleges Lesen, verstehen, analysieren, themacolleges, Kulturelle Praxis). • De student heeft kennis van de culturele relaties tussen Duitsland en Nederland (college deutsch-niederländische Kulturkontraste).
3.7
Facultair minoraanbod In het tweede en derde jaar kiest iedere student een minor. De minor is een samenhangend geheel van onderdelen van in totaal 30 studiepunten uit het aanbod van faculteit, universiteit of enige andere instelling van hoger onderwijs. Ook een stage van maximaal 10 studiepunten kan onderdeel uitmaken van de minor. Van de
40
Duitse taal en cultuur
30 studiepunten mogen er 10 binnen de opleiding, maar buiten de specialisatie gekozen worden. Om de keuze te vergemakkelijken is er een facultaire minorlijst samengesteld bestaande uit één of twee onderdelen van in totaal 10 studiepunten. In een enkel geval zijn onderdelen van minder dan 10 studiepunten opgenomen, die zich wel lenen als minoronderdeel, maar nog geen deel uitmaken van een groter geheel. Onderdelen die samen met één of meer andere onderdelen een combinatie vormen, zijn gescheiden door een enkele lijn. In de lijst zijn opgenomen onderdelen die een kennismaking met of inleiding op een vakgebied vormen en interdisciplinaire onderdelen, die al of niet specifiek ten behoeve van het minoraanbod ontwikkeld zijn. De beschrijving van de onderdelen is te vinden in de vakkendatabase op Internet: http://www.studiegidsen.vu.nl./
3.8
Opbouw van het programma De bacheloropleiding van de opleiding Duitse taal en cultuur bestaat uit vakspecifieke en algemene componenten. Tot de vakspecifieke componenten horen taalverwerving, letterkunde en taalkunde. Tot de taalverwerving worden onderdelen als uitspraak, spreekvaardigheid, leesvaardigheid, schrijfvaardigheid, vertalen en kennis van vocabulaire in de breedste zin en grammatica van het Duits gerekend. In de letterkunde wordt een overzicht geboden van de literatuur vanaf 1700 tot heden. Cultuur in bredere zin komt in de colleges cultuurkunde en in de zogenaamde themacolleges aan bod. Op het gebied van de taalkunde is er onder meer aandacht voor woord- en zinsstructuur, betekenis én ontwikkeling en variatie binnen het Duits. Tot de algemene componenten behoren academische vaardigheden, bijv. beeld- en tekstanalyse, literatuurwetenschap, filosofie en methodologie. Bijzondere aandacht gaat hierbij ook uit naar ICT-gerelateerd onderwijs. In het tweede semester van het 2e jaar verblijven studenten doorgaans in Marburg (D). Afwijking hiervan behoeft instemming van de examencommissie. De opleiding wordt afgesloten met de bachelorscriptie. Het eerste jaar verschaft een overzicht over en een vooruitblik op de belangrijkste onderdelen van het vakgebied en geeft de student gelegenheid te tonen dat hij de geschiktheid en de motivatie bezit om de gekozen opleiding met vrucht voort te zetten.
3.9
Eerste jaar Vakcode 507003 508023 508017 507017 508024 500011 508025 508021 500006 508026 507018
Vaknaam Dui: Lesen, verstehen, analysieren Dui: Vocabulaire Dui: Taalvaardigheid 1 Dui: Literatuur, hoogtepunten 18e-20e eeuw Dui: Inleiding in het hedendaags Duits Let alg: Algemene taalwetenschap, inleiding Dui: Vertalen 1 Dui: Woord en zin Let alg: Inleiding in de literatuurwetenschap Dui: Vertalen 2 Dui: Cultuurkunde
Duitse taal en cultuur (Ba)
Stp. 5 5 5 5
Periode 1 1 en 2 1 en 2 1 en 2
5 5
2 4
5 5 5
4 4 5
5 5
5 5
41
Academische vaardigheden Moderne Talen en Culturen Vakcode 5120021 512002 5120023 5120022
3.10
Vaknaam Stp. MTC: Acva A, zoeken en beoordelen van 0 wetenschappelijke informatie MTC: Academische vaardigheden A t/m C 5 MTC: Acva C, schriftelijk presenteren 0 MTC: Acva B, mondeling presenteren 0
Periode 1 1 en 2 2 2, 4 en 5
Tweede jaar Vakcode 531165 544117 500030 500013
Vaknaam Alw: Art and Society b Fil: Schijn en werkelijkheid Let alg: West-Europese literatuurgeschiedenis Let alg: Taalgebruikstheorie
Stp. 5 5 5 5
Periode 1 2 4 4
Methodologie Moderne Talen en Culturen
Kies een onderdeel Vakcode 500411 500410
Vaknaam Let alg: Methodologie moderne talen en culturen Let alg: Methodologie van empirisch onderzoek
Stp. 5 5
Periode 1 1
Keuze 2e jaar
Kies Buitenlandverblijf Marburg (20 stp.) of Middeleeuws verhalenschat (10 stp.) samen met een minor (10 stp.) Vakcode 507503 500504 500024
3.11
508128 507144
Periode 4 en 5 4 en 5 4 en 5
Vaknaam Dui: Tekstanalyse en wetenschappelijk schrijven Dui: Semantiek Dui: Deutsch-niederländische Kulturkontraste
Stp. 5
Periode 1
5 5
2 2
Derde jaar Vakcode 507145 508142 507143
42
Stp. 20 10 10
Tweede en derde jaar Vakcode 508123
3.12
Vaknaam Dui: Buitenlandverblijf Marburg, jaar 2 Minor Let alg: Middeleeuwse verhalenschat
Vaknaam Dui: Oostenrijk Dui: Specialisatiethema taalkunde Dui: Specialisatiethema letterkunde
Duitse taal en cultuur
Stp. 5 5 5
Periode 1 4 en 5 4 en 5
Minor 3e jaar Vakcode 500503 500504
Vaknaam Minor Minor
Stp. 10 10
Periode 1 en 2 4 en 5
Stp. 10 10
Periode 5 5
Scriptie
Kies een van de onderdelen Vakcode 508451 507451
Vaknaam Dui: Scriptie taalkunde (Ba) Dui: Scriptie letterkunde (Ba)
Duitse taal en cultuur (Ba)
43
44
Duitse taal en cultuur
4
4.1
Algemeen Facultair minoraanbod
Facultair minoraanbod In het totale bachelorprogramma is de ruimte voor de minor minimaal 20 en maximaal 30 studiepunten, te vullen met onderdelen van totaal 10 studiepunten en te kiezen in het tweede en/of derde jaar. Een minoronderdeel is een samenhangend geheel van één of twee vakken van in totaal 10 studiepunten, te kiezen uit het aanbod van de faculteit, de universiteit of enige andere instelling van hoger onderwijs. Eén onderdeel mag een stage zijn. Soms zijn verschillende combinaties mogelijk. Om de keuze te vergemakkelijken is er een facultaire minorlijst samengesteld. In deze lijst zijn onderdelen opgenomen die een kennismaking met of inleiding op een vakgebied vormen en interdisciplinaire onderdelen, die al dan niet specifiek ten behoeve van het minoraanbod ontwikkeld zijn. De beschrijving van de onderdelen is te vinden in de vakkendatabase op Internet: www.studiegidsen.vu.nl. Bij de Studentenbalie (kamer 10A-14) liggen de vakbeschrijvingen ter inzage.
4.2
Algemeen Letteren algemeen Vakcode 500007 500022 500024 500026 500027 500029 500109 500119 532544 532545
Vaknaam Let alg: West-Europese literatuurgeschiedenis Let alg: Bijbels & klassiek verhalengoed: Hoofdthema's & receptie Let alg: Middeleeuwse verhalenschat Let alg: Inleiding in de koloniale en postkoloniale literatuur Let alg: Verdiepingscollege (post)koloniale literatuur, Marokko Let alg: Taal en ict Let alg: Historisch Amsterdam Let alg: Historisch Amsterdam, essay Let alg: De stad in de Middeleeuwen Let.alg: De stad in de Renaissance
Stp. 10
Periode 4 en 5
10
4 en 5
10 5
4 en 5 1
5
2
10 5 5 5 5
1 en 2 1 2 1 2
Mediëvistiek Vakcode 500024 511509 517003
528002 530003 532544 534005
Vaknaam Stp. Let alg: Middeleeuwse verhalenschat 10 Let alg: De Engelse literatuur van de 5 Middeleeuwen 5 Ges me: 1e j.: Middeleeuwse Geschiedenis, begeleiding handboek en tekstencollege Kgs: Architectuur van de Middeleeuwen 5 (300-1450) Kgs: Beeldende kunst inleiding, 5 Middeleeuwen (300 tot 1400) Let alg: De stad in de Middeleeuwen 5 Ned letterk: Literair-historisch overzicht 1, 5 Middeleeuwen
Algemeen Facultair minoraanbod
Periode 4 en 5 4 2 en 3
2 2 1 1
45
534006 534111 534525
Ned letterk: Literair-historisch overzicht 2, Renaissance Ned kv letterk: Liefdesconcepties in de literatuur van de Middeleeuwen Let alg: Literaire cultuur in de Middeleeuwen
5
2
10
4 en 5
5
5
Oriëntatie op het beroep van leraar Vakcode 990006
4.3
Vaknaam Oriëntatie op het beroep van leraar: presentatie en communicatie
Stp. 10
Periode 4
Vaknaam Dui: Cultuurkunde Dui: Specialisatiethema letterkunde Dui: Deutsch-niederländische Kulturkontraste Dui: Oostenrijk Dui: Taalvaardigheid 1 Dui: Vocabulaire Dui: Vertalen 1 Dui: Vertalen 2 Dui: Semantiek Dui: Specialisatiethema taalkunde
Stp. 5 5 5
Periode 5 4 en 5 2
Vaknaam Eng: Natie, identiteit en cultuur in de Engelstalige literatuur Eng: Global English
Stp. 5
Vaknaam Fra: Taalvaardigheid, mondeling 1 Fra: Taalkunde, pragmatiek 1
Stp. 5 5
Periode 1 en 2 2
Vaknaam Ital: Basiscursus I, taalvaardigheid 1 Ital: Basiscursus II, taalvaardigheid 2
Stp. 5 5
Periode 1 en 2 4 en 5
Vaknaam Spa: Basiscursus 1 Spa: Basiscursus 2
Stp. 5 5
Periode 1, 2, 4 en 5 1, 2, 4 en 5
Moderne Talen en Culturen Duits Vakcode 507018 507143 507144 507145 508017 508023 508025 508026 508128 508142
5 5 5 5 5 5 5
1 1 en 2 1 en 2 4 5 2 4 en 5
Engels Vakcode 510112 511122
5
Periode 4 en 5 4 en 5
Frans Vakcode 514009 514014 Italiaans Vakcode 526120 526121 Spaans Vakcode 538105 538106
46
Duitse taal en cultuur
Nederlands: letterkunde Vakcode 533008 533009 533110 534005 534006 534103
Vaknaam Stp. Ned letterk: Literair-historisch overzicht 3, 5 1800-1940 Ned letterk: Literair-historisch overzicht 4, 5 1940-nu Ned letterk: Verdiepingscollege nieuwere 5 letterkunde Ned letterk: Literair-historisch overzicht 1, 5 Middeleeuwen Ned letterk: Literair-historisch overzicht 2, 5 Renaissance Ned letterk: Verdiepingscollege oudere 5 letterkunde
Periode 4 5 2 1 2 1
Nederlands: taalkunde Vakcode 535003 535009
Vaknaam Ned taalk: Inleiding taalkunde van het moderne Nederlands Ned taalk: Taalkunde van het oudere Nederlands
Stp. 5 5
Periode 1 2
Literatuurwetenschap Vakcode 531167 531169 531402
4.4
Vaknaam Stp. Alw: Vormen van literatuur 2 5 Alw: Vormen van literatuur 1, de reis in de 5 literatuur Alw meth: Ontwikkelingen in de 10 literatuurwetenschap
Periode 5 4 1 en 2
Taal en Communicatie Taal en communicatie Vakcode 500013 500358 505002 505103 532001
Vaknaam Let alg: Taalgebruikstheorie CIW: Communicatie in kunst en maatschappij Ned taalbeh: Vlootschouw CIW/Ned: Document design CIW: Van manuscript tot internet
Stp. 5 10 5 10 10
Periode 4 1 en 2 5 4 en 5 1 en 2
Taalwetenschap Vakcode 500011 500116 511686 539151 539169 539609
Vaknaam Let alg: Algemene taalwetenschap, inleiding Inleiding taalvariatie: Haagse Harrie en zijn vrienden Advanced syntax Atw: Inleiding syntaxis Atw: 20e eeuwse taalwetenschap Syntactic Theory
Algemeen Facultair minoraanbod
Stp. 5
Periode 4
10
1 en 2
5 5 5 5
5 1 5 4
47
540007 540008 541014 541015 541016 541122 541146 541162
4.5
Lex: Lexicologie, inleiding Lex: Semantiek Ttw: Tweede- en vreemde-taalverwerving Ttw: Kindertaalverwerving Ttw: Vreemde talen onderwijzen Ttw: Inleiding taalontwikkelingsstoornissen Ttw: Inleiding Nederlands als tweede taal Ttw: Inleiding taalleerstoornissen
5 5 5 5 5 5
4 en 5 2 4 2 4 en 5 5
5 5
5 4
Oudheid Grieks Vakcode 523016 523017
Vaknaam Grieks: Basiscursus 1 Grieks: Basiscursus 2
Stp. 5 5
Periode 1 2
Vaknaam Latijn: Basiscursus 1 Latijn: Basiscursus 2 Latijn: Taalverwerving 1 Latijn: Taalverwerving 2 Latijn: Taalverwerving 3 Latijn: Taalverwerving 4, CatullusOvidius
Stp. 5 5 5 5 5 5
Periode 1 2 1 2 4 5
Stp. 5 5
Periode 1 2
Vaknaam Stp. Ohk: Basiscursus oude geschiedenis voor 10 oudheidkundigen Ges ou: 2e j. hc: Hellenisme van 5 Alexander de Grote tot Severus Alexander Ges ou: 2e j. wc: Oude geschiedenis 2 5
Periode 1 en 2
Latijn Vakcode 524012 524013 524015 524016 524017 524021
Antieke literatuurgeschiedenis Vakcode 523113 524133
Vaknaam Grieks: Literatuurgeschiedenis Latijn: Literatuurgeschiedenis
Oude Geschiedenis Vakcode 516009 516201 516202
5 4
Archeologie en cultuur van Griekenland en Rome Vakcode 503019 503020 503301 542103
48
Vaknaam Stp. Arch: Mediterrane archeologie 1a, Griekse 5 archeologie Arch: Mediterrane archeologie 1b, 5 Romeinse archeologie Arch: Archeologie en cultuur van 10 Griekenland en Rome Til: Visualisatie van archeologische 10 onderzoeksgegevens
Duitse taal en cultuur
Periode 4 5 4 en 5 4 en 5
Archeologie: Romeins Gallië en het Rijnland Vakcode 502020 504114 504115
504121 504126 504301 504303 504811 542103
4.6
Vaknaam Arch: Themacollege ecologische archeologie Arch: Provinciaal-Romeinse archeologie 2a, Romeins Gallië Arch: Provinciaal-Romeinse archeologie 2b, het Romeinse leger en zijn impact op een grensstreek Arch: Antieke numismatiek Arch: Latijnse epigrafie Arch: Van paalkuil tot publicatie Arch: Romeins Gallië en het Rijnland Arch/kgs: Biografie van het landschap Til: Visualisatie van archeologische onderzoeksgegevens
Stp. 10
Periode 4 en 5
5
4
5
5
5 5 10 10 10 10
1 2 5 en 6 4 en 5 4 en 5 4 en 5
Kunst en Cultuur Kunstgeschiedenis: beeldende kunst Vakcode 503008 527002 529002 530003 530004
Vaknaam Kgs: Bouwkunst en beeldende kunst van de Grieks-Romeinse wereld Kgs: Historisch overzicht van de kunstgeschiedenis Kgs: Beeldende kunst inleiding, 1800heden Kgs: Beeldende kunst inleiding, Middeleeuwen (300 tot 1400) Kgs: Beeldende kunst inleiding, Renaissance en Barok (1400-1800)
Stp. 5
Periode 1
5
1
5
5
5
2
5
4
Kunstgeschiedenis: architectuurgeschiedenis Vakcode 500109 504811 528105 528106 528148 528149 528150 528151 528152 528154
Vaknaam Stp. Let alg: Historisch Amsterdam 5 Arch/kgs: Biografie van het landschap 10 Kgs: Architectuurgeschiedenis, analyse 5 van plan en ontwerp 1 Kgs: Architectuurgeschiedenis, analyse 5 van plan en ontwerp 2 Kgs: Architectuurgeschiedenis, stedebouw 5 1 concepten Kgs: Architectuurgeschiedenis, stedebouw 5 2 ruimtelijke elementen Kgs: Architectuurgeschiedenis, 5 architectuur 1 concepten Kgs: Architectuurgeschiedenis, 5 architectuur 2 typologie Kgs: Architectuurgeschiedenis, 5 landschapsarchitectuur 1 concepten Kgs: Architectuurgeschiedenis, 5 landschapsarchitectuur 2 praktijk
Algemeen Facultair minoraanbod
Periode 1 4 en 5 1 2 1 1 2 2 4 4
49
ACW Vakcode 501019 501155 501170 501172 542123 542722
4.7
Vaknaam ACW: Filmanalyse ACW: Analyse van scenario en script ACW: Analyse van hypermedia op het gebied van kunst en cultuur ACW: Filmnarratologie, theorie en analyse Til: Grondbeginselen van databases en XML Til: Informatiesystemen op het gebied van kunst en cultuur
Stp. 5 5 10
Periode 4 5 1 en 2
5
5
5
2
5
1
Geschiedenis Geschiedenis: oude geschiedenis Vakcode 516009 516201 516202
Vaknaam Stp. Ohk: Basiscursus oude geschiedenis voor 10 oudheidkundigen Ges ou: 2e j. hc: Hellenisme van 5 Alexander de Grote tot Severus Alexander Ges ou: 2e j. wc: Oude geschiedenis 2 5
Periode 1 en 2 5 4
Geschiedenis: middeleeuwen en nieuwe tijd Vakcode 515118
515204
Vaknaam Ges: Hulpvak me/nt: Institutionele geschiedenis van de Middeleeuwen en de nieuwe tijd Ges: Hulpvak me/nt: Archiefkennis en paleografie 2
Stp. 5
5
Periode 4
5
Geschiedenis: nieuwe tijd Vakcode 518111 518112 518121 518122
Vaknaam Ges nt: 2e j. tc: Religie en geweld Ges nt: 2e j. tc: Communicatie vóór de massamedia Ges nt: 2e j. wc: Religie en geweld Ges nt: 2e j. wc: Communicatie vóór de massamedia
Stp. 5 5 5 5
Periode 4 1 5 2
Geschiedenis: nieuwste tijd Vakcode 519118 519161
50
Vaknaam Ges nst: 2e j. hc: Nederland na 1945, consensus en polarisatie Ges nst: 2e j. wc: Tweede feministische golf in Nederland
Duitse taal en cultuur
Stp. 5 5
Periode 1 2
Geschiedenis: economische en sociale geschiedenis Vakcode 515119 520163 520164 520165 520166 520168
Vaknaam Ges: 2e j. hc: Europese stadsgeschiedenis, overzicht Ges es: 2e j. hc: Aan vlijt ten onder Ges es: 2e j. wc: Vrije tijd tussen 18001960 Ges es: 2e j. wc: Havensteden, 18e-20e eeuw Ges es: 2e j. wc: Nederland en Europa Ges es: 2e j. hc: Nederland, Europa en de Pax Americana
Stp. 5
Periode 4
5 5
1 2
5
5
5 5
5 4
Geschiedenis: niet-westerse geschiedenis Vakcode 521118 521119 521162
Vaknaam Ges nw: 2e j. hc: De wereld van de Indische oceaan, inleiding Ges nw: 2e j. wc: De wereld van de Indische oceaan, interactie Ges nw: 2e j. hc: Koloniale stijlen in de 19e en 20e eeuw
Stp. 5
Periode 4
5
5
10
1 en 2
Historische informatiekunde Vakcode 542116 542123 542733
Vaknaam Til: Historische informatiekunde Til: Grondbeginselen van databases en XML Til: Toetsende statistiek
Algemeen Facultair minoraanbod
Stp. 5 5 5
Periode 1 2 2
51
52
Duitse taal en cultuur
5
5.1
Duitse taal en cultuur (Ma)
Inleiding In september 2005 wordt, op masterniveau, het Sectorplan Letteren van kracht. In dit Sectorplan hebben de Universiteit van Amsterdam, de Universiteit Leiden, de Universiteit Utrecht en de Vrije Universiteit afgesproken hun krachten en expertise te bundelen. Zo blijft een grondige specialisatie in de verschillende disciplines van de taal- en cultuuropleidingen mogelijk. Bovendien blijft het aanbod van volwaardige disciplinaire masteropleidingen ook in de toekomst gewaarborgd doordat de participerende instellingen de beschikbare expertise op elkaar zullen afstemmen. De afspraken binnen het Sectorplan Letteren gelden vanaf september 2005 voor de masteropleidingen Arabisch, Duits, Frans, Hebreeuws, Italiaans, Klassieke talen, Nieuwperzisch, Slavisch en Turks. Voor de student betekent het Sectorplan een uitbreiding van de keuzemogelijkheden doordat hij binnen het masterprogramma ten minste tien studiepunten bij de participerende zusterinstellingen volgt. Zo kan een masterprogramma breed worden samengesteld uit het gezamenlijke aanbod van taal-, letter- en cultuurmodules van de vier universiteiten. Daarnaast is - meer dan voorheen - een vergaande specialisatie op een van de terreinen mogelijk. De opleiding Duitse taal en cultuur kent een eenjarige algemene (doorstroom) master Duitse taal en cultuur met als startcompetentie een universitaire bacheloropleiding. Voor meer informatie over de zwaartepunten binnen de masteropleiding Duitse taal en cultuur zie de website: www.let.vu.nl/master/duits/masterprogramma.htm. Tot de masteropleiding is toelating per 1 september of per 1 februari mogelijk. In de masteropleiding vindt een specialisatie binnen het vakgebied van de opleiding plaats. De opleiding kent de volgende aandachtsgebieden: letterkunde als cultuurwetenschap, tekst en context, semantische en syntactische constructies. Daarnaast maakt de student in overleg met de studieadviseur en na goedkeuring door de examencommissie een keuze uit het facultaire of landelijke aanbod. De vakken die aan de andere universiteiten gevolgd kunnen worden zijn opgenomen in het rooster op de letterenwebsite www.let.vu.nl. De opleiding wordt afgesloten met een masterscriptie. De opleiding Duitse taal en cultuur kent daarnaast een tweejarige professionele master, die leidt tot het beroep leraar. Een schoolstage maakt deel uit van deze opleiding. Details van deze opleiding zijn op dit moment nog niet bekend. Studenten met belangstelling voor onderzoek kunnen solliciteren naar een plaats in een tweejarige onderzoeksmaster. Voor de handliggende keuzes zijn hier de masteropleidingen Letterkunde en Linguistics.
5.2
Toelating Een student wordt tot een doorstroommasteropleiding toegelaten als hij een bachelordiploma van de gelijknamige opleiding aan de VU behaald heeft en zich wil specialiseren in dezelfde richting als de specialisatie van de bacheloropleiding. De student kan in principe aan de masteropleiding beginnen, zodra het bachelordiploma
Duitse taal en cultuur (Ma)
53
behaald is. Er kan echter niet gegarandeerd worden dat er op elk moment de juiste vakken aangeboden worden. Als de specialisatie van de bacheloropleiding niet aansluit bij de gewenste afstudeerrichting van de masteropleiding of als een student wil instromen in een eenjarige masteropleiding op een ander vakgebied, kan de examencommissie van de masteropleiding enkele extra vakken opleggen die de student kan volgen in een premasterclass. Als de student die toegelaten wil worden tot een éénjarige masteropleiding, een gelijknamig bachelordiploma elders behaald heeft of een hbo-(bachelor)diploma, dan bepaalt de examencommissie van de masteropleiding welke aanvullende vakken er nog gedaan moeten worden. Als de student nog maximaal 60 studiepunten aan bachelorvakken moet behalen, wordt hij toegelaten tot de pre-masterclass van de gewenste masteropleiding. Hij kan dan indien noodzakelijk voor een goede programmering en na toestemming van de examencommissie al vast enkele vakken uit de masteropleiding volgen. Als de student meer dan 60 studiepunten moet behalen, moet hij eerst het bachelordiploma behalen. Hierbij kan de examencommissie van de bacheloropleiding vrijstellingen verlenen van vakken die gelijkwaardig zijn aan reeds elders behaalde vakken. Studenten die elders een WO- of HBO-bachelordiploma behaald hebben moeten zich vóór 1 juni aanmelden bij de centrale studentenadministratie van de VU. Zij kunnen alleen op 1 september met de opleiding beginnen. Voor de toelatingseisen per opleiding, zie het relevant gedeelte over de opleiding.
Assessment Studenten met een hbo-(bachelor)diploma die toegelaten zijn tot de pre-masterclass van de masteropleiding, zijn verplicht in juni een assessment af te leggen. De resultaten van het assessment geven student en opleiding een beter inzicht in de competenties en vaardigheden van de student die nodig zijn om een wetenschappelijke masteropleiding aan de VU met succes af te ronden. Het assessment bestaat uit drie onderdelen: • een cognitieve capaciteitentest; • een toets gericht op rekenkundige onderzoeksvaardigheden; • een toets gericht op het begrijpen van een tekst in de Engelse taal. 5.2.1
54
Instroom vanuit het HBO Voor studenten die na een voltooide HBO-opleiding willen instromen gelden de volgende bepalingen: • Studenten die uit bijv. het HBO willen instromen in een bachelor- of masteropleiding worden, afhankelijk van hun vooropleiding, ingeschreven in een bachelor- of masteropleiding of in de premasterclass. • Studenten die een overeenkomstige HBO-opleiding hebben afgerond, volgen een programma van 1 jaar uit de wo-bacheloropleiding en ronden die af met een wobachelordiploma. Op basis hiervan kunnen zij toegelaten worden tot een overeenkomstige masteropleiding. Het betreft hier voornamelijk degenen met een MO-A Duits ofwel een een- of tweevakkige lerarenopleiding tweedegraads.
Duitse taal en cultuur
•
Studenten met een MO-B worden in de professionele masteropleiding ingeschreven. Het programma van de wo-bacheloropleiding bestaat uit de volgende onderdelen: letterkunde (15 stp), taalkunde (10 stp), specialisatie taalen letterkunde (10 stp), methodologie (10 stp), taalverwerving (5 stp), bachelorscriptie (10 stp). Studenten die een HBO-opleiding hebben gevolgd, die onvoldoende overeenkomt met de bacheloropleiding van hun keuze, bijvoorbeeld een HEAO-opleiding, kunnen zich inschrijven voor die bacheloropleiding en zo mogelijk individuele vrijstellingen krijgen.
5.3
Doelstellingen Doelstellingen van de masteropleiding met specialisatie Taalvaardigheid zijn: • Goede beheersing van het Duits en van de contrastieve relatie tot het Nederlands. • Colleges: in de colleges taalvaardigheid wordt expliciet aandacht besteed aan de sociaal-economische en politieke normen en waarden die in de taal liggen besloten. De student leert deze te onderkennen, een kritische houding daartegenover aan te nemen en een eigen standpunt hierover in te nemen. Doelstellingen van de masteropleiding met specialisatie Taalkunde zijn: • De student leer actief participeren in vakgebied, zelfstandig stelling te nemen. • De student doet ervaring op met courante theoretische benaderingen van moderne taalwetenschap en weet verworven theoretische inzichten in te zetten in specialisatiegebied taalkunde van het Duits. • De student is in staat zelfstandig wetenschappelijk verantwoord onderzoek te doen op zijn specialisatiegebied. • De student is in staat vakliteratuur te lezen en kritisch te beoordelen en onderscheid te maken tussen de juistheid en waarde van argumenten. Doelstellingen van de masteropleiding met specialisatie Letterkunde zijn: • De student leer actief participeren in het vakgebied en zelfstandig stelling te nemen ten aanzien van inzichten en ontwikkelingen op het gebied van de Duitstalige literatuur. • De student heeft ervaring opgedaan met tenminste één van de in de Duitstalige landen vigerende benaderingen en van het literaire werk en is in staat om zelfstandig wetenschappelijk verantwoord onderzoek op teksten te verrichten en zelfstandig daarvan verslag uit te brengen in een scriptie die voldoet aan de wetenschappelijke spelregels.
5.4
Eindtermen Algemene eindtermen van een letteren masteropleiding De eindtermen waaraan de letterenstudent bij afsluiting van de masteropleiding moet voldoen kunnen in grote lijnen als volgt worden omschreven: Intellectuele basisvaardigheden • Logisch kunnen redeneren. • Redeneerwijzen in het vakgebied toepassen en in twijfel trekken. • Een standpunt innemen in een wetenschappelijk vakbetoog en dit kritisch op waarde schatten. • Kunnen reflecteren op eigen denken en doen en kunnen bijsturen.
Duitse taal en cultuur (Ma)
55
• • • •
Ethische, normatieve en expressieve denkwijzen in het wetenschappelijk denken kunnen integreren. In staat zijn onderzoek en probleemoplossingen te communiceren met vakgenoten en niet-vakgenoten. In staat zijn met complexe situaties om te gaan en een beredeneerd oordeel te vormen. Kunnen debatteren over de nieuwste ontwikkelingen in het vakgebied en de consequenties daarvan voor de maatschappij.
Onderzoekende houding • Het vermogen bezitten om in ogenschijnlijk triviale aangelegenheden bepaalde verbanden en nieuwe gezichtspunten te ontdekken. • Blijk geven van originaliteit in het kritisch bewustzijn. • Zelfstandigheid bezitten in het bepalen van een richting bij het vermeerderen van kennis, het doen van onderzoek, de beroepsuitoefening, het kiezen van een plaats in de samenleving. • Een houding van levenslang leren verwerven. Disciplinaire kennis • Beschikken over vakkennis rakend aan de nieuwste methoden, technieken en theorieën. • In staat zijn de wijze waarop waarheidsvinding en theorievorming in beweging zijn te volgen en te interpreteren. • Vaardigheid in het toepassen van methoden en technieken in zelfstandig onderzoek en begrip hebben voor het gebruiken van de uitkomsten voor het ontwikkelen van geavanceerde ideeën of praktijktoepassingen. • In staat zijn op ten minste één of enkele deelgebieden van de discipline een originele bijdrage aan de kennis te leveren. Vakoverstijgende vaardigheden • In staat zijn bepaalde vakgebieden te kunnen begrijpen en interpreteren. • In staat zijn eigen onderzoek in een multi-disciplinair kader te plaatsen en in een multi-disciplinair onderzoekteam te werken. Eindtermen van de masteropleiding Duits • de student vertrouwd maken met de gang van zaken in het wetenschapsproces in het algemeen en met name op het gebied van de Duitse taal en cultuur. De student is bekend met de wijsgerige achtergrond daarvan en met de belangrijkste theorieën/methoden/technieken op het vakgebied; • de student weet deze te gebruiken en toe te passen in een maatschappelijke context; • de student heeft kennis van en inzicht in de waarden, die aan het wetensproces ten grondslag liggen en kan in het licht van traditie en levensovertuiging dilemma's onderkennen en verantwoorde keuzen maken op basis van verworven kennis van en inzichten in intellectuele en academische waarden, zoals een kritische instelling, integriteit, vasthoudendheid en creativiteit; • de student draagt kennis van en heeft respect voor het maatschappelijk waardenpluralisme;
56
Duitse taal en cultuur
•
de student kan in discussie een eigen standpunt met betrekking tot normen en waarden verdedigen.
Eindtermen masterspecialisatie Taalvaardigheid Luisteren • De student verstaat en begrijpt de gesproken standaardtaal. Het tempo ligt daarbij op het voor moedertaalsprekers gebruikelijke. • De student begrijpt voldoende van een lezing, conversatie, discussie etc. ook als de student niet vertrouwd is met het onderwerp. • De student is in staat specifieke informatie tot zich te nemen in niet ideale omstandigheden: aankondigingen stations, stadions, telefoon etc. Lezen • De student is in staat lange en complexe teksten te begrijpen, met name ook indien de thematiek deel uitmaakt van zijn sociale, toekomstige professionele en academische omgeving. Spreken • De student kan zich vloeiend en ongedwongen uitdrukken. • De student beheerst voldoende idiomatische uitdrukkingen ook op het alledaagse niveau en is zich bewust van connotatieve betekeniselementen. • De student is in staat voorkomende problemen te formuleren en/of woordenschat te compenseren. • De student kan een complex onderwerp duidelijk en overzichtelijk voor een publiek presenteren en ingaan op desbetreffende vragen. Schrijven • De student is in staat goed gestructureerde lezervriendelijke teksten over complexe onderwerpen te produceren en weet mede door middel van zijn formuleringen hoofd- bijzaken te onderscheiden. • De student is in staat een breed spectrum aan teksten te produceren zowel binnen als buiten zijn vakgebied. • De student is in staat complexe rapporten, artikelen of essays te vervaardigheden dan wel deze kritisch evalueren. Eindtermen masterspecialisatie Taalkunde • De student beheerst methoden van taalkundig onderzoek en past deze toe op het Duits. • De student beschikt over geavanceerde kennis van (deel van) vakgebied en leert daarbinnen wetenschappelijk onderzoek uit te voeren en daarvan verslag te doen in werkstukken waarbij de student blijk geeft in staat te zijn het geleerde zelfstandig toe te passen; wetenschappelijke paradigma's te herkennen/kritisch op waarde leert te schatten, kennis draagt van structuur vakgebied/kennis heeft van samenhang tussen deelgebieden en van de raakvlakken van het vakgebied met andere disciplines. • De student kan het onderzoek in een multidisciplinair kader plaatsen. • De student volgt minstens één module volgt die gerelateerd is aan een facultair onderzoekszwaartepunt.
Duitse taal en cultuur (Ma)
57
•
In de scriptie geeft de student er blijk van zelfstandig een wetenschappelijk probleem vaststellen, consistent te kunnen beschrijven en tot een inzichtelijke en controleerbare oplossing te komen. • de student geeft blijk van vertrouwdheid met de spelregels eigen aan wetenschappelijk onderzoek in de taalkunde, en van de competentie om kritisch te kunnen reflecteren op eigen en andermans wetenschappelijk onderzoek in de taalkunde en van de competentie om kritisch te kunnen reflecteren op eigen en andermans onderzoek met inachtneming van de ethische en normatieve opvattingen eigen aan het wetenschappelijke bedrijf Deze eindtermen komen in alle Taalkunde onderdelen aan de orde.
Eindtermen masterspecialisatie Letterkunde • De student leert de literatuur en cultuur van de Duitstalige landen zelfstandig te begrijpen en kritisch te beoordelen. De student leert deze met de vigerende literatuurbenaderingen te analyseren, ze in hun sociale context te plaatsen en de normen en waarden van onderliggende intentionele en gemanifesteerde dicoursen te expliciteren en te plaatsen in het kader van maatschappelijke en literair culturele debatten, en een beredeneerd standpunt tegenover het wetenschappelijk betoog in het vakgebied te bepalen • De student beschikt over geavanceerde kennis van (een deel) van het vakgebieden leert daarbinnen zelfstandig wetenschappelijk onderzoek uit te voeren en daarvan verslag te doen in werkstukken, waarmee de student blijk geeft in staat te zijn het geleerde zelfstandig toe te passen, de student leert wetenschappelijke paradigma's in het vakgebied te herkennen en kritisch op waarde te schatten; de student draagt kennis van de structuur van het vakgebied; de student heeft kennis van de samenhang tussen de deelgebieden en van de samenhang van het vakgebied met andere disciplines, de student kan het eigen onderzoek in een multidisciplinair kader plaatsen, minstens één van de master-cursussen die de student volgt is gerelateerd aan een facultair onderzoekszwaartepunt • In de scriptie geeft de student er blijk van zelfstandig een wetenschappelijk probleem te kunnen vaststellen, consistent te beschrijven en tot een inzichtelijke en controleerbare oplossing te kunnen brengen, waaruit zijn creativiteit en originaliteit blijken; de scriptie is in het Duits geschreven over een onderwerp dat betrekking heeft op de Duitstalige literatuur of cultuur in ruime zin; de student geeft blijk van vertrouwdheid met de spelregels van wetenschappelijk onderzoek in de humaniora en van zijn competentie om kritisch te kunnen reflecteren op eigen en andermans onderzoek, met inachtneming van de ethische en normatieve opvattingen eigen aan het wetenschappelijk verkeer. De student blijkt in staat te zijn het onderzoek en de resultaten daarvan op inzichtelijke wijze te kunnen presenteren aan vakgenoten en belangstellenden, en daarover te kunnen debatteren met het oog op de ontwikkelingen binnen het vakgebied en de maatschappelijke consequenties van de bevindingen.
5.5
Doctoraalprogramma Het programma voor het 4e jaar is het programma geldende voor hen die in het collegejaar 2003-2004 vierdejaars studenten zijn of in dat collegejaar nog een verkort programma volgen. Zij die in het collegejaar 2003-2004 1e, 2e of 3e jaars zijn kunnen hieraan geen rechten ontlenen.
58
Duitse taal en cultuur
5.6
Master Duitse taal en cultuur De student maakt in overleg met de studieadviseur en na goedkeuring door de examencommissie een keuze uit het facultaire of landelijke aanbod. De vakken die aan de andere universiteiten gevolgd kunnen worden, zijn opgenomen in het rooster op de letterenwebsite www.let.vu.nl. Vakcode 508607 507605 508608 507606 508609 507607 500505
Vaknaam Stp. Lexembedeutung, Konstruktionsbedeutung 5 Entstehung literarischer Texte 5 Morphologische und syntaktische Aspekte 5 des Deutschen Zensur 5 Raum und Zeit, Präpositionen 5 Literatur und bildende Kunst 5 Keuze 10
Periode 1 1 2 2 4 4
Scriptie specialisatie
Kies een van de beide specialisaties: Vakcode 508651 507651
Vaknaam Dui: Scriptie taalkunde (Ma) Dui: Scriptie letterkunde (Ma)
Duitse taal en cultuur (Ma)
Stp. 20 20
Periode 4 en 5 4 en 5
59
60
Duitse taal en cultuur
6
Letterkunde (MPhil) Het onderwijsprogramma met een omvang van 120 stp. bestaat uit drie typen onderwijsmodules en wordt afgerond met een scriptie.
6.1
Inleiding De onderzoeksmaster Letterkunde is een tweejarige-opleiding tot onderzoeker in het disciplinegebied Letterkunde. De opleiding heet 'MPhil in Letterkunde'.
6.2
Toelatingseisen Studenten die al ingeschreven zijn (geweest) bij de VU moeten vóór 1 juli een verzoek tot toelating indienen bij de examencommissie van de opleiding. Dit toelatingsverzoek moet in 3-voud ingediend worden en moet bestaan uit: • een sollicitatiebrief waarin het verzoek gemotiveerd wordt • een curriculum vitae • een onderzoeksvoorstel • de schriftelijke goedkeuring van de beoogde begeleider, mede ondertekend door de betreffende leerstoelhouder • een overzicht van de behaalde studieresultaten (diploma's en cijferlijsten) Studenten die elders een bachelor-, doctoraal- of masterdiploma hebben behaald, moeten zich tevens vóór 1 juni aanmelden bij de Centrale Studentenbalie van de VU alvorens ze een verzoek tot toelating kunnen indienen.
6.2.1
Aanvullende toelatingseisen De MPhil in Letterkunde is het aangewezen traject voor getalenteerde bachelors die een opleiding ambiëren tot onderzoeker en die in het bezit zijn van een bachelorsdiploma in de Literatuurwetenschap, de Klassieke of Moderne Talen, Algemene Cultuurwetenschappen (afstudeerrichting Letterkunde), behaald aan de VU dan wel aan een andere binnen- of buitenlandse universiteit. Toelating zal geschieden op grond van een viertal punten: • een globaal onderzoeksvoorstel • goede studieresultaten (gemiddelde van 8 voor letterkunde-onderdelen) • bachelorscriptie van 8 of hoger • goede passieve kennis van het Engels; actieve beheersing is wenselijk; kennis van meerdere talen strekt tot aanbeveling. De aanmelding geschiedt voor 1 juni en omvat een sollicitatiebrief, inhoudende een CV, een nadere omschrijving en motivering van de onderzoeksbelangstelling, een aanduiding van de interessesfeer binnen het disciplinegebied Letterkunde, en zo mogelijk een onderzoeksvraagstelling/voorstel.
6.3
Opleidingscommissie en examencommisie Kijk voor actuele informatie over de samenstelling van de Opleidingscommissie en de Examencommissie op de website: www.let.vu.nl/organisatie
Letterkunde (MPhil)
61
6.4
Profiel van de opleiding De opleiding sluit aan bij twee relevante facultaire onderzoekszwaartepunten: 'Waarden en Normen in de literatuur, kunst en nieuwe media' en 'Nederlandse identiteit als resultante van kunst, cultuur en religie'. Om een student in staat te stellen na voltooiing van de opleiding met vrucht een promotietraject aan te vangen, is de inhoud van de MPhil gericht op verbreding en verdieping van de kennis, de vaardigheden en de vereiste wetenschappelijke attitude die de student al in de Bacheloropleiding heeft verworven. Iedere student heeft een eigen begeleider die doorgaans ook de scriptiebegeleider is en de student adviseert over de nadere invulling van het onderwijsprogramma en de andere werkzaamheden.
6.5
Arbeidsmarkt Na het behalen van het diploma, zullen de meest getalenteerden verder gaan als onderzoeker (AIO /OIO) om een proefschrift te schrijven. Anderen kunnen terechtkomen op diverse functies in de kunst- en cultuursector, het onderwijs en de overheid of bij uitgeverijen, kranten en andere media. Hun onderzoekscapaciteiten, hun analytisch vermogen en hun kennis van taal en tekst geven hun een voorsprong op abituriënten uit de gewone Master-opleidingen.
6.6
Doelstellingen en eindtermen De onderzoeksmasteropleiding is een opleiding die opleidt tot functies dan wel een voortgezet opleidingstraject (AIO/OIO) in een mono- of interdisciplinair wetenschapsgebied waarin onderzoeksvaardigheden en -ervaring tot de vereiste competenties behoren. Deze competenties gaan uit boven hetgeen op grond van de gebruikelijke koppeling met onderzoek in wetenschappelijk onderwijs kan worden verwacht. Een student die de MPhil in letterkunde heeft gedaan • beschikt over een goed ontwikkeld theoretisch inzicht in en een visie op de letterkunde en haar plaats binnen de geesteswetenschappen • beschikt over specialistische kennis van een mono- of interdisciplinair wetenschapsgebied en kan dit plaatsen in het bredere veld van letterkunde en geesteswetenschappen • kan verbanden leggen tussen literatuurwetenschap en andere disciplines • is in staat te reflecteren op de positie van de literatuur(wetenschap) in de maatschappij, draagt kennis van de actuele debatten in het wetenschappelijk veld en kan zijn inzichten overdragen op vakgenoten en niet-vakgenoten • heeft een grondige specialistische kennis van de eigen letterkundige subdiscipline • is in staat zelfstandig nieuw diepgaand onderzoek te doen en daarmee de kennis op het eigen vakgebied verder te ontwikkelen • is in staat hiervan op adequate wijze verslag te doen op de voor de wetenschap geëigende wijze. Dit impliceert een voldoende beheersing van het wetenschappelijke Engels en andere specifieke bekwaamheden voor het onderzoek.
62
Duitse taal en cultuur
6.7
Jaaroverzicht Jaar 1: Sem. 1
Kernmodule 1
Subdiscipline 1
Subdiscipline 2
Sem. 2
Kernmodule 2
Subdiscipline 3
Tutorial 1
Sem. 1
Subdiscipline 4
Tutorial 2
Scriptie 1
Sem. 2
Tutorial 3
Scriptie 2
Scriptie 3
Jaar 2:
6.8
Opbouw programma
6.9
Kernmodules (20 stp.) Een methodologisch en een thematisch-historisch georiënteerde module. Deze modules zullen veelal in het Engels worden aangeboden. Vakcode 500603 500604
6.10
Vaknaam The Study of Literature Culture Values and Belief
Stp. 10 10
Periode 1 en 2 4 en 5
Onderwijsmodules subdisciplines (40 stp.) De student kiest onderwijsmodules uit verwante masteropleidingen in overleg met de begeleider. De voertaal hangt af van de in die opleiding gebruikelijke taal.
6.11
Tutorial (30 stp.) Dit zijn een soort 'workshops' (privatissima) waarin de student in een soort meester/gezel-relatie een kijkje in enkele onderzoekskeukens krijgt.
6.12
Scriptie (30 stp.) De scriptie wordt in het Engels geschreven. Studenten met Frans, Duits of Nederlands als specialisatie mogen desgewenst hun scriptie in de doeltaal schrijven.
Letterkunde (MPhil)
63
64
Duitse taal en cultuur
7
7.1
Linguistics (MPhil)
Linguistics (MPhil) Informatie over de onderzoeksmaster Linguistics is te vinden in de studiegids Linguistics (MPhil) of op www.studiegids.vu.nl
Linguistics (MPhil)
65
66
Duitse taal en cultuur
8
8.1
Lerarenopleiding Duits
Inleiding Het onderwijs zit te springen om enthousiaste vakmensen die leerlingen willen begeleiden bij het verwerven van kennis en vaardigheden; er is grote behoefte aan docenten die geïnteresseerd zijn in de ontwikkeling van jonge mensen en die zich thuis voelen in de dynamische omgeving van een school. De scholen zijn volop in beweging. Van leerlingen wordt een actieve en zelfstandige rol in het leerproces verwacht. Daarbij horen nieuwe, activerende vormen van lesgeven. Dit heeft tot gevolg dat de rol van de docent verandert. De vakdocent draagt kennis over maar is daarnaast een begeleider die scholieren leert zelfstandig te werken en onderzoek te doen. De docent werkt bij deze onderwijskundige vernieuwingen nauw samen met collega’s van andere vakken. Het gebruik van ICT in het onderwijs ondersteunt de veranderde rol van de docent. Bij al deze veranderingen is de basis van het leraarschap nog steeds: een gedegen vakkennis. Het Onderwijscentrum VU verzorgt binnen de Vrije Universiteit de opleiding tot eerstegraads docent in het voortgezet onderwijs. De opleiding kan in voltijd of deeltijd gevolgd worden.
8.2
Oriëntatiecursus Om er zelf achter te komen of het beroep van leraar iets voor je is wordt jaarlijks de cursus “Oriëntatie op het beroep van leraar: presentatie en communicatie” aangeboden. Het is een keuzevak van 10 studiepunten in de vierde periode voor derdejaars bachelorstudenten. De cursus bestaat uit de onderdelen algemene didactiek en vakdidactiek, en een korte stage op een school voor voortgezet onderwijs. Ook als je (nog) niet van plan bent om leraar te worden kan het een interessant keuzevak zijn omdat er veel aandacht is voor het verbeteren van je presentatie- en communicatievaardigheden, en je een goed beeld krijgt van wat het beroep van leraar inhoudt. Je volgt de cursus samen met studenten uit verschillende (verwante) opleidingen.
Vakcode Vaknaam 990006 Oriëntatie op het beroep van leraar: presentatie en communicatie
8.3
Stp. 10
Periode 4
Lerarenopleiding De universitaire lerarenopleiding leidt studenten op tot eerstegraads bevoegd docent in het voortgezet onderwijs. In voltijdvariant is dit een opleiding van één jaar (60 studiepunten) die volgt op een masteropleiding in het betreffende (school)vak. De opleiding bestaat voor de helft uit praktijk: een baan of stage op één of meer scholen voor voortgezet onderwijs. In de colleges wordt gewerkt aan thema's uit de algemene didactiek / pedagogiek en vakdidactiek, een praktijkonderzoek en keuzemodules. Daarbij is er steeds wisselwerking tussen theorie en eigen praktijkervaring. Als je de oriëntatiecursus niet hebt gevolgd, is het mogelijk om na een intakegesprek toch toegelaten te worden tot de lerarenopleiding. Deze mogelijkheid is er met name voor studenten die na de afronding van hun doctoraal- of masterstudie pas kiezen
Lerarenopleiding Duits
67
voor het beroep van leraar. Het wordt echter sterk aangeraden om de oriëntatiecursus tijdens je bachelor te volgen, om zo een bewustere keuze te kunnen maken.
8.4
Meer informatie Als je belangstelling hebt voor de oriëntatiecursus of de lerarenopleiding kun je contact opnemen met het onderwijssecretariaat van het Onderwijscentrum VU:
[email protected], tel. (020) 598 9222, kamer 1G-09 (G-vleugel hoofdgebouw). Hier is o.a. een uitgebreidere informatiebrochure op te halen. Meer informatie vind je ook op www.onderwijscentrum.vu.nl. Voor meer vakspecifieke vragen over de lerarenopleiding kun je contact opnemen met de vakdidacticus Duits, drs. Hans van Megen, e-mail:
[email protected].
68
Duitse taal en cultuur
9
9.1 9.1.1 naam code docent studiepunten contacturen periode doel inhoud werkwijze literatuur toetsing doelgroep opmerkingen
naam code docent studiepunten contacturen periode doel
inhoud werkwijze literatuur
toetsing doelgroep opmerkingen
Examenonderdelen
Duitse taal en cultuur (Ba) Eerste jaar Dui: Cultuurkunde 507018 prof.dr. B.N. Plachta 5 14 (14 werkcollege) 5 Inzicht verwerven in actuele culturele ontwikkelingen, alsmede training in mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid van het Duits Aan de hand van literaire en journalistieke teksten worden actuele onderwerpen uit de Duitstalige landen geanalyseerd en bediscussiëerd Werkcollege, referaten, actieve deelname aan discussies Theo Sommer (Hrsg.): Leben in Deutschland. Die Anatomie einer Nation. Ein Zeit-Buch. Köln: Kiepenheuer + Witsch 2004 Werkstuk-dossier 1e jaars studenten Duits, CIW • Vormt samen met Vertalen 1 (508025) een minor. • Inschrijven verplicht via TIS Dui: Inleiding in het hedendaags Duits 508024 dr. M.L.M.J. Vliegen 5 28 (28 werkcollege) 2 De student maakt kennis met enkele deelgebieden binnen de taalkunde van het Duits: fonologie, morfologie, syntaxis, woordsemantiek en pragmatiek. Hierbij komen met name op het gebied van de morfologie diachrone aspecten aan de orde. Fonologie, morfologie, syntaxis, woordsemantiek en pragmatiek, aan de hand van enkele niet te moeilijke artikelen Zelfstudie; tussentijdsoverleg met de docent • Abraham P. ten Cate, Peter Jordans, Phonetik des Deutschen. Eine kontrastiv deutsch-niederlänische Beschreibung für den Zweitspracherwerb. Groningen 2000. Publicatie van de afdeling Duits, RuG EUR 12,00 + EUR 2,50 verzendkosten. Bestellen via M. Vliegen • Syllabus Tentamen 1e jaars studenten Duits Inschrijven verplicht via TIS
naam Dui: Lesen, verstehen, analysieren code 507003 docent drs. C. Schloesser
Examenonderdelen
69
studiepunten contacturen periode doel
inhoud
literatuur toetsing doelgroep opmerkingen naam code docent studiepunten contacturen periode doel
inhoud
literatuur doelgroep opmerkingen
5 28 (28 werkcollege) 1 Kritische interactieve omgang met literaire teksten en literatuurhistorische vraagstelling in samenhang met literatuur- en cultuurgeschiedenis; inleiding in literatuurwetenschappelijke technieken in methodisch en praktisch opzicht en bewustwording van de eigen rol hierin Dit werkcollege leidt de wetenschappelijke omgang met de Duitse literatuur in. We willen ons de volgende vraag stellen: Wat is eigenlijk literatuur? We zullen ons echter ook over de literaire 'scène' in het verleden en heden informeren. Bovendien worden de stappen geoefend die voor de analyse van gedichten, romans en theaterstukken noodzakelijk zijn. Materiaal wordt door de docent verstrekt Opdrachten, mondeling tentamen aan het einde van periode 1 1e jaars studenten Duits, Literatuurwetenschap Inschrijven verplicht via TIS
Dui: Literatuur, hoogtepunten 18e-20e eeuw 507017 prof.dr. B.N. Plachta 5 28 (28 werkcollege) 1 en 2 Kritische interactieve omgang met literaire teksten en literatuurhistorische vraagstelling in samenhang met literatuur- en cultuurgeschiedenis; inleiding in literatuurwetenschappelijke technieken in methodisch en praktisch opzicht Dit college geeft een overzicht over de literaire en culturele geschiedenis van de Duitstalige landen sinds 1800. Centraal staan ook historische en sociale conteksten. Geanalyseerd worden belangrijke literaire werken uit verschillende periodes. Wolfgang Beutin u.a.: Deutsche Literaturgeschichte. Von den Anfängen bis zur Gegenwart; 6. Auflage, Stuttgart, Weimar: G.B. Metzler 2001 1e jaars studenten Duits, Literatuurwetenschap Inschrijven verplicht via TIS
naam code docenten studiepunten contacturen periode doel
Dui: Taalvaardigheid 1 508017 dr. M.L.M.J. Vliegen; drs. C. Schloesser 5 70 (70 college) 1 en 2 Verwerving van een taalvaardigheidsniveau dat de studenten in staat stelt om met succes aan de verdere opleiding Duitse taal en cultuur deel te nemen; het accent ligt op het verbeteren van de actieve spreekvaardigheid; verwerving van een basisgrammatica inhoud Training van uitspraak, spraak- en luistervaardigheid met behulp van audiovisuele middelen; kennismaking met grondbeginselen van de fonetiek; uitbreiding van de woordenschat; doelgerichte oefening zich academisch uit te drukken d.m.v. communicatietechnieken, zoals discussiëren,
70
Duitse taal en cultuur
werkwijze literatuur toetsing entreevoorwaarden doelgroep opmerkingen
naam code docent studiepunten contacturen periode doel inhoud
literatuur doelgroep blackboard opmerkingen
voorkennisvak naam code docent studiepunten contacturen periode doel inhoud
literatuur
argumenteren, presenteren, analyseren; een overzicht van de basisgrammatica Practicum, zelfstudie en werkcollege; mondelinge taalvaardigheid: 2 uur (C. Schlösser) en Grammatica: 3 uur (M.L.M.J. Vliegen) • Syllabus Uitspraak • Syllabus Grammatica Werkstuk en mondeling tentamen aan het einde van periode 2; toetsing grammatica aan het einde van periode 2 VWO 1e jaars studenten Duits en CIW • Dit college bevat een ICT-component • Inschrijven verplicht via TIS
Dui: Vertalen 1 508025 dr. M.L.M.J. Vliegen 5 28 (28 werkcollege) en instructiecollege 4 Beheersing van de moderne Duitse grammatica in praktijk en theorie Dieper ingaan op specifieke grammaticale thema's; het zich eigen maken van complexe grammaticale structuren door toegepaste oefeningen; de verschillen tussen de Nederlandse en Duitse grammatica worden in contrastief perspectief behandeld, waarbij vooral gebruik wordt gemaakt van vertaaloefeningen A.P. ten Cate/H.G. Lodder/A. Kootte, Deutsche Grammatik, Coutinho, ISBN 90 6283 082 X CIP 2e jaars studenten CIW Ja • Vormt samen met Vertalen 2 (508026) of Cultuurkunde (507018) een minor. • Inschrijven verplicht via TIS 508017 : Dui: Taalvaardigheid 1 Dui: Vertalen 2 508026 dr. M.L.M.J. Vliegen 5 28 (28 werkcollege) en instructiecollege 5 Beheersing van de moderne Duitse grammatica in praktijk en theorie Dieper ingaan op specifieke grammaticale thema's; het zich eigen maken van complexe grammaticale structuren door toegepaste oefeningen; de verschillen tussen de Nederlandse en Duitse grammatica worden in contrastief perspectief behandeld, waarbij vooral gebruik wordt gemaakt van vertaaloefeningen A.P. ten Cate/H.G. Lodder/A. Kootte, Deutsche Grammatik, Coutinho, ISBN 90 6283 082 X CIP
Examenonderdelen
71
toetsing Schriftelijk tentamen aan het einde van periode 5 doelgroep 1e jaars studenten Duits en 2e jaars studenten CIW blackboard Ja opmerkingen • Vormt samen met Vertalen 1 (508025) een minor. • Inschrijven verplicht via TIS voorkennisvak 508017 : Dui: Taalvaardigheid 1 naam code docent studiepunten contacturen periode doel inhoud literatuur
Dui: Vocabulaire 508023 dr. M.L.M.J. Vliegen 5 1 (1 college) 1 en 2 Uitbreiding van de woordenschat 2.000 items basis woordenschat J. Schneider, Neuer Deutscher Wortschatz, Groningen: Wolters-Noordhoff, ISBN 90 0178 8041 toetsing Schriftelijk aan het einde van periode 2 doelgroep 1e jaars studenten Duits en 2e jaars studenten CIW opmerkingen Inschrijven verplicht via TIS naam code docent studiepunten contacturen periode doel
inhoud
literatuur
toetsing doelgroep opmerkingen
72
Dui: Woord en zin 508021 dr. M.L.M.J. Vliegen 5 28 (28 werkcollege) 4 Dit college beoogt enerzijds bewust te maken met alle facetten van lexicale kennis, anderzijds een attitude te ontwikkelen met betrekking tot de verwerving van deze kennis; dit college beoogt kennis van en inzicht in de beginselen van de zinsbouw van het Duits bij studenten aan te brengen Het onderdeel Lexicon valt in twee delen uiteen. Het ene deel vormt het bestuderen van de syllabus Studiehandboek Lexvaardigheid, het andere een aantal door de student(e) zelf te vervaardigen uitwerkingen van de begrippen in het studiehandboek van Lexvaardigheid. Dit laatste dient met behulp van de computer te gebeuren. Hiervoor is ook elke week een begeleidingsuur ingeroosterd; daarnaast zul je herhaaldelijk gebruik moeten maken van woordenboeken als Langenscheidt's Wörterbuch DaF (bij voorkeur) en Duden Universalwörterbuch (bibliotheek) en de Van Dale vertaalwoordenboeken. Deze zijn in de bibliotheek te vinden. Inleiding in de traditionele ontleding van het Duits. • M.Hannay/M.Vliegen/T.Greidanus, Van woorden weten, 2004 Bussum, Coutinho ISBN 90 6283 4140 • J. van Megen, Syntax der deutschen Gegenwartssprache, ISBN 90 5750 0736, uitg. Tandem Felix, Nijmegen Werkstuk, tentamen 1e jaars studenten Duits, CIW • Dit college bevat een ICT-component • Inschrijven verplicht via TIS Duitse taal en cultuur
naam code coördinator docenten studiepunten contacturen periode doel inhoud
werkwijze literatuur
toetsing doelgroep
blackboard opmerkingen naam code docenten studiepunten contacturen periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing doelgroep opmerkingen
Let alg: Algemene taalwetenschap, inleiding 500011 dr. B.L.J. Los dr. B.L.J. Los; dr. J. Noordegraaf; drs. C. Blom 5 21 (21 college) 4 Basiskennis van taalwetenschap als fundament voor de studie van een specifieke taal of een taalwetenschappelijke specialisatie. Kennismaking met de wetenschappelijke bestudering van een taal door analyse van de 'bouwstenen' van taalsystemen; kennismaking met 'de talen van de wereld' en taalverandering. 1 uur hoorcollege, 2 uur werkcollege waarin gemaakte opdrachten worden besproken. Tserdanelis, Georgios & Wai Yi Peggy Wong, eds. (2004) The Language Files: Materials for an Introduction to Language and Linguistics. 9th Edition. Columbus: Ohio State University Press Schriftelijk tentamen aan het einde van de periode Verplicht voor 1e jaars studenten Taalwetenschap, Engels, Duits, Frans, Nederlands, Oudheidkunde (Grieks en Latijn) en Artificiële Intelligentie; 3e jaars studenten Oudheidkunde (Assyriologie) Ja Inschrijven verplicht via TIS Let alg: Inleiding in de literatuurwetenschap 500006 prof.dr. D.H. Schram; dr. J.J.M. van Stralen 5 21 (21 college) 5 Het college beoogt een oriëntatie te geven over thema's en de manieren waarop deze benaderd kunnen worden binnen de literatuurwetenschap en over lopende discussies op dat vakgebied. De volgende onderwerpen komen onder meer aan de orde: het literatuurbegrip, de interpretatie en de canon, de literatuurgeschiedschrijving en het literatuur-historisch onderzoek, de literatuurpsychologie en de literatuursociologie, de literaire kritiek en intertekstualiteit. Per week is er 2 uur hoorcollege voor de gehele groep; daaraan aansluitend een facultatief vragenuurtje. • Studiehandleiding • Reader Schriftelijk tentamen over de gehele stof Verplicht voor 1e jaars studenten Duits, Frans, Nederlands, ACW, Engels; 2e jaars studenten Geschiedenis en CIW Inschrijven verplicht via TIS
Examenonderdelen
73
naam code coördinator studiepunten contacturen periode doel inhoud
literatuur
toetsing doelgroep opmerkingen
MTC: Academische vaardigheden A t/m C 512002 dr. M.J.E. van Tooren 5 46 (46 hoorcollege) werk- en instructiecollege 1 en 2 Aanleren van de vaardigheden zoeken en beoordelen van wetenschappelijke informatie, mondeling presenteren, schriftelijk presenteren. In elke studie Letteren wordt van de studenten verwacht dat ze zich datgene, wat er op een vakgebied aan kennis en inzichten aanwezig is, eigen kunnen maken en dat ze daarbij hun weg kunnen vinden in relevante literatuur of relevant beeldmateriaal. Bovendien zullen ze de uitkomsten van hun eigen onderzoek op een voor anderen begrijpelijke en toegankelijke manier moeten kunnen presenteren: in de vorm van een werkstuk, scriptie, een referaat of een presentatie. Tijdens de cursus Academische Vaardigheden zullen de studenten de vaardigheden aan kunnen leren die bij deze verwachtingen en eisen horen. De cursus bestaat uit drie onderdelen, verdeeld over twee periodes. In periode 1 komt het onderdeel Zoeken en beoordelen van wetenschappelijke informatie (5020021) aan de orde, in periode 2, 4 of 5 (afhankelijk van de opleiding) de onderdelen Mondeling Presenteren (5020022) en Schriftelijk Presenteren (5020023). Zie verder de beschrijving per onderdeel. • Reader • Werkboek Zoeken en beoordelen van wetenschappelijke informatie • Werkboek Presenteren Opdrachten tijdens college; mondelinge presentatie; werkstuk 1e jaars studenten Duits, Engels, Frans, Literatuurwetenschap en Nederlands Inschrijven verplicht via TIS
naam code coördinator docenten studiepunten contacturen periode doel
MTC: Acva A, zoeken en beoordelen van wetenschappelijke informatie 5120021 dr. M.J.E. van Tooren dr. N.H. van Gessel; vacature; dr. M.J.E. van Tooren 0 21 (14 practicum, 7 hoorcollege) 1 Aanleren van vaardigheden op het gebied van het zoeken en beoordelen van wetenschappelijke informatie en het kritisch analyseren van geschreven en niet-geschreven bronnen. inhoud In het eerste deel van deze cursus worden de studenten allereerst vertrouwd gemaakt met de inrichting en organisatie van de bibliotheek van de VU (UBVU) en met de conventies rond het beschrijven en opslaan van bibliografische gegevens en van beeldmateriaal. Vervolgens komen allerlei elektronische vormen van informatievergaring aan de orde: on line zoeken in verschillende bibliografische catalogi en het zoeken van wetenschappelijke informatiebronnen op het World Wide Web. Speciale aandacht zal daarbij besteed worden aan het beoordelen van de wetenschappelijke kwaliteit van websites.
74
Duitse taal en cultuur
werkwijze literatuur toetsing entreevoorwaarden doelgroep blackboard opmerkingen
naam code coördinator docent studiepunten contacturen periode doel inhoud
literatuur toetsing doelgroep opmerkingen
Wie in het kader van een werkstuk, collegeopdracht of scriptie onderzoek doet, wordt voortdurend geconfronteerd met allerlei soorten feiten, kennis en interpretaties waarvan de waarde niet op voorhand vaststaat. In het tweede deel van de cursus maken de studenten kennis met allerlei technieken waarmee redeneringen, argumentaties, interpretaties, e.d. kritisch kunnen worden geanalyseerd. Speciale aandacht zal daarbij worden geschonken aan het kritisch analyseren van diverse soorten beeldmateriaal en aan de rol van illustraties bij de interpretatie van tekst. De deelnemers kunnen zich met behulp van tekst- en beeldmateriaal in het werkboek steeds oefenen in de analysetechnieken die op het college aan de orde komen. Hoorcolleges; computerpractica en werkcolleges waarin oefeningen worden gemaakt en opdrachten worden uitgevoerd • Werkboek Zoeken en beoordelen van wetenschappelijke informatie • Digitaal materiaal dat beschikbaar wordt gemaakt via blackboard Beoordelingsopdrachten Basisvaardigheden computergebruik (Windows, Word, Internet Explorer, email) 1e jaars studenten Duits, Engels, Frans, Literatuurwetenschap en Nederlands Ja • Op blackboard is m.b.v. een aantal checklists na te gaan of je over de vereiste basisvaardigheden beschikt. Daar staat ook hoe jeje daarin eventueel kunt bekwamen. • Inschrijven verplicht via TIS
MTC: Acva B, mondeling presenteren 5120022 dr. M.J.E. van Tooren Diverse docenten 0 14 (14 werkcollege) 2, 4 en 5 Herkennen en toepassen van vaardigheden die van belang zijn voor het houden van effectieve mondelinge presentaties. Aan de orde komen uiteenlopende aspecten van het mondeling presenteren: de voorbereiding, de vormgeving en de structuur van een mondelinge presentatie, maar ook het omgaan met sprekersangst en met vragen uit het publiek. Daarnaast oefenen de studenten zich in niet-talige apecten van een presentatie, het gebruik van hulpmiddelen, en het geven van feedback. Tijdens het college bereiden de deelnemers stap voor stap een eigen mondelinge presentatie voor, die ze uiteindelijk ook voor de groep over het voetlicht brengen. Werkboek Presenteren Opdrachten tijdens college; mondelinge presentatie 1e jaars studenten Duits, Engels, Frans, Literatuurwetenschap en Nederlands • Afhankelijk van de opleiding is dit onderdeel in periode 2, 4 of 5 • De studiepunten voor de cursus Academische vaardigheden worden pas na afronding van alle onderdelen toegekend. • Inschrijven verplicht via TIS
Examenonderdelen
75
naam code coördinator docent studiepunten periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing doelgroep opmerkingen
MTC: Acva C, schriftelijk presenteren 5120023 dr. M.J.E. van Tooren Diverse docenten 0 2 Aanleren van vaardigheden op het gebied van schriftelijk presenteren. Aan de hand van praktische oefeningen op college en met behulp van een werkboek komen op dit college alle aspecten van het schrijfproces aan de orde, vanaf het eerste idee tot de laatste tekstrevisie. De deelnemers houden zich bezig met de organisatie van een tekst, principes van tekststructurering en lezersgerichtheid, maar ook met meer algemene zaken als de aanpak van de schrijftaak, handige en minder handige schrijfstrategieën en het omgaan met schrijfblokkades. Bovendien voeren de deelnemers zelf ook een schrijfopdracht uit op basis van aangereikt materiaal. Deze mondt na algemene besprekingen en een individuele bespreking met de docent uit in een werkstuk dat aan het eind van periode twee moet zijn ingeleverd. Waar nodig kunnen de studenten ook nog op eigen gelegenheid de hulp inroepen van COACH , een computerprogramma met extra schrijfvaardigheidsoefeningen. Hoor- en werkcollege Werkboek Presenteren Opdrachten tijdens college, werkstuk 1e jaars studenten Duits, Engels, Frans, Literatuurwetenschap en Nederlands • Afhankelijk van de opleiding is dit onderdeel in periode 2, 4 of 5 • De studiepunten voor de cursus Academische vaardigheden worden pas na afronding van alle onderdelen toegekend • Inschrijven verplicht via TIS
9.1.2 naam code docent studiepunten contacturen periode doel
Tweede jaar Alw: Art and Society b 531165 dr S.E. Jensen 5 28 (28 werkcollege) 1 Aan het eind van de cursus heb je inzicht in moderne theorieën over de sociale functie van kunst en de relatie tussen kunstwerken en de sociale contexct waarin ze tot stand komen. Je kunt de theorieën kritisch toepassen op concrete kunstwerken. inhoud Hoe representeert een kunstwerk de maatschappij waarin het tot stand kwam? Hoe reageert kunst op sociale veranderingen en hoe anticipeert het daarop? Speelt kunst een speciale rol als experimenteerruimte waarin nieuwe ideeën en waarden hun uitdrukking vinden? Welke relatie is er tussen literatuur en maatschappij? Dit soort vragen spelen een rol in deze cursus. De nadruk ligt op een aantal recente theorieën uit de literatuurwetenschap, kunstgeschiedenis, antropologie, taalkunde en wetenschapsstudies waarin de relatie tussen kunst en maatschappij wordt gelegd. Deze theorieën zullen we
76
Duitse taal en cultuur
werkwijze literatuur
toetsing doelgroep opmerkingen
toepassen op een aantal specifieke kunstwerken (met nadruk op literaire werken). Om de relatie tussen kunst en maatschappij te bestuderen zullen we bijzondere aandacht besteden aan werken die om één of andere reden een 'schandaal' veroorzaakten of gecensureerd werden. Actieve deelname De complete literatuurlijst is beschikbaar aan het begin van de cursus. Het bevat: • Alice Walker, The Color Purple (1982) • Percival Everett, Erasure (2001) • Gustave Flaubert, Madame Bovary (1875) • J.M. Coetzee, Disgrace (1999) • Salman Rushdie, The Satanic Verses (1988) Aangeraden wordt een aantal vooraf te lezen Actieve deelname aan discussie; een schriftelijke opdrachten tijdens de cursus; een referaat; een individueel geschreven eindwerkstuk 3e jaars studenten Duits en 2e jaars studenten ACW met disciplinepad Grafische vormgeving • Dit is het eerste deel van het 10-puntsvak Art and Society (531107) • 2e jaars studenten ACW met discpline pad Grafische vormgeving doen een aanvullende literatuuropdracht van 5 stp. (531170) in periode 5 • Inschrijven verplicht via TIS
naam code docent studiepunten periode inhoud
Dui: Buitenlandverblijf Marburg, jaar 2 507503 prof.dr. B.N. Plachta 20 4 en 5 De in Marburg te volgen onderdelen bestaan voor 1/3 uit onderdelen uit de afdeling Germanistik (Fachbereich 09), in gelijke delen letterkunde, taalkunde en taalverwerving, voor 2/3 uit onderdelen uit de afdelingen Geschichte und Kulturwissenschaften (Fachbereich 06), Kunstwissenschaften (Fachbereich 09) of Fremdsprachliche Philologien (Fachbereich 10). Aangezien cursussen in Marburg steeds maar voor één jaar gegeven worden, op de taalverwerving na, kan de precieze inhoud pas kort voor vertrek worden besproken. doelgroep 2e jaars studenten Duits opmerkingen Inschrijven verplicht via TIS naam code docent studiepunten contacturen periode doel
Fil: Schijn en werkelijkheid 544117 dr. M.F. Willemsen 5 34 (6 werkcollege, 28 hoorcollege) 2 Het algemene doel van de wijsgerige vorming in de letterenfaculteit is om studenten: (1) kennis te laten maken met hoofdfiguren en kernthema's uit de geschiedenis van de filosofie; (2) inzicht te geven in filosofische problemen die zich voordoen in de studiegebieden die in de Faculteit der Letteren
Examenonderdelen
77
inhoud
literatuur toetsing doelgroep blackboard opmerkingen
worden behartigd; (3) bewust te maken van levensbeschouwelijke perspectieven of basale overtuigingen die bij het bedrijven van wetenschap meespelen. De specifieke doelen van de collegereeks Schijn en werkelijkheid zijn: kennismaking met enkele belangrijke figuren en stromingen uit de westerse filosofie; inzicht in de thematiek van schijn en werkelijkheid. In de geschiedenis van de (westerse) filosofie, van Plato tot en met het postmoderne denken, is de thematiek van schijn en werkelijkheid voortdurend aan de orde. Wat is echt? Wat is blijvend? Wat is waarheid? In de collegereeks worden denkers behandeld die op deze vraag invloedrijke antwoorden hebben gegeven: o.a. Plato, Aristoteles, Thomas van Aquino, Descartes, Schopenhauer, Nietzsche, Wittgenstein, Lyotard. In het licht van de vraag naar schijn en werkelijkheid kunnen diverse andere vragen worden gesteld: Wat is betrouwbare kennis? Wat is de bijdrage van taal als het gaat om kennis? Hoe verhouden taal en werkelijkheid zich tot elkaar? Welke rol speelt de verbeelding als het gaat om kennis? Wat hebben kunstwerken ons te zeggen over de werkelijkheid? Hoe kan fictie (romankunst, filmkunst) ons zicht geven op de werkelijkheid? Deze vragen worden behandeld in de hoorcolleges. In de werkgroepen krijgen enkele denkers extra aandacht (met name Plato en Nietzsche) en worden de hoofdvragen uit de hoorcolleges verder uitgediept. Reader Schijn en werkelijkheid Enkele korte essays (in samenhang met de werkcolleges); schiftelijk tentamen Verplicht voor 2e jaars studenten Frans, GLTC, Nederlands, Engels, Duits, CIW, Literatuurwetenschap en Taalwetenschap; keuze voor Geschiedenis Ja • Aanwezigheidsplicht bij de werkcolleges • Bij deze cursus wordt intensief gebruikgemaakt van blackboard • Deze cursus valt in grote lijnen samen met de cursus Geschiedenis van de filosofie/filosofie van taal en tekst (544112) zoals gegeven in het cursusjaar 2004-2005 maar verschilt radicaal van de filisofiecursussen die in de jaren daarvoor werden gedoceerd. Studenten die de cursus vóór 2004 hebben gevolgd en alsnog willen afronden dienen contact op te nemen met de docent • Inschrijven verplicht via TIS
naam code docent studiepunten contacturen periode doel
Let alg: Methodologie moderne talen en culturen 500411 prof.dr. D.H. Schram 5 28 (28 college) 1 Het leren onderkennen van de kenmerken en vooronderstellingen, van de voor- en nadelen van verschillende typen onderzoek in de letterkundestudie; Het leren beoordelen van bestaand onderzoek; Het leren formuleren van een onderzoeksvraag en het kunnen aangeven van de wijze waarop die vraag beantwoord kan worden. inhoud Er zijn verschillende typen literair/letterkundig onderzoek.
78
Duitse taal en cultuur
werkwijze literatuur toetsing doelgroep
opmerkingen
Gemeenschappelijk is dat het gaat om een probleem- en vraagstelling, dat er een bepaalde methode wordt gehanteerd om dit probleem op te lossen en deze vraag te beantwoorden, en dat er sprake is van een wetenschappelijke en/of maatschappelijke relevantie. De kenmerken en vooronderstellingen, en de voor- en nadelen van de verschillende typen onderzoek worden uitvoerig aan de orde gesteld. Het gaat daarbij globaal gesproken om historisch, interpretatief en empirisch onderzoek. Deze typen onderzoek worden besproken aan de hand van voorbeelden uit de Engelse, Nederlandse, Franse en Duitse letterkunde en de Literatuurwetenschap. In het onderzoek, en dus in het college, spelen literaire theorieën een rol. Welk soort theorieën zijn er, om welke theorieën gaat het, hoe functioneren ze in het onderzoek? Verder komen thema's aan de orde als het onderscheid tussen fundamenteel en toegepast onderzoek, kwalitatief en kwantitatief onderzoek, wetenschappelijke benaderingen en niet-wetenschappelijke benaderingen. Afwisselend hoor- en werkcolleges; op de werkcolleges worden voorbeelden van onderzoek en werkstuukken van de studenten besproken. Reader Actieve deelname aan de colleges, enkele schrijfopdrachten en een eindwerkstuk Verplicht voor 3e jaars studenten Nederlands (letterkunde); 2e jaars studenten Duits, Engels, Frans, Nederlands en Taalwetenschap kiezen dit onderdeel of Let alg: Methodologie van empirisch onderzoek (500410) • 2e jaars studenten uit de afdeling Moderne Talen en Culturen (m.u.v. studenten Literatuurwetenschap) kiezen uit de twee methodologieonderdelen die in het domein worden aangeboden en die op letterkunde resp. taalkunde zijn georiënteerd. Het onderdeel Methodologie met betrekking tot literair/letterkundig onderzoek bouwt voort op de Inleiding Literatuurwetenschap uit jaar 1 • Inschrijven verplicht via TIS
naam code docent studiepunten contacturen periode doel
Let alg: Methodologie van empirisch onderzoek 500410 drs. G. Mulder 5 28 (8 werkcollege, 20 hoorcollege) 1 Je kent de principes achter drie hoofdsoorten van empirisch onderzoek (experimenteel, survey en case-study). Je bent in staat verantwoorde keuzes te maken bij het opzetten en uitvoeren van dergelijk onderzoek. Je kunt de kwaliteit van onderzoek van anderen beoordelen. Je kunt de vertaalslag maken van onderzoeksvragen naar getallen. Je kunt getalsmatige informatie in het onderzoek van anderen begrijpen. inhoud In de eerste vier hoorcolleges wordt een algemene inleiding gegeven op de kenmerken van empirisch onderzoek. In deze hoorcolleges wordt je een kader aangereikt waarbinnen je de drie hoofdsoorten van empirisch onderzoek (experimenteel onderzoek, survey-onderzoek en case-study) kunt plaatsen. Deze vormen worden in het vijfde, zesde en zevende hoorcollege uitgediept. Bij al deze hoorcolleges vormt het boek de leidraad. Omdat het
Examenonderdelen
79
werkwijze literatuur
toetsing entreevoorwaarden doelgroep
blackboard opmerkingen
naam code coördinatoren docenten
studiepunten contacturen periode doel
inhoud
80
boek een sociaal-wetenschappelijke invalshoek heeft, worden parallel lopend aan hoorcollege 5,6 en 7 drie werkcolleges gegeven, waarin wordt ingegaan op een taalkundige invulling van elk van de drie onderzoekssoorten. Bij elk onderdeel wordt een casus besproken. Aan de hand van de casus wordt de behandelde theorie toegepast. Parallel lopend aan de eerste drie hoorcolleges wordt een inleiding gegeven in de descriptieve statistiek. Achtereenvolgens komen aan de orde: de visualisering, de aggregatie en de evaluatie van kwantitatieve gegevens. Tijdens de cursus wordt gebruik gemaakt van hoorcolleges en werkcolleges. • 't Hart, H., J. van Dijk, M. de Goede, W. Jansen en J. Teunissen, Onderzoeksmethoden, Amsterdam 1998; Boom 4e druk • Bij de werkcolleges wordt gebruik gemaakt van een reader met aanvullende literatuur over onderzoekstechnieken en descriptieve statistiek. Tentamen 1e jaar (voor 2e jaars studenten) of eerste 2 jaar bachelorprogramma (voor 3e jaars studenten) Verplicht voor 2e jaars studenten CIW, 3e jaars studenten Nederlands (taalbeheersing en taalkunde); 2e jaars studenten Literatuurwetenschap, Duits, Engels, Frans, Nederlands en Taalwetenschap kiezen dit onderdeel of Let alg: Methodologie moderne talen en culturen (500411) Ja • 2e jaars studenten uit de afdeling Moderne Talen en Culturen (m.u.v. studenten Literatuurwetenschap) kiezen uit de twee methodologieonderdelen die in het domein worden aangeboden en die op letterkunde resp. taalkunde zijn georiënteerd. • Gedurende de cursus kan een bonuspunt worden behaald bij voldoende individuele en groepsmatige participatie. • Inschrijven verplicht via TIS
Let alg: Middeleeuwse verhalenschat 500024 drs. J.F. van der Meulen; dr. S. Corbellini prof.dr. K. Goudriaan; dr. J.J. van Moolenbroek; dr. R.M.T. Zemel; drs. J.F. van der Meulen; dr. S. Corbellini; dr. H. Aertsen; drs. I.B.S. van Koningsbruggen; prof.dr. A.A. den Hollander; dr. Y.L. Bleyerveld 10 28 (28 hoorcollege) 4 en 5 Dit interdisciplinaire college beoogt een kennismaking met de vele facetten van middeleeuwse cultuur aan de hand van verschillende vertelvormen, zoals exempla, raamvertellingen, prenten en miniaturen. Er zijn bijdragen vanuit de theologie, de algemene, de kunst- en de literatuurgeschiedenis (Frans, Engels en Nederlands). De rijkdom aan middeleeuwse vertelvormen staat in dit college centraal. Heksen, heiligen, ronddolende ridders, pilgrims op voettocht naar Canterbury, vrome monniken en sluwe minnaars bevolken middeleeuwse teksten, maar worden ook in prenten en miniaturen afgebeeld. Beroemde Duitse taal en cultuur
literatuur entreevoorwaarden doelgroep opmerkingen
naam code coördinator docenten studiepunten contacturen periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing
doelgroep blackboard opmerkingen
raamvertellingen, zoals Chaucers Canterbury Tales, Boccaccios Decamerone en de Roman de la Rose worden onder de loep genomen, maar aandacht wordt ook geschonken aan andere "dragers", zoals kerkgebouwen en aan muziek. Reader met teksten en artikelen 1e jaar bachelor Letteren 2e en 3e jaars studenten Letteren met belangstelling voor de Middeleeuwen • Dit is een minor • Inschrijven verplicht via TIS
Let alg: Taalgebruikstheorie 500013 prof.dr. T.A.J.M. Janssen prof.dr. F. Hinskens; vacature; drs. C.N. Versluis; prof.dr. T.A.J.M. Janssen; drs. M.C.G. Schasfoort; prof.dr. W.P.M.S. Spooren; dr. D.M.F. Torck 5 26 (26 college) 4 Door kennis te maken met wetenschappelijke benaderingen van taalgebruik ontwikkel je inzicht in hoe mensen zich talig gedragen. Je leert hoe je je tegenover je eigen taalgebruik en dat van anderen analytisch en kritisch op kunt stellen. Je zult je er daarbij van bewust worden dat waarden en normen voor taalgedrag in je eigen sociale omgeving sterk kunnen verschillen van de waarden en normen in andere maatschappelijke verbanden. Je maakt kennis met opvattingen over en inzichten in taalgebruik. De centrale gedachte is dat taalgebruikers hun taalgebruik - en daardoor hun taal - afstemmen op hun gesprekspartners: taalgebruik komt in interactie tot stand. Het college zal inzicht geven in wat taalgebruikers doen, in de wijze waarop ze handelen en in de vraag waarom ze doen wat ze doen. Je maakt kennis met begrippen die van belang zijn voor verdere studies in de taalkunde en taalbeheersing en voor het onderwijs in de taalvaardigheid. Verder maak je kennis met methodes om taalgebruik te onderzoeken. Daarvoor moet je onder andere gespreksmateriaal verzamelen en een analyse maken van enkele taalgebruiksaspecten. Er zijn zeven hoorcolleges van twee uur, twee practicumcolleges van ieder twee uur en vier werkcolleges van twee uur. De practicumcolleges moeten gevolgd worden om de opdrachten voor het werkdossier te kunnen maken. Theo Janssen (ed.), Taal in gebruik. Een inleiding in de taalwetenschap, Den Haag: Sdu Uitgevers, 2002 Een schriftelijk tentamen in de laatste week van de collegeperiode (1/2 van het cijfer); een individueel werkstukdossier (1/2 van het cijfer). Het dossier bevat een uitwerking van verschillende opdrachten die op de blackboardsite te vinden zijn. Ze kunnen in de collegevrije weken in juni gemaakt worden. Zowel voor het tentamen als voor het werkstukdossier moet een voldoende behaald worden. Verplicht voor 1e jaars studenten CIW en Nederlands. Naar keuze voor studenten die geïnteresseerd zijn in menselijke communicatie. Ja. Toegang na inschrijving via TIS • Het vak vormt samen met Vlootschouw (505002) of Inleiding Algemene taalwetenschap (500011) een minor.
Examenonderdelen
81
•
naam code coördinator docenten studiepunten contacturen periode doel
Inschrijven verplicht via TIS. Daarbij geeft iedere student zelf via TIS aan in welke groep hij/zij bij voorkeur ingedeeld wil worden.
doelgroep
Let alg: West-Europese literatuurgeschiedenis 500030 prof.dr. L.H. Hoek prof.dr. L.H. Hoek; dr. J.H.C. Bel; prof.dr. R.J. Lyall; prof.dr. D.H. Schram 5 28 (28 college) 4 Verwerving van kennis van en inzicht in de belangrijkste periodes en stromingen vanaf de Middeleeuwen tot heden binnen de West-Europese literatuurgeschiedenis. De nadruk ligt op de Franse, Duitse, Engelse en Nederlandse literatuur. Literaire teksten uit een bepaalde periode worden op grond van gedeelde stijlkenmerken, thematiek en heersende literatuuropvattingen traditiegetrouw in stromingen, bewegingen, scholen, generaties of perioden ingedeeld. Middeleeuwen, Renaissance, Barok, Classicisme, Verlichting, Romantiek, Realisme & Naturalisme, Sensitivisme & Decadentie, Symbolisme, Historische Avant-garde, Modernisme, Existentialisme & Absurdisme en Post-modernisme overstijgen grotendeels de grenzen van de nationale literaturen en laten zich dus goed vergelijken in de diverse landen. Maar er zijn ook onmiskenbare verschillen in literaire ontwikkelingsgang tussen de nationale literaturen. In deze cursus worden belangrijke en karakteristieke primaire en secundaire teksten en tekstfragmenten uit de West-Europese literatuurgeschiedenis in hun literair-historische en literatuurbeschouwelijke (poëticale) samenhang besproken. Van iedere literaire stroming of periode wordt één literaire tekst (of een aantal gedichten) in het bijzonder behandeld (Literaire Hoogtepunten). Deze stromingen zetten zich tegen elkaar af of liggen in elkaars verlengde. Bij de bespreking van elke stroming of periode komen alle vier de literaturen in meer of mindere mate aan bod. Deze cursus van 4 contacturen per week gedurende één periode beslaat in het totaal 28 college-uren. Iedere week (behalve de eerste) wordt één WestEuropese literaire stroming of periode behandeld. Eerst wordt in een dubbel hoorcollege een stroming of periode in zijn literair-historische, sociale en filosofische context geplaatst en worden de kenmerken ervan gesignaleerd aan de hand van een aantal voorbeelden ontleend aan de verschillende WestEuropese literaturen. Vervolgens wordt later in de week gedurende één college-uur een literaire kerntekst, die karakteristiek geacht wordt voor de die week beproken stroming of periode gepresenteerd. In het andere uur worden de genre-kenmerken van de stroming of periode die in de hoorcolleges zijn behandeld, besproken en ter discussie gesteld aan de hand van een aantal fragmenten uit de reader. Reader Actieve participatie en een werkstuk Minimaal goede passieve kennis van het Nederlands en het Engels en bereidheid om desnoods met behulp van een vertaling, de Franse en Duitse teksten te lezen. 2e jaars studenten Duits
82
Duitse taal en cultuur
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing entreevoorwaarden
opmerkingen
• •
Dit is het eerste deel van het 10-puntsvak over periode 4 en 5 (500007) alleen bestemd voor studenten Duits Inschrijven verplicht via TIS
naam code studiepunten periode opmerkingen
Minor 500504 10 4 en 5 • Onderdelen in te vullen, onder voorafgaande goedkeuring van de examencommissie, naar keuze van de student van 3x 10 stp, waarvan 10 stp gekozen mogen worden uit het aanbod van de opleiding, maar buiten de eigen specialisatie. • Een overzicht van het facultaire minoraanbod is te vinden in de paragraaf Facultair minoraanbod. De vakbeschrijvingen zijn te vinden op internet: http://www.studiegids.nl
9.1.3 naam code docent studiepunten contacturen periode doel
Tweede en derde jaar Dui: Deutsch-niederländische Kulturkontraste 507144 prof.dr. B.N. Plachta 5 28 (28 werkcollege) 2 Kennismaking met de verschillende aspekten van de Duits-Nederlandse cultuurbetrekkingen. Bewustwording van de cultuur- en waardenmultipliciteit Tijdens dit college worden de Duits-Nederlandse betrekkingen vanuit verschillende invalshoeken bekeken. Thema's: bijvoorbeeld Clingendaelstudie/EMNID-Umfrage, toerisme, economie, politiek/culturele samenwerking Referaat, werkstuk Friso Wielenga: Van vijand tot bondgenoot. Nederland en Duitsland na 1945. Amsterdam: Uitgeverij Boom 1999 Werkstuk-dossier 2e en 3e jaars studenten Duits, Literatuurwetenschap, CIW Inschrijven verplicht via TIS
inhoud
werkwijze literatuur toetsing doelgroep opmerkingen naam code docent studiepunten contacturen periode doel inhoud
Dui: Semantiek 508128 dr. M.L.M.J. Vliegen 5 28 (28 werkcollege) 2 Inleiding in de woord- en zinssemantiek Inzicht in vraagstukken van de hedendaagse semantiek aan de hand van voorbeelden en opdrachten met betrekking tot het Duits: concepten, betekenis, prototypen, woordvelden, referentie, compositionaliteit, predicatenlogica literatuur Schwarz, M.u.a., Semantik. ISBN 0 941-8105
Examenonderdelen
83
toetsing entreevoorwaarden doelgroep opmerkingen naam code docent studiepunten contacturen periode doel
inhoud
literatuur toetsing doelgroep opmerkingen
Werkstuk Inleiding in de Taalwetenschap, Germanistische Sprachwissenschaft 2e en 3e jaars studenten Duits en 3e jaars studenten CIW Inschrijven verplicht via TIS
Dui: Tekstanalyse en wetenschappelijk schrijven 508123 prof.dr. B.N. Plachta 5 28 (28 werkcollege) 1 Kritische omgang met verschillende interpretatie-methodes, het verwerven van vaardigheden voor de opbouw en het schrijven van twee kleinere in het Duits te formuleren opstellen Dit werkcollege beoogt de verdieping van fundamentele literatuurwetenschappelijke technieken in methodisch en praktisch opzicht. Uitgangspunt vormen concrete teksten van primaire aard (reader) die steeds onder bepaalde theoretische aspecten door de deelnemers geanalyseerd moeten worden. Geoefend worden tevens vaardigheden in de omgang met diverse vormen van wetenschappelijke tekstproductie. Wordt tijdens college uitgereikt Opdrachten tijdens college 2e en 3e jaars studenten Duits, Literatuurwetenschap Inschrijven verplicht via TIS
9.1.4 naam code docent studiepunten contacturen
Derde jaar Dui: Oostenrijk 507145 prof.dr. B.N. Plachta 5 7 (7 werkcollege) en ICT periode 1 doel Kritische interactieve omgang met literaire teksten en literatuurhistorische vraagstelling in samenhang met literatuur- en cultuurgeschiedenis; inleiding in literatuurwetenschappelijke technieken in methodisch en praktisch opzicht en bewustwording van de eigen rol hierin. inhoud In dit college zullen de studenten na een korte inleiding in inhoud en methode zelfstandig een zestiental opdrachten moeten uitvoeren naar aanleiding van het door het Oostenrijkse 'Bundesministerium für Bildung, Wissenschaft und Kultur' in opdracht gegeven ICT-projekt 'Österreichische Schriftstellerinnen und Schriftsteller des Exils seit 1993' (www.literaturepochen.at/exil) dat deel uitmaakt van het project 'Österreichische Literatur und Kultur im historischen Prozess'. De door de studenten uitgevoerde opdrachten zullen door de begeleidende docent worden gecorrigeerd en geëvalueerd. Het ICT-project biedt aan de hand van een veertigtal eenheden (gestructureerd naar 'Überblicke', 'Porträts', 'Praxisfelder' alsmede een virtueel 'Museum') een breed overzicht over literaire, culturele, historische en geografische aspekten van de Oostenrijkse
84
Duitse taal en cultuur
literatuur toetsing doelgroep opmerkingen
naam code docent studiepunten periode doel
inhoud werkwijze literatuur toetsing entreevoorwaarden doelgroep naam code docent studiepunten periode doel
inhoud werkwijze literatuur toetsing entreevoorwaarden doelgroep naam code docent studiepunten
emigrantenliteratuur na 1933. Met behulp van 'Stichwörter', een (multimediaal opgezette) 'Mediathek'en een 'Lexikon' kan additionele informatie worden vergaard. relevante externe 'links' bieden toegang tot het World Wide Web. www.literaturepochen.at/exil Opdrachten (3 'Praxisfelder', 3 'Porträts', 3 'Überblicke', 1 'Museum' naar keuze) 2e en 3e jaars studenten Duits, Literatuurwetenschap • Contacturen zijn incidenteel, doch in ieder geval aan het begin en aan het eind van het college • Inschrijven verplicht via TIS
Dui: Scriptie letterkunde (Ba) 507451 prof.dr. B.N. Plachta 10 5 In staat zijn een in overleg vastgesteld probleemcomplex te analyseren en een onderzoeksmethode vast te stellen; accurate uitvoering van het onderzoek; kritische omgang met de secundaire literatuur; adequate schriftelijke weergave van de bevindingen Het schrijven van een werkstuk over een in overleg vast te stellen probleemcomplex. Zelfstudie; tussentijds overleg met de docent Wordt nader bekend gemaakt Besprekingen met docent aan de hand van opmerkingen Letterkundeprogramma Duits Bachelor studenten Duits Dui: Scriptie taalkunde (Ba) 508451 dr. M.L.M.J. Vliegen 10 5 In staat zijn een in overleg vast te stellen probleemcomplex te analyseren en een onderzoeksmethode vast te stellen; accurate uitvoering van het onderzoek; kritische omgang met de secundaire literatuur; adequate schriftelijke weergave van de bevindingen Het schrijven van een werkstuk over een in overleg vast te stellen probleemcomplex Zelfstudie; tussentijds overleg met de docent Wordt nader bekend gemaakt Bespreking met docent aan de hand van opmerkingen Taalkundeprogramma Duits Bachelor studenten Duits Dui: Specialisatiethema letterkunde 507143 drs. C. Schloesser 5
Examenonderdelen
85
contacturen 28 (28 werkcollege) periode 4 en 5 doel Kritische omgang met contemporaine teksten en them's uit de Duitstalige literatuur. Identificeren en terugkoppelen van actuele ontwikkelingen en tendensen aan het literatuurhistorisch of -theoretisch kader inhoud Sinds de Duitse 'Wiedervereiniging' in 1989 waren een aantal wisselende stromingen binnen de Duitstalige literatuur te bespeuren, waarvoor de media al snel de nodige noemers bij de hand hadden: de herinnerings- en verwerkingsliteratuur (over het einde van de DDR, de BRD-jeugd in de jaren 'zeventig' of het RAF-terrorisme), de zogenaamde 'popliteratuur', ethnischeof migrantenliteratuur en het 'Fräuleinwunder' volgden elkaar in razend snel tempo op. Een mediahype? Ook, maar ook meer dan dat. Door een aantal exemplarische teksten / films te bestuderen zullen de hoofdlijnen van de ontwikkelingen in de afgelopen 15 jaar naar voren komen. literatuur • Thomas Mijnecke: Tomboy • Benjamin v. Stuckrath-Barre: Remix • Georg Klein: Die Sonne scheint uns • Marcel Beyer: Flughunde • Judith Herrmann: Sommerhaus später • Julia Franck: Bauchlandung • Film: Gegen die Wand (D 2003, Fatih Akin) • Film: Kanak Attack (D 2000, Lars Becker) • Ingo Schulze: Simple Story's • Katja Lange-Müller: Verfrühte Tierliebe • Hans Ulrich Treichel: Der Verlorene • Uwe Timm: Rot • Theaterstück: Moritz Rinke: Republik Vineta • Theaterstück: René Pollesch: World Wide Web-Slums • Film: Die fetten Jahre sind vorbei (D/Ö 2004, Hans Weingartner) • Film: Die innere Sicherheit (D 2000, Christian Petzold) • Gedichten van Grünbein, Kling, Gräf, Draesner toetsing Opdrachten, werkstuk doelgroep 3e jaars studenten Duits, Literatuurwetenschap blackboard Ja opmerkingen Inschrijven verplicht via TIS naam code docent studiepunten contacturen periode doel inhoud
Dui: Specialisatiethema taalkunde 508142 dr. M.L.M.J. Vliegen 5 28 (28 werkcollege) 4 en 5 Kennismaking met en analyse van linguïstische aspecten van taal in reclame In dit college komen eigenschappen van soorten van reclameteksten, pragmatische, lexicale en syntactische bijzonderheden en strategieën aan de orde. Uiteraard is er ook aandacht voor interculturele Duits-Nederlandse aspecten literatuur Janich, N. (2003). Werbesprache. Narr Verlag. ISBN 38 2334 9740 toetsing Werkstuk
86
Duitse taal en cultuur
entreevoorwaarden doelgroep blackboard opmerkingen
Programma jaar 1 en 2 3e jaars studenten Duits, CIW Ja Inschrijven verplicht via TIS
naam code studiepunten periode opmerkingen
Minor 500503 10 1 en 2 • Onderdelen in te vullen, onder voorafgaande goedkeuring van de examencommissie, naar keuze van de student van 3x 10 stp, waarvan 10 stp gekozen mogen worden uit het aanbod van de opleiding, maar buiten de eigen specialisatie. • Een overzicht van het facultaire minoraanbod is te vinden in de paragraaf Facultair minoraanbod. De vakbeschrijvingen zijn te vinden op internet: http://www.studiegids.vu.nl
naam code studiepunten periode opmerkingen
Minor 500504 10 4 en 5 • Onderdelen in te vullen, onder voorafgaande goedkeuring van de examencommissie, naar keuze van de student van 3x 10 stp, waarvan 10 stp gekozen mogen worden uit het aanbod van de opleiding, maar buiten de eigen specialisatie. • Een overzicht van het facultaire minoraanbod is te vinden in de paragraaf Facultair minoraanbod. De vakbeschrijvingen zijn te vinden op internet: http://www.studiegids.nl
9.2 9.2.1 naam code docent studiepunten periode doel
inhoud werkwijze literatuur toetsing entreevoorwaarden doelgroep
Duitse taal en cultuur (Ma) Master Duitse taal en cultuur Dui: Scriptie letterkunde (Ma) 507651 prof.dr. B.N. Plachta 20 4 en 5 In staat zijn een in overleg vastgesteld probleemcomplex te analyseren en een onderzoeksmethode vast te stellen; accurate uitvoering van het onderzoek; kritische omgang met de secundaire literatuur; adequate schriftelijke weergave van de bevindingen Het schrijven van een werkstuk over een in overleg vast te stellen probleemcomplex Zelfstudie; tussentijds overleg met de docent Wordt nader bekend gemaakt Besprekingen met docent aan de hand van opmerkingen Letterkundeprogramma Duits Master studenten Duits
Examenonderdelen
87
naam code docent studiepunten periode doel
inhoud werkwijze literatuur toetsing entreevoorwaarden doelgroep naam code docent studiepunten contacturen periode doel inhoud
literatuur toetsing entreevoorwaarden doelgroep opmerkingen
Dui: Scriptie taalkunde (Ma) 508651 dr. M.L.M.J. Vliegen 20 4 en 5 In staat zijn een in overleg vast te stellen probleemcomplex te analyseren en een onderzoeksmethode vast te stellen; accurate uitvoering van het onderzoek; kritische omgang met de secundaire literatuur; adequate schriftelijke weergave van de bevindingen Het schrijven van een werkstuk over een in overleg vast te stellen probleemcomplex Zelfstudie; tussentijds overleg met de docent (op afspraak) Wordt nader bekendgemaakt Bespreking met docent aan de hand van opmerkingen Taalkundeprogramma Duits Master studenten Duits Entstehung literarischer Texte 507605 prof.dr. B.N. Plachta 5 21 (21 college) 1 Zelfstandige verwerking van literatuurwetenschappelijke thema's, kritische omgang met wetenschappelijke methoden, presenteren van de resultaten Literaire werken ontstaan op zeer verschillende wijze en in zeer uiteenlopende contexten. Hun ontstaan hangt echter ook van de individuele werkwijze van de auteur en het publicatiemedium af. De reconstructie van het ontstaan van de tekst raakt daarom niet alleen historische, biografische of mediale aspecten, maar ook poëtologische voorstellingen. De omgang met een ontstaansgeschiedenis geeft inzage in de werkplaats van een schrijver en helpt zijn scheppingsproces te begrijpen. In dit seminar worden schrijfprocessen en vormen van schrijven geanalyseerd om literatuur als een doen, een handeling en een beweging te verstaan. Een thema- en literatuurlijst is per direct bij de docent verkrijgbaar Referaat, werkstuk Bachelor programma Duits Master studenten Duits • Voertaal Duits • Dit is onderdeel van de randstedelijke master • Inschrijven verplicht via TIS
naam Keuze code 500505 studiepunten 10 opmerkingen • De keuze (totaal 10 stp) kan gemaakt worden uit het aanbod van verschillende opleidingen bij verschillende universiteiten. • Studenten ACW kiezen uit het keuze-aanbod Literatuurwetenschap en Letterkunde. 88
Duitse taal en cultuur
•
naam code docent studiepunten contacturen periode doel inhoud literatuur toetsing entreevoorwaarden doelgroep opmerkingen
naam code docent studiepunten contacturen periode doel inhoud
literatuur toetsing entreevoorwaarden doelgroep opmerkingen
naam code docent studiepunten contacturen periode inhoud literatuur toetsing
Studenten CIW kiezen uit een vak uit een speciaal samengestelde lijst. Deze lijst is te vinden op www.let.vu.nl/bachelor/ciw/informatieVoorStudenten.
Lexembedeutung, Konstruktionsbedeutung 508607 dr. M.L.M.J. Vliegen 5 21 (21 werkcollege) 1 Inzicht in de onderlinge relatie tussen werkwoordbetekenis en constructiebetekenis AC I - constructies; infinitiefconstructies; aspektuele constructies In overleg Werkstuk Bachelor programma Duits Master studenten • Dit is onderdeel van de randstedelijke master • Inschrijven verplicht vis TIS Literatur und bildende Kunst 507607 prof.dr. B.N. Plachta 5 21 (21 college) 4 Zelfstandige verwerking van literatuurwetenschappelijke thema's, kritische omgang met wetenschappelijke methoden, presenteren van de resultaten Literatuur, beeldende kunst en muziek zijn steeds weer fascinerende verbindingen aangegaan. Deze verbindingen hebben tot een vruchtbare samenwerking tussen de kunsten bijgedragen. Aan de hand van voorbeelden uit de Duitse cultuurgeschiedenis zal de verhouding tussen de drie kunsten worden toegelicht en per geval geanalyseerd. Een thema- en literatuurlijst is per direct bij de docent verkrijgbaar Referaat, werkstuk Bachelor programma Duits Master studenten Duits • Voertaal Duits • Dit is onderdeel van de randstedelijke master • Inschrijven verplicht via TIS Morphologische und syntaktische Aspekte des Deutschen 508608 dr. M.L.M.J. Vliegen 5 7 (7 werkcollege) 2 Korrelatverbindungen und Konnektoren; Nebensätze In overleg Werkstuk
Examenonderdelen
89
entreevoorwaarden Bachelor programma Duits doelgroep Master studenten opmerkingen • Dit is onderdeel van de randstedelijke master • Inschrijven verplicht via TIS naam code docent studiepunten contacturen periode doel inhoud literatuur
entreevoorwaarden doelgroep opmerkingen
naam code docent studiepunten contacturen periode doel inhoud
literatuur toetsing entreevoorwaarden doelgroep opmerkingen
90
Raum und Zeit, Präpositionen 508609 dr. M.L.M.J. Vliegen 5 21 (21 werkcollege) 4 Overzicht van en inzicht in het gebruik van locale en temporele preposities in het Duits Classificatie; prototypen; frequentie, corpora (ICT) • Basistekst (via docent) • Ziforum et al; Grammatik der deutschen Sprache; Berlin 1997; S. 20982156 Bachelor programma Duits Master studenten • Dit is onderdeel van de randstedelijke master • Inschrijven verplicht via TIS Zensur 507606 prof.dr. B.N. Plachta 5 7 (7 werkcollege) 2 Zelfstandige verwerking van literatuurwetenschappelijke thema's, kritische omgang met wetenschappelijke methoden, presenteren van de resultaten Censuur is een oud probleem dat nauw met de ontwikkeling van de media is verbonden. Aan de hand van de geschiedenis van de censuur laat zich gedetailleerd bestuderen in hoeverre de ontwikkeling van morele, religieuze, sociale en politieke waarden en normen uitwerking op censurele beslissingen en daarmee ook op de publicatie en verspreiding van teksten heeft. In het college houden wij ons met de volgende vraag bezig: Welke boeken werden in de Duitstalige gebieden verboden of gecensureerd? Verder moeten ook het waarom van en de argumenten voor een boekverbod worden geanalyseerd. Interessant, maar moeilijk te beantwoorden is de vraag, hoe een schrijven met de dreiging van censuur is omgegaan. Heeft hij bijvoorbeeld zich censuur opgelegd om zijn boek te kunnen publiceren? Bodo Plachta: Zensur. Stuttgart 2006 (Reclam) Referaat, werkstuk Bachelor programma Duits Master studenten Duits • Voertaal Duits • Dit is onderdeel van de randstedelijke master • Inschrijven verplicht via TIS
Duitse taal en cultuur
10
10.1
Adressenlijst Duitse taal en cultuur
Adressen medewerkers opleiding drs. E. Akkerman Kamer: 10A-24; toestel: 86428; email:
[email protected] Privé: Debussystraat 90, 1817 GM Alkmaar; tel. (072) 515 72 03 mevr. drs. J. Audring Kamer: 11A-26; toestel: 86460; email:
[email protected] Privé: Weimarstraat 185/1, 2562 HE Den Haag; tel. (070) 356 96 95 mevr. dr. N.H. van Gessel Kamer: 09A-24; toestel: 86492; email:
[email protected] Privé: Albertine Agneslaan 12, 1411 ES Naarden; tel. (035) 678 31 03 mevr. drs. A.C.T. Groot Kamer: 08A-17; toestel: 86528; email:
[email protected] Privé: Herengracht 312, 1016 CD Amsterdam; tel. (020) 625 81 02 prof. dr. L.H. Hoek Kamer: 11A-21; toestel: 86456; email:
[email protected] Privé: Willem Klooslaan 6, 1422 JX Uithoorn; tel. (0297) 56 33 59 mevr. dr. S.E. Jensen Kamer: 08A-33; toestel: 86534; email:
[email protected] Privé: Borssenburgstraat 8/3, 1078 VC Amsterdam; tel. (020) 679 98 37 mevr. dr. B.L.J. Los Kamer: 11A-19; toestel: 86454; email:
[email protected] Privé: Fuchsiadal 14, 2317 HR Leiden; tel. (071) 521 51 70 mevr. drs. J.F. van der Meulen Kamer: 11A-28; toestel: 86459; email:
[email protected] Privé: Prévinairestraat 1, 2013 BW Haarlem; tel. (023) 542 20 36 drs. G. Mulder Kamer: 10A-27; toestel: 86461; email:
[email protected] Privé: Jan Heinsstraat 73, 5211 TB 's-Hertogenbosch; tel. 073-6230515 dr. J. Noordegraaf Kamer: 09A-28; toestel: 86416; email:
[email protected] Privé: Juweelstraat 81, 2403 BK Alphen aan den Rijn; tel. (0172) 43 27 03 prof. dr. B. Plachta Kamer: 11A-33; toestel: 86498; email:
[email protected] Privé: Nieuwe Prinsengracht 54 - 1, 1018 VS ; tel. (020) 320 77 61
Adressenlijst Duitse taal en cultuur
91
mevr. drs. M.C.G. Schasfoort Kamer: 09A-29; toestel: 86409; email:
[email protected] Privé: Vondelstraat 95, 1054 GM Amsterdam; tel. (020) 612 00 40 drs. C. Schlösser Kamer: 11A-35; toestel: 86437; email:
[email protected] Privé: Johannes van der Waalstraat 52-I, 1098 PN Amsterdam; tel. (020) 665 37 40 prof. dr. D.H. Schram Kamer: 08A-35; toestel: 86488; email:
[email protected] Privé: Leerdamhof 252, 1108 BX Amsterdam; tel. (020) 697 63 90 prof. dr. W.P.M.S. Spooren Kamer: 09A-33; toestel: 86572; email:
[email protected] Privé: Ophoviuslaan 74, 5212 AP 's-Hertogenbosch; tel. (073) 613 56 76 dr. J.J. van Stralen Kamer: 08A-35; toestel: 86527; email:
[email protected] Privé: Zoutkeetsgracht 34, 1013 LC Amsterdam; tel. (020) 428 87 81 mevr. dr. M.J.E. van Tooren Kamer: 11A-28; toestel: 86491; email:
[email protected] Privé: Jupiter 66, 1188 EH Amstelveen; tel. (020) 643 50 24 dr. M.L.M.J. Vliegen Kamer: 11A-39; toestel: 86452; email:
[email protected] Privé: Groenestraat 291, 6531 HL Nijmegen; tel. (024) 355 64 70
92
Duitse taal en cultuur
11
11.1
Literatuur
Duitse taal en cultuur (Ba) 500006: Let alg: Inleiding in de literatuurwetenschap • Studiehandleiding • Reader 500011: Let alg: Algemene taalwetenschap, inleiding Tserdanelis, Georgios & Wai Yi Peggy Wong, eds. (2004) The Language Files: Materials for an Introduction to Language and Linguistics. 9th Edition. Columbus: Ohio State University Press 500013: Let alg: Taalgebruikstheorie Theo Janssen (ed.), Taal in gebruik. Een inleiding in de taalwetenschap, Den Haag: Sdu Uitgevers, 2002 500024: Let alg: Middeleeuwse verhalenschat Reader met teksten en artikelen 500030: Let alg: West-Europese literatuurgeschiedenis Reader 500410: Let alg: Methodologie van empirisch onderzoek • 't Hart, H., J. van Dijk, M. de Goede, W. Jansen en J. Teunissen, Onderzoeksmethoden, Amsterdam 1998; Boom 4e druk • Bij de werkcolleges wordt gebruik gemaakt van een reader met aanvullende literatuur over onderzoekstechnieken en descriptieve statistiek. 500411: Let alg: Methodologie moderne talen en culturen Reader 507003: Dui: Lesen, verstehen, analysieren Materiaal wordt door de docent verstrekt 507017: Dui: Literatuur, hoogtepunten 18e-20e eeuw Wolfgang Beutin u.a.: Deutsche Literaturgeschichte. Von den Anfängen bis zur Gegenwart; 6. Auflage, Stuttgart, Weimar: G.B. Metzler 2001 507018: Dui: Cultuurkunde Theo Sommer (Hrsg.): Leben in Deutschland. Die Anatomie einer Nation. Ein ZeitBuch. Köln: Kiepenheuer + Witsch 2004 507143: Dui: Specialisatiethema letterkunde • Thomas Mijnecke: Tomboy • Benjamin v. Stuckrath-Barre: Remix • Georg Klein: Die Sonne scheint uns • Marcel Beyer: Flughunde • Judith Herrmann: Sommerhaus später • Julia Franck: Bauchlandung • Film: Gegen die Wand (D 2003, Fatih Akin) • Film: Kanak Attack (D 2000, Lars Becker) • Ingo Schulze: Simple Story's • Katja Lange-Müller: Verfrühte Tierliebe
Literatuur
93
• • • • • • •
Hans Ulrich Treichel: Der Verlorene Uwe Timm: Rot Theaterstück: Moritz Rinke: Republik Vineta Theaterstück: René Pollesch: World Wide Web-Slums Film: Die fetten Jahre sind vorbei (D/Ö 2004, Hans Weingartner) Film: Die innere Sicherheit (D 2000, Christian Petzold) Gedichten van Grünbein, Kling, Gräf, Draesner
507144: Dui: Deutsch-niederländische Kulturkontraste Friso Wielenga: Van vijand tot bondgenoot. Nederland en Duitsland na 1945. Amsterdam: Uitgeverij Boom 1999 507145: Dui: Oostenrijk www.literaturepochen.at/exil 507451: Dui: Scriptie letterkunde (Ba) Wordt nader bekend gemaakt 508017: Dui: Taalvaardigheid 1 • Syllabus Uitspraak • Syllabus Grammatica 508021: Dui: Woord en zin • M.Hannay/M.Vliegen/T.Greidanus, Van woorden weten, 2004 Bussum, Coutinho ISBN 90 6283 4140 • J. van Megen, Syntax der deutschen Gegenwartssprache, ISBN 90 5750 0736, uitg. Tandem Felix, Nijmegen 508023: Dui: Vocabulaire J. Schneider, Neuer Deutscher Wortschatz, Groningen: Wolters-Noordhoff, ISBN 90 0178 8041 508024: Dui: Inleiding in het hedendaags Duits • Abraham P. ten Cate, Peter Jordans, Phonetik des Deutschen. Eine kontrastiv deutsch-niederlänische Beschreibung für den Zweitspracherwerb. Groningen 2000. Publicatie van de afdeling Duits, RuG EUR 12,00 + EUR 2,50 verzendkosten. Bestellen via M. Vliegen • Syllabus 508025: Dui: Vertalen 1 A.P. ten Cate/H.G. Lodder/A. Kootte, Deutsche Grammatik, Coutinho, ISBN 90 6283 082 X CIP 508026: Dui: Vertalen 2 A.P. ten Cate/H.G. Lodder/A. Kootte, Deutsche Grammatik, Coutinho, ISBN 90 6283 082 X CIP 508123: Dui: Tekstanalyse en wetenschappelijk schrijven Wordt tijdens college uitgereikt 508128: Dui: Semantiek Schwarz, M.u.a., Semantik. ISBN 0 941-8105 508142: Dui: Specialisatiethema taalkunde Janich, N. (2003). Werbesprache. Narr Verlag. ISBN 38 2334 9740
94
Duitse taal en cultuur
508451: Dui: Scriptie taalkunde (Ba) Wordt nader bekend gemaakt 512002: MTC: Academische vaardigheden A t/m C • Reader • Werkboek Zoeken en beoordelen van wetenschappelijke informatie • Werkboek Presenteren 5120021: MTC: Acva A, zoeken en beoordelen van wetenschappelijke informatie • Werkboek Zoeken en beoordelen van wetenschappelijke informatie • Digitaal materiaal dat beschikbaar wordt gemaakt via blackboard 5120022: MTC: Acva B, mondeling presenteren Werkboek Presenteren 5120023: MTC: Acva C, schriftelijk presenteren Werkboek Presenteren 531165: Alw: Art and Society b De complete literatuurlijst is beschikbaar aan het begin van de cursus. Het bevat: • Alice Walker, The Color Purple (1982) • Percival Everett, Erasure (2001) • Gustave Flaubert, Madame Bovary (1875) • J.M. Coetzee, Disgrace (1999) • Salman Rushdie, The Satanic Verses (1988) Aangeraden wordt een aantal vooraf te lezen 544117: Fil: Schijn en werkelijkheid Reader Schijn en werkelijkheid
11.2
Duitse taal en cultuur (Ma) 507605: Entstehung literarischer Texte Een thema- en literatuurlijst is per direct bij de docent verkrijgbaar 507606: Zensur Bodo Plachta: Zensur. Stuttgart 2006 (Reclam) 507607: Literatur und bildende Kunst Een thema- en literatuurlijst is per direct bij de docent verkrijgbaar 507651: Dui: Scriptie letterkunde (Ma) Wordt nader bekend gemaakt 508607: Lexembedeutung, Konstruktionsbedeutung In overleg 508608: Morphologische und syntaktische Aspekte des Deutschen In overleg 508609: Raum und Zeit, Präpositionen • Basistekst (via docent) • Ziforum et al; Grammatik der deutschen Sprache; Berlin 1997; S. 2098-2156 508651: Dui: Scriptie taalkunde (Ma) Wordt nader bekendgemaakt
Literatuur
95
96
Duitse taal en cultuur
Index naam Alw Art and Society b, 76 Dui Buitenlandverblijf Marburg, jaar 2, 77 Cultuurkunde, 69 Deutsch-niederländische Kulturkontraste, 83 Inleiding in het hedendaags Duits, 69 Lesen, verstehen, analysieren, 69 Literatuur, hoogtepunten 18e-20e eeuw, 70 Oostenrijk, 84 Scriptie letterkunde (Ba), 85 Scriptie letterkunde (Ma), 87 Scriptie taalkunde (Ba), 85 Scriptie taalkunde (Ma), 88 Semantiek, 83 Specialisatiethema letterkunde, 85 Specialisatiethema taalkunde, 86 Taalvaardigheid 1, 70 Tekstanalyse en wetenschappelijk schrijven, 84 Vertalen 1, 71 Vertalen 2, 71 Vocabulaire, 72 Woord en zin, 72 Entstehung literarischer Texte, 88 Fil Schijn en werkelijkheid, 77 Keuze, 88 Let alg Algemene taalwetenschap, inleiding, 73 Inleiding in de literatuurwetenschap, 73 Methodologie moderne talen en culturen, 78 Methodologie van empirisch onderzoek, 79 Middeleeuwse verhalenschat, 80 Taalgebruikstheorie, 81 West-Europese literatuurgeschiedenis, 82 Lexembedeutung, Konstruktionsbedeutung, 89 Literatur und bildende Kunst, 89 Minor, 83, 87 Morphologische und syntaktische Aspekte des Deutschen, 89 MTC Academische vaardigheden A t/m C, 74 Acva A, zoeken en beoordelen van wetenschappelijke informatie, 74 Acva B, mondeling presenteren, 75 Acva C, schriftelijk presenteren, 76 Raum und Zeit, Präpositionen, 90 Zensur, 90
Index
97