Aanpassing op 13 oktober 2015: Bijlage 3 informele=persoonlijke brief
DUITSE TAAL EN LITERATUUR HAVO
VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016
V15.10.2
Duitse taal en literatuur havo | vakinformatie staatsexamen 2016
De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de staatsexamens voortgezet onderwijs en draagt zorg voor de kwaliteit en het niveau van de examens. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is belast met de praktische uitvoering en organisatie van de staatsexamens. Met vragen over deze vakinformatie kunt u contact opnemen met de afdeling Examendiensten van DUO: (050) 599 89 33 of
[email protected].
pagina 2 van 16
Duitse taal en literatuur havo | vakinformatie staatsexamen 2016
Inhoud
1
Opzet van het examen
5
2
Het examenprogramma
5
3
Beschrijving eindtermen
5
4
Het vereiste niveau taalbeheersing moderne vreemde talen
5
5
Het centraal examen
5
6
Het college-examen
6
7
Inzenden literatuurlijst
7
8
De beoordeling van het college-examen
8
9
Het eindcijfer
8
10 Bijlage 1 Voorblad literatuurlijst
9
11 Bijlage 2 Boekenlijst
10
12 Bijlage 3 Briefconventies
13
pagina 3 van 17
Duitse taal en literatuur havo | vakinformatie staatsexamen 2016
1 Opzet van het examen Het examen bestaat uit een centraal examen en een college-examen. Het college-examen bestaat uit een schriftelijk en een mondeling examen.
2 Het examenprogramma Duitse taal en literatuur Domein A: Leesvaardigheid Domein B: Kijk- en luistervaardigheid Domein C: Subdomein C1: Gesprekken voeren GespreksSubdomein C2: Spreken vaardigheid Domein D: Subdomein D1: Taalvaardigheden SchrijfSubdomein D2: Strategische vaardigheid vaardigheden Domein E: Subdomein E1: Literaire ontwikkeling Literatuur Domein F: Oriëntatie op studie en beroep
centraal examen X
college-examen schriftelijk mondeling X X X X X X X*
* Domein F: Oriëntatie op studie en beroep wordt alleen geëxamineerd in combinatie met het profielwerkstuk.
3 Beschrijving eindtermen Een beschrijving van de eindtermen is te vinden op: www.examenblad.nl > kies jaarring 2016 > havo > talen: Duits > Syllabus 2016 moderne vreemde talen, havo.
4 Het vereiste niveau taalbeheersing moderne vreemde talen Domein A leesvaardigheid: 50% B1 en 50% B2 Domein B kijk- en luistervaardigheid: B1 Domein C gespreksvaardigheid: B1+ Domein D schrijfvaardigheid: A2+ Voor een beschrijving van de niveaus: zie “Niveau taalbeheersing moderne vreemde talen”. Voor de niveaus Europees Referentie Kader, zie: www.erk.nl
5 Het centraal examen Het centraal examen wordt schriftelijk afgenomen in één zitting van 150 minuten (zie examenrooster). Het examen heeft betrekking op leesvaardigheid (domein A). Oefenexamens met correctievoorschrift voor het examen leesvaardigheid kunt u vinden op: www.examenblad > bijv. jaarring 2014 > havo > talen: Duits > examendocumenten 1e tijdvak en 2e tijdvak, opgaven, bijlage en correctievoorschrift, omzettingstabel normering. Het gebruik van een woordenboek Nederlands - Duits en Duits - Nederlands en het basispakket hulpmiddelen is toegestaan. Voor basispakket hulpmiddelen, zie: Regeling toegestane hulpmiddelen.
pagina 5 van 17
Duitse taal en literatuur havo | vakinformatie staatsexamen 2016
6 Het college-examen Het college-examen bestaat uit twee onderdelen 1. schriftelijk examen Het schriftelijk examen van 120 minuten wordt afgenomen in de periode van het centraal examen. Het examen betreft schrijfvaardigheid (domein D). De schrijfvaardigheid wordt getoetst door middel van schrijfopgaven, die kunnen bestaan uit een formele brief en/of een informele brief (zie bijlage 3 bij deze vakinformatie). Bij de beoordeling wordt gelet op: inhoud; grammaticale correctheid; spelling/layout/interpunctie; woordgebruik en coherentie. Bovendien wordt gelet op het aantal woorden. Oefenopgaven met correctievoorschrift voor het schriftelijk examen kunt u vinden op: www.duo.nl > particulieren > staatsexamenkandidaat, oefenen: havo. Het gebruik van een woordenboek Nederlands - Duits en Duits - Nederlands en het basispakket hulpmiddelen is toegestaan. 2. mondeling examen Het mondeling examen van 25 minuten vindt plaats in de maand juli (op scholen voor vso eind juni/begin juli). Dit examen bestaat uit twee delen, t.w. A. Spreekvaardigheid en gespreksvaardigheid (domein C) en luistervaardigheid (domein B). Het onderdeel luistervaardigheid wordt niet apart getoetst, maar is verweven met de delen uit domein C. B. Literatuur (domein E) De kennis van de literatuur van de Duitse taal wordt getoetst aan de hand van gelezen werken. Daarbij wordt o.a. aandacht besteed aan leeservaringen: de kandidaat moet beargumenteerd verslag kunnen uitbrengen wat zijn mening, gevoelens en ideeën zijn t.a.v. de gelezen werken. Nadere toelichting: A. Spreekvaardigheid en gespreksvaardigheid Het examen bestaat uit twee delen: zelfstandig spreken (monoloog) en een gesprek voeren (dialoog). 1: het spreken. De kandidaat leidt gedurende enkele minuten een gesprek in over een bepaald – thuis voorbereid – onderwerp, een kleine presentatie dus. Deze presentatie heeft een relatie met de Duitstalige cultuur. Het thema heeft een niveau, dat past bij het niveau van het havo examen. Over deze inleiding worden enkele vragen gesteld. De kandidaat dient voor aanvang van het examen in tweevoud een samenvatting in trefwoorden van het voorbereide onderwerp mee te brengen naar het examen. 2: het gesprek. Ter voorbereiding op dit gesprek ontvangt de kandidaat 20 minuten voor het examen een tekst. Tijdens de voorbereiding van het mondeling examen mag gebruik gemaakt worden van een zelf meegebracht woordenboek Nederlands – Duits en Duits – Nederlands en het basispakket toegestane hulpmiddelen. Naar aanleiding van deze tekst wordt een gesprek gevoerd. Kennis van land en volk komt hierbij aan bod. Beide onderdelen worden in zijn geheel in het Duits afgenomen.
pagina 6 van 17
Duitse taal en literatuur havo | vakinformatie staatsexamen 2016
B. Literatuur De literatuurlijst moet een duidelijk voldoende literair gehalte hebben. Dit gehalte wordt meegewogen bij het bepalen van het cijfer voor het onderdeel Literatuur. Op deze lijst moeten vier werken zijn vermeld van volledige en oorspronkelijke werken; slechts één per auteur. De lijst moet verder een gevarieerd beeld opleveren van de hele literatuur; d.w.z. werken van vroeger en nu, niet alleen romans, maar ook toneelstukken en/of poëzie en ten slotte een variatie in genre, bv. maar één sciencefiction werk. Eén van de werken mag vervangen worden door ten minste vijf gedichten en één van de gekozen werken mag tot de “Jugendliteratur” behoren. Het onderdeel literatuur wordt naar keuze van de kandidaat in het Duits of Nederlands afgenomen. De literatuurlijst dient per gelezen werk het volgende te bevatten: • de schrijver, • de titel, • het jaar van eerste publicatie, • het aantal bladzijden, • een korte samenvatting van 10 à 15 regels naar keuze van de kandidaat in het Nederlands of in het Duits. Gebruik bijlage 1 als voorblad. Voor aanbevolen werken op de literatuurlijst, zie bijlage 2. Voor gedichten kunnen het aantal bladzijden en de samenvatting achterwege worden gelaten. De werken dienen in chronologische volgorde te worden vermeld. Tijdens het mondeling examen worden vragen gesteld over de gelezen werken. De vragen n.a.v. de gelezen werken kunnen betrekking hebben op: • de auteur, • het genre, • de inhoud, • titel (eventueel ondertitel), motto, thema, plaats van handeling, tijd en ruimte en de personages in het literaire werk, • bij de gedichten kunnen vragen gesteld worden over rijm, metrum, beeldspraak, etc. De kandidaat dient een exemplaar van zijn literatuurlijst inclusief de korte samenvattingen en de gedichten mee te nemen naar het examen.
7 Inzenden literatuurlijst De literatuurlijst moet in tweevoud vóór 1 april van het jaar waarin het examen wordt afgenomen, worden opgestuurd naar: Dienst Uitvoering Onderwijs, Examendiensten, Afdeling staatsexamens vwo/havo/vmbo, Postbus 30158, 9700 LK Groningen. N.B. De lijst dient op papier te worden aangeleverd. Een in digitale vorm ingezonden lijst wordt niet geaccepteerd. Van de opgestuurde lijst krijgt de kandidaat binnen drie weken een ontvangstbevestiging. Als de kandidaat na 3 weken nog geen ontvangstbevestiging heeft ontvangen, moet hij contact opnemen met Examendiensten.
pagina 7 van 17
Duitse taal en literatuur havo | vakinformatie staatsexamen 2016
Als de kandidaat voor een taal in het geheel geen literatuurlijst instuurt, krijgt hij schriftelijk bericht dat hij voor dat vak niet wordt opgeroepen voor het mondeling examen. De regeling voor het insturen van de literatuurlijst geldt alleen voor de staatsexamenkandidaten. De lijst met gelezen werken van vso-kandidaten moet op 1 april gereed zijn, maar hoeft niet te worden opgestuurd. Als de kandidaat na het insturen van de lijst nog wijzigingen of aanvullingen aanbrengt, dient hij de gewijzigde lijst in drievoud in te leveren. Er mag maar één werk gewijzigd worden. Deze gewijzigde lijst dient op de dag van het examen om 9.30 uur aan het secretariaat te worden afgegeven. Zonder een gewijzigde lijst wordt de kandidaat geëxamineerd en beoordeeld aan de hand van de lijst die hij vóór 1 april heeft ingestuurd.
8 De beoordeling van het college-examen Voor het college-examen worden de volgende deelcijfers gegeven: schrijfvaardigheid: één deelcijfer voor gespreksvaardigheid en spreekvaardigheid: één deelcijfer voor literatuur: Het cijfer voor het college-examen wordt als volgt berekend: (33a + afgerond op 1 decimaal.
deelcijfer a deelcijfer b deelcijfer c 33b + 34c) : 100,
9 Het eindcijfer Het eindcijfer wordt als volgt berekend: (het cijfer voor het centraal examen + het cijfer voor het college-examen) : 2, afgerond op een geheel getal.
pagina 8 van 17
Duitse taal en literatuur havo | vakinformatie staatsexamen 2016
10 Bijlage 1 Voorblad literatuurlijst
Literatuurlijst Duitse taal en literatuur staatsexamen havo (inzenden vóór 1 april 2016)
Gegevens kandidaat:
ED-nummer:……………………………………………..…………………………………………………
Naam en voorletters:……………..……………………………………………………………………
Postcode en woonplaats:……………………………………………………………………………..
pagina 9 van 17
Duitse taal en literatuur havo | vakinformatie staatsexamen 2016
11 Bijlage 2 Boekenlijst Voor het goed verlopen van het literatuurexamen is het voor kandidaten van groot belang de gehele vakinformatie op de site van DUO goed te lezen! In het bijzonder wat betreft de samenstelling van de literatuurlijst en de gebieden waarover gevraagd wordt. In de vakinformatie is o.a. het volgende vermeld: De lijst moet duidelijk voldoende literair gehalte hebben. Dit gehalte wordt meegewogen bij het bepalen van het cijfer voor het onderdeel Literatuur. De genoemde werken in de boekenlijst hieronder zijn een aanbeveling en een garantie voor een lijst met een duidelijk voldoende literair gehalte en moet als een advieslijst gezien worden. Vanzelfsprekend zijn andere literaire werken ook acceptabel. Er dient goede spreiding van literaire periodes te zijn. Kies niet meer dan één werk van de "Jugendliteratur".
Poetischer Realismus 1850 - 1885 Busch Max und Moritz (Bildergeschichte) Storm Der Schimmelreiter (Novelle) Keller Kleider machen Leute (Novelle) Romeo und Julia auf dem Dorfe (Novelle) Fontane Grete Minde (Novelle)
Naturalismus 1885 - 1895 Hauptmann (Nobelpreisträger) Bahnwärter Thiel (Novelle) Wedekind Frühlings Erwachen (Drama) Impressionismus, Symbolismus, Neuromantik, Heimatkunst 1895 - 1910 Th. Mann (Nobelpreisträger) Der Tod in Venedig Hesse (Nobelpreisträger) Siddharta (Roman) Expressionismus 1910 - 1925 Kafka Die Verwandlung (Erzählung) Neue Sachlichkeit 1925 - 1933 Tucholsky Schloss Gripsholm (Erzählung) Brecht Die Dreigroschenoper (Drama) und andere Theaterstücke Geschichten vom Herrn Keuner (Kalendergeschichten) Fallada Kleiner Mann, was nun? (Roman) Kästner Fabian (Roman) Zuckmayer Der Hauptmann von Köpenick (Drama) Emigranten- oder Exilliteratur 1933 - 1945 Brecht Mutter Courage und ihre Kinder (Drama) und andere Theaterstücke Seghers Das siebte Kreuz (Roman) Zweig Schachnovelle (Novelle)
pagina 10 van 17
Duitse taal en literatuur havo | vakinformatie staatsexamen 2016
v. Horváth
Jugend ohne Gott (Roman)
Trümmerliteratur 1945 – 1955 Borchert Draußen vor der Tür (Drama) Kurzgeschichten Böll Der Zug war pünktlich (Erzählung) Wo warst du, Adam? (Roman) Und sagte kein einziges Wort (Roman) Rinser Jan Lobel aus Warschau (Erzählung) Goes Das Brandopfer (Erzählung) Andersch Sansibar oder der letzte Grund (Roman)
DDR-Literatur 1949 - 1989 Biermann Lyrik, Lieder Wolf Der geteilte Himmel (Roman) Plenzdorf Die neuen Leiden des jungen W. (Roman) Heym Fünf Tage im Juni (Roman) Hein Drachenblut (Roman) Klump Das rote Kloster (Roman) Becker Jakob der Lügner (Roman)
Gesellschaftskritische Literatur 1955 - 1980 Zwerenz Die Ehe der Maria Braun (Roman), Kurzprosa Böll (Nobelpreisträger) Ansichten eines Clowns (Roman) Die verlorene Ehre der Katharina Blum (Erzählung) Kurzprosa Frisch Homo Faber (Roman) Herr Biedermann und die Brandstifter (Drama) Andorra (Drama) Dürrenmatt Der Richter und sein Henker (Roman) Der Besuch der alten Dame (Drama) Die Physiker (Drama) Das Versprechen (Roman) Grass (Nobelpreisträger) Katz und Maus (Novelle) Lenz Der Mann im Strom (Roman) Das Feuerschiff (Erzählung) Deutschstunde (Roman) Walser Ein fliehendes Pferd (Novelle) Handke Die linkshändige Frau (Erzählung) Scholl Die weiße Rose (Roman) Die letzten Jahrzehnte 1980 - heute Wallraff Ganz unten (Roman) Timm Mann auf dem Hochrad (Roman) Die Entdeckung der Currywurst (Roman) Am Beispiel meines Bruders (Roman) Jelinek (Nobelpreisträgerin) Die Klavierspielerin (Roman) Ransmayer Die Schrecken des Eises der Finsternis (Roman) Die letzte Welt (Roman) Süskind Das Parfum (Roman)
pagina 11 van 17
Duitse taal en literatuur havo | vakinformatie staatsexamen 2016
Schlink Lenz Kaminer Arjouni
Schreiber Wegener Zaimoglu Delius Brussig Dörrie Vanderbeke
Zeppelin Jugendliteratur Kästner Preußler Ossowski Ende Härtling Nöstlinger Preßler Schwaiger Funke Kordon Lebert Ani Kerner Banscherus Herrndorf Ortheil Steinhöfel
Der Vorleser (Roman) Schweigeminute (Novelle) Russendisko (Erzählungen) Ein Mann, ein Mord (Roman) Magic Hoffmann (Roman) Der heilige Eddy (Roman) Mehr Bier (Kriminalroman) Kismet (Kriminalroman) Cherryman jagt Mister White (Roman) Happy birthday, Türke! (Roman) Hausaufgaben (Roman) Emmas Glück (Roman) Herr Lehmann (Roman) Leyla (Roman) Liebesbrand (Roman) Die Birnen von Ribbeck (Erzählung) Mogadischu Fensterplatz (Roman) Helden wie wir (Roman) Am kürzeren Ende der Sonnenallee (Roman) Der Mann meiner Träume (Erzählung) Ich sehe, was du nicht siehst (Erzählung) Geld oder Leben (Erzählung) Friedliche Zeiten (Erzählung) Dieses Gefühl, dass etwas nicht stimmte (Autobiografie)
Emil und die Detektive (Roman); das doppelte Lottchen (Roman) Krabat (Roman) Stern ohne Himmel (Roman) Die große Flatter (Roman) Momo (Roman) Die unendliche Geschichte (Roman) Ben liebt Anna (Roman) Maikäfer flieg! (Roman) Bitterschokolade (Roman) Wie kommt das Salz ins Meer? (Roman) Die wilden Hühner (Romanreihe) Ich möchte eine Möwe sein (Roman) Crazy (Roman) Wie Licht schmeckt (Roman) Blueprint Blaupause (Roman) Novemberschnee (Roman) Tschick (Roman) Die Moselreise (Roman) Trügerische Stille (Erzählung)
Andere Buchfinken
pagina 12 van 17
Duitse taal en literatuur havo | vakinformatie staatsexamen 2016
12 Bijlage 3 Briefconventies 1. INFORMATIE OVER DE INFORMELE (PERSOONLIJKE) BRIEF a. Plaats en datum Plaats en datum moeten vermeld worden, links tegen de kantlijn. Let erop dat het Duits GEEN streepjes tussen de dagen, maanden en het jaartal heeft staan. Voorbeelden: Nijmegen, den 16.07.2012 Nijmegen, 16.07.2012 Nijmegen, den 16. Juli 2012 Nijmegen, 16. Juli 2012 In deze voorbeelden zijn 16. en 07. rangtelwoorden. Die schrijf je in het Duits dus met een punt. De datum mag NIET eindigen met een punt. b. Aanhef en begin brief Voorbeelden: Lieber Franz, Liebe Eleonara, Lieber Onkel Fritz, Liebe Tante Ute, Lieber Stefan und liebe Stefanie, OF: Lieber Stefan, liebe Stefanie, (Ndl: Beste Stefan en Stefanie,) Liebe Stefanie, liebe Inge, Liebe Großeltern, Hallo Dieter, Je ziet dat de uitgang van het woord ‘lieb’ afhankelijk is van het geslacht/getal van het woord dat volgt: mannelijk: Lieber vrouwelijk: Liebe meervoud: Liebe (bijvoorbeeld: Liebe Eltern) De aanhef kun je op twee manieren afsluiten: met een komma → de brief begint met een kleine letter; met een uitroepteken → de brief begint met een hoofdletter. (Dit is minder gebruikelijk!) c. De beleefdheidsvorm Alle vormen van Sie (u) en Ihr (uw) worden met een hoofdletter geschreven. Voorbeeld: Nehmen Sie Ihren Bruder auch mit! d. Afronding De brief kun je op de volgende manier afsluiten. Let erop dat er geen komma na de afronding staat. Viele Grüße Liebe Grüße Alles Liebe Tschüs
pagina 13 van 17
Duitse taal en literatuur havo | vakinformatie staatsexamen 2016
(Dein) Hans (Deine) Elke e. Stijl Een informele brief heeft natuurlijk altijd een persoonlijke noot. Begin een dergelijke brief dus in ieder geval met de vraag hoe het met de ander gaat en ga in op wat hij de vorige keer heeft geschreven. Wissel niet alleen gegevens uit, maar geef en vraag ook meningen over die gegevens. Verder: Begin niet met ‘ich, ...’ Begin na je inleiding in de eerste alinea met je belangrijkste punt. Schrijf afkortingen voluit. Varieer je zinslengte. Maak zinnen niet te lang. Gebruik actieve zinnen. (Niet: ‘Mij wordt gevraagd...’) 2. INDELING VAN DE INFORMELE (PERSOONLIJKE) BRIEF Nijmegen, den 21. September 2012 Lieber Klaus/ Liebe Ute, 1. vorige Woche …………………………………………………… 2. …………………………………....……………………………………… 3.……………………………………..…………………………………… 4. …………………………………………………………………………… 5. ………………………………………………………………………….. Tschüs (Dein) Kees/(Deine) Irene
3. INFORMATIE OVER DE FORMELE (ZAKELIJKE) BRIEF a.
Adressering In de formele brief moeten twee adressen staan: 1. Linksboven: je eigen adres Op twee manieren kun je de naam van het land aangeven: NL-6522 BC Nijmegen Niederlande (let op: ‘die’ wordt niet in de adressering gebruikt) 2. Daaronder: het adres van de geadresseerde Voorbeelden: Herrn J. Kaiser (3e naamval, daarom Herrn) Ludwigstraße 25 D-76904 Herne An die Redaktion der ‘Zeit’
pagina 14 van 17
Duitse taal en literatuur havo | vakinformatie staatsexamen 2016
Kaiserallee 250 D-21456 Hamburg Het is mogelijk dat je een brief ‘ter attentie van’ iemand schrijft. In het Duits kun je dan schrijven: z.Hd. / z.H. Herrn Kaiser. Deze afkorting betekent: zu Händen (letterlijk: in de handen van). Deze afkorting is echter overbodig, waardoor deze tegenwoordig meestal achterwege gelaten wordt. b.
Plaats en datum Zie de persoonlijke brief.
c.
Betreft In een formele brief geef je vaak in een ‘betreft’ aan waar de brief over gaat. Dit doe je in steekwoorden. Vroeger gebruikte men in het Duits hiervoor het woord ‘Betreff:’. Tegenwoordig wordt dit woord weggelaten en schrijf je het eerste woord in deze betreft-regel met een hoofdletter. Je eindigt NIET met een punt.
d.
Aanhef en begin brief Voorbeelden: Sehr geehrte Frau Kranz, Sehr geehrter Herr Schmitt, Sehr geehrtes Fräulein Bein, Bij een echtpaar: Sehr geehrte Frau Dr. Schulze, sehr geehrter Herr Schulze, Als je geen naam hebt van een geadresseerde: Sehr geehrte Damen und Herren, Je ziet dat de uitgang van het woord ‘geehrt’ afhankelijk is van het geslacht/getal van het woord dat volgt: mannelijk: geehrter (der) vrouwelijk: geehrte (die) onzijdig: geehrtes (das) meervoud: geehrte (die) De aanhef sluit je af met een komma → de brief begint met een kleine letter.
e.
Brief In de formele brief moet je altijd de ‘Sie-vorm’ gebruiken. Voorbeelden: Wie Sie wissen, ... Wie ich Ihnen bereits mitgeteilt habe, ... Ich bitte Sie, mir mitzuteilen, ...
f.
Afronding De brief kun je op de volgende manier afsluiten. Let erop dat er GEEN komma na de afronding staat. Mit freundlichen Grüßen Mit freundlichem Gruß Hochachtungsvoll (ouderwets!)
Het is mogelijk dat je een formele brief namens een ander (in opdracht) schrijft. In het Duits schrijf je dan: i.A. Dit betekent: im Auftrag. Daarnaast zet je je handtekening en daaronder schrijf je je naam nogmaals duidelijk leesbaar.
pagina 15 van 17
Duitse taal en literatuur havo | vakinformatie staatsexamen 2016
4. INDELING VAN DE FORMELE (ZAKELIJKE) BRIEF Ralf Wouters Malderburchtsraat 11 NL-6535 ND Nijmegen Herrn J. Kaiser Ludwigstraße 25 D-76904 Herne Nijmegen, den 21. September 2012 (Betreft-regel. Het woord “Betreff“ liever weglaten!) Bitte um Informationen Sehr geehrter Herr Kaiser, 1. vorige Woche …………………………………………………… 2. …………………………………....……………………………………… 3. ……………………………………..…………………………………… 4. …………………………………………………………………………… 5. ………………………………………………………………………….. Mit freundlichem Gruß (evt. handtekening) Ralf Wouters
5. E-MAILS • • • • •
•
Duits mailverkeer vindt zowel informeel als formeel plaats. Plaats een duidelijke mededeling in de referentieregel; Frage of Hallo is volstrekt onvoldoende. Dit moet zowel in informeel als in formeel mailverkeer gebeuren. Plaatsnaam en datum zijn niet nodig. De datum verschijnt automatisch. Het gebruik van de CC- en de BCC-regel is in het Duits gelijk aan het Nederlands. De aanhef is zoals bij brieven. In het Duits komt formeel mailverkeer net zoals formeel briefverkeer meer voor dan in Nederland. Dus formeel: Sehr geehrter Herr Schwarz, of Sehr geehrte Damen und Herren! En informeel: Hallo Franz, of Liebe Freunde! De interpunctie in mails wijkt niet af van die in brieven. Let dus in Duitse mails op het volgende.
pagina 16 van 17
Duitse taal en literatuur havo | vakinformatie staatsexamen 2016
• • • • •
•
1. Wordt na de aanhef een komma gebruikt, begint de eerste zin van de rest van de mail met een kleine letter. Wordt na de aanhef een uitroepteken geplaatst, begint de eerste zin van de rest van de mail met een grote letter. 2. Na de slotgroet en de ondertekening (naam) wordt in het Duits geen komma, punt of iets dergelijks geplaatst. In formele mails wordt de ontvanger aangesproken met: Sie, Ihnen en wordt het passende bez.vnw. Ihr gebruikt. In informele Mails: du, dir, dich, dein; ihr, euch, euer. In mailverkeer is het voor de leesbaarheid gebruikelijk tussen alinea’s een witregel in te voegen. Formele slotopmerking als b.v. Könnten Sie mir bitte vor dem 25. Januar Bescheid geben? Informele slotopmerking als b.v. Sag’ mir bitte vor dem 25. Januar Bescheid. Afsluiting zoals in briefverkeer: formeel> Mit freundlichen Grüßen; informeel> Gruß of zelfs Tschüss Adequate ondertekening betekent bij formele mails volledige gegevens over de naam, adres, woonplaats en andere belangrijke zaken (functie, bedrijf e.d.); bij informele mails volstaat de naam, eventueel de adressering, als daar aanleiding toe is. Het gebruik van smileys kan verhelderend zijn, b.v. bij humor of ironie. In formeel mailverkeer is het raadzaam geen smileys te gebruiken.
pagina 17 van 17
Duitse taal en literatuur havo | vakinformatie staatsexamen 2016
pagina 18 van 17