SCHOOLGIDS 2015 - 2016 Nederlandse taal en cultuur Primair onderwijs
INHOUD Voorwoord
4
1. Een schets van onze school 1.1 Naam van de school 1.2 Bestuur en leerkrachten 1.3 Situering van de school
5 5 5 5
2. Waar de school voor staat 2.1 Missie 2.2 Uitgangspunten 2.3 Aannamebeleid 2.4 Sfeer en veiligheid in de school
6 6 6 6 7
3. Onderwijs 3.1 De organisatie van de school 3.2 Groepering, groepsgrootte en lesorganisatie 3.3 Onderwijsaanbod: doel en methoden 3.3.1 Groep 1 en 2 3.3.2 Basisvaardigheden voor groepen 3-8 3.3.3 Vervolg Onderwijs 3.4 Huiswerk 3.5 Voorzieningen op leslocatie
8 8 8 8 9 9 10 10 10
4. De zorg voor kinderen 4.1 Aannamebeleid en toelatingsprocedure 4.2 Volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school 4.2.1 Leerlingendossier 4.2.2 Toetskalender 4.3 Zorg op maat: speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften 4.4 Gang van zaken bij vertrek van een leerling naar een andere school
11 11 11 11 11 13 14
5. De leerkrachten 5.1 Wijze van vervanging bij ziekte of scholing 5.2 Personeelsbeleid
15 15 15
6. Ouders 6.1 Het belang van de betrokkenheid van ouders 6.2 Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school 6.3 Ouderactiviteiten 6.4 Klachtenregeling
16 16 16 16 17
7. Kwaliteitszorg 7.1 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs 7.2 Zorg voor relatie school en omgeving
18 18 19
8. Resultaten van het onderwijs 8.1 Resultaten 8.2 Cijfers over uitstroom en aansluiting 8.3 Cijfers over vorderingen in NTC-vaardigheden 8.4 Context: uitleg bij resultaten
20 20 20 20 22
2
9. Praktische zaken 9.1 Schooltijden 9.2 Vakantierooster 9.3 Naschoolse activiteiten van kinderen 9.4 Ouderbijdrage 9.5 Schoolverzekering voor leerlingen 9.6 Sponsoring
23 23 23 23 23 23 23
10. Namen en adressen 10.1 Schoolbestuur 10.2 Coördinatie 10.3 Leerkrachten 10.4 Onderwijsassistenten 10.5 Logopediste 10.6 Vertrouwenspersoon 10.7 Bibliotheek 10.8 Webmaster 10.9 Inspectie van het Onderwijs 10.10 Stichting NOB 10.11 Consulaat Generaal van het Koninkrijk der Nederlanden
25 25 25 25 26 26 26 26 26 26 26 26
3
VOORWOORD Voor u ligt de schoolgids van de SNOF (Stichting Nederlands Onderwijs Frankfurt) voor het schooljaar 2015-2016. Deze schoolgids is bedoeld om ouders en leerlingen te informeren over de werkwijze van onze school en beoogt voor het schooljaar 2015-2016 inzicht te geven in: -
hoe onze school het onderwijs vorm geeft; hoe onze school de zorg voor de leerlingen in de praktijk uitwerkt; wat ouders en school van elkaar mogen verwachten; welke resultaten onze school het afgelopen schooljaar heeft bereikt.
De schoolgids is een document dat genoemd wordt in de Wet Primair Onderwijs (WPO). In de WPO is bepaald dat het schoolbestuur jaarlijks een schoolgids vaststelt. Het aanleveren van een schoolgids was één van de eisen om voor subsidie van de Stichting NOB in aanmerking te komen. Hoewel de bestaande subsidieregeling aan het NOB voor het Nederlands onderwijs in het buitenland per 1 januari 2014 wordt afgebouwd (en per 1 januari 2016 meer dan waarschijnlijk volledig wordt stopgezet) als gevolg van een besluit van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van mei 2013, blijft de SNOF krachtens een akte van aansluiting van 27 januari 2014 aangesloten bij de NOB, onder meer om gerechtigd te blijven een beroep te kunnen doen op de diensten van de NOB. In het kader van die aansluiting moet de SNOF ook voor het schooljaar 20152016 een schoolgids aanleveren. Als ouders vragen of wensen hebben naar aanleiding van deze schoolgids, of suggesties voor verbetering, verzoeken wij hen contact opnemen met een van de leden van het bestuur.
4
1. EEN SCHETS VAN ONZE SCHOOL 1.1 Formeel kader De Stichting Nederlands Onderwijs Frankfurt, afgekort SNOF, is een Nederlandse stichting die sinds 1996 Nederlands Taal- en Cultuuronderwijs (NTC-onderwijs) voor Nederlandstalige kinderen in Frankfurt am Main en omgeving verzorgt. De SNOF is aangesloten bij de Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland (NOB). De Stichting NOB ondersteunt, adviseert en subsidieert het Nederlands onderwijs in het buitenland, in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Door het wijzigen, en op termijn het volledig wegvallen van de bestaande subsidieregeling zijn deze verhoudingen gewijzigd. Door de akte van aansluiting van 27 januari 2014 blijft de SNOF evenwel voor onbepaalde duur aangesloten bij de NOB. Het bestuur van de SNOF heeft eind 2013 bewust voor deze aansluiting gekozen. De voordelen van een aansluiting zijn legio en omvatten onder meer: 1) 2) 3) 4)
Het gebruik kunnen maken van informatieverstrekking over onderwijs door de NOB; Leraren- , bestuurs- en schoolleidingbegeleiding; Kwaliteitsbewaking: onderwijsinhoudelijke en bestuurlijke producten en kaders; Advisering en begeleiding van scholen op onderwijsinhoudelijk en bestuurlijk terrein.
De SNOF staat door de aansluiting per 27 januari 2014 ook verder onder toezicht van de Nederlandse Inspectie van het Onderwijs, wat de kwaliteit van het door de SNOF aangeboden onderwijs ten goede komt. 1.2 De schoolorganisatie Het onderwijsteam van de SNOF bestaat uit een directeur/coördinator een onderwijsondersteunende kracht, vier leerkrachten en drie klassenassistenten Zij werken nauw samen met het schoolbestuur dat bestaat uit een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. 1.3 Situering van de school De lessen worden gegeven aan de Frankfurt International School (FIS), An der Waldlust 15, 61440 Oberursel. De FIS stelt de SNOF 5 leslokalen en een lerarenkamer ter beschikking.
5
2. WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2.1 Missie De SNOF heeft als missie het verzorgen van Nederlandse taal- en cultuurlessen (NTC) voor de in Frankfurt en omgeving wonende Nederlandstalige basisschoolleerlingen van groep 1 t/m groep 8 (4 tot circa 12 jaar). Het doel van dit NTC-onderwijs is het ontwikkelen en stimuleren van de Nederlandse taalverwerving en taalvaardigheid en het bevorderen van de kennis en de binding met de Nederlandse cultuur. Onze school streeft ernaar de ‘kerndoelen voor het basisonderwijs’, zoals vastgesteld door het Ministerie van OCW, voor het vak Nederlands te bereiken. Er wordt naar gestreefd de moedertaal op leeftijdniveau te brengen respectievelijk te houden, zodat er een probleemloze aansluiting kan plaatsvinden bij een eventuele overstap naar een Nederlandse of Belgische dagschool of naar een andere NTC-lessituatie in het buitenland. Naast de Nederlandse taal maakt ook de Nederlandse en Vlaamse cultuur onderdeel uit van het onderwijsaanbod. 2.2 Uitgangspunten De SNOF is een zogenaamde NTC-school voor het primair onderwijs (PO). NTC staat voor Nederlandse Taal en Cultuur. De SNOF biedt wekelijks NTC-onderwijs aan Nederlandstalige kinderen die de NTC-lessen volgen naast de lessen op de lokale of internationale dagschool. De SNOF wil goed NTC-onderwijs bieden dat erop gericht is elke leerling een optimale individuele ontwikkeling in de Nederlandse Taal en Cultuur te laten doormaken. De school pleit daarom voor: - gelijkwaardigheid van iedereen; - respect voor elkaar; - goede omgangsvormen; - gezamenlijke inzet van school, leerling en ouders om de vaardigheden in de Nederlandse taal te ontwikkelen en te stimuleren. 2.3 Aannamebeleid Het onderwijs in de Nederlandse Taal en Cultuur (NTC) kenmerkt zich door een grote diversiteit in taalniveaus. Op basis de beginsituaties van kinderen en de doelstelling van het onderwijs, wordt er onderscheid gemaakt tussen NTC-richting 1, 2 en 3.
Richting
Beschrijving
1
• •
Doelstelling
De leerling heeft het niveau van leeftijdgenoten in Nederland. Als de leerling zich op deze manier blijft ontwikkelen, zal de leerling op 12-jarige leeftijd tenminste het referentieniveau 1 F * beheersen.
6
• •
Aansluiten bij onderwijs in Nederland of België. Primair gericht op terugkeer in het Nederlandse onderwijs.
2
•
•
3
•
•
De leerling heeft een achterstand van maximaal twee jaar op leeftijdgenoten in Nederland. Als de leerling zich op deze manier blijft ontwikkelen zal de leerling op uiterlijk 14-jarige leeftijd het referentieniveau 1 F * beheersen.
•
De leerling heeft een achterstand van meer dan twee jaar op leeftijdgenoten in Nederland. Of en wanneer het referentieniveau 1 F * beheerst, verschilt per individuele leerling.
•
• •
Bijhouden van het Nederlands; bereiken van een zo hoog mogelijk niveau van mondelinge taalvaardigheid. Niet primair gericht op terugkeer naar Nederlands onderwijs. Kerndoelen (zie Hoofdstuk 2.1) worden op maximale afstand van 2 jaar gevolgd.
Aanleren van Nederlands als vreemde taal, met het oog op eventuele terugkeer naar Nederland.
* De 1 staat voor het 1e jaar Voortgezet Onderwijs en de F staat voor Functioneel niveau. De SNOF biedt NTC-onderwijs aan voor NTC-richting 1 en 2. Voor NTC 3-kinderen kan de SNOF op dit moment geen passend onderwijs aanbieden. Voor groep 1 geldt dat de kinderen 4 jaar moeten zijn op het moment van toelating. Kinderen met een Nederlandse of Belgische nationaliteit kunnen worden aangemeld, maar ook kinderen uit de Europese Unie, mits zij Nederlandstalig zijn op het niveau van NTC 1 of NTC 2. 2.4 Sfeer en veiligheid in de school De school moet een plek zijn waar het kind zich veilig voelt en waar het serieus genomen wordt. Hierin ligt de basis van goed onderwijs: het kind volgt met plezier Nederlands onderwijs en zal met plezier aan het werk gaan en zelf streven naar goede resultaten. De SNOF stelt daarom een vriendelijk en veilig klimaat met orde en regelmaat op prijs. Pas als een kind zich veilig voelt kan het zich ontwikkelen. Tijdens de pauze staan de kinderen onder toezicht van een ouder, leerkracht of klassenassistent. De leerkrachten zijn in het bezit van een urgentielijst met telefoonnummers waarop de ouders, indien nodig, meteen te bereiken zijn. Bovendien beschikt de school, in geval van nood, over twee EHBO-dozen.
7
3. ONDERWIJS 3.1 De organisatie van het onderwijs De SNOF biedt wekelijks NTC-onderwijs aan Nederlandstalige kinderen van groep 1 tot en met groep 8 van het primair onderwijs. De leerlingen volgen de lessen naast de lessen op de lokale of internationale dagschool. De lessen vinden voor alle groepen plaats op maandagmiddag op de FIS. Groep 1 en 2 heeft les van 15.45 tot 17.30 uur Groep 3 t/m 8 heeft les van 15.45 tot 17.45 uur Daarnaast zijn er op enkele zaterdagen in het jaar toets- en cultuurdagen. Aan het begin van het schooljaar ontvangen de ouders een lesrooster van de SNOF. De SNOF volgt het vakantierooster van de Duitse scholen in Hessen. 3.2 Groepering, groepsgrootte en lesorganisatie Er zijn dit schooljaar zes klassen bij de SNOF waarvan drie combinatiegroepen, met name groep 1-2, groep 4-5 en groep 5 t/m 8. NTC 1 en 2 – leerlingen zijn niet van elkaar gescheiden. Dit heeft als voordeel dat leeftijdsgenoten bij elkaar in dezelfde groep zitten en dat NTC 2-kinderen veel in aanraking komen met NTC 1kinderen, die vaak al verder in hun Nederlandse woordenontwikkeling zijn. Zo kunnen ze elkaar stimuleren en ondersteunen. Zoals in onderstaande tabel te zien is, heeft de SNOF aan het begin van het schooljaar 2015-2016 43 leerlingen. De leerlingenpopulatie bestaat voor 77% uit NTC 1 en voor 23% uit NTC 2-kinderen. NTC 1
NTC 2
Groep 1
1
0
Groep 2
7
2
Groep 3
4
2
Groep 4 Groep 5
2 6
2 0
Groep 6 Groep 7 Groep 8
4 4 1
2 0 2
VO
4
0
Totaal
33
10
In de klas werken de kinderen vaak zelfstandig of in kleine groepjes. Op die manier wordt het zelfvertrouwen, de zelfstandigheid en de samenwerking van de kinderen gestimuleerd. De materialen die de SNOF gebruikt worden flexibel ingezet, zodat recht gedaan wordt aan de verschillen tussen kinderen. 3.3 Onderwijsaanbod: doel en methoden 3.3.1 Groep 1 en 2 In de groepen 1 en 2 is veel aandacht voor taalontwikkeling. Aan de hand van thema’s uit de lesmethode “De Leessleutel” komen alle aspecten die van belang zijn voor de taalontwikkeling van het jonge kind aan de orde. In het kader van een bepaald thema wordt intensief gewerkt aan de uitbreiding van de woordenschat, de mondelinge communicatie en beginnende geletterdheid. Dit laatste betekent voor groep 1 dat de leerlingen tijdens de les met (de functie van) geschreven 8
taal worden geconfronteerd. We besteden veel aandacht aan het samen spelen, spreken, zingen en aan expressie. Verder stimuleren we het lezen met behulp van de SNOF kleuterbibliotheek en door aandacht te schenken aan de Kinderboekenweek. Van de ouders wordt er een actieve bijdrage verwacht in die zin dat ze met de kinderen ingaan op de onderwerpen die aan de orde zijn. Dit kan door middel van de thuisoefeningen en werkbladen, boekjes lezen, spullen verzamelen, etc. Dit om te bevorderen dat de kinderen de aangeleerde woorden vaker herhalen, de woordenschat uitbreiden en ook om continuïteit in het planmatig aanleren van de Nederlandse taal te brengen. In groep 2 ligt de nadruk eveneens op het uitbreiden van de woordenschat, zowel in duidelijke lessituaties alsook in het gestuurd samen spelen. De lessen worden op een gestructureerde en speelse manier samengesteld. Tijdens de lessen worden opdrachten en activiteiten aangepast aan de niveaus en taalbehoeften van de kinderen, voor zowel de taalzwakkere als de taalsterkere. 3.3.2 Basisvaardigheden (lezen, schrijven en taal) voor groepen 3-8 Groep 3 In groep 3 wordt gewerkt met de methode ´de Leessleutel´. Deze methode is bedoeld voor het aanvankelijk leesonderwijs. De Leessleutel gaat uit van ´sleutelwoorden´ om tot letterkennis te komen. Om tot lezen te komen moeten kinderen over een aantal vaardigheden beschikken die we leesvoorwaarden noemen. Leesvoorwaarden zijn onder andere het kunnen synthetiseren en analyseren van woorden, ook wel breken en bouwen van woorden genoemd. Deze vaardigheden zijn tevens een belangrijk onderdeel bij het leren spellen en worden dan ook veelvuldig geoefend in groep 3. Verder komen woordenschat en leesbegrip in de verhalen van de methode aan de orde. Uit ervaring is gebleken dat het leren lezen in groep 3, in het Nederlands, bijna niet haalbaar is wanneer de kinderen op de dagschool niet zijn gestart met het leesproces. Dit heeft onder andere te maken met het geringe aantal lesuren. Daarom zal het nauwelijks voorkomen dat leerlingen in groep 3 een vroegtijdige start maken. Groep 4-5 In de groepen 4 en 5 wordt de lesmethode Taaljournaal voor Taal en Spelling gebruikt. Deze methode is een geïntegreerde NT1 / NT2 - taalmethode en biedt de mogelijkheid op leerling-niveau te werken. Het leesniveau betreft AVI-2 vanaf groep 4, oplopend naar AVI-niveau 5 aan het einde van groep 5. In groep 5 wordt daarnaast Leesbevordering aangeboden met behulp van de methode Nieuwsbegrip. Een belangrijk onderdeel van de taalontwikkeling is het begrijpend lezen en het aanleren van leesstrategieën. Nieuwsbegrip biedt wekelijks een tekst en bijbehorende opdrachten aan die een actueel onderwerp behandelen. De teksten worden ondersteund door een filmpje van het Jeugdjournaal, speciaal gemaakt voor Nieuwsbegrip. Voor groep 5 hanteert de SNOF het leesniveau A, groep 5-6, AVI-niveau E5-E6. Er wordt samengewerkt met leerlingen uit groep 6. Groep 6-8 In de groepen 6, 7 en 8 wordt eveneens de lesmethode Taaljournaal voor Taal en Spelling gebruikt. De leerlingen werken binnen hun eigen groep op gedifferentieerd niveau. Voor de samenvoeging van deze groepen is het tevens een voordeel dat de methode ook veel mogelijkheid tot samenwerking biedt. Taaljournaal voor groep 6 start met AVI-niveau , voor groep 7 AVI-niveau en eindigt bij groep 8 op AVI-niveau. Daarnaast biedt de SNOF leerlingen uit de groepen 6, 7 en 8 Leesbevordering aan. De methode Nieuwsbegrip oefent met behulp van vijf leesstrategieën het taalonderdeel Begrijpend lezen. Nieuwsbegrip biedt wekelijks een tekst en bijbehorende opdrachten aan die een actueel 9
onderwerp behandelen. De teksten worden ondersteund door een filmpje van het Jeugdjournaal, speciaal gemaakt voor Nieuwsbegrip. De methode kent het niveau A en B toe, waardoor gedifferentieerde teksten en opdrachten behandeld kunnen worden. In een groepsoverschrijdend project werken leerlingen op A-niveau uit groepen 5, 6 en 7 3.3.3 Vervolg Onderwijs Naast onderwijs voor de basisschool biedt de SNOF sinds het schooljaar 2008/2009 voortgezet taalonderwijs na groep 8 aan op verschillende niveaus (VMBO, HAVO, VWO). Dit is met een klein groepje kinderen als zgn. pilotproject van start gegaan. Met ingang van het schooljaar 2015-2016 wordt van deze mogelijkheid effectief gebruik gemaakt en is er een VO-klas met vier leerlingen van start gegaan. Mede gelet op de subsidiesituatie vanaf 2016 en om de werkdruk voor de kinderen zo gering mogelijk te houden, is gekozen voor een lesvorm die geen gebruik maakt van de subsidie van het NOB, waardoor de duur, frequentie de tijdstippen van de lessen aangepast kunnen worden aan de behoeften van elk gezin. De lessen zijn leuk en laagdrempelig, met weinig huiswerk, maar wel veel aandacht voor elke leerling en veel individuele instructie. Er wordt gebruik gemaakt van de methode ‘Nieuw Nederlands (5e editie)’, die is aangepast aan de laatste onderwijsvernieuwingen - zoals de invoering van de referentieniveaus - en waarmee ook op vele middelbare scholen in Nederland gewerkt wordt. Tijdens de lessen worden alle vaardigheden geoefend: lezen, schrijven, spreken en luisteren. Op het vlak van taalverwerving wordt er verder gebouwd op de kennis van spelling en grammatica . Daarnaast wordt er in de les aandacht besteed aan fictie en literatuur en aan Nederlandse cultuur. Al deze elementen worden op een speelse manier samen geweven tot een samenhangend geheel , maar altijd individueel toegesneden. 3.4 Huiswerk Het aantal uren NTC-onderwijs per week is beperkt en huiswerk is dan ook een noodzakelijke aanvulling. Door de leerkracht wordt vanaf groep 4 voor ongeveer één uur per week huiswerk meegegeven. Vanaf groep 3 wordt het huiswerk langzaam tot een uur opgevoerd. De leerlingen leren zo te oefenen en zelfstandig te werken met de lesstof. Van de ouders wordt een actieve huiswerkbegeleiding verwacht. 3.5 Voorzieningen op leslocatie De SNOF maakt gebruik van bestaande leslokalen van de FIS. De onderwijsboeken staan in een speciale kast in de lerarenkamer. Nederlandse/Belgische informatie zoals landkaarten, folders en recensies van kinder- en jeugdliteratuur/tijdschriften worden - indien nodig - meegebracht.
10
4. DE ZORG VOOR KINDEREN 4.1 Toelatingsprocedure Via een inschrijfformulier moeten nieuwe leerlingen worden aangemeld. Dit formulier kan worden aangevraagd bij de secretaris van het bestuur. Nieuwe leerlingen stromen in na de zomervakantie. Eventueel bestaat de mogelijkheid om na de kerstvakantie nog te beginnen. De leerlingen hebben recht op een proefles, waarna de definitieve inschrijving kan volgen. Bij de inschrijving ontvangen wij, indien dit voorhanden is, graag het leerlingendossier dat men bij vertrek van de vorige NTC-school of Nederlandse dagschool heeft ontvangen. Het dossier kan bestaan uit: - het onderwijskundig rapport - de gegevens van het leerlingvolgsysteem of andere recente toetsgegevens - het schoolrapport - bewijs van uitschrijving van de vorige school - een eventueel handelingsplan Bij leerlingen die afkomstig zijn uit het internationaal onderwijs zonder NTC-onderwijs of het lokale onderwijs ontbreken dergelijke gegevens vaak. In dat geval verzamelt de leerkracht gegevens op basis van het inschrijfformulier toetsen en observaties. 4.2 Volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school 4.2.1 Leerlingendossier Om de vorderingen van de leerlingen te volgen en vast te leggen worden de leerlingen vanaf groep 3 op vaste tijden en/of na afloop van bepaalde onderwijsonderdelen getoetst en/of geobserveerd. De leerlingen van groep 1 en 2 worden aan het eind van het schooljaar eenmalig en methodeonafhankelijk getoetst. De uitkomsten daarvan worden opgenomen in het leerlingendossier van de leerkracht. Elke leerkracht heeft een leerlingendossier. Het leerlingendossier is een map die van iedere leerling wordt bijgehouden. Daarin worden, behalve de resultaten van toetsen en observaties, gegevens opgenomen over de leerling-besprekingen, gesprekken met ouders, speciale onderzoeken, handelingsplannen en de rapporten over de verschillende jaren. Het leerlingendossier is alleen toegankelijk voor de leerkracht. Ouders kunnen echter altijd, na overleg met de leerkracht, het leerlingendossier van hun kind inzien. Het leerlingendossier wordt niet alleen gebruikt om de ontwikkeling van het kind te volgen, maar bij een eventuele overgang naar een andere school geeft dit dossier voor de nieuwe school een goed beeld van het kind. Leerlingendossiers zijn eigendom van de school. Bij een overgang van een kind naar een andere school blijft het originele dossier op school, zodat daar bij navraag op een later tijdstip door de school op kan worden teruggevallen. De nieuwe school ontvangt naast het onderwijskundig rapport een kopie van de belangrijkste stukken uit het dossier. 4.2.2 Toetskalender De SNOF neemt in groep 1 gedurende het schooljaar methodeonafhankelijke en vanaf groep 2 zowel methodegebonden als -onafhankelijke toetsen af. Alle leerlingen worden getoetst op het leeftijdsniveau waarop zij les krijgen. Bij uitzondering kan het zijn dat een toets van een jaar lager wordt afgenomen. Methodegebonden toetsen zijn toetsen die horen bij de methode die gebruikt wordt. In onze school zijn dat toetsen die horen bij de Leessleutel en bij Taaljournaal. Ze worden regelmatig ingezet na afsluiting van een hoofdstuk en/of thema. Via methodegebonden toetsen en lesobservaties worden de vorderingen van de leerlingen bijgehouden. Van de methodegebonden toetsen krijgen de ouders geen rapportage, maar wanneer de leerkracht dat noodzakelijk acht, wordt dit meegenomen in het oudergesprek. 11
Methodeonafhankelijke toetsen zijn toetsen die los staan van de gebruikte leermethode. Bij methodeonafhankelijke toetsen worden de resultaten van de leerlingen vergeleken met die van een zogenaamde landelijke normgroep. Onze school gebruikt de volgende door het CITO (Centraal Instituut voor Taalontwikkeling) ontwikkelde methodeonafhankelijke toetsen: •
De AVI-leestoets is ontwikkeld om het technisch leesniveau van de kinderen vast te stellen. AVI staat voor Analyse Van Individualiseringsvormen. AVI is verdeeld een M(idden) en E(ind) niveau per leerjaar. Het AVI-niveau geeft de technische moeilijkheidsgraad van een tekst aan. Een tekst van AVI (M3) heeft korte zinnen en bevat uitsluitend eenvoudige eenlettergrepige woorden. Hoe hoger het AVI-niveau, des te langer de zinnen en des te moeilijker de woorden. De kinderen worden getoetst totdat het laatste AVI-niveau (9) bereikt is. Sinds begin 2011 werken we met de nieuwe AVI-leestoetsen.
•
De Drieminutentoets meet het technisch leesniveau en de leessnelheid door middel van losse woordrijtjes. Ook hier werken we sinds begin 2011met de nieuwe toetsen.
•
De Taaltoets alle kinderen test woordenschat, begrip van taal en symbolen en beginnende geletterdheid bij het jonge, meertalige kind. Deze toets is zowel signalerend als diagnosticerend. Aan de toets zijn specifieke opdrachten verbonden om de kinderen extra te stimuleren in taalzwakkere gebieden.
•
De Woordenschattoets geeft een schatting van de omvang van de (passieve) woordenschat aan.
•
Leeswoordenschat heeft als doel de ontwikkeling te volgen van de woordenschat in de geschreven taal.
•
Bij Begrijpend lezen wordt aan de hand van inhoud- en situatievragen vastgesteld hoe goed leerlingen lezen en welke moeilijkheid ze aankunnen.
•
De toets Spelling is een hulpmiddel om de vorderingen op gebied van het spellen vast te stellen. Vanaf eind groep 7 wordt ook de werkwoordspelling getoetst.
In de hierna volgende toetskalender is weergegeven welke toetsen in welke groepen, per maand, kunnen worden afgenomen. ‘B’ staat voor ‘begin’ van het schooljaar, ‘M’ voor ‘midden’ en ‘E’ voor eind.
12
Sept
Okt
Nov
Dec
AVI leestoets
LEZEN
Drieminutentoets Meetmoment 1 protocol dyslexie
B3
Jan
Feb
Apr
Mei
E3E8
M3M8
E3E8
B3B4 M3
M3
B5
E3
M3M7
Woordenschattoets
TAAL
Leeswoordenschat
E3E7
M6M8
E5 E7
Begrijpend lezen
M4M8
Toetsen begrijpend lezen
E4E7
M7M8
E5E7
Nieuwsbegrip eindtoets
E4 B4 B8
SPELLING
Einddictee methode Spelling SVS Niet Werkwoorden SVS Werkwoorden
E3 E1 E2
Taal voor kleuters
Instapdictee methode
Juni
M3M8
Meetmoment 2 protocol dyslexie Meetmoment 3 protocol dyslexie
Mrt
E4 E8 B8
M3M8
E3E7 M7 M8 M8
E7
4.3 Zorg op maat: speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften Zowel zwakke resultaten als heel goede resultaten kunnen aanleiding vormen voor extra zorg. Uiteraard wordt u als ouder hierover geïnformeerd. Voor kinderen met heel goede resultaten wordt ernaar gestreefd extra materialen en leeractiviteiten in te zetten. Voor kinderen met zwakke 13
resultaten wordt in overleg met de ouders een zogeheten handelingsplan opgesteld. Hierin staat welke extra zorg het kind krijgt en op welke manier. Als het nodig is wordt het plan bijgesteld. Handelingsplannen worden opgesteld in overeenstemming met de ouders en de resultaten worden met hen besproken. De kinderen werken op hun eigen niveau in een groep met leeftijdsgenootjes. Daardoor is er van zitten blijven geen sprake. Als een kind enkele jaren geen Nederlandse les heeft gevolgd, kan het voorkomen dat het op een lager niveau start dan wat de leeftijd aangeeft. Er wordt naar gestreefd ieder kind op zijn eigen niveau te brengen. 4.4 Gang van zaken bij vertrek van een leerling naar een andere school In verband met de planning van een volgend schooljaar dienen kinderen schriftelijk afgemeld te worden vóór 1 juni van het lopende schooljaar bij de secretaris van het schoolbestuur. Indien kinderen tijdens het schooljaar vertrekken, geldt de volgende financiële regeling: bij afmelden vóór de kerstvakantie wordt de helft van het schoolgeld in rekening gebracht. Bij afmelden gedurende de tweede periode van het schooljaar (tussen kerst- en zomervakantie) wordt het volledige schoolgeld in rekening gebracht. Vóór het vertrek is er een eindgesprek tussen de ouders en de leerkracht. De ouders ontvangen dan een kopie van het leerlingendossier, dat ze meenemen naar de nieuwe school. Het dossier omvat: - een rapportage over het kind, inhoudende de beoordeling van de leerkracht over het functioneren van de leerling; - het NTC rapport; - een bewijs van uitschrijving, inclusief de Cito-toetsresultaten. Daarnaast krijgen de ouders de schriften en ander werk van hun kind mee.
14
5. DE LEERKRACHTEN 5.1 Wijze van vervanging bij ziekte of scholing Er kunnen redenen zijn dat leerkrachten niet aanwezig zijn, zoals ziekte of het volgen van een cursus. In de regel zal de vervanging intern worden opgelost, om zoveel mogelijk te voorkomen dat leerlingen vanwege afwezigheid van de leerkracht de school moeten verzuimen. Wanneer we geen vervanging kunnen regelen streven we naar een inhaalmiddag. 5.2 Personeelsbeleid Alle leerkrachten en bestuursleden nemen per beurtrol deel aan de jaarlijkse scholingsdagen van de Stichting NOB. De keuze voor de cursussen dient in relatie te staan tot de onderwijskundige ontwikkeling van de school, dan wel de bestuurlijke functie. De ontwikkelingen binnen het onderwijs in Nederland worden verder zoveel mogelijk gevolgd door het lezen van aanbevolen literatuur van de Stichting NOB, dan wel via aanbevolen websites.
15
6. DE OUDERS 6.1 Het belang van de betrokkenheid van ouders Van ouders en leerkrachten wordt verwacht dat zij handelen in het belang van het kind. Wij proberen een goede samenwerking te creëren door de school zo toegankelijk mogelijk te maken voor de ouders. De ouders brengen hun kinderen naar de leslocatie van de SNOF en halen ze daar ook weer op. Ouders krijgen zoveel mogelijk informatie. Indien voor de ouders de informatie onvoldoende blijkt te zijn, is deze zowel schriftelijk als mondeling altijd verkrijgbaar bij de leerkrachten en/of het bestuur. Met uitzondering van persoonlijke dossiers van leerkrachten en leerlingen en specifieke vertrouwelijke stukken kunnen alle gegevens worden ingekeken, zoals het schoolplan, leerlingendossier, enz. Van de ouders wordt een actieve rol verwacht ter ondersteuning van de activiteiten van de SNOF en ondersteuning van de leerkracht. Tevens wordt de ouders gevraagd te helpen bij het openstellen en het beheer van de bibliotheek en het mee organiseren van culturele evenementen. Juist in het kader van het NTC-onderwijs is het bovendien noodzakelijk dat ouders en school dezelfde doelen stellen ten aanzien van het te bereiken niveau van taalbeheersing van het Nederlands. Dit heeft alleen kans van slagen als de ouders zich betrokken en geïnteresseerd tonen en er zich bewust van zijn dat de thuissituatie in hoge mate bepalend is voor succes in de schoolsituatie. Van de ouders wordt dan ook een actieve huiswerkbegeleiding verwacht (zie hoger 3.4). 6.2 Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school Aan het begin van het schooljaar wordt een informatiebijeenkomst georganiseerd, waar ouders worden ingelicht over de organisatie van de SNOF en de opbouw van de lessen. De SNOF organiseert één keer per jaar een jaarvergadering. In deze vergadering wordt de schoolgids toegelicht, wordt financiële verantwoording afgelegd door het bestuur en wordt de begroting voor het komende jaar toegelicht. De ouders worden een aantal keren per jaar via een OIB (Ouder Info Brief) geïnformeerd over actuele zaken, zoals bijvoorbeeld toetsdagen, uitstapjes en culturele evenementen. Ouders worden regelmatig geïnformeerd over de vooruitgang en de ontwikkeling van de leerlingen. Ouders worden tenminste één keer per jaar uitgenodigd voor een 10-minuten-gesprek met de leerkracht. Aan het einde van het schooljaar krijgen de kinderen een verslag over het schooljaar mee, met hierin de scores van de belangrijkste toetsen. Tussendoor is er bovendien veel gelegenheid tot informeel contact met de leerkrachten. Algemene informatie over de SNOF is te vinden op onze website www.SNOF.de. 6.3 Ouderactiviteiten De SNOF is een non-profit organisatie met als doel kwalitatief goed onderwijs te bieden tegen verantwoorde kosten. Van de ouders wordt op verschillende manieren om medewerking gevraagd. Met de inschrijving bij de SNOF verklaart men zich hiertoe bereid. Onze school organiseert elk jaar een aantal activiteiten en/of excursies, waarbij de ouders om participatie wordt gevraagd. Via de Ouder Info Brief wordt de ouders gevraagd mee te helpen aan de organisatie van activiteiten en daaraan deel te nemen. Tot de vaste activiteiten behoren in elk geval: - Sinterklaasfeest - Oranje familiedag - Kinderboekenweek en Schrijversnamiddag
16
6.4 Klachtenregeling Wanneer een ouder een klacht heeft over de school of over een medewerker van de school, kan er gebruik gemaakt worden van de klachtenregeling. Uitgangspunt is dat klachten, problemen of vragen in eerste instantie rechtstreeks worden aangekaart bij degene die direct met de kwestie te maken heeft. Een ouder met bijvoorbeeld een klacht over (het lesgeven van) een onderwijsgevende kan dus niet bij het schoolbestuur terecht voordat de ouders met de betreffende onderwijsgevende hierover hebben gesproken. Hiermee wordt voorkomen dat de positie van de onderwijsgevende (oftewel diens gezag in de klas) wordt ondermijnd en het schept duidelijkheid over de rol en de positie van het schoolbestuur. Bij een klacht wordt het volgende stappenplan gevolgd: • Stap 1 De rechtstreeks betrokken partijen proberen eerst zelf door onderling overleg een oplossing te vinden voor het probleem. • Stap 2 Als de ouders en/of leraar geen bevredigende oplossing voor het probleem vinden, wordt het bestuur van de school ingeschakeld, die de kwestie hopelijk tot een bevredigende oplossing voor alle partijen kan brengen. Het schoolbestuur kan overigens ook al in de eerste stap bij de kwestie worden betrokken, maar alleen met instemming van een van beide partijen. Ook hier bestaat namelijk het gevaar dat het gezag van de leraar ondermijnd wordt. Voorts heeft het bestuur Marleen Peeters als vertrouwenspersoon aangesteld. Zij kan in probleemsituaties door de ouders, de leerkracht of het bestuur geraadpleegd worden. Zij kan in overleg met het bestuur ingeschakeld worden. Mocht de afhandeling van de klacht in onderling overleg niet mogelijk zijn of heeft de afhandeling niet naar tevredenheid plaatsgevonden dan kan er een beroep worden gedaan op de Klachtenregeling Nederlands Onderwijs in het Buitenland. Adressen en telefoonnummers vindt u in hoofdstuk 10 van deze schoolgids.
17
7. KWALITEITSZORG 7.1 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs Onze school voert een actief kwaliteitsbeleid. De nadruk ligt daarbij op een kwaliteitsvol leerkrachtenteam dat kwaliteitsvol onderwijs biedt en een schoolplan. De leerkrachten bij SNOF zijn ervaren onderwijsmensen die up to date zijn met de nieuwste onderwijsontwikkelingen. -
Sommige leerkrachten geven ook op een andere school Nederlandse les waardoor een wisselwerking ontstaat. Een leerkracht helpt voor een uitgeverij mee aan het ontwikkelen van leermethodes Nederlands. De keuze om elke klas ook van een klassenassistent te voorzien, zorgt voor meer rendement bij zowel leerkracht als leerling. De directie en het bestuur moedigen actief bijscholingen aan. Er zijn veel zowel formele als informele overlegmomenten tussen de leerkrachten over de leerlingen, met als doel ervaringen uit te wisselen en het onderwijs te verbeteren.
Naast de onderwijsmensen zijn ook de randvoorwaarden om kwaliteitsvol onderwijs te bieden aanwezig. -
Elke leerkracht beschikt over een eigen lokaal met moderne uitrusting. Er zijn gewone stiftenborden, whiteboards, projectietoestellen aanwezig en er is een internetverbinding. De directie en het bestuur zijn heel direct aanspreekbaar, zowel informeel als op formele overlegmomenten.
Het kwaliteitsbeleid van de school leggen we telkens voor een periode van vier jaar in een schoolplan vast. Daarin proberen we de kwaliteit van onze school te verbeteren. We houden in de gaten te houden of de kwaliteit goed blijft. We behouden het goede, kijken wat beter kan. We realiseren verbeteringen en houden die vast. Het afgelopen schooljaar (2014 – 2015) heeft de SNOF het volgende gedaan : -
Organiseren cultuurdagreis naar Dillenburg met begeleide bezoeken in november 2014 in samenwerking met de Evangelische Akademie Frankfurt; Plan van aanpak ‘Schoolgeld verloop lange termijn’ ; Hulp bij ouders bij diverse activiteiten breder inzetten; Verbeteracties t.a.v. Zorgbeleid en planmatig werken evalueren en bijsturen; Leesbegeleiding opgezet voor de groepen 5 t/m 8; Voorbereiden Enquête ouders (kwaliteitsmeting) schooljaar 2015-2016; Uitzoeken mogelijkheden cultuuractiviteiten boekenbeurs 2016 (Gastland is dan Nederland en België); Opzetten pilootproject “peutergroep”; Voorbereiden Vervolg Onderwijs (VO).
Komend schooljaar: - Plan van aanpak ‘Schoolgeld verloop lange termijn’ in het kader van de definitieve stopzetting van de subsidieregeling per 1 januari 2016; - Leerlingenwervingsbeleid herbekijken / verbeteren; - Cultuuractiviteiten boekenbeurs 2016 (Gastland is dan Nederland en België); - Verbeteracties t.a.v. Zorgbeleid en planmatig werken evalueren en bijsturen; - Opstarten Vervolg Onderwijs; - Update houden SNOF bibliotheek - Aanbieden digitaal lidmaatschap Openbare Bibliotheek Amsterdam - Opstellen schoolplan voor de periode 1 januari 2015 – 31 december 2020 - Herijken vergoedingsbeleid Leerkrachten/Klassenassistenten 18
7.2 Zorg voor relatie school en omgeving De SNOF heeft de volgende externe contacten: - Stichting NOB voor hulp en begeleiding - Onderwijsinspectie met betrekking tot kwaliteitsbewaking - Ouders - Nederlands Consulaat, Vlaamse Vertegenwoordiging in Berlijn - FIS/ISW - ESRM - Uitgeverij Van In Wommelgem (België) - andere aanbieders van Nederlandse les, bv. andere NTC-scholen in Duitsland en het NTConderwijs op internationale scholen in Frankfurt en omgeving
19
8. RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS 8.1 Resultaten Onze school streeft ernaar kwalitatief goed onderwijs te bieden gericht op de maximale individuele ontwikkeling van het kind op het gebied van de ontwikkeling in Nederlandse taal en cultuur. De resultaten van de ontwikkeling van het kind zijn door het afnemen van toetsen, die bij de verschillende methoden en materialen horen, direct vast te stellen. Tevens wordt gebruik gemaakt van de methodeonafhankelijke toetsen. De leerkracht volgt de vorderingen van de leerlingen en houdt daarvan een leerlingendossier bij. 8.2 Cijfers over uitstroom en aansluiting Gedurende of aan het einde van het schooljaar 2013-2014 hebben 12 leerlingen de school verlaten vanwege verhuizing naar Nederland, naar een ander buitenland of vanwege een te volle agenda. We proberen na te gaan hoe de aansluiting van oud-leerlingen verloopt bij een Nederlandse dagschool en/of andere NTC-school. De feedback die we vorige schooljaren ontvangen hebben waren zeer positief. 8.3 Cijfers over vorderingen in NTC-vaardigheden Hieronder volgen de toetsresultaten van de methodeonafhankelijke toetsen aan het eind van het schooljaar 2015-2016. De CITO-normering is als volgt: A: zeer goed B : goed C: voldoende D: zwak E: zeer zwak Deze maatstaf geldt voor scholen in Nederland. Toetsresultaten groep 1 Taaltoets alle kinderen A B 2 C 2 D E Aantal 4 deelnemers
Toetsresultaten groep 2 Taaltoets alle kinderen A B 1 C D E Aantal 1 deelnemers
Toetsresultaten groep 3 Spelling A B C D E Aantal deelnemers
Woordenschattoets
Drie minutentoets
2 1 3
1 2 2
2 2 1 3
6
5
8
20
AVI Start M3 E3 M4 E4
2 3 1 1 1 8
Toetsresultaten groep 4 Spelling A B C D E Aantal deelnemers
1 2 2 5
Woordenschattoets
Drie minutentoets
1 3 1
2 2 1 2
5
7
AVI M4 E4 M5 E5 E6
2
4 1 7
Toetsresultaten groep 5 Spelling A 1 B C 3 D E 4 Aantal 8 deelnemers Toetsresultaten groep 6 Spelling A 2 B C 1 D 1 E 2 Aantal 6 deelnemers Toetsresultaten groep 7 Spelling A B C D E 3 Aantal 3 deelnemers Toetsresultaten groep 8 Spelling A B C 1 D 3 E 1 Aantal 5 deelnemers
Woordenschattoets 1 1 3 2 1
DMT 2 1 1 4
8
8
Woordenschattoets
DMT
3 1 2
1 1 3 1
6
6
Woordenschattoets
DMT
3 1 1 1 2 8
AVI E5 M7 E7 A+ B+
1 1 1 1 2 6
AVI M6 M7 A+
1 2
1 1 1
2 1 3
3
Woordenschattoets
DMT 3 1 1
3 2 5
5 21
AVI PlusA M7 M6 E5 M5
4
AVI Klaar
5
5
8.4 Context: uitleg bij resultaten Ondanks het feit dat leerlingen een “Nederlandstalige thuissituatie” hebben, valt op dat de meeste NTC-kinderen een geringere woordenschat hebben dan het gemiddelde woordenschatniveau van hun leeftijdgenoten in Nederland of België. Ook de scores op het onderdeel spelling blijven bij NTC-leerlingen achter. De resultaten in de leergebieden schrijven van teksten en begrijpend lezen zijn bij NTC-leerlingen in het algemeen goed. Ouders dienen de toetsresultaten in dit licht te bezien. Het aantal leerlingen in de overzichten zijn de leerlingen die de toetsen hebben gedaan, niet alle leerlingen hebben de toetsen gemaakt i.v.m. afwezigheid op de toetsdagen. Er is geprobeerd de toetsen zoveel mogelijk in te halen, dat is echter niet altijd gelukt.
22
9. PRAKTISCHE ZAKEN 9.1 Schooltijden De lessen vinden plaats voor alle groepen op maandagmiddag (na afloop van de dagschool) aan de FIS. Daarnaast worden dit jaar op zaterdagen drie tot vier cultuurdagen en twee les/toetsdagen georganiseerd. Data zijn te vinden in het lesrooster dat aan het begin van het schooljaar aan de ouders wordt toegestuurd. Omdat het om gemotiveerde families gaat is er haast geen verzuim bij de leerlingen. Bij uitval van lessen - bijvoorbeeld door weersomstandigheden - worden de lessen zoveel mogelijk ingehaald. Voor de eventuele inhaallessen is een extra zaterdag in het jaarrooster opgenomen. 9.2 Vakantierooster Aan het begin van het schooljaar ontvangen de ouders een lesrooster van de SNOF. De SNOF volgt het vakantierooster van de Duitse scholen in Hessen. 9.3 Naschoolse activiteiten voor kinderen Gedurende het jaar worden buitenschoolse activiteiten georganiseerd. Vaste onderdelen daarbij zijn de Sinterklaasviering, de Oranje familiedag en de Kinderboekenweek. Daarnaast wordt aan het begin van het schooljaar voor alle kinderen een schoolreisje georganiseerd. Het schoolreisje vindt aan het begin van het jaar plaats om de onderlinge binding tussen leerkracht en leerlingen en tussen de leerlingen onderlinge onderling te bevorderen. Daarnaast wordt ook dit jaar, in samenwerking met FIS, een kinderboekenauteur uitgenodigd. Door het jaar heen kunnen er extra activiteiten worden georganiseerd. Ouders worden hierover altijd tijdig geïnformeerd via de Ouder Info Brief dan wel via de leerkracht van de klas zelf. 9.4 Ouderbijdrage Voor het schooljaar 2015-2016 hanteren we de volgende tarieven: Privé tarief
Werkgevers tarief
Groep 1-2
€ 550
€ 800
Groep 3-8
€ 650
€ 900
Hieruit worden alle noodzakelijke voorzieningen die met de school en het lesgeven te maken hebben betaald. Naast de ouderbijdrage ontvangt de school een financiële bijdrage (“subsidie”) van de stichting NOB. Deze financiële bijdrage werd ingevolge een besluit van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van mei 2013 voor het kalenderjaar 2014 ongeveer gehalveerd, en zal voor het kalenderjaar 2015 nog verder worden afgebouwd, om per 1 januari 2106 meer dan waarschijnlijk finaal te worden afgeschaft. 9.5 Schoolverzekering voor leerlingen Onze school is via de Stichting NOB verzekerd voor de wettelijke aansprakelijkheid (WA) tegenover derden. Het betreft schade die is ontstaan door toedoen of nalaten van leerlingen en leraren. Deze verzekering is van toepassing als de schade niet op een andere wijze gedekt wordt, bijvoorbeeld door uw eigen WA-verzekering. 9.6 Sponsoring Onze school heeft tijdens het afgelopen schooljaar eerste stappen ondernomen om tot een actiever sponsorbeleid te komen. Tot nog toe hebben deze inspanningen geen concrete geldelijke bijdragen 23
opgeleverd. Wel zijn er meerdere boekenschenkingen geweest. Voor het schooljaar 2014-2015 een de Evangelische Akademie Frankfurt een cultuurdag gesponsord. De bedoeling is van op termijn tot een intensievere sponsoring te komen, zeker gelet op het afbouwen van de subsidieregeling vanaf 1 januari 2014 (en het volledig wegvallen ervan per 1 januari 2016). Wij vragen de ouders hierbij dringend om medewerking.
24
10. NAMEN EN ADRESSEN In deze versie voor het NOB worden om privacy redenen, de namen en adressen van het schoolbestuur, directie, leerkrachten, onderwijsassistenten, etc. niet weergegeven. 10.1 Schoolbestuur 10.2 Directie 10.3 Leerkrachten 10.4 Onderwijsassistenten 10.5 Vertrouwenspersoon 10.6 Bibliotheek 10.7 Webmaster 10.8 Inspectie van het Onderwijs Team buitenland Postbus 7447, 4800 GK Breda (NL) E:
[email protected] W: www.onderwijsinspectie.nl Telefoonnummer voor vragen van ouders over onderwijs in het buitenland: +31 77 4656 767 Vertrouwensinspecteur (voor meldingen van seksuele intimidatie en seksueel misbruik; lichamelijk geweld; grove pesterijen; extremisme en radicalisering) T: + 31 30 670 6001 W: www.onderwijsinspectie.nl. Zoek op ‘vertrouwensinspecteurs’ 10.9 Stichting NOB Parkweg 20a, 2271 AJ Voorburg (NL) T: + 31 70 386 66 46 W: www.stichtingnob.nl E:
[email protected] 10.10 Consulaat Generaal van het Koninkrijk der Nederlanden Kennedydam 24 (Sky Office, 7e etage),40476 Düsseldorf T: 0211 - 179301-0
25