Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN) Vooruitgangstraat 333/6 │ 1030 Brussel │ België mail :
[email protected] │ website : www.bapn.be tel : +32 (0)2/265.01.53 │ fax : +32 (0)2/265.01.55
Verslag Ronde Tafel Werk, Geen Werk en Armoede in grootsteden 10 september 2010
INHOUD 1.Welkomstwoord ............................................................................................................2 2.Toelichting grootstedelijke problematiek..........................................................................2 3.Getuigenissen van mensen in armoede...........................................................................2 4.Voorstelling van de aanbevelingen uit het werkdocument.................................................7 5.Reflectie : De actieve welvaartsstaat, kernidee van het Europees sociaal beleid?...............8 6.Inleiding voor debat over de federale aanbevelingen: De jacht op werkzoekenden: Waar gaat men heen ? ...........................................................................................................15 7.Debat 1.......................................................................................................................17 8.Beschouwingen............................................................................................................18 9.Inleiding voor debat over de Europese aanbeveling: Nood aan een Europese omkadering .....................................................................................................................................19 10.Debat 2.....................................................................................................................21 11.Beschouwingen .........................................................................................................22 12.Afsluitend woord: Staatssecretaris Armoedebestrijding Philippe COURARD ...................22 13.Slotwoord..................................................................................................................22 14.Bijlage 1: De grootstedelijke context ..........................................................................24 Probleemstelling Werk, geen werk en grootsteden............................................................24 Indicatoren kwetsbaarheid van de stedelijke bevolking.....................................................25 15.Bijlage 2: aanbevelingen werk, geen werk en armoede in de grootsteden ....................27
1
Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN) Vooruitgangstraat 333/6 │ 1030 Brussel │ België mail :
[email protected] │ website : www.bapn.be tel : +32 (0)2/265.01.53 │ fax : +32 (0)2/265.01.55
DEEL A: VOORMIDDAG
1. WELKOMSTWOORD Dhr. Paul VAERNEWYCK, coördinator BAPN
2. TOELICHTING GROOTSTEDELIJKE PROBLEMATIEK Dhr. Rocco VITALI, directeur Forum Bruxellois de Lutte contre la Pauvreté Ondanks de stijging van het aantal beschikbare banen in de grootsteden, te wijten aan de economische groei, blijft hier echter de werkeloosheid toenemen. Dit is paradoxaal. Men constateert immers dat het aantal laaggeschoolden toeneemt, terwijl de beschikbare banen ingevuld worden door mensen die hogere studies gedaan hebben. Dit wordt gestaafd door statistisch studiemateriaal (zie bijlage 1). Als verklarende factor dient men o.a. de dualisering van het onderwijs te zien, de zogenaamde gettoscholen. Ook het huidige activeringsbeleid heeft een mattheuseffect. Dit beleid dient de inclusie te bevorderen. We stellen echter vast dat ze leidt tot het tegendeel. Er heersen een aantal uitsluitingmechanismen, wat ook uitsluiting op de arbeidsmarkt betekent. We hebben hier te maken met een omkering van het principe van de sociale zekerheid.
3. GETUIGENISSEN VAN MENSEN IN ARMOEDE 6 getuigenissen over werk, geen werk en armoede uit Brussel, Luik en Gent Brussel : Thierry (49) “Ik kom uit een arbeidersgezin en heb een technische opleiding gehad. Ik ben daarna zeer snel in de banksector gestapt. Dit heeft me de mogelijkheid gegeven om te reizen en op die manier heb ik de financiële sector kunnen ontdekken. In de jaren 1990 – 1992 werd ik onaangenaam verrast door de concurrentie en de mondialisering die er heerste in de financiële en economische wereld, hoewel er toen nog niet over gepraat werd. Ik heb toen mijn job verloren, niet omdat mijn werkgever niet tevreden was over mij, maar omdat ze moesten besparen; er kwam niet voldoende geld in het laatje. Ik stond plots op straat, aan de deur van de RVA. Het is hard te moeten ondervinden dat je geen geld genoeg hebt om in je eigen noden te voorzien. Arm zijn is niet alleen geen geld genoeg hebben, maar ook de zogenaamde ‘sociale, morele miserie’ : je verliest je job, je wordt wakker, alles valt in duigen, je voelt je alleen.Het kost veel tijd om uit deze morele armoede te ontsnappen. Door de financiële moeilijkheden ben ik veel zaken plots kwijtgeraakt, vooral het verlies van mijn huis heeft een grote impact gehad op mijn leven. Ik ben niet lang zonder huis geweest, maar ik was sterk getroffen door deze thema’s van armoede. Ik heb er kracht uitgehaald, een andere roeping ontdekt. Ik ben nu militant geworden en voer strijd,… eerst als vrijwilliger en nu heb ik mijn eigen vereniging opgericht. Sinds ik betaald werd om niks meer
2
Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN) Vooruitgangstraat 333/6 │ 1030 Brussel │ België mail :
[email protected] │ website : www.bapn.be tel : +32 (0)2/265.01.53 │ fax : +32 (0)2/265.01.55
te doen, heb ik massa’s werk. Inderdaad, ik sta vroeg op - ga laat slapen – ga overal in de stad, op het platteland en in verste uithoeken van het land om mijn werkloosheidsuitkering te verantwoorden. Dag na dag. NEEN, ik ben geen luierik, ik ben – noodgedwongen - een autodidact geworden. Ik heb nu alle capaciteiten om te werken in gelijk welke firma. Als ik hoor wat de politici, de RVA,.. zeggen, dan vind ik dat men ons – de werkzoekenden vandaag in een rollenspel heeft geplaatst, een eenzijdig rollenspel want ze hebben onze mening niet gevraagd. Het zijn eerder inspecteurs, controleurs, … die enkel feiten controleren, want deze mensen kennen niks van ons dossier. In een contract zijn er rechten en plichten aan twee kanten. Ik heb het gevoel dat de RVA alle rechten heeft en ik alle plichten. Wij hebben het recht op een goeie opleiding. De RVA zou ook ‘coachen’ moeten hebben, zoals die bestaan in de privésector. Er zijn 600 000 mensen die geen toegang hebben tot werk. Maar de echte armoede is niet bij ons, die zit bij de ondernemers. We moeten nu de strijd voeren want vele werklozen zijn ouders … van kinderen die morgen de volwassenen zullen zijn…”
Luik : Mickael (29) “ Ik ben bibliothecaris van opleiding en na mijn studies heb ik een periode van werkloosheid gekend. Ik getuig hier vandaag omdat ik uit Luik kom en mijn zoektocht naar werk hoofdzakelijk in deze grootstad heb gedaan. Eerst even aanhalen dat ik in die tijd samenwonende was en nog geen werkervaring had; ik had dus een uitkering van 316 € in de maand (als alleenstaande zou dit 630 € geweest zijn). In het kader van de activering van de werkloze moeten we minstens 3x per week gaan solliciteren en hiervan het bewijs binnenbrengen. Dit solliciteren is een hele kost… Ik heb geen auto (zoals vele werkzoekenden) en moet dus de bus of de trein nemen. In Luik kost een ticket 1,40 euro (2,80 € heen en terug). Ik kon ook een abonnement kopen. Dit koste 32,50 euro, m.a.w. meer dan een tiende van mijn uitkering! Maar ik wou echt werk vinden, dus zocht ik ook buiten Luik, in andere regio’s. De VDAB betaalt 75% van het treinticket terug, maar de administratieve rompslomp die dit met zich meebrengt maakt dit alles heel complex en ook duur (gezien mijn 316 €). Je moet naar de VDAB gaan, 2,80 euro bus, om daar te gaan bewijzen dat je gaat solliciteren. Als je dan gesolliciteerd hebt, moet je de papieren insturen (bewijs NMBS et bewijs van de werkgever) naar de VDAB. Bij dit alles moet je nog eens minstens 3 euro rekenen voor een dag verplaatsing met alles wat daarbij komt kijken, ook al neem je je boterhammen mee (een drankje, een koekje, WC,…). Dit alles is een grote kost voor een werkzoekende en dit minstens tweemaal per week. Ik heb een oogprobleem, waardoor ik geen rijbewijs kan behalen. Iedereen weet dat 80% van de aanbiedingen wel degelijk een rijbewijs als voorwaarde stelt. Op aanraden van vrienden ben ik naar de RVA gegaan om mijn handicap te laten erkennen. Dit zou me toelaten dat ermee rekening werd gehouden tijdens de controles. Maar deze procedure is complex. (Ook anderen hebben dit bevestigd). Je moet naar een dokter gaan, aangewezen door de RVA (dit is geen oogarts!). Hij spreekt zich uit over het percentage werkongeschiktheid… bij 33% is de werkzoekende niet meer oproepbaar door de RVA in het kader van de activering. De dokter van de RVA heeft me 32% toegekend! Nadat je de activeringscontrole van de RVA doorstaan hebt, word je verwezen naar interimbureaus. Ik heb dus de ronde in Luik gedaan. Slechts één bureau wilde me 3
Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN) Vooruitgangstraat 333/6 │ 1030 Brussel │ België mail :
[email protected] │ website : www.bapn.be tel : +32 (0)2/265.01.53 │ fax : +32 (0)2/265.01.55
inschrijven, de anderen zeiden me dat ze geen werkaanbiedingen in mijn domein hadden. Wanneer een werkzoekende niet vlug werk vindt, verwijst VDAB hem naar een opleiding. Maar deze opleidingen zijn bedoeld voor mensen die reeds gekwalificeerd zijn of studies gedaan hebben, want het tempo en de hoeveelheid stof van deze opleidingen is enorm. Daarbij komt dat de sociale assistenten van VDAB onvoldoende gevormd zijn om enigszins een gevoeligheid aan de dag te leggen voor mensen in armoede. Ik wil een oproep doen aan de directie van VDAB om geen druk op hun personeelsleden te zetten om zo een maximale rentabiliteit te verkrijgen.”
Gent : 4 getuigenissen uit de Zuidpoort, vereniging waar armen het woord nemen: Getuigenis 1 : Ik ben weduwe. Het loont voor mij niet om bij te werken, want het gaat allemaal naar de belastingen. Dat ondervond ik zelf. Dus ik kies ervoor om bij te dragen aan de samenleving door mijn vrijwilligerswerk. Liever dat, dan iemand anders een job afpakken. Maar mijn inkomen gaat niet vooruit. Ik moet me neerleggen bij een situatie van moeilijk rondkomen! Getuigenis 2 : Mijn werkloosheid is het gevolg van armoede. Door voortdurend geldgebrek thuis, kon ik niet de gewenste studies van hotelschool volgen. Zonder diploma lukte het niet om aan werk te geraken. Ik heb wel als schoonmaakster gewerkt, maar door een zware knieblessure raakte ik mijn werk kwijt. Maar ik wil werken, want ik weet van mezelf dat ik heel wat capaciteiten heb. De competenties zijn er, maar zonder papier strand ik voortdurend. Toen praatte ik erover in De Zuidpoort. Via De Zuidpoort hoorde ik over een vacature waarin ze een ervaringsdeskundige in de armoede zochten die geen diploma heeft, om bij een overheidsdienst te gaan werken. Ik wist meteen dat ik voor de job geschikt zou zijn en stelde onmiddellijk een sollicitatiebrief op. Dat was niet zo gemakkelijk. Ik heb geen diploma, maar wat kan ik allemaal? In De Zuidpoort kreeg ik steun in de zoektocht naar mijn competenties. Samen zochten we uit waar ik precies goed in ben en wat ik uit mijn vrijwilligerswerk in De Zuidpoort heb opgestoken. En toen startte de lange sollicitatieprocedure. Bij die overheidsdienst waren er interne meningsverschillen, waardoor de sollicitatieproeven en gesprekken op verschillende momenten voor lange tijd werden uitgesteld. Op zo’n momenten kan ik wel zeggen dat je de moed zou verliezen om ermee door te gaan. Maar op andere momenten, waren er kleine gebaren die voor mij een wereld van verschil maakten. Zo herinner ik mij dat ik op weg naar de sollicitatie nog een sms kreeg van diegene waarmee ik zou moeten spreken die zei: ‘Tot straks’. Na het laatste gesprek kreeg ik vrijwel onmiddellijk telefoon om te zeggen dat ik de job had. Die extra aanmoediging hebben mensen nodig! De treintickets die de VDAB verzorgd had, namen ook een grote last van mijn schouders. Op 15 september kan ik starten op mijn nieuwe job. Ik ben heel tevreden, maar ik wil toch nog even meegeven dat een job hebben niet al je problemen oplost. Mensen aan het werk zetten alleen is niet genoeg! Omdat ik nu ga werken, kan ik eindelijk een collectieve schuldbemiddeling in gang steken. Maar die collectieve schuldbemiddeling zorgt er wel voor dat ik nu met 50€ in de week moet
4
Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN) Vooruitgangstraat 333/6 │ 1030 Brussel │ België mail :
[email protected] │ website : www.bapn.be tel : +32 (0)2/265.01.53 │ fax : +32 (0)2/265.01.55
rondkomen. Ik heb dan wel werk, maar in mijn portemonnee ga ik er op achteruit. Ik vind dat mensen beloond moeten worden voor de stappen die ze zetten. Zeker die eerste maanden dat je gaat werken. Een ander nadeel dat ik nu ondervind is dat ik niet met mijn vriend kan gaan samenwonen. Hij krijgt een invaliditeitsuitkering. Moest ik, met mijn inkomen, bij hem inwonen, dan verliest hij zijn inkomen en zitten we weer in een diepe put. Ik heb het gevoel dat wij als koppel uit elkaar gehouden worden. Voor sommige mensen is dat doorslaggevend om niet naar werk te durven zoeken. Er kan zeker nog veel verbeteren, maar ik ben blij dat ik binnenkort aan de slag kan in een job waarin ik mijn talenten kan gebruiken. De verenigingen nemen veel drempels weg en taken over van andere diensten, o.a. OCMW, VDAB. BELONEN voor stappen die mensen in armoede naar werk zetten, is een andere insteek dan SANCTIONEREN (activeringsbeleid: werkt armoedekloof in de hand).
Getuigenis 3 : Ik kom uit een groot gezin van 8 kinderen. Zelf heb ik er nu 2. Mijn man is
invalide en we staan onder budgetbegeleiding. We moeten met zeer weinig geld leven. Voor ik kinderen had, heb ik gewerkt, maar nadien ben ik huisvrouw geworden en deed ik op verschillende plaatsen vrijwilligerswerk. Ik was nooit goed op de hoogte van welke mogelijkheden er nu nog voor mij waren. Toen ik onlangs in De Zuidpoort hoorde over welke mogelijkheden er allemaal bestaan, begon het bij mij te kriebelen om een centje te gaan bijverdienen. Al snel kwam ik in contact met een ervaringsdeskundige die op de VDAB werkt. Er werden verschillende pogingen gedaan om een afspraak vast te leggen, maar die afspraak werd week na week uitgesteld door verschillende redenen. Ik was zo blij geweest en plots kregen mijn verwachtingen een grote deuk. Ik voelde me in de steek gelaten en dacht aan opgeven. Babbeltjes in De Zuidpoort deden me toch doorzetten. Er moest een dossier opgemaakt worden in de Werkwinkel. Ik zou een cursus volgen bij de VDAB om schoon te maken. Maar bij de VDAB zeiden ze dat het voor mij te zwaar zou zijn. Ze stuurden me weer door naar de Werkwinkel. Maar daar kreeg ik dan weer te horen dat de VDAB mijn dossier moest opmaken. En bij de VDAB zeiden ze dan weer dat het OCMW mijn dossier moest opmaken. En daar stelden ze voor dat ik vrijwilligerswerk zou gaan doen tegen 1,25 euro per uur. Na wekenlang van het kastje naar de muur gestuurd geweest te zijn, was ik terug bij af! Gelukkig nam het OCMW dan contact op met de Werkwinkel en is de bal aan het rollen gegaan. In de Werkwinkel werd mijn dossier opgesteld en werd er naar mijn voorkeuren geluisterd. Ondertussen heb ik een PWA-werk gevonden waarbij ik enkele uren in de week ga poetsen. Nu probeer ik om wat extra uren te krijgen om te tuinieren of om eten op te dienen in een school. Ik verdien nu een klein beetje extra. Ik was wel verward. Ik dacht dat de volle 7 euro voor mij was, maar eigenlijk krijg ik maar 4,10 euro. Met mijn verhaal wil ik duidelijk maken hoe belangrijk informatie en een goede communicatie is. Als je niet weet dat er bepaalde systemen zijn, kan je er geen gebruik van maken. Als je afhankelijk bent van hulpverleners of van toevallige contacten in de Zuidpoort, kom je niet ver. En ik wil ook nog zeggen dat er meer nood is aan ervaringsdeskundigen om ons mee wegwijs te maken. 5
Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN) Vooruitgangstraat 333/6 │ 1030 Brussel │ België mail :
[email protected] │ website : www.bapn.be tel : +32 (0)2/265.01.53 │ fax : +32 (0)2/265.01.55
Met betrekking tot toegankelijkheid van diensten: mensen in armoede hebben nood aan ervaringsdeskundigen om wegwijs gemaakt te worden in diensten.
Getuigenis 4: Mijn zoon is op school naar OV2 geweest. Hij werd voorbereid op werk in een beschutte werkplaats. Het is er nooit van gekomen er echt te werken, ook al is hij nu al 23 jaar oud. Toen hij stopte met school stond hij helemaal nergens. Mijn zoon is toch geen alleenstaand geval, volgens mij zijn er zo duizenden. De voorbereiding tijdens het eerste en tweede jaar op school verliep heel goed. De leerkracht hielp hem echt. Dan ging die mevrouw op pensioen. Voor haar opvolgster kon hij niets goed doen op school. Door haar waren de begeleiders van de stageplaats zelfs vooringenomen tegen mijn zoon. De geest in die beschutte werkplaats was niet zoals ze zou moeten zijn. Als er geroepen en getierd wordt kan mijn zoon niet presteren! De zoon zelf zegt: ‘Het werk was zwaar, het was te traag of te vlug, ik moest me telkens weer aanpassen aan het tempo van de anderen, of dat opgelegd werd. Het was vooral lastig als het bandwerk was. Sommigen die daar al lang werkten konden zelf niet mee! Ik voelde me er grof behandeld. De verantwoordelijke sprak boos en verwijtend. De mensen die er al jaren werkten lachten me uit. Ik voelde me daar als een hond!’. De moeder: mijn zoon wilde niet meer, hij vond het niet eerlijk. Daar stonden we dan. Niemand hielp ons voor de volgende stap. Ik had als moeder geen inzicht wat mogelijk was voor mijn zoon. Langs een hele omweg geraakte ik verder. In mijn vereniging de Zuidpoort hielp men mij kijken in de Sociale Kaart van Gent. Zo kwam ik bij een sociale werkplaats terecht, waar wij een afspraak kregen. Het was een hele goede maatschappelijk werkster. Maar die werkplaats bleek niet geschikt voor mijn zoon, omdat het gericht was op psychiatrische patiënten. Die mevrouw beluisterde ons echter goed, belde zelf rond, tot we de juiste dienst vonden. Zo zijn we bij Centrum Ebergiste De Deyne terechtgekomen. Ze vertelden ons over de mogelijkheid ergens te gaan werken op vrijwillige basis, met begeleiding op de werkvloer. Ik merkte onmiddellijk heel wat voordelen: - Ze houden rekening met de interesse van mijn zoon - Ze stellen je administratief met alles in orde, je hoeft niet te vrezen dat je in het zwart werkt - Er is in dezelfde dienst mogelijkheid om je te helpen met andere dingen, bvb wonen… Er is nu een werkplaats gevonden waar mijn zoon erg tevreden is! De zoon: ‘de begeleiders spreken met mijn bazen. We bespreken dingen zoals over snelheid en traagheid, de begeleiders komen kijken op mijn werk, ik mag ze altijd opbellen. Ze helpen de misverstanden die er soms zijn, op te lossen.’ Moeder: Wat mijn zoon een beetje stoort is dat hij er geen enkel financieel voordeel bij heeft. Zo’n aanmoediging is wel nodig om er de moed in te houden! Zoon: ik werk toch hard! Ik wil dan toch ook iets krijgen, anderen krijgen dat wel op hun werk! Moeder: Anders moeten zij voor dat werk toch ook iemand inzetten, die ze dan toch ook zouden moeten betalen!’ Ons besluit is:
6
Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN) Vooruitgangstraat 333/6 │ 1030 Brussel │ België mail :
[email protected] │ website : www.bapn.be tel : +32 (0)2/265.01.53 │ fax : +32 (0)2/265.01.55
- Ouders beter informeren op het einde van de schoolperiode. Dat gebeurt heel slecht. Als wat de school zelf vooropstelt niet lukt, gaat het hun precies niet meer aan! - We pleiten voor een kleine vergoeding, bijvoorbeeld 5 euro per week, of een pakje sigaretten! En: er is nood aan een VERTROUWENSPERSOON Ook een kwaliteitslabel van diensten is noodzakelijk. Met dank aan de getuigen om hun verhaal te brengen. Met dank aan de toehoorders om deze ervaringen ter harte te nemen en met de nodige omzichtigheid te behandelen.
4. VOORSTELLING VAN WERKDOCUMENT
DE
AANBEVELINGEN
UIT
HET
Op basis van het proces met de mensen in armoede in de grootsteden, werden volgende aanbevelingen gepresenteerd uit het werkdocument. Deze vormen de basis tot reflectie in de loop van de dag. 1. Het activeringsbeleid voor werklozen moet doelstellingen van sociale inclusie nastreven mag geen mechanisme zijn van uitsluiting, sanctie en bestraffing van personen in armoede. Dit beleid moet stoelen op een uitwisseling van rechtvaardige rechten en plichten die de Staat verplicht om de werkloze of aanvrager van een vervangingsinkomen te beschouwen als een partner met een rechtvaardig en symmetrisch contract. De waardigheid van de werkzoekende mag nooit in het gedrang komen door een beleid van stigmatisering. 2. De vormingsmodules in het kader van de begeleiding van werklozen mogen de ongelijkheden die de meest bestaansonzekere personen ondervinden op de discriminerende markt van beroepsopleiding, niet vergroten. Integendeel, ze dienen aan iedereen een kwaliteitsvolle en efficiënte vorming te verzekeren. Ze moeten toegankelijk zijn voor het meest bestaansonzekere publiek via de specifieke structuur van de arbeidsmarkt van de grootsteden. 3. Het bestaande activeringsbeleid in de grootsteden kent geen enkele evaluatie op basis van de reële problemen van personen in armoede. Een transparante en objectieve evaluatie moet doorgevoerd worden teneinde de positieve en de negatieve effecten van het beleid in beeld te brengen. De nefaste impact van het activeringsbeleid op de personen in armoede moet in het bijzonder belicht worden. Deze evaluatie kan enkel uitgevoerd worden door de Staatsdiensten die hierbij - op gelijke voet – het geheel van partners en in het bijzonder de belanghebbenden betrekken. 4. Het is onbegrijpelijk dat op een stedelijke arbeidsmarkt die niet in staat is werk te verzekeren aan de meest bestaansonzekere personen, stappen ter activering worden ondernomen die enkel en alleen gericht zijn op een zo snel mogelijke terugkeer naar werk, werk dat zelden een structurele verbetering van de arbeidsloopbaan van betrokkene inhoudt. Het activeringsbeleid moet rekening houden met de specifieke situaties op de stedelijke werkgelegenheidsmarkt en mag in geen geval de meest kwetsbare personen
7
Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN) Vooruitgangstraat 333/6 │ 1030 Brussel │ België mail :
[email protected] │ website : www.bapn.be tel : +32 (0)2/265.01.53 │ fax : +32 (0)2/265.01.55
voor een tweede maal bestraffen op de arbeidsmarkt: alleenstaande ouders, migranten, ouderen, laaggeschoolden. 5. De begeleiding mag de werkloze niet oriënteren naar slecht betaald, zwaar of zwart werk, of werk dat niet verenigbaar is met het gezinsleven. Algemeen gesteld mag de begeleiding in de grootsteden de kwaliteit van het werk niet negatief beïnvloeden en een nieuwe categorie van werkende armen creëren. De begeleiding moet leiden naar kwaliteitsvol en duurzaam werk. 6. Het statuut van samenwonende is een element van een discriminatiebeleid tegenover de stedelijke sociaal meest kwetsbare categorieën ten aanzien van de arbeidsmarkt. De opheffing van dit statuut zou een middel van efficiënte strijd tegen de armoede in de grootsteden betekenen. Evenals het optrekken van alle lage inkomens, wat het meest natuurlijke en het meest voor de hand liggende middel zou zijn om armoede te bestrijden en ieder in staat te stellen een waardig leven te leiden.
5. REFLECTIE : DE ACTIEVE WELVAARTSSTAAT, KERNIDEE VAN HET EUROPEES SOCIAAL BELEID? Ides Nicaise, HIVA / Dept. Ed. Sc. (KU Leuven) Aan Ides Nicaise werd gevraagd een reflectie te geven en aanvullingen te doen op het dossier. Zie ook diapresentatie in bijlage.
OPEENVOLGENDE BELEIDSTHEORIEËN De manier waarop men in het activeringsbeleid kijkt naar de werkzoekende, de mensen in armoede en naar werk in het algemeen, kan beter begrepen worden als men zich verdiept in de filosofie van de actieve welvaartsstaat. In de laatste driekwart eeuw en na de laatste WO is er een verschuiving in het denken over de welvaartsstaat. Na de oorlog wordt de sociale zekerheid een instrument voor herverdeling, nadien komen hier de bijstand en deels ook de belastingen bij. Kortom, een herverdeling via de financiële weg. Het geld wordt herverdeeld om armoede te bestrijden. Sinds de jaren 80 zien we een ander soort welvaartsstaat opduiken; de herverdeling gebeurt via werk. En tenslotte - sinds 2000 - treden kennis, vaardigheden en competenties als herverdelingsmechanismen op. Bij dit laatste dient een vraagteken geplaatst te worden omdat deze verschuiving nog niet voldoende doorgedrongen is, zeker niet wat armoede betreft. Ook op het niveau van de Europese Unie denkt men nog steeds dat werk het instrument is om sociale inclusie te verwezenlijken. Werk is dan ook de remedie tegen armoede.
8
Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN) Vooruitgangstraat 333/6 │ 1030 Brussel │ België mail :
[email protected] │ website : www.bapn.be tel : +32 (0)2/265.01.53 │ fax : +32 (0)2/265.01.55
Vandaag wordt er nog gesproken over investeren in mensen. Investeren in opleiding en kennis van mensen staat nog in de kinderschoenen.
DEEL 1: EEN BEGRIP MET VEEL BETEKENISSEN De manier waarop de ACTIEVE WELVAARTSSTAAT gestalte krijgt, toont aan dat deze zich keert tegen de armen, nochtans heeft ze de bedoeling armoede te bannen. Dit is een dubbel en meerzinnig concept van actieve welvaartsstaat. Een onderscheid kan gemaakt worden in vier wortels of ideologieën/denkstromen die samen komen tot de actieve welvaartsstaat. Wortel 1: (sociaal-democratie): de nieuwe sociale kwestie. Rosanvallon (1981) In de vroege jaren 80 zien we dat de klassieke herverdeelde welvaartsstaat in een crisis komt (cfr de oliecrisis) en er niet in slaagt de armoede in te dijken. De arbeidsmarkt raakt ontwricht en de sociale zekerheid komt in het gedrang. De sociale zekerheid is immers gebaseerd op principes die niet meer in werkelijkheid opgaan. Een eerste principe is dat de risico’s op werkloosheid toevallig verspreid zijn over de bevolking. Daarnaast is er ook het principe van wederkerigheid: je heb recht op uitkering omdat je hebt bijgedragen. De sociale zekerheid speelt dus geen sinterklaas, de grondslag van de sociale zekerheid is er een van weloverwogen wederkerig belang. Maar dit komt in het gedrang door de ontwrichting van de arbeidsmarkt: de werkloosheid concentreert zich in bepaalde groepen van de bevolking vb. jongeren, laaggeschoolden, allochtonen enz. Het is niet zo dat iedereen dezelfde risico’s op werkloosheid heeft! Deze kwetsbare groepen raken structureel gevangen en kunnen ook geen toegang meer vinden tot de sociale zekerheid. Je hebt immers maar toegang als je hebt bijgedragen. De sociale zekerheid begint dus zelf een aantal groepen uit te sluiten. Rosanvallon stelt dat - in de plaats van geld te herverdelen - de kansen op werk dienen herverdeeld te worden. Dit leidt tot een actief arbeidsmarktbeleid waar ook de zwakkere groepen kunnen bijdragen aan de sociale zekerheid en rechten krijgen. Het is niet enkel het inkomen dat je uit armoede helpt, maar ook werk, als participatie aan de samenleving, is fundamenteel. Dat weten mensen in armoede beter dan wij. Wortel 2 (neo-liberalisme): ‘arbeid moet lonen’ (‘Making work pay’) Deze denkstroom heeft de bovenhand gehad. Het is een neoliberale filosofie die stelt dat arbeid moet lonen. Dit beginsel vindt men sterk terug in vele Europese teksten. De idee is dat mensen niet meer willen werken en de prikkel hiervoor verloren hebben omdat de sociale zekerheid te genereus is; het verschil tussen werken en niet werken is te klein. De visie die hierachter schuilt, is gebaseerd op een mensvisie van afhankelijkheid. Mensen in armoede installeren zich in afhankelijkheid, de sociale zekerheid versterkt deze positie en houdt hen daardoor in deze positie. De oplossing om die armoede te bestrijden is heel paradoxaal: namelijk ervoor zorgen dat de uitkeringen niet te genereus zijn en dat ze minder stijgen dan de algemene welvaart. In deze filosofie komt de werkzoekende steeds meer onder druk te staan omdat er meer voorwaarden worden gekoppeld aan het recht op uitkering. Er komen controles, sancties, contracten moeten ondertekend worden… De regering denkt er zelfs aan om de uitkeringsduur te beperken in de tijd. Dit heeft een impact
9
Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN) Vooruitgangstraat 333/6 │ 1030 Brussel │ België mail :
[email protected] │ website : www.bapn.be tel : +32 (0)2/265.01.53 │ fax : +32 (0)2/265.01.55
gehad op federaal en Europees niveau. De kloof tussen uitkeringen en lonen is toegenomen en het is duidelijk dat sociale uitkeringen de armoede niet uit de wereld helpen. Werkt deze aanpak van ‘making work pay’? Wat zeggen de feiten? Er is wel een matig positief effect op tewerkstelling vast te stellen; er is een zekere toename van de uitstroom uit de werkloosheid. Dit is te wijten aan de hoge druk die op de werklozen wordt uitgeoefend. Maar de arbeidsmarkt is een carrousel geworden: de ene werkzoekende ontneemt een kans van de andere werkzoekende en ze worden concurrenten. Inactiviteitsval (werkloosheidsval) is een relatief probleem. Het geldt vooral voor bepaalde bevolkingsgroepen : - alleenstaande ouders. Als ze een job aannemen, moeten ze ook investeren in kinderopvang; - oudere werklozen, voor wie de uitkeringen genereuzer zijn; - bruggepensioneerden; - deeltijds werkenden; - mindervaliden en leefloners voor wie de uitkeringen inkomensafhankelijk zijn. Voor deze deelgroepen bestaat er duidelijk een ‘werkloosheidsval’ en moet er een oplossing gevonden worden. Maar voor de gemiddelde werkloze is er geen probleem: hij heeft alle motieven om een job te aanvaarden, hij verbetert hierdoor zijn situatie. Het beginsel van ‘Making Work Pay’ moet echter afgezwakt worden; het is immers niet alleen voor het geld dat we werken. Denken we maar aan de velen die vrijwilligerswerk doen. Modernisering of minimalisering van sociale bescherming? Momenteel wordt de sociale zekerheid steeds krenteriger. We kunnen spreken van een afkalving van de sociale bescherming door toedoen van verschillende zaken. We vermeldden reeds de ideologie van ‘arbeid moet lonen’: onze actieve welvaartstaat leidt tot lagere uitkeringen, meer sancties,… en werkt op deze manier armoedebestrijding tegen. Op Europees niveau stellen we vast dat de concurrentie tussen de lidstaten van de EU de uitholling van de sociale zekerheid versterkt. De vrije markt neemt zijn beloop en sociale dumping in de uitgebreide EU is volop aan de gang. Daarnaast zien we dat er budgetproblemen rijzen in de oude lidstaten (o.a. door vergrijzing) en in de nieuwere lidstaten (ook door vergrijzing en de toename van langdurige werkloosheid en armoede). De grafiek “% impact van sociale bescherming op daling armoede” (zie diavoorstelling) toont aan dat de sociale bescherming de armoede niet kan aanpakken. We zien dat in geen enkel land van de EU (ook niet in Zweden) meer dan 60% van de mensen uit armoede gehaald wordt door de sociale zekerheid. Iets meer dan een derde van de lidstaten haalt zelfs geen 20%. De sociale zekerheid vervult duidelijk haar eerste functie niet meer! Wortel 3: De conservatieve benadering: de onderklasse-theorie Deze theorie van de onderklasse is sterk aanwezig in de Verenigde Staten. De onderklasse bestond reeds in de 19de eeuw en was toen de klasse die zich installeerde in de afhankelijkheid en leefde van uitkeringen. Werkloosheid en armoede waren cultuurfenomenen die van generatie op generatie werden doorgegeven. De mensen ‘leefden
10
Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN) Vooruitgangstraat 333/6 │ 1030 Brussel │ België mail :
[email protected] │ website : www.bapn.be tel : +32 (0)2/265.01.53 │ fax : +32 (0)2/265.01.55
van de financiële herverdeling’ (Lewis). Deze moraliserende benadering legt sterk de nadruk op persoonlijke verantwoordelijkheid en is een zeer beschuldigende visie. Deze denkstroom wint meer en meer veld in Europa. Getuigen hiervan volgende terminologie uit het Europese jargon: - activering: legt de nadruk op afhankelijkheid, inactiviteit; is zeer conservatief; - discours over rechten en plichten: het benadrukken van de plichten als voorwaarde om rechten te bekomen; - jobloze gezinnen: bijklank: gezinnen installeren zich in de afhankelijkheid. Kinderen worden ook zo in deze afhankelijkheid opgevoed. Wortel 4: Het actieve arbeidsmarktbeleid (AAMB). In de jaren 1970-1980 zien we in Europa de paradox verschijnen: hoge inflatie en werkeloosheid. Dit noemt men stagflatie; er is te weinig economische groei om tewerkstelling te creëren. Een groep economen (vb Layard, Nickell & Jackman) lanceerde de theorie van het actief arbeidsmarktbeleid: als men tegelijkertijd de inflatie en de werkloosheid in bedwang wil houden, moet men werken aan de aanbodzijde van de arbeidsmarkt, namelijk bij de werkzoekenden zelf. Zij moeten geactiveerd worden en in concurrentie met elkaar gebracht worden, zodat ze sneller vacatures opvullen. Dit brengt eveneens een beheersing van de lonen met zich mee. De mensen staan immers te vechten voor een job.
DE ACTIEVE WELVAARTSSTAAT:
GOED OF SLECHT VOOR SOCIALE INCLUSIE? Wat is het effect van deze denkstromen op armoedebestrijding? Wat is het effect op ons huidig activeringsbeleid? Naargelang de dominantie van een denkstroom op het geheel geeft dit een ander effect op het beleid. In de filosofie van Rosanvallon schuilt de fundamentele aanpak van armoede. We constateren echter dat het gewicht van andere denkstromen toeneemt in het beleid. Dit heeft geleid tot een toename van de tewerkstelling (er zijn nog nooit zoveel mensen aan het betaald werk geweest als vandaag) maar tegelijk wordt er een neerwaartse druk uitgevoerd op de laagste lonen en op de uitkeringen: lagere lonen en zwakkere arbeidsvoorwaarden. We stellen een verzwakking vast van de sociale bescherming. De actieve welvaartsstaat is verworden tot een instrument dat meer werk creëert, maar ook meer armoede creëert (in plaats van minder!). Er zijn echter weinig studies die een totaalbeeld schetsen. Deze bestaan wel met betrekking tot tewerkstelling en werkgelegenheid, en er zijn ook studies over de effecten op individueel vlak. Er zijn echter weinig studies omtrent de macro-effecten of omtrent bestaanszekerheid en (vermindering van) armoede.
11
Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN) Vooruitgangstraat 333/6 │ 1030 Brussel │ België mail :
[email protected] │ website : www.bapn.be tel : +32 (0)2/265.01.53 │ fax : +32 (0)2/265.01.55
Enkele grafieken : • Tewerkstellingsgraad en armoederisico in 25 EU-landen. Als meer tewerkstelling zou leiden tot minder armoede, dan zouden we hier één lijn moeten zien. Dit is echter niet het geval. De realiteit blijkt veel complexer. • Werkende armen. Hieruit blijkt duidelijk het risico op afglijding. Macro-effecten van activering en sociale bescherming op armoede: studie van Nicaise & Groenez (2004)1: 13 lidstaten (1993-1997): hier werd de link gelegd tussen effecten op microniveau en effecten op macroniveau. Uitsluiting wordt gedefinieerd als een beweging naar beneden, insluiting als een omgekeerde beweging: mensen die in armoede zaten en die door een of andere ingreep aan een degelijke job of uitkering geraakten. Men constateert onverwachte zaken: twee grote macro-effecten. Ten eerste: hoe meer een land uitgeeft aan actief arbeidsmarktbeleid, hoe meer uitsluiting er komt ! Ten tweede: hoe genereuzer de sociale zekerheid is, hoe minder uitsluiting en hoe meer insluiting er is. Ook de mobiliteit van werkloosheid naar werk is groter daar waar de uitkeringen hoger zijn! Sociale zekerheid laat mensen toe te zoeken naar werk, te investeren in opleiding. Dit gaat in tegen de filosofie van ‘making work pay’! Terugkoppeling naar de getuigenis van Mickael: hoe hoger de uitkering, hoe makkelijker er naar werk kan gezocht en gevonden worden !
DEEL 2: EEN ANDERE KIJK OP DE ACTIEVE WELVAARTSSTAAT Op zoek naar een alternatief: De welvaartsstaat moet gezien worden als een sociale investeringsstaat. Deze staat moet investeren in vermogens van mensen. Hierbij onderscheiden we 4 soorten kapitaal: menselijk vermogen: investeren in opleiding, gezondheid (zowel fysiek als mentaal: zelfwaardegevoel,…) scholing, vakkennis, gezondheid, mentale weerbaarheid, vrijheid… bv. leerwerkbedrijven: 7 jaar later is driekwart aan het werk; sociaal kapitaal: investeren in de stevigheid van een gezin, deelname aan buurtleven, lidmaatschap van verenigingen, toegang tot collectieve diensten bv. jongeren vormen makkelijker een gezin nadat ze werk gevonden hebben; cultureel kapitaal: investeren in boeken, deelname aan cultuurevenementen, theater, op vakantie kunnen gaan,… Dit zijn prettige maar ook leerrijke momenten en laten toe in contact te komen met de rest van de samenleving; bv. multiculturele restaurants; materieel kapitaal: investeren in de sociale zekerheid: inkomen, huisvesting, sparen / schulden. bv. degelijke uitkeringen laten ouders toe telefoon / internet / auto / vakantie-activiteiten voor kinderen te betalen => zelf meer tijd om werk te zoeken.
1
Nicaise, I., Groenez, S. (2004). Gaps, traps and springboards in the floor of social protection systems: a comparative study of 13 EU countries.
12
Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN) Vooruitgangstraat 333/6 │ 1030 Brussel │ België mail :
[email protected] │ website : www.bapn.be tel : +32 (0)2/265.01.53 │ fax : +32 (0)2/265.01.55
Is dit dagdromen? Neen, maar we hebben nood aan een nieuw soort denken van een sociale investeringsstaat. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) (neoliberaal!) heeft reeds toegegeven dat ze misschien wel een fout gemaakt heeft en dat goeie uitkeringen misschien wel goed zijn om aan werk te geraken. Zij herziet haar beleidstheorie. Er moet nagedacht worden over de rol van de sociale investeringsstaat. We stellen immers vast dat een degelijke sociale bescherming armen toelaat in zichzelf te investeren, dat activering die participatie bevordert, vakkennis versterkt… We zien het belang van vrije keuze hierbij. Hoe realistisch is een andere kijk op de actieve welvaartsstaat dan? - Meer en meer wordt er gesproken over flexicurity/flexizekerheid. Flexibiliteit is echter pas mogelijk als de sociale zekerheid stevig uitgebouwd is; degelijke uitkeringen zijn een deel van het recept. - Landen met een betere sociale zekerheid bieden meer weerstand aan de sociale crisis en geraken sneller uit de crisis. We moeten dus de rol erkennen van sociale bescherming als ‘ingebouwde stabilisator’. Welke instrumenten hebben we op EU-niveau? Aanbeveling over actieve inclusie (2008) als hefboom => 3 pijlers moeten hierin vervat zitten: Gewaarborgd minimuminkomen; Inclusieve arbeidsmarktprogramma’s voor wie kan werken (nadruk op kwaliteitsvol werk) + alternatieve activiteiten voor wie (nog) niet kan werken; Toegang tot kwaliteitsvolle diensten (onderwijs & vorming, huisvesting, gezondheidszorg enz.). => Nood aan een uitvoeringsplan en opvolging (= één van de prioriteiten van het Belgische Voorzitterschap). CONCLUSIE • Actieve Welvaartsstaat en Activering zijn zeer ambigue begrippen geworden. De actieve welvaartsstaat draagt bij tot meer tewerkstelling, maar ook tot meer armoede! • De getuigenissen van vandaag moeten hun weg vinden naar de publieke opinie. We hebben gezien dat de dominante visie in het wetenschappelijk onderzoek voornamelijk aansluit bij ‘making work pay’, en dat er een voorzichtige verschuiving is in de goede richting. We moeten de publieke opinie kunnen overtuigen. Getuigenissen en belevingsonderzoek zijn nodig om de fouten in het model bloot te kunnen leggen. • Er moet een sociale impactstudie gemaakt worden van het huidige activeringsbeleid. Een studie, niet alleen met cijfers, maar ook met de werkelijke verhalen, met de beleving van de inwoners van deze actieve welvaartsstaat. • Er moet een alternatieve visie op de actieve welvaartsstaat ontwikkeld worden: de sociale investeringsstaat, waarbij de vermogens van mensen in armoede verhoogd worden. • De aanbeveling van de Actieve Inclusie is belangrijk op Europees niveau. Het kan een hefboom bieden voor ‘goede activering’. We willen een ander activeringsbeleid. Het
13
Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN) Vooruitgangstraat 333/6 │ 1030 Brussel │ België mail :
[email protected] │ website : www.bapn.be tel : +32 (0)2/265.01.53 │ fax : +32 (0)2/265.01.55
document is heel mooi omdat het niet ‘werk ten allen koste’ verdedigt, maar ook: waardig werk, waardige uitkering, recht op toegang tot basisdiensten! DEEL B: NAMIDDAG
6. INLEIDING VOOR DEBAT OVER DE FEDERALE AANBEVELINGEN: DE JACHT OP WERKZOEKENDEN: WAAR GAAT MEN HEEN ? Dhr Freddy BOUCHEZ, ABVV La Louvière en Coördinator van CEPRé vzw Evolutie naar sociale hulpverlening onder voorwaarden Met de geboorte van de sociale welvaartsstaat in 2002, wordt het recht op werkloosheidsuitkering opgenomen in een activeringskader. Ook de organisatie van het OCMW is veranderd. In de sociale hulpverlening wordt de notie van ‘contract’ opgenomen; een contract waarbinnen de aanvragers zich engageren om zaken te realiseren. Zonder de ondertekening van dit contract, heeft men geen rechten op deze zaken. In 2002 komt ook het begrip ‘leefloon’ in voege. In ruil voor dit inkomen is er een verplichting tot integratie; dit kan zijn in de vorm van een vorming of een voorstel tot werkgelegenheid. Het recht op een inkomen wordt dus gekoppeld aan voorwaarden (geen ondertekening van dit contract, geen inkomen). Zowel voor jongeren als voor ouderen is dit problematisch. De contracten hebben immers de bedoeling aan te zetten tot werk terwijl we vaak zien dat bij deze groepen het vaak gaat om een contract voor socio-professionele inschakeling, een werkgelegenheidsvorm met slechte arbeidsvoorwaarden: van korte duur, enkel om het recht te openen tot een werkloosheidsuitkering. Dit werk kan geleverd worden in openbare diensten, vzw’s, maar ook in privéondernemingen. De maatschappelijke bijstand wordt op die manier gekoppeld aan de arbeidsmarkt, die een negatieve evolutie ondergaat: er is onvoldoende werk en het aangeboden werk is onzeker (bepaalde duur, deeltijds werk, interimjobs…). Deze integratiecontracten zijn in de eerste plaats bedoeld om te integreren, maar in de realiteit verplichten ze de begunstigden werk aan te nemen dat hen geen zekerheid biedt. De grote begunstigden zijn echter de diensten en de privéondernemingen! De voorwaarden die gekoppeld worden aan de uitkering helpen hen niet om aan de armoede te ontsnappen, in tegendeel de mensen komen nog meer in de problemen. In 2004 werd een verandering op de werkloosheidsuitkering doorgevoerd: voortaan moet bewezen worden dat je actief op zoek bent naar werk. Hiervan moet het bewijs geleverd worden aan de RVA. Er worden tevens controles van de beschikbaarheid uitgevoerd door de VDAB, die opgevraagd worden door de RVA. Tegelijkertijd hebben ze de overdracht geregeld van gegevens van het federale niveau naar de gewestelijke arbeidsbemiddelingsdiensten. Dit leidde tot een grote stijging van het aantal schrappingen van werkloosheidsuitkering in Wallonië.
14
Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN) Vooruitgangstraat 333/6 │ 1030 Brussel │ België mail :
[email protected] │ website : www.bapn.be tel : +32 (0)2/265.01.53 │ fax : +32 (0)2/265.01.55
Deze beide hervormingen werden voorgesteld als een manier om de werklozen te helpen, maar dit was dus niet zo. Het FGTB heeft dit steeds aangeklaagd. De grote begunstigden van deze controles zijn de werkgevers, zij hebben zo meer mensen ter beschikking die sneller precaire werkomstandigheden aanvaarden. Het systeem is dus een drukkingmiddel voor werkzoekenden opdat ze sneller een job zouden aanvaarden binnen onzekere omstandigheden (slecht loon, slechte werkomstandigheden). Daarom zijn we fundamenteel tegen de principes van de activering en de controle op de werkloosheidsuitkeringen. Een tweede reden waarom we tegen de principes van activering en controle op de werkloosheidsuitkeringen zijn, is omdat de toepassing van de principes van de uitvoering van de activering de mensen nog meer in de armoede duwt. We constateerden dat veel mensen die voordien reeds grote moeilijkheden hadden, werden uitgesloten. Het gaat hier om mensen die huisvestingsproblemen hadden, schulden hadden, niet konden lezen of schrijven, alleenstaande vrouwen met één of meer kinderen ten laste. Velen onder hen halen het niet bij deze controles. Het feit dat je wordt uitgesloten bij de werkloosheidsuitkeringen, duwt je nog meer in de armoede. Onze betwisting van deze principes van activering, heeft geleid tot het voeren van actie. We hebben actie gevoerd voor de afschaffing van de controle van de werkloosheid, en voor een kwalitatieve begeleiding, zonder sanctie en op een vrijwillige basis van werkzoekenden. Deze acties zijn tot nu toe zonder gevolg gebleven. Behalve Ecolo, heeft geen enkele politieke partij zich uitgesproken over de afschaffing van de RVA-controles. Recent zijn er een aantal aanpassingen doorgevoerd op vlak van de controles. Deze aanpassingen zijn niet gunstig voor de werkzoekenden en vergroten het drukkingmiddel nog meer. Zo is er de veralgemening van de contracten voor alle werkzoekenden. Deze contracten worden opgesteld door de regionale werkgelegenheidsdiensten. Hieraan wordt een verplicht actieplan gekoppeld dat door de RVA goedgekeurd en gecontroleerd wordt. Het recht op werkloosheidsuitkering vervalt bij niet naleven of niet ondertekenen van dit contract en dit actieplan. Op deze manier krijgen we er een sociale zekerheid die gebaseerd is op éénzijdige verdiensten: de verplichtingen moeten immers nageleefd worden. Het recht op sociale zekerheid komt hierdoor in het gedrang voor de werkzoekende. Werkzoekenden zijn echter niet verantwoordelijk voor de economische situatie vandaag. Ze zouden op zijn minst hun recht op werkloosheidsuitkering moeten kunnen behouden. Alternatieven Voorstellen van alternatieven: - een kwalitatieve begeleiding (coaching) op vrijwillige basis; - de controles en evaluaties zijn niet eerlijk omdat er niet genoeg banen zijn voor alle deelnemers (1 aanbod voor 43 werkzoekenden in regio La Louvière bijvoorbeeld). Het creëren van kwaliteitsvolle banen moet een prioriteit zijn, en niet het opvoeren van controles. De werkloosheid is een probleem van de maatschappij, dus een collectieve verantwoordelijkheid; de werkloze is niet verantwoordelijk voor zijn individuele toestand. Een alternatief voor het creëren van jobs is bijvoorbeeld de arbeidsduurvermindering.
15
Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN) Vooruitgangstraat 333/6 │ 1030 Brussel │ België mail :
[email protected] │ website : www.bapn.be tel : +32 (0)2/265.01.53 │ fax : +32 (0)2/265.01.55
Om dit creëren van nieuwe banen te financieren, moeten we de herverdeling van de rijkdom onder de loep nemen. Enkele mogelijkheden: aanpak van de fraude, belasting op vermogens…
7. DEBAT 1 Geleid door Dhr. Eddy Caekelbergh, RTBF F, de Zuidpoort (Vereniging waar armen het woord nemen): Als je naar het OCMW gaat, moet je een contract ondertekenen; als je naar de VDAB gaat ook. Als je daar geschorst wordt, moet je terug naar het OCMW om weer een contract te ondertekenen; maar wat als je uit het OCMW valt? Dan heb je niets meer, waar kan je dan terecht? Toon (Ervaringsdeskundige, Vlaams Netwerk van Verenigingen waar armen het woord nemen): Er wordt steeds gesproken over begeleiding, opleiding, verplichtingen, druk voor mensen met een uitkering. Het is steeds een verhaal van ‘moeten’ in plaats van ‘mogen’ deelnemen aan de samenleving. Hoe moeten we deelnemen op basis van gelijkwaardigheid en wederkerigheid? Hoe zien we participatie in deze maatschappij? Er wordt wel gezegd dat getuigenissen nodig zijn, maar er moet oog zijn voor het proces van werkelijk groeien in echte participatie. Dhr. Tourlouse, RVA: Is het eens met de voorstellen. Maar verwijst naar onderzoek van 2004, dat aantoont dat er vroeger veel meer uitsluitingen waren dan nu. Waar zit nu het probleem? Het probleem schuilt in het feit dat mensen veel lager geschoold zijn. Daarentegen is het recht op werkloosheidsuitkering in België onbeperkt in de tijd. Dit is uniek in Europa. Onder de werklozen hebben we ook ex-gedetineerden en mensen met een strafblad. Hiervoor hebben we veel meer maatschappelijke ondersteuning nodig om onze opdracht van begeleiding op te nemen. De omkadering door de maatschappij moet versterkt worden. Bruno Vinikas, Forum Bruxellois de lutte contre la pauvreté: Er zijn een aantal elementen die niet helemaal begrepen zijn: - de werkloosheid komt voort uit een gebrek aan banen, terwijl de actieve bevolking gestegen is; - wat is een werkloze? Een werknemer die zijn baan verloren heeft, m.a.w. iemand met competenties. Of iemand die geen werk vindt. Wat is de rol van vorming? In een situatie waar er te weinig werkgelegenheid is, spelen de selectiecriteria (te oud, te laag geschoold,..) een belangrijkere rol dan de competenties; - er bestaan in België geen statistieken over de scholingsgraad van de werknemers. Maar kwalificatie is meer dan scholing alleen, het is scholing, ervaring, opleidingen. Deze verwarring tussen scholing en kwalificatie heeft reeds geleid tot vele problemen. Dikwijls werft men aan op basis van het diploma, zonder rekening te houden met ervaring. En nog : mensen van andere origine die in buitenland gestudeerd hebben, worden in onze statistieken 16
Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN) Vooruitgangstraat 333/6 │ 1030 Brussel │ België mail :
[email protected] │ website : www.bapn.be tel : +32 (0)2/265.01.53 │ fax : +32 (0)2/265.01.55
als niet-gekwalificeerd geteld; buitenlandse diploma’s worden immers dikwijls niet erkend in België. Een naïeve visie die stelt dat je als universitair meer kans hebt om werk te vinden, zou er toe leiden dat iedereen naar de universiteit moet gaan. Maar als er te weinig banen zijn, worden we harde concurrenten. Het is maar zinvol om naar opleiding en werk te kijken, als er voldoende banen zijn. Christine Mahy, BAPN, In verband met de contracten, is er een scheve situatie gecreëerd van wantrouwen en bedrog, alsof werkzoekenden, mensen die een leefloon aanvragen, niet willen betrokken worden bij het cultiveren van hun eigen rijkdom. Het overzicht van Ides Nicaise met de 4 soorten kapitaal is in onevenwicht in deze huidige maatschappij. We moeten de mensen in armoede vertrouwen geven, ze moeten participatief, vanuit verbondenheid aan de slag kunnen gaan. F., de Zuidpoort : Vraagt naar de logica van ons huidig tewerkstellingsbeleid. “Ik ben invalide, en ik wil werken, maar dat gaat niet zomaar : ik moet overal goedkeuring vragen (OCMW, VDAB, bewindvoerders, artsen …) en allerlei papieren inbrengen. Men had me gezegd om als artikel 60 bij het OCMW te gaan werken. Ik had 15 jaar ervaring in de branche waar men mij wou tewerkstellen, maar dat telde niet mee.” S., de Zuidpoort : Haar ervaring met de toepassing van het contractmatig werken: “Ik ging naar de VDAB voor treintickets om te solliciteren, en kreeg nadien een stortvloed van mails met jobaanbiedingen waarin gevraagd werd naar kwalificaties waaraan ik niet kon voldoen. Het is goed dat ik nu werk langs andere weg heb, maar wat zou er gebeuren indien ik niet reageer op die vacatures, zou ik dan geschrapt worden? “ PAUZE
8. BESCHOUWINGEN Mevr. Karolien SCHEPENS, BAPN Er werden twee grote peilers naar voren gebracht om te verdiepen in de federale beleidsaanbevelingen: 1. Het huidige activeringsbeleid is meer gestoeld op verplichtingen dan op een verbondenheid: de controles, de financiële drempels, de verkeerde vacatures. De werkzoekenden moeten als volwaardige partners meegenomen worden. Hoe moet dit dan? We hebben vandaag reeds positieve zaken gehoord: - een vertrouwensrelatie moet nagestreefd worden. Hierbij moeten we het belang onderkennen van de verenigingen, ook al is dit in eerste instantie een taak van de OCMW’s en de VDAB. Verenigingen kunnen een positieve context bieden; - we moeten zorgen voor een eigen tempo en een balans in de gezinssituatie. Hier is een taak weggelegd voor de begeleiders; 17
Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN) Vooruitgangstraat 333/6 │ 1030 Brussel │ België mail :
[email protected] │ website : www.bapn.be tel : +32 (0)2/265.01.53 │ fax : +32 (0)2/265.01.55
-
de activering moet gestoeld zijn op vrijwillige basis, het gaat immers om ‘niet kunnen’ en niet om ‘niet willen’.
2. De kennismaatschappij veroorzaakt een grote kloof tussen opgeleide mensen en nietopgeleide mensen. Dit weerspiegelt zich in een kloof in de jobs. Opleidingen moeten meer toegankelijk worden gemaakt, er moeten alternatieven komen, die oog hebben voor de ervaringen van de mensen en voor andere kennis die ze kunnen meenemen, niet louter via diploma verworven zaken, maar ook zaken uit de verschillende kapitaalvormen waar Ides Nicaise naar verwees.
9. INLEIDING VOOR DEBAT OVER DE EUROPESE AANBEVELING: NOOD AAN EEN EUROPESE OMKADERING Mevr. Amana FERRO, EAPN (European Anti-Poverty Network) EAPN en werk Het Europees Netwerk Armoedebestrijding (EAPN) is sinds 1990 een onafhankelijk netwerk van verenigingen en organisaties die mee de strijd voeren tegen armoede en sociale uitsluiting in de verschillende lidstaten van de Europese Unie en heeft als doel om armoede en sociale uitsluiting op de politieke agenda te zetten van de Europese Unie en om de doeltreffendheid van die acties op het terrein te laten meten. De visie van EAPN omtrent werk is dat werk niet de oplossing is om uit de armoede te komen, enkel kwalitatief werk kan dit bewerkstelligen: werk met waardig loon, duurzaam werk en werkomstandigheden, met mogelijkheid tot uitbouw van de loopbaan en opleiding, waarbij een goede balans tussen werk- en privéleven wordt beoogd, waarbij men tevreden is over het werk dat men doet, … Het gaat hier dus niet enkel om activering alleen! We constateren ook dat het huidige activeringsbeleid leidt tot een toename van werkende armen. Werk en Europa Volgens het subsidiariteitprincipe, zijn lidstaten zelf bevoegd voor de opvatting, de organisatie en de financiering van het sociale en het werkgelegenheidsbeleid. De Europese Unie heeft NIET de bevoegdheid om op dit vlak tussen te komen. Het financiële en het sociale aspect van het werkgelegenheidsbeleid ligt op nationaal niveau. Nochtans is er een financiële en economische dimensie die samengaat met tewerkstelling, dus tewerkstelling is toch belangrijk op EU-niveau. Men heeft begrepen dat op EU-niveau toch een vorm van coördinatie moet bestaan. Zo is de OMC (Open Methode van Coördinatie) opgezet, wat zorgt voor overleg tussen de verschillende lidstaten, maar de OMC is niet afdwingbaar en stoelt op vrijwillige basis, wat we een ‘soft law’ noemen. Het is een uitwisseling van goede praktijken en overleg om het beleid in de verschillende lidstaten samen te brengen.
18
Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN) Vooruitgangstraat 333/6 │ 1030 Brussel │ België mail :
[email protected] │ website : www.bapn.be tel : +32 (0)2/265.01.53 │ fax : +32 (0)2/265.01.55
De ‘Soft Law’ is min of meer bindend voor de lidstaten, maar er zijn geen juridische sancties aan verbonden. Er zijn geen verordeningen of beslissingen daaromtrent. Het gaat louter om samenwerking en aanbevelingen. De Europese Unie heeft een strategie aangenomen rond tewerkstelling. Hierin is met betrekking tot de armoedebestrijding het enige positieve perspectief vandaag nog de Aanbeveling van de EU rond Actieve Inclusie. Met het Verdrag van Amsterdam van 1997 is de samenwerking een prioriteit geworden. Het tewerkstellingsbeleid van de lidstaten is toen gelanceerd onder vorm van de Europese Strategie voor Werkgelegenheid (ESW): het gaat om richtsnoeren voor werkgelegenheid met gemeenschappelijke prioriteiten (wat willen wij doen, wat zijn de doelstellingen). Elke lidstaat moet nadien een nationaal actieplan (NAP) ontwikkelen (hoe gaan we dit uitvoeren in ons land). Deze NAP’s worden besproken met de Europese Commissie die vervolgens een gemeenschappelijk rapport opstelt. Hieruit volgen de aanbevelingen van de Raad, d.w.z. de voorstellen van de Commissie die goedgekeurd werden. In 2000 wordt de Europese Strategie van Werkgelegenheid opgenomen in de Lissabonstrategie. Maar de richtsnoeren voor werkgelegenheid zijn geïntegreerd in de macro- en micro-economische richtsnoeren. Dit betekende dat het sociale aspect niet meer werd meegenomen. Het rapport Kok (2005) bracht een evaluatie van de Lissabonstrategie: de strategie legde de prioriteit op de economische aspecten, namelijk groei en tewerkstelling. Voor de sociale aspecten was geen plaats. In 2010 werd de strategie EU 2020 gelanceerd met een kwantitatief objectief, namelijk een tewerkstelling van 70% van de werklozen. Een kwalitatief objectief wordt er niet gesteld. Er wordt niets gezegd over de wijze van activering, … De vijfde en laatste doelstelling van de strategie 2020 is de bestrijding van armoede. De vraag is of alle doelstellingen dezelfde prioriteit krijgen. Zoniet dreigt deze vijfde doelstelling van minder belang te zijn. Momenteel is er nog geen uitvoeringsplan opgesteld voor de doelstelling rond armoedebestrijding. Het EES is nu opgenomen in het economische richtsnoer. Vroeger waren er 24 richtsnoeren voor werkgelegenheid en was er nog een sociale component aanwezig. Nu wordt er geen link meer gelegd met sociale aspecten, alle verantwoordelijkheden worden bij het individu geplaatst. Er wordt niets vermeld over het creëren van werkgelegenheid of over de huidige crisissituatie en zijn betekenis. Ook wordt er niets meer opgenomen over kwaliteit van de werkgelegenheid, de kwetsbaarheid van personen, enz. De enige maatregel om armoede te bestrijden is de werkgelegenheid aanpakken. Problematisch is dus dat hierin het sociale aspect niet aan bod komt. Wat doet EAPN rond werk? EAPN kan dus enkel lobbywerk doen. Dit is moeilijk want vaak worden we verwezen naar nationale overheden. NGO’s participeren niet aan de Europese onderhandelingen; enkel de werkgevers zijn aan de onderhandelingstafel aanwezig.
19
Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN) Vooruitgangstraat 333/6 │ 1030 Brussel │ België mail :
[email protected] │ website : www.bapn.be tel : +32 (0)2/265.01.53 │ fax : +32 (0)2/265.01.55
EAPN heeft een werkgroep Werkgelegenheid opgericht die bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten. De vakbonden en de werkgevers worden ook steeds betrokken in de discussie. EAPN heeft voorstellen aangereikt aan de Commissie. EAPN bespreekt tevens de verschillende actieplannen van de lidstaten. EAPN zal het debat openen over de definitie van kwalitatief werk in de context van de economische, sociale en financiële crisis. Momenteel maakt EAPN een video over de inhoud van een goede activering. Deelnemers zijn o.a. België, Groot-Brittannië en Hongarije. De Strategie voor Actieve Inclusie is een hoopvol element. Hoe kunnen we de participatie verzekeren van mensen die het verst van de arbeidsmarkt verwijderd zijn: 1) een degelijk minimuminkomen boven de armoedegrens; 2) het bestrijden van discriminatie, zodat ze toch kunnen deelnemen aan de arbeidsmarkt, dus een arbeidsmarkt die de inschakeling bevordert; 3) toegang tot kwalitatieve dienstverlening. Dit initiatief werd goedgekeurd door het Europees Parlement, maar in de meeste lidstaten werd dit niet verder meegenomen. Men gaat gewoon verder met activering. We willen een nieuwe benadering, namelijk de begeleiding aanpassen aan de individuen, een begeleiding op maat; het werk moet zich aan de mensen aanpassen. We streven naar een goede inclusie met werk dat mensen waardig laat zijn.
10.
DEBAT 2
Geleid door Dhr. Eddy Caekelbergh, RTBF Denis Debonnet, Collectif Solidarité Contre l'Exclusion (CSCE) Vandaag zijn er meer en meer werkende armen. Deze mensen zijn uiteindelijk beter af bij het OCMW. Waartoe dient de activering? De vormingen worden opgevuld met gekwalificeerde mensen; diegenen die het verst van de arbeidsmarkt verwijderd zijn, komen amper in aanmerking. Ook de instructeurs van de vormingen voelen zich hoe langer hoe meer in de rol van controleur geduwd. STOP DE JACHT OP DE WERKLOZEN. STOP DE ACTIVERING. Het is geen begeleiding, wel een uitsluitingsmechanisme en een drukkingmiddel. Ook de OCMW’s zijn deze mening toegedaan. Immers, 10% van de werklozen kan ook niet meer bij hen terecht. Eric Buyssens, ABVV: De kwaliteit van het werk is niet alleen passend werk. Het is niet alleen een dienstbetrekking die een werkloze moet aanvaarden. Het beleid verbergt de degradatie van de kwaliteit van het werk. Mensen werken, maar leven toch in een zeer precaire situatie. Hier is een belangrijke taak weggelegd voor de vakbond.
20
Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN) Vooruitgangstraat 333/6 │ 1030 Brussel │ België mail :
[email protected] │ website : www.bapn.be tel : +32 (0)2/265.01.53 │ fax : +32 (0)2/265.01.55
Ook in alle forums die georganiseerd worden, moet de nodige aandacht uitgaan naar kwetsbare werkende personen. Carmen Flores, VDAB, Trajectbegeleider Antwerpen: Als trajectbegeleiders vertrekken wij vanuit een totale benadering en nemen alle aspecten in oogschouw. Wij kijken samen met de mensen in armoede op lange termijn en bespreken wat mogelijk is. Daarover tekenen we dan een contract. Onderzoeker UCL : Activeren met de stok werkt niet. Er moeten meer en duurzame banen gecreëerd worden. Er worden banen gecreëerd in de dienstensector en in verenigingen. Dit is positief want in deze sector worden de competenties van de mensen erkend en wordt er niet alleen gekeken naar de scholingsgraad. We leven nu in een context van een geglobaliseerde economie. Met het oog op het creëren van banen, moeten we ons de vraag stellen of er nog andere mogelijkheden zijn om de economie te organiseren.
11.
BESCHOUWINGEN
Mevr. Christine MAHY, Voorzitster BAPN Zowel de getuigenissen van de personen in armoede, als de bijdrage van de sprekers en de interventies van de deelnemers hebben geleid tot een verrijking van het materiaal om de aanbevelingen te verfijnen. Vandaag hebben we gehoord dat we moeten oppassen met de terminologie, vb. de term ‘activering‘. Vandaar dat we bij het verfijnen van de aanbevelingen niet alleen aan de inhoud moeten werken, maar ook aan de vorm en de termen. De aanwezigheid van verschillende actoren in de zaal is belangrijk. De bruggen met de diverse actoren zijn nodig om beter tot een globaal beeld te komen. Uiteraard blijven de personen in armoede de meest cruciale rol spelen in het hele proces.
12. AFSLUITEND WOORD: STAATSSECRETARIS ARMOEDEBESTRIJDING PHILIPPE COURARD De Staatssecretaris voor Armoedebestrijding sluit deze dag af, neemt de informatie mee naar de 9de Europese Ronde Tafel Armoede en Sociale Exclusie in oktober en roept op voor 17 oktober, dag van het verzet tegen extreme armoede.
13.
SLOTWOORD
Door Mevr. Christine MAHY, voorzitster BAPN Slotwoord en dank aan iedereen.
21
Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN) Vooruitgangstraat 333/6 │ 1030 Brussel │ België mail :
[email protected] │ website : www.bapn.be tel : +32 (0)2/265.01.53 │ fax : +32 (0)2/265.01.55
14.
BIJLAGE 1: DE GROOTSTEDELIJKE CONTEXT
PROBLEEMSTELLING GROOTSTEDEN
WERK,
GEEN
WERK
EN
De stedelijke paradox In de Europese grootsteden heerst er wat men noemt de “stedelijke paradox”. Deze grootsteden vormen enerzijds de belangrijkste actoren van de Europese en nationale economische groei, maar anderzijds slagen zij er niet in deze groei te vertalen naar het verkleinen van de sociale kloof. Ondanks een forse stijging van de beschikbare banen in de steden, blijft een belangrijk deel van de bevolking in de grootsteden uitgesloten op de arbeidsmarkt. Het voorbeeld van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is representatief voor de Belgische grootsteden. In de loop van het laatste decennium2 heeft Brussel een sterke economische ontwikkeling gekend. Niettemin heeft deze economische groei weinig impact gehad op het werkloosheidsprobleem van zijn bevolking3. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is bijvoorbeeld één van de Europese regio’s met het hoogste BBP-cijfer per inwoner in Europa (17,1 %), terwijl het werkloosheidscijfer van zijn inwoners ook tot het hoogste behoort (19,0)4. Demografische factoren verzwakken de gunstige effecten van de economische groei. De impact van de pendelaars en de stedelijke uittocht droegen in het bijzonder bij tot het afremmen van de ontwikkeling van een arbeidsmarkt, afgestemd op een groot gedeelte van de inwonende bevolking.5
Activeringsbeleid In de grootsteden ervaren personen in armoede hun relatie tot werk als een bron van ongelijkheid, discriminatie en stigmatisering. Het huidig activeringsbeleid voor werklozen dreigt dit enkel nog maar te versterken in plaats van dit proces te stoppen. Dit beleid accentueert de kwetsbaarheid van deze personen die reeds achtergesteld worden door een ongelijke arbeidsmarkt. Afhankelijk van haar toepassingsmodaliteiten6 kan het activeringsbeleid een versterking van de sociale mechanismen van uitsluiting met zich meebrengen voor werklozen; theoretisch zouden ze deze moeten verminderen. Zonder in discussie te treden over de theoretische en politieke grondslagen van de verschillende hervormingen op gebied van de Europese en 2
Van 1996 tot 2007, bedroeg de groei in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2,8%. Dit percentage bedroeg respectievelijk 2,1% in Vlaanderen en 1,9% in Wallonië. Bron : Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, 2008. 3 In het bijzonder in de centrale wijken en in het gedeelte van de stad genaamd « le croissant pauvre ». Bron : Observatoire bruxellois du social et de la santé, 2008. 4 Administratief werkloosheidspercentage 2009. Dit percentage bedraagt 10,4% voor heel België, 26,7 % te Charleroi, 26,9 % te Luik, 12,2 % te Antwerpen en 10,2 % te Gent. Bron : Observatoire bruxellois de l’emploi – Actiris, 2009. 5 De beschikbare banen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bedroegen 602'000 in 1989 en 680'000 in 2007 (+ 12%). Deze werden ingevuld door 321'000 niet-Brusselaars in 1989 en 359'000 niet-Brusselaars in 2007 (+11,7%). Dit betekent dat in 2007, 52% van de Brusselse banen werden ingevuld door personen die niet in de stad woonden. Integendeel, 84% van de actieve bevolking van Brussel werkt in de regio Brussel. Bron : Observatoire bruxellois de l’emploi – Actiris, 2009. 6 M.b.t. de evaluatie van de impact, voor België cf. DUMONT, Daniel, Voor of tegen activering van werklozen? Een kritische analyse van het debat, nog te verschijnen in Tijdschrift voor sociaal recht.
22
Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN) Vooruitgangstraat 333/6 │ 1030 Brussel │ België mail :
[email protected] │ website : www.bapn.be tel : +32 (0)2/265.01.53 │ fax : +32 (0)2/265.01.55
Belgische sociale zekerheidssystemen7, kunnen we bevestigen dat hun toepassing in de Belgische stedelijke contexten een nefaste impact op de bevolkingsgroep van personen in armoede heeft teweeggebracht. Verschillende statistische observaties8 bevestigen dat in de grootsteden9 de administratieve procedures van het activeringsbeleid proportioneel op een belangrijkere manier de laaggeschoolde personen, de samenwonenden met familielast, de alleenstaanden en de jongeren sanctioneren. Over heel België stelt men vast dat de meerderheid van de gesanctioneerde personen schoolverlaters zijn (63%). De studies tonen aan dat voornamelijk jongeren het grootste risico op sancties lopen. Evenzeer wordt bevestigd dat tussen 60% en 90% van de gesanctioneerde personen die overgaan van een werkloosheidsuitkering naar een uitkering sociale bijstand, hoogstens een diploma van het lager middelbaar onderwijs bezitten.10
INDICATOREN KWETSBAARHEID VAN DE STEDELIJKE BEVOLKING Bepaalde categorieën van de stedelijke bevolking zijn kwetsbaarder ten aanzien van de risico’s verbonden aan werkloosheid en zijn daardoor meer blootgesteld aan fenomenen van uitsluiting. Volgens waarnemers gaat het hier over laaggeschoolde personen of de zogenaamde ‘ongekwalificeerde uitstroom’, werkzoekenden met buitenlandse nationaliteit, alsook over jongeren. We zien ook dat inwoners van bepaalde stedelijke buurten kwetsbaarder zijn inzake werkloosheid dan inwoners van andere wijken.
Laaggeschoolde personen of ongekwalificeerde uitstroom De achteruitgang van industriële activiteiten in Europees stedelijk gebied en de ontwikkeling van een economisch model dat sterk georiënteerd is op diensten, heeft een belangrijke impact gehad op gebied van de gestelde eisen met betrekking tot kwalificatie en opleiding. Meer dan de helft van de banen in Brussel wordt ingevuld door personen met een diploma hoger onderwijs of een universitair diploma (53%).11 Dit percentage stijgt sterk sinds twee decennia.12 Deze sterke specialisatie van stedelijke werknemers vertaalt zich naar een groot aandeel werklozen in de categorieën van de laaggeschoolde populatie. Het werkloosheidspercentage van laaggeschoolde personen bedraagt 29,8% te Brussel en 37% in Berlijn, terwijl het Belgisch nationaal percentage voor dezelfde populatie maar 12,9 % bedraagt en 10,6% voor de Europese Unie.13 Het zwakke niveau van tweetaligheid is eveneens een factor van uitsluiting in Brussel. Voor een discussie omtrent de principiële grondslagen van de hervormingen cf. DUMONT, Daniel, Activation rime-t-elle nécessairement avec stigmatisation ? Une mise en perspective critique du procès de l’Etat social actif , Droit et Société, nog te verschijnen. Evenals DUMONT, Daniel, Les traductions de l’ « activation ». La douce européanisation des systèmes nationaux de protection sociale, R :I :E :J :, 2009.63. 8 ENGLERT, Marion, Plan d’activation des chômeurs : inefficace pour réduire le chômage et vecteur de pauvreté, sl, sn, 2010. 9 Gegevens voor Brussel van ENGLERT, Marion, ibid. De auteur neemt tevens het werk van Heylen op, Flux potentiels des sanctionnés vers les CPAS : le plan d’activation du comportement de recherche , Brussel, POD Sociale Integratie, 2009. 10 De cijfers wijzigen naargelang het OCMW. Bron : idem. 11 Voorbeeld, dit percentage bedraagt 38% voor België en 26% voor de Europese Unie. Dit fenomeen is terug te vinden in alle grootsteden met internationaal allure. Zo bedraagt het percentage werknemers met een hoog scholingsniveau 55,5% in Londen, 43,0% in Parijs en 42% in Berlijn. Bron : Observatoire bruxellois de l’emploi – Actiris, 2009. 12 Verhoging van 62% hooggeschoolde werknemers in de Brusselse regio tussen 1989 en 2007. Met andere woorden, in 2007 hadden 360'000 Brusselse werknemers een scholingsniveau van hoger onderwijs, in 1989 waren er dit maar 222'000. Bron : idem. 7
23
Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN) Vooruitgangstraat 333/6 │ 1030 Brussel │ België mail :
[email protected] │ website : www.bapn.be tel : +32 (0)2/265.01.53 │ fax : +32 (0)2/265.01.55
Werkzoekenden van buitenlandse origine In Brussel is het arbeidspercentage van de niet-Europese nieuwe immigranten 37%, voor de Europeanen bedraagt dit 65%. Discriminatie bij aanwerving komt veel voor en zien we frequent bij etnische origine. Deze discriminaties zijn frequenter in de grootsteden waar de demografische structuur per definitie multicultureel is.14 Jonge bevolkingsgroep De bevolkingsgroei in de grootsteden gaat gepaard met een sterke verhoging van het aantal stadsbewoners met actieve leeftijd en jongeren (jonger dan 25 jaar).15 Deze bevolkingsgroep wordt sterker getroffen door de werkloosheid. In Europa bedraagt het werkloosheidspercentage van jongeren 15,6%, het bereikt 18,8 % in België en in de Brusselse Regio overschrijdt het de dertig percent (34%)16. Het sterke aandeel werkloze jongeren wordt verklaard door opleidingsfactoren. In Brussel dient men de dualisering van het schoolsysteem, evenals de hoge graad van schoolse mislukkingen en vroegtijdig schoolverlaten, verplicht in relatie te zien met de sterke uitsluiting op de arbeidsmarkt van de jongste stedelijke bevolkingsgroep. Inwoners van bepaalde wijken Een andere indicator van uitsluiting is het wonen in een socio-economisch achteruitgestelde wijk. Demografisch gezien zien we een sterke concentratie jonge werklozen in de armste wijken en in wijken met een hoge dichtheid aan personen met een buitenlandse origine.
13
Werkloosheidspercentage berekend volgens de definitie van IAB, het administratieve werkloosheidspercentage is doorgaans hoger dan het IAB-percentage in België. Bron : Observatoire social européen, 2009. 14 Bron : Observatoire bruxellois de l’emploi – Actiris, 2009. 15 Algemeen gezien vergroot de actieve bevolkingsgroep in de grootsteden.. In Brussel is deze gestegen met 13,7 % tussen 1997 en 2008, dit percentage bedraagt maar 3,7 % in Vlaanderen en 5,2% in Wallonië. Bron : SPF Economie – DGSIE (Demografische dienst). 16 Jongeren onder de 25 jaar. Bron : Observatoire bruxellois de l’emploi – Actiris, 2009.
24
Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN) Vooruitgangstraat 333/6 │ 1030 Brussel │ België mail :
[email protected] │ website : www.bapn.be tel : +32 (0)2/265.01.53 │ fax : +32 (0)2/265.01.55
15. BIJLAGE 2: AANBEVELINGEN WERK, GEEN WERK EN ARMOEDE IN DE GROOTSTEDEN Deze aanbevelingen zijn het resultaat van het werkproces van mensen in armoede in de grootsteden en de toetsing ervan op de Ronde Tafel van 10 september 2010 met relevante actoren in het werkveld ‘werk, geen werk, armoede en de grootsteden’. 1. Werk Aanbeveling 1: Meer kwaliteitsvol, waardig en duurzaam werk, ook voor laaggeschoolden. In grootsteden vinden we de stedelijke paradox terug: er is veel werk, maar niet voor laaggeschoolden. In de stad is er meer werk, maar ook meer armoede. Het tewerkstellingsbeleid in grootsteden moet specifiek aandacht besteden aan het creëren van kwaliteitsvol, duurzaam werk voor laaggeschoolden. 2. Scholing en opleiding Aanbeveling 2: Het schoolsysteem moet leiden tot afgestudeerden met voldoende scholing. Het schoolsysteem moet het hoge percentage schoolmislukkingen en vroegtijdig schoolverlaten sterk inperken door een grondige aanpassing van het systeem, en moet jongeren doen uitstromen met voldoende mogelijkheden voor het vinden en behouden van een kwaliteitsvolle baan. De ongekwalificeerde uitstroom is bijzonder hoog in grootsteden, extra acties zijn hier nodig. Aanbeveling 3: Opleidingen moeten meer toegankelijk gemaakt worden, met oog voor en erkenning van andere en elders verworven competenties. De kennismaatschappij veroorzaakt een grote kloof tussen opgeleide mensen en nietopgeleide mensen. Dit weerspiegelt zich in een kloof in de arbeidsmarkt. Aan iedereen moet kwaliteitsvolle vorming verzekerd worden, ook aan mensen die het verst van de arbeidsmarkt staan. In deze opleidingen en op de arbeidsmarkt moet ook aandacht worden besteed aan andere en elders verworven competenties en kennis en moet er rekening gehouden worden met de aanwezighid van diverse vormen van kapitaal: menselijk kapitaal, sociaal kapitaal, cultureel kapitaal, materieel kapitaal. 3. Begeleiding naar werk Aanbeveling 4: Er is nood aan een goede kwalitatieve begeleiding (coaching) naar werk, waarbij de werkzoekende een evenwaardige partner is. Hierbij moet er oog zijn voor het eigen tempo en de specifieke balans met de privésituatie van de werkzoekende (begeleiding op maat). Zeker in de grootsteden moet extra aandacht worden besteed aan de meest kwetsbare doelgroepen zoals alleenstaande ouders, migranten, ouderen en laaggeschoolden. De begeleiding moet gebeuren op vrijwillige basis van de werkzoekende, het gaat immers om ‘niet kunnen’ en niet om ’niet willen’. Een aanpak van sanctioneren en controleren werkt
25
Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN) Vooruitgangstraat 333/6 │ 1030 Brussel │ België mail :
[email protected] │ website : www.bapn.be tel : +32 (0)2/265.01.53 │ fax : +32 (0)2/265.01.55
ongelijkheid tussen begeleider en werkzoekende in de hand, en heeft een omgekeerde werking. Ook discriminatie moet bestreden worden op de arbeidsmarkt en in de toegang hiertoe. Aanbeveling 5: Toegang tot kwalitatieve diensten en (sociale) rechten moet gegarandeerd worden en speelt een belangrijke rol in het vinden en volhouden van tewerkstelling. Er moet voldoende oog zijn voor de randvoorwaarden die vervuld moeten zijn om te kunnen werken. De werkzoekende die kampt met diverse andere problemen, moet ook op die vlakken geholpen kunnen worden. De mens moet in zijn totaliteit kunnen gezien worden in een begeleiding opdat hij zich vlot naar de arbeidsmarkt zou kunnen bewegen. In een grootstad is de problematiek van huisvesting, de toegang tot diensten en de totale levenskost nog groter dan in andere gebieden. Ook de groep ‘werkende armen’ wordt hier steeds groter. Daarom moet - zeker in grootsteden - nog meer werk gemaakt worden van een betere toegankelijkheid en samenwerking met de basisdiensten en moeten sociale rechten voor iedereen gegarandeerd worden. In dit kader kan ook het statuut van samenwonenden herbekeken worden, in het kader van een antidiscriminatiebeleid tegenover de sociaal meest kwetsbaren, en als middel in de strijd rond de huisvestingsproblematiek. Als meer mensen huisvesting kunnen delen, gaan deze kosten automatisch omlaag en is er ruimte voor andere noodzakelijke basisbehoeften in het schaarse budget. We moeten verder onderzoeken op welke domeinen we het leven van mensen in armoede kunnen vereenvoudigen (welke stressfactoren we kunnen opheffen), opdat de stap naar werk kleiner wordt. 4. Evaluatie activeringsbeleid Aanbeveling 6: Er moet een sociale impactstudie gemaakt worden van het huidige activeringsbeleid. Deze studie – evaluatie - van het huidige activeringsbeleid, moet niet alleen op basis van cijfers gebeuren, maar ook met de werkelijke verhalen, met de beleving van de inwoners van deze actieve welvaartstaat. Het geheel aan partners en vooral de belanghebbenden moeten hierbij actief betrokken worden. 5. Werk in samenhang met de ruimere context Aanbeveling 7: Lage inkomens moeten worden opgetrokken tot boven de Europese armoedegrens (voor een alleenstaande komt deze grens overeen met een bedrag van € 899). Het is een noodzakelijke voorwaarde om tot tewerkstelling en opleiding te komen. Onderzoek toont aan dat het beschikken over voldoende inkomen de stress om rond te komen wegneemt, waardoor de ruimte vrij komt om te investeren in en zich te richten naar tewerkstelling en opleiding (zie studie van Groenez & Nicaise (2004)). Aanbeveling 8: Het huidige activeringsbeleid moet worden herzien omdat het naast meer werk, ook meer armoede creëert. Eerder dan te vertrekken van de drang naar groei (economische belangen), moet het activeringsbeleid gestuurd 26
Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN) Vooruitgangstraat 333/6 │ 1030 Brussel │ België mail :
[email protected] │ website : www.bapn.be tel : +32 (0)2/265.01.53 │ fax : +32 (0)2/265.01.55
worden door de drang te willen investeren in de mens en zijn vermogens (een meer ‘sociale en menselijke’ activering). Er is nood aan herziening van het huidige activeringsbeleid. Dat wil niet zeggen dat we ons tegen activering zonder meer kanten, wel dat activering van mensen naar werk op een meer humane manier moet gebeuren. Samen met diverse actoren moeten we een visie ontwikkelen waar plaats is voor waardig werk, waardige uitkeringen, recht op toegang tot basisdiensten, op een sociale maatschappij. Mensen in armoede spelen de hoofdrol in het uitdenken van een nieuwe visie en aanpak.
27