Verslag plenaire programma ‘Let’s Celebrate Sport’ 2 juni 2014 Door: Juul van Rijn
De maatschappelijke waarde van sport staat centraal op het congres voor wethouders in Den Haag. Geen nieuwe kost voor mensen werkzaam in de sport werken, maar een uitdaging voor hen hoe dit duidelijk en zichtbaar kan worden voor mensen buiten de sport. De eerste stap die moet worden gemaakt is dat contact wordt gelegd tussen die verschillende werelden. Hoe dat moet, dát is de hamvraag van vandaag. Verbinden- samenwerken- co-creatie Verbinding is de term die veelvuldig voorbij komt vandaag. Samenwerken, met elkaar in gesprek gaan. Om te beginnen door over de schutting van de sport heen te kijken naar domeinen als cultuur, zorg, welzijn en onderwijs. Want door solitair te werken kom je er niet, dat laten ook de sprekers duidelijk merken op het plenaire deel van het congres. We moeten het samen doen. “Over vijf jaar ontvang ik wellicht één afgevaardigde namens u allemaal op het podium in plaats van vier bestuurders uit vier organisaties”, vatte dagvoorzitter Tom van ‘t Hek de lezingen samen. Directeur generaal Paul Huijts van VWS, voorzitter André Bolhuis van NOC*NSF, directeur Remco Boer van NISB, wethouder Paul Broekhoff in Den Haag, directeur Johan Wakkie van de KNHB, Lucas Bolsius, voorzitter VSG en Paul Rosenmöller van het Convenant Gezond Gewicht konden dit alleen maar lachend beamen. Het is geen toeval dat de organisatie het sportcongres voor nieuwe -en oude- wethouders liet plaatsvinden tijdens de WK Hockey, óp het hockeyterrein bij het Kyocera stadion in Den Haag. Paul Huyts, directeur generaal van het ministerie van VWS: “Dit toernooi zet een nieuwe norm voor de maatschappelijke waarde van dergelijke topsportevenementen. Je kunt gewoonweg niet meer om de sport heen”. De economische waarde is niet gering, vele miljoenen zijn geïnvesteerd in het WK hockey. Om te beginnen voor de topsport zelf, daarnaast moet de uitstraling van het evenement en het effect van de activiteiten helpen om mensen blijvend te interesseren voor sport. Zo wordt een groot evenement gebruikt om een nog veel groter publiek te interesseren. Het congres voor wethouders is een van de vele activiteiten die deze twee weken plaatsvinden. Het ministerie van VWS draagt bij door bij belangrijke topsportevenementen geld uit te trekken voor evenementen en activiteiten voor het ‘grote’ publiek. Het bestuur van hockeybond mag trots zijn op het resultaat: een compleet dorp is om het stadion heen gebouwd. Met tenten, congreslocaties, informatiestands en horeca. TV West is veertien dagen aanwezig en zendt alle wedstrijden en veel activiteiten integraal uit. Wat kunnen wethouders verwachten van het ministerie van VWS? De heer Huijts: Om te beginnen is er geld voor accommodaties. Vanuit het programma Sport en Bewegen in de Buurt stellen wij budget beschikbaar voor het aanstellen van de buurtsportcoach. Dit doen wij als sinds 2008 en op dit moment zijn in 377 gemeenten coaches aangesteld. “Wij geloven in een investering op de lange termijn. De enige eis die aan de
buurtsportcoach wordt gesteld is dat tijd wordt besteed aan sport en verbinding maken met andere werkvelden. Mooie voorbeelden zijn voorhanden (Redactie: zie www.nisb.nl en www.sportindebuurt.nl), ook buiten de sportvereniging.” De andere regeling in het meerjarenprogramma is de Sportimpuls. Sinds het begin, in 2012, hebben wij drie rondes opengesteld en zijn 350 projecten in Nederland opgestart dankzij deze impuls. Aanvrager van deze subsidie is de sport- en beweegaanbieder. Die moet aantonen waarom hun initiatief goed is voor de omgeving. Alles is gezondheid Met de ondertekening van een zogenaamde ‘pledge’ (belofte) geeft de gemeente Rotterdam aan dat zij wil bijdragen aan de doelstellingen van het VWS programma ‘Alles is gezondheid’. Adriaan Visser, sinds twee weken wethouder van de gemeente Rotterdam, ondertekent namens de G5. De vier grote gemeenten plus Eindhoven beloven hiermee dat zij serieus werk maken van de maatschappelijke spin-off rondom toonaangevende sportevenementen. Deze betreffen onder meer het WK Hockey (Den Haag) in 2014, WK Beachvolleybal (Den Haag, Rotterdam, Amsterdam en Apeldoorn), EK Volleybal dames (Rotterdam), en Grand Depart Tour de France (Utrecht) en Volvo Ocean Pitstop (Den Haag) in 2015 en EK Atletiek 2016 (Amsterdam). Dit doen zij door diverse side events te organiseren rondom het betreffende evenement op het terrein van sportstimulering en gezonde voeding. Ook laten zij side events plaatsvinden buiten de gast-stad en speelsteden. Vervolgens delen zij de opgedane kennis over de aanpak en de effecten, zodat de organisatoren en anderen kunnen leren van de succes- en faalfactoren van side events. Zo laten de grote steden aan de buitenwereld zien dat een evenement meer is dan ‘alleen het op zich al mooie topsportevenement zelf. Een kort filmpje illustreert dit met twee voorbeelden. De Sportplusbus in De Haag haalt mensen op om mee te gaan naar sportevenementen. Mensen die dit zelf niet zo makkelijk kunnen, die in een sociaal isolement zitten. Het filmpje is op de ochtend van het congres gemonteerd. De deelnemers genieten zichtbaar. Een dame in rolstoel straalt: “We zijn er een keertje lekker uit. Ook al snappen we er geen barst van, dat doet er niet toe”. Het tweede voorbeeld dat wordt getoond is van de gemeente Den Haag, die tijdens het WK hockey tal van evenementen organiseert om mensen in aanraking te brengen met de sport. Karsten Klein vertelt dat in twee weken 40.000 schoolkinderen uit Den Haag en omgeving de kans krijgen om op een leuke manier kennis te maken met de sport. Kansen pakken ondanks, of juist dankzij decentralisaties André Bolhuis, voorzitter van NOC*NSF heeft een opdracht voor de nieuwe wethouders: portefeuille sport raakt als geen ander aan de andere beleidsterreinen. De rol van de gemeente is een omgeving te creëren waar voor iedereen sport en bewegen mogelijk is, een veilige omgeving. En om mensen die aarzelen, te verleiden om ook te gaan sporten en bewegen. Vlak daar de functie van topsport niet uit. Topsporters geven het goede voorbeeld, laten zien wat met
inspanning kan worden bereikt. Daarnaast versterkt het kijken naar topsport de gemeenschappelijk band en gedeelde emotie bij winnen of verliezen. Bolhuis geeft toe, het is een lastige tijd. Sommige gemeenten moeten bezuinigingen op sport. Zij krijgen er veel nieuwe taken bij door de decentralisaties. De voorzitter roept op om sport in te zetten voor verbinding, en daar slim gebruik van te maken. Het verenigingsleven in Nederland bijvoorbeeld, is van hoog niveau. Dit is heel wat waard. Vanmorgen bezocht Bolhuis nog tijdens een werkbezoek in Den Haag het Buurthuis van de toekomst. Een prachtig voorbeeld dat laat zien hoe noodzakelijk het is een goede band met de buurt op te bouwen. Johan Wakkie, directeur van de hockeybond, had de overtuiging om met het WK hockey een nieuwe aanpak te introduceren. Om ook aan de vijftien deelnemende landen te laten zien dat de waarde van een dergelijk evenement groot is. Hij maakt van de gelegenheid gebruik om het publiek te attenderen op een speciale uitgave: een kinderboekje over de reis van Stockey, de mascotte van het toernooi. De opbrengst gaat naar het Jeugdsportfonds. Met de verkoop van tien boekjes zijn al twee kinderen geholpen om te gaan sporten. En waar staan we over tien jaar? Johan Wakkie verwacht allereerst dat Nederland kampioen is. Direct daarna hoopt hij dat een brug is geslagen van de sport naar andere thema’s als cultuur en gezondheid. Dat sport een vanzelfsprekend onderdeel is geworden van jeugd, onderwijs, sport en cultuur. Om te beginnen de financiën op orde Paul Broekhoff, directeur cultuur en sport in gemeente Den Haag, heeft een tip voor andere gemeenten die een dergelijk topsportevenement willen gaan organiseren: “Om te beginnen moet je je financiën op orde hebben.”. Denk aan sponsors, maar kijk ook binnen de gemeentelijke organisatie. Het gaat immers over meerdere portefeuilles als cultuur, sport, onderwijs. Vervolgens doet hij een oproep: “ambtenaren kom uit je hokjes!”. Ontschotten in de gemeente begint bij de mensen. De gemeente Den Bosch bijvoorbeeld, zou graag de Giro naar haar stad halen. Hoe? Door een open houding, en met mensen die zich flexibel willen opstellen. Den Haag is trots op het WK Hockey en alles eromheen. Dat wil de heer Broekhoff niet onder stoelen of banken steken. De tips schudt hij zo uit zijn mouw: integreer verschillende evenementen binnen en tussen gemeenten; leer van de ervaringen. Het toernooi kost 12,5 miljoen euro. Die kaarten moeten wel verkocht worden! Vergeet vervolgens de evaluatie niet. En verspreid de uitkomsten en het draaiboek dat is gemaakt. Sport en cultuur in de zaal Om niet alleen te horen, maar ook te voelen hoe sport en cultuur samen kunnen gaan, laten twee mensen van het dansgezelschap Introdans uit Arnhem de wethouders, hoofden sport en beleidsambtenaren bewegen en dansen op de populaire een aanstekelijke song ‘happy’. Een reuze ballon wordt door alle aanwezigen in de lucht gehouden totdat de dansers verzoeken aan directeur generaal Paul Huijts daar een einde aan maakte met een prikpen.
Vier korte interviews Hierna vraagt Van ’t Hek vier bestuurders en directeuren op het podium om hun visie te geven op de maatschappelijke waarde van sport. Lucas Bolsius voorzitter van Vereniging Sport en Gemeenten ziet in de decentralisaties een kans voor de sport. In totaal is er minder geld, maar door slimmer organiseren met nieuwe partners moet er veel mogelijk zijn. Kennis is beschikbaar via instituten als Mulier, NISB en de universiteiten. Ook een simpel kijkje bij een andere sportvereniging kan al veel opleveren. Andre Bolhuis, voorzitter van NOC*NSF is tevreden als sport wordt ingebracht bij de wijkraden. In Soest bijvoorbeeld, zeggen 9 van de 12 politieke partijen dat zij sport op de gemeentelijke agenda willen hebben. Vervolgens is het knap lastig om dit op de juiste manier te implementeren. Voor een wijkraad jeugdzorg en een wijkraad ouderenzorg is sport vaak een nieuw onderwerp. De bijeenkomst van vandaag is al een eerste stap op weg daar naartoe. De heer Bolhuis roept de aanwezigen op om innovatief te blijven denken. Over nieuwe samenwerkingen en over de uitvoering van gemeenschappelijke ideeën. Remco Boer, directeur van het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen, voeg toe aan het relaas van voorgaande sprekers dat het helpt als goede voorbeelden uit gemeenten worden beschreven en verspreid. Door deze makkelijk beschikbaar te maken voor iedereen wordt opgedane kennis gedeeld en hoeven gemeenten niet telkens opnieuw het wiel uit te vinden. Een mooi voorbeeld is de vitale sportvereniging in Enschede, een zogenaamde ‘open club’. Deze sportvereniging laat zien dat zij werkelijk toegevoegde waarde heeft in andere domeinen. Door een samenwerking met het UWV krijgen werkzoekenden de kans om bij de vereniging vrijwilligerswerk te doen en zich te scholen, bijvoorbeeld op onderhoud en beheer. Zo verbeteren zij hun kansen op de arbeidsmarkt. De heer Boer roept de wethouders op gebruik te maken van effectieve interventies en om in gesprek te gaan met de zorgverzekeraars. “Praat met de verzekeraar over financiering en ga met andere mogelijke partners in gesprek. Zo identificeer je samen de kansen. Je hoeft ook niet alles tegelijk te doen, de ene keer is er een logische koppeling met zorg, een andere keer met onderwijs. Het gaat toch om lokaal maatwerk.” Paul Rosenmöller, vierder spreker en van het Convenant Gezond Gewicht, vertelt dat JOGG, de integrale aanpak ‘Jongeren Op Gezond Gewicht’, succesvol is in het terugdringen van overgewicht. Nu al 60 gemeenten hebben gekozen voor deze duurzame aanpak. Een succesfactor die hij noemt is dat bestaande activiteiten in een gemeente of wijk worden gebundeld onder één ‘JOGG’-noemer. Dat schept duidelijkheid in de gemeente en voor de inwoners. Na al deze wijze woorden splitst het gezelschap zich op om te gaan naar twee verschillende bijeenkomsten. Een discussie over ‘sport en gezondheid’ en de ander over ‘sport en cultuur’. De borrel en de maaltijd daarna zijn een opmars voor het hoogtepunt van het congres: de wedstrijd
dames hockey tussen Nederland en België. Aan de locatie, het gezelschap en het weer zal het niet liggen; het is een stralende dag.