VERSLAG INSPECTIEPROJECT WASGOEDKETEN ZORG A 754
Onderwerpen:
Biologische agentia, Cytostatica, en Fysieke belasting
Inspectieperiode 1 januari 2006 tot en met 30 april 2006
Arnhem, 31 augustus 2006
definitief verslag Wasgoedketen Zorg A754 20092006
-1-
Colofon Arbeidsinspectie, Den Haag
: 31-08-2006
Projectnummer
: A 754
Inspectieonderwerpen
: biologische agentia : cytostatica : fysieke belasting
AI-bedrijfstakdirectie
: Publieke Dienstverlening
manager Strategie
: ir. T.J.B. van der Hoeven
landelijk projectleider
: J. van der Pols
procesvolger
: B. Stalman
landelijk projectsecretaris
: F. van de Kamp
Voor vragen van de pers
: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, afdeling Persvoorlichting, tel. (070) 3334444
Looptijd project
: 1 januari 2006 tot en met 30 april 2006
Correspondentie adres
: Arbeidsinspectie, kantoor Arnhem T.a.v.: F. van de Kamp Postbus 9018 6800 DX ARNHEM
definitief verslag Wasgoedketen Zorg A754 20092006
-2-
Inhoudsopgave
Colofon ............................................................................................................ - 2 Inhoudsopgave ................................................................................................ - 3 0 Voorwoord algemeen directeur .................................................................. - 4 1.0 Samenvatting ............................................................................................ - 5 2.0 Inleiding ..................................................................................................... - 6 3.0 Doelgroep, omvang en opzet .................................................................... - 7 3.1 Werkterrein/doelgroep ............................................................................... - 7 3.2 Looptijd...................................................................................................... - 7 3.3 Opzet van het inspectieproject .................................................................. - 7 3.4 Inspectieonderwerpen ............................................................................... - 7 3.5 Publiciteit ................................................................................................... - 8 3.6 Samenwerking inspectiediensten .............................................................. - 8 4.1 Totaal overzicht resultaten ....................................................................... - 9 4.2 Resultaten per inspectiepunt .................................................................. - 10 4.2.1 Inspectiepunten ................................................................................... - 10 4.4 Resultaten uit de monitor........................................................................ - 11 5.0 Conclusies en aanbevelingen.................................................................. - 12 6.0 Follow-up................................................................................................. - 13 -
Bijlage 1: Gegevens uit de monitor op de ziekenhuisafdelingen en verpleeghuisafdelingen.................................................................................. - 14 -
definitief verslag Wasgoedketen Zorg A754 20092006
-3-
0 Voorwoord algemeen directeur
Hierbij bied ik u de rapportage aan van het AI-inspectieproject “Wasgoedketen Zorg”, zoals dat is uitgevoerd tussen 1 januari 2006 en 30 april 2006. Er werd geïnspecteerd op de onderwerpen biologische agentia, cytostatica en fysieke belasting. Van de 333 geïnspecteerde afdelingen werden bij 274 afdelingen (82%) geen overtredingen geconstateerd. Dat is een goed resultaat. Vooral in de ziekenhuizen heeft men de protocollen al behoorlijk goed geïmplementeerd, te noemen zijn: •
• •
protocollen voor wasgoed dat besmet is met cytostatica protocollen voor wasgoed besmet met biologische agentia protocollen voor (ander) besmet wasgoed
Op het onderwerp fysieke belasting zijn nauwelijks overtredingen geconstateerd. Bij de verpleeghuizen blijft de aandacht voor cytostatica nog wat achter. Dit vraagt vanwege de risico’s meer aandacht van de branche. In de toekomst wordt een toename van het aantal met cytostatica behandelde patiënten verwacht. De resultaten zullen met sociale partners in de ziekenhuissector en de verplegings- en verzorgingssector besproken gaan worden. Inzet daarbij is te komen tot een betere voorlichting over het werken met cytostatica en biologische agentia bij vervuild wasgoed en het toezicht op het omgaan daarmee. Daarnaast wordt deze rapportage eveneens besproken in het kader van de “ketengedachte’ met werkgevers uit de wasserijbranche in samenhang met de resultaten uit het inspectieproject dat uitgevoerd is bij wasserijen die voor de zorg wassen. De algemeen directeur van de Arbeidsinspectie Dr. J.J.,M. Uijlenbroek.
definitief verslag Wasgoedketen Zorg A754 20092006
-4-
1.0 Samenvatting Het inspectieproject Wasgoedketen Zorg werd opgepakt naar aanleiding van signalen van inspecteurs uit eerdere projecten, dat er misstanden zouden zijn in de verwerking van wasgoed met betrekking tot de aanwezigheid van cytostatica en andere in het wasgoed achtergebleven besmettelijke zaken. De hele keten werd aangepakt, van het afhalen van de bedden tot het wassen in de wasserij. Het project werd uitgevoerd in samenwerking met de AI-directie Commerciële Diensten. Tijdens de uitvoering van het inspectieproject zijn er 333 ziekenhuis- en verpleeghuisafdelingen van in totaal 127 instellingen geïnspecteerd op de risico’s van het omgaan met besmet wasgoed. Op 274 afdelingen (82%) werden er geen overtredingen geconstateerd. Dat is op zich een goed resultaat te noemen. Van de genoemde 127 instellingen die werden geïnspecteerd waren er 96 een verpleegen/of verzorgingshuis (6 % van de doelgroep) en de overige 31 waren een ziekenhuis (30 % van de doelgroep) Op basis van de omvang en samenstelling van de steekproef kan gesteld worden dat de resultaten van dit inspectieproject een goed beeld geven van de stand van zaken met betrekking tot de naleving van de geïnspecteerde en gemonitorde onderwerpen. In totaal zijn er 119 overtredingen geconstateerd op 59 verpleegafdelingen (18% van de 333), waarbij 40 overtredingen (⅓) de afdelingen van ziekenhuizen betreffen en 79 overtredingen (⅔) de afdelingen van verpleeghuizen. De meeste overtredingen hadden te maken met het ontbreken van voldoende voorlichting en onderricht met betrekking tot het omgaan met cytostatica en biologische agentia en het toezicht daarbij. Met betrekking tot het onderwerp fysieke belasting werden nauwelijks overtredingen geconstateerd. In het bijzonder bij de verpleeghuizen werd een informatieachterstand geconstateerd met betrekking tot het omgaan met cytostaticum vervuild wasgoed. Gebleken is dat er in verpleeghuizen (nog) nauwelijks patiënten zijn opgenomen die behandeld worden met een cytostaticum. Toch is het van belang, vanwege de daarmee gepaard gaande risico’s, hierop voorbereid te zijn. Het wassen van mogelijk besmette (dienst)kleding is een aandachtspunt wat nog onvoldoende uitgewerkt is in de huizen. Gezien de resultaten is het zinvol om de sector aan te zetten tot een betere voorlichting over cytostatica en biologische agentia bij vervuild wasgoed en de gerichte scheiding van besmet wasgoed naast het beter invullen van het toezicht met het omgaan daarmee.
definitief verslag Wasgoedketen Zorg A754 20092006
-5-
2.0 Inleiding Uit het inspectieproject Schoonmaak Zorginstellingen, uitgevoerd in 2002, bleek dat de aandacht voor “schoonmaken” en daarmee verbonden de aandacht voor de risico’s met betrekking tot blootstelling aan biologische en chemische agentia nog onvoldoende was. In het genoemde inspectieproject werd in de ziekenhuizen in het bijzonder aandacht besteed aan de reguliere schoonmaakwerkzaamheden van verpleegafdelingen. Uit de tijdens dat inspectieproject verkregen informatie werd geconstateerd dat er de nodige twijfels waren betreffende het omgaan met vervuild en/of besmet wasgoed afkomstig van verpleegafdelingen. Daaraan gerelateerd, de mogelijk onverantwoorde blootstelling van werknemers aan biologische agentia en cytostatica en de fysieke belasting die kan optreden bij het verwerken/transporteren van het vervuilde/besmette wasgoed. Besloten werd de hele keten te gaan inspecteren, vanaf het instellingsbed tot aan de schone was zoals die de wasserij weer verlaat. Begonnen werd met de inspecties in de instellingen en daarna volgden de inspecties in de wasserijen. Voor het benaderen van de branches zullen de resultaten van dit project in een integraal verslag worden opgenomen. Hoewel er in de ziekenhuizen vanuit het Arboconvenant al wel protocollen zijn ontwikkeld met betrekking tot het omgaan met besmet wasgoed, was het de vraag in hoeverre dat ook concreet geimplementeerd is op de afdelingen. Dit inspectieproject heeft zich concreet gericht op de verpleegafdelingen van ziekenhuizen en verpleeghuizen en meer specifiek op de wijze waarop het personeel omgaat met het verzamelen en transporteren van besmet wasgoed.
definitief verslag Wasgoedketen Zorg A754 20092006
-6-
3.0 Doelgroep, omvang en opzet
3.1 Werkterrein/doelgroep De doelgroep voor dit inspectieproject bestond uit de algemene ziekenhuizen, de academische ziekenhuizen, verpleeg- en verzorgingstehuizen. Meer specifiek de werknemers van verpleegafdelingen die door de aard van hun werkzaamheden, het afhalen van vervuild beddengoed, risico lopen op blootstelling aan biologische agentia, cytostatica en fysieke belasting. De te inspecteren instellingen werden geselecteerd uit: a. b. c. d.
alle ziekenhuizen (98) alle academische ziekenhuizen (8) en alle verpleegtehuizen (420) alle verpleegafdelingen van verzorgingstehuizen (1460)
3.2 Looptijd De 250 geplande inspecties in de zorginstellingen zijn uitgevoerd tussen 1 januari 2006 en met 30 april 2006. De geplande inspecties bij de wasserijen zijn gestart met ingang van 1 april 2006. Hierover wordt in het betreffende project gerapporteerd.
3.3 Opzet van het inspectieproject Hoewel het principe is om onaangekondigd te inspecteren, was het voor dit inspectieproject zinvol om vooraf een afspraak te maken. Vooral ook omdat enige inbreuk werd gemaakt op de gang van zaken op verpleegafdelingen. Naast de inspecties in zorginstellingen werden in een ander inspectieproject ook de wasserijen geïnspecteerd, die betrokken zijn bij het wassen van het wasgoed.
3.4 Inspectieonderwerpen Cytostatica en biologische agentia In hoeverre wasgoed & infectierisico's in ziekenhuizen een serieus probleem vormden was bij de voorbereiding van het project niet geheel duidelijk. De inschatting was dat de onderwerpen vaccinatie, prikaccidenten, Post-Expositie-Protocol (PEP) e.d. voldoende in orde zouden zijn in de zorg. De stand van zaken wordt in kaart gebracht en waar nodig zou gehandhaafd worden. Fysieke belasting Omdat nog te weinig bekend was over de handling van wasgoed, in zakken en op karren, werd aandacht besteed aan fysieke belasting. Om te kunnen handhaven werd er t.b.v. de inspecteurs een aandachtspuntenlijst aangeleverd waarin misstanden werden aangegeven.
definitief verslag Wasgoedketen Zorg A754 20092006
-7-
3.5 Publiciteit Er werd geen persbericht uitgestuurd. Wel is dit inspectieproject aangekondigd bij de sociale partners.
3.6 Samenwerking inspectiediensten Het inspectieproject werd besproken met de Inspectie Gezondheidszorg. Het project werd vermeld in het jaarplanboekje Inspectieprojecten Gezondheidszorg 2006 waarin de uit te voeren inspectieprojecten van de Arbeidsinspectie, de VROM-inspectie en de Inspectie voor de Gezondheidsorg staan vermeld.
definitief verslag Wasgoedketen Zorg A754 20092006
-8-
4. Inspectie- en monitorresultaten 4.1 Totaal overzicht resultaten In figuur 1 wordt grafisch weergegeven hoe de verdeling is tussen afdelingen waar geen overtredingen werden geconstateerd en waar wel. Figuur 1.
Resultaten inspectieproject Totaal Resultaten
59
niet in orde
inspectie 274
in orde
0
100
200
300
Er zijn 333 ziekenhuis- en verpleeghuisafdelingen geïnspecteerd bij 127 instellingen. Daarvan werden op 274 afdelingen (82%) geen overtredingen geconstateerd. Het betrof 127 ziekenhuizen en verpleeg- en verzorgingstehuizen die in het kader van dit project werden geïnspecteerd.
Generaliseerbaarheid Op basis van de omvang en samenstelling van de steekproef kan gesteld worden dat de resultaten van dit inspectieproject indicatief een goed beeld geven van de stand van zaken met betrekking tot de geïnspecteerde en gemonitorde onderwerpen. Van de 127 instellingen die werden geïnspecteerd waren er 96 een verpleeg- en/of verzorgingshuis (6 % van de doelgroep) en de overige 31 waren een ziekenhuis (30 % van de doelgroep). In totaal zijn er 119 overtredingen geconstateerd op 59 verpleegafdelingen van de zorginstellingen. Van de 119 overtredingen werden 40 overtredingen (⅓) geconstateerd op de afdelingen van 31 ziekenhuizen en 79 overtredingen (⅔) werden geconstateerd op de afdelingen van 96 verpleeghuizen. In tabel 1 is dat schematisch weergegeven. tabel 1: overtredingen geïnspecteerd
ziekenhuis 40 31
verpleeghuis 79 96
totaal 119 127
In het inspectieproject Wasgoedketen Zorg werd gekozen voor inspecties op het onderwerp biologische agentia en cytostatica en als er misstanden op het gebied van fysieke belasting zouden worden geconstateerd zouden die worden meegenomen. Dit laatste bleek nauwelijks het geval te zijn. In totaal zijn er aan de instellingen 60 brieven verzonden onderverdeeld in 54 waarschuwingen en 6 eisen.
definitief verslag Wasgoedketen Zorg A754 20092006
-9-
In figuur 2 wordt een overzicht gegeven van de top 5 van de meest aangetroffen overtredingen. • Figuur 2.
Vijf meest voorkomende Arbo overtredingen:
Top 5 overtredingen toezicht op naleving instructies en voorschriften + juist gebruik pbm voorlichting & onderricht 13 13 zorgvuldigheid en ordelijkheid bij aanw. gev. stoffen
14 14
in ri&e ontbreken van beoordeling blootstelling gev. stoffen
16
0
5
10
15
20
Aantal
inhoud voorlichting & onderricht bij werken met gev. stoffen
Het grootste deel van de overtredingen heeft betrekking op de onderwerpen cytostatica en biologische agentia.
4.2 Resultaten per inspectiepunt 4.2.1 Inspectiepunten In totaal werden er 119 overtredingen geconstateerd: •
Inspectieonderwerp Blootstelling biologische agentia en cytostatica Met betrekking tot bovengenoemd inspectieonderwerp zijn 85 waarschuwingen gegeven. Er is in de ziekenhuizen over het algemeen voldoende aandacht voor de risico’s die verbon- den zijn met de genoemde onderwerpen. Soms schort het nog wat aan het uitvoeren van blootstellingsbeoordelingen en het treffen van maatregelen. In verpleeghuizen speelt de problematiek nog in mindere mate, maar ontbeert men wel de nodige informatie over de geïnspecteerde onderwerpen •
Inspectiepunt Onvolledige RIE Met betrekking tot het onvolledig zijn van de RIE zijn 6 waarschuwingen gegeven en 6 eisen gesteld. Vooral ten aanzien van het in de RIE opnemen van het maken van een blootstellingsbeoordeling. Opvallend punt was dat de RIE’s, op één na, bij alle instellingen aanwezig waren, het plan van aanpak ontbrak nog wel eens. Over het algemeen waren de RIE’s volledig, slechts bij 10% van de instellingen was dat niet zo.
•
Inspectieonderwerp Fysieke Belasting
definitief verslag Wasgoedketen Zorg A754 20092006
- 10 -
De aandacht voor het onderwerp fysieke belasting in dit inspectieproject heeft aanleiding gegeven tot het geven van slechts 1 waarschuwing. •
Inspectieonderwerp V & O + Toezicht Op het inspectieonderwerp Voorlichting & Onderricht en Toezicht zijn 21 waarschuwingen gegeven. Uitzonderingen daargelaten is er in voldoende mate aandacht voor de voorlichting en onderricht.
4.4 Resultaten uit de monitor Aan de hand van een monitorvragenlijst zijn over de instellingen en over de afdelingen binnen deze instelling waar geïnspecteerd is gegevens verzameld. Bij 321 afdelingen (van 125 instellingen) is een afdelingsmonitor ingevuld1. Het betreft hier 103 ziekenhuisafdelingen van 31 ziekenhuizen) en 218 verpleeghuisafdelingen (van 94 verpleeghuizen). Op basis van de verzamelde gegevens is een goed beeld verkregen wat er op afdelingsniveau geregeld is met betrekking tot de verschillende soorten wasgoed en hoe men daar mee omgaat. Meest opvallend uitkomsten zijn dat: -
de verschillende soorten wasgoedstromen niet altijd apart werden onderscheiden soms een “worst case” benadering wordt gekozen, waarbij al het wasgoed als besmet wordt beschouwd met name in verpleeghuizen de dienstkleding nogal eens thuis wordt gewassen het wasgoed op de afdeling hoofdzakelijk wordt verzameld door verpleegkundigen en zorgassistenten bij het afhalen van het wasgoed over het algemeen handschoenen worden gedragen protocollen in ruime mate aanwezig waren er toch nog redelijk wat prik- of snij-accidenten plaatsvinden de registratie van de prik- en snij-accidenten nog niet optimaal is te noemen bij de ziekenhuizenafdelingen 90% van het wasgoed extern wordt gewassen bij de verpleeghuisafdelingen ruim 1/3 van het wasgoed extern wordt gewassen
In bijlage 1 is een compleet overzicht van de resultaten van de verzamelde monitorgegevens.
1
Bij 12 afdelingen die onderdeel zijn van verschillende instellingen, is om diverse redenen geen afdelingsmonitor ingevuld. Als gevolg hiervan zijn er bij 2 instellingen geen afdelingsmonitor ingevuld.
definitief verslag Wasgoedketen Zorg A754 20092006
- 11 -
5.0 Conclusies en aanbevelingen De algemene conclusie kan getrokken worden dat de schaal waarop de problematiek met betrekking tot de handling met het wasgoed in ziekenhuizen speelt, beperkt is gebleken. Men heeft de zaken aardig voor elkaar, het is echter van belang om nog de “puntjes op de i” te zetten. In verpleeghuizen komt de problematiek van met cytostaticum vervuild wasgoed nog niet zo veel voor. Men ontbeert daar men nog wel goede informatie. Conclusies: •
Inspectieonderwerp Arbeidshygiënische onderwerpen (Blootstelling biologische agentia en cytostatica)
Met betrekking tot bovengenoemde inspectieonderwerpen zijn 85 waarschuwingen uitgeschreven. Het was niet duidelijk in hoeverre wasgoed & infectierisico's in ziekenhuizen een serieus probleem vormen. De inschatting was dat de onderwerpen vaccinatie, prikaccidenten, PostExpositie-Protocol (PEP) e.d. voldoende in orde zouden zijn in de zorg. Geconcludeerd kan worden dat er in de ziekenhuizen over het algemeen voldoende aandacht is voor de risico’s die verbonden zijn met genoemde onderwerpen. Soms schort het nog wat aan het uitvoeren van blootstellingsbeoordelingen en het treffen van maatregelen. Er is geen sprake van een misstand. In verpleeghuizen speelt de problematiek nog in mindere mate, maar ontbeert men wel de nodige informatie over de geïnspecteerde onderwerpen. Dit heeft als risico dat men onvoldoende voorbereid is op gevallen waarbij het risico zich wel voordoet. •
Inspectiepunt Onvolledige RIE Met betrekking tot het onvolledig zijn van de RIE zijn 6 waarschuwingen uitgeschreven en 6 eisen gesteld, met name ten aanzien van het in de RIE opnemen van het maken van een blootstellingsbeoordeling. Conclusie is dat de RIE’s over het algemeen in orde zijn en voldoende aandacht schenken aan de geïnspecteerde onderwerpen.
•
Inspectieonderwerp Fysieke Belasting in relatie tot wasgoedhandling De aandacht voor het onderwerp fysieke belasting in dit inspectieproject heeft aanleiding gegeven tot het uitschrijven van slechts 1 waarschuwing. Dit betekent dat de instellingen fysieke belasting redelijk op orde hebben. Organisaties besteden voldoende aandacht aan dit inspectieonderwerp.
•
Inspectieonderwerp V & O + Toezicht Geconcludeerd kan worden dat er –uitzonderingen daargelaten- in voldoende mate aandacht is voor de voorlichting en onderricht met betrekking tot de geïnspecteerde onderwerpen.
Aanbevelingen: Met betrekking tot de geïnspecteerde onderwerpen is het aan te bevelen dat men, vooral in verpleeghuizen, zorgvuldig nagaat in hoeverre medewerkers voldoende geïnformeerd en voorgelicht worden over het omgaan met de risico’s die verband houden met deze onderwerpen. Vooral in verpleegtehuizen zal men zich beter moeten voorbereiden op het omgaan met de risico’s die verbonden zijn met het verzorgen van patiënten die behandeld zijn geworden met een cytostaticum. Hoewel de maat waarin dat thans voorkomt nog beperkt is, zal dat in de toekomst zeker toe gaan nemen, zeker wanneer men eerder vanuit het ziekenhuis ontslagen wordt.
definitief verslag Wasgoedketen Zorg A754 20092006
- 12 -
6.0 Follow-up De resultaten zullen besproken gaan worden met de sociale partners in de zorg de NVZ, de FAZ en de vakbonden. In het kader van de ketenbenadering zal het integrale verslag, inclusief de resultaten uit het AIinspectieproject Wasserijen Zorg, eveneens besproken worden met de sociale partners in de wasserijen. Er is vooralsnog geen aanleiding om op kortere termijn op de genoemde onderwerpen opnieuw te gaan inspecteren in de zorgsectoren.
definitief verslag Wasgoedketen Zorg A754 20092006
- 13 -
Bijlage 1: Gegevens uit de monitor op de ziekenhuisafdelingen en verpleeghuisafdelingen Bezochte instellingen: Bijna een kwart van de bezochte instellingen waren ziekenhuizen en de andere driekwart verpleegtehuizen. Bij tweederde van de instellingen werken tussen de 100 en 1000 werknemers. Bij een kwart van de instellingen werken meer dan 1000 werknemers. Bij de overige instellingen werken minder dan 100 werknemers. Bezochte afdelingen: Tabel 2 geeft een overzicht van de binnen de instellingen bezochte afdelingen.. Tabel 1 Bezochte afdelingen2
afdelingen
Totaal
ziekenhuis
verpleeghuis
diverse ziekenhuisafdelingen
Totaal
38
0
38
verzamelruimten
27
51
78
oncologie
20
0
20
interne wasserij
2
4
6
verpleegafd. (algemeen, somatisch, psycho-geriatrisch)
6
109
115
linnenkamer
1
19
20
revalidatie
0
8
8
anders
9
27
36
103
218
321
Wasgoedstromen In dit project werden vier soorten wasgoedstromen onderscheiden, namelijk cytostatica wasgoed, infectieus wasgoed, ander besmet wasgoed en niet besmet wasgoed. Niet altijd werden de verschillende soorten wasgoed ook als een aparte wasgoedstroom onderscheiden. Zo is het opvallend, dat binnen de verpleeghuisafdelingen relatief vaker verschillende soorten wasgoedstromen onderscheiden werden, terwijl juist binnen de ziekenhuisafdelingen relatief vaker verschillende soorten wasgoed voorkwamen. Cytostatica wasgoed: Bij 89% van de ziekenhuisafdelingen was er sprake van cytostatica wasgoed. Bij verpleeghuisafdelingen lag dit percentage lager, namelijk op 46%. Bij 61% van de ziekenhuisafdelingen waar sprake was van cytostatica wasgoed, is aangegeven, dat deze wasgoedstroom apart werd onderscheiden. Bij verpleeghuisafdelingen lag dit percentage iets lager, namelijk op 49%. Op de vraag op welke wijze deze wasgoedstroom onderscheiden wordt van andere wasgoedstromen is het volgende geantwoord3: 2
3
Bij de antwoordcategorie ‘anders, namelijk .’ werden de volgende afdelingen genoemd: apotheek, dagcentrum/-behandeling ,intensive care, chirurgie, slaapkamers, CIRO-afdeling, hospice, palliatieve zorg, facilitaire dienst, afdeling chronisch, hoofdvestiging. Bij dit type vragen was het mogelijk om een combinatie van antwoorden te geven waardoor het totaal hoger kan uitkomen dan 100%.
definitief verslag Wasgoedketen Zorg A754 20092006
- 14 -
• d.m.v. andere kleur of andere waszak (75%) • d.m.v. labels, opschrift of stickers (35%) • d.m.v. andere kleur of andere waszak met daarbij een opschrift, sticker of label (9%) • anders (3%)4 Naar verhouding weken bovenstaande antwoorden van ziekenhuisafdelingen niet veel af van die van verpleeghuisafdelingen. Infectieus wasgoed: Bij 88% van de ziekenhuisafdelingen was er sprake van infectieus wasgoed. Bij verpleeghuisafdelingen lag dit percentage op ongeveer hetzelfde niveau, namelijk op 85%5. Bij 53% van de ziekenhuisafdelingen waar sprake was van infectieus wasgoed, is aangegeven, dat deze wasgoedstroom apart werd onderscheiden. Bij verpleeghuisafdelingen lag dit percentage hoger, namelijk op 88%. Op de vraag op welke wijze deze wasgoedstroom onderscheiden wordt van andere wasgoedstromen is het volgende geantwoord: • d.m.v. andere kleur of andere waszak (82%) • d.m.v. labels, opschrift of stickers (25%) • d.m.v. andere kleur of andere waszak met daarbij een opschrift, sticker of label (3%) • anders (7%)6 Naar verhouding weken bovenstaande antwoorden van ziekenhuisafdelingen niet veel af van die van verpleeghuisafdelingen. Ander besmet wasgoed: Bij 45% van de ziekenhuisafdelingen was er sprake van ander besmet wasgoed. Bij de verpleeghuisafdelingen lag dit percentage op 32%7. Bij 48% van de ziekenhuisafdelingen waar sprake was van ander besmet wasgoed, is aangegeven, dat deze wasgoedstroom apart werd onderscheiden. Bij verpleeghuisafdelingen lag dit percentage hoger, namelijk op 70%. Op de vraag op welke wijze deze wasgoedstroom onderscheiden wordt van andere wasgoedstromen is het volgende geantwoord: • d.m.v. andere kleur of andere waszak (78%) • d.m.v. labels, opschrift of stickers (25%) • d.m.v. andere kleur of andere waszak met daarbij een opschrift, sticker of label (3%) • anders (7%)8 Naar verhouding weken bovenstaande antwoorden van ziekenhuisafdelingen niet veel af van die van verpleeghuisafdelingen. Niet-besmet wasgoed: Bij 73% van de ziekenhuisafdelingen was er sprake van niet-besmet wasgoed. Bij verpleeghuisafdelingen lag dit percentage hoger, namelijk op 90%.
4
5
6
7
Hier werden de volgende antwoorden genoemd: samen met ander besmet wasgoed, meegeven naar huis, oplosbare waszakken, apart gehouden en aangeboden. Bij 15% van de ziekenhuisafdelingen was aangegeven, dat infectieus wasgoed soms voorkwam. Bij verpleeghuisafdelingen lag dit percentage op 35%. Hier werden de volgende antwoorden genoemd: samen met cytostatica wasgoed in een rode zak, apart in de wasmachine, in vuilniszak met opschrift, telefonisch melding aan wasserij, met (begeleidend) briefje, met watervaste stift een rode X op de zak plaatsen. Bij 10% van de ziekenhuisafdelingen was aangegeven dat ander besmet wasgoed soms voorkwam, waarbij genoemd werd: mijt/ schurft/ luizen/ wondroos (2%), MRSA/ TBC/ HIV (4%) en anders - ‘kan van alles zijn’ - (4%). Bij de verpleeghuisafdelingen lag dit percentage op 15%, waarbij genoemd
werd: 8
mijt/ schurft/ luizen/ wondroos (2%), MRSA/ TBC/ HIV (3%), ontlasting (9%) en anders (1%). Hier werden de volgende antwoorden genoemd: wordt direct apart gezet, begeleidend document, rood kruis op zak (net als infectieus wasgoed), apart verpakt.
definitief verslag Wasgoedketen Zorg A754 20092006
- 15 -
Bij 40% van de ziekenhuisafdelingen waar sprake was van niet-besmet wasgoed, is aangegeven, dat deze wasgoedstroom apart werd onderscheiden. Bij verpleeghuisafdelingen lag dit percentage hoger, namelijk op 60% Op de vraag op welke wijze deze wasgoedstroom onderscheiden wordt van andere wasgoedstromen is het volgende geantwoord: • d.m.v. andere kleur of andere waszak (95%) • d.m.v. labels, opschrift of stickers (2%) • anders (3%)9 Naar verhouding weken bovenstaande antwoorden van ziekenhuisafdelingen niet veel af van die van verpleeghuisafdelingen. Dienstkleding Bij bijna alle ziekenhuisafdelingen (99%) werd dienstkleding verstrekt. Bij verpleeghuisafdelingen lag dit percentage iets lager, namelijk op 82%. Bij ziekenhuisafdelingen werd de dienstkleding bijna nooit (2%) thuis gewassen, maar in bijna alle gevallen centraal gewassen (93%), of extern gewassen (6%). Bij verpleeghuisafdelingen werd de dienstkleding zowel vaak thuis gewassen (45%) als centraal gewassen (58%), of een combinatie van beide (‘besmet centraal en niet besmet thuis) (11%). Het extern wassen kwam minder vaak voor (1%) en bij 3% van de verpleeghuisafdelingen werden andere alternatieven genoemd, zoals het dragen van schort over kleding en vertrekken van ‘disposables’. In ziekenhuisafdelingen (79%) werd vaker een onderscheid gemaakt tussen besmet en niet-besmette dienstkleding dan in verpleegtehuizen (57%). Bij iets meer dan de helft van de verpleegtehuizen waar aangegeven was, dat er geen onderscheid werd gemaakt, is aangegeven, dat besmette dienstkleding niet voorkwam. Bij ziekenhuisafdelingen lag dit percentage op 28%. Verzamelen van wasgoed Het wasgoed werd verzameld door: • verpleegkundige (76%) • zorgassistent (60%) • medewerker beddencentrale (8%) • medewerker intern transport/ huishoudelijke dienst/ schoonmaker (8%) • anders (4%) In ziekenhuisafdelingen werd het wasgoed naar verhouding vaker verzameld door verpleegkundigen en medewerkers van de beddencentrale. In verpleeghuisafdelingen werd het wasgoed relatief vaker verzameld door de zorgassistent en medewerkers van de huishoudelijke dienst /schoonmaker/ intern transport. In 92% van de ziekenhuisafdelingen werd bij het verzamelen (van bed halen) van wasgoed handschoenen gedragen. Bij verpleegtehuizen lag dit percentage op 81%10. Bij de volgende wasgoedsoorten werden (soms) handschoenen gedragen: • wasgoed besmet met cytostatica (59%) • wasgoed besmet met biologische agentia (79%) • wasgoed besmet met andere besmetting(en) (53%) • alle wasgoed (13%) Alleen bij wasgoed besmet met cytostatica weken de antwoorden van ziekenhuisafdelingen (80%) sterk af van die van verpleegtehuizen (48%), wat niet verwonderlijk is, omdat in ziekenhuisafdelingen relatief vaker cytostatica wasgoed voorkwam. Protocollen Bij een ruime meerderheid van de ziekenhuisafdelingen (89%) waren protocollen aanwezig waarin beschreven stond op welke wijze met wasgoed moet worden omgegaan. Bij verpleegtehuizen lag dit percentage op 61%.
9
10
Hier werden de volgende antwoorden genoemd: zelf wassen op de afdeling, verzameling vindt plaats in clico bakken. Bij 52% van de ziekenhuisafdeling was aangeven, dat het soms voorkwam. Bij verpleeghuisafdelingen lag dit percentage op 59%.
definitief verslag Wasgoedketen Zorg A754 20092006
- 16 -
Op de vraag om welke protocollen het gaat zijn de volgende antwoorden gegeven: • protocollen voor cytostatica (56%) • protocollen voor wasgoed besmet met biologische agentia (81%) • protocollen voor (ander) besmet wasgoed (48%) • protocollen voor niet-besmet wasgoed (27%) • protocollen voor wasgoed (algemeen) (7%) • protocollen voor cytostatica, MRSA, Hep B, TBC (6%) • andere protocollen (1%) Alleen wat betreft de protocollen voor cytostatica weken de antwoorden van ziekenhuisafdelingen (86%) sterk af van die van verpleegtehuizen (36%). Ook hier geldt dat dit zijn oorzaak zal kunnen hebben in het relatief vaker voorkomen van cytostatica wasgoed in ziekenhuisafdelingen. Bij 91% van de zieken- en verpleegtehuizen waren er protocollen die gebaseerd waren op de WIPrichtlijnen. Prik- of snij-incidenten In ziekenhuisafdelingen (90%) werd vaker dan in verpleeghuisafdelingen (76%) aan alle werknemers die risico lopen vaccinatie aangeboden. Daarbovenop werd in 9% van de ziekenhuisafdelingen niet aan alle maar aan sommige werknemers die risico kunnen lopen vaccinatie aangeboden. In verpleeghuisafdelingen lag dit percentage op 20%. In 15% van de bezochte ziekenhuisafdelingen waren er in de afgelopen twee jaar (prik- of snij-) incidenten voorgevallen. In de verpleeghuisafdelingen lag dit percentage op 7%. In al deze gevallen ging het om de volgende incidenten: • incident tijdens het verzamelen van het wasgoed in de patiëntenkamer (53%) • terugsteken van de naald in het hoesje (27%) • anders (27%)11 In ziekenhuisafdelingen kwamen incidenten tijdens het verzamelen van het wasgoed relatief vaker voor dan verpleeghuisafdelingen. In verpleeghuisafdelingen kwamen incidenten als gevolg van het terugsteken van de naald in het hoesje relatief vaker voor. Bijna tweederde (60%) van de incidenten kwamen voor met een frequentie van vaker dan 1 keer per jaar. In verpleeghuisafdelingen (80%) lag dit percentage hoger dan in ziekenhuisafdelingen (40%). In meer dan driekwart van de afdelingen (80%) zijn naar aanleiding van deze incidenten maatregelen genomen. Als maatregelen zijn genoemd: • analyse van het incident (96%) • extra aandacht/ instructie (8%) • post-expositie protocol (4%) Wassen van wasgoed Bij 14% van de ziekenhuisafdelingen werd al het wasgoed in eigen beheer gewassen en bij 9% van de ziekenhuisafdelingen gebeurde dit alleen voor sommige wasgoedstromen. Bij verpleeghuisafdelingen lagen deze percentages anders, namelijk op respectievelijk 8% en 55%. Als op verpleeghuisafdelingen sommige wasgoedstromen in eigen beheer werden gewassen, dan ging het voornamelijk om persoonsgebonden wasgoed en in mindere mate om instellingsgebonden wasgoed. Bij minder dan de helft van de afdelingen (46%) werden bij het wasproces dezelfde procedures toegepast die ook gehanteerd werden bij externe wasserijen12. Bij 90% van de afdelingen werd het wasgoed uitbesteed aan een externe wasserij. Niet altijd gebeurde dit voor alle wasgoedstromen. In verpleeghuisafdelingen werd bij iets meer dan een derde van de afdelingen (36%) al het wasgoed extern uitbesteed en bij iets meer dan de helft van de afdelingen (56%) gebeurde dit alleen voor sommige wasgoedstromen. In ziekenhuisafdelingen lagen deze percentages op respectievelijk 7% en 80%. 11
12
Hier werden de volgende antwoorden genoemd: incident tijdens het verplaatsen van de volle waszakken naar de container, naald naast container, tijdens instructie, tijdens toedienen bij patiënt, naald in uniformjas. Bij 17% van de afdelingen werd ‘nee’ geantwoord en bij 37% van de afdelingen wist men niet of de zelfde procedures gehanteerd werden.
definitief verslag Wasgoedketen Zorg A754 20092006
- 17 -
Als het wasgoed extern werd uitbesteed, dan werd het interne transport bijna altijd door eigen (of ingeleend) personeel (86%) gedaan. Bij 14% van de afdelingen werd het interne transport verzorgd door het personeel van de externe wasserij of door zowel het personeel van de externe wasserij als het eigen personeel.
definitief verslag Wasgoedketen Zorg A754 20092006
- 18 -