BELEID “FYSIEKE BELASTING” STICHTING ANTARIS
DE DRIE HOVEN, A.H. GERARDHUIS, LEO POLAKHUIS, JOANNES DE DEO, KORTE WATER
Hogeschool van Amsterdam, instituut Fysiotherapie Amsterdam, juli 2003 Namen:
Alvar Stuurman Eefje Swinkels René Tavenier
Adviesrapport Beleid ‘Fysieke belasting’
Opdrachtgever: Stichting Antaris
Studenten: Alvar Stuurman Eefje Swinkels René Tavenier
Contactpersonen Antaris: Tineke Diaz, fysiotherapeut Boris Schreurs, fysiotherapeut
Docentbegeleider Hogeschool van Amsterdam: Pim Ranzijn
Afstudeerperiode Februari 2003 tot juli 2003
Hogeschool van Amsterdam Alvar Stuurman, Eefje Swinkels & René Tavenier
2
Adviesrapport Beleid ‘Fysieke belasting’
INHOUDSOPGAVE
1.
INLEIDING
4
OPZET VAN HET ONDERZOEK
5
1.1 Opdracht en beschrijving van de beginsituatie
5
Opdracht Hoofddoelstellingen Subdoelstelling 1.2 Het onderzoek
6
Toelichting enquête voor verzorgend en verplegend personeel Toelichting enquête voor til- en transferspecialisten Informatieve gesprekken Inter-Collegiaal Overleg (ICO) 2.
UITKOMSTEN VAN HET ONDERZOEK (ENQUÊTES)
10
2.1 Uitkomsten enquête verzorgend en verplegend personeel
10
Tilcursus Til- en transferspecialisten Tilhulpmiddelen Tilplanformulier en tilnaslagwerk Algemeen 2.2 Uitkomsten enquête til- en transferspecialisten
13
Tilcursus Til- en transferspecialisten 3.
4.
ADVIEZEN
16
3.1 Adviezen verbetering functie en inzetbaarheid til- en transferspecialisten
16
3.2 Adviezen algemeen
17
DISCUSSIE
18
4.1 Discussie onderzoek
18
4.2 Discussie bestaande beleid “Fysieke belasting” binnen Antaris
19
BIJLAGEN
20
Bijlage 1: Enquête voor til- en transferspecialisten
20
Bijlage 2: Enquête voor verzorgend en verplegend personeel
25
Bijlage 3: Totaaloverzicht uitkomsten enquêtes
30
Hogeschool van Amsterdam Alvar Stuurman, Eefje Swinkels & René Tavenier
3
Adviesrapport Beleid ‘Fysieke belasting’
INLEIDING
Dit adviesrapport is geschreven door drie studenten fysiotherapie aan de Hogeschool van Amsterdam, te weten Alvar Stuurman, Eefje Swinkels, René Tavenier en verder te noemen 'adviseurs'. Dit adviesrapport is geschreven in opdracht van de Stichting Antaris, kortweg Antaris genoemd. Het onderzoek welke in dit adviesrapport beschreven wordt, richt zich op de problematiek rondom de fysieke belasting voor verplegend en verzorgend personeel, in het bijzonder tijdens het tillen en de transfers van patiënten. Dit probleem doet zich voor bij meerdere instellingen; echter is dit adviesrapport alleen representatief voor Antaris. In dit rapport kunt u in hoofdstuk 1 lezen wat de opzet van het onderzoek is geweest; vervolgens worden in hoofdstuk 2 de uitkomsten van het onderzoek uitvoerig besproken. Daarna worden in hoofdstuk 3 adviezen gegeven aan de hand van de eerder besproken uitkomsten. Tot slot worden in hoofdstuk 4 nog enige kanttekeningen geplaatst bij zowel het uitgevoerde onderzoek als bij het beleid “Fysieke belasting” binnen Antaris.
Hogeschool van Amsterdam Alvar Stuurman, Eefje Swinkels & René Tavenier
4
Adviesrapport Beleid ‘Fysieke belasting’
1. OPZET VAN HET ONDERZOEK
1.1 Opdracht en beschrijving van de beginsituatie
Uit onderzoek is gebleken dat zo'n 60% van de zorgverleners in verpleeg- en verzorgingshuizen in het jaar 2001 rugklachten hebben gehad die gerelateerd zijn aan fysieke belasting. Behalve rugklachten komen ook nek-, schouder- en / of armklachten vrij veel voor bij werknemers in verpleeg- en verzorgingshuizen. Het verzuim dat samenhangt met klachten aan het bewegingsapparaat is relatief fors. Net als in andere verpleeg- en verzorgingshuizen, heeft Antaris ook te maken met ziekteverzuim als gevolg van fysieke belasting. In de periode tussen 1 januari en 1 april 2003 zijn er 387 ziekmeldingen gedaan. In 17% van de gevallen ging het om klachten aan het bewegingsapparaat. Dit zijn cijfers die vastgelegd zijn door de ARBO-commissie; deze cijfers zijn exclusief alle gevallen van klachten als gevolg van fysieke belasting, waarvan geen ziekmelding is gedaan. Vanuit de ARBO-commissie van Antaris is enkele jaren geleden geadviseerd om per afdeling twee tilen transferspecialisten op te laten leiden om het ziekteverzuim gerelateerd aan fysieke belasting terug te dringen. Tot nu toe is gebleken dat de functie en inzetbaarheid van deze functionarissen niet optimaal zijn. Om een onderzoek in te stellen naar de functie en inzetbaarheid van de til- en transferspecialisten zijn drie studenten van de opleiding fysiotherapie aan de Hogeschool van Amsterdam ingeschakeld. Opdracht van Stichting Antaris •
Het instellen van een onderzoek naar de rol van de til- en transferspecialisten en het adviseren van de ARBO-commissie over de optimale inzetbaarheid van deze functionarissen om arbeidsgerelateerde klachten te verminderen.
Hoofddoelstellingen •
Inzicht krijgen in de functie en inzetbaarheid van de til- en transferspecialisten binnen de Stichting Antaris.
•
Het opstellen van een adviesrapport over de functie en inzetbaarheid van deze functionarissen gericht aan de ARBO-commissie van Antaris.
Subdoelstelling •
Aan de hand van dit adviesrapport een aanzet geven tot het verbeteren van de functie en inzetbaarheid van de til- en transferspecialisten en het ziekteverzuim als gevolg van fysieke belasting op het werk terug te dringen.
Hogeschool van Amsterdam Alvar Stuurman, Eefje Swinkels & René Tavenier
5
Adviesrapport Beleid ‘Fysieke belasting’
1.2 Het onderzoek
Om een beter inzicht te krijgen in de bestaande situatie rondom het uitvoeren van tillen en transfers op de verschillende afdelingen binnen Antaris, zijn een tweetal enquêtes opgesteld: één enquête voor alle til- en transferspecialisten (zie Bijlage 1) en één voor al het verplegend en verzorgend personeel (zie Bijlage 2). Deze enquêtes zijn verspreid op alle locaties van Antaris, te weten: De Drie Hoven, Leo Polakhuis, A.H. Gerardhuis, Joannes de Deo en Korte Water. Door het personeel van alle locaties, op Korte Water na, zijn enquêtes ingevuld en teruggestuurd (zie Tabel 1).
Respons enquêtes Til- en
Respons enquêtes Verzorgend en
transferspecialisten
verplegend personeel
De Drie Hoven
7
38
Leo Polakhuis
2
9
A.H. Gerardhuis
2
21
Joannes de Deo
3
6
Korte Water
0
0
Totaal:
14
74 Tabel 1: Totaal aantal ingevulde enquêtes per locatie
Door het lage aantal ingevulde enquêtes, was er geen mogelijkheid om een onderverdeling te maken tussen de verschillende locaties bij het beoordelen en interpreteren van de uitslagen. Daarom is ervoor gekozen om een onderverdeling te maken in: I. Verplegend en verzorgend personeel verpleeghuis; II. Verplegend en verzorgend personeel verzorgingshuis; III. Til- en transferspecialisten verpleeghuis; IV. Til-
en transferspecialisten
verzorgingshuis
(zie
Tabel
2). De
Til-
en
transferspecialisten verpleeghuis (III.) zijn echter niet meegenomen in de eindbeoordeling van de enquêtes, daar slechts twee reacties zijn ontvangen.
Aantal enquêtes I.
Verplegend en verzorgend personeel verpleeghuis
25
II.
Verplegend en verzorgend personeel verzorgingshuis
49
III.
Til- en transferspecialisten verpleeghuis
2
IV. Til- en transferspecialisten verzorgingshuis
12
Tabel 2: Onderverdeling totaal aantal enquêtes in verpleeg- en verzorgingshuis
In de gemaakte onderverdeling, zoals in Tabel 2, is uitgegaan van de bestaande organisatie binnen Antaris. Het Leo Polakhuis, het A.H. Gerardhuis, Joannes de Deo en Korte Water worden gerekend tot verzorgingshuizen; alleen De Drie Hoven heeft zowel verpleeg- als verzorgafdelingen.
Hogeschool van Amsterdam Alvar Stuurman, Eefje Swinkels & René Tavenier
6
Adviesrapport Beleid ‘Fysieke belasting’
Toelichting enquête voor verzorgend en verplegend personeel In de enquête komen verschillende onderwerpen omtrent tillen en transfers aan de orde. De gestelde vragen dienen een beter beeld te scheppen over de huidige situatie omtrent tillen en transfers binnen Antaris. Door middel van de verschillende onderwerpen wordt er getracht oorzaken van eventuele problemen rondom tillen en transfers in kaart te brengen, om zodoende advies te kunnen geven over eventuele aanpassingen omtrent de functie en inzetbaarheid van til- en transferspecialisten. Er is een keuze gemaakt voor deze onderwerpen, omdat hier zich mogelijk problemen kunnen voordoen, die het optimaal functioneren van til- en transferspecialisten en het uniform uitvoeren van transfers door al het zorgend personeel zouden kunnen belemmeren. Hieronder wordt nog een korte toelichting gegeven over de gemaakte keuze per onderwerp.
•
Tilcursus
Ten tijde van het onderzoek naar de functie en inzetbaarheid van de til- en transferspecialisten, liep een verplichte scholing “Tillen en zo...” over tillen en transfers binnen Antaris, gegeven door Tineke Diaz (fysiotherapeut). Om een beter beeld te krijgen over de bekendheid en opkomst van deze scholing, zijn vragen over dit onderwerp in de enquête opgenomen. •
Til- en transferspecialist
Om een uitspraak te doen over de functie en inzetbaarheid van de til- en transferspecialisten, was het noodzakelijk om vragen omtrent dit onderwerp in de enquête op te nemen. De vragen hadden als doel een beter beeld te scheppen over de bekendheid van de til- en transferspecialisten en het gebruik hiervan door het verzorgend en verplegend personeel. Tevens kon men hun mening over het belang van de aanwezigheid van de til- en transferspecialisten aangeven. •
Tilhulpmiddelen
Op iedere afdeling zijn verschillende tilhulpmiddelen aanwezig. Om te zien of zorgend personeel ook daadwerkelijk gebruik maakt van deze middelen wanneer er zwaar (>15 kg) getild moet worden en om te zien of er voldoende ruimte en mogelijkheden zijn om hiermee te werken, zijn er een aantal vragen over dit onderwerp gesteld. •
Tilplanformulier en tilnaslagwerk
Om er voor te zorgen dat er door al het zorgend personeel uniform wordt getild bij één individuele cliënt, is er een tilplanformulier ontwikkeld. In het tilnaslagwerk kan men zien hoe één bepaalde transfer uitgevoerd dient te worden en hierin staat tevens het tilprotocol beschreven. De antwoorden op deze vragen geven een indruk van de kennis over de aanwezigheid van het tilplanformulier en het tilnaslagwerk en daarnaast over de frequentie van het gebruik en de handelbaarheid hiervan door het zorgend personeel. •
Algemeen
Hieronder worden een aantal ongecategoriseerde vragen gesteld, die eveneens betrekking hebben op het onderwerp tillen en transfers.
Hogeschool van Amsterdam Alvar Stuurman, Eefje Swinkels & René Tavenier
7
Adviesrapport Beleid ‘Fysieke belasting’
Toelichting enquête voor til- en transferspecialisten •
Tilcursus
(zie “Toelichting enquête voor verzorgend en verplegend personeel”) •
Til- en transferspecialist
Om een beter beeld te scheppen over de periode dat een persoon reeds til- en transferspecialist is en over het scholings- en nascholingstraject zijn een aantal vragen over dit onderwerp gesteld. Verder worden er vragen gesteld over de in het tilprotocol omschreven taken van de til- en transferspecialist. Daarnaast wordt er een beeld geschetst over de coaching en aansturing van de til- en transferspecialisten door een teamleider en / of afdelingsmanager. De communicatie tussen de til- en transferspecialisten onderling en de visie van de functionarissen zelf worden in de laatste vragen besproken. Informatieve gesprekken Tevens hebben er gedurende de looptijd van het onderzoek verschillende gesprekken plaatsgevonden tussen de adviseurs en leden van zowel de ARBO- als van de Til- en transfercommissie. De gesprekken waren informatief van aard en hadden als doel een beter inzicht te verkrijgen over het gevoerde beleid rondom tillen en transfers binnen Antaris. Daarnaast hadden de gesprekken als doel, om één en ander te verduidelijken over de aansturing van en communicatie tussen alle betrokkenen die te maken hebben met tillen en transfers; deze gegevens zijn verwerkt in een organogram (zie Figuur 1).
Directie
Arbo-commissie
Til- en transfercommissie
Fysiotherapeut
Afdelingsmanagers
Til- en transferspecialisten
Zorgend personeel
Ergotherapeut
= communicatie- / aansturingslijn voor problematiek omtrent tillen en transfers = mogelijke communicatielijn voor vragen omtrent tillen en transfers
Figuur 1: Organogram
Hogeschool van Amsterdam Alvar Stuurman, Eefje Swinkels & René Tavenier
8
Adviesrapport Beleid ‘Fysieke belasting’
Inter-Collegiaal Overleg (ICO) Een groot aantal verpleeg- en verzorgingshuizen binnen Amsterdam hebben zich aangesloten bij een zogenaamd ICO. Het ICO is opgezet, met als doel, om één maal per kwartaal bijeen te komen om actuele onderwerpen te bespreken en te kijken, wat de visie en aanpak van andere huizen is met betrekking tot deze onderwerpen. Ten tijde van dit onderzoek, vond er een ICO plaats met als onderwerp “Beleid Fysieke Belasting”. De adviseurs hebben de gelegenheid gekregen om dit ICO bij te wonen en zo een indruk te krijgen van het gevoerde beleid met betrekking tot fysieke belasting binnen andere huizen in Amsterdam. Het blijkt dat binnen de verschillende huizen zich dezelfde problemen voordoen, maar dat ieder huis een andere manier heeft om deze problemen aan te pakken. De verkregen informatie uit deze bijeenkomst heeft bijgedragen aan de beeldvorming van de bestaande problemen rondom fysieke belasting en een mogelijke effectieve aanpak van deze problemen.
Hogeschool van Amsterdam Alvar Stuurman, Eefje Swinkels & René Tavenier
9
Adviesrapport Beleid ‘Fysieke belasting’
2. UITKOMSTEN VAN HET ONDERZOEK
In dit hoofdstuk worden de uitkomsten van de enquêtes besproken en met elkaar vergeleken. Voor deze vergelijking wordt gebruik gemaakt van het eerder gemaakte onderscheid zoals in hoofdstuk 1, te weten: I. Verplegend en verzorgend personeel verpleeghuis; II. Verplegend en verzorgend personeel verzorgingshuis; III. Til- en transferspecialisten verpleeghuis; IV. Til- en transferspecialisten verzorgingshuis. Opvallende uitkomsten zullen toegelicht worden en waar nodig aangevuld met een tabel of grafiek ter verduidelijking van deze gegevens. Voor het totaaloverzicht van de uitkomsten verwijzen wij u naar Bijlage 3.
2.1 Uitkomsten enquête verzorgend en verplegend personeel Tilcursus Ruim één jaar geleden is er een tilscholing (“Tillen en zo...”) van start gegaan binnen Antaris. Deze scholing wordt verzorgd door Tineke Diaz, die als fysiotherapeut werkzaam is in het Leo Polakhuis en is verplicht voor al het zorgend personeel. De regel geldt, dat ieder zorgend werknemer binnen Antaris één maal in de twee jaar verplicht gesteld kan worden om een cursus of een scholing te volgen in het kader van fysieke belasting. → Opvallend bij de uitkomsten van zowel de verpleegafdelingen alsmede de verzorgafdelingen is, dat niet al het personeel op de hoogte is van het bestaan van deze scholing (in beide gevallen weet 28% dit niet). Van het personeel dat wél op de hoogte is (72%), komt bij de verpleegafdelingen 61% naar deze scholing (dit is slechts 44% van het totaal aantal zorgenden op de verpleegafdelingen!) en bij de verzorgafdelingen komt zelfs maar 40% opdagen (dit is dus maar 29% van het totaal aantal zorgenden op de verzorgafdelingen!). Til- en transferspecialisten Vanuit de ARBO-commissie van Antaris is enkele jaren geleden geadviseerd om per afdeling twee tilen transferspecialisten op te laten leiden om het ziekteverzuim gerelateerd aan fysieke belasting terug te dringen. Deze functionarissen zijn zorgenden, die een aanvullende cursus hebben gevolgd over het onderwerp tillen en transfers. Al het zorgend personeel kan terugvallen op deze functionarissen wanneer er zich problemen voordoen of men vragen heeft omtrent tillen en transfers. → In de enquête werd gevraagd, of het personeel weet wié de til- en transferspecialist is op de afdeling. Echter 4% van de zorgenden op de verpleegafdelingen en 6% op de verzorgafdelingen wisten überhaupt niet dat er een til- en transferspecialist aanwezig is. In totaal weet 28% van de zorgenden op de verpleegafdelingen en 14% op de verzorgafdelingen niet wie deze functie vervult.
Hogeschool van Amsterdam Alvar Stuurman, Eefje Swinkels & René Tavenier
10
Adviesrapport Beleid ‘Fysieke belasting’
→
Verder
gevraagd
of
werd
er
men
het
Verzorgafdelingen (vza)
til-
en
transferspecialist
aanwezig is. Hierop gaf nagenoeg
100%
een
Percentage %
belangrijk vindt, dat er een
positief antwoord. Echter
Licham elijke klachten als gevolg van tillen op het w erk (vza)
98
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
57 43
8% 0% ja
29%
nee
nooit soms vaak altijd
2 63%
wanneer er gekeken wordt
7
5 Vraag
naar in hoeveel procent van de gevallen er daad-
Licham elijke klachten als gevolg van tillen op het w erk (vpa)
Verpleegafdelingen (vpa)
werkelijk gebruik gemaakt
100
wordt van deze functiona-
100 90 80
de
zorgenden
op
de
verzorgafdelingen en 32% op de verpleegafdelingen een positief antwoord.
Percentage %
rissen, gaf slechts 43% van
68
70 60 50 40 30
8%
ja
nooit
20%
soms vaak
20 10 0
altijd
0 56%
7
Wanneer deze gegevens
nee
32
16%
5 Vraag
afgezet worden tegen het percentage
lichamelijke
klachten als gevolg van tillen op het werk, valt het op
dat
71%
van
Vraag 7 (vza + vpa) Vindt u het belangrijk dat er een til- en transferspecialist aanwezig is? Vraag 5 (vza + vpa) Heeft u wel eens gebruik gemaakt van de til- en transferspecialist?
de
zorgenden op de zorgafde-
Figuur 2: Verband gebruik til- en transferspecialisten ↔ lichamelijke klachten
lingen soms tot vaak lichamelijke klachten ondervinden. Op de verpleegafdelingen ligt dit percentage op 84% van de zorgenden die soms tot altijd klachten ondervinden (zie Figuur 2). Er zou wellicht een verband kunnen bestaan tussen het aantal lichamelijke klachten als gevolg van tillen op het werk en het aantal zorgenden dat gebruik maakt van de til- en transferspecialist. Tilhulpmiddelen Op iedere afdeling zijn verschillende soorten tilhulpmiddelen aanwezig. Zorgend personeel wordt geacht hier gebruik van te maken, indien deze 15 kg of meer moet tillen of verplaatsen. Op iedere afdeling dienen voldoende tilhulpmiddelen aanwezig te zijn. → In de praktijk blijkt dit niet altijd het geval. In de enquête geeft 40% van het zorgend personeel op de verpleegafdelingen aan, dat er onvoldoende tilhulpmiddelen op de afdeling aanwezig zijn; op de verzorgafdelingen is dit 39%; deze vraag wordt door 4% niet beantwoord.
Hogeschool van Amsterdam Alvar Stuurman, Eefje Swinkels & René Tavenier
11
Adviesrapport Beleid ‘Fysieke belasting’
→ Wat opvalt, is dat op de verpleegafdelingen een hoger percentage zorgenden (56% tegenover 25% op de verzorgafdelingen) aangeeft, dat er niet voldoende ruimte qua tijd is, om gebruik te maken van de verschillende tilhulpmiddelen. Tilplanformulier en tilnaslagwerk Het tilplanformulier is ontwikkeld met als doel dat al het zorgend personeel op één en dezelfde manier transfers uitvoert. Hoe deze transfers uitgevoerd moeten worden, is terug te vinden in het tilnaslagwerk. Het tilplanformulier en tilnaslagwerk dienen op iedere afdeling aanwezig te zijn en zijn toegankelijk voor al het zorgend personeel. → Uit de enquête blijkt, dat niet al het zorgend personeel op de hoogte is van de aanwezigheid van zowel het tilplanformulier als het tilnaslagwerk. Op de verpleegafdelingen gaf respectievelijk 28% en 32% van het personeel aan, niet op de hoogte te zijn van de aanwezigheid van deze documenten. Op de verzorgafdelingen liggen deze percentages aanzienlijk hoger. Zo gaf 69% aan niet te weten dat er een tilplanformulier aanwezig is en 57% wist niet van het bestaan van het tilnaslagwerk af. → Van de zorgenden die wél weten dat er een tilplanformulier en een tilnaslagwerk aanwezig zijn op de afdeling, geeft 60% van de zorgenden op verpleegafdelingen aan dat het tilplanformulier redelijk tot makkelijk in gebruik is en 80% zegt dit over het tilnaslagwerk. Van de zorgenden op verzorgafdelingen geeft 20% aan dat het tilplanformulier makkelijk in gebruik is en 29% zegt dit over het tilnaslagwerk. → Op de verpleegafdelingen wordt door 44% van de zorgenden gebruik gemaakt van het tilplanformulier en door slechts 28% van het tilnaslagwerk. Op de verzorgafdelingen liggen deze percentages nog lager, namelijk respectievelijk 14% en 17%. Wat echter opvalt, is dat slechts 40% van de zorgenden op de verpleegafdelingen en 29% op de verzorgafdelingen aangeeft, dat er voldoende tijd is om hier daadwerkelijk gebruik van te maken wanneer dit nodig is. Algemeen Er restten nog een aantal vragen. Deze konden niet in één van de bovengenoemde categorieën geplaatst worden en zijn daarom hier ondergebracht. → Uiteraard zullen er altijd problemen bestaan rondom fysieke belasting. Wat echter belangrijk is, is om de problemen die voorkómen hadden kunnen worden in kaart te brengen. Zo blijkt uit de enquête, dat 48% van het zorgend personeel op de verpleegafdelingen en 39% van de zorgenden op de verzorgafdelingen aangeeft ooit problemen te hebben ondervonden die volgens hen voorkomen hadden kunnen worden. Enkele vaak genoemde problemen waren: ‘onnodig tillen’, ‘ruimtegebrek’, ‘door tijdgebrek vaak toch even te zwaar tillen’, ‘alleen moeten tillen wanneer er niet direct een collega in de buurt is’. → Het blijkt wel, dat de problematiek van tillen en transfers onder het zorgend personeel leeft. Zo geeft bijna iedereen aan wel eens te spreken over problemen rondom tillen en transfers met collega’s en daarnaast zegt iedereen de hulp in te roepen van een collega wanneer er zwaar getild moet worden. In geen enkel geval geeft men aan ‘nooit’ de hulp van een collega in te roepen. → Zie Figuur 2 voor het percentage lichamelijke klachten als gevolg van tillen op het werk.
Hogeschool van Amsterdam Alvar Stuurman, Eefje Swinkels & René Tavenier
12
Adviesrapport Beleid ‘Fysieke belasting’
2.2 Uitkomsten enquête til- en transferspecialisten
De enquêtes die ingevuld zijn door de til- en transferspecialisten uit het verpleeghuis zijn niet meegenomen in de eindbeoordeling van de enquêtes, daar slechts twee reacties zijn ontvangen. Deze resultaten zullen daarom niet besproken worden. Tilcursus Ruim één jaar geleden is er een tilscholing van start gegaan binnen Antaris. Een complete beschrijving over deze scholing is te vinden onder paragraaf 2.1. → Slechts 58% van de til- en transferspecialisten is op de hoogte van het bestaan van deze scholing. Uiteindelijk woont slechts 33% van deze specialisten de scholing bij. Til- en transferspecialisten Zoals al eerder onder paragraaf 2.1 is vermeld, is er door de ARBO-commissie van Antaris enkele jaren geleden geadviseerd om per afdeling twee til- en transferspecialisten op te laten leiden om het ziekteverzuim gerelateerd aan fysieke belasting terug te dringen. De taken van deze functionarissen staan beschreven in het tilprotocol, welke terug te vinden is in het tilnaslagwerk (zie ook Figuur 3).
Til- en transferspecialisten hebben de volgende taken: •
T.a.v. de faciliteiten: -
Volgen van de specifieke scholing voor til- en transferspecialisten Het volgen van herhalingscursussen met betrekking tot het: * geven van instructie en corrigeren van collega’s * opfrissen / bijschaven van de bekende technieken * eigen maken van nieuwe technieken en tilhulpmiddelen * 4 bijeenkomsten per jaar om de ontwikkelingen te volgen, het beleid te evalueren, etc. Afdeling Opleiding, docent Scholing en lid ARBO-commissie zullen hierbij aanwezig zijn * coaching door teamleiders en de afdelingsmanager op de rol van coach naar de collega’s
•
T.a.v. het geven van instructie en begeleiding: -
Geven van instructie tijdens het werk met betrekking tot de verplaatsingstechnieken aan medewerkers op de afdeling
-
Geven van instructie aan nieuwe collega’s (in het inwerkprogramma)
-
Ondersteunen van de EVV-er bij het introduceren van hulpmiddelen bij de nieuwe bewoner
-
Praktijkles geven aan de medewerkers van de afdeling wanneer er behoefte aan is of als dat nodig is
-
Indien nodig: een medewerker individuele begeleiding geven bij het tillen (bijvoorbeeld bij iemand met rugklachten)
-
Regelmatig onder de aandacht brengen van goed tillen, bijvoorbeeld in het werkoverleg
-
Motiveren van collega’s om hulpmiddelen bij het tillen en verplaatsen te gebruiken
-
Stimuleren en instrueren tot een juist gebruik van die hulpmiddelen
Figuur 3: Taakomschrijving til- en transferspecialisten
Hogeschool van Amsterdam Alvar Stuurman, Eefje Swinkels & René Tavenier
13
Adviesrapport Beleid ‘Fysieke belasting’
Deze taken staan tevens vermeld in het werkboek dat de til- en transferspecialisten hebben ontvangen tijdens hun eerste scholing tot specialist, verzorgd door Arjo Corpus, Opleidingscentrum voor Arbeidsomstandigheden en Bewegingsmanagement. → In de afgelopen jaren hebben er diverse ontwikkelingen plaats gevonden op het gebied van tillen en transfers. Wat opvalt, is dat slechts 25% van de opgeleide specialisten sinds hun aanstelling bijeenkomsten binnen Antaris hebben bijgewoond over deze ontwikkelingen. → Zojuist zijn de taken van de til- en
Enquête til- en transferspecialisten
Percentage %
100
transferspecialist besproken (Figuur 3). Om
100
92
een beeld te krijgen van in hoeverre deze
83
80
taken nageleefd en uitgevoerd worden door 50 50
60
ja nee
40 20
8
17 0
0 7
8
9
11
Vraag
de specialisten, zijn er een aantal vragen hierover in de enquête opgenomen (zie Figuur 4). Wanneer aan de til- en transferspecialisten gevraagd werd, of men wist wat hun taken zijn, gaf bijna iedereen een positief antwoord. Echter wanneer deze
Vraag 7: Weet u wat uw taken zijn als transferspecialist? Vraag 8: Wanneer er nieuwe collega’s op uw afdeling komen, worden die standaard vooraf door u geïnstrueerd en begeleid over het beleid van tillen transfers binnen Antaris? Vraag 9: Is het al eens voorgekomen dat u les heeft gegeven over tillen en transfers aan collega’s? Vraag 11: Geeft u wel eens individuele begeleiding aan collega’s, wanneer deze problemen hebben met tillen en transfers, of wanneer zij lichamelijke klachten hebben die het uitvoeren van transfers bemoeilijken?
taken specifiek uitgevraagd werden, bleek dat bij alle specialisten de nadruk lag op individuele
begeleiding,
wanneer
er
problemen ontstaan met tillen en transfers, of wanneer medewerkers lichamelijke klachten hebben die het uitvoeren van transfers bemoeilijken.
Andere
taken,
zoals
het
instrueren van nieuwe collega’s en praktijkles geven aan medewerkers van de afdeling,
Figuur 4: Inzicht in en uitvoeren van taken til- en transferspecialist
werden nauwelijks uitgevoerd. → Uit gegevens van de enquête blijkt, dat
92% van de til- en transferspecialisten wel eens vragen hebben gehad over problemen bij tillen en transfers waar door hen niet direct een antwoord op gegeven kon worden. → In Figuur 5 staat een overzicht met daarin gegevens over coaching en aansturing van de til- en transferspecialisten door een teamleider en / of afdelingsmanager en gegevens over de communicatie tussen de til- en transferspecialisten onderling. Ook wordt weergegeven in welke mate hier behoefte aan is. Zo blijkt dat 42% van de til- en transferspecialisten gecoached en aangestuurd wordt door de teamleider en / of afdelingsmanager omtrent de werkzaamheden als specialist. Slechts 8% heeft ooit een functioneringsgesprek gehad over hun werkzaamheden als til- en transferspecialist met een leidinggevende. Toch blijkt dat 50% van de specialisten hier wél behoefte aan heeft.
Hogeschool van Amsterdam Alvar Stuurman, Eefje Swinkels & René Tavenier
14
Adviesrapport Beleid ‘Fysieke belasting’
Waar de specialisten nog meer behoefte aan hebben (67%), is een periodiek overleg tussen specialisten onderling van zowel eigen als andere afdelingen. Slechts 8% heeft ooit een overleg tussen specialisten bijgewoond. Vraag 14: Wordt u gecoached en aangestuurd door uw teamleider en / of afdelingsmanager omtrent uw werkzaamheden als til- en transferspecialist?
Enquête til- en transferspecialisten 92
Percentage %
100
92
80
67 58
60
5050
42
nee 33
40 20
Vraag 15: Heeft u wel eens een functioneringsgesprek gehad met uw leidinggevende over uw werkzaamheden als tilen transferspecialist? Zo nee, heeft u hier behoefte aan?
ja
8
wel behoefte geen behoefte
8
Vraag 16: Vindt er wel eens overleg plaats tussen u en andere transferspecialisten van uw - en andere afdelingen? Zo nee, heeft u hier behoefte aan?
0 14
15
16
Vraag Figuur 5: Coaching, aansturing en communicatie
→ Zoals reeds besproken in paragraaf 2.1, wordt er door een zeer laag percentage van het zorgend personeel van zowel de verpleeg- als de verzorgafdelingen gebruik gemaakt van het tilnaslagwerk en het tilformulier. Dit zou verband kunnen hebben met de gegevens uit de enquête van de til- en transferspecialisten wat betreft het uniform tillen en uitvoeren van transfers (zie Figuur 6).
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
Enquêtes til- transferspecialisten (tt) / verpleegafdelingen (vpa)
84
ja
71 58
nee 42
17
12
niet beantw oord
14 2
17 (tt)
14 (vza)
17 (vza)
Vraag
Uit deze gegevens blijkt namelijk, dat 58% van de til- en transferspecialisten aangeeft, dat er op hun afdeling niet op dezelfde manier getild wordt. → De helft van de til- en transferspecialisten zegt te denken dat zij op dit moment goed ingezet worden, met andere woorden: 50% denkt dat dit
Percentage %
Percentage %
Enquêtes til- en transferspecialisten (tt) / verzorgafdelingen (vza)
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
ja 58
56
52 44
42 28
niet beantw oord
20
17 (tt)
nee
14 (vpa) 17 (vpa) Vraag
Vraag 17 (tt) Wordt er bij u op de afdeling door al het verzorgend en verplegend personeel op dezelfde manier getild en transfers uitgevoerd, uitgaand van de individuele mogelijkheden per bewoner (tilformulier)? Vraag 14 (vza + vpa) Maakt u wel eens gebruik van het tilnaslagwerk? Vraag 17 (vza + vpa) Maakt u wel eens gebruik van het tilplanformulier?
beter kan! Figuur 6: Uniform tillen
Hogeschool van Amsterdam Alvar Stuurman, Eefje Swinkels & René Tavenier
15
Adviesrapport Beleid ‘Fysieke belasting’
3. ADVIEZEN
In het vorige hoofdstuk zijn de resultaten, die uit het onderzoek zijn voortgekomen, besproken. Aan de hand van deze uitkomsten zullen er in dit hoofdstuk een aantal adviezen gegeven worden. Deze adviezen zijn in blauw weergegeven. Onder elk advies staat een mogelijk gevolg van deze actie. Een aantal van deze adviezen zijn speciaal gericht op de functie en inzetbaarheid van de til- en transferspecialisten; daarna volgen een aantal adviezen over meer algemene zaken rondom fysieke belasting. De problematiek rondom fysieke belasting, in het bijzonder tillen en transfers, bestaat binnen veel verpleeg- en verzorginstellingen. Het onderzoek voorafgaand aan het schrijven van dit adviesrapport is uitgevoerd binnen alle locaties van Antaris. De adviezen die hieruit voortgekomen zijn, zijn daarom alleen representatief voor Antaris en verder niet voor andere verpleeg- en verzorginstellingen.
3.1 Adviezen verbetering functie en inzetbaarheid til- en transferspecialisten
•
Zorg dragen voor meer bekendheid over de aanwezigheid en de functie en taken van de til- en transferspecialist onder het zorgend personeel. Pas wanneer al het zorgend personeel op de hoogte is van de aanwezigheid en de functie en taken van deze functionarissen, zullen deze optimaal ingezet kunnen worden.
•
Til- en transferspecialisten op de hoogte houden van ontwikkelingen op het gebied van fysieke belasting binnen Antaris en daar buiten. Wanneer de til- en transferspecialisten op de hoogte gehouden worden van alle ontwikkelingen, zouden deze kunnen dienen als ‘doorgeefluik’ en zou dit kunnen leiden tot meer bekendheid over regels en wetgeving onder het zorgend personeel.
•
Verplichte periodieke nascholingen verzorgen voor de til- en transferspecialisten in het kader van dit specialisme. Wanneer de til- en transferspecialisten regelmatig nageschoold worden, zou dit kunnen leiden tot een adequater handelen van deze specialisten wanneer zij vragen krijgen over problemen bij tillen en transfers. Tevens blijven zij op de hoogte van alle taken die onder hun functie vallen.
•
Zorg dragen voor meer coaching en aansturing van til- en transferspecialisten door de afdelingsmanager. Wanneer er ingespeeld wordt op de behoefte van de til- en transferspecialisten, zou dit moeten leiden tot meer coaching en aansturing door de afdelingsmanager, waardoor de specialisten de uit te voeren taken mogelijkerwijs beter zouden kunnen vervullen.
Hogeschool van Amsterdam Alvar Stuurman, Eefje Swinkels & René Tavenier
16
Adviesrapport Beleid ‘Fysieke belasting’
•
Het organiseren van een periodiek overleg tussen de til- en transferspecialisten van de eigen alsmede van andere afdelingen. Tijdens dit overleg zou iedere keer een ander actueel thema met betrekking tot fysieke belasting besproken kunnen worden. Wanneer er een periodiek overleg plaatsvindt, zouden til- en transferspecialisten meer inzicht kunnen krijgen in problemen die spelen op andere afdelingen en zo kunnen zien hoe collega’s met deze problemen omspringen.
3.2 Adviezen algemeen
•
Vanuit het management meer bekendheid geven aan de scholing “Tillen en zo…”, verzorgd door Tineke Diaz. Daarnaast zou er vanuit het management meer druk gelegd kunnen worden op de verplichte aanwezigheid van het zorgend personeel. Bij afwezigheid zouden er eventueel sancties opgelegd kunnen worden. Wanneer er meer bekendheid gegeven wordt aan de scholing en wanneer er meer controle is op de aanwezigheid, zou dit kunnen leiden tot een hoger percentage deelnemend personeel aan de scholing. Dit zou kunnen resulteren in meer uniformiteit wat betreft tillen en het uitvoeren van transfers op de verschillende afdelingen.
•
Het tilplanformulier en het tilnaslagwerk meer bekendheid geven onder het zorgend personeel. Tevens dienen deze documenten toegankelijker gemaakt te worden voor al het personeel dat te maken heeft met het tillen van cliënten. Door het tilplanformulier en tilnaslagwerk meer bekendheid te geven en toegankelijker te maken, zou het gebruik hiervan kunnen toenemen. Dit zou kunnen resulteren in meer uniformiteit wat betreft tillen en het uitvoeren van transfers op de verschillende afdelingen.
Hogeschool van Amsterdam Alvar Stuurman, Eefje Swinkels & René Tavenier
17
Adviesrapport Beleid ‘Fysieke belasting’
4. DISCUSSIE
Antaris heeft opdracht gegeven om een onderzoek op te zetten om adviezen te geven over de optimale functie en inzetbaarheid van de til- en transferspecialisten binnen Antaris. In hoofdstuk 1, 2 en 3 worden het onderzoek, de uitkomsten en de adviezen besproken. In paragraaf 4.1 zullen er enige kanttekeningen geplaatst worden bij het onderzoek. In paragraaf 4.2 staan een aantal zaken uit het beleid “Fysieke belasting” binnen Antaris ter discussie.
4.1 Discussie onderzoek
Wanneer er kritisch gekeken wordt naar het onderzoek kunnen er enkele opmerkingen geplaatst worden: •
Enquêtes
Door een strakke tijdsplanning zijn de enquêtes in een relatief korte tijd opgesteld en verspreid. Tijdens het verwerken van de resultaten van de enquêtes bleek dat deze niet geheel volledig waren. In de loop van het onderzoek kwamen er nog vragen boven die niet meer in de enquêtes opgenomen konden worden. Tevens kan een opmerking geplaatst worden over het aantal ingevulde enquêtes. De respons was zeer laag: van de 350 verspreide enquêtes voor verzorgend en verplegend personeel zijn er slechts 74 enquêtes ingevuld en teruggestuurd. Van de 75 verspreide enquêtes voor de til- en transferspecialisten zijn er slechts 14 enquêtes ingevuld en teruggestuurd. De lage respons zou de waarde van de uitkomsten van het onderzoek kunnen beïnvloeden. •
Informatieve gesprekken
Tijdens het onderzoek hebben er verschillende gesprekken tussen de adviseurs en leden van zowel de ARBO- als van de Til- en transfercommissie plaats gevonden. Na deze gesprekken bleven enkele zaken nog onduidelijk wat betreft de organisatie en taken van deze commissies. Helaas paste het rooster van Antaris niet altijd in de tijdslijn van het onderzoek. Hierdoor hebben de adviseurs verder geen gegevens kunnen verzamelen over deze zaken. •
CAO Arbeid & Gezondheid
In het onderzoek is niet gekeken naar in hoeverre de gestelde regels, die beschreven staan in de CAO Arbeid & Gezondheid (bindend voor de hele branche), nageleefd worden. De adviseurs willen benadrukken dat hierin gesteld wordt, dat werkgevers de fysieke belasting binnen 3 jaar met 30% dienen terug te dringen.
Hogeschool van Amsterdam Alvar Stuurman, Eefje Swinkels & René Tavenier
18
Adviesrapport Beleid ‘Fysieke belasting’
4.2 Discussie bestaande beleid “Fysieke belasting” binnen Antaris
Tijdens het ICO, dat plaats vond ten tijde van het onderzoek, hebben de adviseurs kennis kunnen nemen van het gevoerde beleid “Fysieke belasting” binnen andere zorginstellingen in Amsterdam. Hieruit zijn een aantal zaken naar voren gekomen die ook betrekking hebben op het beleid binnen Antaris.
•
Tilnaslagwerk
Onder het beschikbare materiaal voor het onderzoek bevond zich het zogenaamde tilnaslagwerk. Dit document richtte zich alleen op zorgend personeel en verder niet op ondersteunende functies, zoals: koks, schoonmakers, beeldschermwerkers (receptie e.d.). Tillen en transfers worden niet alleen door zorgenden uitgevoerd, maar ook door ondersteunende functies. Daarom is het wenselijk dat voor deze groep een beleid aanwezig is wat betreft fysieke belasting. Wanneer er gesproken wordt over fysieke belasting heeft men het alleen over tillen en transfers en verder niet over zaken als manoeuvreren, duwen en trekken. Deze zaken vallen ook onder fysieke belasting en zouden ook opgenomen kunnen worden in het tilnaslagwerk, daar deze vormen van fysieke belasting ook regelmatig voorkomen op de verschillende afdelingen. •
Periodieke bijeenkomsten til- en transferspecialisten
In hoofdstuk 3 is een advies gegeven over het organiseren van periodieke bijeenkomsten voor de tilen transferspecialisten. Het organiseren van dergelijke bijeenkomsten wordt reeds beschreven in het tilbeleid dat opgenomen is in het tilnaslagwerk. Het blijkt dat dit in werkelijkheid niet gebeurt.
Hogeschool van Amsterdam Alvar Stuurman, Eefje Swinkels & René Tavenier
19
Adviesrapport Beleid ‘Fysieke belasting’
BIJLAGEN Bijlage 1: Enquête voor til- en transferspecialisten
Hogeschool van Amsterdam Alvar Stuurman, Eefje Swinkels & René Tavenier
20
Adviesrapport Beleid ‘Fysieke belasting’
Bijlage 2: Enquête voor verzorgend en verplegend personeel
Hogeschool van Amsterdam Alvar Stuurman, Eefje Swinkels & René Tavenier
25
Adviesrapport Beleid ‘Fysieke belasting’
Bijlage 3: Totaaloverzicht uitkomsten enquêtes
Hogeschool van Amsterdam Alvar Stuurman, Eefje Swinkels & René Tavenier
30
Adviesrapport Beleid ‘Fysieke belasting’
I. VERPLEGEND EN VERZORGEND PERSONEEL VERPLEEGHUIS
Vraag
Ja
Nee
Redelijk
Niet beantwoord
1
72 %
28 %
2
44 %
56 %
3
96 %
4%
4
72 %
28 %
5
32 %
68%
6
80 %
20 %
7
100 %
0%
8
100 %
0%
9
80 %
20 %
10
60 %
40 %
11
44 %
56 %
12
64 %
32 %
13
24 %
20 %
14
28 %
52 %
20 %
15
40 %
36 %
24 %
16
72 %
28 %
17
44 %
56 %
18
44 %
8%
19
88 %
12 %
20
48 %
44 %
Vraag
Nooit
Soms
Vaak
Altijd
21
0%
28 %
20 %
52 %
22
16 %
58%
20 %
8%
Hogeschool van Amsterdam Alvar Stuurman, Eefje Swinkels & René Tavenier
4% 56 %
16 %
32 %
8%
31
Adviesrapport Beleid ‘Fysieke belasting’
II. VERPLEGEND EN VERZORGEND PERSONEEL VERZORGINGSHUIS
Vraag
Ja
Nee
Redelijk
Niet beantwoord
1
72 %
28 %
2
29 %
71 %
3
94 %
4%
4
82 %
14 %
5
43 %
57 %
6
94 %
4%
7
98 %
2%
8
80 %
18 %
2%
9
70 %
28 %
2%
10
57 %
39 %
4%
11
73 %
25 %
2%
12
41 %
57 %
2%
13
29 %
16 %
55 %
14
17 %
71 %
12 %
15
29 %
19 %
52 %
16
29 %
69 %
2%
17
14 %
84 %
2%
18
20 %
26 %
54 %
19
90 %
10 %
20
39 %
57 %
Vraag
Nooit
Soms
Vaak
Altijd
21
0%
24 %
12 %
64 %
22
29 %
64 %
8%
0%
Hogeschool van Amsterdam Alvar Stuurman, Eefje Swinkels & René Tavenier
4% 2%
4%
32
Adviesrapport Beleid ‘Fysieke belasting’
III. TIL- EN TRANSFERSPECIALISTEN VERPLEEGHUIS
Vraag
Ja
Nee
1
100 %
0%
2
50 %
50 %
5
50 %
50 %
6
50 %
50 %
7
100 %
0%
8
50 %
50 %
9
100 %
0%
10
50 %
50 %
11
100 %
0%
13
0%
100 %
14
50 %
50 %
15
50 %
50 %
16
50 %
50 %
17
100 %
0%
18
0%
100 %
3 4
12
19
Hogeschool van Amsterdam Alvar Stuurman, Eefje Swinkels & René Tavenier
33
Adviesrapport Beleid ‘Fysieke belasting’
IV. TIL EN TRANSFERSPECIALISTEN VERZORGINGSHUIS
Vraag
Ja
Nee
1
58 %
42 %
2
33 %
67 %
5
58 %
42%
6
25 %
75%
7
92 %
8%
8
17 %
83 %
9
50 %
50 %
10
50 %
50 %
11
100 %
0%
13
92 %
8%
14
42 %
58 %
15
17 %
83 %
16
8%
92 %
17
42 %
58 %
18
50 %
50 %
3 4
12
19
Hogeschool van Amsterdam Alvar Stuurman, Eefje Swinkels & René Tavenier
34