Arbocatalogus Fysieke belasting Sector Gemeenten
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
1
Inhoudsopgave
2
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
Overeenkomst sociale partners
5
Gebruikswijzer
7
1. Inleiding
11
1.1.
Waarom een arbocatalogus fysieke belasting?
11
1.2.
Wat is een arbocatalogus?
11
1.3.
Invulling van de arbocatalogus fysieke belasting
13
1.4.
Werkingssfeer
13
1.5.
Openbaarheid
14
1.6.
Duur
14
1.7.
Monitoring en evaluatie
14
1.8.
Toetsing Arbeidsinspectie
14
1.9.
Vervolg
14
2. Fysieke belasting en gezondheidsrisico’s
17
3. Waar minimaal aan te voldoen?
21
3.1.
Fysieke belasting in de Arbowet
21
3.2.
Norm voor trillingen
21
3.3.
Norm voor bestraten
22
3.4.
P 90 norm afvalinzameling
22
3.5.
Jurisprudentie
23
4. Kennis en instrumenten voor arbocoördinator, preventiemedewerker en P&O-adviseur
25
4.1.
Herkennen, voorkomen en beheersen
25
4.2.
Het organiseren van verminderen fysieke belasting
26
4.3.
Vragenlijsten en instrumenten
27
5. Voorlichting
31
5.1.
Voorlichtingsmateriaal voor medewerkers
31
5.2.
Voorlichtingsmateriaal voor leidinggevenden
31
5.3.
Samenvatting voor managers
31
6. Goede praktijken van gemeenten
33
7. Omgaan met gezondheidsklachten
37
8. Vergroten van duurzame inzetbaarheid
39
8.1.
Duurzame inzetbaarheid en fysieke belasting
39
8.2.
Maatregelen
39
8.3.
Beleidsintegratie
40
9. De rol van de OR bij fysieke belasting
43
9.1.
Inleiding
43
9.2.
Wat kan de OR doen met de arbocatalogus fysieke belasting?
43
9.3.
Tips
43
Relevante websites
45
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
3
Overeenkomst sociale partners
Arbocatalogus Fysieke Belasting Sector Gemeenten Vastgesteld te Den Haag, 24-04-2009
College voor Arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, rechtsgeldig vertegenwoordigd door G.A.A. Verkerk
ABVA KABO FNV, rechtsgeldig vertegenwoordigd door R. Kuin
CNV Publieke Zaak, rechtsgeldig vertegenwoordigd door J. Schot
CMHF, rechtsgeldig vertegenwoordigd door P.M. van den Berghe
4
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
5
Gebruikswijzer Fysiek belastend werk kan gezondheidsklachten en verzuim veroorzaken. Deze deelarbocatalogus fysieke belasting informeert u over kennis en instrumenten voor de aanpak van fysiek belastend werk. Ongeveer 25 procent van het gemeentepersoneel werkt in de buitendienst in fysiek belastende functies. Elf procent van deze medewerkers heeft door fysieke belasting gezondheidsklachten en beperkingen voor inzetbaarheid. Deze arbodeelcatalogus vermeldt de normen voor fysieke belasting en de wettelijke regels waar gemeenten volgens de Arbowet ten minste aan moeten voldoen. Vervolgens bevat de arbocatalogus kennis, instrumenten, praktische oplossingen, voorlichtings- en campagnemateriaal en goede praktijken voor de aanpak van knelpunten met fysieke belasting. Ook informeert de arbocatalogus over actuele inzichten hoe met klachten in verzuimbegeleiding omgegaan kan worden gericht op spoedig herstel en re-integratie. Niet alle te zware fysieke belasting en gezondheidsschade is met preventiemaatregelen te voorkomen. Ook kan inzetbaarheid afnemen door verminderde belastbaarheid bij medewerkers. In die situaties zijn maatregelen nodig gericht op duurzame inzetbaarheid zodat medewerkers gezond oud kunnen worden in het werk. Daarom gaat een apart hoofdstuk over duurzame inzetbaarheid. Verbeteren van arbeidsomstandigheden en voorkomen van arbeidsongeschiktheid is alleen succesvol met een goed samenspel van alle betrokken actoren bij gemeenten: leidinggevenden, medewerkers, managers, staf (arbocoördinator, preventiemedewerker, P&O) en OR. Deze arbocatalogus ordent en richt daarom relevante kennis zoveel mogelijk op elke doelgroep. Vanwege de hoeveelheid informatie maakt de arbocatalogus onderscheid tussen deze inleidende publicatie en webdocumenten. De publicatie geeft per subthema een overzicht van beschikbare kennis en instrumenten. In de webdocumenten op www.aeno.nl vindt u de volledige informatie, instrumenten, oplossingen e.d. Algemene relevante informatie voor meerdere doelgroepen is: - Hoofdstuk 1 Inleiding deelarbocatalogus fysieke belasting - Hoofdstuk 2 Fysieke belasting en gezondheidsrisico’s - Hoofdstuk 3 Waar minimaal aan te voldoen? - Hoofdstuk 6 Goede praktijken van gemeenten - Hoofdstuk 8 Vergroten van duurzame inzetbaarheid Hoofdstuk 4 ‘Kennis en instrumenten’ is van belang voor de arbocoördinator, preventiemedewerker en P&O-adviseur. Als zij zich ook met verzuim- en re-integratiebegeleiding bezighouden is hoofdstuk 7 ‘Omgaan met gezondheidsklachten’ ook relevant. Hoofdstuk 5 bevat voorlichtingsmateriaal voor medewerkers, leidinggevenden en managers. Zo vindt u hier bijvoorbeeld voor medewerkers het magazine Raak! over fysieke belasting (onderdeel van de campagne ‘Schiet op je werk’), toolboxmateriaal voor leidinggevenden en een manage-
6
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
7
mentsamenvatting over beheersing fysieke belasting. Ook de informatie over omgaan met gezondheidsklachten (hoofdstuk 7) is relevant voor medewerkers en leidinggeven bij het werken aan herstel en re-integratie. Arbocoördinator, preventiemedewerker en P&O zullen vaak een intermediaire rol moeten vervullen om materiaal uit de arbocatalogus beschikbaar te maken voor medewerkers en leidinggevenden, bijvoorbeeld door (te bewerken) webdocumenten van de catalogus op het eigen intranet te plaatsen of door verbindingen mogelijk te maken naar www.aeno.nl. Tot slot is specifiek voor de OR een hoofdstuk opgenomen over de rol en mogelijkheden van de OR bij de aanpak van fysieke belasting (hoofdstuk 9). Verbeteren van arbeidsomstandigheden is een dynamisch proces. Regelmatig zal de arbocatalogus door het A+O fonds Gemeenten worden verbeterd en geactualiseerd. Uw reactie op deze arbocatalogus en suggesties stellen we dan ook zeer op prijs. U kunt deze mailen naar
[email protected].
8
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
9
1
Inleiding 1.1.
Waarom een arbocatalogus fysieke belasting?
meer respondenten klachten aan arm, nek en schouders (figuur 1). 2 Beperkingen in inzetbaarheid
Fysieke belasting was een van de thema’s uit het
stijgen navenant mee, echter minder bij de leeftijds-
Arboconvenant Gemeenten 2001-2004.
groep 35-54 jaar. Medewerkers ouder dan 54 jaar
Het arboconvenant stimuleerde gemeenten om
rapporteren relatief vaker een beperkte inzetbaar-
maatregelen te nemen gericht op dit arbeidsrisico.
heid. Medewerkers koppelen klachten vaker aan
Een belangrijke conclusie uit de eindevaluatie
het werk, dan dat de oorzaken buiten het werk liggen.
in 2004 was dat binnen gemeenten die maatregelen
De kengetallen in figuur 1 worden uitgedrukt in het
namen, medewerkers beduidend minder klachten
percentage respondenten dat boven een grens-
aan het bewegingsapparaat hadden dan gemeenten
waarde scoort.
die geen maatregelen namen. Hoeveel medewerkers binnen gemeenten fysiek belastend werk doen, is niet precies bekend.
35,0 30,0 25,0
Uit de nul- en eindmeting van het arboconvenant
20,0
bleek dat ongeveer een kwart van het personeel van
15,0
gemeenten fysiek belastende werkzaamheden
10,0
verricht. Gemeenten besteden ook veel zwaar werk
5,0
uit, maar dit verschilt sterk per gemeente.
0,0
≤ 34 jaar
35-44 jaar
Fysiek belastend werk komt vooral voor in functies in de buitendienst, zoals medewerker begraafplaatsen, stratenmaker en chauffeur/belader van de reiniging. Maar ook bij functies zoals bodes, repromedewerker, medewerker technische dienst en medewerkers in zwembaden komen fysiek belastende werkzaam
45-54 jaar
≥ 55 jaar
leeftijd Klachten ANS Beperkingen door klachten ANS Klachten ANS oorzaak buiten werk Klachten ANS, mogelijk werkgerelateerd
heden voor. Deze deelarbocatalogus gaat over fysieke Figuur 1 Klachten en beperkingen arm, nek en belasting voor alle functies binnen gemeenten.
schouder (ANS)
De aanpak van arbeidsrisico’s verbonden aan beeldscherm-, balie- en kassawerkzaamheden is
Fysieke belasting wordt veroorzaakt door: tillen of
opgenomen in de deelcatalogus ‘Beeldschermwerk
dragen van zware lasten, werken in ongunstige
en werken in de e-gemeente’.
houdingen, het maken van repeterende bewegingen en het uitoefenen van grote kracht. Figuur 2 toont dat
Op basis van het databestand van de Arbomonitor
de leeftijdsgroep 35-44 jaar op vier van de vijf vormen
Gemeenten periode 2004 tot en met 2007 is een
de meeste fysieke belasting rapporteert. Bij oudere
analyse gemaakt van fysieke belasting, klachten en
medewerkers is dit al minder, waarschijnlijk door
beperkingen in inzetbaarheid bij buitendienstmede-
het al gevoerde beleid. Een voorbeeld hiervan is de
werkers. Naarmate de leeftijd stijgt, rapporteren
P 90 norm voor chauffeurs en beladers. De groep 55+
1
1
De Arbomonitor Gemeenten is een werknemersenquête waarmee gemeenten inzicht kunnen krijgen in blootstelling van medewerkers aan arbeidsrisico’s en de gevolgen hiervan. Op basis van data van 6880 respondenten waarvan 1483 buitendienstmedewerkers uit de periode 2004-2007 zijn kengetallen vastgesteld.
2
Het betreft hier klachten in nek, schouders, armen, polsen en handen, zoals een ongemakkelijk of stijf gevoel, tintelingen, krachtverlies. Verwacht kan worden dat de functieduur waarin fysieke belasting heeft plaatsgevonden, bepalend is voor het ontstaan van werkgerelateerde klachten. Functieduur is echter niet gemeten.
10
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
11
geeft een wat hogere belasting aan. Ook hier gaat het
Uit eerdere trendanalyses met de Arbomonitor
De wetswijziging geeft werkgevers en werknemers
op een soepele opstelling van de Arbeidsinspectie.
om percentages respondenten die boven een grens-
Gemeenten over de periode 2002-2006 bleek dat
meer verantwoordelijkheid voor het arbobeleid.
Bij degenen die niet aan de slag zijn gegaan met de
waarde scoren.
fysieke belasting bij buitendienstmedewerkers door
De overheid beperkt zich in het publieke domein
arbocatalogus zal strikt gehandhaafd worden.
het dragen of tillen van zware lasten (dan 25 kg) vrij
(Arbowet, Arbobesluit en Arboregeling) zoveel
Werkgevers kunnen onder andere een verhoogde
gelijk bleef. Werken in ongunstige houdingen en het
mogelijk tot het vaststellen van doelvoorschriften.
bestuurlijke boete van € 22.500,- krijgen.
80,0 70,0
maken van repeterende bewegingen namen wel af.
Een doelvoorschrift is het niveau van bescherming
60,0
Ook klachten aan het bewegingsapparaat en aan
dat bedrijven moeten bieden aan de werknemers,
Met de arbocatalogus maken sociale partners dus
50,0
armen, nek en schouder verminderden afgelopen
zodat zij veilig en gezond kunnen werken. Deze
afspraken over het aanpakken van arbeidsrisico’s
40,0
jaren, net als de verminderde inzetbaarheid hier-
doelvoorschriften worden zo concreet mogelijk
door gemeenten. De catalogus vermeldt wat ten
30,0
door. Vergeleken met de NEA-enquête 3 scoren
beschreven in de Arbowet, het Arbobesluit en de
minste wordt verwacht van gemeenten bij de aanpak
20,0
buitendienstmedewerkers hoger op dragen/tillen
Arboregeling. Doelvoorschriften kunnen bijvoorbeeld
van een arbeidsrisico en benoemt mogelijke maatre-
van meer dan 25 kg en beperkingen door klachten
betrekking hebben op fysieke belasting of beeld-
gelen en oplossingen. Gemeenten mogen afwijken
armen, nek en schouders dan de gemiddelde
schermwerk.
van wat er in de arbocatalogus is opgenomen als de
werknemer in Nederland.
Daarna is het aan de organisaties van werknemers en gemeente kan aantonen dat het alternatief eenzelfde
10,0 0,0
≤ 34 jaar
35-44 jaar
45-54 jaar
≥ 55 jaar
werkgevers in het private domein om te bepalen op
veiligheidsniveau biedt. De bewijslast ligt in dat geval
Uit de Monitor Gezond Werk 2007/2008 blijkt dat
welke manier zij invulling geven aan de doelvoor-
bij de gemeente.
inmiddels 70% van de gemeenten maatregelen heeft
schriften. Werkgevers- en werknemersorganisaties
genomen gericht op fysieke belasting. In 2005 was dit
kunnen voor de eigen sector of branche een arboca-
nog 60%.
talogus opstellen. Een arbocatalogus beschrijft de
1.3.
leeftijd Meer dan 25 kg tillen of dragen Dragen/tillen > 5 kg met verzwarende omstandigheden Ongunstige werkhouding Repeterende beweging Grote kracht uitoefenen
Figuur 2 Fysieke belasting per vorm en leeftijdscategorie
Invulling van de arbocatalogus fysieke belasting
verschillende manieren waarop werkgevers kunnen
De arbocatalogus fysieke belasting voor de sector
De Arbowet verplicht organisaties tot het toewijzen
voldoen aan de doelvoorschriften die de overheid
gemeenten heeft als doel een bijdrage te leveren aan
van preventietaken aan een deskundige medewerker
stelt. Dit kunnen beschrijvingen zijn van technieken
vermindering van klachten en uitval door fysieke
(preventiemedewerker). Doel hiervan is deskundig-
en methoden, goede praktijken, normen en prakti-
belasting. De nadruk ligt op:
heid over de aanpak van arbeidsrisico’s binnen
sche handleidingen.
• afname van klachten aan het bewegingsapparaat en uitval door fysieke belasting;
Ongeveer 11 procent van de buitendienstmedewer-
organisaties te brengen. Uit de Monitor Gezond Werk
kers heeft werkgebonden klachten aan het bewe-
2007/2008 blijkt dat 55% van de gemeenten vindt dat
Naast doelvoorschriften spreekt de nieuwe Arbowet
gingsapparaat en is vanwege beperkingen hierdoor
men voldoende deskundigheid in huis heeft om
ook over procesnormen: dit zijn elementen (zoge-
verminderd inzetbaar (figuur 3). De groep met de
fysieke belasting aan te pakken. 36% geeft aan enige
naamde agendabepalingen) die deel moeten uitma-
hoogste belasting, 35-44 jaar, rapporteert ook
deskundigheid te hebben, maar onvoldoende. In 2005
ken van het beleid dat de werkgever voert. Deze
De arbocatalogus is een instrument om kennis
relatief veel klachten en beperkingen. Maar in
was dit respectievelijk 29% en 53%. De deskundig-
elementen dienen gericht te zijn op psychosociale
(oplossingen, good practices, instrumenten en
verhouding ervaart de groep 55+ de meeste klachten
heid bij gemeenten neemt dus toe. Doel van deze
arbeidsbelasting: agressie en geweld, werkdruk,
minimumeisen) te verspreiden naar gemeenten. Bij
en beperkingen.
deelarbocatalogus is mede de deskundigheid binnen
seksuele intimidatie en pesten.
de invulling van de arbocatalogus is gebruik gemaakt
14,0
medewerkers in fysiek belastende functies.
van al eerder ontwikkeld materiaal door het A+O
gemeenten te vergroten.
16,0
• vergroten van duurzame inzetbaarheid van
Zodra werkgevers en werknemers een arbocatalogus
fonds Gemeenten. Daarnaast zijn actuele inzichten
Samenvattend luidt de conclusie dat fysieke belasting
hebben opgesteld voor een sector, worden de
over fysieke belasting en de aanpak hiervan (de
12,0
een vaak voorkomend risico is voor gemeenten.
beleidsregels voor die sector ingetrokken.
zogenaamde stand van wetenschap en professionele
10,0
Fysieke belasting leidt tot gezondheidsschade,
dienstverlening) benut. Veel praktische oplossingen
8,0
verzuim en verminderde inzetbaarheid. Reden dus
De Arbeidsinspectie richt zich bij handhaving primair
van gemeenten zijn verwerkt in een oplossingenboek.
6,0
om fysieke belasting op te nemen in de
op de doelvoorschriften en procesnormen. De
De arbocatalogus is tot stand gekomen in samenwer-
4,0
Arbocatalogus Gemeenten.
Arbeidsinspectie zal terughoudend zijn als het gaat
king met deskundigen, een klankbordgroep met
om de middelen om de doelvoorschriften te bereiken.
vertegenwoordigers van gemeenten en de begelei-
2,0 0,0
1.2. ≤ 34 jaar
35-44 jaar
45-54 jaar
≥ 55 jaar
leeftijd Werkgebonden klachten bewegingsapparaat Beperkingen door klachten bewegingsapparaat
Figuur 3 Werkgebonden klachten en beperkingen
3
Wat is een arbocatalogus?
Als referentiekader neemt de Arbeidsinspectie de
dingscommissie Gezond Werk van het A+O fonds
In 2007 wijzigde de Arbeidsomstandighedenwet.
door de sociale partners vastgestelde arbocatalogus.
Gemeenten waarin de sociale partners en vertegen-
De nieuwe wet heeft als doel meer maatwerk
Als uit monitoring blijkt dat de catalogi goed werken,
woordigers van gemeenten deelnemen.
mogelijk te maken voor werkgevers en werknemers
zal de Arbeidsinspectie terughoudender zijn met
bij het verbeteren van arbeidsomstandigheden en
actief optreden. De wijze van inspecteren wordt meer
1.4.
vermindering van administratieve lasten.
toegesneden op de mate waarin organisaties hun
De arbocatalogus fysieke belasting is bestemd voor
verantwoordelijkheden voor goede arbeidsomstan-
organisaties met werknemers die de CAO van de
digheden nemen. Werkgevers die werk maken van
sector gemeenten volgen. Dit zijn gemeenten en
het toepassen van de arbocatalogus kunnen rekenen
intergemeentelijke samenwerkingsverbanden.
Werkingssfeer
De Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2006 (NEA).
12
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
13
1.5.
Openbaarheid
De arbocatalogus fysieke belasting is uitgegeven door en verkrijgbaar bij het A+O fonds Gemeenten. De arbocatalogus en bijbehorende documenten kunt u bestellen bij of downloaden van www.aeno.nl.
1.6.
Duur
De duur van deze arbocatalogus is drie jaar. Na drie jaar bezien sociale partners op basis van de evaluatie van de arbocatalogus en de aanpak van fysieke belasting in de sector of bijstelling nodig is van de verplichtingen van gemeenten bij de aanpak van fysieke belasting.
1.7.
Monitoring en evaluatie
Monitoring en evaluatie van de aanpak van fysieke belasting in de sector gemeenten gebeurt via instrumenten van het A+O fonds Gemeenten (Arbomonitor Gemeenten en Monitor Gezond Werk).
1.8.
Toetsing Arbeidsinspectie
De Arbeidsinspectie heeft deze deelarbocatalogus fysieke belasting getoetst op de criteria werkgebied, vertegenwoordiging van sociale partners, bekendheid en beschikbaarheid voor werkgevers en werknemers en het voldoen aan doelvoorschriften uit de Arbowet. De uitkomst van de deze marginale toetsing was. De Arbeidsinspectie accepteert daarmee de deelarbocatalogus en neemt deze over als referentiekader bij haar inspecties in gemeenten en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden (brief Arbeidsinspectie xx-xx-2009).
1.9.
Vervolg
In deze arbocatalogus is de aanwezige kennis van en ervaring met de aanpak van fysieke belasting van dit moment weergegeven. Ontwikkelingen staan echter niet stil. Het A+O fonds Gemeenten ondersteunt gemeenten bij het doorontwikkelen van de aanpak van fysieke belasting. Ook gemeenten worden van harte uitgenodigd om ervaringen met oplossingen voor fysieke belasting uit te wisselen zodat ook deze kennis kan worden toegevoegd. Tussentijds vindt inhoudelijke bijstelling of aanvulling van het oplossingenboek plaats. Het A+O fonds Gemeenten maakt de nieuwste versies van het oplossingenboek bekend via www.aeno.nl.
14
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
15
2
Fysieke belasting en gezondheidsrisico’s Er zijn verschillende vormen van fysieke belasting.
Tillen en dragen
Het is handig om een aantal hoofdgroepen te onder-
Bij tillen wordt een object met de hand(en) beetge-
scheiden. De belangrijkste vormen van lichamelijke
pakt en vervolgens zonder mechanische hulpmid-
belasting zijn:
delen verticaal verplaatst, zonder dat de taakuitvoer-
• Tillen en dragen
der zich lopend verplaatst. Bij dragen wordt een
• Duwen, trekken en knijpen
object met de hand(en) beetgepakt en vervolgens
• Trillen en schokken
horizontaal verplaatst terwijl de taakuitvoerder zich
• Ongunstige werkhoudingen
tegelijkertijd lopend verplaatst. Tillen en dragen
• Repeterende bewegingen
komen veel voor bij werkzaamheden in gemeenten.
• Energetische belasting. Duwen, trekken en knijpen Gezondheidsklachten door fysieke belasting
Bij duwen en trekken oefent een persoon met de
algemeen
handen krachten uit op een object, waarbij de kracht
Klachten aan het bewegingsapparaat ontstaan vaak
zich in dezelfde richting begeeft als het object.
door een combinatie van fysiek belastende factoren.
Duwen en trekken komen veel voor bij werkzaamhe-
Voorbeelden van zo’n combinatie zijn het tillen in een
den in gemeenten. Bijvoorbeeld in het werk van
slechte werkhouding, één houding lang vasthouden
huisvuilbeladers die containers moeten duwen en
en tegelijk veel kracht leveren of steeds dezelfde
trekken, stratenmakers of medewerkers in het groen
bewegingen uitvoeren terwijl men ook nog ver moet
die met een kruiwagen werken of medewerkers van
reiken. Enkele voorbeelden van combinaties van
de postkamer die de post rondbrengen. Knijpen komt
belastende factoren die in de praktijk voorkomen zijn: veel voor bij werknemers die veel met gereedschap• Huisvuilbeladers tillen en dragen vuilniszakken en
pen werken, zoals in de groenvoorziening en bij
moeten tegelijkertijd veel lopen en bukken
medewerkers reinigingsdienst die bijvoorbeeld met
(energetische belasting);
zwerfvuilknijpers werken.
• Stratenmakers moeten, vaak in ongunstige statische werkhoudingen, steeds stenen pakken
Trillen en schokken
(tillen) en straten (repeterende bewegingen);
Trillen en schokken zijn trillende bewegingen. Deze
• Archief- en bibliotheekmedewerkers verplaatsen
bewegingen zijn of het gevolg van aandrijfkrachten
boeken op een karretje (duwen en trekken) en
(bijvoorbeeld bij pneumatisch gereedschap) of van
doen daarnaast diverse taken als tillen archief-
obstakels (bijvoorbeeld een heftruck die over
stukken/boeken (tillen en dragen).
stoeptegels rijdt). Bijna iedereen die bij zijn werk gebruikmaakt van machines, apparaten en voertui-
In de buitendienst moeten medewerkers het meest
gen, heeft te maken met trillen en schokken.
duwen, trekken en grote kracht zetten (65%) en
Lichaamstrillingen vormen vooral een probleem voor
repeterende bewegingen (60%) maken. Hierna
werknemers die dagelijks op voertuigen werken,
volgen: werken in ongunstige houdingen (49%),
zoals chauffeurs van vuilniswagens, heftruckchauf-
dragen/tillen van 5 kg met verzwarende omstandig-
feurs en bestuurders van graafmachines op begraaf-
heden (30%) en meer dan 25 kg tillen of dragen (25%)
plaatsen of grasmaaiers. Soms zijn trillingen
(Bron: Arbomonitor Gemeenten).
dermate intensief dat ook een korte blootstellingduur al kan leiden tot gezondheidsklachten.
16
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
We geven van de meest voorkomende vormen van
Intensieve blootstelling aan hand-armtrillingen komt
fysieke belasting een definitie en geven voorbeelden
voor bij mensen die werken met trillende, maar
van functies waar deze voorkomen.
vooral stotende werktuigen. Voorbeelden van
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
17
beroepen waarbij veel wordt gewerkt met trillend of stotend handgereedschap zijn werknemers in de groenvoorziening (bosmaaiers), lassers (hak- en bikhamers) en straatmakers (trilplaat-machines). Ongunstige werkhoudingen Als mensen in hun werk met één of meer lichaamsdelen vier seconden of langer dezelfde houding aannemen is sprake van statische werkhoudingen. Wanneer er sprake is van een statische werkhouding is dit per definitie een ongunstige werkhouding voor het lichaam. Voorbeelden van functies met werken in ongunstige houdingen zijn stratenmakers en medewerkers van de afdeling riolering. Repeterende bewegingen Bij repeterende bewegingen is sprake van (in cycli) herhaalde bewegingen (in de ruimte) van de handen. Ook het vaak uitvoeren van bewegingen met de romp (draaien en bukken) en met de benen (knielen en hurken) vallen hieronder. Sommige beroepen kennen veel repeterende handelingen, bijvoorbeeld medewerkers in de groenvoorziening bij het snoeien of bij beplanting. Energetische belasting Bij energetische belasting genereert het lichaam warmte door het leveren van stevige arbeid met grote spiergroepen, zoals de been- en armspieren. Dit gaat gepaard met een hoog energieverbruik en vormt voornamelijk een belasting voor het stelsel van de bloedsomloop, de ademhaling en de stofwisseling. Een hoge energistische belasting komt vooral voor in beroepen waarbij men veel of vaak moet lopen, traplopen, sjouwen of op een andere manier lichamelijk (zeer) actief is, zoals in het beroep huisvuilbelader. Werken in hitte (bijvoorbeeld tijdens een warme zomer) is een sterk belastende factor. Meer informatie: Webdocument 2. Fysieke belasting en gezondheidsrisico’s op www.aeno.nl.
18
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
19
3
Waar minimaal aan te voldoen? 3.1.
Fysieke belasting in de Arbowet
• de toepassing van hulpmiddelen en persoonlijke
De wetgeving geeft algemene doelbepalingen voor
beschermingsmiddelen.
fysieke belasting. De Arbowet is een raamwet. Dat betekent dat er in de wet betrekkelijk weinig harde
De wet verlangt dat knelpunten volgens de ‘arbeids-
bepalingen staan. In het Arbobesluit, een uitwerking
hygiënische strategie’ aangepakt worden.
van de Arbowet, staan nadere regels om fysieke
In eerste instantie worden knelpunten dan bij de bron
belasting tegen te gaan.
aangepakt, zodat de oorzaak van het probleem wordt weggenomen (bijvoorbeeld in het geval van tillen:
In de wetgeving staat samengevat het volgende:
de tilhandeling overbodig maken).
• De fysieke belasting mag geen gevaar met
Wanneer aanpak bij de bron niet mogelijk is, kunnen
zich meebrengen voor de veiligheid en de gezond-
andere maatregelen worden genomen: technische
heid van de werknemer (Arbobesluit art. 5.2).
maatregelen (het gebruik van tilhulpmiddelen welke
• Indien de gevaren van fysieke belasting redelijker-
de handeling minder fysiek belastend maken) en als
wijs niet kunnen worden voorkomen, dan dienen de
dit ook niet kan: organisatorische maatregelen
gevaren zoveel als redelijkerwijs mogelijk is,
(rouleren, zodat men minder lang hoeft te tillen).
worden beperkt.
Op de laatste plaats - in principe als tijdelijke nood-
De veiligheids- en gezondheidsaspecten van
maatregelen, totdat betere oplossingen voorhanden
de fysieke belasting moeten worden beoordeeld
zijn - moeten persoonlijke beschermingsmiddelen
(Arbobesluit art. 5.3).
(PBM’s) verstrekt worden.
• De gevaren moeten geïnventariseerd worden (eventueel als onderdeel van de Risico-
3.2.
Inventarisatie en Evaluatie (RIE)) (Arbowet art. 5,
Voor trillingen is wel een doelbepaling met grens-
Arbobesluit art. 5.3).
waarde opgenomen in de wetgeving. In het
• Tenzij dit redelijkerwijs niet kan worden gevergd,
Norm voor trillingen
Arbobesluit wordt voor lichaams- en hand-armtrillin-
worden werkplekken ingericht volgens de
gen een actiewaarde en een grenswaarde voor
ergonomische beginselen (Arbobesluit art. 5.4).
dagelijkse blootstelling aan trillingen genoemd.
• De werknemers moeten adequate voorlichting
Hand-armtrillingen zijn trillingen die via de handen op
ontvangen over de risico’s van hun werk en over
het lichaam worden overgedragen. Lichaamstrillingen
hoe het werk ‘gezond’ uitgevoerd kan worden
zijn trillingen die via een steunvlak (de stoel of de
(Arbowet art. 8, Arbobesluit art. 5.5).
vloer) het lichaam als geheel in trilling brengen.
• De werkgever ziet toe op de naleving van de instructies en voorschriften gericht op het
De volgende grenzen zijn vastgelegd:
voorkomen of beperken van risico’s als gevolg van de arbeid (Arbowet art. 8.4). • De werkgever dient de werknemer periodiek in de
Lichaams-
Hand-
trillingen
armtrillingen
gelegenheid te stellen een arbeidsgezondheids-
Actiewaarde
0,5 m/s 2
2,5 m/s 2
kundig onderzoek te ondergaan (Arbowet art. 18).
Grenswaarde
1,15 m/s 2
5 m/s 2
Om de risico’s af te wenden geeft de wetgeving aan
Deze waarden gelden voor een blootstelling gedurende 8 uur per dag.
waar eventueel ingegrepen moet worden (Arbobesluit
20
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
art. 5.3):
Sinds juli 2005 moet elke werkgever inventariseren
• de organisatie van de arbeid;
of en in welke mate trillingen tijdens het werk
• de inrichting van de arbeidsplaats;
voorkomen. Dit moet in de RIE staan. Wanneer de
• de productie- en werkmethode;
actiewaarde wordt overschreden moet de werkgever
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
21
een plan van aanpak met maatregelen (technisch of
Als de arbocatalogus voor de bouw klaar is, komt
organisatorisch) opstellen en uitvoeren. Dit om
deze beleidsregel te vervallen. Maar de normstelling
blootstelling aan trillingen en daarmee samenhan-
wordt in deze catalogus overgenomen. Dit betekent
Beladersnormen per dag in tonnen/ colli
gende risico’s tot een minimum te beperken. De
dat voor stratenmakers bij gemeenten deze regel dus
Leeftijd
B.T. ZB
B.T. ZS
B.T. MC
B.T. WC
grenswaarden voor blootstelling mogen niet over-
van kracht blijft.
18 tot 30 jr.
4,9
12,8T-829C
3,8
8,8T-1257C
5,5
11,3T-514C
6,0
15,2T-138C
30 t/m 39 jr.
3,6 9,3T-1329C
2,8
6,4T- 914C
4,0
8,3T-377C
5,4
13,7T-125C
ouder dan 39 jr. 2,3 5,8T- 829C
1,7
4,0T- 571C
2,5
5,2T-236C
3,4
8,6T- 78C
schreden worden. Als dat toch gebeurt, wordt de werkgever geacht direct maatregelen te nemen om de
3.4.
blootstelling tot beneden deze grenswaarde terug te
Huisvuilbeladers doen fysiek zwaar werk.
dringen.
Ze moeten veel lopen, tillen, draaien, duwen en
B.T. = netto belaadtijd in uren.
Taakroulatie
trekken. Ter bescherming van fysieke overbelasting
ZB = zakken buitenwijk
Op basis van een acht urige werkdag en bij een
zijn er normen vastgesteld voor het dagelijks tillen
ZS = zakken stadswijk
voertuigbezetting van minimaal drie personen,
of verplaatsen van zakken en containers.
MC = minicontainers
die afwisselend laden en het voertuig besturen,
Machinaal straten
Deze normen zijn opgenomen in de P 90 norm.
WC = wijkcontainers.
mag een ieder zijn individuele maximum tonnage
Voor stratenmakers is een norm van toepassing. Voor
De P 90 norm houdt in dat de werkzaamheden zo
2
oppervlakten vanaf 1500 m is machinaal straten
georganiseerd zijn en zo op de mens zijn toegesneden
De normen gelden per persoon op basis van een
verplicht. Werkgevers en werknemers van de straten-
dat bij een gemiddelde populatie, 90% van deze groep
achturige werkdag. Middelen tussen twee of
Oudere werknemers
makersbranche zijn het in 2006 eens geworden over
de werkzaamheden zonder schade voor hun gezond-
meer dagen is niet toegestaan. Uitgangspunt is
Beladers geboren voor 1 juli 1956 mogen de norm
deze norm4 , die uitgangspunt is voor de controles door
heid tot aan de pensioengerechtigde leeftijd kan
dat de belasting per persoon over de werkdag
van een 30- tot 39-jarige aanhouden mits zij perio-
de Arbeidsinspectie. Deze norm is ook opgelegd aan de
uitvoeren.
verdeeld wordt. Indien niet een hele dag gewerkt
diek, doch minstens eenmaal per jaar, gezondheids-
sector gemeenten. De norm geldt, tenzij dit door de
Er wordt hierbij onderscheid gemaakt in de manier
wordt moet de norm evenredig verlaagd worden.
kundig worden onderzocht. Indien dit onderzoek leidt
aard of eigenschappen van het materiaal of de speci-
van beladen (het beladen van zakken, minicontainers/
3.3.
Norm voor bestraten
P 90 norm afvalinzameling
De P 90 norm per 1 januari 1998:
cq. aantal colli beladen.
tot een lagere belastingsnorm, dan moet het lagere
fieke situatie ter plaatse niet mogelijk is. Deze afspraak rolcontainers en wijkcontainers) en de leeftijd van de
De ontstane norm is een nadere uitwerking van
beladingsmaximum direct voor de betreffende
is gebaseerd op de stand der techniek van 2006. In de
belader (jonger dan 30 jaar, 30-40, ouder dan 40 jaar).
artikelen 5.2 en 5.3 van het Arbobesluit voor
belader worden ingevoerd.
toekomst kunnen - door technische innovaties - moge-
Per leeftijdsgroep wordt het aantal tonnage, aantal
de beroepsgroep van huisvuilbeladers. De Arbeids-
lijk ook kleinere oppervlakken machinaal bestraat
colli én de maximale duur van de taak per type
inspectie richt zich bij handhaving op de P 90 norm.
worden. Dit kan leiden tot bijstelling van de gemaakte
belading gegeven. Dit is de maximale dagbelasting
afspraken.
De afgrenzing van de fysieke belasting van een
Uitzonderingen beladingsmaxima
3.5.
Jurisprudentie
Uit eerdere jurisprudentie kan worden geconcludeerd dat de P 90 normering leidend is in de uitspraak van de rechtbank. Als gemeente is het belangrijk om
belader is gebaseerd op het rapport Bij straten geldt als uitgangspunt: zoveel mogelijk
‘Arbeidsbelasting van huisvuilbeladers bij reinigings-
Algemeen
medewerkers in te roosteren volgens de leeftijds
machinale en mechanische technieken gebruiken.
diensten’ . In dit rapport staan de resultaten van een
Indien men wil afwijken van de P 90 norm zal
indeling en bijbehorende tonnage en/of colli uit de
Voor herbestraten geldt dit uitgangspunt ook, maar
onderzoek, verricht door de Universiteit van
minimaal het zelfde beschermingsniveau moeten
P 90 norm. In het algemeen kan geconcludeerd
de hiervoor beschikbare en operationele machinale
Amsterdam, in samenwerking met de Vrije
worden bereikt, bovendien zal er een degelijke
worden dat gemeenten aan moeten kunnen tonen
en mechanische technieken zijn nog niet volledig
Universiteit Amsterdam en het Academisch Medisch
onderbouwing moeten zijn. De onderbouwing zal
dat men aan de minimale wettelijke verplichtingen
uitontwikkeld. Herbestraten mag daarom voorlopig
Centrum Amsterdam in de periode 1991 – 1993.
uit een wetenschappelijk onderzoek moeten
voldoet.
5
nog volledig handmatig worden uitgevoerd. Als de
bestaan, gelijkwaardig aan het onderzoek van de
Arbeidsinspectie (in overleg met werkgevers- en
Universiteit van Amsterdam. 6
Meer informatie
werknemersorganisaties) vindt dat de stand der
Webdocument 3. Waar minimaal aan te voldoen?
techniek het machinaal herstraten mogelijk maakt,
op www.aeno.nl.
leidt dit mogelijk tot bijstelling van de afspraken. Straatstenen en stoeptegels In de beleidsregel 5.3-1 Tillen op bouwplaatsen is het volgende opgenomen: • Straatstenen zwaarder dan 4 kg worden niet handmatig verwerkt. • Stoeptegels zwaarder dan 9 kg worden niet handmatig verwerkt. 6
A ls preventief hulpmiddel om gezondheidseffecten van arbeidsrisico’s vroegtijdig te signaleren en de gezondheid van de werknemers te bewaken en te bevorderen is het ‘PAGO voor huisvuilbeladers’ ontwikkeld. Het PAGO bestaat uit
Persbericht Ministerie van SZW, 12 juli 2006 ‘Met de hand bestraten taboe bij grote projecten’
een vragenlijst, een aantal gezondheidstests en een specifieke test voor fysieke belasting. De normering van een
Stassen ARA, Markslag AMT, Frings-Dresen MHW, Kemper HCG, De Looze MP, Toussaint HM. 1993 Arbeidsbelasting van
leeftijdscategorie op het individu kan worden bijgesteld indien de resultaten van het PAGO dat aangeven.
4 5
huisvuilbeladers bij reinigingsdiensten: conclusies, richtlijnen en aanbevelingen. Sdu Uitgeverij Plantijnstraat, Den Haag. 22
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
Meer informatie over het ‘PAGO voor huisvuilbeladers’ is te vinden op www.aeno.nl. Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
23
4
Kennis en instrumenten voor arbocoördinator, preventiemedewerker en P&O-adviseur 4.1
Herkennen, voorkomen en beheersen
NIOSH-methode voor tillen Deze methode wordt vaak gebruikt om te bepalen of
De rode draad bij de aanpak van fysieke belasting is
een tilsituatie gevaren voor de gezondheid oplevert.
het herkennen, beoordelen en voorkomen of be-
Het NIOSH vindt 23 kilogram de maximumlast die in
heersen van fysieke belasting.
een ideale situatie handmatig mag worden getild. Tillen boven de 23 kilo kan gevaar voor de gezondheid
A. Herkennen van fysieke belasting
opleveren.7
Het herkennen van fysieke belasting start met de
In de Arbowet staat dat de werkgever moet zorgen
Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RIE). U kunt de RIE
voor een veilige en gezonde werkomgeving. Welis-
Gemeenten gebruiken.
waar staat 23 kilo niet letterlijk in de wet, maar dit wordt wel als het maximaal te tillen gewicht gezien.
B. Beoordelen van fysieke belasting
Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van
Om duidelijkheid te krijgen over een acceptabele
werkgever en werknemer om tillen zo veel mogelijk
fysieke belasting, dient deze nader beoordeeld te
te voorkomen. Niet alleen boven de 23 kilo, óók bij
worden. Dit kan door het zogenaamde stoplichtmodel
lichtere gewichten.
te gebruiken. Rood-oranje-groen geeft de mate van verhoogd risico aan op gezondheidsschade en daar-
De NIOSH-methode beoordeling fysieke belasting
mee de noodzaak voor het nemen van maatregelen.
en methodes voor het beoordelen van dragen,
Bij het opstellen van de normering (de rode grens-
beoordelen van ongunstige houdingen en ener
waarden) is, voor zover mogelijk, rekening gehouden
getische belasting zijn te vinden op www.aeno.nl.
met huidige normen en wet- en regelgeving. C. Voorkomen en beheersen van fysieke belasting rood: een sterk verhoogd risico op gezondheidsschade, direct maatregelen nemen geel: een verhoogd risico op gezondheidsschade, zo snel mogelijk maatregelen nemen groen: geen verhoogd risico voor ≥ 90% van de werknemers
7
Als uit de beoordeling blijkt dat fysieke belasting een risico oplevert en dus het stoplichtmodel de kleur ‘rood’ of ‘geel’ geeft, moeten oplossingen in praktijk worden gebracht om fysieke belasting in het werk te verminderen. Hiervoor kunt u gebruik maken van het Oplossingenboek Fysieke Belasting.
De NIOSH methode hanteert 23 kilo als grenswaarde waarboven tillen een gevaar voor de gezondheid oplevert. Ook in de RIE Gemeenten wordt gevraagd naar het tillen van lasten zonder hulpmiddelen van meer dan 23 kg. Dit in tegenstelling tot de Arbomonitor Gemeenten waar gevraagd wordt naar tillen of dragen van meer dan 25 kg.
24
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
25
Oplossingenboek
Organiseren en borgen van arbozorg
Deels op initiatief van de stratenmakers wer-
In het oplossingenboek vindt u meer dan 75 praktische en werkbare oplossingen voor knelpunten op het
De aanpak van arbeidsrisico’s (arbozorg) vereist een
den ook de ontwerpers van de gereedschappen
gebied van fysieke belasting, vaak gebaseerd op goede praktijken van gemeenten.
verdeling van taken, verantwoordelijkheden en
en machines betrokken bij het project. Dit
bevoegdheden en een systematische aanpak.
leverde nieuwe inzichten en verbeteringen van
De oplossingen zijn verdeeld in drie categorieën:
Hieronder vallen:
het ontwerp op, een aanpak bij de bron! Om
Categorie 1. Technische oplossingen:
• Verdeling van taken, verantwoordelijkheden en
de maatregelen te borgen, is het handboek
dit zijn aanpassingen in de werkomgeving.
bevoegdheden van medewerkers, leidinggeven-
Openbare Ruimte op onderdelen aangepast.
Categorie 2. Organisatorische oplossingen:
den, managers en staf (afdeling P&O, arbo
In het handboek staan nu richtlijnen waaraan
coördinator, preventiemedewerker).
de ontwerpers zich in de toekomst moeten
dit zijn aanpassingen in de organisatie van het werk
• Organiseren van de interne deskundigheid om
om de werknemers zo optimaal mogelijk te laten
houden. De integrale aanpak wierp zeker zijn
functioneren.
arbeidsrisico’s aan te pakken (aanwijzen preven-
vruchten af; tussen 2003 en 2005 daalde het
Categorie 3. Gedragsmatige oplossingen:
tiemedewerker of preventietaken, voorlichting
verzuim met 3,9 procent.
aan medewerkers en leidinggevenden).
dit zijn maatregelen om de werknemer het werk
• Betrekken van andere afdelingen die van invloed
optimaal te laten uitvoeren, met zo min mogelijke lichamelijke belasting.
kunnen zijn op arbeidsrisico’s en belasting zoals
Het oplossingenboek is te vinden op www.aeno.nl
de inkoopafdeling of ontwerpers van Openbare Ruimte. • Het op een systematische wijze werken aan
4.2.
Het organiseren van verminderen fysieke belasting
verbeteren van arbeidsomstandigheden, bijvoorleidinggevenden, managers, ondernemingsraad en
beeld door arbo-activiteiten op te nemen in de
zeker ook de medewerkers zelf. Kies daarom voor
Plan & Control-cyclus.
Niet alleen kennis en instrumenten zijn nodig om
een participatieve aanpak. Dit houdt in het actief
fysieke belasting terug te dringen. Ook de wijze
betrekken van medewerkers bij veranderingen in het
gebruik te maken van een zorgsysteem zoals
Meer informatie over dit praktijkvoorbeeld kunt
waarop verbeteringen worden doorgevoerd en hoe
werk. In de praktijk zijn hier goede ervaringen mee
VCA-methodiek of OHSAS 18001 norm.
u vinden op www.aeno.nl.
mensen hierbij worden betrokken is van grote invloed
opgedaan, zowel bij het inventariseren en analyseren
op het uiteindelijke resultaat. Bij het verbeterproces
als bij het zoeken naar oplossingen.
moeten verschillende actoren worden betrokken:
• Het borgen van arbozorg. Bijvoorbeeld door
Praktijkvoorbeeld
Evalueren van de aanpak van fysieke belasting Periodiek kijken naar de effectiviteit van de aanpak
‘Mijn rug gaat niet kapot door jouw ontwerp’,
van fysieke belasting is belangrijk. Uiteindelijk
Campagne ‘Schiet op je werk’
stratenmakers van de Gemeente Delft
motiveren alleen de door medewerkers, leiding
Deze campagne maakt gebruik van de participatieve
De gemeente Delft heeft een Europese Award
gevenden en managers ervaren opbrengsten en
werkwijze en actieve communicatie om tot vermindering van
gewonnen in de Goede Praktijkencompetitie
resultaten om door te gaan met preventie. Voor
fysieke belasting te komen. De campagne ‘Schiet op je werk’
van het Europees Agentschap voor veiligheid
evaluatie van de aanpak van fysieke belasting kunt
is een enthousiasmerende, laagdrempelige manier om
en gezondheid op het werk (EU-OSHA). Zij
u gebruikmaken van een checklist (www.aeno.nl).
belastend werk te inventariseren en te verlichten.
kreeg de prijs voor het bedenken van oplossin-
Medewerkers en hun teamchefs weten zelf heel goed wat
gen om het zware werk van stratenmakers te
4.3.
zwaar is in hun werk. Door foto’s te maken van belastende
verlichten. Door de Delftse methode daalde het
Werkgevers moeten werknemers periodiek in de
werksituaties kunnen ze ‘schieten’ op hun werk. Daarna
ziekteverzuim fors onder stratenmakers.
gelegenheid stellen een gezondheidskundig onder-
worden medewerkers en leidinggevenden actief betrokken
André Verbeek, teammanager Arbo van de
zoek te ondergaan. Deelname door de werknemer is
om ideeën aan te leveren. Met het campagnemateriaal kunt
gemeente Delft, beschrijft het succesverhaal.
vrijwillig. Het is geen algemeen gezondheidsonder-
u als arbocoördinator, samen met teams en leidinggevenden,
De aanpak richtte zich op de arbeidshygië-
zoek, maar een onderzoek naar de gezondheidsri-
op een innovatieve manier het werk van medewerkers in de
nische strategie op verschillende niveaus:
sico’s van de specifieke taak van de werknemer. Het
buitendienst verlichten. Het campagnemateriaal is gratis
organisatie, techniek en individu. Aan de hand
gezondheidskundig onderzoek mag een periodiek
verkrijgbaar bij het A+O fonds, te bestellen via www.aeno.nl.
van videobeelden uit de praktijk en in een
arbeidsgezondheidskundig onderzoek (PAGO) zijn, of
Zie verder ook hoofdstuk 5.
training werktechniek door de bedrijfsfysiothe-
ruimer, een preventief medisch onderzoek (PMO).
rapeut, werd gesproken met de stratenmakers
Daarnaast zijn er verschillende werknemersenquê-
over de werkwijze en knelpunten waar ze in
tes, zoals de Arbomonitor Gemeenten, Monitor@work
hun werk mee te maken hadden. Het leidde er
en InternetSpiegel waarin fysieke belasting aan de
onder meer toe dat de gemeente nieuwe hulp-
orde komt. Deze instrumenten kunnen worden
middelen aanschafte, zoals enkele skidsters
gecombineerd met een PAGO of PMO.
Vragenlijsten en instrumenten
(mechanische kruiwagens).
26
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
27
Er zijn verschillende instrumenten die gebruikt kunnen worden voor het analyseren en verbeteren van fysieke belasting in de werksituatie. Informatie hierover is te vinden in webdocument 4 op www.aeno.nl. In dit document staat ook extra informatie uit andere relevante branches en sectoren die aandacht aan de aanpak van fysieke belasting besteden. NB: de vragenlijsten en instrumenten genoemd in 4.3. vallen inhoudelijk niet onder deze arbocatalogus vanwege het niet zonder kosten direct beschikbaar zijn voor gemeenten. Meer informatie: Webdocument 4. Kennis en instrumenten voor de arbocoördinator, preventiemedewerker en afdeling P&O met bijlagen: 1. NIOSH-methoden voor beoordeling van fysieke belasting en methodes voor het beoordelen van dragen, ongunstige houdingen en energetische belasting. 2. Meer info over procesbegeleiding. 3. Checklist voor evaluatie beheersing fysieke belasting. 4. Overzicht van relevante websites. Webdocument 4 en bijlagen kunt u vinden op www.aeno.nl.
28
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
29
5
Voorlichting 5.1.
Voorlichtingsmateriaal voor medewerkers
5.2.
Voorlichtingsmateriaal voor leidinggevenden
De campagne ‘Schiet op je werk’ is een enthousiasmerende, laagdrempelige manier om belastend werk
Schietwijzer, campagne ‘schieten op je werk’
te inventariseren en te verlichten. Medewerkers en
Brochure voor leidinggevende
hun teamchefs weten zelf heel goed wat zwaar is in
en teamchef waarin staat hoe
hun werk. Vaak hebben ze ook ideeën om dat zware
de campagne ‘Schiet op je werk’
werk te verlichten. Met de campagne - die u in uw
geïntroduceerd en uitgevoerd
eigen gemeente zelf uitvoert - nodigt u teams en
kan worden.
teamleden uit om hun eigen werk te verlichten en te innoveren. Posters, campagne ‘Schiet op je werk’
Toolboxmateriaal
Er zijn posters ontwikkeld ter
Van www.aeno.nl kunt u toolboxmateriaal downloa-
introductie van de campagne en
den over fysieke belasting. Dit toolboxmateriaal
om deze onder de aandacht te
kunnen arbocoördinatoren plaatsen op het gemeen-
houden.
telijk intranet voor eigen leidinggevenden. Het materiaal bevat onder meer: - Een handleiding voor leidinggevenden voor uitvoeren van toolboxmeetings. - Instructiebladen over verschillende onderwerpen
Raak magazine, campagne ‘Schiet op je werk’ RAAK!-magazine: in dit magazine staat op luchtige wijze veel
zoals staand en zittend werk op een machine en gebruik van handgereedschap.
informatie over lichamelijk zwaar
5.3.
Samenvatting voor managers
werk. Diverse buitendienstafdelin-
Op basis van deze arbocatalogus is een manage-
gen komen aan bod in het maga-
mentsamenvatting gemaakt over beheersing van de
zine. Dit magazine kunt u uitdelen
fysieke belasting voor managers van buitendiensten.
aan de medewerkers.
U vindt deze in de bijlage en op www.aeno.nl.
Omgaan met klachten en werken aan herstel
Meer informatie:
Webdocument 7 bevat informatie over klachten
Webdocument 5 ‘Voorlichting’ met bijlage:
door fysieke belasting en hoe hier mee om te
1. Handleiding voor leidinggevenden voor uitvoeren
gaan gericht op herstel en re-integratie. Ook
van toolboxmeetings
deze informatie is nuttig om direct te verstrek-
2. Toolboxmateriaal
ken aan leidinggevenden en medewerkers met
3. Managementsamenvatting over beheersing van
klachten.
de fysieke belasting Webdocument 5 en bijlagen kunt u vinden op www.aeno.nl.
30
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
31
6
Goede praktijken van gemeenten Gemeenten hebben afgelopen jaren veel ervaring opgedaan met de aanpak van fysieke belasting. Op www.aeno.nl kunt u verschillende goede praktijken vinden. Hieronder enkele voorbeelden.
Praktijkvoorbeeld
Praktijkvoorbeeld
‘De trots van Oldebroek’, Wegbebakening van
‘Verantwoord prullenbakken legen’,
de Gemeente Oldebroek
Gemeente Leiden
Afdelingshoofd Cees Veltman vertelt over zijn
Een aantal jaar geleden besloot het bestuur
goede ervaringen bij de buitendienst van de
van de gemeente Leiden dat de stad schoner
gemeente Oldenbroek. De verdeling van de
moest. De ‘leegfrequentie’ van de volste
leeftijd van de afdeling is beter. Een paar jaar
prullenbakken moest omhoog en op de meest
geleden waren er geen medewerkers jonger
vieze plekken (vooral in de binnenstad) kon
dan veertig. Nu is er een aantal twintigers
uitbreiding van het aantal bakken soelaas
bijgekomen. Dit levert een veel betere verde-
bieden. Daarmee zou de belasting voor de
ling binnen de afdeling op. De medewerkers
inzamelaars toenemen. Kon dat eigenlijk wel,
zijn allround opgeleid. Hierdoor is veel afwis-
was de vraag die Leontine van Mameren, intern
seling van taken mogelijk, teams maken
arbo-adviseur bij de Dienst Milieu en Beheer,
samen een planning en rooster en hebben
kreeg voorgelegd.
geen meewerkende chef meer. Dit houdt het
Met Peter van Scheijndel (senior adviseur vhp
werk afwisselend, motiverend en leuk. In het
ergonomie) onderzocht ze hoeveel prullenbak-
werkoverleg en toolboxmeetings worden veel
ken een medewerker per dag leegt en hoe
nieuwe hulpmiddelen besproken en feedback
zwaar hij dan tilt. Het draaide daarbij om het
aan elkaar gegeven.
gewicht van de binnenbak met inhoud, de til- en leegtechniek en de ingooihoogte van de ‘prullenbakkenwagen’. De ene afvalbak is de andere niet. Bij de verschillende soorten prullenbak-
Praktijkvoorbeeld
ken die in Leiden staan, kon de belasting bij het tillen wel de helft schelen. Naast de mecha-
‘Deze jongen kan wel tegen een stootje’,
nische belasting – die ruggen kost – werd ook
straatmakers van de Gemeente Rotterdam
vastgesteld wat de energetische belasting is.
Waarom ruggen van medewerkers slopen? Kan
De belasting waar je moe van wordt.
een robot het zware bestratingswerk niet over-
Leontine en Peter adviseerden nieuwe, lichtere
nemen? Dat vroegen ze zich af bij de gemeente
binnenbakken aan te schaffen, over te gaan
Rotterdam. Het antwoord: het kan wel, maar de
op grotere volumes (minicontainers) wat de
machines zijn nog niet perfect. Ze worden wel
leegfrequentie omlaag brengt en de inwerk-
steeds beter. De gemeente Rotterdam heeft
hoogte (het in de vuilniswagen kiepen) aan te
gekozen voor een stratenmakersrobot.
passen. Deze is optimaal ergens tussen 84 en 89 cm. Ook schafte de gemeente een tweede prullenbakkenwagen aan. Onlangs is besloten in alle winkelgebieden te gaan werken met minicontainers in een zelf ontworpen huis, die mechanisch geleegd worden. Van Mameren somt de voordelen op
32
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
33
van dit systeem: ‘Minder zwerfvuil, rijden met het afval in plaats van ermee te moeten lopen en het mechanisch kiepen van het vuil in de wagen’. Voor het handmatig legen wordt dan weer een vuilniswagen met een laag chassis gebruikt. De bestaande prullenbakken worden op dit moment systematisch vervangen door verbeterde versies.
Meer informatie: Webdocument 6. Goede praktijken van gemeenten, www.aeno.nl
34
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
35
7
Omgaan met gezondheidsklachten Fysieke belasting kan verschillende gezondheidsklachten veroorzaken. Voor het werken aan herstel, adequate verzuimbegeleiding en re-integratie is kennis opgenomen over deze klachten. De meest voorkomende klachten zijn: • Lage rugpijn • Pijnlijke schouders • Stijve nek • Tennisarm • Carpaal tunnel syndroom • Kapotte knieën • Zere voeten • Witte vingers In een apart webdocument beschrijft deze arbocatalogus hoe vaak deze klachten optreden, het risico op ontstaan van klachten in de werksituatie, de aanpak van deze klachten en wat de organisatie kan doen aan begeleiding en inzet van re-integratie-interventies. Eveneens komen hierbij specifieke re-integratieinterventies aan de orde zoals graded activity (oefenprogramma), multidisciplinaire aanpak, inzet bedrijfsfysiotherapie, strategie- of scenariobespreking bij complex verzuim of stagnerende re-integratie en cognitieve gedragstherapie. De rollen en acties bij begeleiding en re-integratie krijgen aparte aandacht, hierbij gaat het om rollen en acties van de werknemer, leidinggevende, P&Oadviseur en bedrijfsarts. Het signaleren en erkennen van arbeidsgebonden aandoeningen is belangrijk in de evaluatie van de effectiviteit van genomen maatregelen. In dit webdocument vindt u dan ook informatie over het herkennen, vaststellen en melden van beroepsziekten door fysieke overbelasting en de rol van bedrijfsarts en werkgever hierbij. Meer informatie: Webdocument 7. Omgaan met gezondheidsklachten door fysieke belasting, www.aeno.nl
36
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
37
8
Vergroten van duurzame inzetbaarheid 8.1.
Duurzame inzetbaarheid en fysieke belasting
leidinggevenden; • Met werkoverleg, functioneringsgesprekken en
Met het begrip ‘duurzame inzetbaarheid’ wordt
brochures ervoor zorgen dat onder medewerkers
bedoeld het optimaal inzetbaar houden van mede-
draagvlak is en met hen wordt gecommuniceerd
werkers gedurende hun hele arbeidscarrière; vanaf
over hun eigen verantwoordelijkheden voor de
het moment dat zij beginnen met werken tot het
duurzame inzetbaarheid en de middelen die de
moment dat zij uittreden wegens (pre)pensioen. In de
gemeentelijke organisatie biedt.
praktijk kunnen zich situaties voordoen waarin een optimale afstemming tussen fysieke belasting en
Vitaliteit medewerkers
fysieke belastbaarheid niet haalbaar is. Bijvoorbeeld
Vitaliteit is de lichamelijke en mentale ‘conditie’ van
bij extreme arbeidsomstandigheden waar hulpmid-
een medewerker en vertaalt zich onder meer in
delen tekortschieten of in situaties waarin sprake is
termen van gezondheid, fysieke en mentale capaci-
van een sterk verminderde belastbaarheid bij de
teiten, motivatie en arbeidssatisfactie. Een vermin-
medewerker door gezondheidsklachten. In deze
derde vitaliteit van medewerkers kan zich uiten in
situaties is het van belang te zoeken naar andere
gezondheidsklachten. Bij medewerkers in fysiek
maatregelen om de duurzame inzetbaarheid van deze
belastende beroepen gaat het veelal om aandoenin-
medewerkers te waarborgen.
gen van het bewegingsapparaat, die consequenties
8.2.
Maatregelen
kunnen hebben voor de duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Daarnaast kan een verminderde
Om medewerkers in fysiek belastende functies
vitaliteit als gevolg van leeftijd of inactiviteit even-
binnen de gemeente duurzaam inzetbaar te houden,
eens het werkvermogen nadelig beïnvloeden.
is meer nodig dan aanpassing van de fysieke arbeids-
Voor het bewaken, bevorderen of herstellen van de
omstandigheden alleen. Dit vraagt in de praktijk om
vitaliteit kunnen verschillende maatregelen worden
maatregelen op een viertal beleidspijlers.
getroffen: • Monitoring van de vitaliteit van medewerkers. Op
Vier pijlers voor duurzame inzetbaarheid
basis van signalen van een verminderde vitaliteit
• Organisatiecultuur
kan dan tijdig actie worden ondernomen, waar-
• Vitaliteit medewerkers
door een verminderde inzetbaarheid of uitval
• Arbeidssituatie
voorkomen wordt. Dit kan door:
• Loopbaan
- een PAGO/PMO te houden; - een jaarlijks functioneringsgesprek;
Organisatiecultuur
is een vragenlijst en geeft een inschatting van
werkers duurzaam inzetbaar zijn en hierin ook wil
het werkvermogen zoals de medewerker deze
investeren, dient er een organisatiecultuur te zijn die
zelf beleeft. Onder werkvermogen wordt
dit uitstraalt. Duurzame inzetbaarheid is een
verstaan de mate waarin een werknemer zowel
gedeelde verantwoordelijkheid van werkgever en
fysiek als mentaal in staat is om zijn/haar
medewerkers. Management en leidinggevenden
huidige werk uit te voeren. Het werkvermogen
hebben een belangrijke taak bij het uitdragen van
kan worden gezien als de vitaliteit van een
deze cultuur binnen de gemeentelijke organisatie.
medewerker, afgezet tegen zijn of haar huidige
Dit kan door: • Een duidelijke beleidsvisie te ontwikkelen; • Met behulp van training er voor te zorgen dat de visie ook wordt gedragen en uitgedragen door alle
38
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
- de Work Ability Index (WAI) in te vullen. De WAI
Indien een gemeente het belangrijk vindt dat mede-
taakeisen. • De klachten van medewerkers kunnen zodanig zijn dat verder werken niet meer mogelijk is en een medewerker verzuimt. Op dat moment dienen
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
39
door de organisatie en de leidinggevende ver-
8.3
zuim- en re-integratiemaatregelen te worden
De pijlers voor duurzame inzetbaarheid vinden we
ingezet. Zie hiervoor ook hoofdstuk 7: ‘Omgaan
binnen organisaties vaak terug onder aparte ‘kopjes’
met gezondheidsklachten’
zoals gezondheidsbeleid, arbeidsomstandighedenbe-
• Het promoten van de BRAVO-leefstijl. BRAVO
Beleidsintegratie
leid, arbeidsvoorwaardenbeleid, organisatiebeleid of
staat voor: (meer) Bewegen, (stoppen met) Roken,
personeelsbeleid. Vaak zijn verschillende personen/
(matig zijn met) Alcohol, (gezonde) Voeding en
afdelingen verantwoordelijk voor dit beleid zoals
(voldoende) Ontspanning. Voor elk van deze
personeelsafdeling, directie en arbocoördinatoren.
aspecten kunnen binnen de gemeente activiteiten
Het gevaar bestaat dat deze verschillende beleidspij-
worden ontwikkeld die de medewerker onder-
lers onvoldoende op elkaar zijn afgestemd. Iedere
steunen bij het ontwikkelen van een gezonde(re)
pijler heeft een eigen doel. Duurzaam inzetbaarheid-
leefstijl. Hierbij kan worden gedacht aan bedrijfs-
beleid vraagt nadrukkelijk om integratie van de
fitness, stoppen met roken campagnes, campagne verschillende beleidspijlers binnen de organisatie. De tegen alcohol op het werk, aanbieden van gezonde
pijlers dienen hetzelfde doel na te streven: duurzame
voeding in de kantine en aandacht voor werk-
inzetbaarheid van medewerkers. Samenwerking
stress. Het beleid kan worden ondersteund door
tussen de verschillende betrokken disciplines is
het uitvoeren van zogenaamde healthchecks.
noodzakelijk. Op individueel niveau kunnen genoemde pijlers
Arbeidssituatie
worden samengevat in een Persoonlijk Duurzaam
Medewerkers verschillen in capaciteiten, omstandig-
Inzetbaarheidsplan (PDI). Hierin wordt voor alle
heden en behoeften. Dit vraagt om afstemming van
pijlers aangegeven wat de risico’s zijn op een vermin-
de arbeidssituatie. We onderscheiden vier deelgebie-
derde duurzame inzetbaarheid. In het PDI staan ook
den: arbeidsomstandigheden, arbeidstaken/arbeids-
acties om deze risico’s op te heffen.
inhoud, organisatie van de arbeid en arbeidsvoorwaarden. Instrumenten en maatregelen voor een
Meer informatie
goede afstemming zijn in voorgaande hoofdstukken
Webdocument 8. Vergroten van duurzame inzetbaar-
behandeld.
heid, www.aeno.nl
Loopbaan De laatste voorwaarde voor duurzame inzetbaarheid, is het afstemmen van de individuele loopbaan van medewerkers op de veranderingen die kunnen optreden in capaciteiten, omstandigheden en behoeften door het ouder worden. Bij medewerkers in fysiek belastende functies kunnen gemeenten loopbaanontwikkeling stimuleren zodat medewerkers op latere leeftijd kunnen doorstromen naar een minder fysiek belastende functie binnen de gemeente of bij een andere werkgever. Instrumenten en maatregelen hiervoor zijn: - functioneringsgesprekken; - scholing en training; - EVC-procedure (Erkenning van Verworven Competenties); - interne of externe mobiliteit binnen verschillende taak- en functieniveaus.
40
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
41
9
De rol van de OR bij fysieke belasting 9.1.
Inleiding
Bij gemeenten met veel fysieke belastend werk in de
Voorbeelden van goede praktijken vindt u in hoofdstuk 6.
buitendienst, kan de ondernemingsraad (OR) een initiërende en toetsende rol vervullen bij de aanpak
Hoe het beste met klachten kan worden omgegaan
hiervan. De OR beschikt immers over een belang-
door een te grote fysieke belasting, vindt u in
rijke, door de WOR en Arbowet gelegitimeerde positie
hoofdstuk 7.
om invloed uit te oefenen op het arbobeleid van de gemeente. De WOR (artikel 27.1d) geeft de OR
Tot slot is er een hoofdstuk 8 opgesteld over duur-
instemmingbevoegdheid op regelingen op het gebied
zame inzetbaarheid. Het vergroten van inzetbaarheid
van veiligheid, gezondheid, welzijn en ziekteverzuim.
van medewerkers is van belang als er dusdanige
Daarnaast beschikt de OR over belangrijke instru-
belastende arbeidsomstandigheden zijn dat mede-
menten als informatie- en overlegrecht. Ook de
werkers niet gezond oud kunnen worden in hun werk.
Arbowet zelf verschaft in artikel 12 een legitimerende
Of indien medewerkers gezondheidsklachten hebben
rol voor de OR, waaronder ook het vergezellen van en
en hierdoor hun belastend werk niet goed meer
overleggen met de Arbeidsinspectie.
kunnen doen.
De OR kan deze arbocatalogus fysieke belasting
In de bijlage van hoofdstuk 5 staat een checklist voor
gebruiken om invulling te geven aan de toetsende rol
evaluatie van de aanpak van fysieke belasting.
om de kwaliteit van het gevoerde arbobeleid te
Ondernemingsraden kunnen deze checklist ook
bewaken. Als er nog te weinig gebeurt op het terrein
gebruiken om zelf een indruk te krijgen van de stand
van fysieke belasting of de aandacht is verslapt, kan
van zaken. De OR kan het management en de arbo
de OR met deze catalogus het initiatief nemen de
coördinator ook vragen met de checklist de aanpak
aanpak weer op een hoger niveau te tillen.
van fysieke belasting te evalueren.
9.2.
De arbocatalogus fysieke belasting bestaat naast
Wat kan de OR doen met de arbocatalogus fysieke belasting?
deze publicatie uit diverse webdocumenten (de
In hoofdstuk 1 vindt u informatie over de stand van
hoofdstukken uit deze publicatie met de volledige
zaken met de aanpak van fysieke belasting in de
informatie) die u kunt vinden op www.aeno.nl.
sector gemeenten en algemene informatie over wat een arbocatalogus is.
9.3.
Tips
• Breng in kaart welke functies te maken hebben Hoofdstuk 2 legt uit welke vormen van fysieke belasting er zijn en tot welke gezondheidsrisico’s deze kunnen leiden.
met fysieke belasting. • Nodig medewerkers uit of zoek ze op. Vraag ze de OR te informeren over hoe het er voor staat met fysieke belasting en de aanpak hiervan.
In hoofdstuk 3 vindt u de arbowetgeving en normen voor fysieke belasting.
• Bepaal of fysieke belasting een specifiek aandachtspunt in het plan van aanpak is. Dit is vooral belangrijk als gezondheidsklachten aan rug,
Hoofdstuk 4 gaat over de aanpak van fysieke belasting
nek, schouders of ledematen een belangrijke
en bevat informatie bestemd voor de arbocoördinator.
oorzaak zijn voor ziekteverzuim. Ook bij veelvuldig risico op overbelasting is dit belangrijk.
Hoofdstuk 5 bevat voorlichtingsmateriaal voor
42
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
• Bepaal of de voorgenomen maatregelen in goede
medewerkers en leidinggevenden, waaronder de
verhouding staan tot de geconstateerde proble-
campagne ‘Schiet op je werk’.
men en of de problemen naar verwachting
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
43
werkelijk zullen verminderen. Denk hierbij ook
Relevante websites
aan kleine (til)hulpmiddelen, aanpassingen in de werkorganisatie en instructies. Kijk ook naar
www.aeno.nl
al genomen maatregelen: zijn die effectief en
A+O fonds Gemeenten
efficiënt geweest en al voldoende benut? Voorkom ‘meer van hetzelfde’ als de impact
www.cnvpubliekezaak.nl
ervan laag zal zijn.
CNV Publieke Zaak
• Als er veel op dit gebied moet gebeuren, adviseer de bestuurder dan om van de verbeteracties een
www.abvakabofnv.nl
project of campagne ‘Fysieke belasting’ te maken
FNV ABVAKABO
onder leiding van een (zwaargewicht) leidinggevende. Dit kan uitsluitend binnen een afdeling of
www.cmhf.nl
dienst zijn, of voor specifieke functiegroepen of
CMHF
werkplekken, maar ook in de gehele gemeente. Adviseer hierbij een participatieve aanpak, dus
www.vng.nl
met betrokkenheid van werknemers en midden-
VNG
kader. Bevorder een beleidsmatige aanpak zodat het niet bij een eenmalige actie blijft. Adviseer
www.arbeidsinspectie.nl
hierin ook betrokkenheid van de afdeling P&O, de
Informatie over melden van klachten, melden
bedrijfsarts/arbodienst of een andere deskundige
ernstige incidenten, etc.
organisatie. Zo kan effectief gebruikgemaakt worden van hun kennis en praktijkervaringen. De campagne ‘Schiet op het werk’ van het A+O fonds Gemeenten kan hiervoor prima worden gebruikt. • Check, wanneer de uitvoering gestart is, zo nu en dan in de wandelgangen bij medewerkers wat ze merken en vinden van de verbeteracties. Geef belangrijke positieve en negatieve signalen door aan de bestuurder. • Meer informatie over de rol van de OR bij arbo beleid, verzuimbeheersing en re-integratie vindt u in het OR-werkboek Samen werken aan gezond werken op http://www.aeno.nl/fileadmin/ Medezeggenschap/Documenten/werkboek_arbo_ OR.pdf
44
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
45
Colofon Opdrachtgever
Uitgave
Stichting A+O fonds Gemeenten Postbus 30435 2500 GK Den Haag 070 373 83 56 © Stichting Arbeidsmarkt- en Opleidingsfonds www.aeno.nl
Gemeenten, Den Haag
[email protected]
juni 2009
Projectteam R. Davits, E. Loozen
Stichting A+O fonds Gemeenten bevordert en ondersteunt vernieuwende activiteiten op het gebied van
Auteurs
arbeidsmarkt en HRM-beleid. Actuele informatie
F. Horsten (Vhp ergonomie), B. de Zwart (Astri),
over de verschillende projecten treft u aan op
Ph. Fiedeldij Dop (De Groene Praktijk), M. A. Tjak
www.aeno.nl
(Atjak Arbo Advies). Redactie: R. Davits, E. Loozen (A+O fonds Gemeenten), Vormgeving Eindredactie: W. Baardemans (BNB Teksten)
Do Company
Met dank aan
Drukwerk
De leden van de begeleidingscommissie Gezond Werk Artoos Drukkerijen A+O fonds Gemeenten: J. Schot (CNV Publieke Zaak), J. Boersma (ABVA
Fotografie
KABO FNV), P. van den Berghe (CMHF), N. Piekaar,
Ermin de Koning
E. Vat (CvA VNG), M. Brorens (IZA), T. Hoonhout (gemeente Leiderdorp), K. Baelemans (gemeente
Oplage
Eindhoven), S. Atminah (gemeente Rotterdam).
5000
De leden van de klankbordgroep Arbocatalogus
ISBN-nummer
Fysieke belasting:
978-90-77681-40-4
S. Hoeve (gemeente Ommen), R. Arends (gemeente Amsterdam, Stadsdeel Oost/Watergraafsmeer),
Rechten
A. Moerkerken (gemeente Wieringermeer),
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave
D. van Lanen (gemeente Bergen), J. Steinmetz
mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een
(gemeente Velzen) J. Kippers (gemeente Almelo),
geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar
E. van Brakel (gemeente Nijmegen), M. Seesink
gemaakt, in enige vorm of op enigerwijze, hetzij
(gemeente Bronckhorst), B. Spekking (gemeente
elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen
Aalten), H.J.W. Groothengel (gemeente Enschede),
of enige andere manier, zonder voorafgaande
L. Schalkoort (gemeente Castricum), T. Lindeman
toestemming van de Stichting A+O fonds Gemeenten.
(gemeente Moordrecht), W. Kruger (GGD gemeente Amsterdam), W. van Kempen (gemeente Rotterdam),
Hoewel aan deze uitgave de grootst mogelijke zorg is
G. Bleus (GGD Zaanstreek), H. Maat (gemeente Zwolle). besteed, kunnen de samenstellers niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele onjuistheden, noch De diverse gemeenten voor het beschikbaar stellen
kunnen aan de inhoud rechten worden ontleend.
van praktijkmateriaal.
46
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten
47
48
Arbocatalogus Fysieke belasting Sector gemeenten