De Arbeidsinspectie maakt deel uit van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en is toezichthouder en handhaver van de wetten op het terrein van arbeidsbescherming, arbeidsmarktfraude en arbeidstijden.
SZW 74P997
Postbus 11563 2502 AN Den Haag www.arbeidsinspectie.nl
Fysieke belasting bij havenarbeid
Fysieke belasting bij havenarbeid Inspecties bij goederenoverslag in de Nederlandse zeehavens en de directe periferie. Een project in het kader van de Europese campagne ‘Verlicht de Last’. Najaar 2007
Inhoudsopgave
Voorwoord
5
1 Samenvatting
7
2 Projectopzet en uitvoering
9
2.1 Aanleiding en doelstellingen
9
2.2 Uitvoering
9
2.3 Communicatie
14
3 Projectresultaten
15
3.1 Totaaloverzicht inspectieresultaten
15
3.2 Resultaten naar aard van de lading
16
3.2.1 Stukgoed
16
3.2.2 Containers
19
3.2.3 Bulklading
21
3.2.4 Roll-on roll-off: lading sjorren
22
3.3 Knelpunten van werkgevers
23
4 Conclusies en aanbevelingen
25
Bijlage NIOSH-methode
27
Voorwoord
‘Verlicht de last’ is in 2007 het motto geweest van de Europese campagne van Arbeidsinspecties in de Europese lidstaten. Dit inspectieproject, gericht op het verminderen van de fysieke belasting in de Nederlandse zeehavens heeft hiervan deel uitgemaakt. Uit dit project blijkt dat fysieke belasting nog steeds een serieus arbeidsrisico vormt. De hardnekkige overtuiging dat een bepaald gedeelte van het werk nu eenmaal fysiek zwaar is en dat daar niets aan te doen is, leeft sterk bij veel bedrijven en werknemers in de havens. Zo ook de houding, dat het probleem vooral elders in de logistieke keten zit en dat in de Nederlandse havens nu eenmaal schepen binnenkomen die ergonomisch onverantwoord volgestouwd zijn. Het zijn juist dit soort overtuigingen die het nemen van effectieve maatregelen in de weg zitten. Bij het zoeken naar oplossingen voor het reduceren van fysieke overbelasting is een actieve en creatieve opstelling van belang: kijk naar wat wel kan; niet naar wat niet kan. Om u daartoe te inspireren zijn in dit rapport tevens voorbeelden van goede praktijken opgenomen. Het terugdringen van fysieke belasting tot aanvaardbare proporties bij de bedrijven in de havens vereist niet alleen aanpassingen binnen de muren van het eigen bedrijf. Het is eveneens nodig dat bedrijven grensoverschrijdende afspraken met leveranciers gaan maken. De Arbeidsinspectie zal de komende jaren via het Havensurveillanceprogramma nauwgezet blijven volgen of werkgevers en werknemers in de bedrijven in de havens zich voldoende inspannen om tot doeltreffende maatregelen te komen om de fysieke belasting aanmerkelijk te verminderen. De winst is er een voor beide partijen en bovendien wederkerig: een gezonde bedrijfsvoering impliceert gezonde werknemers en vice versa. De last wordt niet alleen voor werknemers, maar uiteindelijk ook voor werkgevers verlicht.
Wnd . Algemeen Directeur drs. A. van Dijk
Voorwoord
1
Samenvatting
In dit verslag zijn de resultaten weergegeven van de inspecties naar fysieke belasting in de havens, een project dat gedurende de maanden september tot en met december 2007 is uitgevoerd. Deze inspecties vormden een onderdeel van een Europese campagne ‘Verlicht de last’, die tot doel had om de fysieke belasting in de vervoerssector terug te dringen. In totaal heeft de Arbeidsinspectie bij 134 bedrijven die lading overslaan in de zeehavens inspecties verricht (containeroverslag, bulklading, stukgoedoverslag, visoverslag). Bij ruim een derde van de geïnspecteerde bedrijven (37,3%) bleek sprake van forse fysieke overbelasting, ongeveer de helft van de bedrijven die handmatig goederen overslaan troffen geen of onvoldoende effectieve maatregelen om de fysieke belasting te verminderen. Het is de Arbeidsinspectie opgevallen dat bij werknemers vaak sprake lijkt te zijn van een macho-achtige mentaliteit, die het aan de kaak stellen van fysieke belasting in de weg staat. Bij werkgevers blijkt vaak sprake van onjuiste beeldvorming over de mate van fysieke belasting en de normen die voor fysieke belasting worden gehanteerd. Bovendien leeft bij werkgevers het beeld dat alleen dure of radicale maatregelen zouden moeten worden getroffen. Uit de voorbeelden in dit verslag blijkt dat ook eenvoudige oplossingen zoals bij sommige bedrijven werden aangetroffen effectief kunnen zijn.
Samenvatting
De Arbeidsinspectie roept werkgevers en werknemers op proactief na te gaan welke oplossingen beschikbaar zijn of ontwikkeld kunnen worden om de fysieke belasting bij het overslaan van lading in de havens te verminderen. Daarnaast roept de Arbeidsinspectie werknemers en hun vakbonden, maar ook de brancheorganisaties en werkgevers op, om dit onderwerp bespreekbaar te maken in het bedrijf, en werknemers actief te betrekken in het zoeken naar geschikte en praktische maatregelen om de fysieke belasting te verminderen.
2
Projectopzet en uitvoering
2.1 Aanleiding en doelstellingen Fysieke belasting maakt nog steeds een aanzienlijk deel uit van de dagelijkse werkelijkheid in de havens van veel werknemers die goederen overslaan van de zeeschepen, en helaas fysieke overbelasting ook. Fysieke overbelasting leidt tot aandoeningen aan het bewegingsapparaat en kan leiden tot uitval uit het werk. In Nederland is het percentage arbeidsongeschikten als gevolg van fysieke belasting en klachten aan het bewegingsapparaat ongeveer 28% (CBS StatLine 2007). Fysieke belasting is niet alleen een Nederlands fenomeen, maar speelt in de gehele vervoersketen en in alle havens. Daarom hebben de Europese Arbeidsinspecties in 2007 een inspectieproject uitgevoerd om de fysieke belasting in deze internationale sector te verminderen. Daarmee zal ook het gelijke speelveld voor bedrijven in de Europese lidstaten bevorderd worden. Doelstellingen van dit inspectieproject De Arbeidsinspectie heeft zich ten doel gesteld de fysieke overbelasting bij overslag van lading in de havens terug te dringen door handhaving. Verder wil de Arbeidsinspectie de zelfwerkzaamheid stimuleren van de werkgevers en werknemers in de bedrijven in de havengebieden om maatregelen tegen fysieke overbelasting te treffen en creatieve oplossingen te bedenken. Daartoe reikt de Arbeidsinspectie concrete knelpunten en maatregelen als voorbeeld aan.
2.2 Uitvoering Beoordeling van de fysieke belasting: de NIOSH-methode De basis van de inspecties op fysieke belasting door tilwerkzaamheden is de zogenaamde NIOSH-methode. Met deze methode beoordeelt de inspecteur de mate van fysieke belasting door het maximaal aanvaardbare
Projectopzet en uitvoering
gewicht dat getild mag worden te berekenen. Deze berekening vindt plaats op grond van het gewicht van de te tillen last, het aantal malen dat dit moet worden gedaan, en eventueel andere verzwarende omstandigheden (de houding waarin getild moet worden, de verplaatsingsafstand, de omgevingstemperatuur). Boven het maximale aanvaardbare tilgewicht treedt gezondheidsschade op. Vandaar dat het maximale aanvaardbare tilgewicht ook wel de gezondheidkundige grenswaarde wordt genoemd. Per arbeidssituatie kan dus een ander maximaal aanvaardbaar tilgewicht gelden. Bij veel werkgevers leeft de veronderstelling dat het maximale tilgewicht in alle situaties 23 kg bedraagt. Dat is dus een misvatting. Het werken boven schouderhoogte is bijzonder belastend. De Arbeidsinspectie hanteert hier een maximaal aanvaardbaar gewicht van 4 kg boven de 1.80 meter. Bij het tillen van 8 kg of meer boven deze hoogte is sprake van fysieke overbelasting. Meer informatie over de NIOSH-methode vindt u in de bijlage. Inspectiesystematiek De Arbeidsinspectie hanteert bij het beoordelen van fysieke belasting de volgende lijn: 1. Als er sprake is van fysieke belasting, maar deze blijft onder de gezondheidkundige grenswaarde, dan wordt de inspectie beëindigd. 2. Als de inspecteur werkzaamheden beoordeelt die boven de gezondheidkundige grenswaarde uitkomen, maar deze niet tweemaal overschrijdt, vraagt hij aan de werkgever om de nadere risico-inventarisatie en -beoordeling (RIE) op fysieke belasting. De inspecteur controleert dan of het bedrijf situaties van fysieke belasting heeft beoordeeld en of er passende maatregelen zijn getroffen, zoals beschreven in het
Tremmen Het afsteken van natte of kleffe bulklading van de ruimwanden van een het schip met lange schrapers (5 meter). Risico: fysieke overbelasting van nek, schouders en rug, bij langdurige blootstelling. Richtlijn handhaving: maximaal 4 uur per dag, voldoende vrije bewegingsruimte (3,5 meter).
10
Projectrapportage Fysieke belasting havenarbeid
plan van aanpak bij de RIE. Daarnaast wordt bij de werknemers nagegaan of zij voorgelicht zijn over de risico’s van fysieke belasting en getraind zijn in het beperken van de fysieke belasting. Als de RIE niet correct is uitgevoerd zal de inspecteur de werkgever een waarschuwing geven om deze RIE alsnog in orde te maken, en uiteraard passende maatregelen te treffen. 3. Als de inspecteur werkzaamheden beoordeelt die leiden tot een overschrijding van meer dan twee maal de gezondheidkundige grenswaarde is sprake van fysieke overbelasting. Er is hier sprake van een misstand en de inspecteur zal de werkgever een eis stellen om direct maatregelen te treffen om de fysieke belasting te verminderen.
Sweepen: het bij elkaar “vegen/brengen” van vloeibare (oliën) lading. Sweepen vindt plaats in een tank van een schip met een zuigmond en trekkers. De lading wordt verwarmd en vloeibaar gehouden door een verwarmingselement dat op de bodem wordt geplaatst. De vloeibare lading wordt bij elkaar getrokken naar een zuigmond toe. De temperatuur in de tank is hoog om de lading vloeibaar te houden en de medewerker draagt beschermende kleding.
Inspectie van fysieke belasting door overslagwerkzaamheden De inspecteurs hebben bij laad, los- en overslagsituaties van schepen met bulklading, stukgoed, containers en roll-on roll-off-schepen gelet op het tillen, duwen en trekken, de houding waarin de werkzaamheden moesten worden uitgevoerd, het tempo waarin moest worden gewerkt, de frequentie waarin repeterende werkzaamheden moesten worden uitgevoerd en eventueel verzwarende omstandigheden. De volgende werkzaamheden werden daarbij door de inspecteurs geïnspecteerd: Tremmen: het handmatig lossteken en bijeenschrapen of vegen van losse lading, vaak met lange schrapers die op een lange (circa 4-6 meter) stalen of aluminium staaf zijn geplaatst. Het afsteken van droge lading is over het algemeen geen probleem. Bij aanraking valt de lading. Bij vochtige, kleverige lading is deze werkzaamheid echt zeer zwaar. Zwaar door het hooghouden van het circa 8-15 kg zwaar hulpmiddel en zwaar door de kracht die ontwikkeld moet worden om de lading los te krijgen. Bij het werken met een afschraper is achter de werknemer vrije werkruimte nodig om een goede houding te kunnen aannemen. Deze vrije ruimte moet minimaal 3,5 meter zijn bij stokken van 3,5 tot 7 meter. Bij kortere stokken is het minimaal de stoklengte plus een meter.
Projectopzet en uitvoering
Sweepen Risico: zware fysieke belasting, extra belastend door combinatie met temperatuur en frequentie. Richtlijn handhaving: Op basis van onderzoek en ergonomische uitgangspunten voor statische en dynamische belasting wordt de werkzaamheid sweepen gelimiteerd tot maximaal 1 uur achtereen (gevolgd door 1 uur rust of andersoortig werk).
11
Stekkeren Het aanbrengen en of verwijderen van twistlocks Risico: fysieke overbelasting door krachtzetten en aan te nemen houding. Richtlijn handhaving: nadere inventarisatie RIE en plan van aanpak (maatregelen) en voorlichting werknemers.
12
Projectrapportage Fysieke belasting havenarbeid
Stekkeren: het handmatig vastmaken en losmaken van de (semi)automatische twistlocks, de verbindingsstukken om containers op elkaar vast te zetten. Een twistlock weegt ongeveer 6,5 kg. Hierbij speelt de frequentie en dwangmatige werkhouding een rol in de mate van fysieke belasting. Stuffen en strippen van containers: het in- en uitpakken van een container kan bijzonder belastend zijn als dit handmatig gebeurt. Om een container maximaal te beladen worden pallets vaak geweerd (want kost ruimte) en worden alle gaten en hoeken volgestopt. Het risico is hierbij te zwaar tillen, te hoog tillen, het aannemen van belastende houdingen en het te zwaar duwen en trekken van goederen van en naar de container toe, en in de container zelf. De werkgever kan met zijn leverancier afspraken maken over de wijze waarop de container wordt geladen.
Sjorren van containers of van lading: het hanteren van spanbanden, stangen en kettingen bij het vastzetten van lading in of op het schip. Het werk kan fysiek te belastend zijn bij beperkte werkruimte in combinatie met het gebruik van zware kettingen en stangen. Het werken in semibesloten ruimtes, waar het benauwd kan zijn als gevolg van een hoge temperatuur, te weinig ventilatie in combinatie met uitlaatgassen van de auto’s of trucks die worden gelost. Dit geeft verzwarende effecten op de fysieke belasting. Bij het sjorren van containers worden containers op het dek van het containerschip handmatig met sjorstangen vastgezet of losgemaakt. Deze sjorstangen wegen circa 20 tot 25 kg. Het sjorren vindt plaats in dwangmatige werkhoudingen waardoor het risico op gezondheidsklachten toeneemt
Stuffen en strippen Het in- en uitpakken van containers Risico: (bij geen gebruik hulpmiddelen)zeer hoge fysieke belasting voor vooral rug en houding. Richtlijn handhaving: NIOSH-berekening, nadere inventarisatie RIE en voorlichting werknemers. Ook: situaties van tillen > 8 kg boven de 180 meter.
Sjorren van containers Het vastzetten en of losmaken van containers en of lading op schepen Risico: fysieke overbelasting door kracht zetten en aan te nemen houding Richtlijn handhaving: nadere inventarisatie RIE en plan van aanpak (maatregelen) en voorlichting werknemers.
Projectopzet en uitvoering
13
Monitorvragen Naast het uitvoeren van inspecties heeft de Arbeidsinspectie geïnventariseerd tegen welke knelpunten werkgevers aanlopen, en welke oplossingen en maatregelen zij op dit moment in de praktijk toepassen om fysieke (over)belasting te beperken.
2.3 Communicatie Voordat het inspectieproject door de Arbeidsinspectie is uitgevoerd, is een (Europese) brochure over fysieke belasting opgesteld. Deze brochure is halverwege 2007 verzonden aan brancheverenigingen en vakorganisaties. Verder is via de pers aandacht besteed aan de Europese campagne en dit inspectieproject. Tenslotte heeft de Arbeidsinspectie in het najaar van 2007 een presentatie gegeven over fysieke belasting in de havens voor de Nationale Havenraad. Website ‘vertil je niet’: http://www.handlingloads. eu/nl/5.htm
14
Projectrapportage Fysieke belasting havenarbeid
3
Projectresultaten
De inspecties zijn uitgevoerd in de periode september tot en met december 2007 bij 134 bedrijven. Ongeveer tweederde van de inspecties vond plaats op een laad- en losplaats van de zeehaven. Een derde van de inspecties vond plaats op een laad, los, en/of overslagplaats in de directe omgeving van het haventerrein. De resultaten van de inspecties en de monitor geven een goede indicatie het voorkomen van fysieke (over)belasting in de verschillende laad-, los-, en overslagsituaties in havens en in de directe periferie van de havens.
3.1 Totaaloverzicht inspectieresultaten Bij 50 van de 134 bedrijven heeft de inspecteur een handhavingsinstrument ingezet. Daarbij werden in totaal 69 overtredingen geconstateerd op het gebied van fysieke belasting. Dat wil zeggen dat bij ruim een derde van de bedrijven (37,3%) werkzaamheden met fysieke overbelasting door de inspecteur zijn geconstateerd (overschrijding van meer dan de gezondheidkundige grenswaarde volgens de NIOSH-methode). Bij 84 bedrijven (62,7%) heeft de inspecteur niet handhavend opgetreden. Dit laatste betekent overigens niet dat bij deze bedrijven geen sprake zou zijn van fysieke belasting bij werkzaamheden, maar op het moment van inspectie is geen fysieke overbelasting geconstateerd. Wel/geen overtreding N=134
37,3% geen overtreding 62,7%
Projectresultaten
wel overtreding
De 69 overtredingen hebben geleid tot het geven van waarschuwingen, het stellen van eisen en het uitschrijven van een boeterapport. In 38 gevallen is een waarschuwing gegeven. Vrijwel steeds om in de verplichte risicoinventarisatie en -evaluatie (RI&E) een specifieke beoordeling te maken van de werkzaamheden met fysieke belasting en om op grond daarvan effectieve maatregelen te treffen om de fysieke belasting te voorkomen of te beperken. Een goede beoordeling van de mate van en het soort fysieke belasting die werknemers ondergaan is vaak een eerste vereiste om daadwerkelijk effectieve maatregelen te treffen. Zo is tijdens de inspecties regelmatig geconstateerd dat werkgevers weliswaar enige maatregelen treffen ter vermindering van de fysieke belasting, maar dat deze onvoldoende effectief zijn. Daarbij blijkt dat werkgevers in de veronderstelling verkeren dat er niet meer getild mag worden dan 23 kg, zoals in de bouw gangbaar is. De NIOSH-methode berekent echter het maximaal aanvaardbare tilgewicht op basis van het te tillen gewicht, en neemt daarbij ook in beschouwing de frequentie waarmee getild wordt, de houding waarin lasten worden verplaatst, of lasten boven schouderhoogte moeten worden getild en de manoeuvreerruimte. In 30 aangetroffen situaties waarbij duidelijk sprake was fysieke overbelasting heeft de Arbeidsinspectie specifieke eisen gesteld om direct bepaalde maatregelen te laten treffen. Het betrof onder andere het overslaan van balen cacao. Inmiddels hebben de werkgevers in de cacao naar aanleiding van deze eisen gezamenlijk het initiatief genomen om een breed scala van toepassingsgerichte oplossingen te ontwikkelen. Daarbij is een gespecialiseerd ergonomisch bureau ingeschakeld. In één geval is direct een boeterapport opgesteld, omdat de werkgever in het geheel niet beschikte over een risicoinventarisatie & evaluatie (RIE) en er bovendien in ernstige mate sprake was van fysieke overbelasting.
15
Uit de tabel blijkt dat gemiddeld nog bij ruim de helft van de overslagwerkzaamheden (59 van de 110) fysiek belastende werkzaamheden voorkomt. De verwerking van stukgoed leidt tot de meeste overtredingen (83%), stuffen en strippen van containers komt op de tweede plaats met 73% overtredingen en het sjorren en stekkeren van containers op een derde plaats, met 46%. Uit de kolommen (a) en (b) blijkt dat niet in alle situaties van fysieke (over)belasting overtredingen zijn geconstateerd. Dit komt omdat voor handhaving een situatie van fysieke overbelasting daadwerkelijk in de praktijk door de inspecteur moet zijn geconstateerd.
In ongeveer de helft van de aangetroffen situaties (63) was bij het laden, lossen en/of overslaan sprake van verzwarende omstandigheden. Het betrof vooral weersomstandigheden (45) en omgevingstemperatuur: (vries)kou bij de overslag van ingevroren vis (21) en hitte (4) bij het sweepen van vloeibare lading in het ruim van het schip. Ook gebrek aan fysieke bewegingsruimte (11) levert verzwarende omstandigheden op, vaak in situaties van het sjorren van containers en/of lading, maar ook bij het werken in het ruim van het schip. Tenslotte is er sprake van werkdruk (6). Bij dit laatste speelt mee dat ligtijden in de haven duur zijn, en werknemers vaak per klus worden betaald, waardoor er sprake is van druk om tempo te maken.
3.2.1 Stukgoed In de overslag van stukgoed zijn 28 inspecties uitgevoerd. Het betrof de overslag van vis (7), metaal (4), hout/ papier (4), machineonderdelen (3), aardappelen/fruit (3), cacao (1) en andere stukgoederen (6), zoals zout, vaten vruchtsap, brokken steen, zakken meel en diverse ladingen (waaronder jachten). De stukgoederen waren verpakt in dozen of zakken. Vooral werkzaamheden die onderdeks plaatsvinden, kunnen fysiek overbelastend zijn. Bij 12 inspecties was er sprake van werkzaamheden met een duidelijke handmatige component, zoals het handmatig overladen op pallets (5 maal), het stapelen van goederen (4), het vastzetten/losmaken (4), het duwen en slepen (2) en uit- en inladen (2). In bijna al deze situaties was tevens sprake van fysieke overbelasting, met uitzondering van het vastzetten en losmaken.
3.2 Resultaten naar aard van de lading Onderstaande tabel geeft een overzicht weer van de inspectieresultaten, uitgesplitst naar aard van de lading en naar het aantal inspecties waarin sprake is van handmatige werkzaamheden. Per ladingsoort is de mate waarin fysieke belastende werkzaamheden voorkomen aangegeven, evenals hoe vaak per ladingsoort overtredingen op fysieke belasting/fysieke overbelasting zijn geconstateerd. (NB deze gegevens zijn tot stand gekomen m.b.v. monitorinformatie. Daar niet bij alle 134 inspecties monitorinformatie voorhanden was, betreft het hier een wat kleiner aantal inspecties).
Ladingsoort
Aantal inspecties
Inspecties bij fysiek belastende werkzaamheden
waarvan overtredingen boven grenswaarde (a)
%a
Inspecties bij situaties van fysieke over belasting
waarvan overtredingen 2x NIOSH (b)
%b
Stukgoed
28
12
10
83%
9
9
100%
Containers: stuffen/strippen
34
22
16
73%
16
13
81%
Containers: sjorren/stekkeren
16
11
5
46%
8
5
63%
Bulk
27
10
4
40%
1
1
100%
RoRo
5
4
1
25%
2
1
50%
110
59
36
36
29
Totaal
16
Projectrapportage Fysieke belasting havenarbeid
Een inspecteur trof in de haven van Scheveningen een vriestrawler die gelost werd. In de vriestrawler werd de gevangen vis tijdens de vaart direct verwerkt, ingevroren en verpakt in kartonnen dozen. Het gewicht van de dozen lag gemiddeld rond de 23 kilogram. De dozen bevonden zich op twee niveaus in het vriesruim. Deze ruimtes waren, om economische redenen, maximaal volgestouwd, van bodem tot plafond en van bakboord naar stuurboord. Om de dozen vanuit het vriesruim handmatig op pallets over te brengen, werden in opdracht van de stuwadoor door een extern bedrijf, met een crew van 8 tot 10 jonge sterke mannen aan het werk gezet. Zij brachten de dozen met vis van het ruim naar het dek via twee losluiken van 3x3 meter. Daarbij was sprake van stukloon en tempodwang. Hoe meer pallets de crew vulde, hoe meer er betaald werd. Er werden bijna 200 dozen gemiddeld per persoon per uur handmatig gestapeld in gebukte tot gestrekte houding, met een hoge frequentie en een belastend binnenklimaat van vrieskou. Gegeven de huidige stand der techniek zijn diverse technische en organisatorische mogelijkheden beschikbaar, zoals tilhulpmiddelen, taakroulatie en bijvoorbeeld afspraken om niet hoger te stapelen dan 1.80 om de fysieke belasting te verminderen. In de haven van Harlingen trof de inspecteur werknemers aan die bij de garnalenzeefmachine kisten met een inhoud van 20 kilogram boven de 180 centimeter op pallets stapelden. Ook plastic zakken gevuld met garnalen, gewicht bij steekproef 20,8 kilogram, werden vanuit een kist in de tub van de garnalenzeefmachine getild. Met behulp van de NIOSH-methode is geconstateerd dat de medewerkers aan een te zware fysieke belasting worden blootgesteld en dat er een grote kans was op ernstige gezondheidsschade. Hierbij is gekeken naar de frequentie en het gewicht van de kisten en plastic zakken en naar de hoogte van tillen bij de kisten met garnalen. In de Amsterdamse haven observeerde een inspecteur een situatie waarbij zakken met meel van 50 kg handmatig werden verwerkt. Een woordvoerder van het bedrijf gaf aan dat er gemiddeld 40 ton per persoon per 44% dag overgestapeld wordt. Met behulp van de NIOSHmethode56% is geconstateerd dat de medewerkers aan een te zware fysieke belasting worden blootgesteld en dat er een reële kans bestond op ernstige gezondheidsschade.
een vacuümtiller stond maar deze werd niet gebruikt op het moment dat de inspecteur op bezoek kwam. Werknemers waren desondanks handmatig bezig. Voorbeelden van goede praktijken Bedrijven passen in de praktijk de nodige maatregelen toe, om fysieke belasting te beperken. Maatregelen die werden toegepast waren: taakroulatie (4), gebruik van pallets (3) zodat overslag (deels) gemechaniseerd was met behulp van heftrucks?, gebruik van tilhulpmiddelen (2), sjorbanden (2), gebruik van heftafels (1) en ‘big bags’ in plaats van kleine zakken (1) of pakketten. Een bedrijf in de Amsterdamse haven werkt met een speciale containerkantelaar. De container met zakken cacao wordt via een speciale kantelaar leeggestort op een lopende band. Vervolgens gaan de balen cacao over de band en vallen ze op een pallet die onder de lopende band staat. Door het proces op deze wijze te mechaniseren is hier vrijwel geen sprake meer van fysieke belasting. Voordat dit het geval was en het proces nog op handmatig lossen was gericht werd per persoon ongeveer 50 ton per dag (balen van ongeveer 65 kg) getild.
De directie van een stukgoedverwerker heeft opdracht gegeven aan het personeel dat de pallets niet hoger mogen worden beladen dan 1.80 m (schouderhoogte) om gezondheidsschadelijk tillen te voorkomen, en heeft hiervoor schriftelijke instructies uitgegeven. Vrachtschepen leveren dozen ingevroren vis (21 en 33 kg) aan op pallets. De pallets worden door een Nederlands bedrijf met een heftruck verplaatst naar een kantelaar, waardoor de pallet boven komt te liggen. Vervolgens pakt een ontpalletmachine de pallets weg, en met een heftruck gaan de dozen vis, via een afschuifmechanisme, vervolgens in de container. Zie reportage.
De inspecteurs hebben de aangetroffen situaties in de overslag van stukgoed als verontrustend slecht gekwalificeerd. Opvallend is dat in sommige situaties werkgevers wel hulpmiddelen ter beschikking stelden maar dat deze niet werden benut. Zo was er een bedrijf waar
17
De eerste 2 foto’s geven fysieke overbelasting bij het lossen van lading door Russische bemanning van het schip, het handmatig stapelen van dozen kabeljauw en koningskrab op pallets in het ruim van het Russische schip. Voor de buitenlandse bemanning een fysiek belastende werkzaamheid. Op de tweede foto is te zien dat de volle pallet m.b.v. een takel uit het schip wordt gehesen, wat geen fysieke belasting met zich meebrengt. Vervolgens nemen werknemers van een Nederlands bedrijf de afhandeling van de visdozen over, waar gebruikt gemaakt wordt van hulpmiddelen zoals een speciale vorkheftruck en kantelaar, zie foto 3 t/m 6.
Foto 1: Handmatig stapelen van dozen kabeljauw en koningskrab.
Foto 2: Takelen van volle pallet uit ruim van schip op de kade.
Foto 3: De pallet wordt meegenomen door een speciale vorkheftruck met 5 lepels en daarna op een kantelaar geplaatst.
Foto 4: Hier is de volle pallet op de kantelaar geplaatst.
Foto 5: Volle pallet 90 graden gedraaid, om lading te kunnen plaatsen en de pallet gemakkelijk weg te kunnen halen.
Foto 6: Pallet wordt van stapel gehaald, de dozen blijven via een afschuifmechanisme keurig gestapeld achter, zonder enige fysieke belasting.
18
Projectrapportage Fysieke belasting havenarbeid
Specifiek voor het lossen van diepgevroren vis geldt dat deze fysiek zeer zware handeling gelukkig steeds minder voorkomt. Circa 70% van de betrokken schepen zijn al geschikt of geschikt gemaakt om de dozen op pallets te plaatsen. Voor de overige schepen gaan de betrokken werkgevers een plan van aanpak opstellen. In dit plan van aanpak wordt gezocht naar mechanisatie, verbetering van de werkomgeving en blootstellingsreductie. Een opmerkelijk initiatief hierbij is dat één werkgever onderzoekt of slipsheets als oplossing kunnen werken. Ook heeft een werkgever van een visveiling al haar toeleveranciers (o.a. garnalenkottervissers) een brief gezonden met de mededeling dat zij geen plastic zakken gevuld met garnalen zwaarder dan 15 kilogram mogen aanleveren: doen zij dat toch, dan worden deze niet verwerkt! Het personeel van de visveiling is bevoegd om deze zakken te weigeren. De werkgevers in de cacao hebben gezamenlijk een traject opgezet om voor de verwerking van cacaozakken praktische en ook economisch haalbare oplossingen te genereren die effectief zijn in het reduceren van fysieke belasting. 3.2.2 Containers Sjorren en stekkeren van containers Het handmatig vastzetten en losmaken van containers op het dek van containerschepen met sjorstangen is fysiek zeer belastend. Sjorstangen wegen tussen de 20 en 25 kg en moeten veelal op een beperkt werkbordes, in een belastende werkhouding worden vastgezet en losgemaakt. Aan de wal worden de (semi-)automatische twistlocks vastgezet en losgemaakt. Een twistlock weegt ongeveer 6,5 kg. Bij deze werkzaamheden kan sprake zijn van zeer ongemakkelijke werkhoudingen, eventueel in combinatie met een hoge frequentie. Ook bij chauffeurs van de heftrucks en reachtrekkers en kraandrijvers kan sprake zijn van fysieke belasting (statische lichaamshouding). In 16 inspecties werden situaties van sjorren en stekkeren geïnspecteerd. Bij de 11 inspecties waar werknemers handmatig bezig waren met het vastzetten en loshalen van de sjorstangen, was herhaaldelijk sprake van overschrijding van de grenswaarde en zijn in de meerderheid van de gevallen situaties van fysieke overbelasting aangetroffen. Het loshalen en vastzetten van twistlocks is ook een handmatige uitgevoerde taak, maar leidde maar tot in de helft van de geïnspecteerde situaties tot fysieke overbelasting. Het oordeel over deze aangetroffen situaties van fysieke overbelasting bij sjorren en stekkeren varieerde van verontrustend slecht (3x), slecht (9x) tot niet slecht maar wel onvoldoende ( 6x).
Voorbeelden van goede praktijken Bij het sjorren en stekkeren werden de volgende maatregelen toegepast om het handmatig werken zo veel mogelijk te voorkomen: taakroulatie (7), vastgestelde rustpauzes (5), sjorstangen van kunststof/ aluminium (2), bordes aan boord (t.b.v. sjorren) (1), gebruik van een veiligheidsflat voor twistlocks (1). Als het gaat over technische maatregelen om fysieke belasting bij stekkeren en sjorren te reduceren, kan bij werkzaamheden op het schip gebruik worden gemaakt van een gondel of plateau. Bij werken in het ruim van het schip kan men gebruikmaken van lichtere sjorbanden in plaats van sjorkettingen. Specifiek bij stekkeren is werken vanaf de wal en/of vanaf een veiligheidsflat zowel beter voor de fysieke belasting en veelal ook veiliger. Er zijn bepaalde typen schepen in de containervaart waarbij het zeevast zetten van containers niet meer plaatsvindt door het aanbrengen van sjorstangen, maar geheel automatisch plaatsvindt door de containers tussen daarvoor bestemde geleiderails te plaatsen (cellulaire containerschepen). Bij het laden en lossen van dergelijke type schepen komt geen handmatige component meer te pas.
19
Stuffen en strippen van containers In de haven van Amsterdam troffen inspecteurs eveneens situaties van fysieke overbelasting aan bij het laden van een vrachtwagen. De werknemers behandelden per dag 18.000 tot 20.000 pakketten met een gemiddeld gewicht van 10 kg. Maximaal weegt een pakket 31 kg. Het gewicht staat niet op de pakketen vermeld, dus werknemers kunnen zich er niet op instellen. Er werd eveneens veelvuldig boven de 1.80 meter getild. De betreffende werkgever had zijn werknemers niet voorgelicht over de risico’s van fysieke belasting die met dit type werk samenhangen en evenmin maatregelen getroffen. Bij het stuffen en strippen (in- en uitpakken) van containers is de mate van mechanisatie vaak laag. Daardoor is het risico op overbelasting groot. Bij 34 inspecties werd het stuffen en strippen van een container nader onderzocht. Bij 22 inspecties was er sprake van fysiek belastende werkzaamheden, zoals het stapelen van zware dozen (13 maal) en tilwerkzaamheden (17 maal). Bij 16 inspecties werden situaties van fysieke overbelasting aangetroffen. De inspecteurs hebben de aangetroffen situaties van het stapelen en tillen bij het stuffen en strippen van containers beoordeeld als slecht tot verontrustend slecht. Een inspecteur trof een klussenbedrijf aan dat regelmatig zijn werknemers inzette voor het leeghalen van containers voor verschillende opdrachtgevers. Er werden onder meer zakken veevoer (25 kg) en zakken melkpoeder (20kg) handmatig gelost. Ook dozen wijn werden regelmatig handmatig gelost. De werkgever kon geen risico inventarisatie & evaluatie (RIE) overleggen en had de duidelijk aanwezige risico’s van fysieke overbelasting niet beoordeeld. De werkgever had weliswaar enkele maatregelen getroffen, maar deze waren volstrekt onvoldoende om de gevaren van fysieke overbelasting terug te dringen.
20
Voorbeelden van goede praktijken De inspecteurs troffen de volgende maatregelen aan om het handmatig werken zo veel mogelijk te beperken: taakroulatie (11), elektrische hulpmiddelen (4), slipsheets (3), mini heftruck (3), rollerbanen (2), vastgestelde rustpauzes (1), rollerforks (1), opstap (1), kantelen containers (1) en palletiseren (1). Andere oplossingen om fysieke belasting bij stuffen en strippen van containers terug te dringen zijn o.a.: • inzet van slipsheets, rollerforks, tilhulpmiddel en miniheftrucks bij harde ladingen (dozen, e.d.) • het (mechanisch) kantelen van een container bij het lossen van zakgoed • gebruiken van opstapjes en bordessen als hoger dan 1,8m moet worden gewerkt • gebruiken van overgangen bij ongelijke vloeren • gebruik van elektrisch aangedreven hulpmiddelen bij het verplaatsen van ladingen • letten op houding bij tillen en verplaatsen van lasten (voorlichting en onderricht over ergonomie en fysieke belasting)
Projectrapportage Fysieke belasting havenarbeid
Er zijn ook werkgevers die via afspraken met leveranciers slimme oplossingen hebben weten te regelen, die voor meerdere partijen in de logistieke keten overzee winst oplevert. Zoals een werkgever (wijnhandel) met een vestiging bij een containerterminal. Hij gaf aan met zijn leveranciers in Zuid-Afrika en Chili de afspraak gemaakt te hebben om de onderste wijndozen in de zeecontainer op zogenaamde slipsheets (kunststof vellen) te plaatsen. Bij het lossen van de container kan via een greep op de opzetlepel van de vorkheftruck de slipsheet worden beet gepakt en op de lepel worden getrokken. Dat voorkomt niet alleen fysieke belasting van werknemers bij het lossen, maar door de uitgespaarde ruimte die de pallets zouden hebben ingenomen kan extra lading in de container worden vervoerd. De toepassing van slipsheets was binnen een paar maanden terugverdiend, aldus de werkgever.
Foto 1. De "oude" haak voor het handmatig tillen en verplaatsen van het warmtespiraal
3.2.3 Bulklading Bij de verwerking van bulklading zijn 27 situaties geïnspecteerd, waarvan in 10 situaties fysieke belastende werkzaamheden plaatsvonden. Dit betreft hoofdzakelijk het tremmen en sweepen. Bij sweepen zijn werknemers bezig met het handmatig leegtrekken van vloeibare oliën in tanks met grote trekkers en met gebruikmaking van zware verwarmingsspiralen, die veelal handmatig verplaatst moeten worden. Bij tremmen steekt men met lange schrapers vastgekoekte bulklading van de scheepswand. Tijdens de inspecties is hier in 4 gevallen fysieke belasting geconstateerd, en in één situatie fysieke overbelasting. Het oordeel van de inspecteurs over de situatie bij bulkoverslag, voor wat betreft fysieke belasting, was dat het ‘niet slecht’ was, maar beslist wel onvoldoende. Voorbeelden van goede praktijken Bij de schepen met bulklading, waar sprake is van tremmen of sweepen van lading, paste men de volgende maatregelen toe om het handmatig werken zo veel mogelijk te voorkomen: taakroulatie (6), mechanische hulpmiddelen (5), vastgestelde rustpauzes (2), vaste leidingen (1). Om in een tank vloeibare ladingresten van bijvoorbeeld eetbare oliën te verwijderen worden verwamingsspiralen gebruikt. Deze zijn zwaar en moeten worden verplaatst en opgetild. Een bedrijf in de Rotterdamse haven heeft zelf een eenvoudig tilhulpmiddel (een soort hefboom) gemaakt om het optillen en verplaatsen van deze spiraal te vergemakkelijken. De investeringskosten waren vrijwel nihil (40 euro), de opbrengst in termen van snelheid van het proces en de vermindering van fysieke belasting vele malen groter! (zie fotoreportage 1 t/m 3).
Projectresultaten
Foto 2. De hefboom
Foto 3. Detailfoto van de voet
21
Specifieke technische maatregelen die fysieke belasting bij het tremmen verminderen zijn bijvoorbeeld het gebruik maken van lichtere en/of kortere stokken. Bij sweepen kan men in plaats van handmatige werkzaamheden bijvoorbeeld chemisch reinigen of gebruik maken van mechanische hoge drukreiniging. 3.2.4 Roll-on roll-off: lading sjorren Lading sjorren betreft het vastzetten van lading (veelal wagens) bij roll-on roll- off schepen met gebruikmaking van spanbanden, stangen en kettingen. Het werk is extra zwaar bij beperkte werkruimte en omdat men in het ruim van het schip aan het werk is, waar het benauwd kan zijn bijvoorbeeld als gevolg van hogere temperatuur, te weinig ventilatie in combinatie met uitlaatgassen/dampen van de auto’s of trucks die worden gelost.
NB. bij roll-on roll-off schepen is primair gekeken naar het verzwarende effect op de fysieke belasting. Er zijn tijdens dit project 5 roll-on roll-off schepen geïnspecteerd, waarvan bij 4 duidelijk handmatige en fysiek belastende werkzaamheden plaatsvonden. Het ging om het vastzetten en loshalen van lading (auto’s, trucs, rollend materieel) in zeeschepen. Bij 2 van deze situaties is fysieke overbelasting geconstateerd. Inspecteurs hebben hierbij als oordeel ‘slecht ’en ‘niet slecht maar wel onvoldoende’ aangegeven.
Foto 1: Het “ouderwets” vastzetten van lading met behulp van kettingen en stangen
Foto 2: Het spannen van kettingen en stangen met een ratel
Voorbeelden van goede praktijken Bij de inspecties op roll-on roll-off schepen werden de volgende maatregelen aangetroffen om het werk fysiek minder zwaar te maken: taakroulatie (2), gebruik van sjorbanden i.p.v. kettingen, die lichter zijn in het gebruik (1), het gebruik van een pneumatische spanwartel (1). Ook de ratel is een hulpmiddel om fysieke belasting te verminderen, zie fotoreportage 1 t/m 3:
Foto 3: De ratel (fysiek minder belastend)
22
Projectrapportage Fysieke belasting havenarbeid
3.3 Knelpunten van werkgevers Waarom passen werkgevers maatregelen niet toe? Voor het terugdringen van fysieke belasting bij overslagwerkzaamheden in de havens is vanuit de stand der techniek een breed scala aan oplossingen voor handen. Daarom mag verwacht worden dat deze oplossingen breed worden toegepast. Inspecteurs hebben echter verschillende keren situaties aangetroffen waar naar hun mening gebruik had kunnen worden gemaakt van eenvoudige (standaard)oplossingen. Waarom gebeurt dat niet? Redenen of knelpunten die werkgevers hiervoor aangeven luiden als volgt: • omdat de werknemers er tegen zijn (6x) • vanwege onbekendheid met de maatregel (4x) • omdat met de toepassing van de oplossing tijd verloren gaat (3x) • het zware werk wordt uitbesteed (2) • er geen probleem is (2) • vanwege hogere kosten (1x) • vanwege het gebruiken van verouderd materieel (bijvoorbeeld zware sjorkettingen waar het schip al mee is uitgerust) (1x) Belading Werkgevers ervaren knelpunten die te maken met de wijze waarop schepen en containers zijn beladen. Men wijst naar andere verantwoordelijken in de logistieke keten, die om economische redenen geen maatregelen treffen en waarmee de goederenoverslag in Nederland wordt geconfronteerd. Zo wijst men in geval van cacao-verscheping direct naar de wijze waarop de cacao in Afrika wordt ingeladen. Bij de vriestrawlers wijst men naar de eigenaar van de trawlers die de ruimen ongepalletiseerd volstouwen met dozen vis of men wijst bij uitgaande lading naar de ontvanger die geen pallets wil vanwege het volumeverlies bij het transport. Bij de containers en de roll-on roll-off schepen is men afhankelijk van de uitrusting van het schip. Men heeft geen invloed op hoe de containers gesjord staan of op de sjormaterialen op roll-on roll-off schepen. De Arbeidsinspectie is van mening dat in deze gevallen werkgevers veel meer moeten uitgaan van wat wel mogelijk is. Ontvangers van lading kunnen met hun leveranciers in de exporterende landen afspraken te maken over de wijze van belading. Ook zijn er mogelijkheden om bij de regelgeving voor belading en stuwage, bedoeld voor de ligging en het in balans houden van het schip tijdens de vaart, tevens arbo-aspecten met betrekking tot fysieke belasting mee te nemen. Zo werkt men toe naar een meer geïntegreerde aanpak van veiligheid van het schip aan de ene kant en de gezondheid aangaande fysieke belasting van de bemanning, dan wel van degenen die de ladingoverslag uitvoeren.
Projectresultaten
Alleen de eigen mensen beschermen Er zijn werkgevers die fysieke belasting voor de eigen werknemers zoveel mogelijk tegengaan, bijvoorbeeld doordat men daarvoor de (buitenlandse) bemanning van het schip inschakelt. Zo gaf een stuwadoor aan dat hij het stekkeren niet door zijn eigen mensen liet doen, omdat hij dat te gevaarlijk vond. Hij heeft afgesproken dat de bemanning van het schip dit doet. Een vergelijkbare situatie is ook aangetroffen bij het lossen van ingevroren vis. Dit werd handmatig, met de nodige fysieke overbelasting in combinatie met verzwarende omstandigheden van (vries)kou en beperkte bewegingsruimte, door de bemanning van het schip uitgevoerd en vervolgens met heftrucks en andere gemechaniseerde hulpmiddelen door de Nederlandse werknemers verder overgenomen. Dit zijn ernstige situaties, en in strijd met afspraken over sociale bescherming en arbeidsnormen die via de ILO-verdragen, zijn ondertekend. Niet alle landen hebben deze verdragen echter geratificeerd, en evenmin worden deze normen door alle landen nageleefd. Daar is dus nog flink werk aan de winkel. Oplossingen gaan hier echter de individuele werkgever te boven. Hier zijn vooral internationale partijen (werkgevers- en werknemersorganisaties) en ook de internationale politiek aan zet. De recent ondertekende Decent Work Agenda van de ILO, gericht op het versterken van waardige arbeidsomstandigheden voor alle werknemers, is een nieuw initiatief om wereldwijd landen te activeren voor betere arbeidsomstandigheden, rekening houdend met de specifieke economische situatie van een land. Situaties als hierboven genoemd, dienen in dit kader aan de orde te komen. Ook de Europese arbeidsinspecties kunnen hierin een actieve rol spelen, door misstanden uit hun toezichtspraktijken op de internationale agenda te plaatsen. Misverstand over de tilnorm Regelmatig is gesignaleerd dat werkgevers het beeld hebben dat ‘de norm’ voor fysieke belasting 23 kg zou zijn. Veel werkgevers denken dat als men zich aan deze norm houdt, men dan onder de wettelijke norm voor fysieke belasting zit. De gezondheidkundige grenswaarde (het maximaal aanvaardbare tilgewicht) voor tillen kan per situatie verschillen, al naar gelang het te tillen gewicht, de frequentie waarmee wordt getild, de houding waarmee wordt getild, en het tillen boven schouderhoogte. De Arbeidsinspectie beoordeelt wat het maximaal aanvaardbare tilgewicht is met behulp van de NIOSH-methode.
23
Bedrijfscultuur De aandacht voor veiligheid op de werkvloer is bij veel bedrijven in de havens redelijk ingeburgerd. De Arbeidsinspectie besteedt daar immers al jaar en dag aandacht aan. Als het gaat om de aandacht voor fysieke belasting blijkt dat werkgevers en werknemers dat zien als een facet ‘dat nu eenmaal bij het vak hoort’. Het zwaarste werk is veelal ook nog het populairst. Zo is het sjorren van containers ‘meer waard’ dan het stekkeren. Werknemers maken van de eigen gezondheid meestal geen punt van bespreking met hun werkgevers. In een-op-een-gesprekken van inspecteurs met werknemers laten deze laatsten vaak een ander geluid horen: dan erkennen werknemers de zwaarte van het werk en vinden werknemers het een goede zaak dat de Arbeidsinspectie hieraan aandacht besteed. Europees gelijk speelveld In gesprekken met de Arbeidsinspectie erkennen werkgevers dat meer aandacht voor gezondheid, en dus ook voor fysieke belasting, naast veiligheid in de havens geen overbodige luxe is. Zij wijzen daarbij vooral op de steeds groter wordende problematiek van het vinden van goede arbeidskrachten, als gevolg van tekorten op de arbeidsmarkt. Zij tekenen daarbij aan overtuigd te zijn van het belang van investeringen om de fysieke belasting te verminderen, maar wijzen ook op het belang dat in de Europese zeehavens op een gelijke wijze wordt geïnspecteerd en gehandhaafd, om geen concurrentienadeel te ondervinden door een ongelijk Europees speelveld. Mede hierom is nu juist dit inspectieproject gestart. Het maakt deel uit deel uit van een Europees initiatief dat als doelstelling heeft de handhaving op arbeidsomstandigheden tussen buurlanden te uniformeren en te versterken. Met de Arbeidsinspecties in België en Duitsland, waar vergelijkbare projecten zijn uitgevoerd, worden vervolgafspraken gemaakt over de uitwisseling van inspectieresultaten in de zeehavens en harmonisering van handhaving.
24
Projectrapportage Fysieke belasting havenarbeid
4
Conclusies en aanbevelingen
In dit project is naar voren gekomen dat bij ruim een derde (37,3%) van de geïnspecteerde bedrijven in de havens waar sprake is van het manueel hanteren van lasten overtredingen op het gebied van fysieke belasting zijn geconstateerd. Tevens is naar voren gekomen dat bij bijna de helft van de bedrijven weinig tot geen aandacht is voor de problematiek van fysieke belasting, terwijl het hier toch om bedrijven gaat waar het manueel hanteren van lasten onderdeel is van de dagelijkse werkzaamheden. De Arbeidsinspectie benadrukt hierbij dat zij in haar handhaving zeer terughoudend is bij het optreden tegen fysieke overbelasting (pas bij 2 keer overschrijding van de NIOSH-norm), wat de uitkomst van ‘slechts’ een derde van de bedrijven met overtredingen op dit punt op een bepaalde manier kleurt. Primair zijn werkgevers en werknemers zelf verantwoordelijk, en dienen zij concrete maatregelen te treffen. In de havenbedrijven heerst nog de cultuur dat fysiek zwaar werk ‘er nu eenmaal bij hoort’ en dat havenwerkers erop ‘getraind’ zijn. Zowel bij werkgevers als bij werknemers heerst vaak een onjuist beeld van de wettelijke normen voor fysieke belasting. Men denkt dat met een maximaal te tillen gewicht van 23 kilogram, zoals in de bouw de norm vormt, de kous af is. Fysieke belasting en de indicatie van fysieke overbelasting zijn echter uitermate werksoortgebonden, waarbij het te tillen gewicht slechts één van de factoren is die het maximaal aanvaardbaar gewicht bepaalt. Het investeren in oplossingen en maatregelen om fysieke belasting terug te dringen is nog geen gemeengoed bij de bedrijven. Als er maatregelen worden getroffen, zijn deze vaak voor de hand liggend, zoals taakroulatie, of de inzet van beschikbare tilhulpmiddelen en mechanisatie. Bedrijven moeten hier een actievere houding aan de dag leggen om creatieve oplossingen te ontwikkelen. In de beleving van werkgevers gaat het al snel om grote en dure investeringen, die niet rendabel zouden zijn. Uit de voorbeelden van
Conclusies en aanbevelingen
goede praktijken in dit rapport blijkt dat ook zeer eenvoudige praktische hulpmiddelen en oplossingen effectief kunnen zijn. Bovendien zijn investeringen in het voorkomen van arbeidsuitval van werknemers, met het oog op de nu al merkbare tekorten op de arbeidsmarkt en verdergaande vergrijzing van de beroepsbevolking, ook van groot bedrijfseconomisch belang. De meer ‘revolutionaire’ oplossingen, zoals het maken van afspraken met leveranciers, lijkt voor velen een stuk lastiger. Ook hier blijkt uit enkele getoonde voorbeelden dat dit lonend kan zijn. Nog ‘verder weg’ gelegen oplossingen lijken al helemaal niet aan de orde. Zo zijn er bepaalde type schepen in de containervaart waarbij het zeevast zetten plaatsvindt door containers geheel automatisch tussen daarvoor bestemde geleiderails te plaatsen (cellulaire containerschepen). Bij het laden en lossen van dergelijke typen schepen komt geen handmatige component meer te pas. Het lijkt raadzaam om vanuit arbo-optiek de voor- en nadelen van dit type schepen nader te onderzoeken en daarbij deskundigen te betrekken van verzekeraars, ingenieursbureaus en ergonomische adviesbureaus. Het baart de Arbeidsinspectie zorgen dat bij werknemers in de havens nog steeds een machomentaliteit te bespeuren is. Deze houding bemoeilijkt het bespreekbaar maken van fysieke belasting met de werkgevers, en werpt zo een extra drempel op voor het zoeken naar concrete oplossingen om de fysieke belasting te verminderen. De Arbeidsinspectie acht het uitermate schrijnend dat de bescherming van de eigen werknemers ten koste gaat van fysieke overbelasting van bijvoorbeeld ingehuurd personeel en/of de buitenlandse bemanning. Op dit punt valt nog zeer veel te winnen. Daarnaast is gebleken dat afspraken met handelaren van overzee mogelijk zijn en tot interessante win-win situaties hebben geleid. Ook op dit punt kunnen partijen nog veel winst boeken.
25
De Arbeidsinspectie constateert dat wereldwijd nog zeker geen sprake is van een ‘level playing field’. Dit terwijl ladingoverslag in de havens een uitermate internationaal karakter heeft. Er is dan ook voor verschillende partijen nog het nodige werk aan de winkel, o.a. werkgevers, werknemers brancheorganisaties, de EU en ook diverse maritieme organisaties. Wat de Arbeidsinspectie betreft: zij zal in internationaal verband met collega-inspectiediensten en in haar verdere internationale contacten zoals de ILO, de problematiek van fysieke belasting in de havens en in het bijzonder de uitkomsten van dit inspectieproject onder de aandacht brengen. Verder zal aandacht voor fysieke belasting een belangrijk inspectieonderwerp blijven in het kader van het inspectieprogramma havens. De Arbeidsinspectie doet twee aanbevelingen aan de werkgevers en werknemers van overslagbedrijven in de havens:
Aanbeveling 1: Meer creatieve maatregelen De Arbeidsinspectie vindt het van belang, naast de toepassing van al bestaande en goed werkende maatregelen, dat bedrijven actiever zoeken naar en investeren in creatieve maatregelen die fysieke belasting voorkomen of beperken. De Arbeidsinspectie roept bedrijven en brancheorganisaties op om zich te laten inspireren door de voorbeelden van goede praktijken binnen, maar ook buiten de eigen branche. Het is daarbij de moeite waard de ‘revolutionaire’ oplossingen niet meteen terzijde te schuiven, maar serieus te onderzoeken op effectiviteit en haalbaarheid.
Aanbeveling 2: Bespreekbaar maken van fysieke belasting De Arbeidsinspectie vindt het van belang dat werk nemers, werknemersorganisaties, brancheorganisaties en individuele werkgevers het onderwerp fysieke belasting bespreekbaar maken. Dat vergt dat de heersende cultuur en houding bij werknemers doorbroken wordt. Werknemers kunnen actief betrokken worden in het zoeken naar creatieve oplossingen voor ervaren fysieke belasting. Dat zal het draagvlak vergroten voor het implementeren van maatregelen.
26
Projectrapportage Fysieke belasting havenarbeid
Bijlage: NIOSH-methode
Beoordeling tilsituaties Voor het bepalen van het aanbevolen tilgewicht (RWL = Recommended Weight Limit), ontwikkelde het Amerikaanse ‘National Institute of Occupational Safety and Health’ (NIOSH) een evaluatiemethode. Hierbij wordt rekening gehouden met de volgende factoren: H: horizontale afstand van de last tot enkels V: verticale afstand van de last tot enkels D: verticale verplaatsingsafstand van de last A: romprotatie, asymmetriefactor F: trilfrequentie C: contact met de last
De NIOSH-methode kan gebruikt worden wanneer de tilhouding vrij kan worden gekozen en als de last met twee handen wordt opgepakt. In optimale omstandigheden bedraagt het aanbevolen gewicht dan 23 kg. Dit gewicht wordt vermenigvuldigd met de 6 factoren die variëren tussen 0 en 1 (de optimale situatie). Het uitgangspunt van de NIOSH-norm is dat het grootste deel van de bevolking (99% van de mannen en 75% van de vrouwen) zonder gezondheidsrisico de tilhandeling kan uitvoeren. Deze grens zou overeenkomen met een energieverbruik van 3.5 kcal/min of met een drukkracht van 3400 N op de tussenwervelschijf van L5-S1. Voor tilsituaties die niet voldoen aan de voorwaarden van de NIOSH-methode (bijvoorbeeld de tilhouding kan niet vrij gekozen worden of waarbij de last met één hand wordt opgepakt) levert de NIOSH-methode te hoge grenswaarden.
NIOSH-formule: RWL = 23kg * Hf * Vf * Df * Af * Ff * Cf Hf = 25/H (minimaal 25cm tot maximaal 63 cm) Vf = 1 – 0.003 x |V-75| (maximaal 175 cm) Df = 0.82 + 4.5/D (verplaatsing < 25cm, dan Df = 1) Af = 1 – 0.0032 A (in °) (rotatie moet < 125° zijn) Ff = aantal keer per minuut, uit tabel (minstens 0,2) Cf = uit tabel
NIOSH-methode
27
Voorbeeld pallet beladen
Gegevens: * Last 18 kg, doos 45 x 45 x 30 cm. * Frequentie: Op de pallet (hoogte 10 cm) worden per laag 5 dozen gezet. Dit duurt ongeveer 1 minuut per laag. * De werknemer doet dit ongeveer 1,5 uur per dag * Hij tilt de dozen onderaan, waarbij hij de handen 90 graden om de last kan houden. * Hij kan door stappen recht voor de last staan en de last dichtbij het lichaam houden. Beoordeling volgens NIOSH: Beginsituatie Parameters
1e laag
2e laag
4e laag
Factoren
1e laag
2e laag
4e laag
H(meten of 20/25 +1/2 doosdiepte)
35
35
35
Hf
0.71
0.71
0.71
Vbegin
50
50
50
Vf
0.93
0.93
0.93
D
40
5
95
Df
0.94
1.00
0.87
F
5/min
5/min
5/min
Ff
0.6
0.6
0.6
C
gewoon
gewoon
gewoon
Cf
0.95
0.95
0.95
A
0 gr
0 gr
0 gr
Af
1.00
1.00
1.00
8.1
8.7
7.5
RWL Eindsituatie Parameters
1e laag
2e laag
4e laag
Factoren
1e laag
2e laag
4e laag
Heind
40
35
35
Hf
0.63
0.71
0.71
Veind
10
55
145
Vf
0.81
0.95
0.81
D
40
5
95
Df
0.94
1.00
0.87
F
5/min
5/min
5/min
Ff
0.6
0.6
0.6
C
gewoon
gewoon
gewoon
Cf
0.95
0.95
1.00
A
0 gr
0 gr
0 gr
Af
1.00
1.00
1.00
6.3
8.7
6.6
RWL
28
Projectrapportage Fysieke belasting havenarbeid
Risico-inschatting: Voor het inschatten van het risico wordt de lifting index (Li) gebruikt. De lifting index is de verhouding tussen het gewicht dat effectief getild wordt en het aanbevolen gewicht. Deze waarde geldt als risico-indicator: < 1 : geen probleem 1-2 : aandacht nodig voor aanpassing > 2 : onmiddellijk aanpassen In dit voorbeeld: Last is 18 kg. RWl = 6.3 Lifing index is: 18/6.3 = 2.86. In dit voorbeeld wordt de NIOSH-norm fors overschreden. Tevens kan de 5e laag niet met de NIOSH worden beoordeeld. Deze is zondermeer te hoog/zwaar. Maximale pakhoogte is 175cm
NIOSH-methode
29
Colofon Projectnummer: A851 Projectleider Arbeidsinspectie
Mw. drs. J.G.M. van Vlerken Oudenoord 6 Postbus 820 3500 AV Utrecht Telefoon 030 230 5600 Specialist Fysieke belasting
Dhr. A.G. Moss Janspoort 2 Postbus 9018 6800 DX Arnhem Telefoon 026 355 7111 Landelijk Projectsecretaris
Dhr. W.J. Legel Stadionweg 43C Postbus 9580 3007 AN Rotterdam Telefoon 010 479 8376
30
Projectrapportage Fysieke belasting havenarbeid
De Arbeidsinspectie maakt deel uit van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en is toezichthouder en handhaver van de wetten op het terrein van arbeidsbescherming, arbeidsmarktfraude en arbeidstijden.
SZW 74P997
Postbus 11563 2502 AN Den Haag www.arbeidsinspectie.nl
Fysieke belasting bij havenarbeid