PROJECTPLAN INSPECTIEPROJECT Ambulancezorg
A 895 Onderwerpen: . Fysieke belasting . Agressie & geweld (PSA) . Biologische agentia . Arbeidstijden
Inspectieperiode 1 september 2008 tot en met 31 december 2008
Versie 29072008
Colofon Arbeidsinspectie Den Haag
: 31 juli 2008
Projectnummer
: A 895
Inspectieonderwerpen
: fysieke belasting agressie & geweld biologische agentia arbeidstijden
AI-bedrijfstakdirectie
: Dienstverlening
manager Strategie
: Johan Jol
landelijk projectleider
: Jacques van der Pols
landelijk projectsecretaris
: Fred van de Kamp
Voor vragen van de pers
: Ministerie van SZW afdeling Persvoorlichting 070-3335323
looptijd project
: 1.9. 2008 tot en met 31.12.2008
correspondentieadres:
: Arbeidsinspectie, kantoor Arnhem t.a.v.: F. van de Kamp Postbus 9018 6800 DX ARNHEM
2
Inhoudsopgave
Colofon .................................................................................................................................................. 2
1. Aanleiding en doelstellingen ................................................................................................ 4 2. Inspectiedoelen/inspectievragen ......................................................................................... 6 3. Omvang, opzet en onderwerpen van het inspectieproject ................................................................ 7
4 Uitvoering ............................................................................................................................. 9 5.0 Instrumenten...................................................................................................................... 9
3
1. Aanleiding en doelstellingen Aanleiding De ambulancezorg is een sector die te maken heeft met aanzienlijke arbeidsrisico’s. Dit komt onder andere door de aard van het werk, de omgeving waarin en de omstandigheden waaronder het werk moet worden uitgevoerd. Fysieke belasting (o.a. tillen, duwen en trekken onder vaak moeilijke omstandigheden) en psychische belasting (o.a. werkdruk, agressie, onveiligheid en traumatische ervaringen) zijn belangrijke arbeidsrisico’s in de ambulancezorg. De Ambulancezorg bestaat uit 22 regio’s Regionale Ambulance Vervoer (RAV’s) waarin diverse diensten werkzaam zijn, zowel particulier als vanuit de overheid (gemeenten en ziekenhuizen) aangestuurd. Kenmerk is de kleinschaligheid van de sector en de relatief geringe functiedifferentiatie (ten opzichte van bijvoorbeeld personeel in ziekenhuizen). Er zijn drie verschillende Cao’s in de sector: de CAO voor gemeenten (CAR-UWO), de CAO voor de ambulancezorg (particuliere diensten) en de CAO voor ziekenhuizen. In totaal zijn er (2007) 22 instellingen/diensten voor ambulancezorg, met ongeveer (Ambulancezorg Nederland heeft een actuele adressenlijst) 4.400 medewerkers die in de ambulancezorg werkzaam zijn. Naast regulier (ziekenhuis)vervoer van patiënten vindt uitruk plaats naar incidenten (accidenten). Vooral deze laatste activiteit vraagt veel van de inzet en creativiteit van de ambulancemedewerkers, zowel van centralisten, de chauffeurs als de verpleegkundigen. Stressbestendigheid is een vereiste, naast het snel en adequaat kunnen ingrijpen. In 2002 is een Arboconvenant afgesloten, dat liep tot en met medio 2006. Uit de eindevaluatie van het Arboconvenant ambulancesector concluderen we dat gedurende de convenantsperiode tal van activiteiten zijn uitgevoerd en maatregelen zijn geïmplementeerd die geleid hebben tot een vermindering van het verzuim en een afname van de fysieke en psychische belasting. Een belangrijk aandachtspunt voor de toekomst is de borging op bedrijfsniveau. Tijdens de looptijd van het convenant is veel bereikt in de ambulancesector. Duidelijke succesfactoren zijn de brede implementatie van ergocoaches (In 2006 zijn 105 ergocoaches en 22 trainers opgeleid) en Bedrijfs Opvang Teams en de goede ervaringen van medewerkers met de ontvangen ondersteuning. Ook de cursus ‘omgaan met agressie en geweld’ is goed bezocht en gewaardeerd door medewerkers. Daarnaast signaleren diverse ambulancediensten een groeiende bewustwording onder de medewerkers van de gezondheidsrisico’s die het werk met zich meebrengt en het belang van preventieve maatregelen en een gezonde leefstijl. Desalniettemin zijn er nog een aantal noodzakelijke stappen te zetten om het arbobeleid de komende periode goed op orde te krijgen. Zo is een aantal voorgenomen maatregelen op het gebied van fysieke en psychische belasting nog niet of niet sectorbreed gerealiseerd, mede door de bewuste keuze van de Branche begeleidingscommissie (BBC) om haar activiteiten enigszins te temporiseren opdat de sector niet overvoerd zou worden met producten en maatregelen. Door de basis die de afgelopen jaren is gelegd, is de kans op succesvolle implementatie van geplande en te ontwikkelen maatregelen aanzienlijk vergroot. De structurele en sectorbrede borging van het ontwikkelde arbobeleid vormt een belangrijk aandachtspunt voor de toekomst, met name omdat in deze sector sprake is van een relatief grote zelfstandigheid van individuele ambulancediensten en medewerkers. Een slagvaardige brancheorganisatie met voldoende draagvlak onder de betrokken partijen kan verder een belangrijke voorwaardenscheppende rol vervullen. Afspraak met de sector was dat na afloop van het convenantstraject een inspectieproject uitgevoerd zal gaan worden met als doel de bedrijven te prikkelen om de zelfwerkzaamheid verder te bevorderen
4
en te stimuleren tot een adequate invulling van het arbozorgsysteem. Verder beoogt het project inzicht te verschaffen in hoeverre sprake is van een goed nalevingsniveau. De uitkomsten van het inspectieprojecten uit 2002 zijn, naast de ontwikkelingen vanuit het convenant, mede van belang geweest voor het bepalen van de prioriteit die de AI zou moeten geven voor de ambulancezorg in 2008.
In de Ambulancezorg werd in 2002 geconstateerd dat: ¾ ¾
¾
bij de 37 bezochte ambulancediensten overtredingen zijn vastgesteld De RIE is bij 50% niet in orde: er werden 197 tekortkomingen ATW gesignaleerd, waarvan 17 m.b.t. onderwerpen waarvan de ATW verruimende bepalingen speciaal voor ambulancezorg heeft opgenomen, daarnaast waren er 26 tekortkomingen op het terrein van biologische agentia en 20 x m.b.t. fysieke belasting. M.b.t. beleid agressie en geweld zijn 10 overtredingen vastgesteld.
Wel werd geconstateerd dat de zelfwerkzaamheid in de branche goed op gang is gekomen.
Bij de wijziging van de Arbowet is afgesproken om bedrijven vanuit de Arbeidsinspectie via arbobrochures, vooraf en tijdig, beter te informeren over de meest belangrijke arbeidsrisico’s in hun sector. Hierbij wordt een groter beroep gedaan op het eigen initiatief en de eigen verantwoordelijkheid van de sociale partners in die sector. Voor de sector Ambulancezorg is eind mei 2008 deze brochure verzonden naar alle betrokken instellingen. versie april 2006
De volledige tekst van de brochure Arbeidsrisico’s in de Ambulancezorg is te vinden op de website van de Arbeidsinspectie: www.arbeidsinspectie.nl De wijze van toezicht van de Arbeidsinspectie is aan het veranderen (het zogenoemde Nieuwe Inspecteren). De inspecteur richt zich in het bijzonder op de ernstige knelpunten. Bij het beoordelen van risico’s wordt meegewogen hoe de opstelling van de werkgever is en hoe een instelling de arbeidsrisico’s heeft aangepakt. Er is meer ruimte voor de inspecteur om, binnen zekere grenzen, maatwerk toe te passen. Het uitgangspunt is vertrouwen in de werkgever, waarbij hard zal worden opgetreden waar het moet, maar zacht waar het kan (stimulering).
De sector is inmiddels aan de slag gegaan met het opzetten van een arbo-catalogus.
5
2. Inspectiedoelen/inspectievragen Ten aanzien van dit project is als doelstelling geformuleerd: 1. Vergroten van de naleving door: ¾
het bevorderen van de zelfwerkzaamheid en stimuleren tot de verdere invulling van een adequaat Arbozorgsysteem;
¾
daarnaast beoordelen in hoeverre sprake is van een goed (verbeterd) nalevingsniveau in de sector met betrekking tot: ¾ ¾ ¾ ¾
de aanpak van de fysieke belasting; de bescherming van de werknemers tegen agressie & geweld; de bescherming van de werknemers tegen biologische agentia; de invulling van de arbeids- en rusttijden (o.a. risico dubbele banen).
Van een substantiële verbetering is sprake als in de onderzochte instellingen, vergeleken met het vorige project (2002), op de genoemde arbo-onderwerpen men aantoonbaar meer de beschikking heeft over adequate arbo-beleids- en beheersinstrumenten 2. Heeft de toegezonden brochure Ambulancezorg tot nieuwe arbo-initiatieven en een grotere zelfwerkzaamheid (een van de doelstellingen van de brochure) geleid binnen de Ambulancediensten 3. Neemt de sector de handschoen op met betrekking tot een bijdrage aan het BZK-programma Veilige Publieke taak?
6
3. Omvang, opzet en onderwerpen van het inspectieproject Omvang Het inspectieproject wordt uitgevoerd bij alle 35 ambulancediensten waarbij in totaal ongeveer 4400 medewerkers werkzaam zijn. Bij elk van deze instellingen kunnen meerdere locaties geïnspecteerd worden. Generaliseerbaarheid van de resultaten Er is sprake van een representatief onderzoek waarbij, op basis van de resultaten bij alle geïnspecteerde diensten, uitspraken gedaan kunnen worden die gelden voor de gehele sector ambulancezorg. De geplande looptijd van het inspectieproject is van 1 september 2008 tot en met 31 december 2008. Opzet Door het sturen van een aankondigingsbrief worden de instellingen en hun ondernemingsraden uitgebreid geïnformeerd over het inspectieproject. Daarin wordt verwoord wat de inspectieonderwerpen zijn en op welke wijze de handhaving plaatsvindt. Verder zal verwezen worden naar de brochure die voor de sector Ambulancezorg opgesteld is. Ook wordt vermeld dat overleg heeft plaatsgevonden met de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en met sociale partners Ambulancezorg Nederland (AZN), Abvakabo FNV en CNV Publieke Zaak). Met de Inspectie Gezondheidszorg (IGZ) heeft overleg plaatsgevonden over de ontwikkeling en de uitvoering van dit inspectieproject. Gezamenlijke inspecties zullen niet plaatsvinden, wel is afgesproken dat inspecteurs van IGZ de AI-inspecteurs bij enkele inspecties vergezellen. Wezenlijk element vormen uiteraard de inspecties op de werkvloer en de contacten met de medewerkers daarbij. Een vertegenwoordiger van de Ondernemingsraad wordt in de gelegenheid gesteld om de inspecteurs bij hun inspectie te vergezellen.
Onderwerpen De inspectieonderwerpen zijn: 1. Fysieke belasting Verpleegkundigen en chauffeurs van ambulances worden voortdurend blootgesteld aan een bepaalde mate van fysieke belasting, zoals het handmatig verplaatsen van patiënten, het trekken en duwen van brancards, het tillen van koffers en bewakingsapparatuur. Fysieke belasting op zich is niet gezondheidsbedreigend, te veel of te eenzijdige fysieke belasting wel. Dat kan leiden tot klachten aan het bewegingsapparaat, tot gezondheidsschade en zelfs tot uitval uit het arbeidsproces. Fysieke overbelasting hangt samen met de aard en de duur van de werkhouding, de grootte van de krachten die mensen aanwenden en de frequentie waarmee een taak wordt uitgevoerd. Een andere oorzaak van de klachten zijn de ongunstige werkhoudingen die medewerkers vaak innemen tijdens hun werk. Hierbij moet ook gedacht worden aan de medewerkers op de meldkamer, die beeldschermwerk uitvoeren. Door het bijzondere karakter van het werk kunnen sommige werksituaties ( autowrakken of trappen) moeilijk beïnvloed worden. Zwaar tillen of te lang in moeilijke houdingen werken kan niet altijd voorkomen worden. Maar met een goede voorbereiding en een stap- voor- stap aanpak, zoals vermeldt in de praktijkrichtlijn, kan er wel veel fysieke belasting voorkomen worden. 2. Agressie en geweld Onder agressie en geweld worden in dit project incidenten verstaan, waarbij een medewerker door derden, zoals slachtoffers, patiënten, bewoners of hun relaties, psychisch of fysiek wordt lastig gevallen, bedreigd of aangevallen, onder omstandigheden, die rechtstreeks verband houden met het verrichten van arbeid. Omstanders, maar ook lastige patiënten en familieleden weten zich vaak niet te beheersen . Ambulancepersoneel krijgt verder te maken met agressie bij psychiatrische patiënten,
7
personen onder invloed en bij uitgaansgelegenheden. Ook centralisten ervaren meer verbale agressie bij meldingen. Medewerkers in het ambulancevervoer ervaren deze vormen van agressie en geweld steeds vaker in hun dagelijks werk. Uit het onderzoek naar ongewenst gedrag tegen werknemers met een publieke taak blijkt dat negen op de tien werknemers in de sector ambulancezorg het slachtoffer is geworden van agressie of geweld door externen. In het kader van het Arboconvenant Ambulancezorg, welke in 2007 is afgerond, is een cursus “omgaan met agressie en geweld “ontwikkeld. Uit de eindevaluatie blijkt dat meer dan de helft van de medewerkers deze cursus heeft gevolgd. Bij incidenten kunnen medewerkers een beroep doen op Bedrijfs Opvang Teams (BOT). Met het programma Veilige Publieke Taak wil de minister van Binnenlandse Zaken een stevige impuls geven aan de aanpak van agressie en geweld tegen medewerkers met een publieke taak. In dit kader wordt in 2008 gewerkt aan publieksvoorlichting en opleiding van ambulancepersoneel. In het project zal getoetst worden of de beoogde aanpak ook goed doorgedrongen is tot op de werkvloer.
3. Biologische agentia (gericht op infectieziekten) Werknemers in de ambulancezorg zijn meestal alert op werkzaamheden en situaties waar de kans op besmetting met een bloed overdraagbare infectieziekte aanwezig is. Bij regulier vervoer en de noodoproep zijn zij zich bewust van het risico op bloed overdraagbare aandoeningen als hepatitis B, C en HIV bij de wondbehandeling, infuus aanleggen, injecties geven. De kans op een prikaccident neemt toe bij onrustige en angstige patiënten, opdringerig en soms agressief publiek, een gevaarlijke of krappe omgeving en tijdsdruk. Bij het vervoer van patiënten met een onbekende infectieziekte van huis naar het ziekenhuis gaat het meer om de agentia die door (in)direct contact of via de lucht besmettelijk kunnen zijn. Alertheid op dit risico is minder vanzelfsprekend. De praktijk ten aanzien van het (gestructureerd) nemen van maatregelen is lastig en weerbarstig. In dit inspectieproject gaat het om de praktijk. Werkt de bescherming, het zorgsysteem, van werknemers tegen ernstige infectieziekten die zij in het werk kunnen oplopen?
4. Arbeidstijden Uit het plan van aanpak bij het arboconvenant ambulancezorg 1 is gebleken dat ruim 60% van de medewerkers het ambulancewerk geestelijk erg inspannend vindt (Nivel 2002). Bijna de helft van de ambulancechauffeurs en –verpleegkundigen ervaren het werken in onregelmatige diensten ook als erg belastend, evenals het werken in volcontinue roosters (nacht- en dagdiensten, aanwezigheids-, bereikbaarheids- en consignatiediensten). De inpassing daarvan in de privé situatie maakt het soms lastig verlofdagen op te nemen. Doordat er sprake is van continudiensten, men moet tenslotte 24 uur per dag en 7 dagen per week beschikbaar zijn, levert de invulling van de arbeids- en rusttijden de nodige problemen op. Mede doordat ambulancemedewerkers er soms 2 banen op na houden. Beide werkgevers dienen de werken rusttijden zodanig af te stemmen dat geen sprake wordt van overschrijding van de arbeidstijdennormen. En dat gebeurt veelal niet, omdat de werkgever er niet naar vraagt (inventarisatieplicht), de werknemer er liever over zwijgt, terwijl toch algemeen bekend is dat ambulancechauffeurs en –verpleegkundigen 2 banen kunnen hebben. De inspecteurs zullen in het inspectieproject Ambulancediensten voor de controle op arbeids- en rusttijden van de ambulancechauffeurs en -verpleegkundigen gebruik gaan maken van het controlemiddel Working Time Evaluator, ontwikkeld door Dehora Consultancy Group B.V. Dit bedrijf heeft het voor de markt al bestaande WTE instrument voor de arbeidsinspectie aangepast zodat inspecteurs op een snelle en adequate wijze hun controles op de arbeids- en rusttijden kunnen uitvoeren.
1
Het volledige arboconvenant betreffende psychische en fysieke belasting en terugdringing ziekteverzuim is te vinden op www.sovam.nl
8
4 Uitvoering De inspecties staan gepland voor de periode van 1 september 2008 tot en met 31 december 2008. De startvergadering is op 26 augustus 2008 en wordt gehouden bij de RAV Bilthoven.
5.0 Instrumenten De inspecties door de Arbeidsinspectie vormen het sluitstuk van een aantal voorafgaande activiteiten zoals daar zijn: -
Het geven van voorlichting door deskundigen (bijv. Arbodienst)
-
Het stimuleren van de zelfwerkzaamheid door het toezenden van de brochure
-
Brancheactiviteiten gestimuleerd door de sociale partners (AZN en vakbonden)
De handhavingsinstrumenten zijn, naast de stimuleringsbrief, de waarschuwing, de eis en eventueel de boete.
9