Verslag expertmeeting Leidsenhage 12 maart 2009, Gemeentehuis Leidschendam
Koningin Wilhelminalaan 2 Leidschendam Postbus 905 2270 AX Voorburg Telefoon 14 070 Fax (070) 320 13 02 www.leidschendam-voorburg.nl
[email protected]
Op donderdag 12 maart 2009 werd met veertig experts op het gebied van retail en ondernemen dieper ingegaan op de kansen voor Leidsenhage in de toekomst. Ondernemers, eigenaren en de gemeente hebben de handen ineen geslagen om gezamenlijk te kijken naar de toekomst van winkelcentrum Leidsenhage. Vanaf 1 februari tot en met 11 maart kon iedereen die dat wilde op tal van manieren meedenken. Tijdens deze bijeenkomst, onder leiding van Concire, leveren verschillende experts hun inbreng. De bedoeling is om op een andere manier te kijken naar Leidsenhage. Ieder kan vanuit zijn eigen ervaring en achtergrond een waardevolle bijdrage leveren aan de toekomst van Leidsenhage. Na een algemene inleiding volgen vier inleiders, die de kwestie benaderen vanuit verschillende invalshoeken. Daarna volgt een plenaire discussie. Architect en stedenbouwer Jan Metz zorgt voor een visueel verslag.
In de gemeente Leidschendam-Voorburg ligt het winkelcentrum Leidsenhage. Een regionaal winkelcentrum waar gratis parkeren, uitstekende bereikbaarheid en evenementen de belangrijkste kernkwaliteiten zijn. Op dit moment heeft het winkelcentrum voornamelijk de functie van ‘koopfabriek’, maar er is behoefte aan een impuls van vitaliteit en elan. In opdracht van de gemeente Leidschendam-Voorburg ontwikkelde Concire drie perspectieven als denkrichting voor de toekomst van Leidsenhage: 1. 2.
Leidsenhage Winkelparadijs: Leidsenhage wordt hét winkelcentrum voor de regio. Leidsenhage Inspirerend podium: naast winkelen een podium voor verblijf en ontmoeting.
3.
Er kan schaalvergroting plaatsvinden die voor beide kernen waarde kan ontwikkelen. Leidsenhage Buitenplaats: een eigen gezicht in de Randstad op deze uniek bereikbare locatie, met ruimte voor nieuw ondernemerschap en innovatie.
Datum
19 maart 2009
Ons kenmerl Pagina
2/14 Wat opvalt is dat Leidsenhage een bijzondere plek is met enorm veel potentie. Het ligt op een unieke locatie, een stedelijk knooppunt binnen de regio Haaglanden, waar bovendien nog ruimte is. In de omgeving van het winkelcentrum wonen binnen dertig autominuten 2 miljoen mensen. Er zijn twee vliegvelden op korte afstand. Dat schept kansen en die willen we benutten. BEELDTOCHT LANGS STRATEN Straat-o-loog Pim van der Berg neemt ons mee in zijn beeldtocht langs de straten van Leidschendam en omgeving. Met de foto’s die hij maakte en de mensen die hij sprak legt hij het DNA van het gebied bloot. Hij zag het volgende: Leidschendam-Voorburg ligt vlakblij Den Haag en bevindt zich dus in een koninklijke en vernieuwende omgeving. Kenmerkend aan Den Haag zijn de vier verschillende winkelgebieden. Je kunt er kunst kijken en ervaren. Maar er zijn ook de nodige problemen, denk bijvoorbeeld aan Laakhaven, dat ziet er niet uit. Wat is er nu kenmerkend aan Leidschendam? Het is een misverstand te denken dat Leidschendam geen historie heeft. Lopend door Leidschendam is de algemene indruk dat men zoekend is. Kiezen we voor hoogbouw of laagbouw? Maken we gebruik van het water of niet? Er zijn wel degelijk mooie plekken: het park, de sluis; er is water en groen. Het is zelfs ooit een buitenplaats geweest. Er zijn scholen, dus toekomst en het is kleurrijk. De eerste indruk van Voorburg is dat het groener is en een andere woonstructuur heeft. Het is er gezellig en prettig boodschappen doen. Er zijn zichtlijnen en er is rust. Het is oud en dat schept een bepaalde sfeer. In Almere bijvoorbeeld, is alles nieuw, en dat merk je, het heeft geen ziel. Een plek waar mensen samenkomen Volgens Pim van den Berg is een belangrijk issue hoe we gaan bouwen. Op basis van welke kernwaarden en hoe zijn ze gedefinieerd? We moeten uitkijken dat we niet gaan definiëren op basis van emoties. De bewoners zijn de experts. Wat willen zij? Wat beweegt hen? Wat speelt er? Om daar achter te komen, moeten we met hen praten. Niet gelijk een architect aan het werk zetten, maar eerst echt luisteren. Dan pas kunnen we nadenken hoe we dit gaan vormgeven. Het gaat er niet per se om dat het mooi moet zijn, mensen moeten zich er vooral thuis voelen. Wanneer voelen mensen zich ergens thuis? Een ontmoetingsplek moet leuk zijn om naartoe te gaan. In Nederland hebben we nogal wat pleinen waar niemand zich prettig
Datum
19 maart 2009
Ons kenmerl Pagina
3/14 voelt. Neem het plein in Hengelo, daar durft niemand overheen te lopen, omdat je er te zichtbaar bent. De Zuidas is ook een goed voorbeeld van hoe het niet moet: het is er koud, vochtig en het waait. Vreselijk om daar te moeten werken. In het buitenland slagen ze er beter in, neem Canary Wharf in Londen, dat is een goede mengeling van oud en nieuw. Het winkelcentrum van de toekomst heeft meerdere functies. In Stockholm bijvoorbeeld vind je er theater, design en kunst. Het is een plek geworden waar mensen samen komen. Het is duidelijk dat we Leidsenhage niet kunnen laten zoals het is, want mensen gaan er niet voor hun plezier naar toe. Toch moeten we niet te snel conclusies trekken. Laten we niet de fout maken door te denken: dit is de Randstad, dus het komt wel voor elkaar. Want dat is niet zo. Er is concurrentie genoeg. Laten we kijken naar de details, met respect voor het verleden.
VEILIG GRENZEN VERLEGGEN Als trendpsycholoog Susanne Piët het beeldende verhaal van Pim van der Berg ziet, vindt zij dat het in Leidenhage wel een tandje hoger mag. Mensen moeten zich associëren met wat wij maken. Zich thuis voelen. Susanne laat de trends zien en hoe die ons kunnen helpen bij de ontwikkeling van Leidsenhage. Trends komen en gaan, maar ze komen niet zomaar uit het niets. Je kunt dingen zien aankomen en bouwers kunnen daar rekening mee houden. Terwijl trends voorbij gaan, zitten mensen nog altijd hetzelfde in elkaar. Een mens is gelukkig als hij greep op de dingen heeft en in een comfortzone leeft. Hiervoor zijn twee clusters nodig. Het eerste cluster omvat veiligheid,
Datum
19 maart 2009
Ons kenmerl Pagina
4/14 rust, zekerheid, ergens bij horen. Het tweede cluster staat voor de behoefte om grenzen te verleggen, risico’s te nemen, te groeien en uniek te zijn. Mensen hebben beide clusters in zich. Als je iets wilt aanbieden dat mensen daadwerkelijk afnemen, dan moet je beide clusters met elkaar verzoenen. Mode is daar een goed voorbeeld van, want door middel van mode kun je ergens bijhoren en tegelijkertijd uniek zijn. Aan elk product kun je een lifestyle-element meegeven.
De psyche van een persoon is de constante in de geschiedenis. De mens past zich aan de omstandigheden ofwel de golfbewegingen aan. Interessant voor ons is om te weten hoe lang een golfbeweging duurt. Nu leven we in het emotietijdperk. Belevingswaarde speelt een belangrijke rol. Een bakker kan zijn brood niet meer verkopen met het argument dat brood de honger stilt. In plaats daarvan moet hij het een boodschap meegeven. Zintuiglijke impulsen zijn belangrijk. De emotiemarkt is door een ontwikkeling gegaan. In de babyfase kregen we voor het eerst met emoties te maken. Het was de tijd van loungen en hangplekken. Daarna kwamen we in de kindfase. De speelfase waarin antwoord gezocht werd op de vraag: wat wil ik in het leven gedaan hebben? Denk hierbij aan de entertainmentindustrie. We maakten van het leven een funproject. Toen kwamen we in de fase waarin we behoefte kregen om met elkaar te communiceren en contacten te leggen, maar wel op een voorzichtige manier, want eigenlijk zijn we er bang voor. In deze fase kregen we een opleving van de telecommunicatie. Hierna was het tijd voor de identiteitsfase (puberfase), waarin mensen willen laten zien wie ze zijn. Dit doen ze door middel van merken. Niet alleen in de mode, maar ook op het gebied van eten,
Datum
19 maart 2009
Ons kenmerl Pagina
5/14 drinken etc. Dat is de situatie van deze tijd, een commercieel interessante fase. De vraag is: willen mensen zich associëren met deze wereld? Nu krijgen we de volwassenfase: we moeten volwassen worden. De kredietcrisis komt dus op een interessant moment. De fase van liefde komt eraan. Dit is de fase waarin mensen behoefte hebben elkaar weer echt te ontmoeten. Niet alleen via internet. Er is dus behoefte aan een omgeving waarin men elkaar daadwerkelijk kan ontmoeten en voor elkaar kan zorgen. Dit gaat een nieuwe beleving opleveren en een nieuwe benadering van de markt. De bejaarde van nu is een andere dan de bejaarde van straks. Hierna zal de fase van het geweten aanbreken, waarin we ons zullen bezighouden met de vraag hoe wij de wereld willen achterlaten voor onze kinderen. Woud van impulsen Marketeers zijn geneigd mensen in te delen in vrij starre marktgroepen. Maar mensen blijven niet staan en laten zich niet zo makkelijk in een hokje plaatsen. De consument van vandaag leeft in een woud van impulsen en gaat van de ene naar de andere impuls. Je kunt het je voorstellen als een park waarin de consument langs verschillende tuinkamers wandelt. De eerste tuinkamer staat voor sociale en fysieke veiligheid. Het gaat over kiezen voor bepaalde merken om erbij te horen, hangsloten, hoge heggen en aanvaarde dingen zoals bijvoorbeeld de chesterfieldbank. De angst om afgerekend te worden, heeft een nieuwe afzetmarkt gecreëerd met producten als de zonnebril (veilig van binnen, glamourous van buiten) en de mobiele telefoon (mensen die een openbare ruimte binnenkomen, storten zich onmiddellijk op hun mobiel om zich een houding aan te meten). De tweede is de tuinkamer van de romantiek. Dit is de wereld van het verhaal, de magie, suggestie, mooie dingen en vormen, teruggrijpen op de geschiedenis. In de derde tuinkamer gaat het om authenticiteit: echte geuren, echt hout, echte zeep, echt eten, echte vormen en kleuren. Maar ook echte hartelijkheid en een echte benadering naar elkaar. Hoe word je authentiek? Hoe durf je jezelf te laten zien? De vierde is de identiteitskamer, waarin mensen ervoor kiezen om duidelijk te maken wie ze zijn. Hier spelen codes een belangrijke rol. Je moet de code kennen om erbij te horen. In de vijfde kamer draait het om zingeving. Wat wil ik nalaten? Wat wil ik betekenen. Mensen hebben er behoefte aan iets zinvols te doen. CONTINUÏTEIT IS BELANGRIJK Ton Kreukels, planoloog en honorair hoogleraar planologie aan de Universiteit Utrecht, merkt op dat dit gezelschap tien jaar geleden zou hebben bestaan uit mensen uit de vastgoedwereld. Nu zitten hier mensen uit allerlei sectoren. De inbreng van verschillende groepen is essentieel voor het slagen van de onderneming. In het buitenland is het heel normaal dat planologen worden ingevoerd in de wereld van de psychologie. Wil je iets bouwen dan is het belangrijk te weten hoe mensen zich gedragen.
Datum
19 maart 2009
Ons kenmerl Pagina
6/14 Opvallend in de stedelijke ontwikkeling is dat er meer constant blijft dan wij dachten. Veel dingen functioneren nog steeds. Continuïteit is belangrijk. Wij willen veel veranderen, dat is prima, maar vaak kan er binnen de bestaande vorm opnieuw ontwikkeld worden.
Er is lang gedacht dat we dankzij onze goede transportmiddelen overal kunnen en willen wonen, maar dat blijkt niet zo te zijn. Lokale factoren spelen een grote rol. Het is goed te beseffen dat er een duidelijk onderscheid blijft tussen stedelijk en landelijk gebied. Bij de nationale planning zouden we deze verschillen mee moeten nemen. Mensen die buiten de Randstad gaan wonen, kiezen daar doelbewust voor, omdat ze bijvoorbeeld behoefte hebben aan rust. Exclusieve buitenplaatsen Een nieuwe ontwikkeling is dat topmilieus zich niet langer voornamelijk in de grote steden bevinden, maar ook in exclusieve buitenplaatsen. Hiermee verplaatsen zaken als cultuur, onderwijs en gezondheidszorg zich ook naar de plaatsen rondom de steden. Er ontstaat een u-vormprofilering. De periferie rond de steden wordt hiermee steeds belangrijker. Voor Leidsenhage hoeven we dus niet alleen maar te denken aan Den Haag als magneet. Onderlinge verbanden buiten de kern zijn net zo belangrijk. Deelmilieus vormen een onderling verbond, een lappendeken die samen een gebied uitmaakt. De kwaliteit van deze gebieden wordt niet bepaald door een sterk bestuur, maar door regionale verbonden. Het is essentieel om, al naar gelang de opgave, die partijen met elkaar te verbinden die voor elkaar van belang zijn.
Datum
19 maart 2009
Ons kenmerl Pagina
7/14 Ook voor Leidsenhage moeten er voorzieningen zijn. Wat zijn referentiepunten als we naar kwaliteit kijken? Diversificatie is hierbij belangrijk. In Nederland worden niet altijd de juiste keuzes gemaakt. We zijn te zuinig voor de welvaart die we hebben. Neem nu de Zuidas. Dat moest een project van wereldniveau worden, maar we hebben het geld er niet voor over en nemen niet de tijd om goede keuzes te maken. Groei mag, het moet zelfs. Maar neem de tijd om na te denken over de impact en leg verbindingen. Het is niet de bedoeling dat de groei van het ene gebied een ander gebied kapot maakt. Door regionale verbindingen te leggen en een breed draagvlak te creëren voor de planning, kan dit voorkomen worden. Te lang had de overheid het monopolie op gebiedsontwikkeling, maar de opdrachtgevers die hun geld erin stoppen, moeten de planning dragen. In Nederland worden teveel plannen gemaakt, die uiteindelijk niet verplichtend zijn. Ton Kreukels is er voorstander van om niet meer plannen te maken dan nodig is. Het is zelfs mogelijk om zonder plan aan de slag te gaan. Via financiële prikkels zorg je dat de markt het doet zoals jij wilt. In Philadelphia wordt er niet gepland door planologen, maar door de business school. Deze geeft de bankwereld en retail de gelegenheid hun wensen te formuleren en maken op basis daarvan rapporten. Pas als je weet wat er in de verschillende sectoren leeft, kun je perspectieven maken. De perspectieven voor Leidsenhage zijn een goed vertrekpunt. Nu kan worden nagedacht over de invulling ervan. SOCIAAL KAPITAAL EN CULTURELE WAARDE Je kunt de wereld op verschillende manieren voorstellen, vertelt Arjo Klamer, hoogleraar economie van kunst en cultuur aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Het gaat hierbij om verbeeldingskracht en overtuigingskracht. Leidschendam-Voorburg is ooit door mensen bedacht. Wat waren hun gedachten? Is het geworden zoals zij het zich voorgesteld hadden? Deventer is in de jaren ’60-‘70 heringericht. De stad had het op dat moment moeilijk. Hierdoor is er veel bewaard gebleven, met als gevolg dat het nu een leuke stad is. Het is nuttig om in de planning rekening te houden met het economisch kapitaal. Maar het is belangrijk te beseffen dat het daar niet alleen om gaat. Als je iets wilt genereren met dit project, is het belangrijk om rekening te houden met het sociaal kapitaal en de culturele waarde. Wil je iets herinrichten, bouw dan voort op wat je hebt en maak niet alles kapot. Bezinning is belangrijk. Welke sociale waarden wil je genereren? Heeft Leidschendam een ontmoetingsplek nodig? Ja, er is behoefte aan een plek waar men van ’s ochtends tot ’s avonds naartoe kan gaan. Een plek met een sociale betekenis. Voor wie is deze plek? Wie zijn de stakeholders? Richt je je op mensen uit Leidschendam en Voorburg, of op mensen uit de wijde omgeving? Denk aan het culturele kapitaal en het inspirerende vermogen van de omgeving. Dat heeft te maken met kwaliteit, schoonheid en authenticiteit. Wie is erbij betrokken? Wie gaat het uitvoeren? Allemaal belangrijke vragen.
Datum
19 maart 2009
Ons kenmerl Pagina
8/14 We weten te weinig over het culturele kapitaal. Daarom is Arjo Klamer bezig hiervoor indicatoren te ontwikkelen. Je bent geïnspireerd als je dat wat je belangrijk vindt, ook beleeft in de omgeving. Wie zijn de stakeholders? Wat vinden zij belangrijk? Waar zitten de gaten? Hij raadt aan niet teveel te koersen op wat de mensen willen. De kans is groot dat je dan iets gaat maken voor het verleden. Waarden verschuiven. Nu hechten mensen misschien veel belang aan veiligheid, maar dat verandert. Het is belangrijker om overtuigingskracht te gebruiken. Overtuig de mensen dat waarden veranderen en doe een beroep op hun verbeelding. Durf ze te verleiden, vertel een duidelijk verhaal. In Rotterdam was weerstand tegen de Erasmusbrug, maar er is veel gedaan aan verleiding. Nu is het een icoon. Natuurlijk werkt dit alleen als je je ermee verbindt en je elkaar erop af kunt rekenen.
EEN ONTMOETINGSPLEK Vanuit vier verschillende invalshoeken invalshoeken komt min of meer dezelfde boodschap: er is een ontmoetingsplek nodig. Dit moet op een andere manier aangepakt worden dan gebruikelijk, namelijk zonder een overmaat aan planning. Het kan zelfs zonder planning, maar daar zijn wel een aantal voorwaarden aan verbonden. Ontmoeten is belangrijk, dat was het al bij de oude Grieken. Het plein waar handel en wandel samenkomt, gold altijd als het hart en ziel van een stad. Je kunt een plek niet planmatig een ziel geven, dat moeten de mensen doen. Hoe kom je te weten wat de klant van morgen wil? Als je dit vraagt, kijk je al snel achteruit omdat mensen kijken naar wat ze nú kennen. We moeten onderzoek doen naar wat de voorlopers plezierig vinden en vervolgens de rest van de mensen hiertoe verleiden.
Datum
19 maart 2009
Ons kenmerl Pagina
9/14 De verschillende experts gaan met elkaar in gesprek. Luisteren naar de klant Er word niet meer geluisterd naar de klant. Alles heeft een economische beweegreden. Wij zetten het geld bovenaan en vergeten de rest. Maar vandaag hebben we gehoord dat we ons wel degelijk moeten afvragen wat mensen willen. Wat mij aansprak was het leggen van verbanden bijvoorbeeld tussen het ziekenhuis en de zorgeconomie. Als je de zachte waarden goed invult, komt de rest (het geld) vanzelf. Dus zet de juiste mensen met elkaar aan tafel, dan hoef je vervolgens alleen nog maar het proces te bewaken. - Woody Louwerens, La Fontaine
Authenticiteit Ik voel me aangesproken door de verschillende fasen uit het verhaal van Suzanne Piët, maar mis een plek waar merken zich mogen profileren. Laat de merken meedenken. Daarnaast zie ik een discrepantie tussen authenticiteit en maakbaarheid. - Gerben Plasmeijer, Obsession Leidsenhage is al authentiek. Het is al een merk. Mensen komen vanuit verschillende plaatsen in de omgeving om te winkelen in Leidsenhage. Dat is een ingesleten gewoonte. Voor hen is Leidsenhage authentiek. Het ligt er maar aan welke betekenis je eraan geeft. Economisch kapitaal heeft het ontdaan van alle sjeu. Hierdoor zijn er gebieden ontstaan die meer lijken op geldmachines. - Jos Sentel, Thirdplace Winkelen perfectioneren Leidsenhage kan niet concurreren met de binnenstad van Leiden of Den Haag. Er wordt verondersteld dat Leidsenhage een ontmoetingsplek moet zijn, maar is daar werkelijk behoefte
Datum
19 maart 2009
Ons kenmerl Pagina
10/14 aan? Het gaat juist om efficiëncy. Waarom gaan we het winkelen niet perfectioneren? We hebben een authentiek gebied rond de sluis, dat kan ook een ontmoetingsplek zijn. De eerste functie van Leidsehage is efficiency, maar dat kan ook op een gezellige en toegankelijk manier. Die kracht moeten we uitbouwen, we moeten niet iets willen worden wat we niet zijn. - Monique Plantinga, MKB Nederland Leidsehage is een aantrekkelijke locatie, een ideale plek voor als je snel iets nodig hebt. Je gaat er doelgericht naar toe. Maar ik mis de modeaspecten. Voor een dagje uit ga ik naar Den Haag. - Maud Vrins, Vrins Vastgoed De sluis is een aardige plek voor horeca. De Damlaan kan nooit een centrum worden. Dat moet gecreëerd worden. Voor mensen uit Leidschendam is de Haagse binnenstad geen optie als ontmoetingsplek: te onpersoonlijk en onhandig qua (openbaar) vervoer. Mensen willen een lokale ontmoetingsplek, waar ze mensen uit hun eigen buurt kunnen ontmoeten. Het moet een ziel hebben, zodat mensen kunnen voelen: dit is ons dorp. - Pim van den Berg Als we alleen de koopfabriek versterken, is Leidsenhage ten dode opgeschreven. - Woody Louwerens, La Fontaine Functies toevoegen Als we van Leidsehage een ontmoetingsplek willen maken, moeten we niet alleen naar de winkelfunctie kijken, want ’s avonds zijn de winkels dicht. Er moet ook een publieke functie toegevoegd worden. Er zou ruimte moeten komen voor exclusieve zaken. Zij kunnen van toegevoegde waarde zijn, want nu heeft elk winkelcentrum hetzelfde aanbod. Voor exclusieve zaken is het echter lastiger om een plek te veroveren. - Kim van Loon, Steenworp Dick Hendricks suggereert om bijvoorbeeld coalities te sluiten met de gezondheidszorg om verder te differentiëren. Het restaurant van het ziekenhuis zit altijd vol. Er wordt een bepaalde sfeer gecreëerd. Wat kan dit toevoegen aan het winkelcentrum en wat kan het winkelcentrum voor het ziekenhuis betekenen in de toekomst? Wij benaderen de patiënt als individu, wij zijn geen gezondheidsfabriek. Patiënten eisen comfort, privacy en service. Wij willen als ziekenhuis best over de grenzen heenkijken, maar de visie voor Leidsenhage is nog prematuur. Met de ziekenhuizen die activiteiten buiten hun corebusiness aangingen, de zogenaamde zorgboulevards, is het niet goed gegaan. Het is belangrijk om vast te stellen hoe de infrastructuur is, dit bepaalt de aantrekkingskracht. Het MCH is gaan investeren vanwege de ligging aan de Norah. Hierdoor heeft zij 30% meer bezoekers dan voorheen. Het is de vraag of Leidsenhage zich als winkelcentrum moet
Datum
19 maart 2009
Ons kenmerl Pagina
11/14 vergelijken met de PC Hooftstraat. Wat wil je zijn en wat kan je waarmaken? Wat past bij de infrastructuur van deze omgeving? - Frans de Vos, MCH Antoniushove Een patiënt gaat nooit alleen naar het ziekenhuis; hij neemt bezoekers mee. De keuze voor een ziekenhuis wordt onder andere bepaald door de ligging en of je het bezoek kunt combineren met andere zaken. - Monique Plantinga, MKB Nederland Je moet wel kijken of een toevoeging een complementaire functie heeft. Past een muziekstudio in Leidsenhage? Frans de Vos, MCH Antoniushove Verschillende functies kunnen elkaar versterken. Wij organiseren bijvoorbeeld evenementen vanuit de winkel in samenwerking met sportverenigingen. Zo worden de mensen uit de omgeving meegetrokken. - Suzette Jansen, Decathon Netherlands
Wij zien als bibliotheek een coalitie rondom Leidsenhage wel zitten. Wij organiseren al dingen die niet te maken hebben met het uitlenen van boeken, maar met het verspreiden van cultuur. Wij zijn op zoek naar combinaties van elkaar versterkende factoren. - Reinder Lanjouw, Bibliotheek Leidschendam-Voorburg Veel instellingen in deze gemeente hebben wel oren naar culturele aspecten. Er is cohesie mogelijk. Naar mijn mening is er wisselwerking en synergie tussen de cultureel maatschappelijke hoek en het winkelen. - Eric Wilderbeek, Objectief
Datum
19 maart 2009
Ons kenmerl Pagina
12/14 Leidsenhage is al een ontmoetingsplek. De functies economie, sociaal en cultureel zouden versterkt moeten worden. Het culturele aspect zou zeker een goede toevoeging zijn. Leidsenhage heeft zelfs de potentie voor een upgrading tot buitenplaats. Wel moeten we af van de setting zoals die nu is. Daar zijn voldoende mogelijkheden voor. Wij zijn bereid te investeren. - Hein de Bruin, Unibail-Rodamco Naast winkels is de bibliotheek een belangrijke trekker van mensen. Er zijn diverse vormen van synergie. Nu is alles monofunctioneel, maar we kunnen een plek creëren waar mensen om diverse redenen naar toe gaan. Ook wonen is een cruciale functie. Hierin is de perceptie van veiligheid belangrijk. In Nederland is men wel goed in het bouwen van winkels met woningen daarboven. Door te stapelen wordt er levendigheid gecreëerd. - Jos Sentel Doelgroepen We hebben het steeds over een ontmoetingsplek, maar voor wie moet deze plek zijn en in welke context? Is het alleen voor mensen uit Leidschendam en Voorburg of ook voor mensen uit de regio? Kan het een plek zijn waar mensen die net uit de file komen, elkaar ontmoeten? Kan het een plek zijn voor expats? Warenhuizen kunnen garen spinnen bij meer expats. Leidsenhage zou een plek kunnen zijn voor werkafspraken. Het past bij de bereikbaarheid. Dick Hendricks, Concire Leidsenhage ligt dichtbij de luchthaven en op korte afstand van verschillende universiteiten. Het heeft de potentie om een kenniscentrum te worden. Willen we het en hoe organiseren we het? Dat zijn belangrijke vragen. – Dick Hendricks, Concire In de Haagse regio is geen echte middenzaal. Doordeweeks zou de ruimte gebruikt kunnen worden voor een zakelijk aspect, in het weekend voor recreatie. Evert van der Hoek - Concire De gemeente is bezig met expats. Ook wordt er gekeken naar manieren om de buitenlandse bezoeker hier te houden, en een meer internationale uitstraling te krijgen. We kunnen meeliften op het succes van Den Haag, maar Leidsenhage heeft hierin nog wel een slag te slaan. - Monique Plantinga, MKB Nederland De groep expats is wel degelijk belangrijk, alleen weten we er weinig over. Ze komen uit de EU en Canada. Een groot gedeelte woont hier al lang, maar er komen ook mensen voor een korte periode, denk bijvoorbeeld aan de mensen die voor de tribunalen werken. Zij hebben andere huisvestingseisen. De expats vormen een kansrijke groep, uit een hogere bestedingscategorie. Bovendien is het een jong publiek, dat geeft schwung. Leidsenhage zou een internationale stad kunnen zijn.
Datum
19 maart 2009
Ons kenmerl Pagina
13/14 Expats gaan naar Zoetermeer. Voorburg heeft ze niets te bieden en is te duur. In Leidschendam is geen plek om ze onder te brengen. Het liefst zitten expats vlakbij het bedrijf. - Dennis Stello, makelaar en afgevaardigde Humanitas Expats moeten twee territoria veroveren: wonen en werken. Is het mogelijk om een gebouw met een woon-werkfunctie te creëren? - Dick Hendricks, Concire In Japan, waar de ruimte schaars is, is het gebruikelijk om verschillende functies en milieus in één gebouw onder te brengen: wonen, werken, sportschool, restaurant, speelhal. Verbindingen zijn belangrijk. In Philadelphia en Keulen maken ze gebruik van verschillende verdiepingen: goederentransport op de begane grond, passagiers ondergronds. In Nederland is het openbaar vervoer lang gezien als de bepalende factor, maar dat is niet langer reëel. We moeten ook kijken wat er aan auto’s binnenkomt en daar de parkeermogelijkheden op af stemmen. Dus niet één poot ontwikkelen, maar verbindingen maken. - Ton Kreukels In Nederland zouden verschillende functies in één gebouw stuk lopen op vergunningen en belemmerende regels. Het is tijd om het woud aan voorschriften ter discussie te stellen. Is het openbaar vervoer in het buitenland bepalend voor de ontwikkelingen? - Dick Hendricks
Belangrijk is hierbij dat we over moeten gaan tot capaciteitsplanning in plaats van bestemmingsplannen. Dat vindt ook Ruud Mannaart van de Kamer van Koophandel.
Datum
19 maart 2009
Ons kenmerl Pagina
14/14 In Nederland staat de passagier, of de gebruiker, niet centraal. Hij wordt gezien als grootste last. Heel anders gaat dat bij Humanitas. Is Leidsenhage interessant voor Humanitas? Zeker. Het aantal senioren neemt de komende 25 jaar toe en Leidsenhage heeft wat dit betreft een enorm potentieel. Het is bovendien een mooie plek wat betreft bereikbaarheid en winkels. Wij zouden 300-1000 woningen willen bouwen aan de noordkant van de plas, maar dan moet die wel verbonden zijn met het winkelcentrum. Senioren willen uitzicht, horeca, veiligheid. Zelf bieden wij in onze gebouwen verschillende faciliteiten: een sportschool, sauna, musea, restaurants, dagverzorging. - Dennis Stello, Humanitas Typisch Hollands Architect en stedenbouw Jan Metz sluit de bijeenkomst af met een toelichting op zijn beeldverslag. Van welke kant je Leidsenhage ook benadert, het is anoniem en grijs. Er is weinig beleving. Economisch en markttechnisch is het een monotonie, terwijl de omgeving van nature rijk is. Buitenlanders zouden deze omgeving ervaren als typisch Hollands. Voeg volume toe en maak verbinding met de omgeving.
Verslag: Studio-RO, Amsterdam Foto’s: Luciënne Janmaat Schetsen: Jan Metz Redactie: Gemeente Leidschendam-Voorburg