‘Zorg voor en door allochtonen’ Verslag expertmeeting 15 januari 2009
‘Zorg voor en door allochtonen’ Verslag expertmeeting 15 januari 2009 Colofon © PRVMZ en Palet, adviseurs diversiteit Februari 2009 Contactadres: Yvonne Henderson,
[email protected] Palet, adviseurs diversiteit Willemstraat 59 5611 HC Eindhoven tel. 040 – 235 99 99 www.palet.nl Verslag: M. van Santvoort, PRVMZ Lay‐out/foto’s: W. Vissers, Palet
Palet-PRVMZ /expertmeeting 15 jan. 2009
Pagina 2 van 21
ZORG voor en door ALLOCHTONEN De Provinciale Raad voor de Volksgezondheid en Maatschappelijke Zorg (PRVMZ) en Palet, adviseurs diversiteit, organiseerden een expertmeeting over het onderwerp ‘Allochtonen en de zorg voor verstandelijk gehandicapten’. Deze werd gehouden op 15 januari 2009 in het Provinciehuis Noord‐Brabant.
Aanleiding bijeenkomst De afgelopen jaren zijn door verschillende zorgvoorzieningen activiteiten ontplooid voor allochtone doelgroepen. Andere voorzieningen zouden daar hun voordeel mee kunnen doen. Tijdens de expertmeeting was er gelegenheid om met elkaar deze ervaringen uit te wisselen. Tevens stonden we stil bij vragen als: ‐ Wat is de omvang van de potentiële klantgroep allochtonen in Noord‐Brabant? ‐ Hoe kun je allochtone jongeren interesseren om in deze sector te gaan werken? ‐ Zijn de huidige medewerkers voldoende deskundig in de zorg voor allochtone verstandelijk gehandicapten? ‐ Hoe kan mijn organisatie beter inspelen op deze doelgroepen? Palet schetste een algemeen beeld van de problematiek van deze groep. Een aantal genodigden vertelde over de activiteiten die zij ondernemen op het gebied van zorg voor allochtone cliënten, het werven van allochtone medewerkers en het geven van deskundigheidsbevordering op dit gebied. Deze ‘best practices’ zijn vanuit diverse invalshoeken benaderd en bediscussieerd tijdens drie workshops. Als follow‐up zullen wij een aantal activiteiten ondernemen om betere resultaten te bereiken. Gezamenlijk willen wij nagaan hoe we dit traject gestalte kunnen geven. Hiertoe zijn deelnemers opgeroepen zich aan te sluiten bij een projectgroep, die hiermee aan de slag gaat. Van al deze onderdelen wordt hiervan verslag gedaan.
Palet-PRVMZ /expertmeeting 15 jan. 2009
Pagina 3 van 21
PROGRAMMA 14.00 uur 14.05 uur 14.15 uur
14.35 uur
15.15 uur
16.15 uur
Welkom aan de genodigden Ervaringsverhaal van een allochtone ouder ‘Zorggebruik door allochtonen en werving van allochtone medewerkers in Noord‐Brabant binnen de verstandelijk gehandicaptenzorg’, door Han Rijgersberg, directeur van Palet Toelichting op een aantal ‘Best practices’ op het gebied van: ‐ het bereiken van allochtone cliënten ‐ het werven van allochtone medewerkers ‐ deskundigheidsbevordering Verdiepende discussie over de drie thema’s: ‐ Workshop 1: Effectieve manieren om allochtone cliënten te bereiken ‐ Workshop 2: Meerwaarde van allochtone medewerkers en hoe krijgen we die? ‐ Workshop 3: Nut en noodzaak van deskundigheidsbevordering m.b.t. interculturalisering in de instelling Tot slot: ‐ Rapportage vanuit de drie workshops ‐ Welke lacunes en welke mogelijkheden zien we bij de drie thema’s? ‐ Vervolg: wie is bereid om deel uit te maken van een projectgroep Interculturalisering? Terugblik en afsluiting door de dagvoorzitter
16.45 uur 17.00 uur Netwerken met een drankje Dagvoorzitter: mevr. dr. Mariet Paes: directeur PRVMZ
Palet-PRVMZ /expertmeeting 15 jan. 2009
Pagina 4 van 21
OPENING Namens de organisatoren heet mevr. M. Paes, directeur van PRVMZ, iedereen welkom en introduceert de gedeputeerde
WELKOM DOOR GEDEPUTEERDE MEVR. B. VAN HAAFTEN Mevrouw van Haaften onderstreept het belang van deze expertmeeting en geeft aan dat deze onderdeel is van het provinciale programma ‘Kleurrijk Brabant’. Onderstaand een korte weergave van haar toespraak. Dichterbij en PRVMZ hebben het initiatief genomen om samen met Palet een provinciale uitwisseling te organiseren met instellingen uit de verstandelijke gehandicaptenzorg. Onderwerp van bespreking zijn effectieve manieren om (ouders van) allochtonen met een verstandelijke beperking te bereiken om de informele zorg in deze kringen te ondersteunen en hen wegwijs te maken in de professionele ondersteunings‐ en opvangmogelijkheden. Tevens wil men vandaag discussiëren over de meerwaarde van allochtone medewerkers in de organisatie en hoe hen te werven (allochtone jongeren kiezen niet of nauwelijks voor de zorg; gelet op de grote tekorten in personeel zullen zij wel aangesproken moeten worden). Tenslotte zullen ervaringen uitgewisseld worden over het nut en de noodzaak van deskundigheidsbevordering over interculturalisering van de zorginstellingen. Hiermee willen de organisatoren vandaag bewerkstelligen dat er kennis opgedaan wordt over beleving en eventuele drempels in allochtone kringen met zorg voor verstandelijk gehandicapten. Dat er ervaringen en goede voorbeelden worden uitgewisseld. In het bijzonder worden knelpunten besproken en met de deelnemers zullen vervolgacties opgepakt worden. De expertmeeting past naadloos in het provinciale programma Kleurrijk Brabant Zorgt, dat loopt in de periode 2009‐2011. De provincie heeft hiermee opdracht gegeven aan Palet, PON en PSW om bij te gaan dragen aan de instroom van allochtone medewerkers in de zorg en een betere relatie tussen zorginstellingen en allochtone doelgroepen. Men kan gebruik maken voor het programma Kleurrijk Brabant van expertise en netwerken van de PRVMZ. Mevrouw van Haaften wenst ieder een inspirerende middag toe over dit belangrijke onderwerp. Ze hoopt dat er na deze middag ook vervolgstappen gezet zullen worden, maar heeft er alle vertrouwen in dat dit onder begeleiding van Palet en PRVMZ zal gebeuren.
Palet-PRVMZ /expertmeeting 15 jan. 2009
Pagina 5 van 21
ERVARINGSVERHALEN
Interview met dhr. Abaci door Mariet Paes Dhr. Abaci is ouder van een zoon (20 jaar) met een beperking, die woont bij Cello. Hij komt uit Turkije en woont al 30 jaar in Nederland. Hij is getrouwd en zijn vrouw woont ook al 25 jaar in Nederland. Zij hebben 2 zonen en mijnheer Abaci is actief in het bestuur van de Turkse vereniging. Uw zoon Burak woont al geruime tijd bij Cello. Kunt u ons vertellen op welke wijze u contact gekregen heeft met Cello en wie u geholpen heeft bij uw besluit hem naar Cello te brengen? De maatschappelijk werkster van de SPD heeft samen met ons een plan gemaakt voor onze zoon Burak. De eerste stap was dat Burak naar een medisch kinderdagverblijf ging, na enkele jaren ging hij de weekenden logeren bij Cello en na 4 jaar ging Burak voorgoed bij Cello wonen. Met Cello is toen een activiteitenplan gemaakt voor Burak. Vindt u het belangrijk dat Cello rekening houdt met de culturele achtergrond van Burak, doet Cello dat en hoe? De enige wens die we als ouders hebben neergelegd is dat Burak geen varkensvlees mag eten. Dit is prima gehonoreerd. Verder heb ik geen wensen i.v.m. onze culturele achtergrond. Burak gaat gewoon mee naar de kerkdiensten bij Cello en mee op vakantie. Heeft u contact met andere Turkse ouders bij Cello en vindt u dat belangrijk? Het contact met andere Turkse ouders verliep moeizaam. Mede doordat die ouders uit andere delen van Turkije komen en dus een andere achtergrond hebben. Ik heb wel contact met Nederlandse ouders bij Cello. Ik adviseer tevens in de Turkse Vereniging aan ouders van kinderen met een beperking. Heeft u contact met andere ouders met kinderen met een handicap en wat doet u voor hen? Ja, via de Turkse Vereniging heb ik contact met ouders van kinderen met een beperking en ik adviseer hen ook. Heeft u nog een boodschap voor de deelnemers van deze bijeenkomst? Ja, stimuleer ouders van een kind met een beperking om zelf hun problemen op te lossen. Het is namelijk belangrijk dat zijzelf gemotiveerd zijn om stappen te ondernemen. Tenslotte: ‘Ik zie Burak als een engel die dichtbij elke God staat’.
Palet-PRVMZ /expertmeeting 15 jan. 2009
Pagina 6 van 21
Interview met mevr. Silvia Maasheuvel Mevr. Maasheuvel leidt als vrijwilligster een gespreksgroep van allochtone ouders met een kind met een verstandelijke beperking. Mijnheer Albaci is iemand die zijn weg kan vinden in het Nederlandse zorgsysteem. Dat gaat niet vanzelf. Maar voor sommige mensen is dat een onbegaanbare weg. Daarover gaat Mariet Paes met Silvia in gesprek. Zij is eveneens afkomstig uit Turkije, heeft geen gehandicapt kind, maar wijst wel vele landgenoten en ook Nederlanders de weg in zorgland. Silvia doet dit vrijwillig, is daar niet voor opgeleid, maar is inmiddels een ervaringsdeskundige. Hoe kom je in contact met mensen en welke problemen hebben zij? In het algemeen houden ouders die een kind met een beperking hebben, dit geheim. Ik kwam hierover te spreken met ouders en vervolgens klampten steeds meer mensen mij aan. Na veel contacten te hebben opgebouwd ken ik nu een groep van 35 moeders die een kind met een beperking hebben. Zij komen nu regelmatig bij elkaar en hebben gesprekken als lotgenoten. Welke steun hebben die mensen nodig? Deze ouders willen kunnen praten over het taboe dat zij een kind met een beperking hebben. Zij kunnen dit namelijk niet binnen hun eigen familie bespreken omdat dit een schande is. Verder is het ook een taboe dat een kind in een instelling gaat wonen. Het praten over dit taboe gebeurt ook in de gespreksgroep. Waarom maken sommige mensen geen gebruik van allerlei voorzieningen zoals bijvoorbeeld weekendopvang? Veel allochtone ouders met een kind met een verstandelijke beperking kennen de instellingen niet. Zij weten ook niet wat die instellingen voor hen kunnen betekenen. Je begeleidt een groep met lotgenoten, kun je iets over die groep vertellen? De groep ouders bestaat uit 35 moeders. Zij komen regelmatig bij elkaar in mijn huiskamer. Ik begeleid de gesprekken en er wordt gesproken over zowel emotionele als praktische problemen waar men tegenaan loopt als je kind een verstandelijke beperking heeft. Welke contacten heb je met instellingen en hoe verlopen die? Ik heb goede contacten met MEE en Dichterbij en breng de ouders van de gespreksgroep in contact met deze instanties die hen weer verder helpen. Wat zou jij willen dat er gaat gebeuren? Ik wil een advies geven aan de instellingen: Maak beter duidelijk wie je bent als instelling en wat je kunt betekenen voor ouders van een kind met een verstandelijke beperking. Bijvoorbeeld: alleen een naambordje van de instelling op je gebouw zegt niets. Er is meer en duidelijkere PR nodig voor de doelgroep van allochtone ouders.
Palet-PRVMZ /expertmeeting 15 jan. 2009
Pagina 7 van 21
LEZING DOOR HAN RIJGERSBERG
Thema: ‘Zorggebruik door allochtonen en werving van allochtone medewerkers in Noord‐Brabant binnen de verstandelijk gehandicaptenzorg’ Han Rijgersberg is directeur van Palet, adviseurs diversiteit De boeiende interviews van zojuist geven een mooie illustratie van de vraag ‘hoe allochtone Brabanders gebruik maken van de zorg’. Als iedereen zo sterk is als mijnheer Abaci of als iedereen een Silvia in de buurt heeft die de weg weet, dan zijn veel knelpunten al opgelost. Zover is het nog niet. De vraag ‘hoe allochtone Brabanders gebruik maken van de zorg’ heeft alles te maken met de drie thema’s van vandaag: 1. het bereiken van allochtone cliënten en hoe de dienstverlening wordt ingevuld voor patiënten en ook voor hun familieleden; 2. het werven van allochtone medewerkers en 3. deskundigheidsbevordering van het personeel over interculturele hulpverlening. Ik wil het graag met u hebben over deze punten die ook onderling nauw samenhangen. Eigenlijk hebben we het dan over interculturalisering en dat is erg de moeite waard. Ik heb zelf al vaak gezien hoe organisaties door een betere aanpak efficiënter en effectiever gewenste resultaten bereiken. Opmerkelijk vind ik ook dat je soms door de tijd te nemen, uiteindelijk vaak tijdwinst boekt. U hebt ook allemaal ervaring met deze thema’s van vandaag of u komt hier om van elkaar te leren. Dus laten we eerst eens naar het zorggebruik door allochtonen kijken en het allereerst naar de mensen over wie we het hebben.
‘Allochtonen’ In Noord‐Brabant wonen volgens het CBS 178.000 niet‐westerse allochtonen, dat is 7,4 % van het totaal aantal burgers. Naar verwachting zal dit aantal voor de helft van deze eeuw zeker verdubbelen. Ook het percentage allochtone 65+ ers zal toenemen. Er is overigens sprake van een grote spreiding over de gemeenten: van 15,4 % in Eindhoven tot 1,0% in Aalburg. ‘Allochtonen’, wat was dat ook al weer? Het gaat dus om mensen die zelf, of van wie een ouder in een niet‐westers land geboren is. Het gaat hierbij om 150 verschillende landen. Dit is een belangrijk gegeven, omdat je natuurlijk niet al die doelgroepen over een kam kunt scheren. En dat gebeurt nogal eens met de grootste groepen: de Turken en Marokkanen. Maar er spelen ook specifieke zaken met Surinamers en Antillianen. Het geldt overigens ook voor Molukkers die weer niet als allochtoon worden gezien. Ik vraag me vaak af waarom die groep steeds wordt vergeten. Omdat ze al zolang hier zijn? Omdat je niets van ze hoort? Omdat hun afkomst niet geregistreerd wordt in onderzoeken? Dat heeft allemaal niets te maken met hun gezondheidsvragen en –beleving.
Palet-PRVMZ /expertmeeting 15 jan. 2009
Pagina 8 van 21
Recent zijn er twee niet onaanzienlijke groepen bijgekomen: vluchtelingen die onder de Generaal Pardonregeling vallen (zij zijn niet alleen als cliënt van belang, maar mogen nu ook hier werken) en de groeiende groep mensen uit Midden‐ en Oost‐Europa, waarschijnlijk zo’n 7.000 personen. Los van dit etnisch onderscheid zijn er natuurlijk nog binnen groepen verschillen tussen mannen en vrouwen, hoog‐ en laagopgeleiden, mensen van de stad of van het platteland en of je politieke of economische migrant bent.
Zorggebruik door allochtonen Als we zien dat er in Brabant op een totale bevolking van 2.400.000 mensen 7,4% niet westerse allochtonen wonen, moeten we eens het gebruik van de zorg door de beide groepen vergelijken. Voor de hand zou liggen dat dit minstens evenredig is. Het zou zelfs voorspelbaar kunnen zijn dat dit onder allochtonen hoger is dan onder autochtonen. Onderzoek heeft immers aangetoond dat de gezondheidssituatie van allochtonen slechter is dan van autochtonen. Oorzaken: psychosomatische klachten, soms voortkomend uit migratie, uit werkloosheid, waardoor je niet zo gemakkelijk erbij gaat horen en kunt participeren. Het mag verbazing wekken dat het omgekeerde het geval is: Niet voor de huisarts en medisch specialist, maar wel voor fysiotherapeut, ziekenhuisopname, thuiszorg en medicijnengebruik ligt het zorggebruik, in het bijzonder voor bijvoorbeeld Marokkanen en Turken, beduidend lager dan voor autochtone Nederlanders (regionaal Kompas van de Volksgezondheid). Cijfers en ervaringen uit de praktijk, bijvoorbeeld van SPD’s en GGZ’s geven aan dat dit voor de geestelijke gezondheidszorg nog veel lager ligt. Het geldt ook voor institutionele huishoudens, waar je bijvoorbeeld Turkse jongeren met een lantaarntje moet zoeken. Antilliaanse jongeren kom je er wel vaak tegen. Het geldt ook voor instellingen met een belangrijke preventieve taak, zoals Jeugd en Gezin.
Hoe valt dit te verklaren? U allen die hier bent en in de zorg werkt kent de antwoorden ongetwijfeld al: • veel allochtonen weten de weg niet te vinden naar zorginstellingen; • zorginstellingen hebben soms een slecht imago bij allochtonen; • zorginstellingen weten zich onvoldoende te profileren naar allochtonen; • zorginstellingen missen voldoende kennis van interculturele hulpverlening. Schrijnend vind ik dat kinderen met een verstandelijke handicap soms niet geholpen worden omdat ze onhandelbaar zijn en dan in de criminaliteit terecht komen als gemakkelijk te misbruiken lokaas. • Voor de geestelijke gezondheidszorg komt er nog een probleem bij: er zijn culturen waar men zich schaamt als een familielid een verstandelijke beperking heeft. • Soms zijn ouders ook bang de ouderlijke macht te verliezen.
Palet-PRVMZ /expertmeeting 15 jan. 2009
Pagina 9 van 21
Als het percentage allochtone inwoners 7,4 is, zou men mogen verwachten dat het percentage allochtone werkers in de zorg daarvan een afspiegeling zou zijn. Dit blijkt bij lange na niet het geval, in het beste geval blijven het enkelingen binnen een instelling terwijl er overal in de zorg wordt geklaagd over een tekort aan personeel. Een heel reservoir lijkt hier ongebruikt te liggen. Zo hebben we bijvoorbeeld te maken met hoogopgeleide Oost‐ Europese vrouwen, die goed Nederlands spreken en die niet aan de bak komen.
Hoe is dit achterblijven van allochtoon personeel te verklaren? Hiervoor gelden deels dezelfde oorzaken als genoemd bij het achterblijven van het zorggebruik door allochtonen, maar er speelt meer mee: • Naast de relatieve onbekendheid van het werk van zorginstellingen, heeft werken bij zo’n instelling weinig status: een baantje bij een bank voor een lager salaris staat meer in aanzien dan werken in de zorg. • Werken in de zorg heeft ook een imago van zwaar en vies werk. • Taboes, dat bijvoorbeeld vrouwen geen mannen kunnen gaan wassen. • Negatieve ervaringen van bekenden: de uitval van allochtone medewerkers is relatief hoog en wordt deels veroorzaakt doordat men, meestal als enige niet‐witte werknemer, niet goed wordt begeleid op de werkvloer. Na deze mislukking maakt men geen reclame voor werken in de zorg. • Onregelmatige en nachtdiensten zijn voor veel allochtone vrouwen een groter bezwaar dan voor autochtonen. • Instellingen weten onvoldoende de weg te vinden naar allochtone potentiële medewerkers.
Hoe komen we tot oplossingen? Ik neem aan dat het iedereen duidelijk is dat we de drie onderwerpen (bereiken doelgroep, bereiken allochtone medewerkers en deskundigheidsbevordering) niet los van elkaar kunnen zien. Het is eigenlijk niet mogelijk één van die thema’s op te pakken en de andere te laten liggen. Pakt men de drie thema’s gezamenlijk én afgestemd op elkaar aan, dan zullen ze elkaar versterken en is drie plus drie negen. We hebben het dan over interculturalisering. In de jaren tachtig dacht men de oplossing vooral te vinden in het alleen maar vertalen van folders. Dat ligt nu ver achter ons. We zullen andere manieren moeten vinden, door een proces dat tijd kost. Sommige instellingen hebben al heel werkbare oplossingen gevonden. Doel van vanmiddag is om van elkaar te horen wat men op deze gebieden heeft bereikt én om ons te prikkelen om in de nabije toekomst hieraan verder te werken. Palet is één van de organisatoren van deze expertmeeting. De reden hiervoor is dat wij ervaring hebben met Interculturalisatie vraagstukken, niet alleen in de zorg overigens, maar veel breder. Bij projecten die wij uitvoeren in de zorgsector komen wij hiaten tegen, maar we komen ook instellingen tegen die bruikbare wegen hebben gevonden. Kenmerkend voor onze bijdrage is niet alleen onze kennis van methodieken, ook niet alleen ons multicultureel personeelsbestand, maar ook onze netwerken onder uw Brabantse allochtone doelgroepen. Wij dagen u uit om samen vanmiddag en na vandaag te werken aan die oplossingen.
Palet-PRVMZ /expertmeeting 15 jan. 2009
Pagina 10 van 21
TOELICHTING OP EEN AANTAL ‘BEST PRACTICES’ 1. Bereiken van allochtone cliënten 2. Werven van allochtone medewerkers 3. Deskundigheidsbevordering
Ad(1) Bereiken van allochtone cliënten Twee medewerkers van Dichterbij, mevr. S. Buyukkaya en dhr. J. Joore, illustreren met een monoloog en later een dialoog welke ervaringen een ouder van een kind met een verstandelijke beperking heeft en tegen welke dilemma’s zij aanloopt. De kern van de monoloog is dat de moeder niet wordt gezien en gehoord. Een groepje van vier deelnemers geeft na afloop van de monoloog aan wat zij denkt dat deze moeder aan hulp nodig heeft.
Zij geeft aan het volgende nodig te hebben: • Ik mag niet praten over mijn man die een verstandelijke beperking heeft, want dat is een schande. • Ik heb iemand nodig die naast me staat, die me ziet en me helpt mijn weg te vinden. • Er is niemand die een totaalbeeld heeft van mijn gezin, dat ik bijvoorbeeld een huurachterstand heb en dat ik geestelijk aan de grond zit en eigenlijk hulp nodig heb van de GGZ. • Ik heb hulp nodig van MEE en daarna van bv. Dichterbij. Er is ambulante hulp nodig voor mijn man met een verstandelijke beperking; er is hulp nodig voor mijn kind die ADHD heeft en voor mijzelf is tijd en rust nodig die ik nu niet heb. • Ik heb uiteindelijk hulp gekregen van MEE, hierdoor heb ik minder hulp nodig van de huisarts en de GGZ. Er is ook hulp geregeld voor mijn kind met ADHD. Ook heb ik afspraken gemaakt met de woningbouw over de huurachterstand en met de politie i.v.m. gedrag van mijn man met een verstandelijke beperking. De situatie is nu stabiel.
Palet-PRVMZ /expertmeeting 15 jan. 2009
Pagina 11 van 21
ad.(2) Werven van allochtone medewerkers Presentatie door mevr. M. van de Rijt, beleidsmedewerker bij Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland, de brancheorganisatie van instellingen voor mensen met een verstandelijke beperking. Zij vertelt over het project Interculturele Arbeidsmarktcommunicatie (ondersteuning aan 12 organisaties met subsidie van VWS, door VGN). Als problemen schetst mevr. van de Rijt de volgende ontwikkelingen: er zijn tekorten op de arbeidsmarkt vanaf mbo‐niveau 3; er is een beperkte instroom van allochtone jongeren in de gehandicaptenzorg; er is een groeiend aantal allochtone cliënten en er is onbekendheid (arbeidsmarktimago) met de gehandicaptenzorg bij de doelgroep. Als strategie om deze problemen op te lossen geeft zij de volgende mogelijkheden aan: • geef gerichte voorlichting aan allochtone doelgroepen door rolmodellen (ambassadeurs), dit zijn jongeren die de sociale omgeving van allochtonen kennen; • bouw aan een netwerk waarbij contact gelegd dient te worden met zelforganisaties, moskeeën en sleutelfiguren. De Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VNG) wil middels projecten in Amsterdam en Rotterdam meer Turkse en Marokkaanse jongeren laten instromen in de gehandicaptenzorg. Dit wil zij realiseren door een juist beroepsbeeld te realiseren en vooroordelen weg te nemen en te laten zien dat de gehandicaptenzorg een aantrekkelijke sector is om in te werken. Binnen de projecten zijn 16 Turkse en Marokkaanse ambassadeurs geworven en getraind. Vervolgens zijn er 25 voorlichtingen gegeven in 3 moskeeën, 2 (islamitische) scholen en in 20 buurtcentra, jongerenorganisaties en zelforganisaties. De middelen die hierbij zijn ontwikkeld zijn: een dvd, flyer, format voor ambassadeurs, lespakket en brochure voor het mbo en een campagnesite. Uit de evaluatie blijkt dat de inzet van ambassadeurs als zeer zinvol is ervaren en dat de resultaten positief zijn, maar dat er meer rendement zou zijn als diverse reacties goed door de organisatie kunnen worden opgevangen. De volgende resultaten zijn te melden: er is een breder netwerk opgebouwd, cv’s zijn ontvangen voor aanmeldingen als vrijwilliger, vragen zijn beantwoord met betrekking tot cliënten en vragen om rondleidingen. Of de instroom in de opleidingen hoger is ten gevolge van de projecten is nog niet bekend.
Ad(3) Deskundigheidsbevordering Toelichting door mevr. M. Langermans, beleidsmedewerker bij Prisma. In de praktijk blijkt dat medewerkers van Prisma onvoldoende kennis hebben van de islam. Mevr. Langermans van Prisma heeft na haar masteropleiding ‘Christendom en Islam’ een cursus over de islam opgezet. Inmiddels hebben 100 medewerkers van Prisma deze middag
Palet-PRVMZ /expertmeeting 15 jan. 2009
Pagina 12 van 21
gevolgd. Een uitgebreidere scholing is in voorbereiding. De scholing kan ook worden aangeboden aan externe instellingen. Tenslotte worden de volgende tips gegeven: • doe een oproep in de eigen organisatie welke medewerkers een andere taal spreken, en zet deze in ten behoeve van allochtone cliënten; • ben als organisatie ook alert op de doelgroep vluchtelingenkinderen met een beperking; • er is op drie fronten deskundigheidsbevordering nodig: op het werven van allochtone cliënten, het werven van allochtone medewerkers, en informatie over diversiteit aan de eigen medewerkers. Verder heeft binnen Prisma het project ‘Mijn mooie huis’ plaatsgevonden. Hierbij werd via huiskamervoorlichting door ‘ervaren’ allochtone ouders voorlichting gegeven over de gehandicaptenzorg en Prisma. Verdere informatie is na te lezen in het beleidsrapport ‘Ondersteuningsvragen van Turkse Nederlanders’(M. Langermans, Prisma).
Palet-PRVMZ /expertmeeting 15 jan. 2009
Pagina 13 van 21
DE WORKSHOPS
Workshop 1. Werven van allochtone cliënten. Gespreksleider: M. van Santvoort, PRVMZ Inhoudelijk deskundigen: mevr. S. Buyukkaya en dhr. J. Joore Het onderdeel warming‐up is door Palet verzorgd. Bij de warming–up is met de deelnemers de oefening ‘waarden en normen’ gedaan. Het doel van de oefening is de deelnemers bewust te maken dat bij alle culturen in principe dezelfde waarden en normen gelden. Eenzelfde waarde zal in de ene cultuur meer of minder (normering) belangrijk gevonden worden dan in een andere cultuur. De normering verschilt per individu en is niet groepsbepaald. Werkvorm: Cirkel van sociale steun Binnen deze werkvorm werd de volgende vraag gesteld aan de workshopdeelnemers: Wat zou volgens u als deelnemer het meest helpen en nodig zijn voor deze mevrouw waarvan de echtgenoot een verstandelijke beperking heeft en de zoon ADHD ? Schrijf dit op een post‐it en plak deze in de cirkel van sociale steun. De deelnemers noemden dat lotgenotencontact voor mevrouw en laagdrempelig contact op de school van de zoon belangrijk zijn. Verder is het verlichten van ‘zorg’ door bijvoorbeeld praktische coördinatie in het gezin, ontlasten van het gezin en een plan hiervoor maken essentieel. Het echt luisteren naar mevrouw, horen wat ze nodig heeft en onderliggende wensen zijn cruciaal. Het zou fijn zijn als er voor mevrouw een maatje wordt gevonden die mee uitzoekt op welke onderdelen hulp en steun nodig is, en haar ook blijft ondersteunen (presentiemethode1). Tenslotte is het opbouwen van een vertrouwensband door bijvoorbeeld eerst materiële hulp voor haar te regelen belangrijk. Conclusie is dat het belangrijk is om via sleutelfiguren contact te krijgen met allochtone ouders. Bij het werven van allochtone cliënten blijkt het heel belangrijk eerst een vertrouwensband op te bouwen. Dit kan door bijvoorbeeld een aantal praktische zaken te regelen voor de ouders. Het is niet aan te bevelen om bijvoorbeeld in een vroeg stadium het hele aanbod van een instelling aan ouders voor te leggen. Daar is men vaak niet aan toe: de ouders hebben juist behoefte aan een vraaggericht aanbod. Vertrouwen opbouwen en daarna stap voor stap horen welke ondersteuning men nodig heeft zijn cruciaal. Tenslotte is hierbij Presentiemethode: Een praktijk waarbij de zorggever zich aandachtig en toegewijd op de ander betrekt, zo leert zien wat er bij die ander op het spel staat – van verlangens tot angst – en die in aansluiting daarbij gaat begrijpen wat er in de desbetreffende situatie gedaan zou kunnen worden en wie hij/zij daarbij voor de ander kan zijn. Wat gedaan kan worden, wordt dan ook gedaan. Een manier van doen, die slechts verwezenlijkt kan worden met gevoel voor subtiliteit, vakmanschap, met praktische wijsheid en liefdevolle trouw. 1
Palet-PRVMZ /expertmeeting 15 jan. 2009
Pagina 14 van 21
wezenlijk dat medewerkers zich bewust zijn van hun eigen waarden en normen en deze soms dienen op te schorten. In het project ‘Mijn mooie huis’ van Prisma blijkt dat 1,5 jaar van de projectperiode te kort is geweest om allochtone cliënten te werven. Het project dient langer door te kunnen gaan, maar inbedding voor de lange termijn blijkt financieel heel lastig te zijn voor de instelling.
Workshop 2. Werven van allochtone medewerkers. Gespreksleider: W. Ruygrok, Palet Inhoudelijk deskundige: M. van de Rijt, Vereniging Gehandicapten Nederland Het onderdeel warming‐up is door Palet verzorgd. Bij de ‘warming up’ werd aan de deelnemers stellingname over allochtone medewerkers gevraagd die men vervolgens moest toelichten. De standpunten lagen soms nogal uiteen en de toelichtingen waren voor sommigen reden om hun aanvankelijke standpunt te wijzigen. De deelnemers aan deze workshop geven verschillende knelpunten aan. Voor allochtone jongeren is de sector gehandicaptenzorg vaak onbekend als mogelijke werkplek. Voor instellingen blijkt het verder moeilijk te zijn potentiële allochtone medewerkers te vinden, hier zou tijd en geld vrijgemaakt dienen te worden om plannen uit te werken hoe met hen in contact te komen. Soms is ook de ervaring dat als er een allochtone medewerker in dienst komt, deze ook weer snel uit dienst gaat. Het is belangrijk om allochtone medewerkers tijd en ruimte te geven zich te ontwikkelen en extra begeleiding. In de praktijk blijken er namelijk problemen te zijn op het gebied van taal, cultuur en opleidingstekort. Tenslotte is de mind‐set bij organisaties richting allochtone medewerkers belangrijk. Men dient bereid te zijn te investeren en het vertrouwen te hebben dat zij een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan de organisatie. Ook worden oplossingsrichtingen door de deelnemers benoemd. Het in dienst nemen van allochtone medewerkers biedt een wezenlijke oplossing in het opheffen van het personeelstekort van een instelling. Tevens maakt dit het bereik richting allochtone cliënten breder. Het werken met allochtone medewerkers verruimt de blik van medewerkers en voegt iets toe. Het is nodig om de beeldvorming over het werken in de zorg op VMBO opleidingen te promoten. Dit zou kunnen door jongeren die al in de zorg werken voorlichting hierover te laten geven. Verder is het belangrijk te zorgen voor aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden, het zich thuis laten voelen in de organisatie en laagdrempelige trajecten. Tenslotte kan overwogen worden om oriëntatieplaatsen in de sector aan te bieden waardoor een reële beroepskeuze gemaakt kan worden. Ook het achterhalen van alle redenen waarom allochtone jongeren niet kiezen om in de gehandicaptenzorg te gaan werken is belangrijk.
Palet-PRVMZ /expertmeeting 15 jan. 2009
Pagina 15 van 21
Workshop 3. Deskundigheidsbevordering. Gespreksleider: mevr. C. Yenice, Palet Inhoudelijk deskundige: mevr. M. Langermans, Prisma Het onderdeel warming‐up is door Palet verzorgd. Bij de warming‐up is de oefening ´diversiteit in eigen huis´ gedaan. De gedachte achter deze oefening is dat mensen verschillend zijn in uiterlijke kenmerken; door elkaar beter te leren kennen zullen de overeenkomsten duidelijker worden. Wij zijn allemaal gelijk ook al lijken we verschillend. Het blijkt moeilijk om signalen van een zorgvrager goed te interpreteren als deze een andere achtergrond heeft. Hierbij kan men in plaats van uit te gaan van een religieuze achtergrond ook uitgaan van de cultuur. Een arts geeft aan dat de status van het werken in de gehandicaptenzorg laag is en dat er gewerkt dient te worden aan meer bekendheid van de sector. Alle deelnemers aan de workshop blijken deskundigheidsbevordering belangrijk te vinden. In de praktijk blijkt dat als de deskundigheidsbevordering start met een aantal enthousiaste medewerkers, dit een voorbeeldfunctie heeft voor andere medewerkers. Hierdoor willen meer medewerkers de scholing gaan volgen. Bij Prisma is de cursus ‘Islam’ reeds gevolgd door 100 medewerkers. Verder dient er (bv.vanuit MEE) meer geïnvesteerd te worden in het verduidelijken van de zorgvraag en het verzamelen van achtergrondinformatie. Hierbij dient men er rekening mee te houden dat allochtone zorgvragers vaak hun werkelijke zorgvraag niet meteen duidelijk stellen. Tenslotte dient binnen een organisatie het draagvlak voor diversiteit kleinschalig te worden opgezet door enthousiaste ambassadeurs. Hierbij dient er veel aandacht te zijn voor de voorwaarden en weerstand bij het management.
Palet-PRVMZ /expertmeeting 15 jan. 2009
Pagina 16 van 21
AFSPRAKEN OVER PROJECTGROEP Tijdens de workshops is aan de deelnemers gevraagd of zij willen deelnemen aan een projectgroep om de drie thema’s verder uit te werken en plannen te maken voor de praktijk. Acht deelnemers hebben aangegeven hiervoor belangstelling te hebben. De aanmeldingen komen van medewerkers van de diverse instellingen in Noord‐Brabant. Zij zullen benaderd worden om eventuele deelname aan de projectgroep te bespreken.
Palet-PRVMZ /expertmeeting 15 jan. 2009
Pagina 17 van 21
AFRONDING DOOR DAGVOORZITTER Bij de rapportage vanuit de workshops is kort stilgestaan bij enkele opvallende punten die naar voren gekomen zijn en in de verslagen opgenomen. Die worden hier niet herhaald. In de discussie werd op een aantal punten nader ingegaan. Opnieuw werd opgemerkt hoe de drie thema’s met elkaar samenhangen. Hoewel het veel was om te bespreken op één middag, was de samenhang tussen alle drie de thema’s duidelijk. Zij kunnen niet in een kortdurend project opgepakt worden. Het is belangrijk dat er draagvlak is bij het management van een instelling om de drie thema’s structureel in te bedden in het beleid. Er ligt een maatschappelijke taak. Veel allochtone cliënten ontvangen nog steeds geen zorg. Dit is ook een kans voor de instellingen in Noord‐Brabant. Het zijn belangrijke thema’s en het is fijn dat er veel aanmeldingen zijn voor deelname aan de projectgroep. Zo kan een goed vervolg komen op de eerste aanzet van vandaag. Tijdens de voorbereidingen voor vandaag zijn al enkele suggesties voor een vervolg gegeven namelijk: • een bijeenkomst organiseren samen met de ROC’s in Noord‐Brabant over het vraagstuk hoe allochtone leerlingen te interesseren voor de zorg. Hierbij werd gerefereerd aan de situatie in de landen van herkomst. Mogelijk is in Nederland te leren van de aanpak daar. • Mogelijkheden onderzoeken hoe in de curricula van de zorgopleidingen vaardigheidstraining op te nemen wat betreft het omgaan met allochtone cliënten. • Contact leggen tussen zelforganisaties van allochtonen en ouderorganisaties van kinderen met een beperking en met zelforganisaties van mensen met een verstandelijke beperking zoals ‘Onderling sterk’. De twee laatstgenoemde organisaties zijn voornamelijk ‘wit’ en de eerste categorie is niet of weinig bezig met zorg voor verstandelijk gehandicapten. Palet heeft veel contacten met de eerste en PRVMZ met de tweede en derde categorie. Er is vandaag veel kennis en informatie uitgewisseld. Duidelijk is geworden dat er op dit terrein nog veel te doen is. Het zal een vervolg krijgen in de projectgroep. De voorzitter bedankt alle aanwezigen voor hun komst en waardevolle bijdrage. Het verslag van vandaag zal aan alle aanwezigen worden toegezonden.
Palet-PRVMZ /expertmeeting 15 jan. 2009
Pagina 18 van 21
Palet-PRVMZ /expertmeeting 15 jan. 2009
Pagina 19 van 21
Palet-PRVMZ /expertmeeting 15 jan. 2009
Pagina 20 van 21
Bijlage
PROJECTGROEP INTERCULTURALISERING De volgende personen hebben zich opgegeven voor de projectgroep interculturalisering die zich bezig gaat houden met de voorbereiding van verder provinciale acties op het gebied van de interculturalisering van de zorginstellingen voor mensen met een verstandelijke beperking. De heer H.A. Abaci Sociaal contact met ouders Mevrouw Olga Boef MEE regio ’s‐Hertogenbosch Mevrouw Saadet Büyükkay Dichterbij Mevrouw J. Hendriks Dichterbij Mevrouw Mariska Langermans Prisma Mevrouw S. Maessen UAF De heer M.C.C.M. Scheepers Cello Mevrouw D. Vorstenbosch Amarant Mevrouw Karin van de Wetering Transvorm
Palet-PRVMZ /expertmeeting 15 jan. 2009
Pagina 21 van 21