VERSLAG BEVRAGING EINDGEBRUIKERSGROEP PERSONEN MET EEN VISUELE BEPERKING 3 MAART 2009 Aanwezigen eindgebruikersgroep: Donald Cornelis, cursist (blind) Herman Caulier, lid Inrichtende Macht (blind) Guy Baeyens, cursist (slechtziend) Eric Deman, cursist (slechtziend) Lieve Meerschaut, cursist (zwaar slechtziend) Joris Van Gansbeke, cursist (zwaar slechtziend) Aanwezigen partners van CO- project: Karel Spitaels (TML) Stefan Danschutter (WTCB) Annelies Verschatse (In-HAM) Bart Degryse (In-HAM) Aanwezigen experten: Marc Delsuphe (Verlichtingspecialist firma Etap) George Baes (brandexpert bij ANPI) Locatie: Sint-Rafaël Instituut Maagdestraat 14 9000 Gent (Contactpersoon: Ignace Dhondt) Korte inleiding door de projectleider (Stefan Danschutter) Het doel van het Collectief Onderzoeksproject is een evaluatie te maken van toegankelijkheid en evacuatiemogelijkheden van een gebouw voor mensen met een beperking. Daarvoor deelt men een gebouw in, in diensten en routes. Aan de hand van een computermodel worden alle parameters in kaart gebracht.
We breiden ons plan rond evacuatie en brandveiligheid uit naar diverse eindgebruikersgroepen, met name mensen die in een rolwagen zitten, slechtzienden, gehoorgestoorden en personen met een cognitieve beperking, kortom voor mensen met beperkingen in de breedste zin van het woord. De bevraging is daarbij noodzakelijk om na te gaan welke hulpmiddelen een meerwaarde kunnen zijn bij een evacuatie.
Pagina 1
Aan de hand van diverse scenario’s ontleden we de problematiek. Scenario 1 : Het is nacht, je bevindt je in een hotelkamer op de 4e verdieping, er weerklinkt een brandalarm. Vraag1: Wat is je reactie ? Iemand zou heel hard om hulp roepen. Een ander persoon zou telefoneren naar de receptie en uitleg vragen wat er gaande is. Nog een ander persoon, vraagt steeds bij het inchecken vooraf waar de nooduitgang is. De ervaring leert dat men nooit vanuit het hotelwezen zelf de route uitlegt zonder de vraag te krijgen, zelfs wanneer men duidelijk ziet dat iemand blind is. Een andere bedenking: bij het bijwonen van een vergadering, een concert… is de slechtziende meestal begeleid door een derde, maar zelfs dan nog zou het aanbevolen zijn om telkens te weten waar de nooduitgangen zich bevinden. Voor mensen die ergens meermaals cursus volgen bijvoorbeeld, zou men bij aanvang ook samen eens de vluchtroute moeten bewandelen. Iemand maakt de opmerking dat dergelijke service zelfs niet aan bod komt in de oogafdeling van een ziekenhuis. Toch een plaats waar men er attent zou moeten voor zijn. Een ander persoon zou iemand aanklampen in de gang en de schouder vastnemen om zo begeleid te worden naar buiten. Een andere tip is de deuren te nemen die naar buiten draaien, weliswaar is deze conventie niet altijd van toepassing in hotels. Niemand zou in de kamer blijven en afwachten. Iemand zou zich behelpen door op het geluid af te gaan. Vraag 2: Stel dat er samen met het alarmsignaal tevens een stroboscopisch licht wordt weergegeven ? Het zou bijvoorbeeld aan het plafond of ter hoogte van de deur in elke ruimte opgehangen worden. Zo zou het zowel voor blinden als doven functioneel zijn. Iemand maakt de opmerking dat het beter bij elke deur wordt gehangen zodat op die manier de deuropening geaccentueerd wordt. Een andere opmerking is dat de samenhang tussen het gebruik van stroboscopisch licht, de adrenalinestoot door het brandalarm en de mogelijke rookontwikkeling ervoor zou kunnen zorgen dat de panische angst nog meer in de hand gewerkt wordt. Algemeen kan toch geconcludeerd worden dat indien het licht bij de deuren geplaatst wordt richting nooduitgang het meer als hulpmiddel kan beschouwd worden dan belemmering.
Pagina 2
Vraag 3: Hoe zou je reageren op een stem (via een toestelletje dat je bij je draagt) of via luidsprekers je de juiste vluchtweg aangeeft ? Iemand met professionele ervaring in de liftsector, stelt uit onderzoek vast, dat wanneer iemand in een noodsituatie verkeert in een lift en rechtstreeks in verbinding komt te staan met een persoon, de paniek gereduceerd wordt en mensen een veiliger gevoel krijgen. In de U.K. werd een technologie ontwikkelt die geluid een richting geeft. M.a.w. wanneer vanuit een luidspreker een bepaalde toon of stem weerklinkt, hoort men meteen vanwaar het geluid komt. Dit in tegenstelling tot een het weerklinken van een sirene die de eigenschap heeft niet te weten vanwaar het geluid komt. Het ‘richtinggevende geluid’ (Directional Sounder) maakt het mogelijk om een evacuatieweg uit te stippelen via de opstelling van luidsprekers. Je hoort een stem weerklinken die je bijv.zegt ‘ga hier naar rechts’, of ‘neem hier de brandtrap’…., De mogelijk bestaat eveneens om een evacuatie te laten gebeuren door eenvoudigweg het een geluidssignaal te volgen. Uit onderzoek blijkt dat de evacuatietijd hierdoor met 70% wordt gereduceerd, zelfs wanneer de personen niet op de hoogte zijn van de werking van het systeem. (Zie bijkomende info op: www.soundalert.com/technology.htm) (Zie bijlage 1 rapport van: Professor Deborah Withington van de University of Leeds en Mike Lunch onderzoeker bij Sound Alert Technology ) (Zie bijlage 2: Frequently Asked Questions Exit Point) Dergelijke systemen zijn reeds operationeel. Het systeem met luidsprekers wordt algemeen aangenomen als het meest efficiënte, een los toestelletje om bij je te houden is vaak in de noodsituatie niet altijd direct aanwezig bij de persoon zelf. Iemand oppert dat men ook dient rekening te houden dat een gesproken boodschap niet altijd efficiënt is, denken we hierbij maar aan de diverse talen die gesproken worden. Een andere belangrijke opmerking is dat de geluidsfrequentie voldoende hoog moet zijn, vermits er door paniek en het rondrennen van mensen er reeds een geluidsoverlast kan veroorzaakt worden waardoor de geluidsprekers onvoldoende hoorbaar zijn. Scenario 2 : Je verlaat je hotelkamer, je zoekt de deur. Vraag 4: Wat kan er als hulpmiddel dienen bij het verlaten van de kamer ? Naast de voorgaande aangegeven hulpmiddelen uit scenario 1. Bijvoorbeeld een tactiele deurplaat aanbrengen op de deur, die de richting van de evacuatieweg aangeeft (een namaak deurplaat wordt als didactische materiaal wordt doorgegeven) .
Pagina 3
De afgeronde noppen geven aan dat dit de evacuatiedeur is
Een afgeschuind vlakje heeft de RICHTING aan nadat men de deur heeft gepasseerd (op deze foto is dit naar rechts)
Door te voelen aan de deur of er dergelijk plaatje hangt, weet je al ten eerste dat je de juiste deur gevonden hebt, meer nog het plaatje heeft afgeronde nopjes en een afgeschuind vlakje. De helling van de afschuining geeft aan of je naar links of rechts moet om de nooduitgang te vinden. Een gesofistikeerd ontwerp zou kunnen zijn, dat de hellingsgraad van het plaatje zich automatisch aanpast op elektronische wijze, in functie van de situering van de brand. Diverse opmerkingen wijzen er toch op dat het niet als garantie kan dienen, vermits je bijv. ook in een situatie kan komen waar bijv. de trappenhal noordzijde reeds vol rook is en je dan wel verplicht bent om de nooduitgang zuid te nemen. Op de luchthaven te Düsseldorf hebben ze gewerkt via visuele pijlen die aangeven welke kant je dan dient te volgen. Een opmerking als zou je als slechtziende toch het voordeel hebben dat je de rook en de warmte beter kunt waarnemen, gaat volgens de blinden onder de groep niet op. Je zal de rook wel ruiken maar daarom niet beter kunnen inschatten van welke kant ze komt. Blijkt ook dat er een misopvatting bestaat omtrent een betere zintuiglijke ontwikkeling bij blinden. Mensen die niet kunnen zien zullen wel een extra inspanning doen om te luisteren, doch hun gehoor is daardoor niet scherper geworden, noch hun aanvoelen. Men kan er wel bepaalde trainingen voor volgen, bv echolocatie, doch in panieksituaties en luidruchtige omgevingen zullen deze van geen tel zijn. Mensen kunnen wel qua mobiliteit zich trainen in bepaalde omgevingen en gaan dan eerder intuïtief hun weg vinden, doch dit alles mag niet veralgemeend worden. Wel mag gesteld worden dat iemand die blind geboren is betere capaciteiten heeft dan iemand die pas later blind werd. Scenario 3 : Je bevindt je reeds in de grote gang. Wat kan als hulpmiddel gebruikt worden op zoek naar de nooduitgang ?
Pagina 4
Bijvoorbeeld: het aanbrengen van grote handgrepen in de gang, waarachter terugverende klepjes zijn aangebracht.
Als het klepje niet terugveert dan ben je in de verkeerde richting aan het lopen. Als je het klepje met je vinger kan wegduwen, dan volg je de goede richting. De handgrepen worden afgebogen en buigen mee om een hoek. Wordt een handgreep even onderbroken, bijv. voor een deuropening, dan loop je gewoon rechtdoor. Indien een uiteinde van dergelijk handgreep een afgeschuinde kant heeft, dan moet je in de gang oversteken. Dergelijke systemen berusten op conventionele afspraken. (Australisch systeem. Zie bijkomende info op: www.helpinghandrail.com) Het feit dat dergelijke handgrepen in de gang aan de muur bevestigd worden kan ook het voordeel hebben dat men op de buisvormige handgrepen het kamernummer in braille kan aanbrengen, en eventueel een pijl kan graveren. Braille wordt steeds gezien als een meerwaarde. Wel moet men de bedenking maken er maar een beperkt percentage van de slechtzienden of blinden in staat is om braille te lezen. Opnieuw komt er de opmerking i.v.m. de locatie van de brandhaard. De richting die de klepjes aangeeft kan ook hier de verkeerde vluchtweg zijn. Indien de klepjes enkel mechanisch functioneren en niet elektrisch kunnen ingesteld worden, worden ze niet als praktisch bevonden. Bovendien vreest men er zich aan te kwetsen. De handgrepen op zich zijn echter wel multifunctioneel, indien aangebracht op de ideale hoogte (1m20).
Pagina 5
Iemand blijft herhalen dat het steeds belangrijk is om bij het inchecken vooraf op verkenning te gaan. Iemand anders maakt de opmerking dat de visuele pictogrammen ook een richting aangeven met een pijl doch dat ook deze niet steeds bindend zijn indien de brandhaard zich in die richting bevindt. Bijvoorbeeld het aanbrengen van een lichtgevende tactiele geleidingsstrip.
Afgeschuind vlakje geeft je de RICHTING van de vluchtweg aan
3 opeenvolgende oneffenheden geven aan om van richting te veranderen
De strip is fluorescerend of wordt verlicht, er worden pictogrammen in verwerkt, afgeschuinde vlakjes geven de richting aan en 3 opeenvolgende oneffenheden geven aan dat je van richting moet veranderen. Een variant op het systeem van de handgrepen. Iemand maakt de opmerking om dit systeem te implementeren samen met de handgrepen beschreven in bovenstaand scenario. De strip alleen is minder functioneel. Zijn pictogrammen nuttig en aan welke voorwaarden moeten ze voldoen ? Een pictogram voor het aangeven van de nooduitgang waarop het figuurtje van een lopend persoon is afgebeeld, heeft niet echt een meerwaarde. Indien men een grotere pijl zou zien, zou dit efficiënter zijn voor slechtzienden. Het soort pijl is ook belangrijk, liefst een pijl met duidelijk zichtbare “vleugeltjes”.
Pictogrammen zijn ook vaak te klein, hangen op diverse hoogte of er is een overaanbod. Indien men nooduitgangen aangeeft met kleuren in combinatie met bijv. handgrepen dient men ook het volgende in acht te nemen. De ideale kleurencombinaties voor slechtzienden zijn: wit/zwart , wit/rood of wit/donkerblauw. Groen/rood is moeilijk en
Pagina 6
vervaagt in grijze tinten. De lichtintensiteit mag hoger zijn dan gebruikelijk om alles goed scherp te kunnen waarnemen. Het pictogram moet heel eenvoudig zijn. Evenals de aanduiding van het verdiep bij het uitstappen uit de lift is van groot belang. Hou wel in acht dat de deur in een contrasterende kleur ten opzichte van de muren dient geschilderd te worden. Op de deur kan ev een contrasterend cijfer worden aangebracht. Een donker geschilderde deur geeft voor slechtzienden vaak de indruk dat ze openstaat. Let op pictogrammen of cijfers aanbrengen op deuren hebben het grote nadeel dat ze niet zichtbaar zijn wanneer de deur openstaat. Beter is ze rechts van de deuropening te voorzien.
Een alternatief voor een brandveilige wachtzone is de minder mobiele personen onder te brengen in een aantal kamers op het gelijkvloers of maximaal op de eerste verdieping. Om de evacuatie op het eerste verdiep vlotter te laten verlopen kan men een glijbaan, spiraaltrap of een hellend vlak voorzien. Wat is het meest geschikte lettertype om tekst weer te geven? Verdana en Arial zijn meest geschikt, met voorkeur van Verdana en liefst zonder gebruik van hoofdletters. “ Verdana “ “Arial”
Evacuatie (Arial) Evacuatie (Verdana) Aan welke voorwaarden en eigenschappen moeten pictogrammen gecombineerd met braille voldoen ?
Handig indien de pictogrammen op schouderhoogte (1m60) aangebracht worden en ze steeds rechts van de deur worden opgehangen. Pictogrammen voorzien van braille wordt niet echt gezien als een praktisch hulpmiddel.
Pagina 7
Er bestaan controverse over de plaats waar drukknoppen om brandalarm aan te geven worden opgehangen. Er zal navraag gedaan worden bij personen die gespecialiseerd zijn in toegankelijkheid. Kunnen tactiele aanduidingen van nut zijn ? Bijvoorbeeld aan trapleuningen.
Indien een trapleuning vroeg genoeg begint en lang genoeg uitdraait is het niet nodig een indicatie te krijgen op de trapleuning zelf, die aangeeft dat de trap eindigt. De normen zijn : de trapleuning moet 60 cm vroeger beginnen dan het begin van de trap en afschuinen naar beneden en doorlopen tot helemaal beneden en opnieuw 60 cm verder afschuinen naar beneden toe. De afschuining geeft zo het begin en einde van de trap aan. Het soort trapleuning is ook van belang, ze moet omgrijpbaar zijn liever geen platte rechtopstaande plank. Op die leuning tekeningen of tekst aanbrengen is niet zo interessant, ze worden heel moeilijk waargenomen door blinden.
Voor roltrappen is er van Universal Design een ontwerp die op de band waar je je moet vastnemen een teken dat aangeeft of de trap naar boven of naar beneden gaat. Een andere tip is de onderste of bovenste trede te voorzien van een contrasterende strip, doch in werkelijkheid wordt dit vaak achterwege gelaten omwille van esthetische aspecten.
Pagina 8
Waar plaatst men het best pictogrammen of tactiele borden ? Pictogrammen die nooduitgangen aangeven moeten wettelijk op 2m hoogte geplaatst worden. Zo kan men ze nog zien indien er een grote menigte mensen aanwezig is. Een tegenargument is echter dat in geval van brand ze vaak op die manier niet lang zichtbaar zijn door de rookontwikkeling op die hoogte. Welke noodverlichting is het meest aangewezen?
Voor slechtzienden was de belichting op foto ‘G’ het best belicht. Foto ‘A’ is het minst goed belicht. Fluorescerende strips kunnen een hulpmiddel zijn voor velen, doch één bemerking hieromtrent, niet alle slechtzienden zijn hiermee gebaat. Pictogrammen die aangebracht worden op een noodverlichting mogen niet te fel doorgelicht worden anders creëer een reflectie, waardoor de zichtbaarheid sterk afneemt en verblinding optreedt. De Europese normen zijn de volgende, pictogrammen met een hoogte van 13 cm die aangelicht zijn, hebben een herkenbaarheidsafstand van 13 meter, pictogrammen van 13cm hoogte die doorgelicht zijn hebben een herkenbaarheidsafstand van 26 meter. Een pictogram op een armatuur aanbrengen is dus goed op voorwaarde dat er daarnaast ook nog noodverlichting aanwezig is die de vluchtweg aangeeft. Indien er veiligheidsverlichting aangebracht wordt dan liever vanuit het plafond dan vanop de grond. Liefst egale verlichting om geen schaduwvlekken te veroorzaken. Koud licht geeft beter contrast. Zijdelingse verlichting op trappen is ook een aanrader.
Pagina 9
Iemand uit de groep concludeerde nog als volgt : De verantwoordelijkheid inzake brandveiligheid en evacuatie ligt niet alleen bij de bouwheer, maar ook bij de persoon zelf die logeert of verblijft in het gebouw. Vooraf zelf op verkenning gaan, gebruik maken van je witte stok… zijn eenvoudige tips die van heel groot belang kunnen zijn in dergelijke noodsituaties.
Hartelijk dank aan allen die meewerkten aan dit project.
Voor verslag, Bart Degryse 13/03/09
Pagina 10