VERKORT JAARVERSLAG 2011
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________
Inhoudsopgave
1.
Voorwoord
2
2.
Kerncijfers
3
3.
Profiel van SPNG
5
4.
Vermogenspositie en beleid
11
5.
Beleggingen
17
6.
Pensioenregeling
21
7.
Ontwikkelingen
24
8.
Verantwoordingsorgaan
31
9.
Balans per 31 december 2011
34
10.
Staat van baten en lasten over 2011
35
Pagina 1 van 35
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________
1.
Voorwoord In dit jaarverslag kijken we niet alleen terug op het jaar 2011, maar ook vooruit. De pensioenwereld staat aan de vooravond van grote veranderingen die ook ons pensioenfonds SPNG zullen raken. 2011 was een wisselvallig financieel jaar dat hoopgevend begon met een aantrekkende economie. De eurocrisis sloeg echter al snel toe. Dalend vertrouwen leidde tot dalende koersen, dalende rentes in de sterkere landen en een recessie in de eurozone. Ondanks dat we in Nederland een van de beste pensioenstelsels ter wereld hebben, bevindt de pensioensector in ons land zich in een moeilijke situatie. Tot voor kort leefde bij deelnemers aan pensioenregelingen de gedachte dat pensioen waardevast en voor 100% gegarandeerd is. De afgelopen periode is duidelijk geworden dat beide veronderstellingen geen absolute zekerheden zijn. De stijgende levensverwachting en gedaalde rente maken pensioen duurder terwijl het huidige premieniveau al hoog is. Ook de aanhoudende wereldwijde financiële onrust heeft invloed op ons pensioenstelsel. Het bestuur van SPNG heeft de taak om er voor te zorgen dat het pensioenfonds toekomstbestendig blijft. Toekomstbestendig betekent een passende pensioenregeling tegen kosten die voor onze sector haalbaar zijn. Binnen SPNG is daarom een onderzoek uitgevoerd naar zowel de inhoud als de financieringsopzet van onze pensioenregeling. SPNG gaat de pensioenregeling aanpassen omdat de pensioenregeling betaalbaar moet blijven. Met ingang van 2013 vervalt de aan de loonindex gekoppelde onvoorwaardelijke indexatie van de pensioenrechten van actieve deelnemers. Er voor in de plaats komt een voorwaardelijke indexatieregeling, die gefinancierd zal worden uit de (eventuele) overrendementen van de beleggingen van SPNG. Verder is besloten om per 2013 geen nieuw garantiecontract met de huidige verzekeraars aan te gaan. Een garantiecontract biedt het voordeel dat de uitkeringen levenslang door de verzekeraars gegarandeerd worden ongeacht veranderingen in levensverwachting en renteontwikkelingen. Maar aan die garantie hangt een stevige prijs en die prijs wordt alsmaar hoger. Het bestuur is van mening dat de prijs inmiddels hoger is dan dat de garantie waard is en heeft daarom besloten om vanaf 2013 de pensioenen in eigen beheer op te bouwen. Deze stappen bieden naar verwachting van het bestuur voldoende ruimte om de pensioenregeling marktconform en betaalbaar te houden. Overigens zullen de tot 2013 opgebouwde pensioenen mét hun uitkeringsgarantie worden gehandhaafd bij de verzekeraars. Gelijktijdig is besloten om per 2013 de administratie in handen te leggen van één uitvoeringsorganisatie: AZL in Heerlen, een organisatie die gespecialiseerd is in dienstverlening aan pensioenfondsen. Elders in dit jaarverslag vindt u verdere informatie over deze wijzigingen. Nieuwe wetgeving en wetsvoorstellen zorgen er voor dat het bestuur zich moet buigen over beleidsmaatregelen op het gebied van de aansturing van het pensioenfonds, risicobeheersing, deskundigheidsbevordering en governance. Dit nog afgezien van overheidsmaatregelen met betrekking tot het verhogen van de AOW-leeftijd en het fiscale kader voor pensioen. Bij het opstellen van dit verslag was het overigens nog niet duidelijk wat de precieze gevolgen zijn voor deze onderwerpen van de val van het kabinet Rutte en het daarop door de “Kunduz-coalitie” gesloten Lenteakkoord 2012. Als bestuur zetten wij ons in voor alle bij SPNG betrokken partijen: of u nu werknemer, werkgever of gepensioneerde bent. Met u hebben wij hetzelfde belang: een stabiel en financieel gezond pensioenfonds. U mag en kunt op ons rekenen en wij rekenen op uw bijdrage via de deelnemersraad en het verantwoordingsorgaan. Den Haag, 8 juni 2012
G. Lodewijk werkgeversvoorzitter
I. Slikkerveer werknemersvoorzitter
Pagina 2 van 35
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________
2.
Kerncijfers (alle bedragen x € 1.000)1
2011
2010
2009
2008
2007
410
408
404
397
438
8.110 274
8.071 308
8.233 331
8.447 337
7.905 356
Subtotaal Gewezen deelnemers Gepensioneerden
8.384 17.392 4.084
8.379 17.034 3.853
8.564 18.942 3.658
8.784 18.353 3.450
8.261 17.775 3.257
Totaal aantal deelnemers
29.860
29.266
31.164
30.587
29.293
1,03 0,00
1,26 0,00
3,00 0,00
2,16 1,50
1,94 1,00
731.822 23.089
608.551 20.227
535.823 21.306
513.694 19.673
366.450 21.206
n.v.t. 103,16
(15.359) 103,32
(12.964) 103,98
n.v.t. 103,83
n.v.t. 105,79
Aangesloten werkgevers Deelnemers (aantallen) Actieven Arbeidsongeschikten
Toeslag actieven per 1 januari (%) Toeslag inactieven per 1 januari (%) Vermogensituatie op marktwaarde2 - Technische voorzieningen - Algemene reserve - Algemene reserve met afslag kredietrisico - Dekkingsgraad - Dekkingsgraad met afslag kredietrisico Vermogenssituatie op 4% - Technische voorzieningen 4% - Dekkingsgraad op 4%
Belegde middelen totaal - Vastgoedbeleggingen - Aandelen - Vastrentende waarden - Mix-fondsen3 - Overig (incl. beleggingsvorderingen)4 Beleggingsopbrengsten Beleggingsrendement (%) Z-score (1-jarig)5 Performancetoets
n.v.t.
97,48
97,58
n.v.t.
n.v.t.
512.016 104,51
489.141 104,14
467.744 104,56
440.849 104,46
414.653 105,11
533.899 10.910 47.990 213.709 179.795
520.686 11.768 51.930 191.619 175.592
477.585 10.800 44.486 168.774 152.196
418.294 8.231 29.012 141.036 127.219
430.414 8.374 34.366 135.731 125.765
81.495
89.777
101.329
112.796
126.178
8.417 1,56
33.713 8,24
41.194 14,46
(21.308) (7,51)
12.118 0,76
0,25 3,75
1,42 4,08
0,61 3,26
3,93 2,82
(0,67) 1,16
1
De kerncijfers zijn inclusief het met de SPNG gefuseerde Bpf Herwinning Grondstoffen (Hegro). De cijfers zijn weergegeven zonder afslag voor kredietrisico van de herverzekeraars (zie paragraaf 14.2.3) 3 “Mix-fondsen” betreffen de participaties in het Stategic Allocation Fund 75/25 (zie paragraaf 5.3.2) 4 Onder de beleggingscategorie “overige beleggingen” zijn de beleggingen in hedgefondsen, de voorschotlening, annuïteitenleningen, liquiditeiten en overige beleggingsvorderingen en schulden opgenomen. 5 Verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen dienen een z-score vast te stellen (zie paragraaf 5.4) 2
Pagina 3 van 35
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________
(alle bedragen x € 1.000)6 Premiebijdragen - Feitelijke premie - Kostendekkende premie7 - Kostendekkende premie op herverzekeringsgrondslagen Pensioenuitkeringen Pensioenuitvoeringskosten8
2011
2010
2009
2008
2007
22.586 30.202
22.529 28.292
25.689 30.062
22.847 n.b.
21.415 n.b.
22.211
22.103
25.249
22.445
20.954
14.289
15.112
12.002
11.177
10.055
582
960
669
672
523
6
De kerncijfers zijn inclusief het met de SPNG gefuseerde Bpf Herwinning Grondstoffen (Hegro). Vanaf 2009 becijferd op marktwaarde, tot 2009 op de grondslagen van het verzekeringscontract. 8 De pensioenuitvoeringskosten zijn exclusief de kosten die uit hoofde van de uitvoeringsovereenkomst worden betaald aan de herverzekeraars voor excasso, administratie en vermogensbeheer. 7
Pagina 4 van 35
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________
3.
Profiel van SPNG SPNG, de Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel, is statutair gevestigd te Den Haag. Het bestuurssecretariaat van SPNG wordt gevoerd door het Nederlands Verbond van de Groothandel gevestigd aan de Bezuidenhoutseweg 12, 2594 AV te Den Haag.
3.1.
Doelstelling SPNG heeft ten doel, overeenkomstig de bepalingen van haar statuten en fondsreglementen, pensioenaanspraken te verlenen aan de (gewezen) deelnemers en hun nabestaanden. Deelnemers zijn de werknemers die op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst zijn van een bij SPNG aangesloten werkgever en voldoen aan de criteria voor opneming in de pensioenregeling. SPNG richt zich sinds de fusie (in 2010) met het Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen (HEGRO) op: de bedrijfstak van de groothandel waarin ondernemingen voor eigen rekening en risico goederen verhandelen die buiten de onderneming zijn vervaardigd, en die aan bedrijfsmatige afnemers (nieteindverbruikers) worden afgeleverd; de bedrijfstak herwinning grondstoffen waarin ondernemingen zich gedeeltelijk of uitsluitend bezighouden met de inzameling en/of bewerking/sortering/vernietiging en/of handel in stoffen, die bestemd zijn om als product of materiaal te worden hergebruikt.
3.2.
Organisatie Dit hoofdstuk geeft een toelichting op de organisatie van SPNG.
3.2.1.
Organogram Organisatieschema SPNG
Deelnemersraad
Verantwoordingsorgaan Bestuur van SPNG
Visitatiecommissie
Bestuurssecretariaat (NVG)
Controlerend Accountant (Ernst & Young Accountants LLP)
Actuarieel adviseur (Support Company)
Waarmerkend Actuaris (Ernst & Young Actuarissen)
Adviseur vermogensbeheer (Quinator Investment Consultancy)
Compliance officer (NVG)
Algemeen adviseur (Meeùs Assurantiën)
Pensioenadministratie (Nationale-Nederlanden en AEGON)
Herverzekering (Nationale-Nederlanden en AEGON)
Vermogensbeheer (Nationale-Nederlanden en AEGON)
Pagina 5 van 35
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________
3.2.2.
Verdeling taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden Bestuur Het bestuur van SPNG is belast met het besturen van SPNG en is als zodanig (eind)verantwoordelijk voor alle handelingen die door of namens SPNG worden verricht. De belangrijkste verantwoordelijkheden van het bestuur zijn: het beheer van SPNG; het uitvoeren van de in de fondsreglementen vastgelegde pensioenregelingen (zie hoofdstuk 6); het beheersen van de risico’s die aan het voorgaande verbonden zijn en het streven naar een optimale rendement-/risicoverhouding. Zowel het algemeen strategisch als het dagelijks beleid wordt vastgesteld door het volledige bestuur bijgestaan door zijn adviseurs Support Company en Meeùs Assurantiën). Voor wat betreft het vermogens-beheer laat het bestuur zich adviseren door Quinator Investment Consultancy. SPNG heeft een dagelijks bestuur dat wordt gevormd door de voorzitter en de vice-voorzitter die - bijgestaan door de bestuurssecretaris - het door het bestuur geformuleerde dagelijks beleid in algemene zin uitvoeren. Het bestuur kan bepalen dat bepaalde aspecten van het beleid of beleidsvoorbereiding worden gedelegeerd aan commissies. In 2011 waren vijf commissies actief, waaronder een contract- en een beleggingscommissie. Het bestuur heeft een extern accountantsbureau (Ernst & Young Accountants), aangesteld om jaarlijks het jaarverslag en de staten voor de Nederlandsche Bank te controleren en te waarmerken. Tevens heeft het bestuur een waarmerkend actuaris (Ernst & Young Actuarissen) aangesteld met als opdracht de aan de Nederlandsche Bank te verstrekken actuariële staten - waaronder begrepen het actuarieel verslag met de daarin opgenomen actuariële verklaring - te waarmerken. Deelnemersraad, verantwoordingsorgaan en visitatiecommissie Naast het bestuur en de bestuurscommissies, kent SPNG een deelnemersraad en een verantwoordings-orgaan. De deelnemersraad adviseert het bestuur desgevraagd of uit eigen beweging over aangelegenheden die het fonds betreffen. Het bestuur legt (ten minste één keer per jaar) verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan over het gevoerde beleid. Het intern toezicht ligt in handen van een externe visitatiecommissie. De visitatiecommissie zal ten minste één keer per drie jaar het functioneren van het pensioenfonds en het bestuur kritisch bezien. De werking van de deelnemersraad, het verantwoordingsorgaan en de visitatiecommissie komt aan de orde in hoofdstuk 3.3.
3.2.3.
Personalia Samenstelling bestuur Per 31 december 2011 was het bestuur als volgt samengesteld: Naam
functie
namens
lid sinds
I. Slikkerveer G. Lodewijk H.J.A. Brak J.G.A. van den Brink C. Lonsain M.E.T. Marchée R.L.P. Schellekens A.A.M. Steijaert
voorzitter vice-voorzitter bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid
De Unie NVG VHT FNV CNV NVG NVG FNV
1 juni 2006 1 januari 1991 29 mei 2010 29 mei 2010 20 januari 2011 1 november 2008 12 juni 1996 1 september 2008
einde zittingstermijn 2015 2013 20119 2012 2013 2015 2014 2014
Het bestuur is paritair samengesteld. De ene helft van de bestuursleden wordt voorgedragen door de bij SPNG betrokken werkgeversorganisaties, te weten het Nederlands Verbond van de Groothandel (NVG), de Federatie Nederlandse Oud Papier Industrie (FNOI) en de Vereniging Herwinning Textiel (VHT). De andere helft van de bestuursleden wordt voorgedragen door de bij SPNG betrokken werknemersorganisaties: CNV Dienstenbond (mede namens CNV Vakmensen), FNV Bondgenoten en De Unie.
9
De heer Brak is inmiddels herbenoemd voor een periode tot en met 2016 Pagina 6 van 35
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________
Samenstelling deelnemersraad en verantwoordingsorgaan De deelnemersraad bestaat uit leden die worden voorgedragen door CNV Dienstenbond (mede namens CNV Vakmensen), FNV Bondgenoten en De Unie. Het verantwoordingsorgaan bestaat uit leden die de volgende drie geledingen vertegenwoordigen: de deelnemers, de pensioengerechtigden en de aangesloten werkgevers. De leden van de deelnemersraad vormen een personele unie met de leden namens de deelnemers en namens de pensioengerechtigden van het verantwoordingsorgaan. Het NVG, de FNOI en de VHT benoemen de leden die de werkgevers vertegenwoordigen in dit orgaan. Per 31 december 2011 was de bemensing van de deelnemersraad als volgt: Naam
namens
lid sinds
einde zittingstermijn
H.C. Dudok G. de Jong P.W. van der Meer I. Boezerman
CNV (geleding gepensioneerden) FNV (geleding gepensioneerden) CNV (geleding gepensioneerden) FNV (geleding actieven)
2005 2005 2005 2011
2014 2013 2013 2014
Per 31 december 2011 was de bemensing van het verantwoordingsorgaan als volgt: Naam
namens
lid sinds
einde zittingstermijn
H.C. Dudok G. de Jong P.W. van der Meer I. Boezerman
CNV (geleding gepensioneerden) FNV (geleding gepensioneerden) CNV (geleding gepensioneerden) FNV (geleding actieven)
2005 2005 2005 2011
2014 2013 2013 2014
M.P. Bootsma W. Smaal
NVG (geleding werkgevers) VHT/FNOI (geleding werkgevers)
2008 2008
2013 2013
Bestuurssecretariaat De secretaris van SPNG is de heer G. Aldershof. De heer Aldershof treedt tevens op als compliance officer die toezicht houdt op de juiste uitvoering c.q. handhaving van de gedragscode van SPNG. Bezoekadres Postadres Telefoon e-mail
: : : :
Bezuidenhoutseweg 12, 2594 AV Den Haag Postbus 93002, 2509 AA Den Haag 070 349 07 46
[email protected]
Overzicht bestuurscommissies SPNG in 2011 In 2011 waren de volgende commissies actief. Commissie Acquisitie De heer G. Lodewijk De heer M.E.T. Marchée De heer I. Slikkerveer De heer A.A.M. Steijaert De heer P.J. Verweij, adviseur Commissie Beleggingen De heer K. Koster, adviseur De heer E. Bannet, adviseur De heer G. Lodewijk De heer M.E.T. Marchée De heer I. Slikkerveer De heer A.A.M. Steijaert
Pagina 7 van 35
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________
Commissie Communicatie De heer H.J.A. Brak De heer R. Droppert, Nationale-Nederlanden De heer D.S. de Jager, AEGON De heer C. Lonsain De heer R.L.P. Schellekens De heer P.J. Verweij, adviseur Commissie Nieuw Contract De heer J.G.A. van den Brink De heer K. Koster, adviseur De heer G. Lodewijk De heer R.L.P. Schellekens De heer I. Slikkerveer Commissie Risicomanagement De heer H.J.A. Brak De heer D.S. de Jager, AEGON De heer G. Lodewijk De heer C. Lonsain De heer A.A.M. Steijaert 3.2.4.
Betrokken externe partijen Actuarieel adviseur Support Company B.V. te Hoofddorp Algemeen adviseur Meeùs Assurantiën te Nieuwegein Adviseur vermogensbeheer Quinator Investment Consultancy te Hilversum Accountant Ernst & Young Accountants LLP te Den Haag. Waarmerkend actuaris Ernst & Young Actuarissen B.V. te Amsterdam. Bestuurssecretariaat en compliance officer Nederlands Verbond van de Groothandel te Den Haag Pensioenadministratie, herverzekering en vermogensbeheer Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V. te Rotterdam en AEGON Levensverzekering N.V. te Den Haag
3.2.5.
Controlemaatregelen Het bestuur houdt op een zodanige wijze toezicht op de uitbestede werkzaamheden dat het bestuur de bedrijfsprocessen op een adequate wijze kan (blijven) beheersen. In het verlengde hiervan is het bestuur verantwoordelijk voor het uitvoeren van controlemaatregelen gericht op het adequaat beheersen van alle voorkomende bedrijfsprocessen, met inbegrip van een juiste en volledige registratie en verslaglegging van de gegevens van SPNG. Als uitvloeisel van die verantwoordelijkheid wordt gestuurd op het zoveel mogelijk beperken van risico’s die samenhangen met uitbestede processen. Het voltallige bestuur vergadert in beginsel vier keer per jaar om alle voorkomende aangelegenheden te bespreken en om te bezien of de voortgang van de processen naar behoren verloopt. Onderdeel van deze algemene controle is een beschouwing van de financiële positie van SPNG. Voor wat betreft de controle op de pensioenadministratie en het vermogensbeheer, laat het bestuur de beide herverzekeraars verantwoording afleggen onder meer door middel van het periodiek verstrekken van rapportages en overzichten.
Pagina 8 van 35
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________
De aangesloten werkgevers dienen jaarlijks te verklaren dat de deelnemergegevens juist en volledig zijn aangeleverd. Bij de werkgevers in de bedrijfstak herwinning grondstoffen dient daartoe een accountantsverklaring te worden overgelegd. De herverzekeraars controleren of deze verklaringen zijn afgegeven en rapporteren daarover aan het bestuur. Om de greep op de processen te verstevigen is in 2010 een commissie risicomanagement in het leven geroepen. 3.2.6.
Administratieve organisatie Aangezien: de pensioenadministratie en het vermogensbeheer volledig zijn uitbesteed; het dagelijks bestuur wordt gevoerd met ondersteuning van het bestuurssecretariaat; SPNG geen personeel in dienst heeft; heeft SPNG zelf een beperkte administratieve organisatie opgezet. Beide herverzekeraars hebben hun organisatie zodanig ingericht dat het bestuur kan beschikken over vaste aanspreekpunten. Ook voor wat betreft de communicatie richting aangesloten werkgevers en (gewezen) deelnemers maakt het fonds (mede) gebruik van de diensten van de herverzekeraars.
3.3.
Pension Fund Governance Het bestuur van SPNG streeft als eindverantwoordelijke voor de uitvoering van de pensioenregeling naar een optimale kwaliteit, zorgvuldigheid en openheid met betrekking tot die uitvoering. Het bestuur onderschrijft dan ook de Principes voor Goed Pensioenfondsbestuur (Pension Fund Governance, hierna PFG) die zijn verankerd in de Pensioenwet (PW) en heeft deze principes geïncorporeerd in de organisatie van SPNG. Hieronder volgt een samenvatting over de wijze waarop het bestuur invulling heeft gegeven aan de diverse principes.
3.3.1.
Transparantie, communicatie en openheid De kern van dit PFG-onderdeel is dat het bestuur aan zijn belanghebbenden op een heldere wijze laat zien hoe het bestuur omgaat met zijn rol en inzicht biedt in het gevoerde beleid. Binnen het bestuur moet een zodanig niveau van kennis en ervaring aanwezig zijn dat SPNG op alle aspecten behoorlijk bestuurd c.q. aangestuurd wordt. Het bestuur heeft een communicatieplan dat de basis vormt voor het communicatiebeleid dat SPNG voert richting de doelgroepen van het fonds: te weten de bij SPNG aangesloten werkgevers, deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden. Het jaarverslag van SPNG wordt gedeponeerd bij het handelsregister. Geïnteresseerden kunnen het jaarverslag, de statuten en het fondsreglement bij het bestuurssecretariaat opvragen. Deze documenten zijn eveneens beschikbaar via de website van SPNG.
3.3.2.
Bestuur Het beleid van het bestuur is gericht op een integere bedrijfsvoering, dit houdt onder meer in: een adequate administratieve organisatie en interne controle (AO/IC); een analyse en beheersing van integriteitsrisico’s; het voorkomen van belangenverstrengeling; een (duurzame) beheersing van (financiële) risico’s. Deze zaken zijn onder meer vastgelegd in de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN), de gedragscode van SPNG en in het jaarverslag.
3.3.3.
Deelnemersraad SPNG heeft een deelnemersraad. Deze raad adviseert het bestuur desgevraagd of uit eigen beweging over aangelegenheden die het fonds betreffen, maar in ieder geval over elk voorgenomen besluit van het bestuur tot een aantal in de Pensioenwet vastgelegde zaken, waaronder de vaststelling van het toeslagbeleid en het jaarverslag. De deelnemersraad bestaat uit drie tot zes leden die in beginsel een evenredige afspiegeling van deelnemers en gepensioneerden zullen vormen: twee tot vier vertegenwoordigers namens de geleding actieve deelnemers
Pagina 9 van 35
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________
en een of twee vertegenwoordigers namens de geleding pensioengerechtigden. Op dit moment is deze evenredigheid nog niet bereikt en zijn de actieve deelnemers ondervertegenwoordigd. 3.3.4.
Verantwoordingsorgaan SPNG kent tevens een verantwoordingsorgaan waaraan het bestuur (ten minste één keer per jaar) verantwoording aflegt over het gevoerde beleid. In dit verantwoordingsorgaan zijn de actieve deelnemers, de pensioengerechtigden en de bij SPNG aangesloten werkgevers evenredig vertegenwoordigd qua stemverhouding. Onder andere om redenen van het beheersbaar houden van het bestuursproces, heeft het bestuur in overleg met de betrokkenen besloten om de bemensing van het verantwoordingsorgaan en de deelnemersraad te laten bestaan uit een personele unie (voor wat betreft de vertegenwoordiging namens de actieve deelnemers en de pensioengerechtigden). Op die wijze kan overleg worden gecombineerd waar het overlap in taken tussen beide organen betreft. Formeel gezien zullen die taken overigens gescheiden worden gehouden. In hoofdstuk 8.1 en 8.2 van dit jaarverslag wordt het oordeel van het verantwoordingsorgaan respectievelijk de reactie van het bestuur hierop weergegeven.
3.3.5.
Intern toezicht Intern toezicht betreft het kritisch bezien van het functioneren van het bestuur van het fonds door deskundigen. Het bestuur heeft voor de inrichting van het interne toezicht gekozen voor een visitatiecommissie. Deze commissie bestaat uit (minimaal) drie onafhankelijke leden die door het bestuur - na consultatie van het Verantwoordingsorgaan - worden benoemd. Ten minste eens in de drie jaar zal de visitatiecommissie het functioneren van SPNG en het bestuur doorlichten. De bevindingen van de commissie zullen worden opgenomen in het betrokken jaarverslag van SPNG. De leden van de visitatiecommissie worden door het bestuur aangesteld voor de duur van de betrokken visitatieronde die voor de eerste maal in de eerste helft van 2010 is uitgevoerd. In hoofdstuk 7 wordt nader ingegaan op de toekomst van het interne toezicht.
3.3.6.
Deskundigheidsbevordering Ieder pensioenfondsbestuur moet beschikken over een deskundigheidsplan. Dit plan dient om inzicht te krijgen in het deskundigheidsniveau van het bestuur zowel op collectief als op individueel niveau en om te bepalen of het bestuur op een bepaald gebied eventueel nog opleiding nodig heeft. Het bestuur van SPNG beschikt over een deskundigheidsplan dat is gebaseerd op het “Plan van Aanpak Deskundigheidsbevordering” van de koepels (de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen, de Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen en de Unie van Beroepspensioenfondsen). In dit deskundigheidsplan is per bestuurslid aangegeven in welke mate deskundigheid aanwezig is en of op een bepaald terrein vergroting van de deskundigheid noodzakelijk is. Het bestuur bepaalt hierin zelf hoe het benodigde deskundigheidsniveau zal worden bereikt. Het deskundigheidsplan wordt jaarlijks besproken en zo nodig aangepast.
3.3.7.
Vergoedingsregeling De bestuursleden, c.q. de organisaties die zij vertegenwoordigen, ontvangen vacatiegeld voor het deelnemen aan bestuursvergaderingen en aan andere bijeenkomsten waar hun aanwezigheid gewenst is. Reis- en verblijfskosten door de bestuursleden in de uitoefening van hun functie gemaakt, worden vergoed. De voorzitter en vice voorzitter van SPNG ontvangen het vacatiegeld en deze vergoedingen in de vorm van een vooraf vastgesteld vast bedrag, waarbij SPNG zich conformeert aan de SER-norm. Voor de leden van de deelnemersraad en het verantwoordingsorgaan geldt eveneens een vergoedingsregeling.
3.3.8.
Klachten- en geschillenprocedure SPNG heeft een klachten- en geschillenregeling. Klachten kunnen worden ingediend bij het bestuurssecretariaat en geschillen kunnen worden voorgelegd aan een geschillencommissie. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen klachten en geschillen. Klachten betreffen de uitvoering van de pensioenregeling. Geschillen gaan over de interpretatie van regelingen en afspraken. Er is een reglement opgesteld voor de klachten- en geschillenregeling.
Pagina 10 van 35
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________
4.
Vermogenspositie en beleid Alle bedragen in dit verslag luiden in euro’s, tenzij anders aangegeven.
4.1.
Financiële positie De financiële positie van SPNG komt tot uitdrukking in de zogeheten dekkingsgraad, die de verhouding weergeeft tussen enerzijds het pensioenvermogen en anderzijds de technische voorzieningen (TV). Het pensioenvermogen is daarbij de som van de TV en het vermogen van SPNG.
4.1.1.
Waarderingsgrondslagen Vanaf 2007 hanteert SPNG balanstechnisch actuariële grondslagen conform het FTK (Financieel Toetsingskader). Een belangrijk onderdeel van het FTK is dat zowel de bezittingen als de technische voorzieningen worden berekend op marktwaarde. De technische voorzieningen worden daarbij bepaald met de door de Nederlandsche Bank gepubliceerde “rentetermijnstructuur”: dit is de termijnstructuur van de actuele nominale marktrente. In samenhang met de duur van de verwachte uitkeringsstroom bij SPNG kwam de te hanteren rekenrente eind 2011 overeen met afgerond 2,75% (2010: 3,44%). De Technische Voorzieningen zijn verder vastgesteld op basis van een recente sterftetafel: de prognosetafel 2010-2060 van het Actuarieel Genootschap, waarbij vervolgens een correctie plaatsvindt in verband met ervaringssterfte. In hoofdstuk 13 is een volledige opsomming van de gehanteerde grondslagen opgenomen. Dit leidt tot de volgende opstelling op marktwaarde:
4.1.2.
Pensioenvermogen
Technische voorzieningen
Eigen Vermogen
Dekkingsgraad
€ 754.910.846
€ 731.821.826
€ 23.089.020
103,16%
Garantiecontract Het herverzekeringscontract dat SPNG heeft, laat zich kwalificeren als garantiecontract. Dit betekent dat de uitkeringen van alle tot de einddatum van het herverzekeringscontract gefinancierde pensioenen levenslang door de herverzekeraars worden gegarandeerd. Als gevolg van de verslagleggingregels voor garantiecontracten worden vanaf boekjaar 2007 de beleggingen niet langer opgenomen in de balans van SPNG. Tegenover de verplichtingen op de passivazijde van de balans staan op de activazijde de vorderingen op de herverzekeraars. Door het gelijkstellen van de vordering op de herverzekeraars aan de verplichting van SPNG (en de beleggingen feitelijk niet op de balans zichtbaar te maken) ontstaat de situatie dat het beleggingsrisico niet tot uitdrukking komt in de jaarcijfers van SPNG. Dit sluit aan op de gedachte achter het met de herverzekeraars afgesloten garantiecontract. SPNG ontvangt jaarlijks haar aandeel in de (eventueel) behaalde positieve overrente. Indien de overrente in enig jaar negatief is, zal deze niet met SPNG worden verrekend, maar binnen het depot worden geactiveerd en verrekend met toekomstige positieve overrente. Het bestuur hecht daarom ook nadrukkelijk waarde aan de becijfering van de financiële positie van SPNG op basis van de met de herverzekeraars overeengekomen grondslagen, waaronder een rekenrente van 4%. Immers het berekenen van de TV tegen marktwaarde in plaats van 4% rekenrente heeft in de praktijk geen invloed op het feitelijk beschikbare eigen vermogen van SPNG. De bestedingsruimte van SPNG blijft voor wat betreft de maximaal beschikbare middelen voor het verlenen van de toeslagen aan de inactieven beperkt tot het niveau van de Algemene Reserve. Op basis van de contractuele grondslagen is de opstelling dan: Pensioenvermogen Technische Voorzieningen Eigen Vermogen
Dekkingsgraad
€ 535.105.244
104,51%
€ 512.016.224
€ 23.089.020
N.B. Zoals al in het voorwoord is genoemd, zal SPNG voor de pensioenopbouw vanaf 1 januari 2013 overgaan op eigen beheer.
Pagina 11 van 35
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________
4.1.3.
Kredietrisico Per 1 februari 2011 is een herziening voor herverzekerde pensioenfondsen in werking getreden in het Financieel Toetsingskader (FTK). Op grond van deze herziening mogen pensioenfondsen die hun risico’s bij een verzekeraar hebben verzekerd het (eventuele) kredietrisico op die verzekeraar buiten beschouwing laten bij de berekening van het Vereist Eigen Vermogen (VEV). Wel dienen herverzekerde pensioenfondsen dan een Minimaal Vereist Eigen Vermogen (MVEV) van 1% van de voorziening aan te houden en hun deelnemers over een en ander te informeren. Het bestuur van SPNG heeft besloten om gebruik te maken van deze mogelijkheid om het kredietrisico buiten beschouwing te laten.
4.1.4.
Ontwikkeling dekkingsgraad In hoofdstuk 2 is aangegeven hoe de dekkingsgraad zich de afgelopen 5 jaar heeft ontwikkeld. De dekkingsgraad wordt bij SPNG nomaliter bepaald nadat een voorziening is gevormd voor de aan de pensioengerechtigden en slapers toe te kennen toeslag per 1 januari van het volgende kalenderjaar. De dekkingsgraad 2007 is echter bepaald voordat de voorziening van de toeslag per 1 januari 2008 is gevormd. Het besluit over de toeslag per 1 januari 2008 voor de pensioengerechtigden en slapers werd namelijk pas in 2008 genomen. Oordeel waarmerkend actuaris De bevindingen van de accountant ten aanzien van de door SPNG verstrekte administratieve basisgegevens zijn zodanig dat die gegevens als uitgangspunt zijn aanvaard. In hoofdstuk 17 geeft de waarmerkend actuaris aan wat zijn bevindingen zijn.
4.2.
Beleid De voornaamste financiële doelstellingen van SPNG zijn: het waarborgen van de opbouw van de pensioenaanspraken overeenkomstig de in de fondsreglementen vastgelegde bepalingen; het maximaliseren van het beleggingsrendement om de nagestreefde (voorwaardelijke) toeslagen voor de inactieve deelnemers te realiseren.
4.2.1.
Premiebeleid De premie wordt door het bestuur van SPNG niet benut als sturingsmiddel. Het bestuur heeft besloten het premiebeleid voor 2012 ongewijzigd te laten. In de loop van 2012 zal het premiebeleid voor 2013 worden bepaald in het kader van de herziening van de pensioenregeling en de financiële opzet ervan. In hoofdstuk 7 is dit nader uitgewerkt. Kostendekkende premie op basis van het verzekeringscontract Gezien het met de herverzekeraars gesloten garantiecontract beschouwt het bestuur de som van de volgende componenten als kostendekkende premie: de kosten van de jaarlijkse pensioeninkoop op de grondslagen van het verzekeringscontract; een opslag voor solvabiliteit (vanwege de garantieovereenkomst met AEGON en NN is deze opslag voor SPNG nihil); het totaal van de pensioenuitvoeringskosten. SPNG voert twee pensioenregelingen (zie ook hoofdstuk 6) met elk een eigen premiestelling. De hoogte van de aldus becijferde kostendekkende premie op basis van het verzekeringscontract bedraagt voor:
pensioenregeling A (voor de sector groothandel) 2011 € 20.018.948 (2010: € 20.020.984).
pensioenregeling B (voor de sector herwinning grondstoffen) 2011 € 2.191.980 (2010: € 2.081.757).
Pagina 12 van 35
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________
Kostendekkende premie op basis van marktwaarde SPNG is verplicht om ook de kostendekkende premie op marktwaarde te bepalen. Deze premie bestaat uit de volgende onderdelen: de kosten van de jaarlijkse pensioeninkoop op de grondslagen gebaseerd op marktwaarde; een opslag voor solvabiliteit; een opslag voor uitvoeringskosten. De hoogte van de aldus becijferde kostendekkende premie op marktwaarde bedraagt voor:
pensioenregeling A 2011 € 27.173.864 (2010: € 25.788.123).
pensioenregeling B 2011 € 3.028.556 (2010: € 2.503.757).
Feitelijke premie pensioenregeling A Een bij SPNG in de sector groothandel aangesloten werkgever is voor elke bij hem in dienst zijnde deelnemer jaarlijks een premie aan SPNG verschuldigd. Deze premie is gelijk aan de aan de herverzekeraars verschuldigde actuariële premie (voor de reglementaire pensioenopbouw met inbegrip van garantiekosten en de koopsom voor indexatie van de opgebouwde pensioenrechten van de actieve deelnemers) verhoogd met een toeslag ter dekking van de exploitatiekosten van SPNG. De bedoelde toeslag is gelijk aan de omvangskorting die de herverzekeraars ter beschikking stellen aan SPNG. De ontvangen omvangskorting ad € 527.897 is hoger dan het aandeel van SPNG (75%) in de exploitatiekosten ad € 436.140. Er geldt geen bijstortingsverplichting voor de werkgever. Deze feitelijke premie voor 2011 bedraagt € 20.120.712 (2010 € 20.112.639).
pensioenregeling B Voor de werkgevers in de sector herwinning grondstoffen die na de fusie met HEGRO verplicht bij SPNG zijn aangesloten, wordt – conform de wettelijke verplichtingen - een doorsneepremie geheven. Deze premie wordt elk jaar door het bestuur vastgesteld en is onafhankelijk van de leeftijd en het geslacht van de deelnemer. Er geldt geen bijstortingsverplichting voor de werkgever. Voor 2011 is de doorsneepremie gelijk aan 20% van de pensioengrondslag. Hetzelfde percentage gold voor 2010. Deze feitelijke premie voor 2011 bedraagt € 2.465.216 (2010 € 2.416.827).
In de aan de herverzekeraars af te dragen premies, stortingskoopsommen en koopsommen zijn opslagen opgenomen voor medeverzekering van premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid, excasso-, administratie- en mutatiekosten en garantiekosten. De betreffende premies en (stortings)koopsommen zijn opgenomen in de post ‘Mutatie voorziening voor pensioenverplichtingen’. Kostendekkendheid van de premie Als de kostendekkendheid van de premie wordt bezien op basis het verzekeringscontract, kan geconcludeerd worden dat er zowel voor pensioenregeling A als B sprake is van een kostendekkende premie. Immers de feitelijke premies zijn hoger dan de aldus becijferde kostendekkende premies. Indien de kostendekkende premie op basis van marktwaarde als uitgangspunt wordt genomen, is er voor beide sectoren sprake van een tekort. Het bestuur van SPNG acht in dit verband de aan de herverzekeraars af te dragen premie voor SPNG evenwel relevanter dan de op basis van marktwaarde vastgestelde kostendekkende premie: het bestuur wijst er daarbij op dat de feitelijke premie voldoende is om de daadwerkelijke kosten van SPNG te dragen. Het bestuur heeft een contractcommissie geïnstalleerd die de besluitvorming heeft voorbereid met betrekking tot de wijze van voortzetting van de uitvoering van de pensioenregelingen van SPNG na afloop van het huidige contract met de herverzekeraars (31 december 2012). Daarbij is tevens het aspect van de kostendekkendheid van de premie in de beschouwing betrokken. Besloten is vanaf 2013 geen nieuw garantiecontract met de herverzekeraars aan te gaan, maar voor de toekomstige pensioenopbouw over te gaan op eigen beheer.
Pagina 13 van 35
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________
4.2.2.
Beleggingsbeleid Het beleggingsproces is gericht op waardetoevoeging door middel van een actief beleid (binnen de grenzen en mogelijkheden van het door SPNG met de verzekeraars gesloten garantiecontract) over en binnen de beleggingscategorieën, landen, sectoren, individuele bedrijven en door het innemen van duration- en yieldcurve posities bij obligaties. Het strategisch beleggingsbeleid wordt zo veel mogelijk afgestemd op de verplichtingen van het SPNG. Het bestuur heeft het voornemen om door middel van een zogeheten ALM-studie deze afstemming te optimaliseren.
4.2.3.
Toeslagbeleid De twee pensioenregelingen van SPNG kennen elk een eigen toeslagbeleid (zie ook hoofdstuk 6.4):
Pensioenregeling A voor de sector groothandel Bij pensioenregeling A is er een wezenlijk onderscheid tussen de toeslagen voor actieven en inactieven. Toeslagen actieven De toeslagen voor de actieve deelnemers zijn in beginsel onvoorwaardelijk en worden gefinancierd door de bij SPNG aangesloten werkgevers. Deze toeslag is dus in beginsel geen beleids- of sturingsmiddel voor SPNG. Per 1 januari 2011 zijn de pensioenen met 1,03% verhoogd. Besloten is om per 1 januari 2013 voor de actieven over te gaan op een voorwaardelijk toeslagbeleid dat uit beleggingsrendement zal worden gefinancierd. Toeslagen inactieven SPNG streeft er met het toeslagbeleid voor de inactieven naar om de premievrije en ingegane pensioenen van de inactieve deelnemers en pensioengerechtigden jaarlijks per 1 januari (maximaal) te verhogen op basis van relatieve stijging van het consumentenprijsindexcijfer. Het bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast. Voor deze voorwaardelijke toeslagtoezegging is geen bestemmingsreserve gevormd en wordt geen premie betaald. De toeslagverlening wordt uit beleggingsrendement gefinancierd. Het bestuur heeft overeenkomstig bovengenoemd beleid in overleg met de actuarieel adviseur en de adviseur vermogensbeheer besloten de ingegane pensioenen en de nog niet ingegane pensioenen op 1 januari 2011 niet te verhogen.
4.2.4.
Pensioenregeling B voor de sector herwinning grondstoffen Ook de toeslagtoezegging voor zowel de actieven als de inactieven in pensioenregeling B is voorwaardelijk en ook deze toeslagverlening wordt uit beleggingsrendement gefinancierd. In het kader van het naar elkaar toegroeien van de pensioenregelingen A en B, heeft het bestuur besloten de pensioenaanspraken van de actieven in pensioenregeling B per 1 januari 2011 met hetzelfde percentage te verhogen als de pensioenaanspraken van de actieven in pensioenregeling A. Dit betreft uitsluitend de vanaf 1 januari 2010 opgebouwde pensioenaanspraken.
Resultaat pensioenfonds Het totaal resultaat over het boekjaar bedraagt € 2.862.494 positief. Vorig jaar was het resultaat € 1.079.587 negatief. In beide opstellingen is géén rekening gehouden met een afslag voor het kredietrisico van de verzekeraars van SPNG (zie hoofdstuk 4.1.3 en 14.2.3). Voor het verkrijgen van inzicht in de verschillende verlies- en winstbronnen die tot dit resultaat hebben geleid is een actuariële analyse gemaakt. Het resultaat van deze analyse is in het overzicht op de volgende pagina vermeld.
Pagina 14 van 35
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________
Resultaat pensioenfonds
(Bedragen in euro)
2011
Premiebijdragen werkgevers en werknemers10 Kosten pensioenopbouw – garantiecontract Toeslagverlening (vanuit premiebijdragen)
22.440.545 (20.291.038) (1.866.264)
Resultaat op premies Pensioenuitvoeringskosten Bijdrage kosten (vanuit premiebijdragen) Bijdrage kosten (vanuit verleende omvangskorting) Resultaat op kosten
2010
22.336.927 (19.580.900) (2.420.957)
283.243
335.070
(581.522) 145.383 527.897
(624.285) 192.539 523.401
91.758
91.655
Ontvangen en betaalde intrest
603.694
395.785
Resultaat op intrest
603.694
395.785
Uitkeringen aan werknemers Afkopen aan werknemers Uitkeringen herverzekering - garantiecontract Afkopen klein pensioen – garantiecontract Afkopen aan pensioenfonds
(13.788.002) (501.213) 13.788.002 501.213 0
Resultaat op uitkeringen
0
Binnenkomende waardeoverdrachten Koopsommen waardeoverdrachten Uitgaande waardeoverdrachten Afkopen waardeoverdrachten
661.288 (679.526) (182.193) 188.031
Resultaat op waardeoverdrachten
(12.400)
(12.665.946) (2.446.523) 12.665.946 2.446.523 0 0 139.558 (137.099) (1.871.414) 1.922.887 53.932
Toeslagverlening (niet vanuit premiebijdragen) Uitkering overrente Koopsom financiering resultaat op afkopen Aandeel in technisch resultaat11 Koopsom verzwaring naar SPNG-grondslagen Garantiekosten HEGRO i.v.m. overgang naar SPNG Fusiekosten Overige baten Afschrijving geactiveerde rentestandskorting Overige lasten
(17.270) 210.178 0 1.667.499 0 0 0 100.619 (56.123) (8.704)
(1.544.605) 1.636.615 (356.924) 1.224.691 (557.567) (1.715.496) (335.593) 2.540 (191.425) (118.265)
Overige resultaten
1.896.199
(1.956.029)
Resultaat boekjaar zonder afslag kredietrisico
2.862.494
(1.079.587)
Afslag i.v.m. kredietrisico Nationale-Nederlanden Resultaat boekjaar
12
0
34.270.066
2.862.494
33.190.479
10
Dit zijn de premiebijdragen exclusief de bijdragen voor de exploitatiekosten ter grootte van de aan SPNG toekomende omvangskorting. 11 Het aandeel in het technisch resultaat over 2011 bestaat uit het regulier door de herverzekeraars vastgestelde bedrag van € 1.813.763 (2010: € 1.366.706) en een correctie op het aandeel in het technisch resultaat 2011 van -/- € 146.264 (2010: (€ 142.015) ten gunste van de omvangskorting. 12 In deze cijfers is in 2010 een in 2009 geboekte afslag voor kredietrisco geboekt door een tegenboeking ongedaan gemaakt. Pagina 15 van 35
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________
4.2.5.
Herverzekering en technische winstdeling SPNG heeft een herverzekeringscontract gesloten met Nationale-Nederlanden en AEGON. Dit contract loopt af op 31 december 2012. Het betreft een zogeheten garantiecontract waarbij de uitkeringen van de tot de einddatum van het contract gefinancierde pensioenen levenslang door de herverzekeraars worden gegarandeerd. Het contract kent een winstdeling op intrestresultaat en op technisch resultaat. SPNG ontvangt technische winstdeling op de grondslagen sterfte, arbeidsongeschiktheid (premievrijstelling) en op de resultaten op mutaties. Het technisch resultaat wordt jaarlijks bepaald en – indien positief – aan SPNG uitgekeerd. Over de periode 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 bedraagt het technisch resultaat na aftrek van de risicogrens € 1.813.763 positief (na de eerder genoemde correctie van -/- € 146.264 ten gunste van de omvangskorting bedraagt het technisch resultaat € 1.667.499) en zal met valutadatum 1 januari 2012 aan SPNG worden uitgekeerd. De herverzekeraars hebben de tegenover de pensioenverplichtingen aangehouden beleggingen voor de sector groothandel elk ondergebracht in een gesepareerd beleggingsdepot, voor de beleggingen m.b.t. de sector herwinning grondstoffen wordt bovendien nog een afzonderlijk beleggingsdepot aangehouden. SPNG ontvangt jaarlijks de positieve overrente die met deze gesepareerde beleggingsdepots wordt gerealiseerd. Indien in enig jaar de overrente negatief is, zal deze verrekend worden met toekomstige positieve overrentes.
Pagina 16 van 35
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________
5.
Beleggingen
5.1.
Beleggingsbeleid Doelstelling De algemene doelstelling is een zo goed mogelijk rendement behalen binnen de randvoorwaarden van een aanvaardbaar risico. Om de beoogde pensioenuitkeringen op korte en lange termijn veilig te stellen, wenst het bestuur de toevertrouwde middelen op een verantwoorde en solide wijze te beleggen. Het pensioenfonds belegt vanuit de zogeheten prudent person gedachte. Daarbij moeten de beleggingen gericht zijn op de belangen van de pensioen- en aanspraakgerechtigden en voldoen aan kwalitatieve beginselen van veiligheid, kwaliteit en spreiding van risico’s. Hoewel het rendement op de portefeuille een hoge prioriteit heeft, staan een defensief karakter van het beleggingsbeleid en een voorzichtige afweging van risico en rendement voorop. Beleggingsstijl SPNG heeft – binnen de randvoorwaarden die het garantiecontract biedt - in overleg met zijn adviseurs een beleggingsmandaat aan de vermogensbeheerders verleend. SPNG heeft geen invloed op de feitelijke beleggingstransacties die beide vermogensbeheerders binnen dat mandaat uitvoeren. Beide vermogensbeheerders hanteren binnen het mandaat een ‘actieve’ beleggingsstijl. Dit wil zeggen dat zal worden getracht op basis van marktvisie een hoger rendement te behalen dan de gekozen benchmark. Dit alles binnen de nadrukkelijke door SPNG gestelde randvoorwaarden van een aanvaardbaar risico. Diversificatie Met een diversificatie van het aantal beleggingscategorieën wordt gepoogd met een gelijk risico een hoger rendement te behalen. Naast staatsobligaties en aandelen wordt onder meer belegd in bedrijfsobligaties, vastgoed, hypotheken en grondstoffen. Voor de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt tevens gebruikgemaakt van derivaten. Als hoofdregel geldt dat derivaten uitsluitend worden gebruikt voor zover dit passend is binnen het algemene beleggingsbeleid. De portefeuillestructuur en het risicoprofiel, berekend inclusief de economische effecten van derivaten, bevinden zich binnen de door de vermogensbeheerders met het bestuur besproken grenzen (limieten). Het gebruik van derivaten is beperkt tot het gedekt kopen van put-opties, het gedekt schrijven van call-opties, het gebruik van swaps en het aan- en verkopen van futures. Besluiten en gevolgen in 2011 De beleggingen bij ING bleven qua strategische verdeling in hoofdlijnen gelijk. Wel werden enige verschuivingen binnen de gekozen categorieën doorgevoerd. De beleggingen bij AEGON bleven ongewijzigd in het Strategic Allocation Fund 75/25. Ook de sinds de fusie met HEGRO voor pensioenregeling B aangehouden beleggingen zijn ondergebracht in dit Fund. Conclusie beleggingsjaar 2011 Er kan worden geconcludeerd dat 2011 een matig beleggingsjaar is geweest met een rendement van 1,56%. Met het deel van de beleggingsportefeuille bij ING werd met een rendement van 1,1% een underperformance behaald van 0,4% ten opzichte van de overeengekomen benchmark. Bij AEGON werd met een rendement van 2,19% een outperformance van 0,13% behaald ten opzichte van de benchmark. (De cijfers van beide vermogensbeheerders betreffen hier de performance na kosten).
5.2.
Organisatie en structuur van het vermogensbeheer Het bestuur van SPNG is verantwoordelijk voor het strategische beleggingsbeleid. Hieronder wordt verstaan de vaststelling van het doel en de stijl van het beleggingsbeleid, de strategische allocatie en bandbreedtes en de benchmarks. Randvoorwaarde is dat de pensioenverplichtingen nagekomen kunnen worden en het risico aanvaardbaar is. Om deze reden vindt spreiding over meerdere beleggingscategorieën plaats en worden minimum en maximum wegingen gehanteerd voor de beleggingscategorieën. Het bestuur onderhoudt – middels een beleggingscommissie – de contacten met de externe vermogenbeheerders. Het bestuur laat zich ondersteunen voor een onafhankelijke beleggingsadviseur.
Pagina 17 van 35
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________
Het bestuur heeft AEGON Investment Management en ING Investment Management aangesteld als externe vermogensbeheerders om binnen de opgestelde doelstellingen en restricties het tactische en operationele beleggingsbeleid uit te voeren. Het juridisch eigendom van de beleggingen ligt bij de vermogensbeheerders. De vermogensbeheerders zijn binnen de hier geformuleerde randvoorwaarden vrij in de wijze van beleggen en herbeleggen. De vermogensbeheerders zijn verantwoordelijk voor het administreren van de beleggingen en rapporteren over de beleggingen aan de beleggingscommissie.
5.3.
Samenstelling beleggingsportefeuille De in dit hoofdstuk omschreven beleggingsportefeuilles zijn exclusief de leningen in verband met inbreng reserve en voorschotleningen. Deze leningen belopen ultimo 2011 in totaal € 59,4 mln (2010: € 66 mln). In hoofdstuk 14 is een toelichting op deze leningen opgenomen.
5.3.1.
Performance ING De bij ING ondergebrachte portefeuille is als volgt belegd per ultimo 2011: _______________________________________________________________________________________ Beleggingscategorie mandaat weging/tactisch marktwaarde Performance Performance strategisch ultimo 2011 (x € 1.000 ) portefeuille benchmark _______________________________________________________________________________________ Vastrentende waarden
76,75%
73,78%
€ 213.709
3,0%
3,0%
Aandelen
17,25%
16,57%
€
47.990
-7,1%
-4,2%
Onroerend goed
4,00%
3,77%
€
10.910
-2,7%
nvt
1)
Hedge Funds
2,00%
1,64%
€
4.741
0,8%
nvt
1)
Liquide middelen 0,00% 4,24% € 12.288 _______________________________________________________________________________________ Totaal na kosten 1)
5.3.2.
100,00%
100,00%
€ 289.637
1,1%
1,5%
Voor deze beleggingscategorieën van ING is geen benchmark voorhanden.
Performance AEGON De samenstelling van de bij AEGON ondergebrachte beleggingsportefeuille ultimo 2011 is weergegeven in onderstaande tabel. _______________________________________________________________________________________ Beleggingscategorie mandaat weging/tactisch marktwaarde Performance Performance strategisch ultimo 2011 (x € 1.000 ) portefeuille benchmark _______________________________________________________________________________________ Strategic Allocation Fund (75/25)
100,00%
96,4%
€ 179.796
2,19%
2,06%
Liquide middelen 0,00% 3,6% € 4.502 _______________________________________________________________________________________ Totaal na kosten
100,00%
100,00%
€ 184.298
2,19%
2,06%
De bij AEGON ondergebrachte portefeuille is – buiten de aangehouden liquide middelen geheel belegd in het ‘Strategic Allocation Fund 75/25” (SAF 75/25), waarbij strategisch 75% in vastrentende waarden wordt belegd en 25% in overige categorieën.
Pagina 18 van 35
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________
Overzicht SAF 75/25: _____________________________________________________________________________________ rendement beleggingscategorie strategische weging rendement SAF1) 2011 benchmark _____________________________________________________________________________________
Staatsobligaties
22,89%
6,67%
7,13%
Bedrijfsobligaties
21,11%
2,07%
1,49%
Hypotheken
17,88%
10,15%
9,08%
High Yield
2,02%
4,90%
3,67%
Emerging Market Debt
2,02%
6,81%
7,39%
Asset Backed Securities
8,08%
-/-2,52%
-/-4,09%
Aandelen
9,41%
-/-6,11%
-/-6,72%
Vastgoed
6,07%
-/-2,50%
-/-8,60%
Grondstoffen
1,82%
-/-1,25%
-/-2,16%
Hedge Funds
4,89%
-/-2,24%
4,46%
Private Equity
2,81%
9,39%
-/-4,25%
Tactische Asset Allocatie
1,0%
-/-18,90%
7,13%
______________________________________________________________________________________ Totaal 1)
2,49%1)
100,0%
2,06%
Dit betreft het rendement voor kosten, na kosten is rendement 2,19%.
De totale benchmark van het Strategic Allocation Fund 75/25 is (gewogen) samengesteld uit de benchmarks van de onderliggende beleggingsfondsen.
5.4.
Z-score De beleggingsprestaties van verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen in Nederland moeten worden getoetst. Daarvoor is een gestandaardiseerde norm, de z-score, ontwikkeld. Voor het jaarlijks vaststellen van deze norm wordt het beleggingsrendement (de performance) van het pensioenfonds vergeleken met het rendement van de vooraf door het bestuur vastgestelde benchmark. Dit gebeurt op basis van een wettelijk voorgeschreven formule waarin ook de samenstelling van het belegde vermogen en de kosten voor de uitvoering meetellen. Vervolgens worden de z-scores over een periode van 5 jaar via een, ook weer wettelijk voorgeschreven, formule gemiddeld. Deze gemiddelde score wordt de performancetoets genoemd. Als de performancetoets lager is dan 0, kan een bij het fonds aangesloten werkgever vrijstelling van de verplichting tot deelneming aan het pensioenfonds krijgen, onder de voorwaarde dat hij een pensioenregeling treft die ten minste gelijkwaardig is aan die van het fonds. Aangezien deze toets alleen voor verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfonsen geldt, is de toets alleen berekend over de beleggingen die voor pensioenregeling B worden aangehouden én alleen van belang voor de verplicht bij SPNG aangesloten werkgevers. De z-score en performancetoets van het pensioenfonds over de afgelopen vijf jaar – waarbij over de periode 2007 tot en met 2009 de resultaten van HEGRO zijn vermeld -zijn als volgt:
Z-score (1-jaars) Performancetoets (5-jaars)
2011
2010
2009
2008
2007
0,25 3,75
1,42 4,08
0,61 3,26
3,93 2,82
-0,67 1,16
De performancetoets over de laatste vijfjaarsperiode is vastgesteld op 3,75, zodat geconcludeerd kan worden dat SPNG voor deze toets ruim boven de kritieke grens zit.
Pagina 19 van 35
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________ 5.5.
Terugblik en verwachtingen
5.5.1.
Terugblik Eerste kwartaal 2011 Net als heel 2010, stond het eerste kwartaal van 2011 in het teken van een gematigde economische groei, in combinatie met sterke schommelingen van het sentiment. De marktdalingen bleken echter vaak van voorbijgaande aard. Zo leidde de aardbeving in Japan tot een scherpe daling van de aandelenkoersen, maar hadden de meeste markten deze verliezen aan het eind van het kwartaal al weer ingelopen. Dat lag anders met de politieke onrust in Noord-Afrika en het Midden-Oosten, die leidde tot een steeds verder oplopende olieprijs. Alle zakelijke waarden, op vastgoed na, behaalden een positief rendement in het eerste kwartaal. Grondstoffen leverden het hoogste rendement op, vooral als gevolg van de sterke stijging van de olieprijs. Tweede kwartaal 2011 In het tweede kwartaal van 2011 was de groei van de wereldeconomie in zijn geheel redelijk robuust. Wel waren er grote verschillen tussen de regio's. Zo worstelde Europa met de schuldencrisis. In de Verenigde Staten viel de economische groei tegen en daalde de werkloosheid minder snel dan verwacht. In de opkomende landen waren echter de eerste tekenen van oververhitting zichtbaar. Derde kwartaal 2011 Beleggers maakten zich in toenemende mate zorgen over de Zuid-Europese overheidsschulden. Vooral Italië en Spanje kregen het dit kwartaal zwaar te verduren. De Europese centrale bank moest zelfs ingrijpen om een verdere verhoging van de kredietopslag te voorkomen. De rente van AAA-landen, zoals Nederland, daalde daarentegen fors omdat beleggers een veilige haven zochten. De kredietopslag van bedrijfsobligaties liep sterk op, zodat het rendement van deze beleggingscategorie in het derde kwartaal negatief was. Vierde kwartaal 2011 In het vierde kwartaal van 2011 bleef onzekerheid de financiële markten bepalen. Dit had vooral te maken met de koersdalingen van het derde kwartaal en politieke beslissingen die door beleggers als teleurstellend werden ervaren. Ook de vertraging van de economische groei in Europa en de Verenigde Staten had een negatieve invloed op het sentiment. Daarbij kwamen nog de negatieve berichten over de Chinese economie. De Europese rente was in deze situatie uiterst volatiel en raakte in november het historisch lage niveau van 1,70%. Pas aan het eind van het jaar trok de aandelenmarkt aan, nadat uit de Verenigde Staten positief economisch nieuws kwam en de Europese top half december de negatieve spiraal leek te hebben doorbroken. Voor aandelen was het een uitstekend kwartaal.
5.5.2.
Vooruitzichten Voor 2012 wordt een verdere afzwakking van de economische groei verwacht, waarbij met name de Europese regio onder invloed van de eurocrisis zal stagneren. Wereldwijd zal de inflatie naar verwachting laag blijven onder invloed van de afnemende economische groei. De financiële markten zullen ook in 2012 worden bepaald door de crisis rondom nationale schulden in het algemeen en de eurocrisis in het bijzonder. Dit zal er ook toe leiden dat de volatiliteit op de financiële markten hoog zal blijven, waarbij het sentiment een belangrijk stempel op deze markten zal drukken. Op basis van deze toegenomen onzekerheid is er weinig reden om uitgesproken posities in te nemen. Weliswaar wordt verwacht dat de eurozone in z’n geheel uit deze crisis zal komen, maar in de tussentijd zal er sprake zijn van grote onzekerheid bij beleggers. Wanneer naar waarderingen wordt gekeken, lijken de belangrijkste en meest veilige markten voor staatsleningen overgewaardeerd. Toch zullen staatsleningen in het meest waarschijnlijke scenario als veilige vluchthaven blijven fungeren. Op wat langere termijn wordt een geleidelijk herstel van economische groei voorzien, waarbij ook de kans op een wat oplopende inflatie en stijgende rentes zal toenemen.
Pagina 20 van 35
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________
6.
Pensioenregeling SPNG verleent aanspraken op ouderdoms-, partner-, en wezenpensioen ten behoeve van zijn deelnemers. Sinds de fusie met HEGRO voert SPNG twee pensioenregelingen: Pensioenregeling A voor de sector groothandel, en Pensioenregeling B voor de sector herwinning grondstoffen Pensioenregeling B is geënt op regeling A. Alleen waar pensioenregeling B afwijkt van pensioenregeling A is dat in het onderstaande aangegeven.
6.1.
Middelloon Beide pensioenregelingen van SPNG betreffen zogeheten “geïndexeerde middelloonregelingen”, waarbij de pensioenrechten zijn gebaseerd op het gemiddelde salaris van de deelnemer en waarbij de reeds opgebouwde pensioenaanspraken van de actieve deelnemers jaarlijks worden geïndexeerd op basis van het indexcijfer van de CAO-lonen (met een maximum van 3%). Voor pensioenregeling A betreft dit een onvoorwaardelijke toeslagregeling en voor pensioenregeling B is dat een voorwaardelijke toeslagregeling. Voor de inactieve deelnemers geldt een voorwaardelijke toeslagregeling (zie hoofdstuk 6.4).
6.2.
De pensioengrondslag Het maximum jaarsalaris waarover pensioen wordt verleend is gelijk aan de per 1 januari van het desbetreffende jaar geldende maximum loongrens voor de WIA (2011 € 49.298). De werkgever kan echter besluiten ook over het eventuele salarisgedeelte boven die grens de pensioenregeling van kracht te laten zijn (in dat geval geldt een door de herverzekeraars vastgesteld maximum salaris, voor 2011 is dat € 188.251). De franchise wordt jaarlijks per 1 januari aangepast aan de ontwikkeling van het indexcijfer van de CAO-lonen. Voor het jaar 2011 bedraagt de franchise € 16.945. Voor pensioenregeling B is het maximum jaarsalaris waarover pensioenaanspraken worden verleend € 24.961. Bij pensioenregeling B kan de werkgever besluiten ook over het meerdere salarisgedeelte boven die grens de pensioenregeling van kracht te laten zijn en heeft dan de keus een grens te hanteren gelijk aan de per 1 januari van het desbetreffende jaar geldende maximum loongrens voor de WIA of het door de herverzekeraars voor dat jaar vastgesteld maximum salaris.
6.3.
Pensioenaanspraken De huidige pensioenregeling bevat de volgende pensioenaanspraken.
Ouderdomspensioen Het ouderdomspensioen kent een opbouwpercentage van 2,25% van de pensioengrondslag voor elk deelnemersjaar dat bij SPNG wordt doorgebracht. Voor deeltijdwerkers wordt deze aanspraak naar evenredigheid vastgesteld. Het ouderdomspensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin de (gewezen) deelnemer de 65-jarige leeftijd bereikt.
Partnerpensioen Het partnerpensioen wordt op risicobasis toegekend, hetgeen inhoudt dat het pensioen uitsluitend bij overlijden tijdens het deelnemerschap tot uitkering komt: de aanspraak vervalt op de pensioendatum of eerdere ontslagdatum. De deelnemer heeft wel de mogelijkheid om op de (vervroegde) pensioendatum of eerdere ontslagdatum een deel van het opgebouwde ouderdoms-pensioen om te zetten in een aanspraak op partnerpensioen ten behoeve van zijn/haar (huwelijks-) partner. Gedurende het deelnemerschap bedraagt de aanspraak op partnerpensioen 50% van het ouderdomspensioen dat de deelnemer op de pensioendatum bij ongewijzigde pensioengrondslag zou hebben kunnen bereiken.
Wezenpensioen Ook het wezenpensioen wordt op risicobasis toegekend. Het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot de 21-jarige leeftijd van het kind, met verlenging van de uitkering tot uiterlijk de 27-jarige leeftijd voor studerende en/of arbeidsongeschikte kinderen. Het wezenpensioen bedraagt voor elk pensioengerechtigd kind 14% van het ouderdomspensioen dat
Pagina 21 van 35
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________
de deelnemer op de pensioendatum bij ongewijzigde pensioengrondslag zou hebben kunnen bereiken. Het wezenpensioen wordt verdubbeld voor “volle” wezen.
6.4.
Flexibiliseringsmogelijkheden De (gewezen) deelnemer heeft de volgende keuzemogelijkheden: a. Uitruil Dit betreft de eerder genoemde mogelijkheid om op de pensioendatum of eerdere ontslagdatum een deel van de aanspraak op ouderdomspensioen om te zetten in een aanspraak op partnerpensioen voor zijn/haar (huwelijks)partner. Indien de (gewezen) deelnemer kiest voor deze omzetting, wordt de aanspraak op ouderdomspensioen verlaagd ten behoeve van een aanspraak op partnerpensioen. b. Vervroeging / uitstel Dit betreft de mogelijkheid om de pensioeningangsdatum te vervroegen of uit te stellen. c. Variabele uitkeringen Dit betreft de mogelijkheid om de uitkeringen van het ouderdomspensioen variabel te laten zijn in een verhouding van 4 : 3 voor een periode direct aansluitend aan de pensioeningangsdatum.
Toeslagen (indexaties) De pensioenregeling kent twee verschillende toeslag-/indexatieregelingen:
Toeslagen “actieve” deelnemers De opgebouwde pensioenaanspraken van de “actieve” deelnemers in pensioenregeling A worden jaarlijks geïndexeerd op basis van het (CBS-)indexcijfer van de CAO-lonen. Deze indexatie is gemaximeerd op 3%. De kosten voor deze reglementaire, voor de deelnemers onvoorwaardelijke, indexatie worden door SPNG bij de aangesloten werkgevers in rekening gebracht. Dit onvoorwaardelijke toeslagbeleid dat SPNG voor de toeslagen voor de actieven hanteert, laat zich naar de indeling volgens de zogeheten Toeslagenmatrix - normeren als categorie F. Bij pensioenregling B is deze toeslagregeling voor de actieven echter voorwaardelijk. Het streven van het bestuur is weliswaar om deze toeslag te realiseren, maar er bestaat geen recht op deze toeslag. Voor deze toeslagen wordt geen premie betaald en is geen reserve gevormd. Deze toeslagen worden bij pensioenregeling B uit beleggingsrendement gefinancierd. Deze toeslagregeling laat zich daarmee naar de indeling van de Toeslagenmatrix normeren als categorie D1.
6.5.
Toeslagen “inactieve” deelnemers Het bestuur van SPNG streeft ernaar om ook de ingegane pensioenen en de pensioenaanspraken van gewezen deelnemers te verhogen waarbij de verhoging gebaseerd zal zijn op de ontwikkeling van het consumentenprijsindexcijfer. Voor deze voorwaardelijke toeslagregeling wordt geen premie betaald en is geen reserve gevormd. Deze toeslagen worden gefinancierd uit beleggingsrendement. Ook dit voorwaardelijke toeslagbeleid dat SPNG voor de toeslagen voor de inactieven hanteert, laat zich - naar de indeling volgens de zogeheten Toeslagenmatrix voor zowel pensioenregling A als B normeren als categorie D1.
Grensbedragen en percentages voor 2012 Per 1 januari 2012 zijn er geen inhoudelijke wijzigingen in de pensioenregelingen aangebracht. Per 1 januari 2012 zijn de volgende bedragen en percentages vastgesteld (tussen haakjes de cijfers voor 2011). -
maximum salaris franchise toeslag actieven (per 1 januari) toeslag inactieven
Pensioenregeling A € 50.064 (€ 49.298) € 17.158 (€ 16.945) 1,26% (1,03%) -
Pensioenregeling B € 26.209 (€ 24.961) € 17.158 (€ 16.945) 1,2613 (1,03%) -
Voor pensioenregeling B geldt in 2012 een doorsneepremie van 20% van de pensioengrondslag (voor 2011 was dat percentage eveneens 20%)
13
Betreft alleen indexatie over de opbouw vanaf 1 januari 2010. Pagina 22 van 35
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________
6.6.
Werkgevers- en deelnemersbestand Het verloop van de deelnemers in het boekjaar is als volgt:
Actieven
Gewezen deelnemers
Ouderdomspensioen
Nabestaan denpensioen
Wezenpensioen
A.O. pensioen
Stand per 31-12-2010
8.379
17.034
2.683
1.055
115
0
-
Nieuwe toetredingen Herintredingen Pensionering Dienstverlating Waardeoverdrachten Overlijden Afloop en afkoop Overige oorzaken
1.050 69 (118) (962) 0 (20) 0 (14)
0 (69) (380) 962 (14) (77) 0 (64)
0 0 498 0 0 (85) (142) (47)
0 0 71 0 0 (34) 0 (26)
0 0 14 0 0 (2) (15) (1)
0 0 0 0 0 0 0 0
Stand per 31-12-2011
8.384
17.392
2.907
1.066
111
0
Pagina 23 van 35
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________
7.
Ontwikkelingen
7.1.
Fondsorganen Bestuur De samenstelling van het bestuur onderging in het jaar 2011 één wijziging. De heer Bleker, bestuurslid namens het CNV, werd op 20 januari 2011 tussentijds opgevolgd door de heer Lonsain. Tijdens het verslagjaar kwam het bestuur vier maal voor een bestuursvergadering bijeen. Daarnaast vergaderden de diverse bestuurscommissies meermaals. De belangrijkste vergaderonderwerpen waren: de keuze voor de pensioenuitvoeringsorganisatie per 1 januari 2013; de opzet van de financiering van de pensioenregeling per 1 januari 2013; de financiële positie van SPNG, met in het bijzonder de ontwikkeling van de beleggingen en de toename van de levensverwachting; de administratieve dienstverlening aan de aangesloten werkgevers en de deelnemers. Deelnemersraad en verantwoordingsorgaan Bij de fusie van SPNG met het HEGRO is besloten om de deelnemersraden en verantwoordingsorganen van SPNG en HEGRO in eerste instantie samen te voegen en in de loop van 2011 te komen tot een nieuwe invulling van deze fondsorganen. Deze nieuwe invulling kon in 2011 helaas niet worden afgerond, er zijn nog vacatures voor de geleding actieve deelnemers. De deelnemersraad en het verantwoordingsorgaan hebben in 2011 twee keer gezamenlijk overleg met het bestuur gehouden onder andere om een oordeel te geven over het handelen van het bestuur aan de hand van het jaarverslag 2010. Visitatiecommisie Het interne toezicht bij SPNG wordt verzorgd door de visitatiecommissie. Deze commissie bestaat uit drie onafhankelijke deskundigen die ten minste één keer in de drie jaar beoordelen hoe het bestuur functioneert en daarover rapporteren. De visitatiecommissie kijkt vooral naar:
de beleids- en bestuursprocedures en de controles daarop; de wijze waarop het bestuur het pensioenfonds aanstuurt; de wijze waarop het bestuur omgaat met de risico’s op de langere termijn.
In de eerste helft van 2010 heeft een visitatieronde plaatsgevonden. Het bestuur wacht de uitkomst van het Wetsvoorstel versterking bestuur pensioenfondsen (zie hiervoor hoofdstuk 7.10) af alvorens een besluit te nemen over de toekomstige invulling van het interne toezicht. Deskundigheid Het bestuur heeft begin 2011 kennis genomen van de beleidsregel deskundigheid van AFM en DNB waarin naast de bestaande deskundigheidseisen ook eisen aan competenties van de bestuursleden worden gesteld. Het bestuur heeft het deskundigheidsplan van SPNG aan deze beleidsregel aangepast. In het verslagjaar hebben bestuursleden diverse relevante bijeenkomsten van onder meer de Nederlandsche Bank en de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen bezocht. Verder hebben de bestuursleden gezamenlijk een 2-daagse leergang gevolgd over een reeks van onderwerpen waaronder het aansturen van partijen waaraan werkzaamheden zijn uitbesteed en risicomanagement.
7.2.
Compliance De bestuursleden zijn gehouden tot het naleven van de gedragscode van SPNG. Jaarlijks dienen de bestuursleden een verklaring van naleving van de gedragscode in te vullen en in te dienen bij de compliance officer van SPNG. In het verslagjaar heeft de compliance officer geen redenen gezien om opmerkingen te maken.
7.3.
Fondsdocumenten In 2011 is de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN) aangepast. Daarnaast is in 2011 begonnen met de aanpassing van het deskundigheidsplan, welke aanpassing in mei 2012 is afgerond.
Pagina 24 van 35
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________
7.4.
Communicatie Het bestuur van SPNG hecht veel waarde aan een heldere communicatie naar zowel de aangesloten werkgevers als de deelnemers van SPNG. Voor de aangesloten werkgevers is het belangrijk om goed op de hoogte te zijn van de inhoud van de pensioenregeling en de ontwikkelingen binnen SPNG. Voor de deelnemers is het van belang dat zij zich ervan bewust zijn dat de pensioenregeling van SPNG een waardevolle arbeidsvoorwaarde voor hen is. Daartoe moeten de deelnemers op de hoogte zijn van de inhoud van de pensioenregeling. In het communicatieplan staat beschreven hoe het SPNG de eerstkomende jaren zijn communicatie gaat voeren richting werkgevers, deelnemers en gewezen deelnemers. In de huidige situatie kent SPNG, onder andere de volgende communicatiemiddelen. Mailings Werkgevers en werknemers worden via een jaarlijkse mailing op de hoogte gebracht van de actuele ontwikkelingen in de pensioenregeling. Omdat jaarlijks de kerncijfers van de pensioenregeling wijzigen (de franchises en grensbedragen), verschaft SPNG jaarlijks een samenvatting van beide pensioenregelingen met de actuele kerncijfers. Zo zijn er voor de werkgever en de deelnemers de juiste cijfers en een korte omschrijving van de regeling voorhanden. Website van SPNG Via de website (www.spng.nl) wordt informatie verschaft over de structuur van SPNG, de pensioenregeling en van belang zijnde ontwikkelingen. Via een downloadmogelijkheid zijn o.a. fondsreglementen en jaarverslagen beschikbaar. Ook kunnen bezoekers via de website informatie opvragen bij het bestuurssecretariaat. Internettoepassing werkgevers De reguliere gegevensuitwisseling tussen de werkgevers en SPNG vindt grotendeels plaats via een internettoepassing. Werkgevers kunnen de mutaties doorgeven via deze toepassing waardoor de papierstroom aanmerkelijk wordt gereduceerd. Voor een aantal werkgevers vindt de gegevensuitwisseling nog op papier via formulieren plaats. Internettoepassing deelnemers Voor de deelnemers aan pensioenregeling A is een internettoepassing beschikbaar gekomen die inmiddels voor het merendeel van de deelnemers toegankelijk is. Via deze toepassing kunnen de deelnemers online hun pensioenaanspraken raadplegen en de effecten van flexibliseringsmogelijkheden – zoals het vervroegen van de pensioeningang – laten doorrekenen. Startbrief Aan nieuwe deelnemers wordt door SPNG een zogeheten startbrief verzonden. De startbrief bevat naast informatie over de pensioenregeling ook enige informatie over SPNG zelf. Uniform Pensioen Overzicht (UPO) Het UPO is gezamenlijk door de belangenorganisaties van pensioenfondsen en verzekeraars ontworpen om deelnemers op een eenduidige manier jaarlijks te informeren over hun huidige en toekomstige pensioensituatie. Het UPO geeft de deelnemers inzicht in hun inkomen bij pensionering, bij arbeidsongeschiktheid en het pensioen voor nabestaanden bij overlijden. Pensioenkrant SPNG streeft er naar een maal per jaar een pensioenkrant uit te brengen met aandacht voor zowel nieuwsberichten als algemene onderwerpen met als doel het pensioenbewustzijn van de deelnemers te verhogen. Ook in 2011 is invulling gegeven aan dat streven.
7.5.
Premie- en toeslagbeleid Premiebeleid In hoofdstuk 4.2.1 is uiteengezet dat het bestuur de premie niet benut als een sturingsmiddel. In 2011 zijn geen wijzigingen in het premiebeleid aangebracht. In het kader van de overgang op opbouw van de pensioenaanspraken in eigen beheer vanaf 1 januari 2013 én de op die datum door te voeren aanpassingen in de pensioenregeling, zal in 2012 een onderzoek worden gedaan naar de in 2013 te hanteren premie.
Pagina 25 van 35
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________
Toeslagbeleid Het toeslagbeleid is omschreven in hoofdstuk 6.4. In 2011 zijn geen wijzigingen in dat beleid aangebracht. Wel heeft het bestuur in de loop van 2011 besloten om per 1 januari 2013 het onvoorwaardelijke toeslagbeleid voor de actieve deelnemers in pensioenregeling A om te zetten van een onvoorwaardelijk naar een voorwaardelijk karakter. Dit betekent dat de kosten van deze toeslagregeling vanaf die datum niet langer voor rekening van de werkgever zullen worden gebracht. Deze toeslagen zullen voortaan uit het beleggingsrendement van SPNG worden gefinancierd.
7.6.
Fusie met HEGRO In mei 2010 is de fusie van SPNG met het Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen (hierna HEGRO) afgerond. Bij die fusie is HEGRO opgegaan in SPNG. HEGRO was een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds voor de gebruikt textiel- en oud papierbranche. De verplichtstelling zoals die voor HEGRO gold, geldt vanaf de fusie voor SPNG, echter uitsluitend voor de werkgevers die voorheen onder de verplichtstelling van HEGRO vielen. De verplichtstelling geldt dus niet voor de van oudsher vrijwillig aangesloten groothandels bij SPNG. Dit betekent dat SPNG vanaf de fusie zowel een regeling voor vrijwillig aangesloten werkgevers als een regeling voor verplicht aangesloten werkgevers voert. De regeling voor de HEGRO-bedrijven (pensioenregeling B) is geënt op de regeling voor de vrijwillig aangesloten groothandels (pensioenregeling A), echter met een lager maximum pensioengevend salaris en een voorwaardelijk toeslagbeleid voor de actieve deelnemers. Het streven is om de regeling voor de HEGRObedrijven naar die van vrijwillig aangesloten groothandels te laten toegroeien en uiteindelijk - binnen een periode van ca. 5 jaar - tot één pensioenregeling te komen.
7.7.
AFM en DNB SPNG heeft te maken met twee toezichthouders. AFM (de Autoriteit Financiële Markten) voor het zogeheten gedragstoezicht en DNB (de Nederlandsche Bank) voor het prudentiële toezicht. AFM In 2011 heeft de AFM alle pensioenfondsen verzocht het zogeheten Self Assessment 2011 in te vullen. Dit is een vragenlijst voor pensioenuitvoerders die betrekking heeft op de naleving van de normen uit de Pensioenwet of de Wet verplichte beroepspensioenregeling. De uitslagen geven de AFM en de pensioenuitvoerders inzicht in de mate waarin aan de pensioenwetten wordt voldaan, waar zich mogelijke risico’s bevinden en wat mogelijke verbeterpunten zijn. De score van SPNG was met 98% zeer goed. Uit de ingevulde antwoorden heeft de AFM opgemaakt dat de naleving van de Pensioenwet (Pw) of de Wet verplichte beroepspensioenregeling (Wvb) ten aanzien van informatieverstrekking in zijn algemeenheid in veel opzichten voldoende is. Mogelijk kunnen er op enkele onderdelen nog verbeteringen doorgevoerd worden. Het bestuur zal de aanbevelingen van AFM ter harte nemen. DNB In 2011 heeft één keer overleg met DNB plaatsgevonden. Bij dat overleg is onder meer de toekomstvisie van het bestuur van SPNG aan de orde gekomen.
7.8.
Functioneren van het pensioenfonds In 2011 zijn, evenals in voorgaande jaren, aan SPNG geen dwangsommen of boetes opgelegd. Er zijn door DNB geen aanwijzingen aan het fonds gegeven, noch is een bewindvoerder aangesteld of is bevoegdheidsuitoefening van organen van het fonds gebonden aan toestemming van DNB. Ook zijn er geen korte termijn of lange termijn herstelplannen van toepassing. SPNG voert geen nevenactiviteiten uit en heeft ook geen nevenactiviteiten ondergebracht in een aparte rechtspersoon.
7.9.
Kredietrisico SPNG houdt geen rekening met het kredietrisico van zijn herverzekeraars. In dit jaarverslag zijn dan ook geen cijfers opgenomen waarin dit risico wordt gewaardeerd.
7.10.
Wet- en regelgeving; ontwikkelingen en vooruitzichten Diverse ontwikkelingen op het gebied van pensioen in het verslagjaar vormden de aanleiding voor nieuwe (voorstellen van) wetgeving. Het gaat hierbij onder meer om wetgeving ten aanzien van de ingangsdatum van de AOW, de fiscale eisen bij vervroeging van pensioen en de voorstellen om te komen tot een aanpassing van
Pagina 26 van 35
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________
de bestuursmodellen van pensioenfondsen. Daarnaast stonden de ontwikkelingen in het kader van het Pensioenakkoord in het verslagjaar volop in de belangstelling. Afgewacht moet worden in hoeverre de val van het kabinet Rutte de op stapel staande wetgeving zal doorkruisen of juist zal bespoedigen. AOW-uitkering op verjaardag Op 1 april 2012 is het wetsvoorstel in werking getreden om de AOW-uitkering in te laten gaan op de 65ste verjaardag in plaats van de eerste dag van de maand waarin iemand 65 jaar wordt. Deze wijziging kan ertoe leiden dat er geen volledige aansluiting meer is tussen de ingangsdatum van de AOWuitkering, het ouderdomspensioen en de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Het aanpassen van de arbeidsovereenkomst aan de nieuwe AOW-datum is een zaak voor sociale partners. Het bestuur van SPNG ziet geen onmiddellijke noodzaak de ingangsdatum van het ouderdomspensioen (de eerste van de maand waarin de deelnemer 65 jaar wordt) aan te passen. Het handhaven van de huidige ingangsdatum levert immers voor de deelnemer geen inkomensbezwaar op. Wel zal het bestuur de ingangsdatum van het ouderdomspensioen bezien in het bredere kader van de verhoging van de AOW-leeftijd. Wetsvoorstel verhoging pensioenleeftijd, extra verhoging AOW en flexibilisering ingangsdatum AOW In dit aan het parlement voorgelegde wetsvoorstel gaat het om de verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd, de mogelijkheid om de AOW-uitkering eerder of later in te laten gaan en om een extra verhoging van de AOWuitkering. Het wetsvoorstel gaat uit van een verhoging van de AOW-leeftijd in 2020 naar 66 jaar en naar verwachting in 2025 naar 67 jaar. Afhankelijk van de ontwikkeling van de levensverwachting maakt het wetsvoorstel een verdere verhoging mogelijk. Daarnaast regelt het wetsvoorstel dat de AOW-uitkering onder actuariële herrekening zowel kan worden vervroegd als uitgesteld. Tot slot zal de AOW-uitkering volgens het wetsvoorstel tussen 2012 en 2028 extra worden verhoogd. Voor wat betreft de aanpassing van het fiscale kader voor pensioenen (het zogeheten Witteveen-kader) zal volgens het wetsvoorstel de fiscale pensioenrichtleeftijd voor toekomstige pensioenopbouw per 1 januari 2014 in één keer worden verhoogd naar 67 jaar. Een verdere verhoging is - net als voor de AOW - mogelijk. Het voorstel voorziet niet in een verlaging van de fiscaal maximale opbouwpercentages, zij het dat de huidige maximale opbouwpercentages gekoppeld zullen worden aan de hogere pensioenleeftijd. Het Lenteakkoord 2012 van de “Kunduz-coalitie” (dat kort na de val van het kabinet Rutte door 5 partijen is gesloten) voorziet echter in een versnelde verhoging van de AOW-leeftijd (in 2013 al te beginnen met één maand om in 2019 uit komen op 66 jaar en in 2023 op 67 jaar) én een verlaging van de maximale opbouwpercentages voor pensioen. Dit akkoord bevat alleen enkele hoofdlijnen en vertelt niet in welke stappen de AOW-leeftijd zal worden verhoogd. Gezien het Lenteakkoord heeft de Eerste Kamer op verzoek van Minister Kamp de behandeling van het Wetsvoorstel opgeschort. Het bestuur van SPNG zal de ontwikkelingen afwachten alvorens besluiten te nemen over de aanpassing van de pensioenregeling van SPNG. Wel zal bij de vaststelling van de pensioenregeling 2013 waar mogelijk rekening worden gehouden met verwachte (wets-)wijzigingen. (Door)werken en bijverdienen bij vervroeging van pensioeningangsdatum Voor vervroeging van de pensioeningangsdatum gold tot voor kort de fiscale eis dat dit alleen mogelijk was voor het gedeelte dat de deelnemer stopte met werken. De deelnemer diende een verklaring te ondertekenen, waarin hij verklaarde te stoppen met werken en ook niet meer de intentie had weer te gaan werken. De staatssecretaris van Financiën heeft bij Besluit van 30 augustus 2011 bekendgemaakt dat deze eis komt te vervallen voor zover het pensioen niet vóór de 60e verjaardag vervroegd ingaat. Dit betekent dat bij een vervroeging van pensioen vanaf de 60-jarige leeftijd, niet meer getoetst hoeft te worden of de deelnemer stopt met werken. Gaat het pensioen na vervroeging eerder in dan op 60-jarige leeftijd, dan geldt de voorwaarde nog wel.
Pagina 27 van 35
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________
Afwijkende teksten toeslagenmatrix Per 1 april 2011 is de wetgeving rondom de toeslagenmatrix gewijzigd. De wet is zodanig aangepast dat afwijken van de standaardteksten van de zogenoemde voorwaardelijkheidsverklaring is toegestaan als het gebruik van de standaardteksten tot onjuiste, onbegrijpelijke of onduidelijke informatie aan de deelnemer zou leiden. De voorwaardelijkheidsverklaring dient in alle persoonlijke uitingen opgenomen te worden voor zover in deze uitingen over toeslagen wordt gesproken. De AFM zal achteraf controleren in hoeverre de afwijkingen bijdragen aan de begrijpelijkheid en/of juistheid van de voorwaardelijkheidsverklaring. In de wet is expliciet bepaald dat de afwijkingsmogelijkheid zich beperkt tot de voorwaardelijkheidsverklaring in persoonlijke uitingen. Dit heeft tot gevolg dat er vooralsnog geen mogelijkheid is om in pensioenreglementen en de uitvoeringsovereenkomsten van de standaardtekst van de voorwaardelijkheidsverklaring af te wijken. De beoordeling daarvan ligt bij DNB. SPNG hanteert vooralsnog in alle uitingen de teksten uit de toeslagenmatrix. Standaard uitruil partnerpensioen bij baanwisseling In de Pensioenwet is een bepaling opgenomen waarin geregeld is dat bij baanwisseling een standaard uitruil plaatsvindt van een deel van het ouderdomspensioen in partnerpensioen, als de pensioenregeling een partnerpensioen op risicobasis heeft (zoals bij SPNG) én de deelnemer gehuwd is én niet reageert op het aanbod tot uitruil. Dit betekent, dat de uitruil plaatsvindt, tenzij de deelnemer en diens partner nadrukkelijk aangeven niet te kiezen voor de uitruil. Op de pensioendatum was deze standaarduitruil bij het uitblijven van een reactie al voorschrift. Wetsvoorstel ‘Versterking bestuur pensioenfondsen’ Het kabinet heeft in februari 2012 het wetsvoorstel ‘Wet versterking bestuur pensioenfondsen’ ingediend bij de Tweede Kamer. Samenvattend staan de volgende uitgangspunten bij de herziening van de wettelijke regels centraal: versterking van de deskundigheid van het bestuur en het intern toezicht; adequate vertegenwoordiging van alle risicodragers; stroomlijning van taken en organen. Ten opzichte van de huidige wettelijke regels beoogt het wetsvoorstel onder meer de volgende wijzigingen: keuze tussen twee bestuursmodellen: het paritaire model met bestuursvertegenwoordiging door de drie geledingen (werkgevers, deelnemers en pensioengerechtigden) en het onafhankelijke model met onafhankelijke, professionele bestuurders; pensioengerechtigden hebben altijd zitting in het paritaire bestuur; bij het paritaire model is er een deelnemers- en pensioengerechtigdenraad met de bevoegdheden van het huidige verantwoordingsorgaan; de huidige deelnemersraad en het verantwoordingsorgaan houden op te bestaan; bij afspraken over een maximalisatie van de premie is het aantal bestuurszetels voor de werkgever lager; bij het onafhankelijke model is er een belanghebbendenorgaan, bestaande uit de drie geledingen (werkgevers, deelnemers en pensioengerechtigden) , met een aantal goedkeuringsrechten en een adviesen verantwoordingstaak; het intern toezicht wordt bij bedrijfstakpensioenfondsen uitgevoerd door een permanente raad van toezicht, die een aantal goedkeuringsrechten krijgt; de deskundigheidstoets zal gaan gelden voor alle beleidsbepalers van het pensioenfonds, waaronder de leden van het belanghebbendenorgaan en de raad van toezicht; het bestuur kan een kandidaat-bestuurder weigeren als deze niet voldoet aan het vooraf opgestelde functieprofiel. De beoogde inwerkingtreding is 1 januari 2013. Pensioenfondsen krijgen na inwerkingtreding van het wetsvoorstel, met uitzondering van enkele bepalingen, een jaar de tijd om de interne organisatie en de relevante documenten aan te passen. Het zal duidelijk zijn dat de inwerkingtreding een forse invloed zal hebben op de bestuurs- en governancestructuur van SPNG.
Pagina 28 van 35
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________
Beleidsregel ‘Deskundigheid’ Nadat DNB en AFM in september 2010 een consultatieversie van de vernieuwde beleidsregel ‘Deskundigheid’ hadden gepubliceerd, is ‘Beleidsregel Deskundigheid’ op 1 januari 2011 in werking getreden. In de beleidsregel zijn de deskundigheidseisen aangescherpt. De vereiste deskundigheid moet blijken uit opleiding, werkervaring en competenties. De beleidsregel geldt voor nieuwe (kandidaat)bestuursleden. SPNG heeft deze nieuwe beleidsregel tot uitdrukking gebracht in een aangepast deskundigheidsplan. Pensioenakkoord Op 10 juni 2011 presenteerde de Stichting van de Arbeid de nadere uitwerking van het Pensioenakkoord van juni 2010. Om de gevolgen van de stijging van de levensverwachting het hoofd te bieden, zijn voorstellen gedaan voor meer voorwaardelijke pensioenen, bijvoorbeeld met betrekking tot de pensioenleeftijd. Daarnaast zouden pensioenregelingen meer dan nu het geval is, moeten ‘mee-ademen’ met de financiële positie van het pensioenfonds om de schokbestendigheid van het stelsel te vergroten. Voor een aantal van de voorstellen is aanpassing van de Pensioenwet, het FTK en de fiscale pensioenwetgeving nodig. Het is aan de decentrale sociale partners om verdere invulling te geven aan het Pensioenakkoord. Verwacht wordt dat de wetsvoorstellen tot aanpassing van de Pensioenwet en het FTK niet eerder dan in 2013 bij de Tweede Kamer zullen worden ingediend. Het bestuur van SPNG volgt de ontwikkelingen op dit terrein op de voet, maar neemt gezien alle (politieke) onzekerheden nog geen actie. Aanbevelingen uitvoeringskosten In het verslagjaar heeft de Pensioenfederatie aanbevelingen opgesteld met betrekking tot de communicatie over de uitvoeringskosten van pensioenfondsen. In de aanbevelingen onderstreept de Federatie het belang van kostentransparantie. De kosten moeten volledig bekend zijn binnen het pensioenfonds en beschikbaar zijn voor deelnemers. De aanbevelingen benoemen de verschillende kosten van het pensioenbeheer en het vermogensbeheer. Er worden aanbevelingen gedaan hoe deze kosten gecommuniceerd kunnen worden en hoe de communicatie kan worden uitgesplitst naar de verschillende groepen stakeholders. Bij de Aanbevelingen geldt ‘comply or explain’, waarbij de Pensioenfederatie de voortgang gaat monitoren. Het bestuur van SPNG is doende om te bezien in hoeverre deze aanbevelingen kunnen worden vertaald naar SPNG. In- en uitlooprisico bij arbeidsongeschiktheid De koepelorganisaties van pensioenfondsen en verzekeraars hebben in 2011 op hoofdlijnen een akkoord bereikt om op uniforme wijze het inloop- dan wel het uitlooprisico bij arbeidsongeschiktheid te dekken. Afgesproken is dat het uitlooprisico wordt gedekt. Het kabinet heeft aangegeven de gemaakte afspraken in wetgeving te willen verankeren nadat een aantal onderdelen van die afspraken juridisch is getoetst. Indien die toetsing geen belemmeringen oplevert voor een wettelijke uitwerking, zal het kabinet naar verwachting in de loop van 2012 aan de Tweede Kamer het betreffende wetsvoorstel aanbieden. Voor SPNG heeft dit weinig gevolgen omdat SPNG al grotendeels handelt conform de gemaakte afspraken. Pensioenregister Met ingang van 1 januari 2011 is het Pensioenregister operationeel. Daardoor kunnen (gewezen) deelnemers via de internetportal www.mijnpensioenoverzicht.nl op een toegankelijke manier een overzicht krijgen van zowel de AOW als het aanvullend pensioen. Het Pensioenregister geeft daarbij inzicht in de opgebouwde en te bereiken rechten van zowel ouderdomspensioen als nabestaandenpensioen. Het Pensioenregister is een groot succes gebleken. Er wordt gewerkt om het Pensioenregister verder uit te bouwen, allereerst met het tonen van de gevolgen van een echtscheiding voor het pensioen.
Pagina 29 van 35
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________
Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 (Wet Bpf 2000) Op 17 april 2012 is het wetsvoorstel tot wijziging van de zogeheten marktordeningsbepalingen van deze wet door de Tweede Kamer aangenomen, terwijl de Eeerste Kamer op 22 mei 2012 met het voorstel heeft ingestemd. De hoofdpunten van deze wetswijziging zijn: Het verbod dat in het economisch verkeer een andere instantie gebruik maakt van de naam of het logo van het bedrijfstakpensioenfonds, geldt voortaan alleen bij het geven van informatie aan consumenten. Bovendien mogen financiële aanbieders bij het aanbieden van hun producten laten zien hoe die producten zich verhouden tot de pensioenregeling van het bij naam te noemen pensioenfonds. Het bedrijfstakpensioenfonds moet voortaan gelijke voorwaarden hanteren voor aanbieders van reclameuitingen in informatiedragers van het fonds. Het bedrijfstakpensioenfonds mag voortaan (deelnemer)gegevens verstrekken aan in dezelfde bedrijfstak werkende VUT-fondsen en sociale fondsen. Gecombineerde uitvraag van gegevens en gecombineerde informatieverstrekking wordt daarmee mogelijk. De Pensioenfederatie, de belangen organisatie voor pensioenfondsen waarbij ook SPNG is aangesloten, toont zich tevreden met deze wijzigingen die de speelruimte voor bedrijfstakpensioenfondsen iets vergroten. Voor SPNG heeft een en ander nauwelijks consequenties.
7.11.
Vooruitzichten Zoals in het voorwoord gezegd, zal de administratie van SPNG per 1 januari 2013 overgaan van AEGON en Nationale Nederlanden naar AZL. Deze overgang zal prominent op de vergaderagenda van het bestuur staan. Alle betrokken partijen hebben zich gecommitteerd aan een zo soepel mogelijke overgang. Verder zal de nieuwe opzet van de pensioenregeling per 1 januari 2013 en de financiering daarvan veel aandacht van het bestuur vergen. Het bestuur zal voorts inspelen op actuele ontwikkelingen zoals bijvoorbeeld de wetgeving over versterking van pensioenfondsbesturen.
Pagina 30 van 35
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________
8.
Verantwoordingsorgaan
8.1.
Verslag van het verantwoordingsorgaan
8.1.1.
Algemeen Het bestuur van SPNG legt verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan over het beleid en de wijze waarop het beleid is uitgevoerd. Het verantwoordingsorgaan heeft de bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen van het bestuur, over het door het bestuur uitgevoerde beleid, alsmede over beleidskeuzes voor de toekomst. Het verantwoordingsorgaan legt zijn oordeel ten minste één maal per jaar schriftelijk vast. Dit oordeel wordt, samen met de reactie van het bestuur daarop, opgenomen in het jaarverslag waar het oordeel betrekking op heeft. Het verantwoordingsorgaan van SPNG is vanaf medio 2008 operationeel. Het orgaan vertegenwoordigt drie geledingen: de “actieve” deelnemers, de pensioengerechtigden en de bij SPNG aangesloten werkgevers. Na een aanvankelijke onderbezetting is de bemensing van het orgaan inmiddels nagenoeg op sterkte waardoor het orgaan zijn rol beter kan invullen. Ook de opleiding die de leden van het orgaan op kosten van SPNG hebben kunnen volgen, hebben bijgedragen aan een betere taakvervulling van het orgaan.
8.1.2.
Bevindingen verantwoordingsorgaan Het oordeel van het verantwoordingsorgaan over het in 2011 door het bestuur gevoerde beleid is gebaseerd op het jaarverslag over 2011 en het met het bestuur, accountant en actuarieel adviseur gehouden overleg op 22 mei 2012. Ook het overleg met het bestuur op 18 november 2011 heeft bijgedragen aan de bevindingen van het orgaan. Algemeen oordeel Het verantwoordingsorgaan is verheugd dat de samenwerking met het bestuur geleidelijk meer vorm begint te krijgen, mede omdat de vele vacatures in de deelnemersraad en het orgaan grotendeels zijn vervuld. De bijeenkomsten met het bestuur hebben een open karakter. Het orgaan is zich bewust van de taakverdeling tussen bestuur en verantwoordingsorgaan: het bestuur stelt beleid vast en het orgaan geeft achteraf een oordeel over dat gevoerde beleid. Wel spreekt het orgaan de wens uit dat – gezien de grote veranderingen die SPNG te wachten staan – het bestuur pro-actief en tijdig het verantwoordingsorgaan een oordeel zal vragen over strategische besluiten. Het jaar 2011 kan worden gekenmerkt als een jaar van continuering van eerder vastgesteld beleid. Op basis van de verkregen informatie is het verantwoordingsorgaan van mening dat de in 2011 door het bestuur gevaren koers op deugdelijke wijze tot stand is gekomen en voldoende is gemotiveerd in het jaarverslag. Bijzonderheden en kanttekeningen Bij dit algemene oordeel heeft het verantwoordingsorgaan de volgende opmerkingen. 1.
Het orgaan vraagt ook dit jaar aandacht voor zijn verzoek om meer informatie over de wijze waarop het bestuur in bredere zin invulling geeft c.q. zal gaan geven aan risicobeheersing. Risicobeheersing is immers essentieel voor een goed functioneren van SPNG. De overgang op eigen beheer zal het risicospectrum van SPNG aanzienlijk veranderen. Het orgaan is benieuwd naar de analyse van de nieuwe omstandigheden die de betrokken bestuurscommissie uitgevoerd zal hebben en de beheersmaatregelen die het bestuur al getroffen heeft, dan wel voor ogen staan. Bijzonder punt van aandacht is hierbij de toekomstige invulling van het vermogensbeheer. Het orgaan wijst op de noodzaak tot een gedegen selectie van de nieuwe vermogensbeheerder en diepgaand inzicht in het risicoprofiel van de toekomstige beleggingsportefeuille. In dit verband spreekt het orgaan een lichte teleurstelling uit dat onvolledig gehoor is gegeven aan zijn verzoek van vorig jaar om informatie te verkrijgen over het risicoprofiel van de huidige vastrentende portefeuille.
2.
De overgang op eigen beheer zal ook andere deskundigheidseisen aan het bestuur opleggen en ook van invloed zijn op de het te kiezen nieuwe bestuursmodel (zulks in het kader van de op stapel staande Wet versterking bestuur pensioenfondsen). Het orgaan is benieuwd naar de visie van het bestuur op dat nieuwe bestuursmodel en de wijze waarop het bestuur in zal spelen op de zwaardere verantwoordelijkheden en het grotere tijdsbeslag die het eigen beheer voor het bestuur met zich zal meebrengen. Ook aan de organen die controle houden op het
Pagina 31 van 35
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________
handelen van het bestuur zullen hogere eisen worden gesteld. 3.
Het verantwoordingsorgaan schaart zich achter het besluit van het bestuur om bij de overgang per 1 januari 2013 op eigen beheer de tot die datum opgebouwde pensioenen premievrij “achter te laten” in het met de huidige herverzekeraars gesloten garantiecontract. Wel wijst het orgaan op de daaruit voortvloeiende noodzaak te komen tot een heldere en eenduidige communicatie van het totaal van de pensioenaanspraken die een SPNG-deelnemer vanaf 2013 heeft. De deelnemers mogen niet afgeschrikt worden door een “cijferbrij” van tot en vanaf 2013 verworven pensioenaanspraken.
4.
Het verantwoordingsorgaan heeft kennis genomen van de voortgang tot het inzichtelijk maken van de totale uitvoeringskosten van SPNG. Hoewel kennelijk nog niet alle kosten tot in detail in kaart zijn gebracht, wil het orgaan graag inzicht in het “tussenresultaat”. Dat inzicht is des te meer van belang om een meetpunt annex referentie te hebben voor de uitvoeringskosten die vanaf 2013 zullen worden gemaakt in de situatie van eigen beheer.
5.
Het verantwoordingsorgaan heeft kennis genomen van de voorgestelde nieuwe pensioenregeling 2013. Positief is dat deze 2013 regeling kan rekenen op de instemming van de deelnemersraad en ook het verantwoordingsorgaan ziet in hoofdlijnen waardevolle elementen in de regeling 2013. Belangrijk is dat er voorlichtingsbijeenkomsten eind april voor werkgevers zijn gehouden en dat deze ook redelijk goed zijn bezocht. Het orgaan merkt op dat de lastenverzwaring van de regeling 2013 t.o.v. de werkelijke lasten in 2011 voor werkgevers circa 15 a 20% beloopt (afhankelijk van o.a. de leeftijdsopbouw van de betrokken werknemers). Daarnaast zullen kostenstijgingen aanhouden als gevolg van de voorgenomen bevriezing van de franchise gedurende vijf jaar. Aangezien in juni/juli 2012 de werkgevers pas geconfronteerd worden met de daadwerkelijke kostenverhoging van de regeling 2013, zullen de echte reacties dan pas los komen. De in de regeling 2013 geboden mogelijkheid om de werknemerspremie te verhogen om de verhouding 1/3 werknemer en 2/3 werkgever te handhaven zal gezien het niet verplichtende karakter van deze verhoging en het voor een belangrijk deel vrijwillige karakter van het fonds in de huidige lastige economische situatie zeer moeilijk zijn te realiseren. Het orgaan roept het bestuur op waakzaam te zijn op lastenverzwaringen en tijdig actie te nemen mochten ondernemingen het pensioenfonds willen verlaten.
Tot slot Het verantwoordingsorgaan heeft de indruk dat het bestuur een begin heeft gemaakt met het opvolgen van het eerdere advies van de visitatiecommissie om meer ruimte te creëren voor bestuursbeleid over strategische onderwerpen. Het orgaan wil evenals in voorgaande jaren benadrukken dat aandacht voor een duurzame strategie juist in deze roerige tijden van groot belang is. Het orgaan spreekt de hoop uit dat het bestuur in samenspraak met de vertegenwoordigers van de deelnemers, pensioengerechtigden én aangesloten werkgevers de uitdagingen waar SPNG voor staat met verstand en daadkracht tegemoet zal treden.
8.2.
Reactie van het bestuur
8.2.1.
Algemeen Het bestuur deelt de mening van het verantwoordingsorgaan dat de samenwerking zich in positieve zin ontwikkelt en gaandeweg meer structuur en waarde krijgt. Verder is het bestuur vanzelfsprekend ingenomen met de handhaving van het oordeel uit eerdere jaren van het orgaan dat het door het bestuur gevoerde beleid op een valide wijze tot stand is gekomen. Bij de constatering van het orgaan dat 2011 zich kenmerkt door een continuering van eerder geformuleerd voortgezet beleid, wil het bestuur de volgende kanttekening plaatsen. Inderdaad heeft het bestuur in 2011 geen grote beleidswijzigingen doorgevoerd. Wel zijn in 2011 al uitgebreide voorbereidingen getroffen voor de met ingang van 2013 te varen koers, met andere woorden: het bestuur heeft zich in 2011 intensief bezig gehouden met de toekomst van SPNG
Pagina 32 van 35
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________
8.2.2.
Reactie op de bevindingen van het verantwoordingsorgaan Het bestuur wil graag puntsgewijs reageren op de voornoemde bevindingen van het verantwoordingsorgaan. 1.
Ook dit jaar heeft het verantwoordingsorgaan gewezen op het belang van een goede risicobeheersing. Het orgaan noemt dat de overgang op eigen beheer andere risico’s en dus andere beheersmaatregelen met zich meebrengt. Het bestuur onderschrijft deze constatering en is zich welbewust van de noodzaak om tijdig maatregelen te treffen dan wel bij te sturen. Echter voordat de “nieuwe” risicobeheersing vorm kan worden gegeven, zal de nieuwe opzet van eigen beheer in het algemeen en van het vermogensbeheer in het bijzonder moeten zijn uitgewerkt. Het bestuur streeft ernaar om in het 4e kwartaal van 2012 tot een herformulering van de risicobeheersing te komen. Overigens zal het bestuur bij de nog te maken keuzes zich laten ondersteunen door externe, onafhankelijke deskundigen.
2.
Het verantwoordingsorgaan heeft geïnformeerd naar de visie van het bestuur op het wetsvoorstel versterking bestuur pensioenfondsen. Het orgaan is in het bijzonder benieuwd in hoeverre de overgang op eigen beheer invloed zal hebben op het te kiezen bestuursmodel. Het bestuur is het met het orgaan eens dat de wijze van dekking van de aanspraken van invloed kan zijn op de keuze van het nieuwe bestuursmodel. Er zijn echter meer factoren die daarbij van belang zijn. Het bestuur heeft zich georiënteerd, maar aangezien het wetsvoorstel nog niet definitief is, heeft het bestuur nog geen standpunt ingenomen. Als nu al een keuze zou worden gemaakt en stappen zouden worden gezet voor de inrichting van het nieuwe bestuursmodel, zou het risico worden gelopen dat het gekozen model hetzelfde lot zou ondergaan als de “one tier board”: het model dat in de loop van de behandeling van het wetsvoorstel is gesneuveld.
3.
Het bestuur is het volledig met het verantwoordingsorgaan eens dat een duidelijke communicatie over het totaal van de pensioenaanspraken van groot belang is. De deelnemers moeten op eenvoudige wijze inzicht kunnen krijgen in hun pensioenaanspraken. Met de nieuwe administrateur zijn daarom afspraken gemaakt om te waarborgen dat het totaal van de pensioenaanspraken op heldere wijze zal worden gecommuniceerd.
4.
Het verantwoordingsorgaan heeft om inzicht gevraagd in het “tussenresultaat” van de kosten van het vermogensbeheer en de uitvoeringskosten. Het bestuur onderschrijft volmondig de aanbevelingen van de Pensioenfederatie om de kosten inzichtelijk te maken én in het jaarverslag op te nemen. Het bestuur zal dan ook zeker de cijfers beschikbaar stellen aan het verantwoordingsorgaan. Echter, het bestuur heeft de nog onvolledige cijfers pas onlangs onder ogen gekregen en wil zich eerst zelf een beeld vormen alvorens deze cijfers te delen met het verantwoordingsorgaan. Voorkomen moet worden dat onjuiste conclusies worden getrokken door onjuiste interpretatie van de cijfers. Wel kan al met enig voorbehoud worden genoemd dat de kosten van het vermogensbeheer ca. 0,4% van het beheerde vermogen belopen.
5.
Het verantwoordingsorgaan heeft enige zorg uitgesproken over het draagvlakbehoud van SPNG, dit gezien de op stapel staande lastenverzwaring. Het onderwerp draagvlakbehoud en –verbreding heeft de permanente aandacht van het bestuur. Het bestuur herhaalt zijn eerdere uitspraak dat de pensioenregeling een goede samenhang moet bieden van een concurrerend kostenniveau en passende pensioenaanspraken. De combinatie van de overgang op eigen beheer met de nieuwe pensioenregeling biedt naar de overtuiging van het bestuur vanaf 2013 die goede samenhang. Het bestuur is zich daarbij terdege bewust van het risico dat vrijwillig bij SPNG aangesloten werkgevers zullen afhaken vanwege de lastenverzwaring. Maar dat is een risico van alle tijden en niet specifiek voor de situatie vanaf 2013. Het bestuur zal zich (blijvend) met alle stakeholders inzetten om SPNG een aantrekkelijke, betrouwbare pensioenpartner te doen zijn.
Tot slot Het verantwoordingsorgaan heeft tot slot tot haar genoegen opgemerkt dat het bestuur meer tijd heeft ingeruimd voor strategisch beleid. Het bestuur is op zich blij met deze opmerking, maar wijst er gelijktijdig op dat het bestuur altijd al grote waarde heeft gehecht aan strategie. Het besturen van een pensioenfonds is een dynamisch proces. De ene keer prevaleert het toezicht op de juiste uitvoering van de pensioenregeling, de andere keer het uitzetten van een duurzame strategie. Maar welk onderwerp ook op de agenda staat, het bestuur heeft slechts één belang voor ogen: het belang van een gezond SPNG.
Pagina 33 van 35
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________
9.
Balans per 31 december 2011 (Bedragen in hele euro’s na bestemming van het resultaat)
Activa
2011
2010
731.821.826
608.550.766
731.821.826
608.550.766
23.389.823
22.450.507
Herverzekeringsdeel technische voorzieningen Garantiecontracten
Vorderingen en overlopende activa Vorderingen uit herverzekering Overige vorderingen
913.633
1.161.021
24.303.456
23.611.528
478.502
4.424
478.502
4.424
756.603.784
632.166.718
Overige activa
Liquide middelen
Totaal activa
Passiva
Stichtingskapitaal en reserves Wettelijke en statutaire reserves
Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds
Langlopende schulden Overige schulden en overlopende passiva Overige schulden
Totaal passiva
2011
2010
23.089.020
20.226.526
23.089.020
20.226.526
731.821.826
608.550.766
731.821.826
608.550.766
0
547.556
1.692.938
2.841.870
1.692.938
2.841.870
756.603.784
632.166.718
Pagina 34 van 35
Verkort jaarverslag 2011 _____________________________________________________________________________________
10.
Staat van baten en lasten over 2011 (Bedragen in hele euro’s)
Staat van Baten en Lasten
2011
2010
22.585.928 16.166.892 721.291
22.529.466 17.973.775 436.147
39.474.111
40.939.388
14.289.215 581.522
15.112.469 959.878
20.043.089 1.883.534 20.074.082 (14.422.760) (2.975.284) 100.395.518 491.495
18.757.083 3.965.562 19.129.008 (15.180.771) (2.651.601) 48.828.292 (1.785.787)
BATEN Premiebijdragen Baten uit herverzekering Overige baten Totaal baten
LASTEN Pensioenuitkeringen Pensioenuitvoeringskosten -
Pensioenopbouw Indexering en overige toeslagen Rentetoevoeging Onttrekking voor pensioenuitkeringen Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten Wijziging marktrente Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten - Wijziging uit hoofde van actuariële uitgangspunten - Overige mutatie voorziening pensioenverplichtingen Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds Mutatie herverzekeringsdeel technische voorzieningen Kosten pensioenopbouw Saldo overdracht van rechten Overige lasten Totaal lasten
Saldo baten en lasten
Bestemming van resultaat
Wettelijke en statutaire reserves Mutatie Algemene Reserve
Totaal bestemming van het resultaat
0 (2.218.614)
3.060.141 (1.394.798)
123.271.060
72.727.129
(123.271.060)
(72.727.129)
21.646.675 12.400 81.805
25.653.048 (53.932) (33.922.554)
36.611.617
7.748.909
2.862.494
33.190.479
2011
2010
2.862.494
33.190.479
2.862.494
33.190.479
Pagina 35 van 35