Verkiezingsprogramma Lokale Partij I.P.V. 2014 - 2018
‘Burgerinitiatief centraal; kansen zien en benutten’.
Inhoud - Kern - Uitgangspunten - Inleiding 1. Samen Leven – Samen Besturen – Samen Doen 1.1 Cocreatie 1.2 Burgerparticipatie en maatschappelijk initiatief 1.3 Meegaan in verandering 1.4 Vrijwilligers en Mantelzorgers 1.5 Ontplooiing en maatschappelijke kwaliteit 1.6 Specifieke aandachtsgroepen 2. Onderwijs en Jeugdbeleid 2.1 Onderwijs: centrum voor brede ontplooiing 2.2 Jeugd en Jongeren 3. Gezond van lichaam en geest 3.1 Sport 3.2 Kunst en Cultuur 3.3 Rust en Recreatie 4. Natuur en Milieu 4.1 Natuur en Groen 4.2 Dierenwelzijn 4.3 Duurzaamheid en Energie 5. Wonen en Leefbaarheid 5.1 Wonen 5.2 De zilveren loper voor ouderen 5.3 Verkeer in en rond de dorpen 5.4 Marktplein Brummen 6. Ondernemen en Werken 6.1 Werk 6.2 Leegstand, een kans voor de ander 6.3 Ondernemen koesteren en stimuleren 7. Beleid en Financiën 7.1 Financiën 7.2 Beleid 7.3 Behoud van dorpse samenleving; zelfstandig in samenwerking
Kern •
I.P.V. is een lokale partij, onafhankelijk van elke landelijke politieke partij; zij is van en voor de inwoners van de gemeente Brummen.
•
I.P.V. maakt deelname van inwoners bij beleidsvoorbereiding tot praktijk door een nieuwe stijl van besturen.
•
I.P.V. werkt aan het verbeteren van kwaliteit en welzijn: aan een duurzame samenleving.
Uitgangspunten •
I.P.V. stimuleert betrokkenheid en initiatief tot het nemen van verantwoordelijkheid en vergroot invloed van inwoners op besluiten door openheid en openbaarheid van bestuur.
•
I.P.V. bevordert een leefmilieu waarin mensen rust, ruimte en werk vinden en natuur, landschap en milieu duurzaam worden beheerd.
•
I.P.V. legt hoge ethische normen (integer en verantwoord) op bij de uitoefening van haar volksvertegenwoordigend werk.
•
I.P.V. maakt zich sterk voor een samenleving die zich kenmerkt door gelijkwaardigheid, verdraagzaamheid en onderlinge betrokkenheid.
•
I.P.V. betrekt inwoners bij haar meningsvorm.
•
I.P.V. stelt durf en redelijkheid boven het sluiten van een compromis dat geen echte en eerlijke oplossing voor het probleem biedt: duidelijk kiezen en uitleggen, ook als het moeilijk is.
Inleiding Het is alweer twintig jaar geleden dat I.P.V. als na te streven doel vermeldde: ‘Gemeentepolitiek is besturen met de inwoners In Plaats Van voor de inwoners’. Deskundigheid bevindt zich ook bij de inwoners, die als de beste weten wat er moet gebeuren in hun eigen omgeving. ‘Burgerinitiatief centraal; kansen zien en benutten’ staat dan ook op het voorblad van ons programma 2014-2018. De afgelopen vier jaar heeft het I.P.V. zich vanuit haar positie in het college, maar ook in de raad, ingezet voor een groen, duurzaam en sociaal beleid. Thema’s die ons na aan het hart liggen. Wij zijn trots op hetgeen is bereikt: • • • • • • • • • • • • •
Een duurzaam gemeentehuis met minimale beheerskosten Minimabeleid gehandhaafd WMO beleid gecontinueerd Toekomstvisie opgesteld met en voor burgers Aanzet gegeven voor Jongerenontmoetingsplek in Eerbeek Jeugdhonk Brummen met jongeren in plaats van voor jongeren ontwikkelen Diverse projecten op gebied van biodiversiteit en doelsoorten Fondsen ‘Ligt op groen’ en ‘Natuurbewust Brummen’ blijven behouden Plan voor opwaardering Pontomgeving, met aandacht voor natuurwaarden Meeropbrengst toeristenbelasting inzetten voor recreatie Leefbaarheid Leuvenheim Visie landgoederen ‘Gemeente Brummen, Landgoed zonder grenzen’ Centrumplan Eerbeek (cocreatie Oranje Nassauplein / Stuijvenburchstraat)
I.P.V. wil zich de komende vier jaar inzetten om onze gemeente nog duurzamer en open te maken en sociaal te houden. We spreken de ambitie uit om in 2025 tot een van de tien duurzaamste gemeenten te behoren (te meten met instrument ‘Lokale Duurzaamheidsmeter’). I.P.V. omarmt de Toekomstvisie 2030 ‘Innoveren met oude waarden’. Hoofdlijnen van deze visie, een product van de lokale samenleving, zijn verwerkt in ons verkiezingsprogramma. Het verkiezingsprogramma 2014-2018 is voor I.P.V. leidend voor strategie, beleid en plannen voor de komende jaren.
1 Samen Leven – Samen Besturen – Samen Doen 1.1 Cocreatie In de loop der jaren zijn stappen gezet naar het doel ‘Samen Besturen’. Voor het tot stand komen van de Toekomstvisie 2014-2030 is een structuur ontworpen die het mogelijk heeft gemaakt om de visie op de toekomst voor onze gemeente gezamenlijk te laten ontwikkelen door inwoners, ondernemers, maatschappelijke organisaties en de gemeente. Hier mag gesproken worden van ‘cocreatie’ door inwoners en gemeente om te komen tot ‘Samen Leven, Samen Besturen, Samen Doen’. Wij vinden de hierbij gebruikte overlegstructuur van grote waarde. Toepasbaar, ongeacht de politieke en bestuurlijke situatie op enig moment. Cruciaal is de onafhankelijkheid van de denktank. Het is een nuttige en draagvlak bouwende aanvulling op bestaande overlegvormen. Ook uit financieel oogpunt is het voor de gemeente zeer voordelig. Er hoeven geen externe bureaus en specialisten te worden ingehuurd en het eigen team op het gemeentehuis verwerft kennis ‘on the job’ in deze cocreatie. Deze vorm van voorbereiding van beleid vergroot de openheid en de openbaarheid van bestuur. Dat effect zal nog sterker zijn als ook bij de uitvoering van het gevormde beleid de 'creatiegroep' op toetsingsmomenten betrokken blijft. Het besturen op afstand van de inwoners is dan verleden tijd. I.P.V. blijft zich inzetten om in alle fasen, dus zowel bij beleidvoorbereiding als bij beleiduitvoering, de creatiegroep onafhankelijk te laten zijn. Dat vraagt steeds weer om een zuivere vorm van selectie van de deelnemers. I.P.V. zal zich onthouden van politieke beïnvloeding van de creatiegroepen. 1.2 Burgerparticipatie en maatschappelijk initiatief Burgerparticipatie en maatschappelijk initiatief wordt aangemoedigd en toegejuicht. I.P.V. wil in een vroeg stadium burgers betrekken bij onderwerpen die hen aangaan. Daarbij past een actieve benadering en een goed luisterend oor voor hetgeen bij hen leeft. Er is onder inwoners veel deskundigheid, die kan worden ingezet. Vooraf moet helder worden gecommuniceerd wat er met de inbreng van de burgers zal gebeuren. Als een uitgewerkt plan in een bureaula verdwijnt is dat de doodsteek voor betrokkenheid. Het I.P.V. heeft vertrouwen in de creativiteit en betrokkenheid van de burgers. Zij ondersteunt burgerinitiatieven dan ook van harte. Maar ook daarbuiten dient de gemeente de burger serieus te nemen en hen proactief te betrekken bij het maken en uitvoeren van plannen. De beste plannen met het grootste draagvlak komen immers tot stand als ervaringsdeskundige betrokken burgers en vakdeskundigen vanaf de start samenwerken. I.P.V. gouden regels voor inspraak en participatie: • •
Stel de burger centraal bij alle plannen. Het gaat tenslotte om hun leefomgeving. Creëer wederzijds respect en vertrouwen. Beide zijn onmisbaar in een gezamenlijk proces en daarmee de belangrijkste voorwaarden voor het welslagen van participatie.
• •
• • •
Maak participatie open en transparant, informeer burgers en belanghebbenden open en actief over hun rol, rechten en plichten en welke invloed een burger wel of niet heeft. Zorgvuldigheid boven snelheid: betrek burgers en belanghebbenden proactief, tijdig en compleet. Tijdgebrek of procedurele deadlines mogen een zorgvuldige communicatie nooit in de weg staan. Neem elk idee serieus. De betrokken burger is wellicht geen inhoudsdeskundige maar wel een ervaringsdeskundige. Ondersteun de initiatiefnemer(s) bij bureaucratische processen in plaats van alleen maar te wijzen op wat (nog) niet goed is. Zorg ervoor dat iedereen begrijpt wat er staat. De gemeente hanteert een transparant en helder taalgebruik.
1.3 Meegaan in verandering Onze dorpse samenleving verandert en dat vraagt een andere rol en andere vaardigheden van de gemeentelijke organisatie. Voorheen bepaalde de gemeente een doel en werden inwoners en andere partijen daarbij betrokken; tegenwoordig moet ze steeds vaker haar rol bepalen bij initiatieven die in de samenleving ontstaan. Maar er is meer aan de hand. Door sterk afnemende financiële ruimte en de ingewikkeldheid van maatschappelijke vraagstukken zal er onvermijdelijk vaker een beroep gedaan moeten worden op kennis en vaardigheden van de inwoners en op maatschappelijk initiatief. Het ‘samen’ wordt zo ook een noodzaak. De positie van de gemeentelijke organisatie in onze samenleving verandert hierdoor wezenlijk. In Plaats Van organisatie tegenover de inwoners moet zij partner van de inwoners worden. Een partner die: • • • • • • • •
Vraaggericht werkt en handelt, een instrument is voor ideeën van de samenleving, meedenkkracht en procesvaardigheden in huis heeft. Service biedt bij bureaucratische en complexe processen. Continu in contact staat met de dorpse samenleving. Proactief netwerken opzet, partijen verbindt en daarbij de passende rol voor de eigen organisatie kiest. Problemen signaleert en tijdig actie onderneemt, gericht op oplossingen. Kernwaarden van de dorpse samenleving beschermt en uitdraagt. Veiligheid onvoorwaardelijk bewerkstelligt en zich verantwoordelijk weet voor het algemeen belang. Een vangnet biedt als uitsluiting dreigt en zorgt voor oplossingen waar rechten worden geschonden.
Het is geen eenzijdige verandering! Het groeien naar partnerschap vraagt wederkerigheid. Inwoners, bedrijven en organisaties moeten ook partner willen zijn bij de realisatie van ‘Samen Leven - Samen Besturen - Samen Doen’. Dit betekent dat men niet direct naar de gemeentelijke organisatie moet gaan om een oplossing te vragen, maar eerst zelf een oplossing moet worden gezocht en men daar draagvlak voor moet zoeken.
Dit is wellicht nog de moeilijkste kant van de verandering in de samenleving, met name om het goed vol te houden. Het vraagt een andere energie van beide zijden. Het vraagt om vertrouwen in elkaar. 1.4 Vrijwilligers en Mantelzorgers Vrijwilligers en mantelzorgers zijn twee onmisbare pijlers van de samenleving. Een terugtrekkende overheid spreekt burgers aan op het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Daarbij verdienen vrijwilligerswerk en mantelzorg ieder een eigen plek die wordt gedefinieerd aan de hand van haar specifieke karakteristieken en kwaliteiten. Je moet er niet aan denken wat er gebeurt als zij zich niet inspannen voor de buurt, zorg, sport, cultuur en natuur. I.P.V. is van mening dat wie zich inzet ondersteuning, erkenning en waardering verdient. Het I.P.V. is verder van mening dat vrijwillige inzet vooral een zaak van de burger is die uit eigen beweging ervoor kiest onverplicht en onbetaald werk te verrichten voor de samenleving. Het gaat hier om mensen die iets over hebben voor elkaar. De gemeente moet samen met het vrijwilligerswerk en de mantelzorg een klimaat scheppen waarin vrijwillige inzet kan bloeien. Er zijn echter ook grenzen aan “vrijwillig” en “zorgen voor de ander”. Het is een mantra voor mogelijke bezuinigingen geworden: meer vrijwilligerswerk en een gemeenschap die zorgt voor hun naasten. Termen die gebruikt worden zijn affectief burgerschap en de zorgzame samenleving. Keer op keer wordt het eenvoudig uitgesproken, met wat emotie aangezet, en per keer lijkt het logisch. Vrijwilligers voor buurt- en dorpsaangelegenheden, voor culturele voorzieningen, voor het schoonhouden van de omgeving, voor de groenvoorziening, voor het weren van criminelen, voor het overnemen van eenvoudige professionele hulp voor buren of naaste, voor het bijstaan in psychische nood. Maar de optelsom van het steeds vaker een beroep doen op mensen kan ongemerkt leiden tot een overbelasting, zelfs tot overspannenheid in de samenleving. Het blijft van belang dat de ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers goed wordt georganiseerd. Er moet extra aandacht zijn voor respijtmogelijkheden voor de mantelzorger, door externe tijdelijke hulp aan te bieden, zowel in de thuissituatie als intramuraal (logeervoorziening). Ook de structuur van het vrijwilligerswerk verdient blijvende ondersteuning. I.P.V. vindt het volgende belangrijk: • • •
• • • • • • •
Vrijwilligerswerk en vrijwillige inzet voor een ander moet echt vrijwillig blijven. Er moet geen sprake zijn van emotionele of economische druk of afdwingen. Bij te ontwikkelen beleid waarin een beroep wordt gedaan op vrijwilliger of mantelzorger, moet men aandacht geven aan het realistisch inschatten van verwachtingen (er zijn grenzen aan wat haalbaar is). Er moet gepeild worden waaraan behoefte is, onder zowel vrijwilligers als mantelzorgers. Het verder ontwikkelen van een vrijwilligers- c.q. mantelzorgerspunt. Het bij elkaar brengen van vrijwilligers c.q. mantelzorgers. Het behouden van de huidige vrijwilligers en het vergroten van de kwaliteit van de vrijwilligersorganisatie. Het houden van een informatiemarkt /uitwisselingsdag voor vrijwilligers. Het bevorderen van deskundigheid. Een wervingscampagne voor zorgvrijwilligers.
•
Mantelzorg aanbieden als alternatief voor reguliere arbeid aan langdurig werklozen, inclusief opleiding.
1.5 Ontplooiing en maatschappelijke kwaliteit Huidige ontwikkelingen zoals de decentralisatie van de jeugdzorg, de participatiewet en het feit dat begeleiding en persoonlijke verzorging uit de AWBZ zijn gehaald, maken dat meer gevraagd zal worden van de samenleving zelf. Hierdoor zal meer moeten worden uitgegaan van eigen kracht, organisatie en zelfredzaamheid van de mensen die hulp nodig hebben. I.P.V. betrekt graag de doelgroep in haar beleid en werkt dan samen toe naar een gedeeld resultaat. I.P.V. zet daarbij in op wederkerigheid, zodat degenen voor wie gezorgd wordt, zelf ook uitgedaagd en uitgenodigd worden om te participeren en iets terug te doen. I.P.V. vraagt specifieke aandacht voor de meest kwetsbaren in onze samenleving. Zij mogen niet in de kou komen te staan. Kwetsbare groepen zijn volgens de I.P.V. bijvoorbeeld burgers die in een meervoudige probleemsituatie verkeren, waarbij maatschappelijke uitval of sociaal isolement dreigt. Verwaarlozing van zichzelf of van eventuele kinderen, schuldenproblematiek, psychische- en verslavings-problemen kunnen meespelen. Het is van groot belang dat er gestuurd wordt op samenwerking en afstemming tussen verschillende instellingen die met de probleemsituatie van een persoon of gezin te maken krijgen. De gemeente moet er op toezien dat er voor die persoon / dat gezin één vaste contactpersoon is. Die contactpersoon regisseert en coördineert inzet van hulpverlening en bewaakt de onderlinge afstemming en informatie van hulpverleners. Waar het kan moet het individu de regie op zijn of haar leven kunnen behouden. Dit kan door middel van eigen besteedbare budgetten. I.P.V. is voorstander van het in stand houden van het zelf inkopen en regelen van zorg.
I.P.V. pleit ervoor dat lokaal goede uitvoering wordt gegeven aan taken die op de gemeente af komen. • •
• • • • • •
Goede informatievoorziening. Een specifiek punt waar burgers terecht kunnen voor een oplossing (eigen initiatief, eigen kracht), als ze hulp willen bieden (actief burgerschap) of als ze zich zorgen maken over iemand anders (signalering). Sociaal beleid lokaal inrichten, als zelfstandige gemeente Behouden van functie van Stichting Welzijn Brummen (SWB) en open staan voor aanvullende particuliere financiering. Gemeente ziet er op toe dat er één vaste contactpersoon is die hulpverlening regisseert en coördineert. Ontmoetingsmogelijkheden voor burgers die iets voor elkaar willen betekenen. Een sociaal netwerk in de buurt. Door ontmoetingen mogelijk te maken kunnen burgers makkelijker iets voor elkaar betekenen. Een vangnet voor kwetsbare mensen: 'samen voor elkaar' gaat uit van de eigen verantwoordelijkheid van burgers, voor zichzelf en voor elkaar. Maar daartoe is niet iedereen in staat. Voor kwetsbare mensen die hun leven niet zelf kunnen inrichten is een
• • •
vangnet nodig. Zo klein en efficiënt mogelijk, een veilige plek waar mensen met behulp van professionals en vrijwilligers zoveel mogelijk zelfredzaam worden. Mantelzorger betrekken bij indicatiestelling. Kinderopvang voor vrijwilligers en mantelzorgers. Persoonsgebonden Budget (PGB) als efficiënte zorgbekostiging in stand houden.
1.6 Specifieke aandachtsgroepen Brummen heeft verschillende voorzieningen voor mensen met een beperking. Arbeidsparticipatie of participatie als vrijwilliger zijn belangrijke factoren in zingeving voor mensen. De vervulling van deze taken kan in reguliere arbeidsomgevingen, maar ook bij vrijwilligersorganisaties. De gemeente is al bekend met de rol van werkgever voor mensen met een beperking, maar er zijn nog allerlei creatieve mogelijkheden om mensen met een beperking in arbeidsprocessen te betrekken. De gemeente dient hierin een voorbeeldfunctie te vervullen door bij haar inkopen de aanbiedende partij te stimuleren deze aandachtsgroepen in te zetten bij levering van diensten. Verder inzetten op samenwerking tussen instellingen voor dagbesteding en richten op dagbestedings-activiteiten die iets opbrengen. Binnen het ambtelijk apparaat van de gemeente is het aantal mensen met een beperking uiterst gering. Ook hier past de gemeente nadrukkelijker een voorbeeldfunctie. Dit vraag ‘matching’ en creativiteit, maar het is een investering die de moeite waard is. Voor mensen met psychische problematiek geldt hetzelfde als hierboven is verwoord. I.P.V. stelt zich op het standpunt dat de gemeente voor deze specifieke doelgroepen op zoek gaat naar samenwerkingspartners, waaronder zorginstellingen en zorgboerderijen, die in werk kunnen voorzien. Inzetten op samenwerkingspartners die concrete stappen kunnen zetten met deze doelgroep, resultaten kunnen boeken die met mensen worden afgesproken en deze resultaten ook zichtbaar laten zijn. Het is denkbaar dat die samenwerkingspartners daar ook zelf een risico in willen dragen. De gemeente zou een transferpunt moeten stimuleren waar vraag en aanbod m.b.t. specifieke aandachtsgroepen samenkomen. Vanuit het I.P.V. denken wij graag mee over de inrichting van onze gemeente en de afstemming van de beschikbare zorg op de behoeften van ouderen. Ouderen blijven tegenwoordig langer in hun eigen huis wonen. Dit brengt met zich mee dat het nodig is dat mensen zorg geven aan elkaar in de buurt waar men woont, ‘naoberschap’. Tegelijkertijd zien we ook een grote mate van individualisering. Een mogelijk risico van deze combinatie van factoren is vereenzaming van de alleenwonende oudere. I.P.V. stimuleert graag initiatieven waarbij mensen elkaar helpen en ondersteunen. Daarbij vinden wij belangrijk dat zowel de zorgbehoevende als de zorggevende dit doet vanuit een eigen vrije keuze, zonder druk van buiten af. Voor de zorgbehoevende betekent dit dat hij/zij de regie houdt over de hulp die nodig is en voor de zorggevende betekent het dat het belangrijk is dat hij/zij in de gaten houdt of de benodigde zorg uitvoerbaar, draagbaar en haalbaar is voor hem/haar. I.P.V. vindt het daarom belangrijk dat vrijwilligers elkaar kunnen ontmoeten. Ook is het belangrijk dat er met elkaar wordt gekeken naar de zorg die iemand nodig heeft. Wanneer de zorgvraag de mogelijkheden van de zorggevende overstijgt moeten er anderen zijn die kunnen inspringen.
• •
• • • •
Gemeente stimuleert bij alle soorten inkopen de aanbiedende partij om mensen met een beperking in te zetten. Gemeente vervult nadrukkelijk een voorbeeldfunctie door mensen met een handicap of beperking in te zetten bij bijvoorbeeld de eigen dienst, via gemeenschappelijke regelingen zoals de sociale werkvoorziening, de GGD, brandweer, de sociale dienst en Regionale Uitvoeringsdienst RUD. Gemeente zoekt naar samenwerkingspartners die in werk voor de doelgroep kunnen voorzien; hierbij kan men ook denken aan zorginstellingen en zorgboerderijen. Gemeente stimuleert initiatieven waarbij mensen elkaar helpen en ondersteunen. Gemeente zet in op een ontmoetingspunt voor vrijwilligers in de zorg. Gemeente zet in op het opzetten van een transferpunt waar vraag en aanbod m.b.t. speciale aandachtsgroepen bij elkaar komen.
2 Onderwijs en Jeugdbeleid 2.1 Onderwijs: centrum voor brede ontplooiing Onderwijs legt het fundament voor de toekomst van kinderen. Onderwijs moet kinderen aanmoedigen sociale, verantwoordelijke en zelfredzame burgers te kunnen en willen worden. Onderwijs moet voor jongeren, zeker ook uit een omgeving waar achterstand een rol speelt, kansen creëren voor de toekomst. Het I.P.V. wil dat onderwijs voor iedereen, ongeacht herkomst, sekse of sociale achtergrond, goede kansen biedt voor ontplooiing. Voorschoolse educatie en kwalitatief hoogwaardige kinderopvang moeten kinderen een goede start geven. Tijdige signalering van gedrag- en leerproblemen kan voorkomen dat leerlingen onnodig achterop raken. Pesten komt vaker voor dan we zouden willen. Daar spelen de ‘social media’ soms ook een rol in. Trainen van leerkrachten op goede uitvoering van het protocol tegen pesten is gewenst. Wij willen zorgen dat er geen kansloze kinderen zijn in onze gemeente, door toegesneden onderwijs en begeleiding; maar I.P.V. beseft dat onderwijs alleen jeugdwerkloosheid niet altijd kan voorkomen. Daarop zijn meer factoren van invloed. Wij vinden dat het aanleren van belangstelling voor gezonde voeding, groen, natuur en alternatieve energiebronnen past in de taak jongeren op te leiden tot ‘mensen van morgen’. Groentetuinen en proefveldjes met nieuwe energiebronnen zijn daartoe praktische educatiemiddelen. De verantwoordelijkheid voor inrichting en uitvoering van het onderwijs ligt bij de betreffende schoolbesturen. De gemeente dient wel toe te zien op de kwaliteit en op zorgvuldige uitvoering van het onderwijs; zij heeft de taak aanwijzing te geven waar het gewenst is. I.P.V. wil: • • • • • •
Kwalitatief hoogwaardige kinderopvang. Flexibel ingerichte scholenclusters waar meerdere disciplines gebruik van kunnen maken (IKC = integraal kind centrum). Kleine scholen in de kernen blijven behouden zolang het leerlingenaantal dat enigszins mogelijk maakt. Een school bevordert de leefbaarheid van een kern. Training op uitvoering van het protocol tegen pesten door iedere school laten uitvoeren. Een goede startkwalificatie voor leerlingen uit alle groepen van de samenleving. Groentetuinen en proefveldjes met alternatieve energiebronnen als leermiddel gebruiken.
2.2 Jeugd en Jongeren De jeugd heeft de toekomst en zij nemen een belangrijke plaats in binnen onze gemeente. Vanaf 2015 wordt de jeugdwet van kracht en komt de jeugdzorg, jeugdbescherming, jeugdreclassering, jeugd-GGZ en de zorg voor licht verstandelijk gehandicapten onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Doel van het jeugdbeleid is de ontwikkeling van jongeren, hen stimuleren en ondersteunen, zodat zij opgroeien tot volwaardige en verantwoordelijke burgers in de samenleving. Ontwikkelingsachterstanden en uitval van jongeren moet zo veel mogelijk voorkomen worden. Goede scholen zijn daarbij van belang, de plaats waar kinderen een veilige plek vinden en zij zich kunnen ontplooien in een zo breed mogelijk spectrum.
Jongeren verdienen specifieke aandacht in de samenleving. Onze gemeente moet een fijne plek zijn voor hen. Jonge kinderen moeten zich er veilig voelen, zowel thuis als in hun directe omgeving. Er moet voldoende speel- en sportruimte in de buurt zijn en mogelijkheden om mee te doen in verenigingen naar eigen keus. De gemeente Brummen heeft voorzieningen voor jongeren in de leeftijd tot 13 jaar in de vorm van verschillende basisscholen, bibliotheek, muziekonderwijs en diverse sportfaciliteiten. In de leeftijd boven de 13 gaan de jongeren naar omliggende gemeenten voor hun onderwijs. Voor de iets oudere jeugd zijn er in de gemeente diverse sportmogelijkheden en is er enig aanbod voor vrije tijdsbesteding. Dit aanbod is echter relatief beperkt. Het I.P.V. wil graag met jongeren nadenken over een goede inrichting van de woonomgeving die aansluit bij hun behoeften. Welke uitdagende mogelijkheden biedt de aanwezigheid van de IJssel (Brummen) en de ligging in het groen (Eerbeek en overige kernen) voor jongeren? En hoe kunnen jongeren worden gestimuleerd tot maatschappelijke deelname? De maatschappelijke stage bood hiervoor mogelijkheden, maar is nu niet meer verplicht. Welke activiteiten vinden jongeren aantrekkelijk en zijn ook vormend? Bijvoorbeeld beheer van eigen voorzieningen. Het I.P.V. wil jongeren dit bieden en ze ruimte geven, ze serieus nemen en steun bieden om deel uit te maken van die samenleving. Eventuele overlast door jongeren kan veelal voorkomen worden door te zorgen dat er voldoende te doen is in hun directe omgeving en door hen te betrekken bij het creëren van ontmoetingsplekken die zij graag willen. • • • • • • • • •
Jeugd en jongeren actief betrekken bij beleid voor hun doelgroep; deskundigheid jongeren inzetten. Initiatieven vanuit de jeugd worden aangemoedigd en betrokken bij ontwikkelingen. Jongerenontmoetingsplaats waarbij jongeren eigen verantwoordelijkheid. Bekendheid van het CJG (Centrum voor Jeugd en Gezin) en CJG4kracht vergroten. Inzetten op programma’s alcohol- en verslavingsproblematiek. Overleg met scholen en partners bij het opzetten van een educatieve agenda (LEA = lokale educatieve agenda / wettelijke taak). Combinatiefunctie Leesbevordering en Sport & Cultuur ondersteunen. Weerbaarheidprogramma’s. Openbare ruimten kindvriendelijk inrichten.
3 Gezond van lichaam en geest 3.1 Sport Sport is een belangrijke schakel voor gezond en gelukkig leven. Daarnaast biedt het sporten de mogelijkheid tot het maken van sociale contacten. I.P.V. wil een sportieve levensstijl bevorderen. Dat kan door een goede samenwerking van de gemeente met sportverenigingen. Wij leven verder in een uitermate mooie en groene omgeving. Sporten zoals wandelen en fietsen door deze prachtige omgeving is laagdrempelig. Niet alleen toeristen, maar zeker ook onze inwoners kunnen hiervan genieten. • • • • •
Sportvoorzieningen toegankelijk voor alle burgers. Een sportpas voor minder draagkrachtigen. Behoud van de zwembaden, maar wel openstaan voor (geleidelijke) privatisering van sportaccommodaties zoals zwembad Rhienderoord. Goede toegankelijke wandel- en fietsroutes (ook GPS routes). Financieringsbron: toeristenbelasting. Voldoende sportvoorzieningen voor alle inwoners, ook voor ouderen en mensen met een beperking. Zwemlessen in beide zwembaden.
3.2 Kunst en cultuur Kunst en cultuur kunnen verrassen, stimuleren en inspireren; ze verrijken en geven zin aan het leven. I.P.V. wil een gedifferentieerd cultuuraanbod bevorderen. Kunst en cultuur zijn ook belangrijke elementen bij de opvoeding en vorming van jongeren. Kunst en cultuur mogen geen sluitstuk zijn op de begroting maar vormen, afhankelijk van de economische ontwikkelingen, een wezenlijke post op de begroting. De bibliotheek is zeer waardevol voor de maatschappij. Het I.P.V. zal zich er daarom voor inzetten dat deze voorziening toegankelijk blijft voor alle inwoners. Dat kan in een fysieke bibliotheek maar het digitale segment komt steeds meer naar voren. Wij pleiten ervoor dat de bibliotheek een informatieknooppunt wordt, gericht op een brede samenwerking in de regio. Door samen in te kopen en te beheren kan een zuinigere bedrijfsvoering worden gerealiseerd. • • • • •
Bibliotheek blijft toegankelijk voor alle inwoners. Culturele initiatieven worden door het I.P.V. ondersteund; de Culturele Stichting houdt financiële ondersteuning. Bevorderen van cultuuronderwijs. Behoud en onderhoud cultureel erfgoed. Particuliere initiatieven worden aangemoedigd en zo nodig mogelijk gemaakt op alternatieve financiering.
3.3 Rust en Recreatie
Wij willen onze leefomgeving duurzaam beheren en inwoners en toeristen rust en ruimte bieden, ook op lange termijn, zodat Brummen de ecologische verbindingsroute blijft tussen de Veluwe en de Achterhoek. Ons landschap staat open voor iedereen. Dat is het uitgangspunt voor ons buitengebied. Uiteraard hebben we daarbij respect voor het oude en voor kwetsbare natuurgebieden. De boer, de recreatieondernemer, de natuurbeheerder, de gemeente en de landgoedeigenaar zijn de belangrijkste beheerders van het buitengebied en daarmee de “bewakers van ons erfgoed”. I.P.V. vindt dan ook dat ingezet moet worden op samenwerking tussen deze beheerders in een netwerk. Knelpunten dienen te worden geïnventariseerd en ambities dienen, passend binnen het geformuleerde streven, waar kan, te worden gehonoreerd. Om helderheid te verkrijgen over knelpunten en ambities staat het I.P.V. georganiseerde gebiedsavonden voor. I.P.V. acht het nodig dat: • Er samenwerking wordt geïnitieerd tussen de bewakers van ons natuurlijk erfgoed, de boer, de recreatieondernemer, de natuurbeheerder, de landgoedeigenaar en de gemeente. • Ons natuurlijk erfgoed op een verantwoorde wijze onder de aandacht wordt gebracht van degenen die onze rijke omgeving een warm hart toedragen: burger, recreant en ondernemer. • Meer samenwerking wordt gezocht met aanpalende gemeenten om de gevarieerdheid voor de toerist in dit gebied beter uit te meten. • Voldoende (professionele) menskracht en financiële middelen worden gegenereerd vanuit maatschappelijk initiatief om de toeristische mogelijkheden en aantrekkelijkheid op de juiste wijze voor het voetlicht te brengen. • Alle belanghebbenden de handen ineen slaan om de gemeente Brummen vanuit ecologisch, ondernemend en toeristisch oogpunt continu op de juiste wijze op de kaart te zetten. • Er professionele ondersteuning komt t.b.v. het toeristisch platform. • Budget gegenereerd wordt vanuit belanghebbenden zoals de plaatselijke middenstand, horecaondernemers, recreatiesector en de gemeente (van de opbrengst uit toeristenbelasting).
4 Natuur en Milieu 4.1 Natuur en Groen De gemeente Brummen laat zich kenschetsen als een groene gemeente waar het goed wonen en recreëren is. Die groene ruimte dient behouden te blijven waarbij een evenwichtige afweging tussen ecologie en economie voortdurend gemaakt moet worden, maar waar de ecologische waarden moeten prevaleren omdat deze zich na verlies niet meer laat “repareren”. De biodiversiteit laat zich niet uitsluitend beschermen door het containerbegrip duurzaamheid daarbij in stelling te brengen. Overschotten in duurzaamheidgelden (zie fondsen hierna genoemd) moeten dan ook niet terugvloeien in de gemeentekas maar rechtstreeks ten goede komen aan de biodiversiteit. Zowel het Natuurbewust Brummen fonds als het Ligt Op Groen fonds moeten blijvend worden gevoed. I.P.V. wil eenduidige en gelijke heffing van leges ten behoeve van dit laatstgenoemde fonds. In alle gevallen waarbij gemeentelijk beleid veranderingen in de ruimtelijke structuur of wijzigingen in de omgang hiermee laat plaatsvinden dient tenminste een ecologische toets vooraf plaats te vinden. Vanwege het gegeven dat Brummen “Op Groen Ligt” heeft de gemeente hierin een zware verantwoordelijkheid. In die verantwoordelijkheid past een ecoloog om de borging waarde te geven. Het verdient vanuit financieel oogpunt aanbeveling dit in samenwerking met andere gemeenten op te tuigen. Alle beleidsvelden kunnen voor een toetsing in aanmerking komen. • • • • • •
Overschotten duurzaamheidgelden niet laten terugvloeien naar algemeen ‘gemeentekas’, maar ten goede laten komen aan biodiversiteit. Fondsen ‘Ligt Op Groen’ en ‘Natuurbewust Brummen’ blijvend voeden. Eenduidige en gelijke heffing van leges ten behoeve van ‘Ligt op Groen fonds’. Bij beleid waarbij veranderingen in ruimtelijke structuur of omvang aan de orde is, een ecologische toets vooraf uitvoeren. Aandacht blijven geven aan ambassadeursoorten zoals de knoflookpad, vanwege herkenbare rol als specifiek voor de ecologische waarde van de gemeente Brummen. Optimaal faciliteren van vrijwilligers(groepen) die natuur en biodiversiteit als doelstelling hebben.
4.2 Dierenwelzijn Dieren hebben voor het I.P.V. een grote waarde. Zij dragen bij aan de kwaliteit van ons leven en de aantrekkelijkheid van onze omgeving. Wij willen daarom graag dat de biodiversiteit toeneemt en er voldoende ruimte is voor dieren om te verblijven en foerageren. De manier waarop we onze dieren behandelen zegt iets over de mate van beschaving. Het mishandelen van dieren of het houden van dieren in onnatuurlijke omstandigheden moet daarom worden aangepakt. •
• •
I.P.V. wil alleen meewerken aan uitbreiding van veehouderijen die een diervriendelijke bedrijfsvoering kennen. Daarbij horen staltypes waar sprake is van een normaal dag- en nachtritme en natuurlijke luchtverversing. Gemeentelijk beleid heeft aandacht voor dierenwelzijn. Bij handhaving in het buitengebied dient dierenwelzijn een onderdeel te zijn van controle.
4.3 Duurzaamheid en Energie
I.P.V. bevordert een leefmilieu waarin mensen rust, ruimte en werk vinden en natuur, landschap en milieu duurzaam worden beheerd. We willen bereiken dat Brummen over tien jaar tot een van de tien duurzaamste gemeenten van Nederland behoort. Dit past bij het karakter van de gemeente en levert een grote impuls aan de innovatie in onze gemeente. Duurzame ontwikkeling is innovatie. Innovatie slaagt alleen wanneer je bereid bent om buiten de gebaande kaders te denken. Dat is wat I.P.V. wil stimuleren. Het streven is dat de gemeente Brummen in 2030 energieneutraal (Toekomstvisie) is. Dat is een enorme opgave. Dit betekent aan de ene kant dat Brummen het gebruik van alternatieve energiebronnen op allerlei manieren moet stimuleren en moet inzetten op het realiseren van ‘smart grid’ (slim net met opslag van opgewekte energie om vraag en aanbod beter op elkaar te laten aansluiten). Aan de andere kant betekent dit besparen op het gebruik van energie. Wat betreft het opwekken van duurzame energie moet de gemeente particuliere initiatieven zo veel mogelijk faciliteren. In onze gemeente hebben we vele mogelijkheden om energie op te wekken waarvan vergisting en verbranding van biomassa, zonne-energie en windenergie de meest voor de hand liggende zijn. Biomassa zoals snoeiafval is in onze groene en agrarische gemeente zelf voorhanden evenals restproducten van de papierindustrie en rioolslib. Bij inzet van deze middelen moeten we letten op het vermijden van schade aan de leefomgeving. Faciliteren moet de gemeente doen door nu al via bestemmingsplannen gebieden aan te wijzen waar het mogelijk moet zijn op een duurzame manier energie op te wekken. De gemeente moet niet wachten op initiatiefnemers met bestemmingsplanwijzigingen maar actief gebieden aanwijzen. Daarnaast betekent dit zo veel mogelijk meewerken aan het verlenen van vergunningen en bundelen van kennis van burgers en bedrijven. Ook op het gebied van subsidieregelingen zou de gemeente een loket moeten inrichten. Dit alles zorgt er voor dat particuliere investeerders veel gemakkelijker investeringsplannen durven te maken omdat onzekere en tijdrovende procedures worden beperkt. Ook kan de gemeente, indien nodig, via het in erfpacht afgeven van grond de investeringskosten verlagen. Als laatste is garantstelling bij niet commerciële initiatieven een mogelijkheid om het investeren in duurzame energie te faciliteren. Wat betreft het besparen van energie willen we particulieren die willen investeren in energiebesparing, bijvoorbeeld isolatie of warmtepomp, de kans geven gebruik te maken van het landelijke initiatief van duurzaamheidleningen. Dat betekent ook burgers begeleiden bij een aanvraag. Hiermee kunnen huiseigenaren hun energielabels verbeteren en met de besparing op energie de lening en rente afbetalen. Voor huurhuizen moet de gemeente in gesprek met de woningbouwvereniging om te investeren in energiebesparing. Dit vraagt ook dat de huurders een bijdrage leveren vanuit de besparing op hun energierekening. Burgers moeten door de gemeente niet worden “gestraft” voor investeringen in energiebesparing. De gemeente moet dus in OZB verordening juist een korting opnemen bij een beter energielabel in plaats van een hogere OZB vanwege een hogere woningwaarde. Ook moet de gemeente niet extra leges willen ontvangen op bouwvergunningen als de bouwer meer wil investeren in woningisolatie e.d. dan de norm is. Als laatste kan de gemeente bewoners meer voorlichten en bijeen brengen voor bijvoorbeeld het gebruik van ledverlichting, slimme thermostaten en slimme energiemeters. Wat vervoer betreft moet de gemeente fietsverkeer en openbaar vervoer verder stimuleren. De gemeente zelf moet een voorbeeldrol spelen op het gebied van energiebesparing. Het gemeentehuis is hier natuurlijk al een mooi voorbeeld van, maar ook op andere terreinen moet de gemeente een goed voorbeeld gaan geven. Denk hierbij aan energiezuinige voertuigen en openbare verlichting die gebruik maakt van dimbare ledverlichting. Wat betreft regenwater moet de gemeente doorgaan met het afkoppelen van hemelwater van het riool en (schoon) hemelwater laten infiltreren in de directe omgeving.
• • • • • • • • • • • • •
Opstellen actieplan voor 2016 hoe de gemeente energieneutraal kan worden in 2030. Realiseren van ‘smart grid’. In bestemmingsplannen gebieden aanwijzen waar het mogelijk moet zijn duurzame energie op te wekken. Inrichten loket voor subsidieregelingen en meewerken aan het verlenen van vergunningen. Bundelen van kennis burgers en bedrijven. Investeringskosten verlagen door, indien nodig, via erfpacht afgeven van grond. Garantiestelling bij niet commerciële initiatieven. Mogelijkheid geven burgers gebruik te maken van duurzaamheidleningen. In gesprek met corporaties over investeringen energiebesparing huurwoningen. In OZB verordening korting opnemen bij beter energielabel. Geen extra leges op bouwvergunning als men wil investeren in meer woningisolatie e.d. dan de norm. Fietsverkeer en openbaar vervoer stimuleren. Voortdurend afweging maken tussen ecologie en economie, waarbij ecologische waarden moeten prevaleren.
5 Wonen en leefbaarheid 5.1 Wonen De woningmarkt staat onder druk, de economische crisis speelt daarbij een rol. Maar ook recente regelgeving vanuit Europa en de rijksoverheid maakt dat op een andere wijze naar wonen in zijn algemeenheid moet worden gekeken. I.P.V. wil een gedifferentieerde woningmarkt (aanbod voor verschillende doelgroepen). Er moet woongelegenheid zijn voor starters, maar zeker ook voor mensen met een middeninkomen. Voor ouderen en gezinnen moet er aanbod zijn zowel in de sociale sector als in de sector boven de grens “sociale huurwoning”. Sociale huurwoningen moeten bereikbaar blijven voor de bedoelde categorie en er dient rekening te worden gehouden met een categorie huurders/kopers, die vanwege hun inkomen niet in aanmerking kunnen komen voor een sociale huurwoning. Voorop staat dat er gebouwd moet worden voor de maatschappelijke vraag, niet voor de grondinkomsten. I.P.V. staat voor duurzaamheid en oog voor de toekomst. Levensloopbestendige woningen passen daarin, maar ook woonvormen waar meerdere generaties bij elkaar kunnen wonen. Gelet op de demografische ontwikkeling zal er geen bevolkingsgroei zijn in onze gemeente. Mogelijk wel groei van huishoudens (één- en tweepersoons). Er is dan ook geen behoefte meer aan grootschalige woningbouw. I.P.V. pleit ervoor om oog te houden voor de leefbaarheid met name in de kleine kernen. I.P.V. vindt dat vanuit oogpunt van leefbaarheid ook gekeken moet worden naar “kansen en mogelijkheden”: • • • • • • •
•
• •
‘Inbreiding’ vóór uitbreiding, met behoud van het historisch open karakter in de kommen (weilandjes e.d.). Nieuwe plannen worden getoetst op levensloopbestendigheid en duurzaamheid. Leegkomende scholen of verzorgingshuizen inzetten als of omzetten naar woonfunctie. Samenvoegen van woningen (2=1). Particuliere initiatieven ondersteunen. Verhuur in het kader van de leegstandswet bevorderen zodat te koop staande woningen verhuurd kunnen worden. In de afgelopen collegeperiode is een goede verstandhouding en samenwerking met de woningbouwcorporaties tot stand gekomen door onder meer prestatieafspraken vast te leggen. I.P.V. wil dat ook in de toekomst de verantwoordelijkheid voor prestatieafspraken blijft bestaan. Bewoners met lage inkomens hebben door de economische crisis steeds meer moeite om de energielasten te kunnen betalen. I.P.V. wil daarom de sociale huurvoorraad verduurzamen. Dit komt ten goede aan de doelgroep. Gemeente staat open voor de vorming van woongroepen als nieuwe hoeksteen van de samenleving. Hierover kunnen afspraken worden gemaakt met de woningcorporaties. Leegstaande schoolgebouwen in aanmerking laten komen voor groepen die in eigen of collectief opdrachtgeverschap en beheer zelf een woonvorm willen en kunnen ontwikkelen en exploiteren.
•
Met huurders in gesprek, om te komen tot een win-win situatie voor de huurder en de corporatie, over het plaatsen van zonnepanelen. Door een deel van het energievoordeel als investeringsbijdrage voor de corporatie aan te wenden zou er sneller tot duurzame renovatie kunnen worden overgegaan.
5.2 De zilveren loper uit voor ouderen Je kunt er niet omheen. Onze gemeente vergrijst. Vergrijzing wordt vaak gezien als een probleem. I.P.V. wil het omdraaien door het fenomeen te omarmen. Ouderen / gepensioneerden hebben al sinds jaar en dag een stoffig imago. Klopt dit met de werkelijkheid? Babyboomers en de generatie daarvoor hebben veelal een leven achter zich van vechten voor hun individuele rechten omdat ze massaal de maatschappij betraden. Het zijn vaak “harde werkers” die geld te besteden hebben en lang niet klaar zijn met hun leven en toch worden bestempeld als “oud”, een probleem c.q. kostenpost. Onze mooie gemeente met haar prachtige ligging en haar zoektocht naar een eigen identiteit en vooruitziende blik zou de ideale plek kunnen zijn om juist deze mensen tot hun recht te laten komen. Waar hebben zij behoefte aan? Het zijn de volwaardige vrijwilligers die we zo hard nodig hebben. Ze zijn op zoek naar rust naast een zinnige bezigheid. Ouderen ontfermen zich over de jeugd, zetten zich in voor de natuur en voor een betere leefomgeving. Zij hebben de werkervaring die van pas komt bij maatschappelijke initiatieven. Kortom Brummen kan de “place to be” zijn voor met name deze generatie. I.P.V. vindt dat je daarom moet uitgaan van de kansen die ouderen bieden voor onze gemeente. Een klimaat creëren waardoor mensen zich graag in onze gemeente willen vestigen. Het bevordert de positieve sfeer voor jong en oud. Ouderen zijn een snel groeiende doelgroep, waar de gemeente meer specifiek beleid op moet maken. I.P.V. ziet ouderen daarbij niet als kostenpost, maar als belangrijke bron van kennis en (levens)ervaring. • •
Gebruik maken van de kennis en levenservaring van ouderen. Bij nieuw te ontwikkelen beleid c.q. ontwikkelplannen rekening houden met deze groep.
5.3 Verkeer in en rond de dorpen Het I.P.V. staat een veilige, autoluwe gemeente voor. Verkeersbewegingen in en rond de dorpen kunnen veiliger worden door het consequent doorvoeren van een algemeen geldende lagere maximum snelheid van 30 km voor alle wegen in bebouwde kommen. De nu nog op trajecten geldende 50 km moeten we afschaffen. Voor wegen buiten de bebouwde kommen moeten we een algemeen geldende maximum snelheid van 60 km vaststellen. De gemeente zou met de provincie, gemeente Rheden en gemeente Apeldoorn in overleg moeten treden om de snelheid op de wegen langs het Apeldoorns Kanaal (Dierenseweg / Apeldoornseweg) uniform op 60 km per uur te brengen en daar een algemeen geldend inhaalverbod in te voeren. Deze maatregelen dragen ook bij aan het verkeersbordluw maken van onze gemeente en aan beperking van milieubelasting door het verkeer. Om het naleven van de maximumsnelheden te bevorderen is een meer frequente controle noodzakelijk. Meetborden die de actuele snelheid van de auto of motor aangeven leiden al tot een beter rijgedrag.
Verkeerstromen (o.a. vrachtverkeer) naar industrieterreinen Mercuriusweg en de Hazenberg belasten te zeer de kom van Brummen. I.P.V. wil een betere bereikbaarheid van deze industrieterreinen bevorderen en gelijktijdig de kom van Brummen ontlasten. • • • • • • •
Maximum snelheid van 30 km in bebouwde kom en daarmee samenhangende ‘ontbording’. Algemeen geldende maximum snelheid wegen buiten bebouwde kom. In overleg met Rheden en Apeldoorn om 60 km op wegen langs Apeldoorns kanaal. Inhaalverbod langs Apeldoorns Kanaal. Meetborden aanbrengen die actuele snelheid aangeven. Ontlasten kommen Brummen en Eerbeek van vrachtverkeer. Bereikbaarheid industrieterreinen bevorderen zonder overbelasting vrachtverkeer kom Brummen.
5.4 Marktplein Brummen Het nu weinig levendige marktplein van de kern Brummen willen we zonder grote investeringen veranderen in een ontmoetingsplaats voor jong en oud. Dat betekent de markt terug naar het marktplein. Mogelijkheid geven tot horeca op en aan het plein en met simpele aanpassingen de aankleding aantrekkelijk maken voor kinderen om te spelen. Het moet een plek worden waar het prettig toeven is en mensen elkaar willen ontmoeten. • • • • •
Markt terug naar het marktplein. Aantrekkelijk maken voor kinderen om te spelen. Horeca op en aan het marktplein. Markt met streekproducten. Benutting van de muziekkoepel.
6 Ondernemen en werken 6.1 Werk Door meerdere oorzaken, waaronder de huidige crisis, is te verwachten dat er de komende jaren nog onevenwichtigheid op de arbeidsmarkt te zien zal zijn. Dit gaat ook aan Brummen niet voorbij en het I.P.V. wil dan ook initiatief tonen om te komen tot meer inzet van arbeidskrachten. Onconventionele maatregelen zijn nodig om meer mensen en met name ook de jeugd aan het werk te helpen. Het mag echter niet zo zijn dat bestaande arbeidskrachten hierdoor verdrongen worden. Het inzetten van (jonge) mensen zonder werk zou primair gericht moeten zijn op die werkzaamheden binnen bedrijven die ‘blijven liggen’, of waar onvoldoende middelen voor aanwezig zijn om die met behulp van reguliere arbeidskrachten op te pakken. Het ontwikkelen van nieuwe ideeën tot tastbare kansrijke producten en diensten kan hiervan het gevolg zijn. In eerdere I.P.V.-programma’s werd er al over gesproken. En in deze tijd is het zeker actueel, “De werkmaatschappij”. Een op te richten “maatschappij” voor mensen die nu geen (regulier) werk hebben maar dat wel zouden willen. We willen daarbij uitgaan van de kwaliteiten van mensen. Het gaat om het combineren van human capital met zinvol werk dat nu niet wordt uitgevoerd. De werkmaatschappij werkt vanuit vrijwillige deelname. De werkmaatschappij haalt werk binnen en wordt vanuit ondernemerszin opgezet. Dit alles zou moeten plaatsvinden zonder subsidies. •
Bedrijven en instellingen met meer dan 10 fte worden gestimuleerd een stageplaats aan te bieden en vervolgens voor elke volgende 25 fte een stagiaire aan te nemen. • Mensen (en voornamelijk ook jongeren) die tijdelijk geen werk hebben worden, met behoud van uitkering, verplicht om dergelijke stageplaatsen in te nemen. • Openstaan voor initiatieven zoals “de werkmaatschappij”.
6.2 Leegstand, een kans voor de ander In de gemeente Brummen staan de nodige winkelpanden in de kernen Eerbeek en Brummen leeg. Dit biedt een troosteloze aanblik en komt de levendigheid en de sfeer niet ten goede. Daarnaast zijn er starters en potentiële starters, maar ook instellingen en belangengroepen en wellicht ook leerbedrijven die behoefte hebben aan een financieel laagdrempelige plek om zich te profileren, waardoor er tevens meer werkgelegenheid ontstaat. De I.P.V. gedachte hierin is: ga “van probleem naar perspectief”. • Leegstaande winkelpanden op tijdelijke basis gebruiken als (financieel) laagdrempelige opstartplaats voor starters, instellingen en belangengroepen. • Gemeente gaat in gesprek met eigenaren van leegstaande panden (hier zijn al geslaagde voorbeelden van). 6.3 Ondernemen koesteren en stimuleren Het I.P.V. is van mening dat je ondernemen moet koesteren en stimuleren en wat ontluikt op dat gebied mogelijkheden en kansen moet bieden. Brummen heeft een aantal bedrijven binnen haar grenzen die werk maken van duurzaam ondernemen. Voorbeelden daarvan zijn te vinden in de land- en tuinbouw, in het duurzaam bouwen, in duurzame energieoplossingen en op het gebied van voedselproductie.
Een aantal van deze bedrijven lijkt behoefte te hebben aan bedrijfskundige ondersteuning, zodat deze bedrijven kunnen doorgroeien naar goed renderende en economisch onafhankelijke ondernemingen. Om in deze behoefte te voorzien zou de kennismaking van deze bedrijven met businessclubs (bijv. Brumbeek, BNI Bellini) of senior professionals (lokale ‘Pummers’, zijnde gepensioneerden) moeten worden gestimuleerd om zo positieve kruisbestuiving te kunnen realiseren. Ten gevolge van de huidige crisis kent de gemeente een aantal plekken die langdurig braak liggen. Enkele voorbeelden daarvan zijn het Burgersterrein en het Kerstenterrein in Eerbeek en een deel van het plan Elzenbos in Brummen. Door deze plekken tijdelijk in te richten als pluktuinen, groentetuinen, speelplaatsen, sportveldjes, ontstaat opbloei en verfraaiing door zinvol gebruik. Het realiseren hiervan werkt tevens arbeidscheppend. Gepensioneerde professionals (lokale ‘Pummers’), kunnen in samenspraak met het bedrijfsleven en een slagvaardige overheid op korte termijn met concrete plannen komen. Indien het uitzicht op realisatie van voorgenomen bestemmingen voor het ‘Burgers terrein’ en ‘Kersten terrein’ binnen de gestelde termijn ver te zoeken is kan de gemeente contact leggen met de industrie en bedrijfsleven om te bezien of er expansiebehoeften zijn en of genoemde terreinen daarvoor deels kunnen worden gebruikt. Een geheel andere mogelijkheid die het I.P.V. voorstaat voor deze locaties is het stimuleren van initiatieven om bouwen, werken, wonen en leven in harmonie met de natuur, in verbondenheid met elkaar en ter inspiratie van de wereld om ons heen. Daarbij kun je denken aan zgn. ecologische wijken, waarbij alle aspecten van duurzaamheid in onderlinge samenhang met elkaar in balans zijn. In tijden als deze en de komende jaren komt het aan op creativiteit, probleemoplossend denken en proactief gedrag van de overheid. Met andere woorden een lokale overheid die faciliteert en gezien wordt als partner. Zij moet niet alleen maar wijzen op beperkende regelgeving maar ondernemend, creatief meedenken op de vraag: hoe zou het wel kunnen? Dat zou het nieuwe adagium moeten zijn van een enthousiast gemeentelijk apparaat vanuit een fantastische, nieuwe, inspirerende werkomgeving. De gemeente kan extra werkgelegenheid en ondernemerszin stimuleren door: • • • • • • • •
Soepel om te gaan met tijdelijke bestemmingswijzigingen , waarbij zorg voor de groene omgeving, woonomgeving en aandacht voor veiligheid te allen tijde gegarandeerd dient te zijn. Doorlooptijden van procedures en termijnen in te perken tot maximaal 75% van de daarvoor vastgestelde wettelijke periodes. Zoveel mogelijk te gunnen aan lokale bedrijven, passend binnen de Europese aanbestedingsregels. Toetsing door branchedeskundigen die ervoor waken dat er tegen marktconforme prijzen wordt gegund. Bijeenbrengen van partijen te stimuleren, om zo positieve kruisbestuiving van kennis te bewerkstelligen. Initiatieven te omarmen die bouwen, werken en wonen in harmonie met natuur nastreven. Meer in overleg te gaan met industrie en ondernemers. In contact te blijven met het wel en wee van de papierindustrie; en actief oog te hebben voor de maatschappelijke verwevenheid van deze sector. Het koesteren van het moderne boerenbedrijf als belangrijke landschapsbeheerder. I.P.V. doelt daarmee op een boerenbedrijf dat is ingepast in het landschap en dat schoon produceert, met respect voor dierenwelzijn.
7 Beleid en Financiën In de lopende bestuursperiode heeft I.P.V. kunnen werken aan het opstellen van en uitvoering geven aan het Bestuursakkoord 2010-2014. ‘Sober, veerkrachtig en toekomstgericht‘ zijn de kernwoorden van het toen ingezette beleid. De periode vanaf 2014 zal, door de ontwikkelingen rond het gemeentefonds en door de overdracht van taken van de Nationale overheid naar de Gemeentelijke overheid, voorzien van een gekrompen budget, geen ruimer financieel kader kennen. Het blijft sober, het doet een beroep op veerkracht van samenleving en individu, het blijft ‘bouwen aan een toekomst met welzijn in onze dorpse samenleving’. I.P.V. pakt de uitdaging van de veranderingen, die onvermijdelijk op ons afkomen komen, slagvaardig aan en treedt de altijd weer nieuwe toekomst met vertrouwen tegemoet. Het is de veerkracht van onze samenleving die mogelijkheden schept. I.P.V. omarmt de Toekomstvisie 2030 ‘Innoveren met oude waarden’. Hoofdlijnen van deze visie, een product van de lokale samenleving, zijn verwerkt in ons verkiezingsprogramma. Het verkiezingsprogramma 2014-2018 is voor I.P.V. leidend voor strategie, beleid en plannen voor de komende jaren.
7.1 Financiën Er is geld nodig om de samenleving te laten functioneren. Maar beschikbaarheid van geld zal voor I.P.V. niet de eerste of enige insteek zijn bij het ontwikkelen van beleid. Het beleid wordt ontwikkeld met het oog op het uiteindelijk te bereiken doel, het perspectief, helder en zuiver geformuleerd. Als dat staat, zal er gezocht worden naar de financiële mogelijkheden om het beleid te realiseren. Het doel blijft leidend in het gehele proces. I.P.V. blijft zich inzetten voor het realiseren van realistische begrotingen die leiden tot een herstel van een gezonde waarde van de Algemene vrije reserve. Lastenverhoging voor inwoners en bedrijven is geen populair thema maar kan, als besparingsmogelijkheden zijn uitgeput (en verder besparen stuit op onoverkomelijke bezwaren doordat het welzijn in de gemeente er te veel door wordt aangetast), nodig zijn. De Nationale overheid wijst taken met de daaraan gekoppelde financiële middelen, na een korting voor gedachte efficiëntie, toe aan de gemeentes. Op de omvang van deze middelen heeft de gemeente geen invloed, wel op de besteding. Ook deze middelen zijn publieksgelden en dienen zorgvuldig aangewend te worden. I.P.V. zet zich in voor het waarmaken van resultaatverantwoordelijkheid bij deze taken, dat moet meetbaar en evalueerbaar zijn (SMART). • • • • •
Geld volgt beleid. Realistische begroting. Gezonde algemene reserve. Zorgvuldig besteden en aanbesteden. Resultaatverantwoordelijkheid.
7.2 Beleid Als beleid wordt geformuleerd en gepresenteerd, dient de invloed ervan op andere zaken duidelijk gemaakt te worden. Dit voorkomt dat beleid leidt tot een verplichte vervolgroute die eigenlijk niet
gewenst was. I.P.V. zal zich hard maken om beleid in perspectief gepresenteerd te krijgen. Dus inclusief de consequenties van het beleid. I.P.V. wil duidelijk kiezen en helemaal uitleggen, ook als het moeilijk is! I.P.V. staat voor het formuleren van beleid met respecteren van duurzame ontwikkeling. Daarbij gaat kwaliteit boven kwantiteit, welzijn boven welvaart. Bij keuzevraagstukken waar gebrek aan middelen aan de orde is geldt voor I.P.V. als beleidslijn: welzijn ordent boven welvaart. Onze welvaart is nog altijd van een hoog niveau en daarop kan, naar draagkracht, iets ingeleverd worden om het welzijn van personen en de samenleving te bevorderen of behouden. Bij het opstellen van regels voor het toekennen van ondersteuning in een of andere vorm moet gaan gelden: er kan geen sprake meer zijn van een recht voor iedereen doch van het beschikbaar zijn voor waar het echt nodig is. Hiermee wordt overconsumptie van ondersteuning teruggedrongen. Het vraagt een echte verandering van mentaliteit. Het principe van een inkomensafhankelijke eigen bijdrage is een logische aanvulling op de regels voor ondersteuning. Zo komen de beschikbare schaarse middelen terecht daar waar het werkelijk nodig is om welzijn te behouden. Beleid dient voorzien te worden van een doel en een helder geformuleerd resultaat (het "wat"). Met het doel en resultaat voor ogen kan het proces van realisatie (het "hoe") gestuurd en bijgestuurd worden. Hierbij hoort een projectbudget in plaats van een portefeuillebudget. B&W kan hiermee het ambtelijk apparaat leiden; de organisatie weet dan wat er gevraagd wordt. De Gemeenteraad kan het College van B&W gedurende het proces van realisatie controleren aan de hand van bereikt resultaat. De samenleving dient van de voortgang op de hoogte te worden gehouden. Resultaatgericht plannen en sturen bespaart op "foutkosten" en verhoogt de arbeidsproductiviteit van het ambtelijk apparaat. • • • • • •
Toekomstvisie 2030 hanteren als integraal kader voor strategie, beleid en plannen. Beleid in perspectief. Kwaliteit boven kwantiteit. Welzijn boven welvaart. Kiezen voor “nodig zijn” in plaats van “recht hebben op”. Resultaat gericht plannen en sturen.
7.3 Behoud van dorpse samenleving; zelfstandig in samenwerking Het besturen van een gemeente vraagt meer en meer specifieke kennis en kwaliteit op deelgebieden die tot voor kort door andere overheden werden behartigd. Om over die kennis en kwaliteit te kunnen beschikken is het gewenst met andere gemeenten samen te werken en zo expertise in huis te halen of uit te lenen, en effectiviteit en efficiëntie te bereiken. Het bewaren van het meervoudig karakter – de identiteit – van de gemeente Brummen (dorps, groen, agrarisch, landschap, water, papier, landgoederen) staat voor I.P.V. voorop. Dat betekent niet dat vernieuwing wordt geremd: uitdagend nieuw, met respect voor oud. De lijn uit de Toekomstvisie 2030 wordt daarin gevolgd. Op dit moment kent onze gemeente een grote verscheidenheid aan samenwerkingsverbanden, nog los van de regionaal georganiseerde politie-, brandweer- en ambulancestructuren. Die verscheidenheid werkt arbeidsproductiviteitremmend in een organisatie. I.P.V. pleit voor het
terugbrengen van het veelvoud aan verbanden tot een goed georganiseerd en stevig samenwerkingsverband met aangrenzende plattelandsgemeente(n) (bijvoorbeeld: Voorst / Twello) en kleinstedelijke gemeenten (bijvoorbeeld Zutphen). Een samenwerkingsverband waarbinnen de gewichten en karakters van de delen bij elkaar passen en waarbinnen de bestuurlijke zelfstandigheid van de delen blijft bestaan. Het samenwerkingsverband kan wellicht uitgroeien tot een geïntegreerde uitvoerende organisatie, opererend in opdracht van de zelfstandige deelnemende gemeenten. Boven alles geldt dat er aantoonbaar sprake moet zijn van beter en goedkoper en daar dient op gecontroleerd te worden. Een bijzonder voorbeeld van een taak die in het samenwerkingsverband effectief en efficiënt kan worden uitgevoerd betreft de groene ruimte: ‘het kunnen beschikken over een ecoloog die in alle gevallen waarbij gemeentelijk beleid veranderingen in de ruimtelijke structuur of wijzigingen in de omgang hiermee laat plaatsvinden, tenminste een ecologische toets vooraf kan uitvoeren en zo borging van ecologische waarden in de besluitvorming opgenomen kan worden.’
I.P.V. staat voor zelfstandigheid in samenwerking: • Samenwerking met andere gemeenten is goed, expertise delen. Gewichten en karakters van de gemeenten waarmee samengewerkt wordt moeten bij elkaar passen. • Identiteit van de gemeente Brummen is dorps, groen, agrarisch, landschap, water, papier, landgoederen. • Grote verscheidenheid samenwerkingsverbanden terugbrengen. • Samenwerking met andere gemeenten moet aantoonbaar beter en goedkoper zijn. Programmacommissie Lokale partij I.P.V., november 2013