OMGEVING – Atelier Roland Jéol | 26/1/2011 | FINALE VERSIE 10001_ROZ_TK_41.docx
8. Woonwijkje of verkaveling 8.1. Beleids- en beheerscontext – informatieve basis Volgende regelgeving is toepassing voor deze ruimtecategorie : EN 13201 + voorstel categorisering BIV Typebestek 005 Synergrid voor gemeentewegen Dit betekent dat volgende categorisering en verlichtingsniveaus van toepassing zijn.
technische fiche Fotometrie : Verlichtingsklasse :
woonwijkje / verkaveling volgens de norm EN 13201 en categorisering BIV ME5 / CE5
8.2. Doelen en principes – te volgen code van goede praktijk Dit subhoofdstuk geeft de globale lijn weer volgens dewelke de betrokken en bevoegde partners de openbare verlichting van woonwijken en verkavelingen in de dorpen in het West-Vlaams platteland in de toekomst willen voorzien. Deze gezamenlijk gedeelde inzichten en opties vormen het kader voor het ontwerp, de ondersteuning en de beoordeling van elk concreet verlichtingsproject in het gebied. De openbare verlichting van woonwijken en verkavelingen in de dorpen en eventuele verlichting van binnenroutes door private woonprojecten : gebruikt kwalitatief warm, wit licht (geen te blauwe kleur) met een goede kleurweergave ondersteunt de voetgangers in het gebruik van de openbare ruimte door het gebruik van lichtpunten op lagere hoogte (hoogstens 5 m). Op verkeersintensievere wegen kunnen de lichtpunten iets hoger (tot 7 m). wordt bij alle nieuwe projecten voorzien van apparatuur die dimming van de openbare verlichting in tijd en ruimte mogelijk maakt.
64
woonwijkje | verkaveling een woonbuurtje in een dorp, veelal aan de rand ervan Principebeschrijving huidige situatie
Doelen
- verkaveling met veelal open of half-open bebouwing - aanwezigheid van kleine, lokale straten, uitsluitend voor de ontsluiting van de woningen, met soms sterk variërende straatprofielen - mogelijke aanwezigheid van trottoirs en bomenrijen - aanwezigheid van stationeren en parkeren
Principes
- gebruik van verlichtingsmeubilair op menselijke schaal, eventueel van het decoratieve type
- ook eventuele private verlichting van binnenroutes door verkavelingen beantwoorden aan navolgende doelen - bevorderen van een zachte en comfortabele verlichting gedurende de hele nacht
- mogelijkheid van fietsstrook in de rijweg
- geen onderscheid in verlichting tussen trottoirs, rijweg en eventuele fietspaden
- vermenging en kruisingen van stromen (voetgangers, fietsers, auto’s) over het geheel van de straten
- het functionele wegkarakter niet ondersteunen
- de straten fungeren dikwijls als speelplek voor kinderen (bal, fietsen, rolschaatsen en skates, …)
- aanwezige speelterreintjes ’s nachts niet verlichten - bij aanwezigheid van groene verbindingen doorheen de woonbuurt of van parkjes in de woonbuurt: alleen de (functioneel relevante) hoofdwandelpaden daarin verlichten en niet de andere paden noch de beplanting
- in een bestaande (en eventueel te renoveren) woonbuurt zal het verlichtingsmeubilair van het decoratieve type zo sterk mogelijk aangepast zijn aan de architecturale of stedenbouwkundige identiteit van de woonbuurt (stijllantaarns van de nieuwe generatie, hedendaags meubilair, neutraal meubilair, …) De kleur van het verlichtingsmeubilair zal dan gekozen worden in overeenstemming met de dominante kleur van de plek en meer bepaald met de gevelmaterialen van de woningen (rode baksteen, grijze stenen, hout, metaal, …). - bij nieuwe verkavelingen of woningbouwprojecten waarvan de architectuur vooraf nog niet gekend is, is de vormgeving van het decoratieve verlichtingsmeubilair vrij te kiezen met in acht name van de technische fiche - verlaging van het vermogen van de lampen voorzien en toepassen
In het algemeen: bevorderen van het rationeel energiegebruik door maximaal oplossingen te hanteren die de net noodzakelijke lichthoeveelheid bieden.
Atelier Roland Jéol | OMGEVING
lichtvisie west-vlaams platteland
november 2010 | 1001_ROZ_PL_032
65
woonwijkje | verkaveling een woonbuurtje in een dorp, veelal aan de rand ervan
te verbieden: slechte ULOR
voor te schrijven: goede ULOR
ULOR (Upward Light Output Ratio) is de verhouding van de lichtstroom van de lampen die wordt uitgestraald boven het horizontaal vlak en die dus het energieverbruik onnodig verhoogt en sterk bijdraagt aan lichtpollutie
Atelier Roland Jéol | OMGEVING
lichtvisie west-vlaams platteland
voorbeeldrealisatie
november 2010 | 1001_ROZ_PL_032
66
OMGEVING – Atelier Roland Jéol | 26/1/2011 | FINALE VERSIE 10001_ROZ_TK_41.docx
8.3. Toepassing in de praktijk – richtinggevende aspecten Dit subhoofdstuk geeft de elementen weer waarover, ook na het doorlopen planningsproces, ruimte voor discussie tussen de initiatiefnemer en de betrokken en bevoegde partners bij de openbare verlichting woonwijken en verkavelingen in de dorpen in het West-Vlaams platteland aanwezig is. Dit richtinggevend deeltje geeft vooral een kader aan waarmee die verdere discussie(s) kan/kunnen worden gevoerd om tot stapsgewijze uitdieping van de inzichten en consensus en tegelijk tot effectieve kwaliteitsvolle (en vernieuwende) realisaties op het terrein te komen, inhoudelijke vorken waarbinnen oplossingen zich bij voorkeur situeren en suggesties om mogelijk opduikende problemen bij de vertaling van de verlichtingsconcepten aan te pakken / weg te werken.
8.3.1. Aandachtspunten en mogelijke invullingen van de principes Om te vermijden dat ontwikkelaars uit kostenbesparingsoogpunt voor het goedkoopste, puur functionele verlichtingsmateriaal kiezen, is het van belang dat de gemeente en de netbeheerder het gebruik van decoratieve types zorgvuldig opvolgen. Bij de stijllantaarns wordt er best goed over gewaakt dat zij van de nieuwe generatie, die veel minder lichthinder geeft, zijn. Het plaatsen van verlichtingstoestellen tegen de gevels wordt best, in de gemeenten waar dit nog niet het geval is, ondersteund door een gemeentelijk politiereglement dat het toelaten van het plaatsen van dergelijke toestellen en de bekabeling tegen de gevel op een visueel niet storende manier verplicht maakt. Het dimmen van de verlichting in woonwijken levert evident de grootste energiebesparing op bij lampen van hoge vermogens, maar praktijkervaringen (o.m. in Izegem) wijzen uit dat ook bij relatief lage vermogens (70 W) besparingen van 50% van het energiegebruik gehaald kunnen worden. Voor lagere vermogens (45 W, 65 W)) wordt dit nog verder uitgetest maar kan LED-technologie oplossing en besparing bieden. Het doven van de openbare verlichting in woonwijken blijkt perfect te kunnen en kan verder overwogen worden. Om de lichthoeveelheden en dus ook de lichtgloed door weerkaatsing te verminderen, worden in de verlichtingsprojecten de gemiddelde verlichtingssterkten en luminantiewaarden zo veel als mogelijk gericht op de minima die de norm voorziet en zullen zij deze minima in geen geval met meer dan eenderde overschrijden. Voor de toets van concrete lichtprojecten lijkt vanuit de visie en de concepten voor dit thema volgende rangorde van tel voor de afweging van het belang dat men kan hechten aan vier soorten kwaliteiten van openbare verlichting : 1. de functionaliteit en de belevingswaarde 3. het energiegebruik
67
OMGEVING – Atelier Roland Jéol | 26/1/2011 | FINALE VERSIE 10001_ROZ_TK_41.docx
4.
de lichthinder.
8.3.2. Technische fiche De doelstellingen en principes van de verlichtingsconcepten vertalen zich voor dit thema in een reeks technische parameters waarmee het beoogde opzet en effect op het terrein kan worden gerealiseerd. Deze parameters zijn in een technische fiche gebundeld. Deze technische fiche laat ook toe de verbeteringen in (licht)kwaliteit en de veranderingen (veelal beperkingen) in het energieverbruik te meten. Het hanteren ervan is een must voor elke lichtontwerper die in het West-Vlaams platteland aan de slag gaat. Deze technische fiche is voor alle ontwerpen waarin verlichting betrokken is een richtkader dat in de regel dient gevolgd. Evenwel kan, in functie van de specifieke context en rol van een bepaalde plek en goed gemotiveerd, hiervan worden afgeweken; bij dergelijke afwijkingen wordt ook het globale kader van samenhang in beeld, rationeel energiegebruik en eenvoud in beheer mee in rekening genomen. De aangegeven lichthoogten en fotometrische aspecten zijn een leidraad die in de regel te volgen is, maar waarvan kan worden afgeweken in functie van bijv. specifieke vereisten inzake veiligheid op bepaalde plaatsen. Waar er voor deze aspecten toepasbare vorken zijn aangegeven, is gaat de voorkeur telkens naar de laagste lichthoogten en lampvermogens die kunnen worden ingezet om de vereiste luminanties en/of lichthoeveelheden te bereiken.
technische fiche
woonwijkje / verkaveling
Inplanting:
te bepalen per project
Lichthoogte:
tussen 4 en 5 m, tot 6 m bij brede straten waar anders dubbelzijdige verlichting noodzakelijk zou zijn en tot 7 m voor de belangrijke straten
Optische kenmerken:
functionele uitstraling evenwijdig aan de rijweg indien nodig voor de sfeer: cirkelvormige emissie
Kleurtemperatuur:
Tussen 2800K en 3000K
Kleurweergave-index:
≥ 66
Karakteristieken van het lichtmeubilair:
armatuur: . verlichtingssysteem in gegoten aluminium, optiek met vlakke of licht gebombeerde glasplaat . bij sfeerverlichting: decoratief apparaat in gegoten of gedreven aluminium, met omhulling in helder polycarbonaat, met een optiek die de lichtstroom naar beneden richt met een klein mogelijke lichtstroom naar boven . gemakkelijk onderhoudbaar . hoge index van mechanische bescherming en waterdichtheid (minimum IP65)
68
OMGEVING – Atelier Roland Jéol | 26/1/2011 | FINALE VERSIE 10001_ROZ_TK_41.docx
mast: . cylindrisch-conische mast in warmgegalvaniseerd staal of in aluminium . thermogehard geverfd in donkere tint . geen noodzaak om consoles te gebruiken Beheer:
. . .
permanent verlichtingsregime voor de hoofdtoegang en hoofdstraat/straten (4.100 uur/jaar) voor de metaalhaldehidelamp laat de voorziene techniek toe te dimmen differentiëren van het beheer binnen het terrein
Maatregelen inzake hoge omgevingskwaliteit:
. .
lampen met een minimale levensduur van 12.000 u voor de metaalhaldehidelamp keuze van het verlichtingssysteem en in het bijzonder van de combinatie optiek-lamp dat toelaat de lichtstroom optimaal te richten maximale herbruikbaarheid van de lampen, de verlichtingssystemen, de masten, … het verlichtingsmeubilair in zijn geheel
.
Specifieke verlichting:
voor de eventuele aanlichting / waardering van architecturaal interessante gebouwen: zie conceptfiche
8.3.3. Ervaringen met dit thema Woonwijkje in Wevelgem met project met het doven van ongeveer de helft van de lichtpunten na middernacht Pieter Bonquetwijk in Izegem met project met dimmen.
69