Verlichting
Elektra
Elektronica
Thermomanagement
Verkoopondersteuning
Technische service
Onze ideeën, uw succes
Verhelderende antwoorden voor klanten die in het duister tasten!
Alles over licht & verlichting!
Service Partner
Lichttechnologie in de werkplaats
Het aantal voertuigen op de wegen stijgt nog dagelijks. Tegelijkertijd neemt natuurlijk ook de veiligheidsbehoefte van de automobilisten toe. Allemaal goede redenen voor nieuwe veiligheidstechnische systemen in de automobielindustrie. De lichttechnologie heeft bij de ontwikkeling van nieuwe voertuigen een zeer bijzondere betekenis. In de afgelopen jaren hebben verlichtingsfuncties, zoals de dynamische bochtverlichting, het afdraailicht en het dagrijlicht hun vaste plaats in het straatbeeld veroverd. Het laatstgenoemde wordt met ingang van 2011 zelfs verplicht op alle nieuwe voertuigen. Met de ontwikkeling van nieuwe lichttechnologische systemen en de continue verbetering van de bestaande systemen, stijgen de eisen die aan een werkplaats gesteld worden enorm. Dit voor o.a. onderhoud, diagnose en reparatie. Een niet te vergeten thema hierbij is bijvoorbeeld de montage van dagrijverlichting op voertuigen. Bij zoveel complexe technieken en steeds nieuwere technologieën tasten klanten al snel in het duister en duiken er vele vragen op. Deze brochure biedt u nuttige informatie over actuele vragen uit de lichttechnologie om zo een bijdrage te leveren aan een optimale dialoog met uw klanten.
2
Inhoud: ■ Vraag: Waarom dagrijlichten en wat zijn de voordelen?
4
■ Vraag: Wat zijn de nadelen van standaard dimlicht ten opzichte van
5
dagrijlicht? ■ Vraag: Op de markt worden inbouwsets aangeboden met elektronica
8
die alleen het dimlicht inschakelen. Is dat een alternatief voor dagrijlicht? ■ Vraag: Waarop moet in het algemeen gelet worden bij dagrijverlichting?
8
■ Vraag: Welke soorten dagrijverlichting bestaat er?
10
■ Vraag: Welke kwalitatieve verschillen zijn er bij dagrijlichten?
12
■ Vraag: Waarop moet worden gelet bij het opstellen van de offerte voor
15
de inbouw van dagrijlichten? ■ Vraag: Waarop moet bij de inbouw van dagrijlichten worden gelet?
20
■ Vraag: Waarom moeten koplampen ten minste eenmaal per jaar worden
24
gecontroleerd? ■ Vraag: Waarom is de correcte afstelling van de koplampen zo belang-
27
rijk? ■ Vraag: Waarop moet vóór en tijdens de koplampafstelling worden gelet?
28
■ Vraag: Waarom kunnen melkachtige vertroebelingen ontstaan bij kop-
31
lampen met kunststof lampglazen? ■ Vraag: Hoe kan vocht aan de binnenkant van de lens ontstaan? En duidt
32
dit op een defecte koplamp? ■ Vraag: Hoe de vervanging van een koplamp verantwoorden aan uw
33
klant?
3
Belangrijk thema: Dagrijverlichting
In autotijdschriften, tuningbrochures of op internet is dagrijlicht een actueel thema en wordt het overal aanbevolen. Naast de optioneel fabrieksklare beschikbare uitvoeringen voor nieuwe voertuigen worden een groot aantal uitbreidingsmogelijkheden aangeboden op de vrije onderdelenmarkt. Toch oppassen! Onder de vele aanbieders zijn er natuurlijk ook zwarte schapen, van wie de sets niet in overeenstemming zijn met de wettelijke voorschriften. Het is daarom belangrijk om goed op de hoogte te zijn van dit onderwerp.
Vraag: Waarom dagrijlichten en wat zijn de voordelen? 1. 2. 3.
Betere waarneming van het voertuig door de andere weggebruikers Meer tijd voor de andere weggebruikers om te reageren Het dagrijlicht wordt automatisch ingeschakeld
Dagrijlicht heeft als voornaamste functie een voertuig voor andere weggebruikers beter zichtbaar te maken. Juist in situaties met wisselende lichtomstandigheden, bijv. bij het rijden door een bos, is dit bijzonder belangrijk (zie afbeelding).
4
Zonder licht
Dimlicht
Hella LED-dagrijlicht
Een ander voordeel is de winst in reactietijd van de andere weggebruiker, die een voertuig sneller en duidelijker waarneemt. Nog een pluspunt qua comfort is de automatische activering van de dagrijlichten bij het inschakelen van het contact. Vergeten is daardoor uitgesloten.
Vraag: Wat zijn de nadelen van standaard dimlicht ten opzichte van LED-dagrijlicht? 1. 2. 3. 4.
Hoger brandstofverbruik, omdat alle koplampen en andere lichten altijd ingeschakeld zijn. Gloeilampen dienen sneller vervangen te worden omdat ze meer branden. Behalve de prijs van de gloeilampen zijn er ook nog de kosten van de werkuren van het vervangen van de gloeilampen. De waarschuwingsfunctie van dimlicht is geringer dan die van speciale dagrijlichten.
Verklaring bij punt 1 Verlichting is duur, want de koplampen en de achterverlichting gebruiken stroom en verbruiken daardoor brandstof!
5
Belangrijk thema: Dagrijverlichting
Wanneer het licht ingeschakeld is, verbruikt een normale auto met benzinemotor ongeveer 0,207 liter extra per 100 kilometer (zie afbeelding). Bij 30.000 km per jaar is dat een extra verbruik van zo’n 60 liter. Dit resulteert natuurlijk ook in meer emissie van uitlaatgassen.
Dimlicht overdag Dagrijlicht met gloeilampen Dagrijlicht met LED’s 0,207
0,15
90% besparing en 4 keer zoveel licht!
0,052
90% besparing en 4 keer zoveel licht! 0,036
0,021
Personenauto benzine
Personenauto diesel
Verklaring bij punt 2 Permanent ingeschakeld licht verkort de levensduur van de lampen. Bij standaarduitvoeringen van H7- en H4-halogeenlampen (niet de +50%- of long-life-lampen), ligt de levensduur tussen 550 en 700 uren. Bij permanent gebruik wordt het vervangingsinterval verkort.
6
LED-dagrijlicht daarentegen heeft een levensduur van 10.000 uren en gaat in regel een autoleven lang mee. Verklaring bij punt 3 Indien de lamp moet worden vervangen, gaat dat bij sommige voertuigen gepaard met veel werk, omdat de accu, de luchtfilterkast, de koplampen enz. gedemonteerd moeten worden. Verklaring bij punt 4 Kenmerkend voor dimlicht is dat de weg optimaal wordt verlicht in het donker. Het uitgestraalde licht buigt gelijkmatig naar beneden af, zodat tegenliggers niet worden verblind. Dagrijlicht daarentegen is zo ontworpen dat overdag een optimale en vroegtijdige waarneming van het voertuig wordt bereikt. De lichtintensiteit is daarbij beperkt (2 lux op een afstand van 25 m), zodat het uitgestraalde licht niet verblindend werkt.
Dimlicht - ontwikkeld om te zien in het donker.
Hella LED-dagrijlicht - ontwikkeld om gezien te worden overdag.
7
Belangrijk thema: Dagrijverlichting
Vraag: Op de markt worden inbouwsets aangeboden met elektronica die alleen het dimlicht inschakelen. Is dat een alternatief voor dagrijlicht? Vergeleken met rijden zonder licht is dit reeds een stap in de goede richting. Dagrijlichten leveren, zoals verklaard op de vorige bladzijde, merkelijk betere prestaties met betrekking tot waarneming en energieverbruik. Vele leveranciers van dergelijke elektronica verminderen de lichtintensiteit van het dimlicht, bij één leverancier wordt het dimlicht zelfs met +/- 50% gedimd. Dit betekent dat de lichtstroom, d.w.z. de totale uitgestraalde lichtintensiteit, zo sterk wordt verminderd dat de voorgeschreven minimumwaarde niet wordt bereikt. Dit wordt uitdrukkelijk verboden door de wetgever! De reden: Een koplamp krijgt een typekeuring voor zijn vormgeving, lichtbron en functie. Dagrijlicht dat wordt gegenereerd met behulp van elektronica betekent dat er een extra lichtfunctie wordt gebruikt. Deze is dan ook niet in de typekeuring opgenomen. Daardoor verliest de koplamp automatisch zijn goedkeuring!
Vraag: Waarop moet in het algemeen gelet worden bij dagrijverlichting? Een dagrijlicht moet beschikken over een goedkeuring voor gebruik op de openbare weg. Om deze goedkeuring te verkrijgen moet dagrijlicht voldoen aan de specificaties volgens ECE-R87-norm. Nadat de verlichting aan de eisen van de zogenaamde typekeuring voldoet, wordt een goedkeuring verleend. Het keurmerk bevindt zich meestal op de lens of op de behuizing (zie afbeelding).
8
2578
00 RL
2578
Nummer van de typekeuring Typering volgens ECE “E”. Achter de E volgt het nummer van het land dat de goedkeuring heeft verleend. (In dit geval werd deze in Duitsland verleend.)
RL
Typering voor dagrijlicht
Sommige merken bieden hun - meestal zeer kleine, staafvormige - LED-lampen aan als dagrijlichten. Pas in de kleine lettertjes wijzen ze op het feit dat deze lampen niet goedgekeurd zijn als dagrijlicht volgens de normen van de ECE-R87-bepaling. De redenen daarvoor kunnen zijn: • Verlichtingsvlak is kleiner dan 25 cm² • Lichtwaarden te gering (op het niveau van een positielicht) Deze lampen mogen niet als dagrijlichten worden gebruikt en mogen hooguit als positielicht worden gebruikt voor zover ze daarvoor over een goedkeuring beschikken.
9
Belangrijk thema: Dagrijverlichting
Vraag: Welke soorten dagrijverlichting bestaan er? 1. 2. 3.
Universele en voertuigspecifieke dagrijverlichtingssets Dagrijverlichting die met gloeilampen of met LED’s zijn uitgerust Aparte dagrijlichten of een combinatie van dagrij- en positielichten
Verklaring bij punt 1 Dagrijverlichtingssets kunnen universeel monteerbaar zijn of uitsluitend geschikt zijn voor montage op bepaalde voertuigen. (N.B.: Bij de universele sets kan de klant zelf bepalen waar de verlichting aangebracht wordt.) Door de universele toepasbaarheid kunnen daarom geen verdere inbouwinstructies worden gegeven. Afhankelijk van de inbouwsituatie moeten verdere bevestigingshulpmiddelen zelf worden ontworpen. In bepaalde gevallen betekent dit meer werk bij het plaatsen van de verlichting. Ook voor de bedrading wordt in de montagehandleiding alleen de aansluiting met de overeenkomende klemaanduidingen beschreven (zie afbeelding).
10
Bij voertuigspecifieke sets is het montagemateriaal zoals de bedrading en de elektrische aansluiting, aangepast aan het voertuig. Door voertuigspecifieke lampenhouders en inbouwframes is de installatietijd merkelijk korter, zoals bij de Golf V (zie afbeelding). Aanvullend kunnen ook voertuigspecifieke bijzonderheden, bijv. een lampenuitvalcontrole, in de handleiding mee opgenomen en beschreven zijn. Daardoor blijft u bespaard van onaangename verrassingen.
Verklaring bij punt 2 Bij dagrijlichten worden twee verschillende lichtbronnen toegepast: Gloeilampen (bij Hella-lampen met een vermogen tussen 6 en 21 W) of LED’s. Daarbij hebben gloeilampen in tegenstelling tot LED-lampen een iets hoger energieverbruik en zijn deze om die reden normaliter goedkoper bij aankoop.
11
Belangrijk thema: Dagrijverlichting
Het belangrijkste verschil is echter de levensduur. Hierbij ligt het voordeel duidelijk bij LED-technologie, wat deze technologie bij veelvuldig autogebruik zeer interessant maakt. Ter vergelijking: • H6W-lamp: 1.000 uren • HIPer-16-W-lamp: 3.200 uren • LED: 10.000 uren Verklaring bij punt 3 Naast de aparte dagrijlichten zijn er ook dagrijlichten, gecombineerd met positielichten. Wanneer het dimlicht wordt aangezet, schakelt de elektronica het dagrijlicht om naar positielicht. Daarbij worden de LED’s gedimd om aan de normen van positielicht te voldoen.
Vraag: Welke kwalitatieve verschillen zijn er bij dagrijlichten? 1. 2. 3. 4. 5.
Zorgvuldige constructie en hoogwaardig materiaal Bijzonder hoge lichtopbrengst Lange levensduur van de verlichting Hoge waterdichtheid Hoogwaardige elektronica bij LED-verlichting
Verklaring bij punt 1 Bij Hella-verlichting bestaat de behuizing uit onder druk gegoten aluminium of uit bijzonder resistente kunststof. De lenzen zijn vervaardigd uit polycarbonaat en voorzien van een beschermende laklaag.
12
Dit garandeert de resistentie tegen mechanische belastingen, zoals steenslag. De Hellalampen zijn bovendien zodanig vervaardigd dat ze een hoge trillingsbestendigheid hebben. Sommige lampen zijn zo minutieus ontworpen dat ze zelfs zijn goedgekeurd voor gebruik op zware bouwmachines. Verklaring bij punt 2 Een essentiële voorwaarde voor een goede lichtopbrengst is het gebruik van hoogwaardige LED’s en uitgebreide reflectie- of projectiesystemen. Dergelijke eigenschappen zijn bij goedkopere dagrijlichten vaak niet aanwezig. Daarom voldoen ze in veel gevallen slechts gedeeltelijk of zelfs helemaal niet aan de eisen van de wetgever. Daartegenover bereikt de Hella-verlichting door een combinatie van high-performance LED’s en optische nauwkeurigheid lichtwaarden die net aan de bovengrens van het toegestane liggen. Verklaring bij punt 3 Om de levensduur van de lampen te verlengen zijn alle onderdelen thermisch geoptimaliseerd. Zo wordt oververhitting van de LED’s door extreem hoge temperaturen voorkomen. Want door een stijgende temperatuur in de behuizing daalt het rendement en de levensduur van de LED’s.
13
Belangrijk thema: Dagrijverlichting
Daarom zijn sommige Hella-lampen van koelvinnen voorzien (zie afbeelding). Deze constructie zorgt voor een maximale lichtopbrengst en levensduur, zelfs onder extreme rijomstandigheden!
Verklaring bij punt 4 Een bijzondere uitdaging bij dagrijlichten, die meestal lager tegen het grondoppervlak geplaatst zijn, is de bescherming tegen luchtvochtigheid en spatwater. Daarom worden alle dagrijlichten volgens de IP6K9K-norm getest en waarborgen ze op deze manier een absolute waterdichtheid. Daarbij komt dat Hella extra ventilatiekleppen of -membranen heeft voorzien die het aandampen aan de binnenzijde voorkomen (zie afbeelding).
14
Verklaring bij punt 5 Kleine onvoorzichtigheden tijdens de inbouw van de lampen kunnen vaak tot grote schade leiden! Daarom bezit de Hella-verlichting een polariteitsinversiebeveiliging. Zo is ook bij foutief contact van de polen uitgesloten dat de LED’s worden beschadigd.
Vraag: Waarop moet worden gelet bij het opstellen van de offerte voor de inbouw van dagrijlichten? 1. 2. 3. 4.
Voertuigspecifieke of universele uitbreidingsset? Het voertuigtype, de gewenste dagrijverichting en hun montagepositie in het voertuigfront De benodigde montagetijd Extra benodigd montagemateriaal
Verklaring bij punt 1 Sommige fabrikanten geven voor uitbreidingssets vaste inbouwtijden aan. Deze informatie moet echter met de nodige voorzichtigheid worden bekeken. Dit omdat de inbouwomstandigheden van voertuig tot voertuig kunnen verschillen. Bij voertuigspecifieke uitbreidingssets kunnen de installatietijden meestal bij de fabrikant worden opgevraagd. Indien een gedetailleerde montagehandleiding voorhanden is, kan de installatietijd heel goed zelf worden ingeschat. Bij universele uitbreidingssets is dat moeilijker! Bij het opstellen van de offerte moet rekening worden gehouden met belangrijke punten zoals voertuigelektronica, inbouwsituatie, enz.
15
Belangrijk thema: Dagrijverlichting
Verklaring bij punt 2 Het is in elk geval goed om een voertuig nauwkeurig te bekijken, want bij sommige types kunnen dagrijlichten slechts moeilijk of helemaal niet worden gemonteerd. Dit is gedeeltelijk te wijten aan constructie van het voertuigfront, waar niet zelden achter de bumper verschillende koelers, metalen beugels en/of een ruitensproeireservoir, etc. zijn geïnstalleerd. Deze kunnen de montage belemmeren of zelfs onmogelijk maken (zie afbeelding).
Anderzijds hebben sommige klanten speciale wensen qua design en plaatsing van de verlichting. Rekening houdende met eigenschappen als vorm, gewicht, plaatsing, enz. zijn deze wensen niet altijd te verwezenlijken. Daarom de aanbeveling: controleer vooraf de auto samen met de klant om alle relevante punten te bespreken. Verklaring bij punt 3 De montagetijd is het belangrijkste en moeilijkste punt bij de opstelling van de offerte, omdat elke auto anders is en apart moet worden bekeken.
16
Denk eraan: Om universele dagrijlichten aan te brengen is in de meeste gevallen het verwijderen van de voorbumper noodzakelijk. Er moeten gaten worden geboord, de passende uitsparingen moeten worden aangebracht en er moeten houders worden gemaakt. Dit kan het best worden gedaan als de bumper is verwijderd. Niet te vergeten: Ook de installatie van de elektrische bedrading kost tijd (zie afbeelding)!
Voor het aansluiten van de lampen wordt normaliter „klem 15” gebruikt. Meestal bevindt deze zich in de zekeringenkast in de motorruimte. Sommige voertuigen hebben deze aansluitmogelijkheid echter niet. In dat geval is het noodzakelijk de kabel door de scheidingswand naar het interieur te verleggen en daar op een geschikt punt met „klem 15” te verbinden. Al deze punten tonen hoe belangrijk zorgvuldigheid is bij het opstellen van de offerte.
17
Belangrijk thema: Dagrijverlichting
Verklaring bij punt 4 Door de constructieverschillen van bumpers kan bij het aanbrengen van de verlichting ook extra installatiemateriaal nodig zijn. Er is dan creativiteit en vindingrijkheid nodig om passende houders te maken. Meestal helpen normale ponsplaatjes, bevestigingsbeugels of kleine metalen profielen u al een heel pak verder. Deze materialen moeten dan apart aan de betreffende inbouwsituatie worden aangepast. Het is belangrijk dat de vervaardigde houders goed tegen corrosie beschermd zijn. Daarom worden houders van edelmetaal, aluminium of verzinkt materiaal aanbevolen (zie afbeelding).
18
Omdat niet elk product wordt geleverd met een bijpassende kabelset moet bij elektrische aansluitingen van tevoren worden gepland welke kabels, relais en stekkers er nodig zijn. (In een goede montagehandleiding zijn er daarom ook aanwijzingen voor nuttige toebehoren opgenomen wat het bedraden aanzienlijk vereenvoudigt (zie afbeelding).)
19
Belangrijk thema: Dagrijverlichting
Vraag: Waarop moet bij de inbouw van dagrijlichten worden gelet? 1. 2. 3.
De aan- en/of inbouwafmetingen moeten voldoen aan de wettelijke bepalingen De montagepositie van de lampen Elektrische aansluiting/stekkerverbinding
Verklaring bij punt 1 Voor u begint te installeren moet worden gecontroleerd of de door de klant gewenste montagepositie in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen (zie afbeelding).
*
Indien het dagrijlicht ook gebruikt wordt als positielicht dan bedraagt de minimum hoogte 350 mm
**
Bij voertuigen met een breedte van minder dan 1300 mm moet de minimumafstand 400 mm bedragen.
***
Bij gebruik als positielicht een maximumafstand van 400 mm respecteren. Wordt de lamp uitsluitend als dagrijlicht gebruikt dan vervalt dit voorschrift.
20
Opgelet! Volgens ECE R-48-norm mogen slechts twee positielichten naar voren actief zijn. Indien de functie als positielicht door de LED-verlichting wordt overgenomen, moet het standaard-positielicht worden uitgeschakeld. Verklaring bij punt 2 Dagrijlichten moeten altijd parallel aan de lengteas van het voertuig worden aangebracht (zie afbeelding).
21
Belangrijk thema: Dagrijverlichting
Bij sommige dagrijlichten bevindt zich op de behuizing een zogenaamde “TOP”-markering. Deze markering geeft aan dat de lamp alleen met deze markering naar boven mag worden geplaatst (zie afbeelding).
Bij LED-verlichting moet erop gelet worden deze niet volledig afgedekt ingebouwd mag worden zodat de warmte die ontwikkeld wordt kan worden afgevoerd. Indien namelijk de ontstane warmte niet kan worden afgevoerd, beïnvloedt dat de levensduur van de LED’s negatief (zie afbeelding).
22
Verklaring bij punt 3 Beslagen koplampen of achterlichten zijn een regelmatig voorkomend probleem. De oorzaken hiervan kunnen zijn: defecten aan dichtingen, defecten aan afsluitdeksels, enz. Maar ook andere oorzaken zijn mogelijk. Veelal onbekend is de “capillaire werking” bij verlichting. Vaker dan algemeen aangenomen is dit fenomeen er verantwoordelijk voor dat water een lamp binnendringt en zich daarin ophoopt. Onder “capillaire werking” (capillair = haarbuisje) verstaat men de eigenschap van vloeistoffen zich via nauwe buisjes of scheuren sterk te verspreiden. Dit zorgt er bij elektrische kabels voor dat de watermoleculen en de moleculen van de kabelmantel elkaar wederzijds aantrekken. En des te smaller een cappillair (= haarbuisje) is, des te sterker werkt deze aantrekking. Dit kan enkel plaatsvinden wanneer er water in de kabel is terecht gekomen. De oorzaak daarvan is vaak een niet-waterdichte stekkerverbinding. Eenvoudige platte stekkers, klemverbindingen, enz. bieden namelijk onvoldoende bescherming tegen vochtigheid. Zo kan water via het niet-geïsoleerde kabelgedeelte onder de kabelmantel binnendringen en in de lamp terechtkomen. Oorzaak is de hiervoor beschreven capillaire werking, waardoor het vocht tussen het koper en de kabelisolering tot in de lampen doordringt. Er moeten daarom altijd waterdichte stekkerverbindingen, bijv. de Superseal-stekker (zie afbeelding), worden gebruikt. Hella biedt 1-polige t/m 6-polige stekkerverbindingen aan.
23
Belangrijk thema: Koplampen
De statistieken van controleorganisaties tonen aan dat het aantal voertuigen met gebreken aan de lichttechnische voorzieningen stijgt. Bijzonder hoog is het aantal slecht werkende koplampen. Defecte gloeilampen, slechte reikwijdteregeling en foutieve koplampafstelling staan hier bovenaan de lijst. Tegenwoordig beschouwen de controleorganisaties deze opmerkingen als “significante fouten”, wat betekent dat een voertuig opnieuw gekeurd moet worden. Onze mening: Zeer terecht, want slecht afgestelde of defecte koplampen verhogen de kans op ongelukken aanzienlijk.
Vraag: Waarom moeten koplampen ten minste eenmaal per jaar worden gecontroleerd? 1. 2. 3.
Controle van de werking en de toestand van alle lichtbronnen Optimale afstelling van de lichtspreiding Beschadigingen aan en in de koplampen
Verklaring bij punt 1 Eigenlijk zou regelamtige controle van de verlichting door de eigenaar van het voertuig een vanzelfsprekendheid moeten zijn. In de praktijk is dit vaak helaas anders! Des te belangrijker wordt deze controle daarom bij keuringen of onderhoudswerkzaamheden in de autowerkplaats. Want wanneer verlichting veroudert, verliest deze aan lichtintensiteit en vertoont deze een vertekend lichtspectrum. Dit duidt op een spoedig stukgaan!
24
Het wordt daarom aanbevolen om een weliswaar nog steeds functionerende maar “versleten” gloeilamp tijdig te vervangen. Dit vooraleer deze binnenkomt toch stukgaat en de klant “éénogig” onderweg is. Indien er verschillen in helderheid tussen de twee koplampen optreden (dimlicht, groot licht) of indien een lichtfunctie volledig uitvalt, kunnen gebrekkige materiaaleigenschappen hiervan de oorzaak zijn. Bij een slechte stekkerverbinding kunnen contactweerstanden ontstaan waardoor de lichtopbrengst afneemt. Losse stekkerverbindingen kunnen tot hoge overgangsweerstanden en daardoor tot verhoogde temperaturen leiden. In het ergste geval resulteert dit in versmelting van de onderdelen. Daarom moet bij het vervangen van verlichting ook altijd de bedrading worden gecontroleerd! Verklaring bij punt 2 Een voertuig is dagdagelijks blootgesteld aan schokken en trillingen door oneffenheden, hobbels, enz. in of op het wegdek. Deze worden overgedragen op de koplampen en hun componenten. Mechanische onderdelen en houders moeten daarom grote belastingen kunnen weerstaan. Dit kan tot afwijkingen in de juiste lichtspreiding leiden (assen van koplampen en instelelementen krijgen speling). Ook de toestand van de banden, schokdempers, veren, lagers en andere componenten van het chassis hebben invloed op de hellingshoek van het voertuig en zo ook op de licht-donker-grens.
25
Belangrijk thema: Koplampen
Verklaring bij punt 3 Vooral bij voertuigen die vele kilometers rijden ontstaan vaak mechanische beschadigingen: bijv. gebroken houders, steenslagschade (verraderlijk!) of scheuren in het koplampglas (zie afbeeldingen).
Door beschadigde plaatsen in het glas wordt de lichtstraling ongecontroleerd afgebogen. Dit kan, afhankelijk van de steenslag, tot gevaarlijke verblinding van tegenliggers leiden. Het is daarom bijzonder belangrijk de maximaal toelaatbare verblindingswaarde met de “lux-meter” in het koplampafstelapparaat te controleren. Maar ook binnenin de koplampen kunnen defecten ontstaan: Losgeraakte delen, gebroken schroefverbindingen maar ook vastzittende instelelementen en verbogen of afgebroken gloeilamphouders wegens corrosie zijn typische oorzaken.
26
Vraag: Waarom is de correcte afstelling van de koplampen zo belangrijk? 1. 2.
Voor een optimale verlichting van de rijweg Om het verblindingsgevaar van tegenliggers te minimaliseren
Verklaring bij punt 1 Alleen wanneer alle lichtbronnen in orde zijn en de koplampen juist zijn afgesteld, wordt de rijweg voor de bestuurder optimaal verlicht. Zo kunnen personen en obstakels tijdig worden herkend en verkeersborden langs de straatkant en op de rijweg op tijd en duidelijk worden gezien. Het is daarom ook goed om te weten dat slechts een klein deel van het door de koplamp uitgestraalde licht opzettelijk ”naar boven” wordt gereflecteerd of geprojecteerd. Om deze reden leiden te laag afgestelde koplampen tot langere reactietijden bij het zien van verkeersborden en obstakels. Verklaring bij punt 2 Het verblindingsgevaar van tegenliggers door verkeerd afgestelde koplampen wordt vaak onderschat. Iedereen kent de situatie door andere voertuigen verblind te worden. Treedt deze situatie plotseling en onverwacht op, dan wordt men de eerstvolgende meters verblind totdat men zich, door het opnieuw zien van de wegmarkering, geheroriënteerd heeft. Te vaak komt het in zulke situaties tot ongelukken! Een rekenvoorbeeld maakt dit duidelijk: In het koplampafstelapparaat is een lens ingebouwd die de voorgeschreven 10-mmeetafstand tot 50 cm verkort. Een halve cm foutmeting op het testscherm van het koplampafstelapparaat (50-cm-afstand) komt dus overeen met 10 cm verschil op 10 m (de verhouding 10 m tot 50 cm is dus factor 20).
27
Belangrijk thema: Koplampen
Bij een voertuig waarvan de koplampen op 60 cm hoogte zijn aangebracht heeft het dimlicht een reikwijdte van 60 m (de schaal is ingesteld op 1 % afbuiging). Dit betekent dat het koplamplicht ongeveer 60 cm zou afwijken over deze afstand! Hierdoor wordt duidelijk welke invloed een exacte koplampafstelling op de lichtspreiding heeft. Over verblinding of rijden in het halfdonker zijn dus slechts enkele millimeters bepalend!
Vraag: Waarop moet vóór en tijdens de koplampafstelling worden gelet? 1. 2. 3.
28
Het testoppervlak voor voertuig en koplampafstelapparaat moet aan de wettelijke bepalingen voldoen Het voertuig moet op de test worden voorbereid De exacte opstelling van het koplampafstelapparaat ten opzichte van het voertuig
Verklaring bij punt 1 Het testoppervlak moet aan de volgende voorwaarden voldoen (zie afbeelding):
Bodemoneffenheid ≤0,5 mm/m
FOUT
Personenauto min. 4 m / vrachtwagen min. 8,5 m bodemoneffenheid en helling conform ISO 10 604 indien mogelijk ≤ 1 mm/m FOUT
Verklaring bij punt 2 • Koplampen op werking controleren • Koplampglazen op steenslag, krassen en vertroebeling controleren • De banden moeten de voorgeschreven bandenspanning hebben • Bij een onbelaste personenauto de bestuurdersplaats belasten met één persoon of met 75 kg • Vrachtwagens en overige meersporige voertuigen worden niet belast • Enkelsporige voertuigen zoals trek- of werkmachines (met zitplaats of aanhanger) op de bestuurdersplaats met één persoon of met 75 kg belasten • Bij voertuigen met hydraulische vering of luchtvering moeten de fabrikantinstructies in acht worden genomen • Indien er een automatische niveauregeling van de koplampen door een traploos of een tweetraps afstelapparaat aanwezig is, moeten de fabrikantinstructies in acht worden genomen • Bij verschillende voertuigen met automatische koplampafstelling is voor het afstellen een diagnosetester nodig. Dit omdat het stuurapparaat tijdens het afstellen in de “basisinstelling” moet staan. Indien de licht-donker-grens correct is afgesteld, wordt deze waarde als nieuwe uitgangswaarde opgeslagen.
29
Belangrijk thema: Koplampen
• Bij manuele koplampafstelling moet de schakelaar in de basisspositie worden gezet • In ieder geval moeten de nationale voorschriften in acht worden genomen Verklaring bij punt 3 • Het koplampafstelapparaat (SEG) moet met behulp van het breedbandvizier voor het voertuig worden opgesteld.
• Het testscherm van het koplampafstelapparaat moet met behulp van het schaalwiel op de juiste procentuele waarde worden ingesteld. Dit komt overeen met de hellingshoek van de licht-donker-grens van de koplamp. De gewenste waarde voor grootlicht en dimlicht bevindt zich in de buurt van of direct op de koplamp, bijv. 1,2 % = 12 cm afbuiging op 10 m afstand. • De licht-donker-grens van de koplamp controleren en zo nodig afstellen • De 15° asymmetrie controleren en zo nodig afstellen • Met behulp van de lux-meter moet worden gecontroleerd of de maximaal toelaatbare verblindingswaarde van het dimlicht niet wordt overschreden <= 1,0 lux bij halogeenlicht <= 1,3 lux bij xenonlicht
30
Vraag: Waarom kunnen melkachtige vertroebelingen ontstaan bij koplampen met kunststof lampglazen? Koplampen met een kunststoffen lampglas zijn voorzien van een dunne beschermende laklaag. Dit voorkomt o.a. dat uv-straling (zonlicht) in de kunststof kan binnendringen en deze poreus maakt. Door ongeschikte antivries- en reinigingsmiddelen in het sproeiwater kan deze laklaag echter worden beschadigd of compleet verdwijnen. Hetzelfde effect kan een “droge reiniging” van de lampglazen met een doek hebben. In dat geval dringt uv-licht het kunststof lampglas binnen en laat zogenaamde weekmakers uit de kunststof ontsnappen. Dit veroorzaakt de bekende melkachtige vertroebeling. Het poreus worden van het lampglas vermindert ook de weerstand tegen steenslag en andere mechanische belastingen. (Dit is hetzelfde verschijnsel als bij plastic stoelen die de hele zomer in de zon staan. De kunststof verkleurt en wordt na een tijd poreus.)
31
Belangrijk thema: Koplampen
Vraag: Hoe kan vocht aan de binnenkant van het lampglas ontstaan? En duidt dit op een defecte koplamp? Het kan voorkomen, maar normaal is wel dat de klant hierover klaagt! Feit is: Bij condensatie moet het lichtspreidende deel van het lampglas, bij ingeschakeld dimlicht, na ongeveer 15 minuten vrij zijn van condensvocht. Het overige deel van het lampglas mag nog enigszins beslagen zijn. Dat er zich condens vormt is onder bepaalde omstandigheden normaal. Want door de koplampventilatie ontsnapt de expanderende, verwarmde lucht uit de ingeschakelde koplamp. Na het uitschakelen koelt de koplamp dan langzaam af en vochtige lucht dringt van buitenaf via de ventilatieklep geleidelijk naar binnen. Dit vocht verdampt in de warme koplamp en condenseert bij het afkoelen op het lampglas. Dit “beslaan” is in de natte en koude jaargetijden volkomen normaal! De lichtopbrengst wordt hierdoor echter niet beïnvloed en ook de koplamp zelf ondervindt geen schade (corrosie). Alleen wanneer er druppelvorming op de lens ontstaat moeten de dichtingen en de lenzen op beschadigingen worden gecontroleerd. In dit geval moet de koplamp met perslucht worden drooggeblazen en regelmatig gecontroleerd worden. Indien het probleem zich daarna nog steeds stelt, moet de koplamp worden vervangen.
32
Vraag: Hoe de vervanging van een koplamp verantwoorden aan uw klant? Defecte of niet goed werkende verlichting vormt een ernstig gevaar voor de eigen veiligheid en die van andere weggebruikers! Helaas is men zich hiervan meestal niet bewust. De jaarlijkse foutrapporten van de controleorganisaties tonen het aan. Het gevaar wordt onderschat! Een voorbeeld: Indien bij een inspectie wordt vastgesteld dat de remblokken of -schijven zich onder de slijtagegrens bevinden, is elke klant bereid deze te vervangen. Want niemand wil in een auto zitten die bij het remmen onvoorspelbaar reageert. Hij vindt het risico voor zichzelf en anderen te groot. Wanneer de klant “eigenwijs” is, laat u best door de klant schriftelijk bevestigen dat hij in kennis is gesteld van de gebreken en de daaruit voortvloeiende risico’s. Doe dit, want het is wettelijk verplicht dat de door de wetgever vastgelegde instel- en grenswaarden worden gerespecteerd! Indien deze vastgelegde waarden niet meer haalbaar zijn, moet de koplamp absoluut worden vervangen. Net zoals bij het remsysteem. Informeer uw klant hierover en stel hem gerust de vraag: Hoeveel waarde hecht u aan uw eigen veiligheid en aan die van anderen?
„Hoeveel waarde hecht u aan uw eigen veiligheid en aan die van anderen op de openbare weg?“
33
Notities
34
35
© Hella KGaA Hueck & Co., Lippstadt 9Z2 999 529-773 TT/08.10/0.5 Printed in Germany
Hella BV Celsiusbaan 2, Postbus 1398 3430 BJ Nieuwegein Tel.: 0306095611 Telefax: 0306051677 E-Mail:
[email protected] Internet: www.hella.nl
Service Partner