Verhandelingen 6e jaargang nr 3 - december 2002
Stichting Religieuzen Tegen Vrouwenhandel Postbus 104 - 2120 AC Bennebroek
Elk begin groeit naar een einde, Ieder einde schept ruimte voor een nieuw begin. Schreiend begroet een kind het levenslicht, het moet de veiligheid van de moederschoot verlaten en zelf de weg door het leven zoeken. Huub Oosterhuis zegt in één van zijn liederen: ’Veilig, onveilig, zo leven wij bitterzoet’. en verder: ’Iedereen gaat zo de weg, wie weet waar naar toe’. Zou het kind in de kribbe geweten hebben hoe zijn weg zou gaan? Ik geloof het niet. In de brief aan de Filippenzen, hoofdstuk 2, vers 7 schrijft Paulus: hij is aan de mensen gelijk geworden en als mens verschenen'. Wel zal hij bewust gekozen hebben voor recht en gerechtigheid, omdat in de Schrift veelvuldig de rechtvaardigheid van God ten voorbeeld gesteld wordt, b.v. in psalm 11, vers 7: 'De Eeuwige is rechtvaardig, zij/hij heeft de gerechtigheid lief, zijn aangezicht aanschouwt de oprechte'. Ook bij Jesaja: lees je veel over gerechtigheid: in hoofdstuk 32, vers 16 en 17 lees ik: ' en het recht zal in de woestijn wonen en de gerechtigheid zal op het vruchtbare veld verblijven, En de gerechtigheid brengt vrede voort, rust en veiligheid zijn haar vruchten'. Maar door zijn radicale keuze voor de verdrukten, was hij bedreigend voor de machtzoekers en kon het niet anders, dan dat hij uit de weg geruimd moest worden, net als veel van zijn volgelingen: zoals Oscar Romero, Martin Luther King, Jeanne d' Arc en anderen. (vrouwen werden niet zo gauw vermoord, maar wel uitgeschakeld zoals Hildegard von Bingen en andere vrouwen die ook nu opkomen voor vrouwenrechten). En toch: Na zijn verrijzenis kwam er ruimte voor een nieuw begin, daar waar zijn volgelingen deden en doen wat hij deed: recht en gerechtigheid: onder meer: door het lessen van dorst, het voeden van de hongerigen, het bezoeken van zieken en het bevrijden van gevangenen. (Matth. 25, vs.32 e.v.) Geïnspireerd door deze voorbeelden en teksten, begon ik in 1990 met de strijd tegen de vrouwenhandel, gesteund door zusters van diverse congregaties. Einde en nieuw begin. Nu, na twaalf en een half jaar, komt er voor mij een eind aan het werk bij de SRTV. Dat is niet makkelijk, maar ik heb mijn opdracht volbracht. Ook besef ik dat er ruimte komt voor een nieuw begin. Ik kan voor vrouwen die uit de slavernij verlost zijn, weer proberen een opvangadres te vinden. Ik had dit al jaren gedaan.
Hulpverlenende instanties en politie wisten me te vinden, als er geen andere mogelijkheid was, zoals na kantooruren en in de weekends. Tot nu toe is het altijd gelukt de jonge vrouwen en meisjes een veilig plekje te bezorgen. Ik heb hiervoor ook al een medewerkster gevonden. Het is fijn dat mijn telefoonnummer: 023-584 26 70 op het SRTV antwoordapparaat vermeld blijft. Zo kan ik voor hen toch iets blijven doen. Van harte wil ik dank zeggen aan onze Congregatie: de zusters van O.L. Vrouw van Amersfoort, die vanaf het begin de Werkgroep Religieuzen tegen Vrouwenhandel totdat deze een Stichting werd, gedragen en financieel ondersteund heeft.
Met heel veel genoegen denk ik terug aan de medewerksters, vooral van het eerste uur. Wat hebben wij genoten van de groei en in het bijzonder van de door ons georganiseerde Europese conferentie tegen vrouwenhandel in 1997, waardoor ons netwerk sterk is uitgebreid. Onze vele donateurs, waaronder medezusters, familie, vrienden en kennissen, hebben het mogelijk gemaakt om een netwerk over de hele wereld op te bouwen in méér dan 70 landen, waar wij, via vrouwenorganisaties, religieuzen, kerken en ook ambassades waarschuwingsmateriaal in 45 talen plus analfabetenfolders hebben kunnen verspreiden en meerdere projecten konden ondersteunen, waardoor er minder meisjes en vrouwen zich genoodzaakt voelden hun land te verlaten om een menswaardig bestaan op te bouwen en hun familie te kunnen onderhouden. Een heel bijzonder woord van dank geldt voor de zusters Franciscanessen van Bennebroek, die vanaf de eerste keer dat ‘Verhandelingen’ verscheen, driemaal per jaar hielpen met vouwen en sorteren. Iedere keer was het anders, omdat wij meestal meer dan 200 exemplaren handmatig verspreidden om de hoge portokosten te drukken, daarbij geholpen door een meisje van 11, die ook iets wilde doen voor meisjes die verkocht werden. Bedankt, Hannah! Ik hoop dat het werk van de SRTV voor misleide, misbruikte en uitgebuite meisjes succesvol mag blijven. Zuster Michel Keesen
Verhandelingen Colofon
Verhandelingen is een bijdrage in de strijd voor een rechtvaardige, democratische samenleving en verschijnt drie keer per jaar. Kopij voor de volgende Verhandelingen: vóór 6 maart 2003 Anonieme inzendingen kunnen niet worden geplaatst. Redactie Joke den Dulk Gijs Lieffering
Ivonne van de Kar Aad Morel
Redactieadres Redactie
Verhandelingen
Godsweerdersingel 17 6041 GJ Roermond tel. 0475-315055 fax. 0475-331529 e-mail:
[email protected] SRTV Postbus 104, 2120 AC Bennebroek tel. 023-5845657 e-mail:
[email protected] Gironr. 420557 t.n.v. WRTV / SRTV. Bennebroek *
Verhandelingen
wordt gratis verspreid.
Een vrijwillige bijdrage wordt echter zeer op prijs gesteld.
Afscheid van de SRTV Het is niet eenvoudig om afscheid te moeten nemen van werk waaraan je met volle overtuiging hebt gewerkt. Eens komt de tijd, om uit handen te geven. Pas dan kan er iets nieuws groeien uit het oude, naar tijd en omstandigheden. Het betekent ook afscheid van de redactie van het blad ‘Verhandelingen’. Dankzij de inzet van de redactie en allen die op afstand meewerkten door ons stukken toe te zenden en artikelen te vertalen, werd het een blad dat gelezen mag worden. De strijd tegen vrouwenhandel gaat door en de redactie zal niet nalaten u te verwittigen van de ontwikkelingen omtrent de gebeurtenissen op dit gebied. Alle lezers en geïnteresseerden wil ik hartelijk bedanken voor hun belangstelling. Joke den Dulk
2
De redactie neemt afscheid van Joke den Dulk Zes maal drie nummers van Verhandelingen plus één hebben we met zijn vieren tot stand gebracht. In het colofon staan onze namen op alfabetische volgorde van links naar rechts. Niemand waande zich de hoofdredacteur. Wel namen we min of meer systematisch bepaalde taken op ons. Aad Morel verzorgde op voortreffelijke wijze de lay-out. Ivonne van de Kar nam vooral op zich om kopij te verzamelen vanuit de medewerkers van de SRTV, uit Internet en uit andere bronnen, daarbij door ieder van ons van tijd tot tijd geholpen. Gijs Lieffering zat onze vergaderingen voor en notuleerde ze. En Joke was heel dikwijls de inspirator. Ze maakte mooie teksten voor de kerstwensen en schreef meer dan eens inspirerende bezinningen voor de voorkant. Ook deed ze meerdere malen verslag in Verhandelingen van nationale en internationale congressen, waarin de strijd tegen vrouwenhandel aan de orde kwam. Het was zo vanzelfsprekend, dat wij, Joke, Aad, Ivonne en Gijs, zes maal per jaar op afgesproken data bij elkaar kwamen ten huize van Aad en Willy Morel, dat we aan het voortgaan zonder Joke erg zullen moeten wennen. Behalve dat we telkens weer een nieuw nummer tot stand brachten, waren en zijn onze bijeenkomsten ook die van goede vrienden. En die hebben elkaar altijd wel iets te vertellen, dat niet in het blad hoeft. Joke, bedankt voor je uitstekende inbreng en voor je vriendschap. Het ga je héél goed. De redactie
Afscheid van zuster Michel Keesen Voor zuster Michel is nù de tijd gekomen om mét pijn in het hart de SRTV te verlaten. Die pijn is niet alleen de hare. We denken, dat de redactie namens alle medewerkers van de stichting spreekt, als we zeggen, dat ook wij Michel met gemengde gevoelens laten gaan. Zij heeft in 1990 het initiatief genomen om een Werkgroep van Religieuzen Tegen Vrouwenhandel op te richten. Ze heeft er toen geen idee van gehad, hoe de werkgroep zou uitgroeien om uiteindelijk een stichting te worden. Een van de hoogtepunten van de 12 ½ jaar, waarvan het grootste deel als voorzitter van de Werkgroep, was ongetwijfeld de Europese Conferentie Tegen Vrouwenhandel in 1997. Zij was daar het bezielende middelpunt van. Ze was geen geboren organisator, maar ze wist wel de vrouwen en mannen te vinden, die haar hielpen om zo’n groots gebeuren tot stand te brengen. Ze heeft velen geïnspireerd en uitgedaagd om bijdragen te leveren aan de strijd tegen vrouwenhandel. Michel, dank zij jouw initiatief en je formidabele inzet is de Stichting Tegen Vrouwenhandel wat zij nu is. Hartelijk dank daarvoor en voor je regelmatige inbreng in Verhandelingen. We wensen je succes bij wat je nog wilt ondernemen. Het ga je héél goed. De redactie
SRTV VERANDERINGEN Het laatste anderhalf jaar is er veel veranderd in onze organisatie. Zo werden we van een werkgroep een stichting, trad er een bestuur aan, trok zr. Michel zich grotendeels terug en verhuisde het kantoor in Bennebroek van een kamer in het huis van Joke den Dulk en zr. Michel naar een kantoorruimte in het dorp. Deze periode van verandering is nog niet ten einde. Will Verhoef die vorig jaar als coördinator begon bij de SRTV heeft besloten dat ze deze functie niet kan verenigen met haar andere functie bij de Zusters Ursulinen van Bergen. Will blijft wel geïnteresseerd en betrokken bij ons werk maar niet meer als coördinator. Inmiddels is er een sollicitatieronde geweest voor een opvolgster, en we zijn heel blij u te mee kunnen delen dat we in mw. Yos Appelhof een nieuwe coördinator hebben gevonden. In de volgende Verhandelingen zal zij zichzelf voorstellen. Nu aan het einde van dit jaar nemen zr. Michel en Joke den Dulk afscheid van de SRTV, Joke neemt ook afscheid van de redactie maar gelukkig blijft zr. Michel zich bezighouden met de crisisinterventie. Joke den Dulk verhaalde in het septembernummer 2001 van Verhandelingen over het opknappen en schoonmaken van het kantoor in Bennebroek. Het is een prachtige ruimte die helaas met het openbaar vervoer niet erg bereikbaar is voor SRTV medewerkers uit het hele land. Daarnaast huurt de SRTV mijn kantoorruimte bij het COS in Roermond. Het bestuur heeft besloten de twee kantoren samen te voegen op een meer centrale plaats. Zo kunnen de twee betaalde krachten samen vanuit één kantoor de strijd van de Religieuzen tegen vrouwenhandel in Nederland en in de hele wereld ondersteunen. Deze nieuwe kantoorruimte is gevonden in Den Bosch, in het pand van de KNR. In het volgende nummer zal ik u daar meer over vertellen. Ivonne van de Kar
Hartelijk dank! Vele mensen hebben positief gereageerd op de acceptgiro die in het septembernummer werd meegestuurd. We willen alle gulle gevers hier hartelijk voor danken. We willen speciaal melding maken van een gift voor de Nigeriaanse Evelyn van 'Oma en Opa', die haar een week hebben opgevangen. Haar maatschappelijk werkster hoopt dat, nu er contacten met Canada zijn, het niet al te lang hoeft te duren, vóór ze met haar zoontje naar Canada kan emigreren.
Basisgemeente Joke den Dulk en zuster Michel Keesen werden op 15 september 2002 door 'De Appelkamer', een oecumenische groep in Heemstede, uitgenodigd om in hun maandelijkse viering het thema vrouwenhandel onder de aandacht te brengen. In een zeer verzorgde dienst, mede geleid door Ds. Henk Koetsier en zijn vrouw: Tineke Korvinus, heeft Joke de toespraak verzorgd. Uitgangspunten waren: de oproep aan Mozes in het brandende braambos: jij hebt weet van de onderdrukking van je volk, dus moet je je verantwoordelijkheid nemen; de kracht van Tamar: Haar werd onrecht aangedaan door Juda omdat zij niet met zijn derde zoon mocht trouwen, nadat de verbintenissen met de twee oudere zonen kinderloos gebleven waren. Daardoor werd de wet van het 'zwagerhuwelijk' overtreden. Zij gaf zich uit als hoer, verleidde Juda en werd zo een van de stammoeders van de Messias. Toen Juda vernam dat Tamar zwanger was, wilde hij haar laten verbranden, maar omdat zij kon bewijzen, dat hij de vader was, werd zij geaccepteerd; uit Matteüs 25 gebruikte Joke de tekst: 'wat je de minsten der mijnen hebt gedaan, heb je aan mij gedaan'. Het was opvallend dat niet alleen de vrouwen, maar ook de mannen zeer positief reageerden. In deze basisviering is er na afloop altijd een nagesprek. De belangstelling was groot en het was fijn dat de rapporteur van de mensenhandel: mevrouw D. Korvinus, zus van bovengenoemde Tineke, daarbij ook aanwezig kon zijn. Zij vertelde over haar werk met veel verve. Opvallend voor ons was, dat zij er op wees, dat niet de armoede de voornaamste oorzaak van vrouwenhandel is, maar het gendervraagstuk: het feit dat vrouwen niet als gelijkwaardig aan de mannen beschouwd worden. En pas hieruit volgt dat vrouwen armer gemaakt worden dan mannen. Joke den Dulk
3
Het verhaal van Catya. Vandaag pikzwart haar, vorige week nog platinablond. Catya (29): “Gisteren is er weer bij me ingebroken. Alleen mijn paspoort is meegenomen. Dit is een dreigement van mijn handelaren. Ik wil niet worden herkend.” Zes jaar geleden las Catya een advertentie in een Oekraïense krant over vakantiewerk in Nederland. Met een paar vriendinnen ging ze eropaf. “Het bureau zag er heel normaal en respectabel uit. Ik kreeg een aanbod als au pair voor een maand. Als rechtenstudent met een dochtertje kwam het geld me goed uit, maar doorslaggevend was het avontuur. Een nieuw land, een nieuwe ervaring.” Met twee vriendinnen stapte ze in de bus naar Den Haag. Maar 's nacht werden hun paspoorten in beslag genomen en de volgende middag kregen ze te horen dat ze de prostitutie in moesten. 'Ik weigerde en schreeuwde: ik ga nu naar huis.’ Maar ze lieten me een foto van mijn dochtertje zien. Ineens flitste het door mijn hoofd dat mijn vriendin zonder man en kind niet aangenomen was.” Catya kwam terecht in een privé-huis waar ze overdag als prostituee werkte en daarna tot vier uur in de ochtend in een seksclub. Haar handelaren -twee Nederlandse mannen en een vrouw - brachten haar naar beide locaties, op straat kwam ze nauwelijks. “De gedachte aan mijn kind hield me op de been. Ik wilde terug naar haar.” Na twee maanden werd Catya doorverkocht aan een Russische crimineel. Ze werkte voor hem in een animeerbar toen de politie een inval deed. “Ik schrok. Wat mag en kan ik vertellen? Ik zei niks.” Ze kwam vast te zitten in de vreemdelingengevangenis vanwege haar illegale verblijf in Nederland. Eenmaal weer op vrije voeten, keerde ze terug naar de Rus. “Hij zorgde goed voor me en beloofde me terug te brengen naar mijn land. Ik hoefde van hem niet meer in de prostitutie te werken. Maar er zaten criminelen achter ons aan en ik werd aangevallen op straat.” Catya stapte alsnog naar de politie, die haar naar een blijfvan-mijn-lijfhuis bracht. Slachtoffers van vrouwenhandel kunnen aanspraak maken op een tijdelijke verblijfsvergunning (B9verblijfsvergunning). Die wordt toegekend na een bedenktijd van drie maanden waarin de vrouw besluit of ze aangifte wil doen tegen haar handelaren. Besluit ze hiertoe en is er genoeg bewijsmateriaal voor een zaak, dan krijgt ze deze tijdelijke vergunning. “Pas na lang aandringen kwam ik erachter welke rechten ik had” aldus Catya. Ze deed aangifte. En omdat ze zich veel herinnerde van haar ontvoering en werkplek vloeiden er drie zaken uit haar aangifte voort. Ze werd kroongetuige en verscheen op de rechtszaken. “Opeens stond ik oog in oog met mijn voormalige handelaren. Na afloop
4
stortte ik in...” Catya kwam terecht bij het Riagg voor psychosociale hulp. Ze heeft nu zes jaar een B9-status, en wacht op een definitieve uitspraak in de rechtszaak. Na ongeveer twee jaar in Nederland, werd duidelijk dat ze niet meer kon terugkeren naar haar land. “Mijn ouders zorgden voor mijn kind, maar ze werden alle drie bedreigd. Ik heb ervoor gezorgd dat mijn kind hierheen kwam. Toen stond ik voor de keuze: hier wegkwijnen of iets van mijn verblijf in Nederland maken.” Ze koos voor de laatste mogelijkheid. “Ik wilde heel graag de taal Ieren. Ik ben hoogopgeleid en ik gebruik graag mijn hersenen.” Vrouwen met een B9-verblijfsvergunning mogen scholing volgen en onbetaald werk verrichten. De overheid biedt nauwelijks enige financiële bijdrage aan het onderwijs, maar er zijn organisaties die in scholing en onbetaalde stages voorzien. Werken voor geld mag volgens de regels van de wet niet. Carya kwam terecht in een buurthuis voor Nederlandse lessen. In korte tijd stroomde ze door naar een vakopleiding voor winkelbediende. “Ik liep stage bij een drogist en ze waren zo blij met me dat ze me wilden aannemen, maar dat mag niet.” Gek wordt ze af en toe van de Nederlandse regelgeving: “Ik krijg oproepen van de sociale dienst om me te melden voor sollicitatiegesprekken, maar ik mag geen betaald werk doen.” Nadat Catya toestemming kreeg van de sociale dienst voor het verrichten van vrijwilligerswerk bij een belangenorganisatie voor prostituees en verhandelde vrouwen voelde ze zich meer op haar gemak. “Niemand vroeg naar mijn achtergrond. Als ik bij de gemeente mijn verhaal vertel komt de hele afdeling kijken hoe een slachtoffer van vrouwenhandel eruitziet. Het moment dat ik onbetaald kon werken, voelde ik me meteen beter. Je hebt wat om naar toe te werken, bent afgeleid.” Catya bestrijdt dat slachtoffers van vrouwenhandel per definitie een zielig hoopje ellende zijn. “Oost-Europese vrouwen zijn vaak hoogopgeleid en ondernemend. Ze zoeken een betere toekomst voor zichzelf, maar belanden in handen van criminelen.” Ook zelf is ze niet het toonbeeld van een gedupeerde vrouw. Met hulp van de belangenorganisatie voor prostituees bezoekt ze binnenlandse en buitenlandse conferenties om de aandacht te vestigen op de oorzaken en omstandigheden van vrouwenhandel. Gehakt en strak in mantelpak, met ravenzwart haar, gaat ze na het interview op bezoek bij de Haagse tippelscène. “Er schijnen veel Bulgaarse vrouwen te werken de laatste tijd. Ik ga met ze praten, ze wijzen op hun rechten en mogelijkheden.” Ruth Hopkins, Opzij Juli/Augustus 2002 De persoonlijke gegevens in het verhaal van Catya zijn veranderd omwille van haar veiligheid.
AMA en prostitutie in Latijns Amerika Bij het bestuderen en behandelen van projecten, ter goedkeuring voorgelegd aan de leden van de AMA-commissie* ontkomt men niet aan de constatering dat in de loop van de jaren 'nieuwe' problematieken aan de orde komen. Eén daarvan is het probleem van de vrouwenprostitutie. Hier betreft het een Zusters Congregatie, voluit de Oblaten van de Allerheiligste Verlosser genaamd, die in 1980 in Latijns Amerika is begonnen zich het lot van gevangen vrouwen aan te trekken, die veroordeeld waren vanwege prostitutie. Dit was in Argentinië, in de Stad Buenos Aires. Met de komst van de democratie daar verminderde het aantal gedetineerden en zijn de zusters de straat opgegaan om met de vrouwen in contact te komen. Aldus kwamen zij op de hoogte van haar situatie en van het feit dat er absoluut niets werd gedaan aan hulpverlening voor deze categorie vrouwen en meisjes. In 1989 besloten de zusters tijdens haar kapittel dit apostolaat definitief in het beleid op te nemen. In 1992 is men gestart met een inloophuis met de naam Puerta Abierta (Open Deur) in Buenos Aires. Ook werd er een interdisciplinair team ingesteld, bestaande uit zusters en leken die op verschillende vlakken hun diensten verlenen. Voor het grootste deel op vrijwillige basis. Nu in 2002 werden twee projecten door deze Congregatie aan AMA aangeboden. Het eerste kwam uit Brazilië (Salvador) met de titel: "Vorming en begeleiding van vrouwen in de prostitutie". Een paar maanden later kwam de tweede aanvraag uit Argentinië (Buenos Aires) met de vraag om steun bij "Deskundigheidsbevordering inzake prostitutie-problematiek". Deze vorming is bedoeld voor vrouwelijke religieuzen en leken in Uruguay (Montevideo) en Argentinië (Buenos Aires en Rosario). De Congregatie werkt naast dit pastoraal werk onder de vrouwen ook in scholen . Dit laatste deed mij de link leggen tussen hen en de Stichting Religieuzen tegen Vrouwenhandel. ( SRTV), die staat voor de preventie. Wat goed te combineren valt met het werk van de directe hulpverlening. SRTV heeft haar materiaal hiervoor. AMA gaat met niet te grote bedragen met deze en dergelijke projecten in zee. Het lijkt voor de SRTV een goede zaak en nuttig hiervan weet te hebben, ook met het oog op eventuele samenwerking. Zr. Scholastica Alkemade jmj. Bestuursvoorzitter SRTV *AMA staat voor Adviescommissie Missionaire Activiteiten, al meer dan 25 jaar het adres van waaruit projecten gesteund worden in het Zuiden en Oost Europa, gefinancierd door de religieuzen van Nederland
Voorlichtingscampagne in Malawi Sinds twee jaar heb ik de taak van Councillor op onze Middelbare Meisjesschool in Blantyre Malawi. Het is een school waar ongeveer 570 meisjes intern verblijven in de leeftijd tussen 14 en 23 jaar. Één of twee keer per jaar bespreek ik met de hoogste klassen ook het onderwerp “Vrouwenhandel”, dat helaas ook in Malawi voorkomt. Door de grote armoede en voor velen een weinig belovende toekomst, is het daar niet moeilijk om met mooie woorden “slachtoffers” te vinden voor deze mensonterende zaken. Met behulp van pamfletten probeer ik de meisjes bewust te maken van het gevaar dat achter -mooie beloftes- schuil gaat. Onder deze mooie beloftes wordt o.a. verstaan: buitenlandse baantjes en studiekansen. Meestal heb ik een groep van ongeveer 120 meisjes. Eerst geef ik een korte inleiding, daarna wordt de groep gesplitst in groepjes van 8 of 10 personen. Zij ontvangen ieder een folder en bespreken die dan met elkaar. De studenten krijgen dan de volgende vragen voorgelegd: Hebben jullie ooit van vrouwenhandel gehoord? Kennen jullie ook voorbeelden van deze vrouwenhandel? Steeds is er een soort schokeffect en ook verbazing dat dit gebeurt. Zij ontdekken dan dat al die mooie beloftes, die zo aantrekkelijk lijken, in prostitutie kunnen eindigen. Ook dit jaar had ik weer dezelfde reacties. Het was echter fijn te weten, dat ze zich er meer en meer bewust van worden. In de vakantie kwam er namelijk een student vragen om wat folders mee te mogen nemen naar haar eigen dorp om die met haar vriendinnen thuis te bespreken. Die vriendinnen hadden daar iets over gehoord. Zo verspreidt die kennis van deze oneerlijke praktijken zich steeds meer naar andere scholen. Des te meer er gewaarschuwd wordt, hoe beter het is. Het gevaar voor nieuwe slachtoffers is steeds aanwezig. Stella maris Meisjesschool Zr. Raymunda van Velzen, Augustus 2002, Blantyre, Malawi
5
Doorlaatverbod mensenhandel ter discussie Sinds twee jaar is mr. A.G. Korvinus nationaal rapporteur mensenhandel. Kort geleden verscheen de eerste rapportage over mensenhandel. Volgens het rapport komt mensenhandel steeds meer in handen van de georganiseerde misdaad. Korvinus stelt het strikte doorlaatverbod voor mensenhandel ter discussie. 'Soms is het heel zuur voor de politie dat ze door direct ingrijpen een hoofdverdachte moet laten lopen.’ Waarom benadrukt u in het rapport dat mensenhandel een schending van de mensenrechten is? Het is in feite een appèl op de samenleving. Waarmensen worden uitgebuit voor financieel gewin en hun persoonlijke vrijheid zo wordt beknot dat er sprake is van moderne slavernij, vindt een schending van de mensenrechten plaats. Daar moet de hele maatschappij zich druk over maken, niet alleen de slachtoffers en justitie. Slachtoffers zijn bovendien vaak bang zich te melden door de grote risico's die ze daar mee lopen. Er is daarom een morele verplichting om alert te zijn op situaties waarin mensenhandel aan de orde kan zijn. Het is tartend om te zien dat mensenhandel zo'n lucratieve onderneming is, met hoge winsten en een kleine pakkans. In uw rapport staat een voorzichtig pleidooi om het absolute doorlaatverbod bij mensenhandel te nuanceren. Dat is een uiterst gevoelig punt. Ik onderschrijf het uitgangspunt 'als je weet dat iemand in een benarde situatie zit, heb je de plicht direct in te grijpen'. Maar soms is het heel zuur voor de politie dat ze door direct ingrijpen een hoofdverdachte moet laten lopen. Het is dus de vraag of het doorlaatverbod in de huidige strikte, gefixeerde vorm een oplossing biedt voor alle gevallen. Ik pleit er voor om nog eens heel nauwkeurig te kijken wat de marges zijn voor afwegingen. Wellicht is het in bepaalde situaties niet onverantwoord om even te wachten met ingrijpen. Klopt het uitgangspunt dat de opheffing van het bordeelverbod een betere bestrijding van mensenhandel mogelijk maakt? Als de bestuurlijke controle goed verloopt voorkom je in principe dat zich in de gecontroleerde branche strafbare feiten voordoen. Maar de paradox is dat het daardoor juist lucratief wordt om buiten de geregulariseerde branche verboden zaken voort te zetten. Voor de politie is het extra moeilijk daar zicht op te krijgen. De hoop was dat vanuit de legale sector informatie zou komen over malafide vakbroeders. Ik ben er nog niet helemaal van overtuigd dat dit ook zal gebeuren. U bent voor verruiming van de mogelijkheden om slachtoffers die justitie helpen na afloop van het proces een status op humanitaire gronden te verlenen. Er zijn grote risico's verbonden aan het opstaan tegen je onderdrukkers. Ik hoor te veel geluiden dat slachtoffers bang zijn om een verklaring af te leggen. Ook zijn er soms ernstige risico's verbonden aan terugkeren naar het eigen land. Er zijn voorbeelden bekend van intimidatie tegen het slachtoffer, maar ook tegen haar familie. Het is bovendien heel moeilijk om te achterhalen wat er gebeurt met iemand die bijvoorbeeld naar de Oekraïne teruggaat Dus om humanitaire redenen moet een verblijfsvergunning kunnen worden gegeven in de gevallen waar sprake is van reële risico's bij terugkeer. Het is van tweeën één: je kunt niet roepen dat je mensenhandel wilt bestrijden en de
6
consequenties daarvan niet nemen. Als je de opsporing serieus neemt, dan is het gevolg dat je meer vrouwen een verblijfsvergunning geeft. Daar moet je niet al te krenterig in zijn. Ze maken wel de opsporing van mensenhandel mogelijk. Momenteel kunnen vrouwen van buiten Europa niet in de Nederlandse prostitutiebranche werken. Slaat u achter dat verbod? Dat is een moeilijke zaak. De creatie van een gelegaliseerde markt staat op gespannen voet met het categorale verbod voor vrouwen van buiten Europa om hier te werken in de prostitutiebranche. Gegeven de legalisering zou het dan ook niet per definitie uitgesloten moeten zijn voor zo'n vrouw om hier te komen werken. Maar daar kleeft een groot probleem aan: hoe stel je vast dat iemand echt vrijwillig hier in de prostitutie wil werken. Het Westerse idee van een vrouw die geheel vrijwillig voor de prostitutie kiest is een soort luxe denken. Is er sprake van vrijwilligheid als een moeder uit Jamaica door armoede gedwongen de prostitutie ingaat om haar kinderen een beter leven te kunnen geven? Internationaal ligt deze kwestie buitengewoon gevoelig, want het is strafbaar om vrouwen over de grens te werven voor prostitutie. Nederland zal snel het verwijt krijgen te werven voor onvrijwillige prostitutie. Men kijkt met argusogen of Nederland met het gekozen beleid niet in feite mensenhandel bevordert. Zo staan wij internationaal momenteel te boek. Het is echt een mijnenveld. Veel landen huldigen de opvatting dat elke vorm van prostitutie vrouwvernederend is. Nederland vaart vanuit dat gezichtspunt met het onder voorwaarden legaliseren van de exploitatie van prostitutie al een riskante koers. Daar moet je niet nog eens een schepje bovenop doen. In uw rapport staat de strafrechtelijke aanpak van mensenhandel centraal. Waarom besteedt u zo weinig aandacht aan bijvoorbeeld een arbeidsrechtelijke aanpak van mensenhandel? Bestuurlijke handhaving of een arbeidsrechtelijke aanpak werkt vooral bij de geregulariseerde branche. Daar kun je de exploitanten zo op de huid zitten dat ze zich aan de regels houden. Alles wat je kunt doen om mensenhandel te voorkomen juich ik toe. Maar het is een illusie te denken dat je zonder het strafrecht kan, alhoewel ik ook weet dat je niet teveel van het strafrecht moet verwachten. Maar sommige dingen zijn zo verwerpelijk dat je ze met strafvervolging moet bestrijden. Het strafrecht stelt en houdt ook normatieve waarden hoog. Je zegt daarmee dat iets absoluut niet door de beugel kan. Je hebt een repressief middel nodig omdat het hier in wezen gaat om de schending van mensenrechten. JelIe van Buuren Staatscourant nr. 134, 17 juli 2002
Overleven in arm Vietnam, een vlucht naar de prostitutie Enkele jaren geleden opende Vietnam voorzichtig de grenzen voor toeristen. Het land heeft het geld dat de vakantiegangers binnenbrengen, hard nodig. Maar met de komst van rijke westerlingen neemt ook de prostitutie een hoge vlucht. Dao, een 34-jarige Vietnamese, werkt al twintig jaar noodgedwongen als hoertje in Ho Tsji Minhstad. Een schrijnend verhaal over armoede, slaag en verkrachting. Wanneer je Ho Tsji Minhstad, het vroegere Saigon, binnenrijdt, vallen direct de grote billboards langs de weg op. Hier geen reclame voor McDonalds, Philips of Pizza Hut, zoals in andere grote Aziatische steden. De borden in Ho Tsji Minjhstad waarschuwen tegen aids. En daar is alle reden toe. De bevolking van het straatarme Vietnam weet het hoofd nauwelijks boven water te houden. Steeds meer meisjes en vrouwen zoeken hun inkomsten in prostitutie. Vooral in de avond en nacht vormen de straten van Ho Tsji Minhstad het decor van een bizarre handel in seks. In een café in District 1 zit Dao aan de bar, samen met nog zo'n tien meisjes. Je hoeft geen helderziende te zijn om direct te beseffen dat Dao geen klant van het café is. Zij is op zoek naar klanten. Toeristen die de nacht met haar willen doorbrengen. Dao moet wel. Zij heeft geen inkomsten en haar dochtertje Hang van twaalfmoet eten. Van enige keus is geen sprake. Dao komt naast me zitten. Ze is 34 jaar en een mooie, slanke verschijning. Al sinds haar veertiende zit ze in de prostitutie. Voor die tijd verkocht ze sigaretten en water in de stinkende straten van Saigon. Het leverde volgens haar vader te weinig op en hij dwong haar zichzelf te verkopen. "Van weigeren kon geen sprake zijn", vertelt Dao. “Mijn vader was heer en meester over het gezin van zeven kinderen. Als ik 's morgens vroeg zonder geld thuis kwam, sloeg hij me half dood." Op haar tweeëntwintigste raakte Dao in verwachting. Van wie weet ze niet. “Ik heb natuurlijk maanden niet kunnen werken. Toen Hang net geboren was had ik geen dong. Ik kookte water met suikerriet om haar tenminste iets te eten te kunnen geven. Voor melk was geen geld". Na verloop van tijd ging ze de straat weer op. "Ik vind het vreselijk werk, maar ik kan niet anders. Sommige mensen denken misschien dat Vietnam een socialistische heilstaat is. Vergeet het. De toeristen in hun mooie luxe hotels zien niet wat er in het werkelijke Vietnam gebeurt. Ik bedoel, onder de golfplaten daken van de hutten waarin wij proberen te overleven.
In veel derdewereldlanden leven vrouwen als Dao. Een goede baan, laat staan een topfunctie, kan Dao wel vergeten. Je ziet in Vietnam wel vrouwen tussen de vijftig en zestig jaar in topfuncties. Maar dat is noodgedwongen. De mannen van die generatie hebben namelijk de oorlog niet overleefd. Zij verkoopt zichzelf nu aan vooral westerse toeristen. Mannen die niet in de eerste plaats voor de Vietnamese cultuur en de fantastische keuken naar het land komen. Dao vraagt vijf dollar voor een hele nacht. Daarvan moet zij drie dollar afstaan aan haar pooier, die nog tien andere meisjes heeft lopen. "Sommige toeristen proberen dan ook nog af te dingen naar drie dollar. Daarvan moet ik er twee afdragen en dan houd ik er zelf dus nog maar één over. Armoede, slaag en verkrachting. Ik weet wat dat is." Dao is zich bewust van haar verantwoordelijkheid voor haar dochtertje en haar eigen leven. Zij is naar eigen zeggen ook een van de weinige hoertjes in Ho Tsji Minhstad die geen drugs gebruikt. "Bijna allemaal zijn ze verslaafd aan heroïne", weet Dao. "Deze wereld wordt beheerst door de maffia van Saigon. Alle pooiers maken deel uit van deze maffia. Zij geven de heroïne aan de meisjes. Op die manier bindt een pooier de meisjes aan zich. Het leven in Vietnam is slecht. De ideeën van Ho Tsji Minh zijn bullshit .De regering in Hanoi is niet veel beter dan de Amerikanen voor ons waren. Samen hebben ze Vietnam kapot gemaakt. Ik word er vaak heel verdrietig van, maar ik wil niet te veel over mijn problemen nadenken. Daarvan ga je er snel oud uitzien. En dan kan ik mijn werk wel vergeten. Ik heb Boeddha zo vaak gevraagd om me te helpen, maar dat is nog steeds niet gebeurd. Toch blijf ik in Boeddha geloven. Ik heb hem nodig om dit leven vol te kunnen houden.” Het mobieltje van Dao gaat. Ze schrikt op. Zij heeft het apparaat gekregen van haar pooier en moet het altijd bij zich dragen. Zelf bellen mag ze er niet mee. Het is uitsluitend bedoeld om opgeroepen te kunnen worden voor een klant. Met zichtbare tegenzin vertrekt ze. Samengevat uit artikel van Willem de Vroomen Haarlems Dagblad, 24-8-2002
VS-soldaten gebruiken seksslaven in Zuid-Korea GÉNÈVE -Jonge vrouwen, vooral uit Rusland en de Filippijnen, worden op grote schaal naar Zuid-Korea gesmokkeld om als 'seksslaven' te dienen voor Amerikaanse militairen die daar zijn gestationeerd. Dit meldt de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) in een rapport. Volgens het IOM zijn de
afgelopen jaren zeker vijfduizend vrouwen voor dat doel naar Zuid-Korea gesmokkeld. Vooral vrouwen uit de Filippijnen zijn populair omdat ze goed Engels spreken. De Zuid-Koreaanse regering noemt het rapport ‘niet accuraat'. (AF)
7
Mensenhandelaren hebben vrijspel Politierapport: Aanpak moet vele malen beter DEN HAAG - Criminelen die zich bezighouden met mensenhandel vinden maar weinig obstakels op hun weg. Het is nog steeds eenvoudig om bijvoorbeeld prostituees het land binnen te brengen en hen in het illegale circuit te exploiteren. De Europese landen werken nauwelijks samen om de mensenhandel te bestrijden. Daardoor kunnen alleen de kleine uitbaters worden gepakt die illegale prostituees aan het werk zetten. De top van de criminele organisaties blijft vrijwel altijd buiten schot. Dat is een van de belangrijkste conclusies van het rapport Mensenhandel in Nederland, 1997-2000. Het onderzoek werd verricht door de dienst Nationale Recherche Informatie (NRI, voorheen CRI) in opdracht van de Raad van Hoofdcommissarissen. Volgens de onderzoekster E. van Dijk is een Europese aanpak absoluut noodzakelijk. Uit bet rapport blijkt ook dat aan de opsporing van mensenhandelaren in Nederland nog veel schort. Korpsen delen informatie niet voldoende en werken niet goed samen. Het zou de opsporing ten goede komen, stelt de NRI, als die werd verricht door speciale teams. In de onderzochte periode is wel sprake van een stijging van het aantal onderzoeken naar mensenhandel. Het aantal 'met succes afgesloten onderzoeken' steeg van 11 in 1997 naar 33 in 2000. In totaal werden 450 verdachten gearresteerd, 564 slachtoffers deden aangifte. Het aantal veroordelingen meldt de NRI niet. Uit het rapport komt naar voren dat mensenhandel lastig te bewijzen is en dat zowel criminelen als slachtoffers moeilijk zijn te traceren, omdat ze zo mobiel zijn. Verder blijkt dat het voor handelaren tamelijk eenvoudig is om aan valse reis- en verblijfspapieren te komen.
‘Loverboy’ hoort twee jaar celstraf eisen: DEN HAAG - Tegen een 28-jarige man uit Delft die ervan verdacht wordt dat hij drie vrouwen tot prostitutie heeft gedwongen, is vrijdag voor de Haagse rechtbank twee jaar celstraf geëist, waarvan een half jaar voorwaardelijk. De 'loverboy' palmde de vrouwen in, begon een relatie met ze en zou ze daarna met geweld als raamprostituee te werk hebben gesteld, onder meer in Haarlem. Een van de vrouwen verklaarde bij de politie dat ze dacht de man van haar dromen te hebben gevonden toen ze de verdachte ontmoette. “Hij beloofde me gouden bergen. Hij was attent en aantrekkelijk Al snel ging ik met hem samenwonen in zijn huis in Delft. Daar ontmoette ik een Russisch meisje, dat later ook voor hem bleek te werken.” Na een paar dagen mocht de nieuwe vriendin het huis niet meer uit. “Hij sloot me op en werd steeds agressiever”, zei de vrouw. “Ik werd dagelijks geslagen. Toen ik bleef weigeren om de hoer te spelen, hield hij een mes tegen mijn oorschelp en zei hij dat hij mijn oor eraf zou snijden. Uiteindelijk heb ik regelmatig voor hem achter de ramen gewerkt, vooral in Haarlem.”
8
De onderzoekster noemt het bovendien opvallend dat een groot aantal van de slachtoffers met een gewoon geldig visum Nederland binnenkomt. Door het wegvallen van de grenzen in Europa is ook op het terrein van de mensenhandel een 'vrij verkeer van personen en diensten' ontstaan. De onderzoekster meent dat Nederlandse ambassades beter moeten toezien op de afgifte van visa. En ze zouden voorlichting moeten geven over prostitutie en mensenhandel, om zo potentiële slachtoffers op de risico’s te wijzen. Slachtoffers geven na hun arrestatie niet zelden aan dat zij zijn misleid. Hun zou een baan als werkster of in de horeca in het vooruitzicht zijn gesteld. De NRI stelt verder vast dat criminelen veel geld verdienen met mensenhandel. Er gaan omvangrijke criminele netwerken achter schuil. In het rapport wordt geschat dat de opbrengst over de onderzochte periode 118 miljoen euro is geweest. Pogingen van justitie om een deel van dat geld bij criminelen te verhalen via pluk-ze-methoden hebben nog maar weinig succes gehad. Volgens de Raad van Hoofdcommissarissen heeft het onderzoek belangrijke punten voor verbetering boven water gebracht. “We zien het als veelbelovend dat het aantal opgeloste zaken groeit, maar dat is niet genoeg”, aldus woordvoerder C. den Bakker. “Er moet meer internationale samenwerking komen. We zitten hier aan het eind van de keten. Als straks Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie toetreden, komt er nog veel meer op ons af. Dan moet je zaken kunnen doen met die landen, en dat is aan de minister van Justitie." Algemeen Dagblad 11-09-2002
Drie vrouwen aangezet tot prostitutie Twee andere vrouwen legde een soortgelijke verklaring af bij de politie. De Delftenaar zou al hun geld hebben ingenomen. Als ze iets wilden kopen, zouden ze dat aan hem hebben moeten vragen. De Delftenaar ontkent. Hij zei vrijdag dat de prostituees hun werk graag en uit vrije wil deden. Hij was zo aardig om hen weg te brengen en na het werk weer op te halen, daar vroeg hij naar eigen zeggen niets voor terug. Volgens de verdachte hebben de vrouwen aangifte tegen hem gedaan om hem erin te luizen. Omdat ze het niet konden verkroppen dat hij de relatie met hen had verbroken. Officier van justitie J. Meulmeester vond dat verhaal nogal ongeloofwaardig. Vooral omdat twee auto's die de vrouwen hadden betaald op naam van verdachte stonden. “U heeft die vrouwen vreselijk uitgebuit en doet nu net alsof er niets aan de hand is”, zei de aanklager. De rechtbank doet over twee weken uitspraak. Haarlems Dagblad 2-9-2002
‘Slavenhandel aanpakken als terrorisme’ Al ruim twintig jaar werkt dominee Tom Marfo met slachtoffers van mensenhandel. Meisjes, soms niet ouder dan dertien jaar, die gedwongen worden als hoer te werken. Marfo begint zijn geduld met de overheden te verliezen. “Als ze deze slavenhandel zouden aanpakken met dezelfde energie waarmee ze op al-Quaida jagen, dan zou het binnen enkele weken afgelopen zijn.” Elke avond vult de flatwoning van Marfo in de Bijlmer zich met mensen die nergens terechtkunnen. Iedereen, ongeacht afkomst of religie, is welkom en dat betekent dat Marfo allang niet meer genoeg heeft aan zijn ene flat. Van woningstichting Patrimonium heeft hij de beschikking gekregen over nog vier woningen. Marfo kent als dominee van de House of Fellowship Kerk de kwade kanten van het menselijk bestaan maar al te goed. “Veel mensen komen uit landen waar oorlog woedt, wiens familie is gedecimeerd. Ik ken een jonge man uit Sierra Leone wiens dorp werd aangevallen. Hij wist te ontkomen door zich onder een stapel lijken te verbergen en te doen alsof hij ook dood was. Als zo iemand als asielzoeker wordt afgewezen dan wordt hij depressief of raakt aan de drugs. Ik vind het mijn verantwoordelijkheid om deze mensen te helpen. En dan zijn daar natuurlijk nog de jonge meisjes die door criminele organisaties bij hun familie vandaan worden gelokt. Met beloftes van werk in horeca, fabriek of huishouden, krijgen de bendes de ouders zo ver dat ze hun dochters laten gaan. “De criminelen doen alsof ze heel belangrijk zijn. In hun verhalen maken ze zichzelf hoger dan de eerste minister van dit land.” De bendes weten volgens Marfo precies welke familie ze moeten aanpakken. “Je hebt het hier over ouders die analfabeet zijn. Ze hebben nog nooit gereisd, hebben geen idee wat ‘buitenland’ is. De meisjes weten ook niet wat ze overkomt. Zij komen uit een cultuur waar seks taboe is. Dan komen ze in Europa en worden regelrecht naar de bordelen en de rosse buurten gestuurd.” Eenmaal in Europa moeten de meisjes hun schulden aan de bende afbetalen. Niet zelden moeten zij zestig tot tachtigduizend dollar verdienen voor de bende voor zij hun vrijheid terugkrijgen. Wie weigert wordt in elkaar geslagen en met de dood bedreigd. Marfo toont foto’s van een jong meisje wiens gezicht tot pulp geslagen is door haar pooiers in Italië. Ze raakte in een coma en kreeg toen ze weer bijkwam te horen dat ze direct aan het werk moest als ze niet vermoord wilde worden. Het meisje wist te vluchten en kwam naar Nederland. Hier stortte ze in en zat maanden in een psychiatrische inrichting. Inmiddels heeft ze te horen gekregen dat haar asielaanvraag is afgewezen. Bij haar familie kan ze niet terecht. Haar zus is in handen gevallen van dezelfde mensenhandelaren. In Afrika worden haar ouders door de bende bedreigd. Marfo maakt zich zorgen om haar. “Ik heb gezien hoe
ze eraan toe was vlak voor ze de eerste keer haar inzinking kreeg. Het gaat nu weer heel slecht met haar. Als er niet snel iets verandert, dan stort ze weer in.” Marfo hoeft niet op pad te gaan om de slachtoffers te vinden. “Wij zijn inmiddels heel bekend. Via via vertellen ze elkaar over ons. Er komen meisjes vanuit heel Nederland naar ons toe.” Zodra een meisje bij de House of Felloship Kerk komt, begint een traject om haar weer op de been te krijgen. Vaak worden de meisjes uit Afrika door hun belagers onderworpen aan allerlei voodoorituelen. Marfo: “Het eerste wat we doen is proberen die rituelen ongedaan te maken. We moeten die meisjes laten weten dat er een God is die machtiger is dan de voodoo-goden. Daarna proberen we het zwijgen te doorbreken. De slachtoffers mochten nooit praten. Het is geweldig om te zien hoe die meisjes uiteindelijk loskomen en om de schoonheid in ze te zien.” Zijn de meisjes weer in staat om deel te nemen aan het dagelijks leven, dan zoekt Marfo werk voor ze. “Zwart werk, ja. Daar schaam ik mij ook niet voor. Het is beter voor hen om te werken en een eigen inkomen te verdienen.” Voor zijn werk met deze jonge vrouwen heeft Marfo dit jaar de Marga Klompéprijs gewonnen. Marfo vindt het onbegrijpelijk dat de meisjes worden aangepakt, terwijl de mensenhandelaren door kunnen blijven gaan met hun slavenhandel. “Deze regering en de EU en andere westerse regeringen moeten zich realiseren dat de schade die deze criminelen aanrichten groter is dan die van alQuaida. Ze moeten net zo veel energie steken in het aanpakken van de mensenhandel als van de terroristen. Dan zou het binnen enkele weken afgelopen zijn.” Hij heeft geen vertrouwen in het vermogen én de bereidheid van de Afrikaanse regeringen om de handel aan te pakken. “Dat zijn een paar mensen die rijk worden ten koste van de rest van het land. Maar wij vragen van een land als Nederland dat de meisjes hier worden beschermd, ongeacht hun status. Nu is het zo dat ze worden gemarteld door de daders en dan opgepakt en uitgezet door de autoriteiten.” Amsterdams Stadsblad Nicole Weidema, 28 september 2002
9
Het glazen kralen project van IMANI In januari van dit jaar ging Zr.Maria (Witte Zusters) voor een periode van drie maanden naar Kenia. Ze was nog maar een jaar terug in Nederland na 40 jaar Afrika, toen er onverwachts een oproep kwam uit Kenia of ze bereid was een tijdje een medezusters in Nairobi uit de nood te helpen bij de renovatie van een nieuw noviciaat. In deze periode bezocht ze Imani, het project van Marianisten (Amerikaanse broeders) in Nairobi waar de SRTV drie jaar lang het glasproject ondersteunde. In september ging Ivonne, die voor een privé-bezoek in Afrika was, ook langs bij Imani. Zij vertellen over dit zeer succesvolle project in Nairobi, Kenia. Bij een bezoek aan Imani weet je niet wat je ziet, in de immens grote wijk Eastleigh aan de rand van de krottenwijk ‘Mathare’, midden op een drukke staathoek zie je een poort in een half hoge muur met aan de buitenkant van de muur het ene na het andere verkoopstalletje, reparatie werkplaats of eetkraampje. Eenmaal het hek door kom je in een oase van rust. Deze rust is bedrieglijk want er zijn op dat moment meer dan honderd vrouwen en kinderen aanwezig in Maria House. Dit onderdeel van Imani waarin de vrouwenprojecten gevestigd zijn, ligt vlak bij de parochie en het busstation. De directie van IMANI bestaat uit een Amerikaanse Marianist, een Keniaanse Marianist en drie Keniaanse leken, zij dragen samen de financiële verantwoording. Er wordt heel democratisch gewerkt, ieder project binnen Imani heeft een groepje dat verantwoordelijk is voor die sectie. In Mariahouse wordt onder andere les gegeven aan zwangere straatmeisjes. Als zij zes van de twaalf bijeenkomsten over hygiëne, zorg en gezondheid bijwonen ondersteunt Imani hen bij en na de bevalling. Verder wordt er les gegeven in machine-breien, naaien (met trapnaaimachines), haarvlechten (deze cursus is buiten), boekbinden en glaskralen maken. De lessen worden in de ochtend aan de ene groep cursisten en in de middag aan een andere groep cursisten gegeven. Zo komen er dagelijks zo’n 300 vrouwen naar Imani en worden er wel 100 kinderen opgevangen. Bij Imani werken een aantal vrouwelijke psychologen die cursussen geven en gesprekken voeren met vrouwen in de krottenwijk die problemen hebben. Sommigen zijn (ongewild) in verwachting, anderen zijn verlaten door hun echtgenoot, hebben een man met AIDS of zijn zelf ziek. Ook komen er dagelijks groepen vrouwen naar Imani die de kost verdienen in de prostitutie. Als ze dat willen krijgen ze de mogelijkheid een cursus te volgen om op een andere manier de kost te verdienen. In deze counselinggroepen komen zo’n 40 vrouwen bijeen in een hele kleine ruimte. Voor al deze vrouwen is er kinderopvang binnen Mariahouse, er zijn 2 ruimtes voor baby-opvang en 3 kleuterschool klassen. Op de binnenplaats is een enorme gaarkeuken waar twee vrouwen koken om al die mensen een maaltijd te kunnen geven.
10
In het glasproject zijn 6 vrouwen door een professioneel docent opgeleid. Zij verdienen een inkomen met de verkoop van zelfgemaakte kralen. Het in de hele stad verzameld oude glas (lege flessen, gesneuvelde ruiten etc.) wordt schoongemaakt, kapot geslagen en daarna vermalen tot gruis. Dit wordt in kleine aardewerk bakjes gedaan en in een oven geplaatst. In het bakje gesmolten glas dat in de oven blijft staan, wordt een soort breinaald gestoken die wordt rondgedraaid tot er een klompje glas aan zit. Dan wordt de ‘breinaald’ uit de oven gehaald en rondgedraaid tot het klompje glas rond is. Het glas koelt af en wordt van de pen gehaald. De kraal, met gat erin, moet meer dan een dag afkoelen en wordt gekeurd op vorm, kleur en kwaliteit. Imani betaalt alleen de gasflessen die nodig zijn om de smeltoven te laten branden. Er is een aardig winkeltje waar de glasproducten worden verkocht. Om de beurt gaan de vrouwen naar verschillende markten in de stad om de kralen te verkopen.
Een trotse cursiste met haar zelfgemaakte ketting om haar nek.
De opgeleidde vrouwen kwamen als schuchtere, onzekere straatmeisjes binnen bij Imani maar zijn nu zelfbewuste vrouwen geworden die uitstekend voor zichzelf opkomen. Deze vrouwen die uit de prostitutie kwamen hebben een bestaan voor zichzelf en hun gezin opgebouwd en zien de toekomst met vertrouwen tegemoet. De resultaten bij alle Imani cursussen zijn veelbelovend voor de vrouwen en meisjes. Vrijwel alle cursisten vinden werk omdat deze trainingen hoog staan aangeschreven. Een diploma behaald bij Imani geeft een zekere status omdat de organisatie erg goed staat aangeschreven. Bij Imani gaat er geen dubbeltje verloren en is alles aangepast aan de lokale omstandigheden en aan de behoeften van gewone jonge mensen, vooral vrouwen. Ivonne van de Kar Maria Schoorlemmer